# 133bis Formerly RootsTown Music Good Music Makes Ya Live Longer… And Better! [email protected] 3,bis, 2, 1… Medewerkers: Lia Abts / Luc Daelemans / Bruno Depeyper / Dani Heyvaert / Antoine Légat / Luc Lenaerts / Holly Moors / Marc Nolis / Georges Tonla Briquet / Ben Vanhoegaerden / Jan van Leersum / Marc Vos INHOUD Small Talk: (Zuiderpershuis) Caught in the Act: (Alan Lomax Tribute / Roland / Ad Vanderveen) Laser op Scherp: (Mulatu Astatke / Nico Backton & Wizards Of Blues / JC Brooks & The Uptown Sound / Clarence Bucaro / Bob Cheevers / Sean Costello / Dr. Kloot Per W / Jozef Dumoulin & Lidlboj / Bob Dylan / Preston Grey / Roger Holzheimer / Kris Kristofferson / Corb Lund / Quintus McCormick Blues Band / James McMurtry / Vince Melamed / Neeka / Tom Ovans / Grant Peeples / Ben Reel / Shirley Smith / Chris Smither / Speed Caravan / Steely Dan / Various / Putumayo Presents A Family Christmas / Various / The Rough Guide To Blues And Beyond / Susie Warley / Wofo#2) SMALL TALK @ In het ZUIDERPERSHUIS in Antwerpen, glijden ze op hun gekende wijze van oud naar nieuw. Met andere woorden een boel theater, dans, literatuur en uiteraard ook muziek. De Malineses Bako Dagnon is de eerste die aantreedt op zaterdag 5 december, op donderdag 10 december gevolgd door het nieuwe Tunesisch/Italiaanse project van Pierre Vaiana, Funduq AlMughannîn. Zaterdag 12 december is er de Syrische Nouredine Khourchid en het jaar wordt afgesloten door het Afrikaans Platform festival, met op vrijdag december de film Frontières en op zaterdag 19 december de Afrikaanse Talentendag. Na de feestdagen zijn het de Bunun en Paiwan uit Taiwan die de zaak weer op gang trekken op vrijdag 22 januari 2010. Op vrijdag 29 januari is er de flamenco(gitaar) van Emilio Maya en de dag daarna, zaterdag 30 januari, de mugam van Zabit Nabizade. Zoals altijd meer info op www.zuiderpershuis.be. (MN) CAUGHT IN THE ACT Alan Lomax Tribute: Preservation Hall Jazz Band + Blue Flamingo + Jan De Smet – 27/10/09 – ABflex, Brussel Of hij nog in staat was om second line gewijs de beentjes te strekken? Jawel, gisterenavond rond 10u30 is jullie recensent er nog eens in geslaagd van op het podium van de AB te staan. Dat gebeurde aan het einde van een ronduit schitterend concert van de Preservation Hall Jazz Band, één van de belangrijkste muzikale vaandeldragers van New Orleans. Op de tonen van When The Saints Go Marching In ging een deel van de muzikanten de zaal in waar spontaan een feestje losbarste en dat hebben we simpelweg op het podium verder gezet. We waren met gemengde gevoelens naar dit concert vertrokken want wat zouden deze oude knarren nog voorstellen. Allemaal met de rolstoel het podium op? Tot onze niet geringe verbazing klonk deze versie van de Preservation Hall Jazz Band, er zijn al lang geen originals meer terug te vinden, zeer fris en uiterst vitaal. En zoals reeds lang het geval is met de Preservation Hall Jazz Band bestaat deze formatie uit de crème de la crème aan New Orleans muzikanten. Momenteel bestaat de groep uit acht muzikanten waarvan er zes de oversteek naar Europa gemaakt hebben. Daaronder bevinden zich o.a. drummer Shannon Powell die geregeld de show stal en ook terug te vinden is in de Treme Brass Band, bassist Walter Payton, de vader van niemand minder dan trompettist Nicholas Payton, en pianist Rickie Monie, in zeer goede doen en ons niet 1 onbekend vanwege allerlei jazzgrootheden waarmee hij ooit samengespeeld heeft. Het geheel werd op passende wijze aan elkaar gepraat en geblazen door trompettist Mark Braud. Andere blazers van dienst waren trombonist Freddie Lonzo en klarinettist Charlie Gabriel. Ze brachten voornamelijk werk uit hun twee laatst verschenen cd's Hurricane Sessions en New Orleans Preservation Vol. 1 die ik van harte kan aanbevelen. Het was onmogelijk om stil te blijven zitten bij de opzwepende tonen van o.a. Sugar Blues, How Long Blues, Ice Cream, I Wish I Could Shimmy Like My Sister Kate, My Sweet Substitute, Tailgate Ramble en Short Dressed Gal. Voor meer info over de Hurricane Sessions, een pak opnames die ze na de doortocht van de orkaan Katrina uit de Sea-Saint studios kunnen redden hebben, en de gloednieuwe New Orleans Preservation Vol. 1 release één adres: www.preservationhall.com. De rest van de avond werd ingekleurd door een film over New Orleans jazzparades, Mardi gras indians, carnaval etc..., een leuke uitéénzetting over calypso in woord, muziek en beeld door muziekkenner en archivaris Jan De Smet en een afsluitende late night party verzorgd door de piekfijn uitgedoste dj Blue Flamingo, de Nederlandse achtenzeventig toeren oldies verzamelaar die momenteel furore maakt met zijn plaatje 78 RPM. Er is een tweede Blue Flamingo cd op komst. Dank u wel AB voor deze zeer fijne en onderhoudende avond. Wordt vervolgd zou ik zo zeggen. (BV) Roland – 29/10/09 – Marconi sessie VRT, Brussel Voor een keertje waren we ook eens bij de gelukkigen die tickets hadden gewonnen voor de exclusieve Marconi sessie van Roland Van Campenhout. Met dank aan Radio 1 en de al te gemakkelijke prijsvraag (‘Van waar is Roland afkomstig?’ Het antwoord zat natuurlijk verborgen in John Lee Hookers Boom Boom, dat is algemeen geweten). Naar aanleiding van zijn nieuwe dubbel-cd Parcours (een overzicht van zijn muzikaal... eh... parcours tot nu toe met ook outtakes en live sessies, dus ook heel interessant voor de echte fans), gaf Roland gisteren een heel mooi concert in de Marconi studio's op de 4e verdieping van het VRT gebouw. Hij werd begeleid door Steven De bruyn op mondharmonica (en nog wel wat andere mondmuziekjes) en Tony Gyselinck op drums. Steven De bruyn (de Sonny Boy Williamson van België!) was tijdens het hele concert nogal prominent aanwezig en zijn energieke mondharmonicaspel zorgde samen met Rolands gitaarwerk voor muzikaal vuurwerk. Het concert was niet echt een ‘best of Roland’ of een dwarsdoorsnee van Rolands carriere doorheen de jaren, zoals je met de release van Parcours misschien wel kon verwachten, maar de setlist zat weer vol verrassingen (zoals zo dikwijls bij concerten van Roland, en dat houdt het natuurlijk altijd spannend). Voor het concert vertelde Roland trouwens aan de radio-interviewer dat hij nooit een setlist opstelt voor een optreden. Lijkt me mooi, zo te kunnen musiceren en je te laten leiden door de sfeer en de invallen van het moment. Zo waren er tijdens deze Marconi sessie toch een aantal langere nummers, bijna jams, te horen, die soms bijna een gevoel van trance opriepen, en dat was ook wel de bedoeling van dit trio, denk ik zo. Ergens in het begin van de set speelden ze een nummer uit de jaren dertig van vorige eeuw, van een zekere Barbecue Bob, en deze oude folksong werd hier vakkundig door de synthesizermangel gehaald en in een soort van technoversie gespeeld, niet echt mijn ding, dit was echt wel heel anders dan ik verwachte van een oude folkzanger van bijna een eeuw geleden. Ook werden twee straffe covers van Leadbelly gespeeld (‘de a en de b-kant van de single’, aldus Roland), waaronder Keep Your Hands Off Her. Twee fijne songs dus van een hele grote meneer uit de Amerikaanse folk- en blues traditie. Ook heel goed was Hissing 'O The Heat, een broeierige en dreigende song, half parlando, waarin Roland een soort van verhaal annex improvisatie vertelt over mojito's (‘isn’t that a gay drink?’), New York City, over John Coltrane, en nog wat andere dingen... Straffe kost! Staat ook op zijn voorlaatste cd Never Enough uit 2008, zonder meer de beste plaat die hij ooit gemaakt heeft. Maar het mooiste werd bewaard tot op het laatst en het beste moment uit de hele sessie vond ik dus het nummer Last Letter Home, van de gelijknamige plaat uit 1992 (... And I dreamed about a rose in Spanish gardens / And I kissed you and I placed it in your hair / If I'm ever on my feet again I will / And I would run all the way just to see you there...). Roland bracht het als eerste bisnummer, enkel met begeleiding van zijn akoestische gitaar. Dit was puur kippenvel, zo mooi. Daarna volgde als afsluiter nog een duet van mondharmonica tussen Roland en Steven De bruyn, ‘duelling mouth-harps’ als het ware, en dan was het finito. Een stomende sessie, met 3 muzikanten die zich helemaal gaven, wat op zijn mooist resulteerde in fantastische en intense muziek met een Belgische bluesfeel. En vorige zondag hoorden we in het programma Moshi dat er volgend jaar een cd en een plaat van dit trio in de steigers staat. Hallelujah! (MV) Ad Vanderveen (Kersten de Ligny) – 01/11/09 – Schuilkerk, Gorinchem Bloed, bloedmooi, grandioos magnifiek concert. Akoestischer dan akoestisch; zonder versterkers, zonder micro (Met eer en dank aan organisator John de Looy voor zijn muzikaal inzicht en de erg sfeervolle sfeer). In deze ingetogen kleine locatie bezong de zeer gedreven eigenzinnige ‘Wouldn’t wanna be no wannabe, I only play for real’ Ad Vanderveen een paar willekeurige pagina’s uit zijn indrukwekkende Oeuvre, het Dagboek van zijn leven. Een pocketful of Pearls van een huiveringwekkende eerlijkheid omtrent zijn mijmeringen, twijfels, liefde en zuiver muzikaal kunstenaar zijn. Geen schuilen mogelijk in deze Schuilkerk. Faithful to music en zichzelf liet Vanderveen zijn heart and spirit de vrije loop. ‘Enjoyde’ zichtbaar zélf de uitzonderlijke eenheid in sound, voice, guitars-piano, lyrics. Eenheid in e-v-e-r-y-t-h-i-n-g! Boeiend vlotte Anchor, Wannabe, Good Mourning, Fairweather Friends; vanop de kansel Carry Me Back To My Home (nieuwe song, tune reeds gekend van het instrumentale Farewelcome Waltz op Music For Visuals); het ingetogen Faithful To Love; een sprankelend Late Bloomer … Kersten de Ligny, zijn geliefde dame aan zijn zijde, bewees dat zij inmiddels ijzersterk ingewerkt is en dat zij met de natuurlijke vibratie in haar stem best ook op de voorgrond mag treden (Diana Jones’ All My Money On You, en Gorka’s Houses In The Field), iets wat men zich bij backing/harmony vocals 2 soms wel eens afvraagt. Vanderveen’s charisma is enorm. Een overdrachtelijke Soul Power #1. Een perfecte perfectie die je haast niet voor mogelijk houdt. Dit bezorgde zijn publiek goose pimples bij zo ongeveer iedere song… Met absolute hoogtepunten Still Now, New World In The Morning, Cloud Of Unknowing (wát een gitaarsolo!), en zijn super pearls, het ruggengraat bevriezende The Moment That Matters, het superstimulerende Soul Power als wegzender, en zéker ook de verbazende akoestische versie van Eyes Never Lie... Inderdaad, liegen kan deze Meester-Singer-Songwriter niet… Staande Ovatie! Ad Vanderveen / Music For Visuals (Themes and variations for Film and Documentary) Muziek om te zien / Songsense Music 2009 (www.advanderveen.com) Volgens de flyer omtrent dit juweeltje: ‘Naar aanleiding van een inspirerende ontmoeting met regisseur Jonathan Demme (Silence Of The Lambs, Philadelphia, Heart Of Gold, e.v.a.) toen hij de première van laatstgenoemde film muzikaal opluisterde, werd singer-songwriter Ad Vanderveen op het idee gebracht om zijn muziek instrumentaal vorm te gaan geven. Een reeds langer gekoesterd plan om een aantal thema's en variaties uit te werken voor gebruik bij film en documentaire heeft nu geresulteerd in Music For Visuals, een werkstuk met een minimale en sfeervolle ambiance, dat beelden oproept van desolate landschappen en scènes als in een David Lynch film. Naast gebruik bij beeld is het geheel ook uitermate geschikt als achtergrond en sfeermuziek.’ Je kunt jezelf enkel afvragen waarom de Meester nog niet eerder op dit schitterend idee gekomen is. In korte voor zichzelf- en vanzelfsprekende tunes laat Vanderveen zijn gitaren in pastelgetinte tokkeltjes en slides enkele van zijn welgekende en enkele nieuwe melodieën mijmeren. Soberheid troef. Mooie beklijvende muzikaaltjes alsof ze altijd bestaan hebben. Rustige stemmige etudes met een klassiek tintje. Sfeerscheppende rustbrengertjes. Ideaal als relaxerende achtergrondmuziek, als temperende telefoonwachtlijntjes, als studiemateriaal voor gitaarplukkers… Mysterieus, weemoedig, eenvoudig, ingetogen, sfeer. Ideaal bij film op het scherm of gewoon in je hoofd. Demme, Lynch? Niets te hoog gemikt. (LA) LASER OP SCHERP ! ! ! M A Z Z M US I K A S H A TS OF F: A L L H I TS , NO M IS S ES ! ! ! Mulatu Astatke / New York-Addis-London – The Story Of Ethio Jazz 1965-1975 / Strut (Bang!) Met de reeks Ethiopiques werd een heuse hype ontketend. Elke rechtgeaarde muziekliefhebber was niet meer mee als hij deze compilaties niet in huis had. Idem voor DJ’s van het meest diverse pluimage. Met de verzameling van een der vaandeldragers van het genre is het net zo. Je moet deze gewoon hebben. Mulatu Astatke was niet alleen een vermaard vibrafonist en toetsenspeler maar schreef tevens arrangementen en had zijn eigen ensembles. In de jaren zestig trok hij richting Londen om er de sfeer van de psychedelische (jazz)scène op te snuiven. Nadien verhuisde hij naar New York om zijn kennis bij te schaven in Harvard. Met al deze bagage keerde hij terug naar zijn eigen land waar hij een opzienbarend repertoire uitbouwde. Daar eindigt het verhaal niet. Astatke is nog steeds hip en hot na al die jaren. Zo maakte hij vorig jaar zelfs nog een opname met The Heliocentrics. Met deze compilatie krijg je een mooi overzicht van het hele hoofdstuk uit de periode 1965-1975 aan de hand van tracks die hij maakte in Londen, New York en Addis. De term ‘ethio jazz’ is een beetje misleidend gekozen want er zijn vooral ook aanknopingspunten met de Jamaicaanse ska en reggae uit diezelfde periode. Daarnaast zijn er eveneens rechtstreekse links met Cuba en de rest van Latijns-Amerika en horen we al eens wat Martin Denny exotisme. Sowieso eentje voor de eindejaarslijstjes. (GTB) Nico Backton & Wizards Of Blues / Roots And Stories / Naked Productions (Bertus) Ik zie hem nog bij Honky Tonk Frank binnenstappen in 1996. Dat is alweer dertien jaar geleden. Blues- en rootsplatenzaak Honky Tonk in Brugge bestaat ondertussen niet meer maar Nico Backton maakt blijkbaar nog muziek. Jonge, beginnende bluesartiesten kwamen geregeld langs bij Frank en hij was niet te beroerd om hun eerste, meestal in eigen beheer opgenomen, cd’tjes of platen te verkopen. Hij stelde zich voor als Nicolas Backton Debacker, afkomstig uit Oostende, en vroeg ons of we eens de moeite wilden nemen om naar zijn eerste cd Yazoo River Blues te luisteren. Niet slecht voor een eerste cd en prompt werden er een pak exemplaren aangeschaft en in de verkoop gezet. Ik herinner me nog goed dat ik me een exemplaar aangeschaft heb. Ondertussen zijn er, zoals ik reeds eerder aanhaalde, dertien jaar verstreken en krijg ik een promo toegestuurd van Roots And Stories, zijn alweer derde cd met de Wizards of Blues. Dat is sinds enkele jaren zijn Franse begeleidingsband. Nico woont al geruime tijd in het zuiden van Frankrijk, namelijk Perpignan. Daar was ik niet van op de hoogte. Maar wat ik wel weet, is dat hij ongelooflijk veel progressie gemaakt heeft. Dat is duidelijk te horen op deze Roots And Stories. Goed gekozen titel overigens. Je hoort inderdaad heerlijke rootsy bluesmuziek en de nodige verhalen. Hij grasduint doorheen de bluesgeschiedenis, passeert daarbij nog eens doorheen alle zuidelijke staten, doorkruist de States van noord naar zuid, en doet steden aan zoals New Orleans, Memphis, Chicago, Clarksdale... Het resultaat is een mix van swampy en muddy deltablues, sterke akoestische countryblues in de stijl van Mississippi John Hurt, Jesse Fuller, Skip James, Fred McDowell... en uitstekende covers, waar hij zijn eigen accenten in legt. Zo is er een niet te versmaden versie van Tipitina waarmee hij zo op het hoofdpodium van het French Quarter Festival in New Orleans kan en een voortreffelijk Goodnight Irene. Programmeer Duncan And Brady, Dig That Boogie, Blue Monday, Valentine's Day Blues, Baby, I Love You en T-Model Ford Blues en geniet van één van de beste Europese bluesacts van 2009. Wie had dat in 1996 gedacht? Ik alvast niet. (BV) JC Brooks & The Uptown Sound / Beat Of Our Own Drum / VampiSoul VAMPI CD 120 (Sonic Rendezvous) Deze keer geen vintage uit vervlogen tijden bij VampiSoul maar gloednieuw materiaal. Gloednieuw maar wel met een vette 3 knipoog naar het verleden. Deze groep uit Chicago past perfect in de huidige soulrevival. Met dat verschil dat dit kwartet er heel wat steviger tegenaan gaat. Ze leerden duidelijk de ganse catalogus van Stax en Motown uit het hoofd en hebben zonder twijfel ook materiaal van The Clash in hun platenkast staan (’75 Years Of Art Sex’!). En natuurlijk zijn ze fan van Sam & Dave en Booker T. en durven ze al eens wat psychedelica aan het geheel toevoegen. Alleen al de manier waarop ze in de openingstrack de beat van You Can’t Hurry Love koppelen aan het ritme van Golden Earring’s Radar Love! Live moet dit een sensatie zijn. Absoluut te ontdekken. (GTB) Clarence Bucaro / New Orleans / Hyena HYN 9377 (Bertus) Het lijkt erop dat Clarence Bucaro niet meteen makkelijk in de omgang is, of snel tevreden. Alleszins is het zo, dat deze uit Ohio afkomstige jongeman een hele reis aflegde, voor hij zo’n beetje met zichzelf overeen kon komen. Een verblijf in New Orleans leidde tot de opnames van deze plaat, eigenlijk al vijf jaar geleden. In nauwelijks zes uur tijd werden de tien nummers ingeblikt, maar toen de plaat moest uitkomen, hield rusteloze ziel Bucaro ze tegen en was hij alweer naar New York vertrokken. Nu pas, vijf jaar na opname, is Clarence er klaar voor om zijn zielenroerselen te delen met de luisteraar. Ik kan best begrijpen waarom: dit is namelijk een goudeerlijke plaat van iemand die emotioneel serieuze dingen meemaakt. Eigenlijk hoeven we dus niet te klagen: als Bucaro de plaat nu wel uitbrengt, betekent dat dat hij klaar is om ermee te gaan toeren en dat lijkt me best wel interessant. Natuurlijk: op zo’n tournee zal hij allicht niet begeleid worden door Anders Osborne (producer) of Kirk Joseph, maar toch: als u de kans krijgt, moet u maar eens gaan kijken. Lukt dat niet, gaat u dan vooral eens luisteren naar deze vierde plaat van een zeer fijne songschrijver: dit omvat soul, gospel en rock, maar vooral: het toont de kunde als zanger en als songschrijver, van een heel getalenteerde jongeman. Kijk, we worden tegenwoordig overspoeld door nieuwe soulsensaties, maar niet één keer hoorde ik iets van Clarence Bucaro en dat is een regelrechte schande, want songs als Let Me Go Of You, Matters Of The Heart of The Other End verdienen een plaatsje in de playlist van elke zichzelf en de luisteraar respecterende radiozender. (DH) Bob Cheevers / Tall Texas Tales / Inbred 005 (www.bobcheevers.com) Het eerste dat opvalt bij de nieuwe, erg fraai uitgegeven cd van Bob Cheevers, is hoezeer de man op Willie Nelson begint te gelijken. Qua stem was dat altijd al zo, maar nu begint Bob ook fysiek op Willie te gelijken. Wat de muziek betreft, kunnen we kort zijn: al twee decennia lang lopen wij de lof te zingen van de songschrijver Cheevers, maar niet één radiomaker die luistert. We blijven het proberen, want deze nieuwe plaat is er eentje om te koesteren en dat heeft zo zijn redenen: de productie was in handen van de in deze kolommen erg geliefde Marvin Dykhuis en de hele Austin scène tekent present in de band: Dykhuis op allerlei gitaren, Bob Pearce op zowat alle andere snaarinstrumenten, Chip Dolan op toetsen en Rich White op drums. Bijkomende hulp kwam er van George Ensle (die samen met Bob Is It Ever Gonna Rain schreef) en Charlie Irvin. Met zo’n gezelschap kan je natuurlijk de studio in duiken en er zeven dagen later weer uit komen, met een fraaie plaat in handen, waar het live gevoel volop in aanwezig is. Cheevers zelf noemt dat een record en dat zal dus wel kloppen, maar het blijft een feit: als je geen goeie songs hebt, kun je daar onmogelijk een goeie plaat mee maken. Bob Cheevers heeft die dus wel: net als op al zijn platen vermeldt hij in de kleine lettertjes ‘I don’t know if these stories are true, but they happened to me’. Daar draait het om bij songschrijven: de dingen zodanig doorleefd laten klinken dat het lijkt alsof je het verhaal erachter niet verzonnen kunt hebben. In dat vak is Bob Cheevers een meester. Nu hij ook nog eens door een band van groot kaliber omringd wordt, heeft hij eindelijk een echt volwaardige opvolger gemaakt voor Gettysburg To Graceland en dat is voorwaar geen kleine prestatie. Komaan, lezer, doe het deze keer: ontdek een straffe meneer! (DH) Sean Costello / Sean's Blues – A Memorial Retrospective / Landslide LDCD-1038 (Sonic Rendezvous) Het overlijden van bluesgitarist en -zanger Sean Costello, ik herinner het me nog als was het de dag van gisteren. Hij kwam plots te overlijden in Atlanta, Georgia op 15 april 2008, een dag eerder dan zijn 29ste verjaardag. Daar was ik toch even niet goed van, net zoals half de blueswereld. Hij was een zeer aangename persoon waarmee je het honderduit over muziek kon hebben en dat hoefde daarom niet specifiek over blues te gaan. In 2002 kwam hij voor het eerst naar Europa en dat jaar had ik het geluk van hem aan het werk te zien op het Beersel Blues Rock festival. Een concert dat me nog lang zal bijblijven. Net zoals de kennismaking met hem en zijn familie na dat memorabele optreden. We spraken af dat we bij een volgende tournee ons gesprek zouden verder zetten. Door omstandigheden is dat er helaas nooit van gekomen. Hij debuteerde op zijn zestiende met de cd Call The Cops die we in avant-première te horen kregen bij Honky Tonk Frank. We waren direct verkocht. Deze uitstekende compilatie en hommage begint met enkele tracks uit die eerste plaat en meteen weten we weer waarom we toen al zo van zijn muziek hielden. Lekkere vettige jumpblues en boogie. Die gaat het maken. Daar waren Frank en ik heilig van overtuigd. Inderdaad, hij zou vijf uitstekende bluescd's op de mensheid loslaten maar spijtig genoeg zou het daarbij blijven. Van zijn drie Landslide cd's vinden we hier enkele tracks terug aangevuld met onuitgegeven materiaal en drie live tracks van een Amerikaanse tournee in 2000-2001. Zomaar eventjes 20 tracks in een tijdsduur van 75 minuten. Waar voor uw geld. Zeker als je nog niks van hem in huis hebt. En dan hoor je meteen ook zijn schitterend gitaarspel op de '53 Gibson Les Paul waarin heel wat invloeden van Otis Rush en Freddie King hoorbaar zijn. Wie zich deze cd aanschaft, zeker doen zou ik zo zeggen, geeft een deel van zijn centen aan The Sean Costello Memorial Fund for Bipolar Research. Meer info daarover en over zijn onverwachte overlijden op www.seancostellofund.org. (BV) Dr. Kloot Per W / Sloppel Terveure / Eigen Beheer Het enfant terrible van de Belgische rock slaat weer toe. Na zijn vermommingen als Cassetteman, hardrocker en diverse andere figuren is hij er nu als Dialectman. Kloot is om geen stunt verlegen en aangezien dialect in is, komt hij nu op de proppen in zijn eigen lokaal taaltje, het Ravensteins, een mengeling van het Hoeilaarts en het Brussels Tervurens. Waarom niet natuurlijk? Hij grijpt gretig terug naar zijn eigen rockverleden gekruid met wat reggae en funpop, voegt er een walsje en ook zelfs wat voodoo aan toe en rondt het geheel af met wat punk en een onverbloemde ode aan The Kinks via de vertaling van hun Sunny Afternoon. Met de medewerking van o.a. Jan Hautekiet, William Souffreau en vooral het gemeentebestuur van Tervuren. Respect voor wat hij in het verleden gepresteerd heeft maar met dit materiaal zal hij niet veel nieuwe zieltjes veroveren. Of het moest natuurlijk zijn 4 dat een of ander nummer uit deze cd plots als gimmick aanslaat. Wij houden het bij de titel na de beluistering. Ondertussen lijkt het dialect van Tervuren in de lift te zitten want er verscheen ook al een stripverhaal. (GTB) Jozef Dumoulin & Lidlboj / Trees Are Always Right / Bee Jazz (AMG) Helemaal in het verlengde van de nieuwe dubbel-cd 7 Eyes van Octurn is er de eerste cd van Jozef Dumoulin zijn eigen project Lidlboj. In deze groep zitten naast Jozef (toetsen, gitaar, programming) ook nog Bo Van Der Werf (baritonsax), Eric Thielemans (drums) en zangeres Lynn Cassiers. Elkeen gaat op zijn beurt dan nog eens extra om met speciale effecten. Jozef leverde bijna alle composities, een paar ontstonden in groepsverband. Net als bij Octurn is het een voortdurend aftasten van grenzen en mogelijkheden. De meer abstracte kant van Octurn wordt perfect in evenwicht gehouden door de meer fysieke benadering van Erik (Eihwaz Part#1!) en de zang van Lynn. Het eindresultaat: spannende kortverhalen voor volwassenen met een Tim Burtoncachet en af en toe opgepimpt met subtiele sciencefiction. De sporadische beats en de kinderstemmetjes zorgen voor sprookjesachtige accenten. Een heel filmische luistertrip. Sowieso verplichte kost voor luisteraars van Duyster en Laika. (GTB) Bob Dylan / Christmas In The Heart / Columbia 88697 59614 2 (Sony Music) Jawel folks, ome Bawb heeft zich dan ook eens gewaagd aan een kerstplaat. ’t Is dat ik een fan ben van de man, anders was deze cd hoogstwaarschijnlijk niet in m’n postbus beland. Kerstmis is wat mij betreft synoniem aan meligheid, en dan toch zeker wat de bijhorende muziek betreft. Er zijn er weinig die aan die meligheid kunnen ontsnappen en ook Bob Dylan niet. Hij heeft een paar kleppers van muzikanten in z’n groep zoals David Hidalgo (gitaar, accordeon, mandoline, viool), Donnie Herron (steel gitaar, mandoline, viool, trompet) en de oude rot Phil Upchurch (gitaar), maar die kunnen met hun prima muzikale backing niet verhinderen dat heel wat songs baden in de mottenballenval waarin zovele voor Bob ook in struikelden. Blijkbaar is het gebruik van een oubollig koor een verplicht parcours voor wie een kerstplaat wil opnemen en daar gaan mijn haren al vlug rechtop van staan. Vijftien songs serveert Bob ons, waaronder klassiekers zoals Here Comes Santa Claus, Winter Wonderland, I’ll Be Home For Christmas, Little Drummer Boy (kippenvel… van ergernis) en nog een paar andere die vergaan in een muf geurtje, typisch voor de tijd van het jaar. Zelfs songs zoals Hark The Herald Angels Sing en O’ Come All Ye Faithful, die in wezen baden in de geest van de jaren ’70 Tom Waits, worden versmacht door dat koor, idem dito voor het Hawaiiaans getinte Christmas Island. Wat overblijft zijn het bluesy – uiteraard – The Christmas Blues, The Christmas Song en Silver Bells, songs waarbij Dylan het houdt bij z’n geraspte stembanden en z’n schitterende band. De uitschieter van de cd is zonder twijfel Must Be Santa, pure lol in TexMex stijl, waarschijnlijk geïnspireerd door de aanwezigheid van Hidalgo, én z’n accordeonnetje. Jammer maar helaas, dit is een cd die nu in de rekken vliegt en er maar zal uitkomen wanneer het nodig is… gelukkig is het dan ook maar één keer per jaar Kerstmis. (MN) Preston Grey / First And Vine / FTG 469.241.1808. (www.ftgrecords.net) Preston Grey is een trio uit Dallas, TX. De groep bestaat zeven jaar. Veel informatie vind je niet, maar belang heeft het niet, want First And Vine (hun tweede na Sideways uit 2003) heeft weinig uitleg nodig, behalve dan de titel die een ingebeelde intersectie op de snelweg aanduidt en verwijst naar feiten in de teksten vermeld. Het trio bestaat uit David McGarry (zang, gitaar, songs), Gary Rivers (bas) en JD Sanders (drums) en houdt het qua klank simpel en helder, al komen hier en daar wat violen, een steel, een orgel, vocale harmonieën het klassiek rockschema doorboren. Preston Grey brengt zijn intelligent geschreven maar direct overkomende, aanstekelijke songs met vuur en passie. De melodie haalt het op de power en er straalt een aandoenlijk optimisme uit van deze First And Vine, die toch veeleer rock dan pop blijft. Veel variatie in alle geledingen van de veertien songs met een paar fraaie rustpunten. Al bij al dus de kwaliteiten die je toeschrijft aan de betere americana van Wilco, The Script, Vetiver, Dave Matthews Band. Songs uitlichten heeft weinig zin, want er is voor elk wat wils. Wij houden wel van de meer epische Blank Face en Christmas, maar morgen krijgt u van ons misschien een ander antwoord. Goedgekeurd! (AL) Roger Holzheimer / Rough Hewn Heart / Eigen Beheer (www.rogerholzheimer.com) In tegenstelling tot wat je zou vermoeden bij het lezen van deze naam is Roger een Amerikaan, die na wat omzwervingen in Denver, Colorado woont. Hoewel de man rond de vijftig is hebben we hier toch met een debuut te maken. Roger schreef alle songs zelf en brengt deze solo met akoestische gitaar. Om een plaat lang te kunnen boeien op die manier moet je van goeden huize zijn. Ik kan zo enkele Dylan platen opnoemen, Nebraska van Bruce Springsteen, dingen van Cat Stevens of Nick Drake. In deze categorie hoort deze artiest zeker niet thuis. Hij trapt veelbelovend af met het aan Graham Parker herinnerende Younger. Maar het volgende nummer is meer van hetzelfde. En het daaropvolgende weer maar wat trager. En zo gaat het verder en valt op dat de man een zwakke stem heeft en zijn songs teveel op elkaar lijken. Daardoor boeit deze plaat slechts enkele minuten. Nu waren de eerste platen van John Hiatt (heeft er ook wat van) ook geen hoogvliegers, maar hij was nog jong en had nog een lange toekomst. Of deze Roger Holzheimer dat ook heeft, durf ik zeer te betwijfelen. (LD) ! ! ! M A Z Z M US I K A S H A TS OF F: A L L H I TS , NO M IS S ES ! ! ! Kris Kristofferson Closer To The Bone / New West NW 6171 (Sonic Rendezvous) In 2006 verraste Kris iedereen met zijn album This Old Road, een (bijna) solo product, geproduceerd door Don Was, dezelfde die ook verantwoordelijk was voor de schitterende laatste cd’s van Johnny Cash. Het concert in de AB dat Kris daar gaf tijdens de promotietournee, staat alle MM medewerkers die daar aanwezig waren nog scherp in het geheugen, het was ongetwijfeld het concert van het jaar. Zoals Kris zelf aangeeft, hij is geen topzanger noch een briljant gitarist, maar met zijn uitstraling en présence en met zoveel prachtige songs in zijn bagage, behoort hij tot de absolute top. Deze opvolger verrast in eerste instantie natuurlijk minder, het concept is hetzelfde als bij This Old Road, solo met gitaar en mondharmonica en hier en daar begeleid door Stephen Bruton (gtr, mandoline), Don Was 5 (bs), Jim Keltner (drs) en Rami Jaffe (pno, acc). Weer veel persoonlijke nummers, over zijn familie of over collega’s. Maar toch grijpt deze cd je weer onmiddellijk bij de strot, hij weet zijn boodschap zo naturel en overtuigend neer te zetten. En zijn stem heeft aan kracht gewonnen, hetgeen ongetwijfeld is te danken aan de lange reeks solo optredens die hij achter de rug heeft. Tot de sterkere nummers behoort Sister Sinead, opgedragen aan Sinead O’Connor, heel ontroerend met de onvergetelijke strofe ‘And maybe she’s crazy and maybe she ain’t. But so was Picasso and so were the saints’. Een ander juweeltje is Love Don’t Come Here Anymore, dat handelt over een uitgedoofde relatie. Good Morning John is een liefdesverklaring aan zijn vriend Johnny Cash, het doet je de tranen in de ogen springen. Het album is opgedragen aan een andere vriend, Stephen Bruton, die kort na deze opnamen overleed aan keelkanker. Alweer een meesterwerkje, minstens zo goed als zijn voorganger, zo niet beter. Kris is alweer 73, maar als een goede malt, he’s getting better and mellower over the years! (JvL) ! ! ! M A Z Z M US I K A S H A TS OF F: A L L H I TS , NO M IS S ES ! ! ! Corb Lund / Losin' Lately Gambler / New West NW6177 (Sonic Rendezvous) Losin' Lately Gambler is de zesde cd van de in Alberta, Canada, geboren singer-songwriter en countryrocker Corb Lund. Dankzij het Amerikaanse New West label zal deze cd makkelijk wereldwijd verkrijgbaar zijn. En dat is maar goed ook want in zijn genre zullen we eind dit jaar niet veel beters te horen krijgen. Losin' Lately Gambler is namelijk een heerlijke verzameling pure country & western, countryrock, countrybilly, folk, storytelling, cowboysongs en songwriting. De onderwerpen en personages die op deze cd aan bod komen zijn voornamelijk afkomstig uit Corbs eigen leven en uit verhalen die hij oppikte in zijn omgeving en uit Canadese kranten. Zijn grootvaders en overgrootvaders waren ranchers, cowboys, gokkers, mijnwerkers, rodeorijders... Vader Lund is dierenarts. Al deze familieleden waren dan ook nog eens geboren verhalenvertellers en dan weet je waar Abraham de mosterd vandaan gehaald heeft. Corb zet op passende wijze de familietraditie verder. Een pak van zijn voorouders en zijn vader hebben ongetwijfeld als voorbeeld gediend voor de diverse personages in zijn songs. Ook muzikaal zit alles snor. Daarvoor is zijn begeleidingsgroep en liveband The Hurtin' Albertans verantwoordelijk. Die bestaat uit bassist Kurt Ciesla, drummer Brady Valgardson en gitarist, dobro en banjospeler Grant Siemens. Nashville drummer, zanger en songschrijver Harry Stinson, die zowat met elke grote country- en rockster in de studio zat of op een podium stond, is verantwoordelijk voor de uitstekende productie en neemt de backing vocals en occasioneel de akoestische gitaar voor zijn rekening. Liefhebbers van de betere country, countryrock en storytelling hebben een vette kluif aan songs van het kaliber Steer Rider's Blues, een mix van country en rockabilly, de countryfolk van Alberta Says Hello, de talking blues Talkin' Veterinarian Blues (muzikaal in het straatje van Dan Berns Talkin' Al Kida Blues en Wildwood Weed van Jim Stafford), de country swinger, opgedragen aan Willie P. Bennett, It's Hard To Keep A White Shirt Clean, de rocker The Only Long Rider I Know, de up-tempo countrysong Chinook Wind en het pakkende, van harmonium en trompetten voorziene This Is My Prairie (te catalogiseren naast This Is My Country van Joel Rafael). Als uitsmijter krijgen we nog de combinatie Rye Whiskey/Time To Switch To Whiskey, live opgenomen op een festival in Australië, cadeau. Duizenden Aussies gaan uit hun dak. Dat gevoel heb ik ook na het beluisteren van deze countryklassieker in wording. (BV) Quintus McCormick Blues Band / Hey Jodie / Delmark DE 801 (Central Distribution) Ik moet het toegeven: de debuutplaat onder eigen naam van de kerel die we al kenden als begeleider van mensen als Otis Clay en James Cotton, begon slecht voor mij. Als er al iets is waaraan ik in de jaren van muziekschrijverij een bloedhekel ontwikkeld heb, dan wel aan vioolpartijen die uit een synthesizer komen. En laat dat nou net het geval zijn op de openende titeltrack van deze plaat en u kunt zich meteen voorstellen welke duik de barometer van mijn enthousiasme nam. Dat ging echter even snel weer over: op het moment dat Quintus McCormick z’n zangstem deponeert, kun je niet anders meer dan luisteren en blijven luisteren. Dit is immers pure magie, die onmiddellijk aan de grote Sam Cooke doet denken. Vanaf het punt dat je over die eerste vocale indruk heen bent en je een beetje van je verbouwereerdheid bekomen bent, opent zich een hele fijne plaat, die deels blues bevat, deels soul, deels rhythm & blues en veelal een meer dan geslaagde mix van de drie. Clintus schreef alle 15 nummers zelf, met uitzondering van afsluiter Let The Good Times Roll, die oerklassieker die live altijd hoge ogen gooit, maar hier een beetje overbodig staat te wezen. Immers, het eigen werk van Quintus is meer dan overtuigend genoeg: over zijn vocalen had ik het al, maar zijn veelzijdige gitaarspel verdient evenzeer de aandacht, net als de indrukwekkende harmonica-uithalen van Ted Reynolds. Resultaat is zeker en vast een van de beste bluesplaten van dit jaar, al moet het gezegd dat in een armtierige periode als deze, met die titel nauwelijks eer te rapen valt. Om het positief te stellen: een plaat als Hey Jodie is bij macht de meest ontgoochelde bluesfan opnieuw met het genre te verzoenen! (DH) James McMurtry / Live In Europe / Blue Rose BLU DP0498 (Sonic Rendezvous) Ik ga vooral geen open deuren intrappen en schrijven dat ik een boon heb voor James McMurtry. Dat hoort namelijk tot de gekende leerstof en de redenen zijn evengoed breed bekend: de man combineert een volstrekt eigen frasering en dictie, met een gevoel voor rock ‘n’ roll, zowel in teksten als in muziek, die maar zeer zelden door anderen geëtaleerd of bereikt worden. Voilà, tot zover onze apologie. U mag, met andere woorden, niet al te veel van mij verwachten als u erop uit zou zijn om eindelijk eens wat negatiefs te lezen over deze nieuwe live plaat van McMurtry. Mocht u menen dat ik zou vallen over het feit dat de grote Ian McLagan de toetsen beroert in de band, dan moet ik u alweer ontgoochelen. Ook bij de vaststelling dat de tandem Darren 6 Hess/Ronnie Johnson de dienst uitmaakt als ritmesectie, hoort u deze jongen niet mopperen. De 8 songs op de cd werden opgenomen in Duitsland en in de Amsterdamse Paradiso en het enige negatieve van deze plaat is dan ook, dat ik het verdomd jammer vind dat ik omwille van redenen die er nu niet meer toe doen, niet de kans heb gehad een van de concerten van de tournee mee te maken, want dit is zonder meer een set straffe songs van een compleet unieke kerel. Op het bijhorende dvd’tje krijg je nog eens drie kwartier beeld toegeleverd en daar bevindt zich het minmoment van deze uitgave. Wanneer McMurtry op een bepaald punt in de set John Dee Graham op het podium roept (blijkbaar had die het voorprogramma verzorgd), vindt die het nodig te sneren naar een lokale journalist die had durven zeggen dat hij niet meteen onder de indruk was van Grahams concert. Dat een artiest misbruik maakt van zijn plaats op het podium, om te tonen hoe slecht hij om kan gaan met (al dan niet terechte) kritiek, dat is erg klein en het zou mij dus allerminst gestoord hebben, mocht Laredo zijn weggehaald uit de eindmix van deze voor het overige voortreffelijke cd+dvd. (DH) Vince Melamed / What Matters Most / Adroit 0902 (www.adroitrecords.com) Geen huishoudnaam, deze Vince Melamed. Bij wie de kleine lettertjes leest op platenhoezen en in cd liner notes, kan de naam een belletje doen rinkelen. Geboren in NY, op jonge leeftijd naar LA verhuisd en nu wonend in Nashville, TN, speelde Vince keyboards in heel wat bands. Hij speelde op Bob Dylan platen, toerde en/of nam op met o.a. Jimmy Buffett, Dan Fogelberg, J.D. Souther, David Bowie, Rita Coolidge, Rosanne Cash, Bobby Womack, Rodney Crowell en de Eagles. Vandaar dat hij wel vaker te vinden was in de buurt was van Don Henley, Glenn Frey en Bernie Leadon. Ook als songschrijver verdiende hij zijn sporen, al schreef hij zijn songs zowat altijd samen met anderen: Trisha Yearwood had een grote hit met Walkaway Joe, Ty Herndon scoorde met What Mattered Most, Boy Howdy met She’d Give Anything en Phil Vassar met I’ll Take That As A Yes. In navolging van zoveel songsmeden, van Randy Newman tot Stephen Allen Davis, besliste hij dit jaar tien van zijn bekendste songs zelf op te nemen. Dat werd dan What Matters Most (let op de tegenwoordige tijd!). Naast de genoemde hits vind je ook versies van Four O’Clock Train en Damn Your Love, met zijn ingehouden woede een hoogtepunt. Misschien is dit niet meteen een nieuwe Creates Something New Under The Sun of The Light Pink Album, maar Melamed is geen beginneling en weet precies hoe hij zijn schatjes moet inblikken. (AL) Neeka / Robin / Munich MRCD 311 (Munich) Voor de opnames van haar nieuwe cd Robin trok de Vlaamse Ilse Goovaerts aka Neeka naar Richmond, Virginia, waar ze drie songs opnam met producer John Morand. Die kennen we nog van zijn productiewerk voor o.a. Mint, Hanson, Gwar, Sparklehorse, Camper Van Beethoven, Jason Molina, David Lowery... De overige zeven liedjes werden met Belgische muzikanten ingeblikt in een studio in Heusden-Zolder. De uiteindelijke mixing van de plaat gebeurde in Richmond. Net zoals op haar drie vorige cd's is Neeka erin geslaagd van zeer radiovriendelijke en goed in het gehoor liggende liedjes te componeren. De muziek laveert tussen pop, jazz en folk. Het kan toeval zijn maar de drie met John Morand opgenomen songs bevallen me het best. Zo is er Orphan Boy met zijn mooie harmony vocals en het duo Robin en Child In The Wild, waarbij ik aan de eerste, meer toegankelijke songs van Kate Bush moet denken. Qua stemtimbre zit ze op dezelfde golflengte. Bij de Belgische muzikanten komen we enkele jongens tegen waarmee we haar ooit op Marktrock in Leuven aan het werk zagen. David Vertongen, Luk de Graeff, Patrick Steenaerts en Andries Boone zijn dan ook niet van de minsten. Ze zorgen ervoor dat liedjes zoals de folky popsong French Girl, Carsong, de eerste single uit de cd die overvloedig op de nationale radiozenders te horen is, het luchtige en vlotte Crazy en het fraaie, walsende As Good, mooi ingekleurd worden. Neeka staat met haar vier minuten popsongs (10 songs, 40 minuten muziek) aan de top in de Belgische muziekscène. Te klasseren naast grootheden van het kaliber Joni Mitchell, Shawn Colvin en Kate Bush. (BV) ! ! ! M A Z Z M US I K A S H A TS OF F: A L L H I TS , NO M IS S ES ! ! ! Tom Ovans / Get On Board / Floating World FW 036 (Bertus) Deze uit Austin/Texas afkomstige songwriter behoort al jaren tot het kransje lieverdjes waarvan we telkens weer en zonder verpinken hun nieuwste album aanschaffen omdat ze nog nooit een scheve muzikale schaats hebben gereden en met zijn twaalfde album Get On Board is het net zo! Vanaf opener en titeltrack Get On Board, rockend en hitgevoelig, geraken we weer direct in de ban van ’s mans songschrijvertalent en wat volgt is soms pure magie waarbij rockers en ballads zich mooi over de plaat verspreiden en bij wijlen een weergaloze indruk nalaten. In een klassieke bezetting (bas, drums, gitaar en vocals) wordt een stukje muziekgeschiedenis geschreven en bewijst Ovans nogmaals hoe dicht hij in de buurt van die andere grote, Dylan met name, in de buurt komt. Tom zijn ballads, die bijna telkens met een heerlijke harmonica intro beginnen, houden het midden tussen Knockin’ On Heavens Door, Helpless (CSN&Y) en I Don’t Wanna Talk About It (ooit geschreven door de veel te vroeg gestorven Crazy Horser Danny Whitten) om uiteindelijk uit te deinen in het bijna acht minuten durende meesterlijke epos Too Late Now. Al wat zich tussen begin- en eindnoot situeert, is puur genieten en komt dikwijls in de buurt van grootmeester Bob. Toms schuurpapieren stem schuurt daarbij iets ruwer in de rockers, maar de parels blijven toch de ballads met als hoogtepunten Rainbows, het door piano ondersteunde Every Single One en het van blazers voorziene en zeer soulvolle Night Train. Een pluim ook voor Lou Ann Bardish (die ik er van verdenk nog steeds Toms echtgenote te zijn) die de productie verzorgde en af en toe een streepje komt meezingen. Plaatjes zoals deze zijn plaatjes die we graag horen, en dan beklaag ik mij soms van geen platenruiter (DJ) meer te zijn, want Get On Board staat vol met ‘tegelschuifelaars’ en zou voor mij kunnen doorgaan als de perfecte Dylan plaat. Deze cd zou voor Ovans de grote doorbraak moeten inluiden; maak kennis en wees verkocht, ik kan dit jullie garanderen en meer dan aanraden! (BD) Grant Peeples / Pawnshop / Gatorbone (www.grantpeeples.com) 7 Deze kerel verkocht ooit hebben en houden in Amerika om een beter leven te beginnen op een Caribisch eiland tegen de kust van Nicaragua. Na tien jaar hield hij het daar ook weer voor gezien, verkocht er zijn hotelletje en keerde terug naar zijn geboorteplek Florida. Deze cd is zijn tweede na It’s Later Than You Think, die op enkele plekken zelfs als debuutalbum van het jaar werd beschouwd. Deze opvolger klinkt zonder twijfel ook heel aangenaam. Bij momenten zet hij heel erg Willie Nelson neer. Soms zit er wat meer blues in. John Prine en Johnny Cash zijn ook nooit veraf, wat wil een mens meer. Zelfs Dylan zit hier en daar achter een song verborgen. En dat blijkt voor mezelf vaak zelfs een vereiste om van een echt waardevolle song te spreken. Meestal hoor je gewoon de eenvoudige, maar betere liedjesschrijver. Veel afwisseling dus met zelfs wat Texas Swing erop zoals in Real Country. Hoefde voor mij niet echt. Ik vind hem het sterkst als singer-songwriter die zijn verhaal vertelt op een rustige debiterende manier. Zoals op het Tom Waits-achtige Pawnshop, het titelnummer. Gewoon piano en stem, meer hoeft dat zeker niet te zijn. Zijn stem is wel van het stevig schuurpapieren type en daar moet je natuurlijk voor zijn. Voor mij mag dat liever iets minder. Maar hij zal het er wellicht niet bewust om doen. Trouwens, op de meer rustigere singer-songwriternummers valt het nog allemaal best mee met die stem. Verder mooie meerstemmige (vaak vrouwelijke) vocalen, soms een Hammond of banjo op de achtergrond…op alle details is gelet bij het in elkaar knutselen van dit creatief werkje en dit komt het geheel erg ten goede. Te beluisteren! (LL) Ben Reel / Time To get Real / Eigen Beheer BRBCDA-007 (www.benreel.com) Ben Reel is een Ierse singer-songwriter die met een prima band uitstekende rock maakt. Het eerste nummer, Rainy Night, begint met een akoestische gitaar en een mondharmonica, waarna al snel een rockgitaar invalt, samen met bas en drums en smeuïg orgel. Laid-back rock met wat blues erdoor geroerd, en dankzij de fraaie tweede stem ook wat pop. Reel schrijft mooie liedjes, en hij is, zoals je dat van een Ier die op het podium gaat staan kunt verwachten, ook een uitstekend zanger. Toch mis ik urgentie in deze muziek. Het is eigenlijk allemaal net een tikkeltje té ontspannen. En ik weet het, dat vind ik bij iemand als JJ Cale nu juist onweerstaanbaar, maar hier word ik toch net een beetje te weinig de liedjes ingetrokken, hoewel ik merkte dat ik na een aantal draaibeurten toch sympathie kon opbrengen voor de onnadrukkelijke presentatie van Reel en zijn band. Een groeiplaatje dus, maar wel een groeiplaatje uit de zijcoulissen, met potentieel voor de toekomst. De top van de tweede klasse, zou je kunnen zeggen. Aan het eind van de cd volgt nog een verborgen track, waarin ze vooral laten horen dat ze live een nummer prima kunnen uitbouwen. (HM) Shirley Smith / In Hymn I Trust / The Sirens SR-5017 (www.thesirensrecords.com) Dit is de debuut-cd van pianiste/zangeres Shirley Smith; zoals de titel al aangeeft betreft het hier gospelmuziek. In een ‘zwarte’ kerkdienst is de opzwepende zang een heel bijzondere ervaring, maar bij het beluisteren van een gospelplaat word ik al gauw een beetje wee van al dat Jezus gedoe. De instrumentale nummers bevallen me dan ook het meest op deze cd. Shirley is een meer dan behoorlijk pianiste, ze bewandelt hier ook niet alle platgetreden gospelpaden maar komt af en toe heel jazzy over, zoals in I Know It Was The Blood, hetgeen mede te danken is aan de begeleiding van jazzbassist Yosef Ben Israel. Dat Shirley ook vocaal behoorlijk uit de voeten kan, laat ze horen in Great Is Thy Faithfulness, ze doet hier denken aan Roberta Flack. (JvL) ! ! ! M A Z Z M US I K A S H A TS OF F: A L L H I TS , NO M IS S ES ! ! ! Chris Smither / Time Stands Still / Signature Sounds SIG 2024 (Munich) Iets zinnigs vertellen over Chris Smither, zonder in oeverloze herhaling te vervallen, is niet makkelijk. Dat heeft er natuurlijk alles mee te maken dat deze meestergitarist en storyteller veel heeft van een superieure wijn: met de jaren wordt die beter, gewoon door zichzelf te zijn. Plaat nummer veertien is dit al en alweer een regelrecht schot in de roos. Als gitarist kent Smither zijn gelijke niet en verenigt hij moeiteloos het beste van Knopfler en Cale. Als liedjesschrijver, heeft hij in de voorbije decennia geleerd de essentie van de bezongen thema’s overeind te houden en geen lastig onderwerp uit de weg te gaan. Dat het iets ouder worden ook zorgde voor een kleine verschuiving van het hemelbestormende bluesspelen naar de wat meer teruggetrokken en introspectieve kant van het leven, waar vijftigers zo vertrouwd mee zijn, is, wat mij betreft, ook mooi meegenomen. Smither is bij uitstek een vertolker die zichzelf, ondanks zijn onbeperkte technische kunnen, volledig ten dienste zet van de song en dat levert schoonheid op, vrienden. Heel veel intense, prachtige, mijmerende schoonheid. De keuze van de titelsong lijkt me dan ook niet toevallig gemaakt te zijn, evenmin als ik het als toevallig kan beschouwen dat uitgerekend Dylans It Takes A Lot To Laugh, It Takes A Train To Cry als één van de twee covers fungeert. Of het moest zijn, dat u het kleine Jimmy Reedcitaatje in Surprise Surprise ook als cover beschouwt… Kunt u onbewogen luisteren naar een nummer als I Don’t Know? Ik mag hopen van niet, want als dat zo is, bent u niet vatbaar voor schoonheid en dat zou u toch zelf niet willen meemaken, mag ik hopen? Voor de volledigheid nog dit: het afsluitende Madame Geneva’s is afkomstig van Mark Knopflers Kill To Get Crimson van een jaar of twee geleden. Ik onderschat de doorsnee lezer van dit magazine allerminst, maar voor alle duidelijkheid zeg ik het nog even formeel: Chris Smither heeft een prachtige nieuwe plaat gemaakt! Daar kunt u maar beter rekening mee houden, als u nog eens bij uw platenboer langs gaat! (DH) Speed Caravan / Kalashnik Love / Real World CDRW167 (Xangó Music Distribution) U kon het hier al vaker lezen: we hebben de voorbije jaren een serieuze dosis voorbehoud aangekweekt tegen een pak wereldmuziek, omdat al te vaak ondermaatse producties op ons af gestuurd worden. Natuurlijk, als een label als Real World ergens zijn schouders onder zet, dan ga je wel luisteren, want daar lopen mensen rond die niet alleen denken aan ‘geld verdienen’, als ze met een nieuwe band de studio in trekken. Speed Caravan, dus. Een nog redelijk onbekende band, bestaande uit Fransen, al dan niet met Algerijnse roots, die zich specialiseren in een mix van Oosters klinkende rock, die met dance en trance ritmes overgoten is. De elektrische ud van Mehdi Habbab is het belangrijkste herkenningspunt en ook de meeste nummers zijn van zijn 8 hand, al wordt er ook al eens een nummer gecoverd, zoals Galvanize van The Chemical Brothers. Wij waren er niet bij toen Speed Caravan enkele maanden geleden het Afro Latino festival overhoop speelde, maar we lieten ons vertellen dat het heel erg straf was. Dat verbaast ons niet, nu we een flink aantal keer deze cd beluisterd hebben. Naar mijn bescheiden mening is deze band klaar voor de hele grote podia. Op het lijf geschreven van mensen met oren, die iets verder durven te luisteren dan de clichés: dit is bijzonder knap gedaan, maar tegelijk ook erg verrassend. Je bent dat dus niet gewoon, die ritmes van hier, met de instrumenten van elders. Maar daar komt gauw verandering in, zeker weten. De plaat bevat overigens ook een paar remixes die zeer de moeite waard zijn. Eén minpunt: het Engels van de dame en heren is niet meteen vlekkeloos te noemen, maar ’t is een kniesoor die daarop let. Een track als Dubai zet namelijk moeiteloos elke danstent in vuur en vlam. (DH) Steely Dan / Collected / Universal 532 112-2 (Universal) Het officiële oeuvre van Steely Dan in de seventies is in het cd tijdvak al vaak het onderwerp geweest van grote en kleine compilaties, zowel voor als na remastering, en dit wellicht onder het motto van het eerste levensteken Do It Again. U vindt de volledige lijst op www.steelydan.com/discog.html. Het moet op de koop toe één van de meest overbodige oefeningen zijn in het vak, want dat oeuvre, welgeteld zeven LP’s (plus de soundtrack van de prent FM), zou iedereen in zijn volledigheid in huis kunnen en moeten hebben. Want tussen Can’t Buy A Thrill van oktober 1972 en Gaucho van november 1980, staat – kwestie van smaak – niets dan moois op het vlak van uitmuntend ingespeelde, met jazz gekruide rock. Pas in 2000 zou er het met nieuw werk gevulde Two Against Nature komen, al is er altijd (behalve in wat ze zelf betitelen als ‘the dark ages’, de periode 1988-1992) activiteit geweest, zowel van de ‘groep’ (al moeten we veeleer spreken van ‘project’) als van de kernleden Walter Becker en Donald Fagen individueel. We denken dan aan The Nightfly, dat meesterwerk van Fagen uit 1982, of Live In America (1995), de neerslag van de reünieconcerten van 1994. We hebben het dan wel altijd over wat het duo zelf erkent als ‘Steely Dan’, want er slingert nogal wat rond op cd’s, vooral uit de vormingsdagen van SD. En nu is er deze Collected, 47 tracks op 3 cd’s, die een dubbele verdienste heeft: in de eerste plaats houdt ze de waakvlam brandend, zodat men deze fantastische band niet vergeet. Ze is bovendien exhaustief en representatief, al kan je beslist discussiëren over het opnemen of weglaten van deze of gene track. Zo missen wij persoonlijk het titelnummer van The Royal Scam. Maar Collected beslaat zo al meer dan de helft van al het officiële materiaal van de glorietijd en bevat alle toppers. Toegevoegd werden nog Here At The Western World, een song enkel uitgebracht op de Greatest Hits LP uit 1978, en de demo (naast het originele nummer) van studiotrack Everyone’s Gone To The Movies. Een kernachtige, overzichtelijke bio begeleidt Collected, die als we dat goed hebben, erg goedkoop wordt aangeboden. Anders gezegd, deze verzameling is ideaal voor wie nog niks kent van Steely Dan en nog niets van SD op de plank heeft. Maar de volledige collectie, voor minder moet u eigenlijk niet gaan, is een box uit 1993, Citizen Steely Dan 1972-1980 (met als extra O.S.T. FM uit 1978)! (AL) Various / Putumayo Presents A Family Christmas / Putumayo PUT295 (Pink) Je kunt wat meemaken in dit leven! Het volstaat dat je in een onbewaakt moment op de verkeerde plaats verklapt dat je nogal gepassioneerd bent door kerstplaten en voor de rest van je dagen, krijg je vanaf half september de nieuwe oogst te bespreken. Ik heb het in het verleden al wel eens geschreven: het is verdomd moeilijk om je bij een prachtige herfstzon in te leven in het sfeertje dat men doorgaans poogt op te roepen op kerstplaten maar bon, oefening baart kunst en dus leer je dat seizoensknopje om te draaien en voor enige minuten te doen alsof Kerstmis echt voor de deur staat. Nu, met deze nieuwe Putumayo was dat niet echt moeilijk. De mensen van Putumayo hebben intussen een flinke kerstreputatie bijeen gecompileerd (zie: A Jazz And Blues Christmas, New Orleans Christmas en vooral Christmas Around The World) en die maken ze ook nu weer waar. Grote namen bij de vleet, deze keer en verrassingen, die bij Kerst horen: Johnny Bregar opent met een speciaal voor deze plaat opgenomen akoestische versie van Santa Claus Is Coming To Town, terwijl een oude glorie als Leon Redbone mag opdraven met Let It Snow, wat ons betreft, de toppen van de plaat. Al neemt dat niet weg dat ook de overige negen tracks meer dan het beluisteren waard zijn. Deana Carter is er bij, met een fantastische versie van Winter Wonderland, net als Big Bad Voodoo Daddy (Is Zat You, Santa Claus?), Martin Sexton (Holly Jolly Christmas), Brave Combo (Jolly Old St. Nick), Kate Rusby (Here We Come A-Wassailing), Sam Bush (Sleigh Ride), Angela Strehli & Maria Muldaur met hun Christmas Jug Band doen een beetje voorspelbaar Boogie Woogie Santa Claus en New Orleans is vertegenwoordigd door Debbie Davis & Matt Perrine (Mele Kalikimaka) en de geïmporteerde en geadopteerde Zweed Lars Edegran, die samen met Big Al Carson de plaat afsluiten met hun Frosty The Snowman. In tijden waarin ons wordt wijsgemaakt dat we de kerstplaat van Ome Bawb goed moeten vinden ‘omdat hij nu eenmaal altijd de fans op het verkeerde been zet’, is dit een serieuze verademing! Deze plaat laat zich namelijk, zelfs twee maanden voor Kerstmis perfect beluisteren zonder risico op gehoorschade. Als u dit jaar een kerstplaat koopt: niet aarzelen! Ze bestaat en ze is zelfs makkelijk te vinden! (DH) Various / The Rough Guide To Blues And Beyond / World Music Network RGNET1223CD (Central Distribution) Verzamel-cd’s zoals we ze graag hebben: een thema als rode draad en daarnaast een aantal meer dan interessante ontsporingen. Blues is natuurlijk een dankbaar onderwerp voor een dergelijke aanpak. Op deze compilatie wordt de reis nog eens overgedaan: vanuit Afrika naar de Westerse wereld en de terugkeer naar de oorspronkelijke bron. De roots worden onderweg verruimd met o.a. hiphop en funk. Overheersend is de Afrikaanse link. Nergens een vleugje bluesrock te bespeuren. Dit is de blues van de 21e eeuw met Chris Thomas King, Tinariwen, Johnny Farmer, Mamane Barka, Outrageous Cherry (pure Led Zeppelin uit de beginperiode), Etran Finatawa (Tinariwen maakt duidelijk school), North Mississippi All Stars, Robert Plant/Justin Adams, Corey Harris, Son Of Dave, Tangle Eye en Nuru Kane. Met dit gezelschap is het genre ver van doodgebloed. Perfect antigif voor de nieuwste John Mayall. (GTB) Susie Warley / Naked Dreams / Eigen Beheer (www.susiewarley.com) Ze groeien daar in Texas toch echt wel aan de bomen, de singer-songwriters. Iets anders kon ik niet meteen bedenken bij de beluistering van de tweede plaat van deze veelzijdige dame die, naast muziek maken, blijkbaar nog andere bezigheden heeft, 9 zoals: mama zijn, marathons open, poëzie schrijven, een roman uit hebben en twee Hogeschool kunstdiploma’s behalen. Als je dit allemaal al achter de kiezen hebt, dan kun je onmogelijk piepjong zijn en dat is ook te horen op deze tweede plaat. De eerste hebben we nooit gehoord, maar deze nieuwe biedt genoeg fraais om van een ‘blijver’ te kunnen spreken: fraaie stem, fijne, aan pop ontleende melodieën, folky en rootsy arrangementen en songonderwerpen die er toe doen: Het Leen, De Relatie, De Natuur, Geloven of niet, met andere woorden: wie ben ik? En vooral waar sta ik en waarom? Een flinke, introspectieve plaat, waarvoor Susie hulp kreeg van mensen als Buzz Cason, een kerel die de megahit Everlasting Love op zijn conto heeft staan. Geen kleuters dus en dat is de beste samenvatting die ik me voor de geest kan halen: wereldschokkend is dit op geen enkel moment, maar evenmin had ik ooit de neiging om nummers te beginnen skippen. We hebben hier, met andere woorden, te maken met een erg mooie plaat, waar misschien wel enige weerhaakjes aan gemogen hadden. Want dat is ’t enige euvel: het zit allemaal nogal gladjes in elkaar en het is dus weinig waarschijnlijk dat deze – het weze herhaald, erg mooie – muziek ooit potten breekt aan deze kant van de oceaan. (DH) Wofo#2 / Tweedt / Eigen Beheer De groepsnaam, de cd-titel, de hoes, alles lijkt er op te wijzen dat het gaat om volgelingen van Kapitein Winokio. Neen dus. Wofo is een kwintet van vijf doorwinterde (jazz)muzikanten die al vele watertjes doorzwommen en met Tweedt een tweede cd uitbrengt. Meteen heb je al een verklaring voor de schalkse cd-titel. Wofo staat op zijn beurt voor ‘with others for others’. Gewoon gezellig samen musiceren met muzikanten uit verschillende richtingen. Dat doen deze heren ondertussen al vier jaar. Basgitarist Xavier Verhelst levert hier alle composities. Dat was trouwens ook al het geval op de eerste cd The Complete Hamsessions (met de prachtige hoestekening van Geert Clarisse). Hij wordt omringd door Mattias Laga (klarinet, basklarinet), Michel Mast (tenorsaxofoon), Tom De Wulf (drums) en gitarist Walter Verschaeren (die sinds deze maand live vervangen wordt door Alain Berthe). Zelf omschrijven ze hun muziek als ‘postmodern jazz or something’. Terecht. Om het wat duidelijker te omlijnen, durven we daar zelfs namen als Tuur Florizoone, Tribe en Tuxedo Moon aan toevoegen. Wie de releases van Home Records apprecieert, moet hier eveneens naar luisteren. Een warm verhaal van vertellers die hun luisteraars soms gevaarlijk dicht bij de rand van de stoel brengen door verrassende spanningsbogen. Met de sprookjesachtige titeltrack als perfecte afsluiter. Live op 23 november in de Banana Peel (Ruiselede)! Meer info over de groep op www.wofo.be en via www.myspace.com/wofo. (GTB) Alles uit deze e-zine mag geknipt en geplakt, gekopieerd, geheel of gedeeltelijk overgenomen worden na het fiat van de afzender. Vals volk maakt daarentegen veel kans op een voodoovloek met wreed virus! 10