# 121 Formerly RootsTown Music Good Music Makes Ya Live Longer… And Better! [email protected] – website op komst Medewerkers: Luc Daelemans / Bruno Depeyper / Dani Heyvaert / Peter Jacobs / Paul Jonker / Marc Nolis / Fred Schmale / Georges Tonla Briquet / Ben Vanhoegaerden INHOUD Small Talk: (Bill Barrett & Scot Ray / Bluegrass & Roots Festival / Bozar / De Oude Veiling / Dinant Jazz Nights / Duvel Blues / Gent Jazz Festival / Ijazz Amsterdam / Le Caveau Du Max / Mare Wakefield / Muziekcentrum Trix / Rachel Harrington / Stephen Bruton) Caught in the Act: (Blue Highways / Hans Theessink / Sarah Lee Guthrie & Johnny Irion / Antje De Boeck & Rony Verbiest / Bassekou Kouyate & Ngoni Ba / Jackson Browne & Band / Eli ‘Paperboy’ Reed and The True Loves + The Right Ons) Laser op Scherp: (Paul Benoit / The Bollock Brothers / Alison Brown / Dun The Veil / Frog Holler / Melody Gardot / Eilen Jewell / Chris Laterzo & Buffalo Robe / Bob Malone / Mamer / Lisa Marshall / Mastercastle + Joe Stump / Abi Moore / The Mystix / Willie Nile / PG & Frank / MT Robison / Snaarmaarwaar / Robin Trower / U.S. / Ad Vanderveen / Randy Weeks / Zinger) SMALL TALK @ Even uw aandacht voor een bijzonder concert in Crossroads Café, Antwerpen: op donderdag 28 mei (21u.) speelt het duo BILL BARRETT & SCOT RAY voor de ‘hoed’. Barrett is een grootmeester op de chromatische harmonica en Ray is dan weer een goochelaar op banjo, dobro, 6, 12 en 22 string slide gitaar. Het is een concert voor ‘vergevorderde’ muziekliefhebbers want hun mix van Indiase muziek met blues, bluegrass en jazz is gewoonweg niet in een vakje te plaatsen. Voor meer info kunt u terecht op hun websites. (MN) @ Op woensdag 27 en donderdag 28 mei vindt het BLUEGRASS & ROOTS FESTIVAL plaats in Het Oude Raadhuis in Hoofddorp (NL). Op woensdag Naomi Sommers & Phil Rosenthal en Hunter Robertson, en op donderdag White Mountain Bluegrass en Fayssoux McLean Duo. Reserveren op 023/55 63 707. (MN) @ BOZAR vertoeft nog even in de flamencosfeer met optredens van Orquesta Chekara (24-06) en de legendarische Andalusische danseres Christina Hoyos en haar nieuw gezelschap (26-06). Terloops vermelden we ook nog het concert van Ry Cooder op 22-06 in gezelschap van o.a. Nick Lowe. Reservaties & tickets: www.bozar.be. (GTB) @ Op zondag 24 mei is er een namiddagconcert van Mike Stevens & Raymond McClain with JB’s Band in DE OUDE VEILING (Markstraat 19) te Aalsmeer. Meer info op www.deoudeveiling.nl. (MN) @ Binnenkort uitgebreide info over alle jazzfestivals. Voor DINANT JAZZ NIGHTS (16 tot 20juli) kunnen we nu al melden dat Toots Thielemans peter van het festival is en dat er op de affiche alleszins al de namen van Joe Lovano, Richard Galliano en Michel Jonasz prijken. Info: www.dinantjazznights.org. (GTB) @ Even ter herinnering: op zaterdag 30 mei vindt het DUVEL BLUES festival plaats in het Hof van Coolhem in Puurs. Een mooie affiche met Scotch ’n Soda, Tim Lothar, Rob Jungklas, Diunna Greenleaf, Michael Burks én de Fabulous Thunderbirds. Meer info op www.duvelblues.be. (MN) @ Met Lambchop er bij is nu ook de affiche van het GENT JAZZ FESTIVAL compleet. Binnenkort hier een uitgebreide voorbeschouwing. We vestigen nu al uw aandacht op de gratis concerten van Jong Jazztalent Gent want het belooft een meer dan boeiende wedstrijd te worden. Kandidaten zijn o.a. Marcelo Moncada Quartet, Jasper Huysentruyt Trio en Bender Banjax. Aangenaam is dat deze concerten nu eveneens doorgaan op het festivalterrein en nog steeds gratis toegankelijk zijn. Al deze groepen treden ook nog eens op tijdens de Gentse Feesten zelf (18 tot 27 juli). Verdere info alleszins al via www.gentjazz.com. (GTB) 1 @ Jazzliefhebbers met interesse voor wereldmuziek en aanverwante cross-overprojecten kunnen van 5 t.e.m. 7 juni best eens afzakken naar Amsterdam waar dan de tweede editie plaats heeft van IJAZZ AMSTERDAM. Vorig jaar waren er maar liefst 30.000 bezoekers! Ook dit jaar staan er weer heel wat grote namen op de affiche waaronder Erik Truffaz, Oleta Adams, The All Star Jazz Crusaders, Matt Bianco, José James, Cristina Branco, en Gabriel Rios. Het evenement heeft plaats op zes verschillende podia op en rond het NDSM-eiland. Neem eens een kijkje op http://www.ijazz.nl/#/nl/programma/livestreamnormal/. Opmerkelijk is dat het IJAZZ-initiatief gesteund wordt door brouwerij Duvel Moortgat, de bewoners van het NDSM-eiland, de gemeentelijke instanties en havenautoriteiten en het lokale bedrijfsleven. De organisatoren vroegen aan DJ Maestro (Martijn Barkhuis) om het programma samen te stellen!. Info en voorverkoop via www.ijazz.nl. (GTB) @ Voor het laatste concert van het seizoen op 4 juni in LE CAVEAU DU MAX (Victor Hugo / Emile Max Corner, 1030 Brussel) nodigen ze daar violist Alexandre Cavaliere uit samen met Mario Cavaliere, Walter Gonela en Cyrille Dehaes. Info: 02/733.17.88. (GTB) @ Ben Vanhoegaerden was laaiend enthousiast over haar laatste cd, Ironwood (juli 2008): (zie MMS 108) ‘drie kwartier luisterplezier, een lekkere mix van country en folk, rootsy country, old time countryrock en onvervalste bluesy r&b’ en sprak aan het eind van zijn recensie de onsterfelijke woorden uit: ‘Overkomst naar Europa dringend gewenst’. Dat gaat gebeuren, MARE WAKEFIELD is begin juni in Nederland en Duitsland. Het meest bereikbare concert is op donderdag 4 juni 20.00 uur in de bibliotheek van Wierden (bij Almelo, Overijssel). Info: http://bibliotheekwierden.blogspot.com. Kijk ook op www.marewakefield.com voor het totale speelschema. (FS) @ Het is juist op het nippertje, maar belangrijk genoeg! Op dinsdag 19 mei organiseert MUZIEKCENTRUM TRIX (Noordersingel 28, Borgerhout) een luistersessie onder de noemer Black and Blues. Deze luistersessie wordt gepresenteerd door onze vriend Guy Van Looy, blueskenner van het eerste uur, een uiterst gedreven bluesjournalist en jaren geleden nog verantwoordelijk voor prachtige interviews op de zaterdagavonden van het toenmalige Radio 3. Een niet te missen avond voor de prille bluesliefhebbers! De sessie is gratis, maar u moet wel even meteen reserveren op www.trixonline.be. De manier waarop Guy met z’n tomeloze enthousiasme z’n liefde voor de blues etaleert, is een garantie om u de dag daarna eender welke platenwinkel te laten buitenstappen met een zak vol blues en een portefeuille zonder geld. (MN) @ Singer-songwriter RACHEL HARRINGTON en haar muzikale partner Zak Borden komen eind mei weer naar onze Lage Landen voor een toertje. Voor het volledige tourschema kunt u terecht op haar website, www.rachelharrington.net. (MN) @ De Magere sloeg onlangs weer toe: op zaterdag 9 mei overleed gitarist STEPHEN BRUTON na een lange strijd tegen kanker. Hij was 60. Bruton was op vele vlakken tegelijk bezig tijdens z’n carrière: als soloartiest, maar ook als producer (Alejandro Escovedo, Jimmie Dale Gilmore…), songschrijver (Kris Kristofferson, Bonnie Raitt, Willie Nelson, Waylon Jennings…) én zelfs acteur (Pat Garrett & Billy the Kid, The Alamo, Heaven’s Gate…). (MN) CAUGHT IN THE ACT Blue Highways – 18/04/09 – Vredenburg, Utrecht Het Americana-festival Blue Highways vierde in Utrecht haar 10 jarig bestaan met een programma, waarbij 12 acts op het programma stonden. Slim Cessna’s Auto Club, één van de bands die ik beslist wilde zien, mocht de aftrap in de grote zaal verzorgen. Deze band van Denver, Colorado, maakt spannende cross-overmuziek. Rapelementen worden geïntegreerd met een 16 Horsepower-achtige muziek. De twee rappers Slim Cessna en Jay Munly probeerde het publiek te pakken met hun opzwepende muziek. Het zestal speelde echter een afwijkende vorm van Americana die niet in de smaak viel. Bovendien speelde de band knetterhard. Het gevolg was dat de zaal praktisch leeg was aan het einde van hun set. Ik denk dat deze band nog nooit zo’n lauwe ontvangst heeft gehad op hun intrigerende live-act. Zelf vond ik het wel aardig (soms wat te bombastisch) en genoot van de broeierige versies van Americado en That Fierce Cow Is Common Sense In A Country Dress. De Amerikaanse troubadour Tom Freund is niet bepaald een enthousiaste ‘crowd-pleaser’. Zijn intieme liedjes gedijen het best in het kleine coffee-house-circuit. Nu stond hij in een grote zaal en dan valt het niet mee om contact te krijgen met het toch al gezapige publiek. Toch speelde hij een mooie set. Tom had uiteraard ook weer zijn staande bas meegenomen, die hij onder meer nodig heeft voor de uitvoering van het jazzy Leavin’ Town. Maar de meeste indruk maakte hij met de meeslepende uitvoering van Copper Moon. Dat is zo’n heerlijke melancholieke song waarbij het zo lekker wegdromen is. Twilight Hotel (foto © Remi Guns), een Canadees singer-songwriterduo speelde intieme luistermuziek. Ik heb er niet veel van gezien, maar werd wel even geraakt door een fraaie uitvoering van The Ballad Of Salvador And Isabelle. Rockin’ Billy & His Wild Coyotes brachten met hun rockabillyact wat leven in de tent. Zij stonden al eens eerder op Blue Highways als begeleiders van Hayden Thompson. Waarom uitgerekend deze band was uitverkoren door de organisatie is mij een raadsel. Volgens mij zijn er in de Benelux betere bandjes op dit muziekgebied te vinden. Denk bijvoorbeeld aan The Seatsniffers. De grootste teleurstelling was het optreden van Robin Ludwick. Deze Texaanse zangeres, getooid in een ‘weirde’ Pipi Langkous-outfit had een geweldige band meegenomen met onder meer meestergitarist Bradley Kopp in de gelederen. Haar kleurrijke liedjes werden verpakt in een geluidsmuur, vergelijkbaar met een Texaanse hurricane. Ik zal het de geluidsman nog een keer uitleggen: bij intieme luistermuziek gaat het niet om het volume! Het concert waar ik zo naar uitgekeken had, verzandde in een geluidsbrij, waarbij elke vorm van subtiliteit de grond werd ingeboord. 2 Het geluid bij de singer-songwriter Romi Mayes (foto © Remi Guns) was gelukkig beter geregeld. Zij werd begeleid door The Weber Brothers en deze gelegenheidssamenwerking pakte wonderbaarlijk goed uit. Romi had net een nieuw album uit, getiteld Achin In Yer Bones (geproduceerd door Gurf Morlix) en dat moest gevierd worden. Deze Lady In Black beschikt over een aansprekende krachtige stem. Zij hield de prestaties van haar begeleidingsband goed in de gaten en gaf Sam Weber (gitaar) en Shai Peer (keyboards) geregeld de ruimte om te soleren. Vooral Shai (voorzien van immense bakkebaarden) ging met zijn toetsen geregeld uit zijn dak. Het concert groeide uit tot het hoogtepunt van de avond. Bruce Robison, de lange Texaan, heeft een povere uitstraling, maar dat weet de liefhebber inmiddels wel. Het gaat om zijn voortreffelijke liedjes die hij kleur gaf met een flinke band waarin (vaste) gitarist Kevin Carroll en steelspeler Gary Newcomb excelleerden. Het blijft een genot om nummers als My Brother And Me en Travellin’ Soldier uit het melancholieke keeltje van Bruce te horen. De verrassing van de avond was het optreden van King Clarentz. Deze 60 jarige bluesmuzikant uit Springfield, Missouri, kende ik van zijn titelloze debuut uit 1999. Een prima album, maar live klinkt hij 2 keer zo sterk. Vorig jaar verscheen zijn tweede album Day Of The Supermodel en daarvan kreeg de luisteraar het meeste te horen. Slechts begeleid door drummer Bobby Lloyd Hicks bracht Clarentz – naast eigen werk – een rauwe impressie van oude blueshelden als John Lee Hooker, Houston Stackhouse en Homesick James. Dit was een heerlijk ouderwetse portie rudimentaire blues, zoals je dat tegenwoordig nog zo weinig hoort. Deze rauwe blues stond in schril contrast met de soul/blues van Terry Evans. Deze zanger met die fantastische soulvolle stem bracht een gevarieerde set met blues, soul en zelfs reggae. Het klonk echter te netjes. Zijn uitvoering van The Thrill Is Gone was apart, maar kon niet tippen aan de live-versie van bijvoorbeeld wijlen Luther Allison. Helaas had ik geen puf meer voor het optreden van The Blue Grass Boogiemen. Volkomen misplaatst, want wellicht waren zij de beste van de avond. Dit kwintet maakt virtuoze muziek van internationale allure. Hopelijk waren er nog voldoende geïnteresseerde mensen om deze thuiswedstrijd van The Blue Grass Boogiemen bij te wonen. (PJ) Hans Theessink – 21/04/09 – Bouche à L’Oreille, Brussel Sarah Lee Guthrie & Johnny Irion – 25/04/09 – Toogenblik, Haren Bouche à l’Oreille is een nieuwe concertlocatie gelegen in de buurt van het Jubelpark in een opgeknapt klooster (zie hun website voor foto’s). Knappe locatie, maar verdomd moeilijk om er je auto kwijt te raken. Met hoge verwachtingen vertrokken we naar het concert. Hans Theessink is namelijk de Europese Taj Mahal: iemand die de bluesmuziek door en door in de vingers heeft, virtuoos gitarist, een warme stem en met zin voor avontuur in de muzikale omlijsting. Natuurlijk is dit in je eentje niet te verwezenlijken. We kregen voor een deel wat we verwacht hadden: goed gitaarwerk, Hans zijn mooie, warme stem en het nodige enthousiasme bij het ongeveer 100 man tellende publiek. Maar toch ging ik ontgoocheld naar huis. Daar waren verschillende redenen voor: het is niet correct tegenover je publiek om een concert dat om 20u00 zou starten en in speelduur niet langer duurt dan een ander concert toch pas om 23u45 af te sluiten door veel te laat te starten en een superlange pauze in te lassen. Het publiek begon bij het einde van de pauze te applaudisseren om Hans terug het podium op te krijgen. Daarnaast werden er in de setlist iets te veel dood gespeelde klassiekers opgenomen, ondanks zijn rijke oeuvre. Om er enkel te noemen: Key To The Highway, In The Pines, St James Infirmary, Maybeline, Walking The Dog. En het meest storende was voor mij de ‘sing-a-long’ ziekte. In bijna elk nummer vroeg Hans het publiek mee te zingen. Dit kan wel eens, maar om ongeveer driekwart van het concert je medepubliek te horen zingen koop ik geen ticket. Ik kom buiten om de artiest te horen, niet om de artiest als een soort van koorleider bezig te horen. Waarschijnlijk hadden zowel ik als Hans een slechte dag. Enkele dagen later was er in het Toogenblik de voorstelling van de nieuwe cd van Sarah Lee Guthrie en Johnny Irion. Het duo zagen we er 3 jaar geleden al eens aan het werk en toen was het een zeer sterk concert ondanks een zeer koortsige Johnny. Deze keer nam Johnny het voortouw en vertelde de verhalen en kondigde de nummers aan. De set was deze keer meer opgebouwd rond hun eigen werk met slecht een of 2 klassiekers. Vooral Sarah Lee’s versie van If I Were A Carpenter was knap. Het concert had enkele sterke momenten maar ook enkele dipjes. Sarah Lee heeft een mooie stem en hun samenzang doet soms aan de Woody’s of Everly’s denken. Maar sommige van de nieuwe nummers (ze beginnen binnenkort aan de opnames van een volgende plaat) zijn nog niet af. Hierdoor zakte af en toe het niveau. Maar de oudere nummers stonden als een huis met als stervermelding River. Daarenboven begonnen aan het einde de Belgische trappistenbieren door te wegen en werden de verhalen tussen de nummers meer ‘zattemans’ gelul. Bij het begin van het tweede deel mocht oudste dochter Olivia (7 jaar oud) mee het podium op om op 2 nummers mee te zingen. Eén ervan was een kinderliedje voor een binnenkort te verschijnen Smithsonian cd met kinderliedjes van Sarah Lee Guthrie and Family. Al bijeen werd het een gezellige avond die ze een huiskamersfeer gaven met hun kinderen in de zaal en met een nababbel met Johnny (terwijl Sarah Lee de kinderzorg op zich nam) over, wat dacht u, Belgische bieren. Ze komen waarschijnlijk nog terug voor concerten en de drank. (LD) Antje De Boeck & Rony Verbiest – 23/04/09 – (Broodje Brussel) Music Village, Brussel Bassekou Kouyate & Ngoni Ba – 24/04/09 – 30cc, Minnepoort Leuven Jackson Browne & Band – 25/04/09 – Koningin Elisabeth Zaal, Antwerpen Eli ‘Paperboy’ Reed and The True Loves + The Right Ons – 26/04/09 – ABclub, Brussel 4 op een rij. We beginnen eraan op donderdagmiddag. We brengen een aangenaam uurtje door in het bijzijn van accordeonist Rony Verbiest en zijn eega Antje De Boeck. Die blijkt niet alleen een goede actrice te zijn maar kan ook uitstekend gedichten en teksten voordragen en liedjes zingen. Ze hebben zonet een tournee afgewerkt getiteld ‘Tom Waits Until Spring’ waarin ze zich een pak Tom Waits songs eigen maken. Accordeonist Rony Verbiest heeft al een rijk gevulde muzikale loopbaan achter de rug als begeleider van de meest diverse muzikanten en zangers waaronder Rocco Granata, Freddy Bierset, Johan Verminnen, allerlei 3 jazz- en swinggroepen, de alomtegenwoordige Jef Neve, die we ook terugvinden bij het Tom Waits project, en de familie De Cauter. Zo kregen we donderdagmiddag een divers palet aan muziekstijlen geserveerd: musette, chanson, tango, jazz... en dat alles overgoten met gedichten, teksten, een liedje opgedragen aan haar moeder... Wie die middag voor een zonnig terrasje gekozen had, heeft de verkeerde beslissing genomen. Een dag later mag Bassekou Kouyate komen bewijzen waarom hij momenteel de topact is uit Mali. Hij is voor de derde keer in ons land en ik heb het me niet beklaagd dat ik nog maar eens een concert van hem meegepikt heb. Dichterbij de echte origine van de blues kan je niet komen dan tijdens een optreden van deze n’goni speler. De n’goni is een oud snaarinstrument, een soortement luit, dat familie is van de kora. Tweemaal slaagt hij erin van pure Afrikaanse blues te voorschijn te toveren met de hulp van zijn groep N’goni Ba. Dat laat hij duidelijk blijken. Ali Farka Toure is niet veraf. 2 uur lang worden we getrakteerd op een feest van zeer dansbare muziek en opzwepende ritmes. Zijn begeleiders voeren constant danspasjes uit zoals de soulacts uit de jaren zestig. Een andere grote troef is zijn vrouw Ami Sacko die een uitstekende zangeres is. Feest in Leuven. We trekken de volgende dag met een heel goed gevoel richting Antwerpen waar, na een uitgebreid bezoek aan Brasserie Lids en zijn fantastische garnaalkroketten, de heer Jackson Browne op ons staat te wachten in de Koningin Elisabeth Zaal. We hebben nog nooit een slecht concert van hem meegemaakt en dat zal ook nu niet het geval zijn. Hij wordt zelfs beter met de jaren. Jackson Browne komt zijn nieuwe cd Time The Conqueror voorstellen en hij heeft daarvoor zijn volledige band meegebracht. Die bestaat uit ouwe getrouwen Mark Goldenberg op gitaar, toetsenist Jeff Young, bassist Kevin McCormick en drummer Mauricio lewak. De twee fantastische backingzangeressen waren de kers op de taart. Om vele aanwezigen op het concert uit hun lijden te verlossen hier de namen van deze twee schone deernes die daarenboven ook nog eens heel soulvol uit de hoek kwamen: Chavonne Morris en Alethea Mills. Jackson leerde ze kennen via zijn vriend en muziekleraar Fred Martin. Die runt een gospelkoor The Levite Camp aan de Washington Preparatory High School in South Los Angeles. Onze twee zangeressen maken daar deel vanuit. Jackson Browne heeft ook zijn medewerking verleend aan hun eerste cd onder de naam Fred Martin & The Levite Camp. Tijdens zijn meer dan 2.30u durende concert krijgen we een best of geserveerd aangevuld met een zestal nummers uit de nieuwe cd en een paar verrassingen. Zo roept er iemand in de zaal Take It Easy en prompt beginnen ze deze klassieker te spelen. Zijn laconieke antwoord na het spelen van de song: ‘Wanna hear some more Eagles songs?’. Het kan nog straffer. Iemand roept ‘Warren Zevon’. Even kijkt hij al zijn muzikanten aan en vervolgens zetten ze, niet ingestudeerd, een prachtversie van Carmelita neer. Grote klasse. De hoogtepunten rijgen zich aan elkaar: Doctor My Eyes, Drums Of War, Going Down To Cuba, Off Of Wonderland, These Days, Before The Deluge, The Pretender, Rosie, Somebody's Baby, Running On Empty, Lives In The Balance, Live Nude Cabaret... Zijn twee reggaegetinte songs I Am A Patriot en Everywhere I Go zullen nog dagen door mijn hoofd spoken. Jackson Browne was goedgeluimd en in topvorm. Dat kan ook van ons gezegd worden want een dag later sluiten we ons muzikaal weekend af met nog een concertje van namelijk Eli ‘Paperboy’ Reed and The True Loves. Die mag komen bewijzen waarom hij één van de topacts is op het komende bluesfestival in Peer. Hij heeft voor deze Europese tournee voor een eigen voorprogramma gezorgd: The Right Ons. Ik zou gezworen hebben dat deze vijf jonge honden uit New York afkomstig zijn maar niets is minder waar. Het zijn volbloed Madrilenen en dat zullen we geweten hebben. Deze Spanjaarden gaan er in sneltreinvaart vandoor en een dik halfuur later staat heel de zaal onder stoom en druipt het zweet van de muren en van mijn aangezicht. Met energiebesparende maatregelen zijn ze bij deze jongens duidelijk niet aan het juiste adres. Het betreft hier namelijk een zeer energieverslindende set van een op pure testosteron drijvend groepje waarin we de jonge Who, The Pretty Things, Booker T & The MG's, Sly & The Family Stone, MC 5, The Faces en The Black Crowes uit hun beginperiode herkennen. Tonnen inzet, energie, massa's vette soulrock, garagerock, funk, het stevigere eind '60, begin jaren '70 rockwerk en I Wanna Take You Higher. Ga op zoek naar hun twee uitstekende cd's The Right Ons en Look Inside, Now! op het 2Fer Records label (www.2ferrecords.com). Onze vriend Eli ‘Paperboy’ Reed zal zijn uiterste best mogen doen. Hij slaagt daar moeiteloos in. Met zijn zeskoppige band bestaande uit drie blazers, drums, bas en gitaar brengt hij een stomende set soul en r&b die in no time de ABclub in vuur en vlam zet. Het lijkt wel of we de jonge Wilson Pickett aan het werk zien. Bij de wat rustigere passages, voor zover die er waren, doet zijn stem me aan Sam Cooke denken. Ook de namen Otis Redding en Arthur Conley zijn die avond gevallen. En daar is in dit geval niks mis mee want we krijgen een onvervalste soulshow uit de oude doos geserveerd met de nodige aankondigingen, shouts en soulclappings. Ongetwijfeld de sound uit 1969 op meesterlijke wijze vertolkt in 2009. Zo ongeveer het hele repertoire uit zijn uitstekende cd Roll With You passeert de revue; o.a. State Your Claim, The Satisfier, Boom, Boom, aangevuld met enkele nieuwe songs die daar niet voor moeten onderdoen. Deze jongen is duidelijk geen ééndagsvlieg en helemaal klaar om het publiek van Peer in te pakken. Ik voorspel taferelen zoals tijdens The 5 Blind Boys of Alabama en de motorboys die toen compleet uit hun dak gingen op de tonen van deze gospelzangers. U bent nu al gewaarschuwd. Wie niet naar het bluesfestival in Peer gaat mist één van de concerten van het jaar. Game, set and match. Na 4 dagen hing ik uitgeteld in de touwen. (BV) LASER OP SCHERP Paul Benoit / Bluebird / Stray Dog Music (www.paulbenoitmusic.com) Deze voor ons onbekende en vanuit Seattle opererende singer-songwriter is een bezige bij die al meer dan twintig jaar aan een muzikale carrière aan het bouwen is. Paul werkte samen met Eric Apoe, Reggie Garrett en Dan Bern (om er maar een paar te noemen) en treedt in 1996 toe tot de rootsrockband Crosseyed waarmee hij twee albums opneemt. Een jaar later is Benoit één van de medeoprichters van de vierkoppige instrumentale band Hanuman, die een mix van jazz, funk, bluegrass, country, rock & roll en African beats produceert en die intussen vijf albums op z’n naam heeft staan. Paul schrijft ook de muziek voor een aantal soundtracks, waarvan Diggers de meest bekende is en waarbij zijn muziek in de prijzen viel. Na de eeuwwisseling was het echter tijd om het geweer eens van schouder te veranderen en de carrière een andere wending te bezorgen. Een solocarrière was dienaangaande blijkbaar de beste oplossing en in 2002 ziet het album Dopamine het levenslicht, gevolgd door Combustible (2005), Lazy Eye (2007) en All The Miles (2008) en nu is er het vijfde album Bluebird dat ook in Europa voor enige bekendheid 4 moet zorgen. Het album werd opgenomen in Playa Dorado/El Salvador en dit gegeven draagt zeker bij tot de relaxte sfeer die de hele plaat uitademt. Elf zelf geschreven songs passeren de revue, waarbij Paul zijn warme stem en zijn uitstekend akoestisch gitaarspel etaleert, sporadisch geruggensteund door bassist Bob Heinemann (op 2 songs) en drummer Dan Weber (op 4 songs). De trage rootsy opener en tevens titeltrack Bluebird zet meteen de toon, waarbij ook backing vocaliste Sidney Kilgus Vesely haar steentje meer dan bijdraagt. Zowel All My Friends Are Crazy als Leave It As It Lies klonken mij bekend in de oren en deden mij aan Admiral Freebees Rags’ n’ Run denken. Op Let Me Down Easy etaleert Paul zijn ‘New Age’ gitaarspeelstijl, maar de parel van de plaat was toch If Love Is A Stranger; een bluesy/rootsy song waarop de slidegitaar uit de kast wordt gehaald en waarbij gastvocaliste Janne Jacobsen mee aan het roer staat. Het afsluitende Sad Melody, een prachtig folky deuntje, deed mij dan weer aan de muziek van Martin Simpson denken en daarmee is voor mij het plaatje rond. Gooi de relaxte sfeer van J.J. Cale, de gitaarstijl van Martin Simpson en de songs van Admiral Freebee bij elkaar, en als je goed weet te schudden kom je bij Paul Benoit uit. Bluebird is daarom een zeer onderhoudend plaatje dat nooit verveelt en dat op de lange zomeravonden perfect als de nodige achtergrondmuziek kan worden gebruikt. (BD) The Bollock Brothers / Last Will And Testament / MBC /Rockaway Beat Brussels (www.bollock-brothers.com) The Bollock Brothers are back! En dat zullen we geweten hebben. Deze van oorsprong Britse band heeft altijd heel wat meer fans gehad in België en Duitsland dan in hun thuisland. Oprichter en frontman Jock McDonald is van Schotse origine. Sinds 1983 reeds laten ze een mix van punk, reggae, electropop, cultsongs, 80's new wave songs, Ierse en Schotse traditionals etc... op de mensheid los. De kenners onder ons zijn uiteraard vertrouwd met hun radiohits The Bunker, Harley David (Son Of A Bitch) en Horror Movies. Last Will And Testament moet zowat hun 15de cd zijn. In de nieuwe bezetting vinden we benevens zanger Jock McDonald ook drummer Patrick Pattyn terug, ooit nog achter het drumstel bij Nacht und Nebel, saxofonist Klaus Fiehe, gitarist Chris McKelvey, bassist Richard Dick Collins, keyboardspeler HeJoe Schenkelberg en de Belgische zangeressen Jade Huysentruyt en Lolita. We hebben hier aldus te maken met een bont allegaartje aan Duitsers, Engelsen, Belgen, Schotten en in een recent verleden Ieren en Fransen. Ook hun muziek is eveneens van divers pluimage: punkrock, reggae, dance, electropop, new wave, cabaret, geschifte covers, cultsongs... Op Last Will And Testament staan 16 songs waaronder een pak klassiekers waar ze een geheel eigen draai aan geven. Luister maar naar hun bewerking van My Generation van The Who die aan Jacques Dutroncs Il Est Cinq Heures, Paris S'éveille doet denken (een zomerhit in wording), Henry The 8th, Monty Python in punkversie, of Harley Davidson van Serge Gainsbourg. De live tracks zijn punky reggae songs van uitstekende kwaliteit; Israelites-Wet Dream en Guns Of Brixton, inclusief dub en blazers met een flinke scheut Clash en Steel Pulse. De punkrocksongs It Will Be Me, Henry The 8th, Search And Destroy en King Tim James O'Donnell hadden van de Sex Pistols kunnen zijn. Verder treffen we nog een pak electropop en 80's new wave aan: Cyberspace Polaroid waarin een vleugje Devo en B-52's zit, Passion, Queen And Country, Der Bunker en Harley Davidson. De titelsong, Last Will And Testament, heeft heel duidelijk naast Dancing Barefoot van Patti Smith gelegen. Resten ons nog drie songs die live zeker brokken zullen maken: Valentino, een Spaanse tango met een flinke scheut rock, Google Muck, één van mijn favorieten, en het Ierse Fields Of Athenry. Deze plaat is opgedragen aan ‘Big’ Mark Humphrey, hun keyboardspeler die verleden jaar kwam te overlijden. De cd release party gaat door op vrijdag 22 mei as. in Jeugdcentrum Rondpunt 26 in Genk, alwaar vermoedelijk ook Danny Mommens van de groep Vive La Fête, die enkele backings op de plaat verzorgt, zijn opwachting zal maken. Allen daarheen. Vervolgens toeren ze doorheen Duitsland en België en zullen ze ook te zien zijn in Lokeren op de Fonnefeesten op 8 augustus, de Paulusfeesten in Oostende op 11 augustus en op 2 exclusieve avonden in de DNA in Brussel eind deze maand op 29 en 30 mei. (BV) Alison Brown / The Company You Keep / Compass 7 4482 2 (Central Distribution) Deze bekende banjospeelster is al meer dan twintig jaar binnen het bluegrass wereldje actief. In het begin van haar carrière maakte Alison muziek op het gerenommeerde Vanguard label; ze verwierf in 1991 een bluegrass onderscheiding voor beste banjospeelster van het jaar; ze speelde een tijdje in ‘Union State’, de begeleidingsband van Alison Krauss en ze speelde ook een tijdje samen met Michelle Shocked. In 1995 richt Alison samen met haar echtgenoot Garry West, het Compass Records label op waarop ze op zeer geregelde tijdstippen albums onder haar eigen naam of samen met haar kwartet uitbrengt. Haar laatste album Evergreen (samen met Joe Craven) zag in 2008 het levenslicht en nu komt ze op de proppen met The Company You Keep. Op dit album, dat ze samen met haar man Garry producete, laat Alison zich begeleiden door de schitterende John R. Burr op piano, Joe Craven op mandoline en viool en echtgenoot Garry West op bas. Het album is volledig instrumentaal en laat een geoliede machine horen die ons vergast op vooral bluegrass van de bovenste plank. De jazzy opener Crazy Ivan deed mij een beetje aan Dave Brubecks Take Five denken; op Rocket Summer en het zeer mooie Drawing Down The Moon komt Stuart Duncan zijn viool stemmen; Rain Or Shore is folk in pure ‘Morris On’ stijl; geswingd wordt er op The Clean Plate Club en afgesloten wordt er met een walsje Waltz For Mr. B. Het prijsbeest van de plaat is echter de bewerking van de traditional Forky On The Water waarop Kenny Malone de drumstokken komt roeren en waarop ieder bandlid afzonderlijk zijn kunnen mag demonstreren. Dit alles maakt van The Company You Keep een geslaagd album waarop vier artiesten het, met de hulp van een paar gasten, muzikaal zeer goed met elkaar kunnen vinden. Te catalogiseren onder de betere bluegrass in het rijtje Krauss en Vincent! (BD) Dun The Veil / Easy Street (cd-single) / ShutUp DTV 002 (www.duntheveil.ie) Ik moest het al eens vaker schrijven: normaal gezien doen we hier geen ‘kleintjes’, tenzij daar een heel goeie reden toe is. Dit singeltje met drie versies van dezelfde song is zo’n goeie reden: de kennismaking namelijk met Paul Murray, de man achter Dun The Veil en begenadigd songschrijver. Toen Paul een jongetje van zeven was, speelde hij al voor 40.000 toeschouwers. Sinds die dag is hij blijven werken en schaven aan zijn songs en vorig jaar verscheen een eerste EP’tje, Tears On The Window Pane, dat alom goed onthaald werd in neo-countryland. Vandaag is er dus de opvolger en tegelijk de voorloper van de eerlang te verschijnen debuutplaat. Een smaakmakertje als het ware, en het moet gezegd dat we nu al met bijzondere belangstelling uitkijken naar het verschijnen van die plaat. Easy Street is namelijk een prachtige song uit het grensgebied tussen pop, country en bluegrass: de huppelende fiddle is er, de meerstemmige, wat zoete vocalen zijn er en wat meer is… de song blijft in de drie 5 verschillende versies overeind. Dus ook in de instrumentale, waar de stem vervangen is door een viool. Heel fijne kennismaking dus en we kunnen nauwelijks wachten tot we de hele plaat te horen krijgen. Mooi! (DH) ! ! ! M A Z Z M US I K A S H A TS OF F: A L L H I TS , NO M IS S ES ! ! ! Frog Holler / Believe It Or Not / ZoBird (www.frogholler.com) Het is alweer ruim tien jaar geleden, sinds we compleet op onze adem trapten bij het beluisteren van Adams Hotel Road, de tweede plaat van Frog Holler, waarmee we deze band uit Virginville, PA, leerden kennen. Sindsdien verblijdde Darren Schlappig ons elke twee jaar met een nieuwe plaat en elke keer weer bevestigden ze al het goede dat wij toen al schreven. Voor de nieuwe plaat hoefden de Frogs niet eens de deur uit te gaan, want drummer Daniel Bower bouwde een huisstudio in het repetitielokaal van de band en het is daar dat deze tien nieuwe songs werden opgenomen. Allemaal composities van Schlappig, die stilaan een grootmeester wordt in het schrijven van liedjes die in drie, vier minuten een ‘tableau vivant’ schetsen. De onderwerpen van de songs zijn nog altijd dezelfde: het leven in een doods stadje en hoe je als jonge man kunt omgaan met de clash van de culturen. De oude cultuur, met haar gigantische arbeidsethos, en de jongeren, die intussen het internet en de shopping mall in hun rugzak gekieperd kregen en die moeten proberen te overleven tussen die twee sporen. De financiële crisis van eind 2008 in contrast met de Obama-hoop van begin 2009, dat is de scène waarop zich de 10 sketches afspelen, die Schlappig op muziek heeft gezet. Een erg boeiende verzameling songs, die ingebed worden in een alt.countrymuzikale omlijsting, waarbij de meerstemmige vocalen van Frog Holler één van hun voornaamste kenmerken blijven. Hits staan hier niet op, maar voor nummers als Alibis, Not Like Us of Strange Powers mogen ze ondergetekende altijd wakker maken. Pièce de résistance is de afsluiter, New Year’s Day, een nummer van dikke vijf minuten, waarin de betekenis uit de doeken gedaan wordt van de overigens prachtige tekening die de hoes siert: ‘Pigs Root Forward, Chicken Scratch Back’. U begrijpt al dat u van mij niet moet verwachten dat ik iets negatiefs schrijf over deze plaat. Maar luisteren, dat moet u vooral zelf gaan doen. NU! (DH) ! ! ! M A Z Z M US I K A S H A TS OF F: A L L H I TS , NO M IS S ES ! ! Melody Gardot / My One And Only Thrill / Verve 1796781 (Universal) Melody Gardot heeft een niet zo prettig verleden achter de rug, maar ze kan blikken op een bijzonder mooie toekomst. Haar debuut Worrisome Heart was al een goede aanzet en met deze nieuwe cd plaatst ze zich vlot op de voorgrond van het (poppy) jazzwereldje. In tegenstelling tot sommige van haar vrouwelijke collega’s bezit ze een wonderbaarlijk coole stem die ze nooit dwingt tot buitensporige uithalen. In een productie van Larry Klein brengt ze elf eigen songs en één cover (Over The Rainbow, lichtjes bossa nova). Soms in een kleine bezetting, soms met een brede orkestratie, maar altijd met een perfecte feeling. Wat te denken van de titelsong, gewoon om bij weg te dromen, wat ook kan gezegd worden van Our Love Is Easy, zeemzoet maar o zo mooi. Het beleven van de liefde is duidelijk het hoofdthema, met de zwierige kanten, maar ook de donkere kantjes (het niet beloonde verlangen naar). Your Heart Is As Black As Night bvb., een ‘after midnight’ song waar Tom Waits zou voor gaan zwalpen (waarlijk mooi gestopt trompetje en trombone), en zeker Who Will Comfort Me, in een bluesy Cassandra Wilson-achtige sound, stilaan overgaand in een gospel mood, of Lover Undercover, zo smachtend. Ook mooi is het contrast tussen de versie van If The Stars Were Mine in kleine bezetting en die in volle orkestrale bezetting. Allebei zwierig maar toch met dat duidelijk subtiele verschil. Het in het Frans gezongen Les Étoiles lijkt op het eerste gezicht een vreemd eendje in de bijt maar groeit met elke beluistering. Al bij al een cd’tje dat best te savoureren valt tijdens de late uurtjes. Of dat het geval zal zijn op het Gent Jazz Festival weet ik niet, maar Melody komt er in elk geval haar nieuwe cd voorstellen op 19 juli. Breng uw cognacje mee! (MN) ! ! ! M A Z Z M US I K A S H A TS OF F: A L L H I TS , NO M IS S ES ! ! ! Eilen Jewell / Sea Of Tears / Signature Sounds SIG2021 (Munich) Eilen was vorig jaar de opener van Blue Highways. Door omstandigheden miste ik haar helaas. Inmiddels is dat ruimschoots goed gemaakt dankzij het SXSW van maart jongstleden, waar ik haar tweemaal zag optreden met haar puike band en waar zij een prachtige doorsnee liet horen van haar schitterende nieuwe cd, Sea Of Tears, verschenen op 21 april. Ik heb de recensie moeten baseren op een advance copy zonder enige informatie behalve de titels van de nummers, maar gelukkig is er op internet voldoende informatie te vinden. Op haar eerste twee cd’s liet Eilen zich vooral kennen als een prettige nieuweling in het folk/country idioom, voornamelijk op haar tweede, Letters From Sinners And Strangers (2007), waarin een fiddle een hoofdrol speelde. Geen fiddle te bespeuren op deze derde cd, die we na beluisteren het beste kunnen kenschetsen als ‘folk and country meet rock ’n roll (voor de laatste twee: vooral de Sun sound) en beat’. Als haar voornaamste invloeden voor deze cd noemt Eilen behalve haar landgenoten Elvis Presley en Buddy Holly ook de Engelse sixties-iconen The Animals en The Kinks. Er zijn negen originals, verder een onverwachte cover van een oud nummer van Them (Van Morrison, 1965, I’m Gonna Dress In Black), een logische cover van een honky-tonk nummer van haar grote voorbeeld Loretta Lynn (Darkest Day) en een zeer onverwachte cover van Shakin’ All Over, een lied (Johnny Kid and the Pirates, 1960) dat ik mij maar al te goed herinner uit mijn 6 tienertijd en dat sindsdien door een enorm aantal ‘echte mannen’ is gezongen. Ik heb het haar twee maal live horen brengen en het is een regelrechte sensatie om Eilen dit (mannen)nummer te horen zingen met haar sensuele stem! De begeleiding op de cd is deze keer alleen van Eilens ‘basisband’, bestaande uit Jason Beek (drums/background vocals), Johnny Sciascia (bas) en de prima gitarist (el/ac/steel) Jerry Miller. Eilen zelf speelt behalve gitaar ook orgel (in het bluesy My Final Hour speelt ze voor het eerst op een Hammond B-3). De hele cd ademt een sfeer uit van een live opgenomen cd en Eilen bevestigt desgevraagd dat er inderdaad sprake is geweest van een min of meer directe opname, er was heel weinig bijstuurwerk nodig. Van begin (de soepel gespeelde binnenkomer Rain Roll In met een pakkend refrein) tot eind (het in pedal steel gedoopte sensuele walsje Codeine Arms) een gave cd. Eilens beste tot dusver en alweer een regelrechte tip. (FS) Chris Laterzo & Buffalo Robe / Juniper And Piñon / Yampa 03892-3 (www.chrislaterzo.com) Het leven kan bij momenten toch heerlijk eenvoudig zijn. Neem nu de nieuwe, vierde plaat van Chris Laterzo: de man had tien nieuwe nummers klaar, trok met een paar vrienden de studio in en kwam twee dagen later buiten met een kant en klaar alt.country productje. Grensverleggend is dit op geen enkel moment, maar wie zich kan vinden in een mix van The Jayhawks met Neil Young (de stem…) en Ryan Adams, die zit bij Laterzo aan het juiste adres. De cover van Elton Johns Holiday Inn had voor mij niet echt gemoeten, al misstaat hij ook niet op de plaat, die ik simpelweg zou willen omschrijven als pretentieloos, amusant en onderhoudend. Ik denk dat Chris Laterzo zijn niche helemaal gevonden heeft: het schrijven, zingen en opnemen van mooie liedjes over Het Leven. Dat hij niet eens een geweldige zanger is, neem ik er graag bij: je hoort dat hij meent wat hij zingt, dat hij gelooft in wat hij doet en dat hij daar bij momenten zelfs gelukkig van wordt. Daar is dus bijzonder weinig mee verkeerd, in tegenstelling tot de tags op het schijfje: die verwijzen helaas naar Laterzo’s tweede plaat, Waterking. Overigens kunnen de titelsong en Señorita Sunshine zo de radio op! Nu nog iemand vinden, die dergelijke pareltjes ook wil draaien… (DH) Bob Malone / Ain’t What You Know / Delta Moon DMR 006 (Sonic Rendezvous) Als we de tel niet zijn kwijtgeraakt, is dit de zevende full cd van onze geliefde zanger/pianist uit Los Angeles en het moet gezegd: Bob is weer bijzonder goed op dreef. Tien songs, die samen iets boven de 42 minuten uitkomen en waarvan zes complete Malone composities zijn. Twee nummers werden samen met gitarist Bob DeMarco geschreven (Why Not Me en Cold Cold Ground) en twee andere zijn echte covers (Stay With Me van de Faces en Up On Cripple Creek van The Band) en het moet gezegd dat de eigen songs absoluut overeind blijven naast twee klassiekers als bovenvermelde. De rauwe, rasperige stem van Bob Malone past perfect bij de droge New Orleans sound die hij tot zijn handelsmerk maakte: de man kan zingen en weet daarbij een broeierige sfeer neer te zetten, waarbij een toonaangevende rol is weggelegd voor de saxofoon van Tom Evans. Reken daarbij het overheerlijke pianospel van Malone en je kunt je in alle redelijkheid afvragen waarom hem niet lukt wat voor Jamie Cullum of Harry Connick Jr. wel werkelijkheid werd. Immers: er is geen enkele reden om te twijfelen aan het talent van Bob Malone, die hoe dan ook de enige erfgenaam is van Dr. John. Alweer kan onze conclusie kort zijn: Bob Malone moest al lang wereldberoemd zijn. Daar waren wij al van overtuigd voor zijn verschroeiende passage op Beersel Blues en in die overtuiging worden we nog gesterkt door deze bijzonder fijne nieuwe plaat. Mis deze keer de kans niet en denk vooral aan de titel ervan! (DH) Mamer / Eagle / RealWorld CDRW165 (Xangó Music Distribution) God, wat mogen we bij momenten toch blij zijn dat deze wereld zwaar aan het globaliseren is. Neem nu de muziek… nauwelijks twintig jaar geleden, waren we hier aangewezen op wat de Amerikanen en Engelsen op ons loslieten. Toen kwamen Paul Simon en zijn Graceland, waarna Peter Gabriel en David Byrne hun duit in het zakje deden en de rest is, als het ware ‘history’. De gevolgen waren niet altijd even eenduidig positief en sloop er tussen de Cubaanse en Balkanmuziekjes al eens rommel die het aanhoren niet waard was. En toch sta of zit je als muziekliefhebber nog af en toe met open mond te luisteren, zeker als het over muziek uit het Oosten gaat. Dat is dus duidelijk een regio die tot nu toe nog helemaal niet muzikaal ‘ontsloten’ is en waar we, zo vermoed ik, nog heel fraaie dingen kunnen van verwachten. Neem nu deze Mamer, een jonge man uit de Chinese provincie Xinjiang die, net als zowat al zijn volksgenootjes opgroeide met de klank van de tweesnarige dombraluit. De weidsheid van de steppe is duidelijk te horen in de muziek en in de zang van deze kerel die, ondanks zijn afkomst, toch de gewone akoestische gitaar en de banjo ontdekt heeft en die daar op zijn debuut(?)plaat merkwaardige dingen mee doet. Ergens las ik dat Mamer de Chinese vorm van Americana bedrijft. Dat lijkt misschien wat vergezocht, maar het zit dichter bij de waarheid dan je zou vermoeden. De man heeft een warme, bruine bromstem en de songs vertonen evenveel flarden Townes als Huun-Huur-Tu. ‘Chinagrass’, zo zag ik de muziek van Mamer ook ergens omschreven en dat klopt ook nog: dit is hedendaagse folk van iemand die de eigen traditie weet te vermengen met de invloeden die hij van radio en TV opgepikt heeft. Qua toegankelijkheid misschien nog niet meteen je dat, maar wel absoluut boeiend en de moeite van het ontdekken waard. Benieuwd of iemand op onze nationale radio voldoende oren aan z’n kop heeft… (DH) ! ! ! M A Z Z M US I K A S H A TS OF F: A L L H I TS , NO M IS S ES ! ! ! Lisa Marshall / Simple / Honeysuckle (www.lisamarshallmusic.com) Deze veertigjarige blanke Amerikaanse soulzangeres groeide op met de muziek van de Beatles, CSN&Y, de Allman Brothers en blues met Janis Joplin invloeden. Op haar 21ste verhuist ze naar Los Angeles waar ze in allerhande locaties optreedt en uiteindelijk toetreedt tot en frontvrouw wordt van de Southern Rock formatie Peculiar Boogie, waarin de dames het blijkbaar voor het zeggen hadden. Na twee cd’s wordt de groep ontbonden en belandt Lisa in Seattle waar ze stilaan aan een solocarrière begint te denken. In de zomer van vorig jaar ziet uiteindelijk het mini album Simple het levenslicht, dat door Lisa intussen gepromoot wordt via optredens door het zuidoosten van de VS. Tijdens deze promotietour wordt Lisa geruggensteund door The Dirty Girls, een drietal vriendinnen waarmee ze op 7 het podium een muzikaal ‘vraag en antwoord’ spelletje speelt en door haar begeleidingsband ‘The Gents’ waarvan er ook een aantal leden op deze cd meespelen. Blanke soul en gospel vormen de ingrediënten van Simple, waarop we kennis kunnen maken met Lisa’s uitzonderlijk talent als zangeres en songsmid (de zes songs zijn allen van haar hand). Opener Swamp Song is pure gospel en laat ons kennismaken met Lisa’s fantastisch stemgeluid; gooi tante Tina, Aretha Franklin en Janis Joplin in één persoon en je zal begrijpen dat daar een magische stem uit voortvloeit. Via de mooie ballad en tevens titeltrack, belanden we bij een tweede hoogtepunt, Bring Yourself Back, waarin ik een beetje Janis’ versie van de Garnet Mimms klassieker Cry Baby ontwaarde, maar dan een tikkeltje minder doorzopen gebracht. Volgende hoogtepunt en tevens parel van de plaat is High On Her Perch, waarin Lisa bij momenten en in pure 60ties en 70ties soulstijl, alle registers opentrekt. Dit bijna acht minuten durende epos deed mij ontzettend hard aan de Marlena Shaw klassieker Woman Of The Ghetto denken, en dit is wel een heel groot compliment. In het afsluitende Got 2 See You kruipt Lisa dan nog eens in de huid van Tina Turner om waardig en met een mooie harmonica riff de cd af te sluiten. Kortom, deze Lisa Marshall is een verademing binnen het soulwereldje en een lust voor oog en oor tijdens optredens. Zijn er nog zomerfestivals die een gaatje in hun affiche moeten opvullen? Ik zou niet twijfelen, want met deze Lisa Marshall haal je gegarandeerd een hoogstaand muzikaal spektakel binnen. Klasse en zeker te ontdekken! (BD) Mastercastle / The Phoenix / Lion Music LMC261 Joe Stump / Virtuostic Vendetta / Lion Music LMC260 (Bertus) Zijn er headbangers onder ons? Ik geloof het niet en ik denk dat deze cd’tjes daar niets aan zullen veranderen. Ik vraag me trouwens af waarom beide cd’s überhaupt naar MazzMusikaS gestuurd moesten worden. Maar goed, ze zijn er en dus krijgen ze een beurt, evenwel een korte. Mastercastle is een Italiaanse metal band met als spil gitarist Pier Gonella. Over zijn muzikale woordenschat kan ik kort zijn: ‘subtiliteit’ komt daar niet in voor, ‘cliché’ duidelijk wel want z’n spel is er een opeenstapeling van. Zangeres Giorgia Gueglio haar stem is niet onaardig maar ik ben er nog niet helemaal uit of ze nu de twaalfde of de dertiende in het dozijn is. Tien songs (nu ja, zo noemen ze dat in metal middens) brengen ze, die vlot van het ene oor naar het andere vliegen en dan in het niets verdwijnen. Niettegenstaande al dat minder goede nieuws heb ik de cd met gemak kunnen uitluisteren, weliswaar met een spotlach op de lippen. Dit is echt zo’n groepje dat wel eens hoge ogen zou kunnen gooien op een toekomstige editie van het Euro Song festival. Waarschijnlijk doordat ze met hun oubollige lawaai de juryleden even wakker schudden. En dan, Joe Stump! Die zit blijkbaar al 16 jaar in de ‘Kijk eens mama, zelfs zonder handen!’ business, maar ik ben blij dat ik er tot nu toe geen drie seconden van heb moeten meemaken. Gitaar neuken tot in de hoogste graad; als ik die gitaar was, ik vroeg een (v)echtscheiding aan. Twaalf gedrochten in totaal waarover de maker durft beweren dat hij niet het warme water opnieuw wil uitvinden, maar gewoon z’n invloeden vermengt. Dat zijn dan Ritchie Blackmore, Yngwie Malmsteen en Gary Moore, naast nota bene Bach, Vivaldi en Paganini. Gelukkig zijn die laatste drie al tot as vergaan, anders zouden zij zich wel eens lelijk kunnen kwetsen tijdens het omdraaien in hun graf. Als ik een vijand had, ik stuurde hem meteen dit exemplaar. (MN) PS. En hopelijk stuurt de distributeur óns dit ‘materiaal’ níet meer?!!! Abi Moore / Things We Should’ve Said… / Eigen beheer (www.abimoore.com) Abi Moore is een jonge (26 j) Hongaars/Engelse singer-songwriter, opgegroeid in Lincolnshire (UK). Tussen haar vijfde en zeventiende leerde ze keyboards, viool, drums en percussie spelen en zong ze in allerhande koren, verschillende bands, deed hier en daar wat studiowerk, werkte in het cabaret en acteerde in musicals. Tegen de tijd dat ze 19 werd, was ze instrumentalist. Rond 2002 ging ze zich concentreren op songschrijven in de akoestische folkrichting. In 2006 verscheen haar vlot ontvangen debuutalbum The Aftermath Of ‘96, dat een soort akoestisch dagboek werd, een persoonlijke overzicht van Abi’s voorbije decennium. Over haar nieuwe album Things We Should’ve Said zegt ze: ‘Om je een idee te geven: als je van muzikanten als Simon & Garfunkel, James Taylor, Stevie Wonder, Kate Bush, Paul Carrack, Crowded House, Carole King en Sarah McLachlan houdt, zul je dit album ook goed vinden.’ Maar gek genoeg is er niet veel terug te vinden van deze invloeden of voorbeelden. Veel folk is er niet meer over en misschien doordat Abi opgroeide eind jaren 80 en in de jaren 90 staat het album vol van pop- en rockinvloeden. Zo waagt ze zich zelfs aan een paar moderne beatjes en blijkt de veelbelovende titel World Leaders And Power Seekers een draak van een hoekig funknummer te zijn waarin de toch best krachtige tekst volledig vervliegt doordat haar stem zich absoluut niet leent om dit soort muziek te zingen. Abi’s stem is lief en meisjesachtig. Op de rest van het album hoor ik een jonge muzikante die iets te vertellen heeft, maar haar gedachtes af en toe te naïef verwoordt, en songs die te weinig maturiteit uitstralen. Het zijn songs die zeker niet de tijd zullen doorstaan, omdat ze niet catchy genoeg zijn om een hit te genereren en niet genoeg diepgang hebben om indruk te maken. Het zijn meer vluchtige spielereien zonder impact. Maar Abi heeft zeker wat te vertellen en haar kritische teksten zijn de moeite waard, alleen moet ze een ander vehikel vinden om haar woorden kracht bij te zetten of om ze tot hun recht te laten komen. ‘We’d rather vote for the cabaret star of the year, than vote for a leader to free our country of fear’. De vraag is natuurlijk of de mensen nog een persoon in de politiek (her)kennen die hen zou kunnen verlossen van die ‘fear’? (PJAC) The Mystix / Down To The Shore / Mystix Eyes 324 (www.themystix.com) ‘A Regional Roots Supergroup’ is de omschrijving die deze band op zijn website ter verduidelijking meegeeft. En inderdaad, als je de staat van dienst van deze Bostonians even bekijkt, ga je een beetje duizelen. Frontman Jo Lily heeft een verleden in Duke & the Drivers en de andere vier Mystix (Bobby Keyes op gitaar, Marty Ballou op bas, Marty Richards op drums en Tom West op keyboards) verdienden hun sporen bij Groot Volk als Peter Wolf, Duke Robillard, Jerry Lee Lewis en de J. Geils Band. Om maar te zeggen dat we hier niet meteen met kleuters te maken hebben! En toch kon het gebeuren dat de eerste twee cd’s van dit gezelschap in Europa zo goed als volledig onder de radar door vlogen. Daar zal met deze derde allicht wel wat verandering in 8 komen en dat is volledig terecht. Dit is namelijk een erg gevarieerd leuk wegluisterend rootsplaatje, waarop de band laat horen dat ze veel stijlen onder de knie hebben. Dat resulteert dan in een heerlijke stoofschotel, waarin de funky, swampy tonen de boventoon voeren. Jo Lily heeft een heerlijke schuurpapieren stem, die heel af en toe die van Willlie Nelson achterna hinnikt en die bijzonder goed tot haar recht komt op het dozijn songs dat de plaat bevolkt. Dat zijn voor de helft originelen en voor de helft covers van min of meer obscure songs van onder anderen Pops Staples, Roscoe Gordon, J.D. Miller en Porter Wagoner. De optelsom van één en ander is een heel fijne plaat die ons, op dit tijdstip van het jaar, doet hopen dat één of andere festivalprogrammator deze fijne heren de plas wil laten oversteken. De cd is overigens de aanschaf alleen al waard omwille van de schitterende cover van Jules Blattner & the Teen Tones’ Gamblin’ Man! (DH) Willie Nile / House Of A Thousand Guitars / Blue Rose BLU DP0486 (Sonic Rendezvous) Deze keer hebben we niet al te lang moeten wachten op een nieuwe Willie Nile cd. Dat was in het verleden wel eens anders. Zijn schitterende cd Streets Of New York dateert maar van 2006 en in tussentijd was er ook nog de live cd + dvd Live From The Streets Of New York. In zijn 30-jarige muziekcarrière had hij meermaals problemen met diverse platenfirma's waardoor zijn platen en cd's zeer onregelmatig verschenen. Met 3 cd's in 4 jaar tijd is hij aan een zeer productieve periode bezig. En ik denk dat hij bij het Duitse Blue Rose label aan het juiste adres is. House Of A Thousand Guitars is een waardige opvolger voor Streets Of New York, dat er in 2006 in slaagde van mijn eindejaarslijstje te halen. Of het met House Of A Thousand Guitars dezelfde weg opgaat, weet ik nog niet. Maar met elke beluistering vind ik hem beter en beter. Kom het mij binnen een half jaartje nog eens vragen. Er is niks veranderd en dat is maar goed ook. We krijgen aldus het gebruikelijke recept voorgeschoteld: pure onversneden rock-’n-roll en powerpop. Wanneer je naar een Willie Nile cd luistert, komen steevast dezelfde referenties opduiken: Bruce Springsteen, Joe Strummer, Little Steven, Graham Parker, Tom Petty, Lou Reed, Bob Dylan... Er zijn slechtere namen te verzinnen. Voor de ene helft van de cd-opnames heeft hij de hulp ingeroepen van zijn vaste liveband The Worry Dolls, zijnde gitarist Andy York (John Mellencamp, Ian Hunter), bassist Brad Albetta (Teddy Thompson, Martha Wainwright) en drummer Rich Pagano (Rosanne Cash, Patti Smith), de andere helft is ingespeeld met de band van zijn vriend, drummer en co-writer van een pak songs op deze cd, Frankie Lee. Die bracht gitarist Steuart Smith (The Eagles, Rodney Crowell) en basist Stewart Lerman (Loudon Wainwright III, The Roches, Jules Shear) mee. Opener House Of A Thousand Guitars gaat over een ingebeelde plaats waar de meest uitéénlopende muzikanten samen zitten en muziek maken. Run doet aan de betere Tom Petty denken. Zoals gebruikelijk staan er ook een paar stevige rockers op. De rockers van dienst hier zijn Doomsday Dance, een Southern getinte rocker waarin het lijkt alsof New York even in Texas ligt, en Magdalena met zijn zeer aanstekelijk refreintje. Zijn songs moeten het ook van de inhoud hebben. De donkergetinte pianoballade Now That The War Is Over gaat over de oorlog in Pakistan, Afghanistan en Irak maar had eveneens, moest de song begin jaren '70 gecomponeerd zijn, over Vietnam kunnen gaan. De popsong Her Love Falls Like Rain bevat prachtige harmony vocals en subtiel gitaarspel. Give Me Tommorow, dat hij geschreven heeft net voor de Amerikaanse verkiezingen, werd opgepikt door de entourage van de toenmalige presidentskandidaat Barack Obama en gebruikt in zijn campagne. Hopelijk levert hem dat iets op. Het prachtige Touch Me is een eerbetoon aan zijn verleden jaar overleden broer John. The Midnight Rose kan zo op het repertoire van The Boss. En wie een songtitel verzint zoals When The Last Light Goes Out On Broadway kan bij mij niks verkeerd doen. House Of A Thousand Guitars is een knap plaatje van een songwriter/muzikant die ik even hoog inschat als alle andere grote jongens die van New Jersey en New York afkomstig zijn. Je kent ze wel. (BV) PG & Frank / Chasing The Wind / Steelmountain SF2009 (www.pgfrank.com) PG & Frank staat voor PG Stølen en Frank R. Fjellvang, twee Noorse heren van bijna middelbare leeftijd, die al ruim twintig jaar samen muziek maken. Hun muziekjes situeren zich in de moderne countryhoek en de plaat lijdt bij momenten een beetje aan het euvel waar wel meer artiesten uit dat segment ziekjes aan zijn. De dunne lijn tussen ‘gevoelig’ en ‘melig’ wordt niet altijd tijdig opgemerkt en bijgevolg wel eens overschreden. Dat doet niets af aan de even waarachtige vaststelling dat een aantal van de songs leuke melodielijnen hebben, waarop de vocalen van de beide heren naar hartelust tegen elkaar aan kunnen schurken. Beeld u een klank in, in de stijl van de Eagles, met een toefje J.J. Cale er doorheen. Minpunt aan dit als geheel fraai plaatje zijn de niet altijd even overtuigende vocalen. Flying Burrito Brother John Beland zat achter de knoppen en droeg meer dan een instrumentaal steentje bij. Uitschieters: de titelsong, Sam en Mama. (DH) MT Robison / Promise / Eigen Beheer (www.mtrobisonmusic.com) Bij het herhaald beluisteren van deze plaat, vroeg ik me meer dan eens af of er in deze wrede wereld eigenlijk wel plaats is voor een man als MT Robison. De kerel was mij tot voor deze cd compleet onbekend en bij het lezen van de liner notes dacht ik, eerlijk, dat er van de man een klein hoekje af was. Zo richt hij zich tot al zijn luisteraars om te zeggen hoe blij en gelukkig hij wel is dat er iemand naar zijn muziek wil luisteren, hij signeerde het inlegboekje met ‘blessings’ en noemt al wie aan de plaat meewerkte ‘my special angels’. Dat doet echter allemaal niks af aan de vaststelling dat deze wat rare meneer een bijzonder fijn plaatje heeft afgeleverd. Rootsy rock ergens in het gebied tussen Elliott Murphy, Calvin Russell, Willie Nelson en Beck in. Ik zie u al met de ogen knipperen van onbegrip maar wees gerust: dat zijn gewoon de namen waar ik aan moest denken terwijl de muziekjes passeerden. Uitschieter is voor mij Tattoo, waarin werkelijk alles samen en in de plooi valt. Daarmee zeg ik niks over de andere negen songs, allemaal zelfgeschreven, wat dromerige nummers, waarvan ik mocht vaststellen dat je er geboeid naar zit te luisteren, keer op keer, zonder dat ze ook maar een moment vervelen. Als ik u was (wat gelukkig niet het geval is) ik ging toch maar eens luisteren, want eindelijk hebben we nog eens een kerel in de buurt die een eigen, origineel verhaal vertelt! (DH) Snaarmaarwaar / Snaarmaarwaar / Appel APR 1314 (AMG) Hoe gaat het met de Vlaamse folk? Het gaat zeer goed met de Vlaamse folk, dank u. Het ‘snarentrio’ Snaarmaarwaar is daar het recentste bewijs van. Ze zijn de nieuwste hype en de revelatie op folkbals en -concerten. Snaarmaarwaar bestaat uit Peter-Jan Daems (mandoline), Jeroen Geerinck (gitaar en philicorda) en Maarten Decombel (mandola, lapsteel en harmonium). Deze drie heren hebben een rijk muzikaal verleden dat diverse Belgische folkgroepen en een breed palet aan muziekstijlen omvat, gaande van etnische, Keltische, Angelsaksische zowel als Franse, Vlaamse tot Italiaanse muziek en folk. Het merendeel van de songs op 9 hun eerste cd is eigen materiaal voornamelijk gecomponeerd door Maarten Decombel, ons niet onbekend als de gitaarspelende helft van het schitterende folkduo Göze. De rest bestaat uit traditionals uit Vlaanderen, Northumbria, Engeland, de Cevennen (een streek in het Zuiden van Frankrijk) en songs van Jaromir Vejvoda, een Tsjechisch componist en dirigent en Michael McGoldrick, ook wel de ‘Manchester flute legend’ genaamd. Laat je vooral niet afschrikken door termen als kadril, bourrée en dergelijke. We hebben hier niet te maken met belegen traditionele folk. Wel integendeel. De 13 songs op de cd klinken fris van de lever en je hoort duidelijk dat deze jongens zich uitstekend vermaakt hebben tijdens de opnamesessies. Het is een ware verademing om naar deze drie snarenkunstenaars te luisteren. Ze slagen erin van zachte, rustige folkliedjes perfect te laten samengaan met energieke, dansbare folksongs. Af en toe krijgen ze hulp van bevriende muzikanten (trompet, tuba, viool, bodhran, staande bas, fluit) die voor een extra boost zorgen. Maar het is vooral genieten als ze met hun drieën een sound neerzetten alsof er een gans orkest staat te spelen. Hoogtepunten bij de vleet: de traditionele Vlaamse folk van Kadril Van Mechelen/Colonne De La Gavre, het ronduit fantastische Bourrée De Montserrat (berg in Catalonië), hun versie van Michael McGoldricks Waterman's, de Franse wals/swing van Valse Sansoucis, Slekkepolka, folk met blazers inclusief Bayerisch polkadeuntje, en De Warmwaterkruik dat ondanks de titel ook iets Iers in zich draagt vanwege de extra toevoeging van viool, bodhran en fluit. Heerlijk plaatje. Rest mij enkel nog van deze jongens ergens ten lande live aan het werk te zien. Ik wil namelijk met mijn eigen ogen eens zien hoe ze met drie snaarinstrumenten het publiek op de folkbals aan het dansen krijgen. (BV) Robin Trower / [email protected] / Freeworld FREED5011 (Bertus) De eerste keer dat ik kennismaak met de Engelse gitarist Robin Trower is in het jaar onzes Heren 1976 wanneer ik op een woensdagmiddag in een radioprogramma van DJ en radiomaker Zaki aka Jackie Dewaele, vader van Stephen en David Dewaele, beter bekend als Soulwax, 2manyDJ's en The Flying Dewaele Brothers, via een muziekwedstrijd, de elpee Long Misty Days win. We zijn nu 33 jaar verder en ik heb die elpee nog altijd niet ontvangen. Ik weet dus nog steeds niet wat hij waard is. Wat ik wel weet, is dat er een dubbele live cd verschenen is van zijn laatste tournee doorheen Amerika. Ja ja, rock-, blues- en bluesrockgitarist Robin Trower is nog immer ‘alive and kickin'’ en ‘on the road’ na meer dan 40 jaar. Hij begon ooit als gitarist bij de groep Procol Harum om vervolgens solo te gaan in 1973. Ondertussen zijn we meer dan 25 platen verder en heeft hij samengewerkt met een hele trits bekende muzikanten waaronder Jack Bruce waarmee hij al 4 cd's opnam waarvan Seven Moons uit 2008 de laatste is. Robin Trower @ Royal Oak 2008 is de live registratie van een concert dat plaatsvond op 29 maart 2008 in het Royal Oak Music Theatre in Royal Oak, Michigan. Cd 1 bevat vermoedelijk het volledige concert dat hij die avond bracht: 14 songs, tijdsduur 75 minuten. Op de tweede cd krijgen we de bissen (3 songs, 12 minuten) plus een pak extra's die je enkel via de computer kan beluisteren/bekijken. Begin jaren '70 kreeg hij de bijnaam ‘The White Hendrix’. Ik zou ze niet willen te eten geven, al die gitaristen die als de nieuwe Hendrix door het leven moeten gaan. Nu valt er wel iets voor te zeggen dat de gitaarstijl van Trower raakvlakken heeft met die van Hendrix. Dat hoor je ook op deze live cd alhoewel hij hem niet klakkeloos kopieert. Op deze cd staat het gitaarwerk prominent op het voorplan. Stevige gitaarrock, Engelse bluesrock en af en toe wat rustigere passages met heel wat soleerwerk. Zijn band bestaat uit zanger Davey Pattison, lange tijd zanger in de formatie Gamma met Ronnie Montrose, bassist Glenn Letsch (o.a. Gamma en Montrose) en drummer Pete Thompson (Silverhead, Murray Head, David Byron Band (Uriah Heep), Cher, Melanie, Eric Bibb etc...). Deze live cd is gefundenes fressen voor de liefhebbers van 70ties gitaarrock, bluesrock en aanverwanten. (BV) U.S. / Music With Funkadelic / Westbound CDSEWM 149 (Munich) Met deze cd-heruitgave zitten we in het prille begin van wat later het Parliament/Funkadelic imperium zou worden. Toen deze plaat werd opgenomen begin jaren zeventig was er al sprake van Funkadelic maar enkele leden van U.S. (United Soul) behoorden tot de vriendenkring van George Clinton en ze waren dan ook eigenlijk gelijkgestemde zielen. Er is sprake van dat één single het levenslicht zag met twee songs (Baby I Owe You Something Good/I Miss My Baby) die later in al dan niet veranderde versies op twee LP’s (Cosmic Slop en Let’s Take It To The Stage) van Funkadelic zouden terechtkomen. Er is echter weinig te vinden over die single en de LP die moest volgen, kwam er al helemaal niet. Daar moet een goede reden voor geweest zijn; Funkadelic sloeg op dat moment in als een bom en waarom zou het label, Westbound, twee groepen in dezelfde stijl promoten? Nochtans zijn de vijf songs (plus de single versies) op de cd zeer de moeite. Een mix van doo-wop (een cover van This Broken Heart van The Sonics uit 1959), soul, funk en rock in een psychedelische cocktail. Gary Shider, de toenmalige spil van de groep kon rekenen op hulp van Funkadelic leden zoals Bernie Worrell, Fuzzy Haskins, Ray Davies en last but not least Eddie Hazel, die met een reeks ongelooflijke gitaarsolo’s voor de pinnen komt. Gary zag die LP release dan wel door de neus geboord, maar het is geen wonder dat hij later een prominente figuur zou worden in de P.Funk natie. Voor de diehard fans van die P.Funk is dit verplichte kost, een onmisbare schakel die de historie van deze eigenzinnige muziekstijl alweer een beetje vollediger maakt. (MN) Ad Vanderveen / Faithful To Love / Sonic Rendezvous SRV 052 (Sonic Rendezvous) Ad heeft in z’n carrière al heel wat songs geschreven die een huiskameratmosfeer uitademen, maar nu ging hij z’n nieuwe cd ook daadwerkelijk opnemen in de huiskamer van producer Jim Morrison. Het resultaat is een intimistische plaat met songs die klinken alsof hij ze brengt in je eigen huiskamer. Elf akoestische songs met zijn zoetgevooisde zang en zijn gitaar, aangevuld met backing vocals van, of in duet (Build Me A Home: erg mooi!) met Kersten de Ligny (ook gitaar) en af en toe de viool, viola of mandoline van Jim Morrison. Allemaal eigen songs uitgezonderd All My Money On You van Diana Jones en Houses In The Fields van John Gorka, maar daar weet Kersten met haar mooie folky zang zonder moeite haar stempel op te drukken. Bijzondere songs eruit plukken is zeer moeilijk – wel een extra vermelding van Lose The Sorrow vanwege het prachtige gitaarspel – omdat de hele cd zich als een zoet broodje in de oren nestelt… op voorwaarde dat de luisteraar zich afzondert om er met volle teugen van te kunnen genieten. Adje doet het weer! (MN) Randy Weeks / Going My Way / Certifiable CR 2009-01 (Sonic Rendezvous) Going My Way is alweer het vierde soloalbum van de Californische, nu in Texas residerende, countrygetinte singer-songwriter Randy Weeks. Tot eind jaren negentig maakte deze zanger/gitarist deel uit van de legendarische Lonesome Strangers en is hij te 10 horen op albums van Dwight Yoakam. Teddy Morgan, Heidi Newfield en Lucinda Williams namen songs van hem op en een aantal filmmakers gebruikten zijn muziek voor hun soundtracks. Going My Way is een countryrockplaat met nogal wat popinvloeden. Mede daardoor staan er hier en daar behoorlijk catchy nummers op dit album. Wat meteen opvalt is Weeks Lou Reed-achtige vocale benadering in opener I Couldn’t Make It, een rocker die een Tom Petty-aanpak meekrijgt. Ook het titelnummer krijgt dezelfde benadering met Weeks’ korte fraseringen in de bijna gesproken tekst. That’s What I Do brengt Weeks in een ‘Paul McCartney meets Willie Nelson’-uitvoering, terwijl Summer Of Love een Chris Isaak-sfeertje uitstraalt. A Lot To Talk About is een FM-rocker, die samen met Fine Way To Treat Me hitkwaliteiten heeft. I Think You Think is helemaal in de funky New Orleans traditie geschreven en Hard To Believe heeft dan weer een gospelgevoel. I Think You Think en I Couldn’t Make It zijn goede voorbeelden van Weeks’ liefde voor woorden en woordspelletjes. Zijn teksten zijn gedetailleerde observaties over de ups and downs van het liefdesleven, teksten die bijna altijd ironisch of geestig zijn. (PJAC) Zinger / Rainbow Underwear / Eigen Beheer Debuut EP van een nieuwe groep uit West-Vlaanderen (de buurt van Deerlijk). Op de plaat 5 nummers die niet direct in het genre van ons freezine liggen. De jongens deden dit in navolging van hun positieve respons tijdens talentenjachten. Zo hebben ze een visitekaartje. We krijgen hier stevige rockpop te horen die vooral steunt op een beat en prominente keyboards. Om enkele namen te noemen waar de muziek aan doet denken: Weezer, Grandaddy, Eels… Opener Trampoline is een up-tempo nummer dat in de late uurtjes zeker op fuiven kan gedraaid worden. Het is te beluisteren op www.myspace.com/zingerband. Cameleon is een rustiger nummer dat aan The Cure doet denken. Phoenix en California Anyway zijn wat mij betreft minder doordat deze nummers lijden aan de ziekte ‘te veel in een nummer’ stoppen en daardoor alle richtingen uitgaan en nergens uitkomen. Hoewel het Fleet Foxes getinte einde van California zeker iets is om verder op te werken. Beste nummer van de plaat is afsluiter Y12: een rustig nummer met een mooie trompet, tedere zang en zeer geschikt om op de radio te draaien. Kortom, een beloftevol visitekaartje van een groep die pas een goed jaar bestaat en nog veel progressiemarge heeft. (LD) Alles uit deze e-zine mag geknipt en geplakt, gekopieerd, geheel of gedeeltelijk overgenomen worden na het fiat van de afzender. Vals volk maakt daarentegen veel kans op een voodoovloek met wreed virus! Distributeurs met een hart voor muziek sturen hun giften in natura (cd’s, géén brood, boter & charcuterie!) naar: MazzMusikaS Free-zine, Van Erstenstraat 24, B-2100 Deurne-Antwerpen, België 11