Veldnamen en historische boselemen Sinds november 2007 wordt er op Landgoed de Eese in de Kop van Overijssel intensief onderzoek uitgevoerd naar de veldnamen. Veldnamen of microtoponiemen zijn namen die gebruikt worden voor bepaalde bospercelen of cultuurgrond. Veldnamen ontstaan en verdwijnen. Sommigen zijn al eeuwen oud, anderen zijn van recente datum. Landelijk gezien zijn veel toponiemen in de vorige eeuw verdwenen als gevolg van verstedelijking, industrialisatie en niet in de laatste plaats door ruilverkaveling. o p naamkundig gebied kan Landgoed de Eese a1s wij uniek worden beschouwd, omdat hier tot aan het eind van de 20" eeuw veldnamen zijn ontstaan. Vaak geven veldnamen een aanduiding van het gebruik van de grond, de eigenaar of de pachter, de begroeiing, enz. Als de namen goed in kaart worden gebracht, vertellen zij een groot deel van de cultuurgeschiedenis van het landgoed. Tijdens het onderzoek werd steeds meer duidelijk, dat er behalve oude veldnamen nog veel meer cultuurhistorische aspecten op het landgoed aanwezig zijn. !o De coniferenlaan op Landgoed de Eese G 6 c o .9p n E6 Ligging en gebruik De Eese is eigendom van de familie Van Karnebeek. De voormalige Minister van Buitenlandse zaken, jhr. mr. dr. H. A. van Kamebeek, kocht het landgoed in 1923 van de koffiehandelaar Onnes van Nijenrode, die het in 1915 op zijn beurt had gekocht van de familie Brants. Tot 1879 was het landgoed meer dan twee eeuwen eigendom van de familie Van Rechteren. Het centrum van het landgoed, met daarin het in 1917 gebouwde houten landhuis, is aangewezen als cultuurhistorische buitenplaats. Het landgoed heeft een oppervlakte van circa 800 hectare en ligt voor tweederde in de provincie Overijssel; een derde ligt in Drenthe, terwijl er nog een klein gedeelte tot Friesland behoort. De naam 'Drieprovinciepunt' laat zich dan ook makkelijk verklaren. Tot 2005 werd zo'n 350 hectare voor de landbouw gebruikt, waaÍvan nu 255 hectare een natuurbestemming heeft gekregen om deel uit te gaan maken van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Met name in de eerste helft van de 20" eeuw heeft de landbouw op het landgoed een grote ontwikkeling doorgemaakt, o.a. voor de vermeerdering van de beroemde Petkuser Winterrogge, waarvoor de Eese een erkend aanbouwstation was. Grote percelen heideveld zijn ontgonnen en tot landbouwgrond gemaakt of ingeplant met bos. Namen a1s 'Ontginning 1919' en 'Ontginning 1920' stammen uit die tijd. Herkomst van veldnamen Veldnamen van landbouwpercelen houden vaak verband met de grootte, zoals 'de L l bunder' of van de gebruiker zoals het 'Land van Winters'. Ook de windstreken komen veehrrldig voor i.n benamingen, zoals 'Tên oosten van de Gierwal'. Een dergeh3ke wijze van naamgeving is door de eeuwen heen ge- z o o bruikehjk geweest. Vaak gev en v eldnamen een aanduidíng v on het gebruih vdn de grond, de eigenaar of ile pachter, of ile begroeííng H. Bouwman is wijwilliger bij Landgoed de Eese. Eerder deed hij een veldnamenonderzoek in de Koninklijke Houtvestedj Het Loo en een onderzoek naar waternamen voor Staatsbosbeheer in de \Meerribben. Als basisschoolleraar is hij betrokken bij het project Van Luchtkasteel tot Dassenburcht. Een eerste, verrassende conclusie van het onderzoek was, dat de naam'Eese'een heel andere achtergrond heeft, dan daarvoor algemeen werd aangenomen. In alle gangbare literatuur vanaf het midden van de 20" eeuw werd de naam verklaard als zijnde 'gebied met bosschages en struiken'. Dit berust echter op een misvatting. De naam 'Eese' is afgeleid van het ten op Landgoed Heerlij kheid de Eese woord 'ees', in het Nieuwfries 'ies', dat'bijeengelegen bouwIand'betekentl. Op de Eese wordt inderdaad al eeuwenlang landbouw bedreven. De naam 'Eze' komt al voor in de 13" demis', een naam die nog steeds wordt gebruikt, komt al voor in de 18'eeuwse registers. eeuw. Historische elementen Tot de oudste gevonden namen behoren het'Galgenveld' en het 'Kiekersveld', die nog uit de Middeleeuwen moeten stammen, toen de Heren van de Heerhjkheid de Eese nog een eigen rechtspraak voerden. Het Galgenveld ligt achter het Slotje, het oudste huis op de Eese, dat in 1619 gebouwd werd op de plaats waar daawóór al een (versterkte) woning stond. Ernaast lag het Kiekersveld, waar de mensen naar de terechtstelling stonden te 'kieken'. Hoewel volgens de Gedeputeerde Staten de Heerlijkheid vanaf 1602 onder toezicht moest staan van de schout van Steenwijk, hebben de Heren van de Eese zichdaar nooit veel aan gestoord. Pas brj het begin van de Franse Trjd, in 1795, werden alle heerlijke rechten afgeschaft. Toch hebben we uit die trjd dus bloemrijke namen overgehouden. Bij het in kaart brengen van de oude percelen kan gebruik gemaakt worden van de talrijke oude boswallen die op de Eese aanwezig zijn. En juist die wallen geven \Meer méér informatie over het landschap. Deze wallen worden beschouwd als'historische boselementen'. Historische boselementen zijn boswallen, greppels, lanen, markante bomen, grenspalen, grafheuvels, historische bostlpen, kuilen, enz. Deze boselementen zijn in Nederland de laatste jaren steeds meer in de belangstelling komen te staan. Op veel boswallen staan nog vaak oude eiken stoven uit de tijd dat er regelmatig hakhout werd geoogst. Bepaalde planten die in de nabijheid voorkomen, zoals het lelietje van dalen en het dalkruid zijn indicatoren voor oud bos. Mede aan de hand daarvan is het mogehjk oude bosgebieden te lokaliseren. Eese, Drteptro'vinciepunt, Gier slo ot, G algenv eld, 6 co .@ Eo Kíehersv eld, Vredeb ergen, Brantdahher s, Kuilew eld, Achterhout, Wildernis. gÊ !o .. T Een naam uit de 17" eeuw is de'Giersloot', afgeleid van het 'veen genaemt De Gijer', vermeld op een kaart uit 1628. Deze naam houdt verband met de Oostfriese variant voor 'geer', dat 'schuin of spits uitlopend stuk land'betekent. De Giersloot vonnt nu nog voor een deel de grens tussen Overijssel en Drenthe. In de l6e en 17" eeuw hebben zich hier jarenlang twisten voorgedaan tussen de Heren van de Eese en de naburige boeren uit Nijensleek, die aanspraak maakten op het veen, waarop de Heren van de Eese hun rechten lieten gelden. De naam 'De Vredebergen' zal daarrrLee vermoedelijk verband houden. Huisarchief biedt tijdsbeeld In het Huisarchief van de familie Van Karnebeek werden vele brieven en verslagen gevonden van woegere bedrijfsleiders. Hieruit konden talloze wetenswaardigheden worden geput over de diverse ontginningen, bebossingen en het gebruik van de verschillende percelen. Het taalgebruik in de stukken geeft op schitterende wijze het tijdsbeeld weer. Een voorbeeld van het gebruik van een perceel is de naam 'De Brandakkers', waar vroeger houtskool werd gebrand. Op het 'Kuilenveld'werden in de eerste helft van de 20' eeuw de aardappelen ingekuild. Aankondigingen van publieke houtverkopingen uit het begin van de vorige eeuw vorrnen eveneens een belangrijke bron voor het vinden van veldnamen. Veel namen hieruit zr.1n brj de oude generatie, die werkzaam ofwoonachtig \Mas op de Eese, al niet meer bekend. In overzichten van de werkverschaffing uit de jaren '30 kon via bijstaande kadastrale aanduidingen vaak een locatie worden gevonden van aangetroffen namen. Bestudering van de zogenaamde'houtverkopingsregisters' uit de 18" eeuw maakte duidelijk, dat veel namen ouder zijn dan voorheen werd aangenomen. Een naam zoals'Het Achterhout' bleek toen al bekend te zijn als 'Agterholtscamp'. Ook'de Wil- Fragmant van de haart van Thoma Berentsz,7674, Uítsnede uit een Joto tan John Stoel Andere historische elementen zijn de aanwezige graÍheuvels uit de Bronstijd en de Celtic Fields uit de IJzertijd. Celtic Fields zijn akkertjes uit de periode van ca. 600 voor tot 200 na Christus. Deze akkers, met afmetingen van circa 35 x 35 meter, werden omwald met afual uit het ontgonnen perceel, zoals stenen en stronken. Omdat in de loop der tijd dezewalletjes geleidelijk steeds hoger werden, is de vochthuishouding daar blijvend verstoord, zelfs nu in het veld van die ophogingen niets meer is overgebleven. Op luchtfoto's uit de vijftiger jaren zijn de walletjes aIs gijze streepjes zíchtbaar. Zobleek, dat bepaalde grenslijnen uit de lJzertijd exact overeenkomen met huidige begrenzingen in het landschapl Contouren die ook zichtbaar zijn op een unieke kaart van'De Heerhjkheid Eese' uit 1614, die in het Drents Archief werd aangetroffen. Sommige vorÍnen van percelen zijn dus al eeuwenoud. z o o .E J Het Slotje uit 1619 Het landhuis uit 1917 Oorspronkelijk heeft er op de Eese ook een hunebed gelegen. Dit is echter omstreeks 1840 geheel gesloopt, waarbij de kapotgeslagen stenen hun bestemming vonden bt1 dr;kversterking. Professor Van Giffen heeft in 1918 de locatie onderzocht, hetgeen in 1985 nog eens dunnetjes werd overgedaan door Brindley en Lanting. Bij het uitdiepen van de Zwemvijver in I9ó0 werd een wagenwiel gevonden, dat gedateerd kan worden op ca. 2ó00 voor Christus. De Eese is dus rijk naar de horizon steeds smaller wordt, teniet gedaan. Als men nu aan het begin van de laan staat, Iijkt het alsof de coniferen, die inmiddels een hoogte hebben bereikt van ca.25 meter, geheel parallel zijn aangeplant. aan archeologische bijzonderheden. c o m 'd 3 E ! o ! ffi Een uniek historisch boselement is verder de zogenaamde 'Franse Laan' of 'Coniferenlaan'. Deze 330 meter lange laan bestaat uit twee rijen coniferen, de Chamaecyparis Lawsoniana, aangeplant in 1932. De bijzonderheid hierbij is, dat de laan aan het begin heel smal is, terwijl zr.1 aan het einde veel breder is. Daarmee wordt het optische effect, dat de laan Cultuurgrond aanof verkopen? ingsmaatscha ppij 'Rhoon, Pendrecht en Coftgene'BV biedt pacht en erfpacht als aantrekkelijke financieringsvorm bij: - aankoop van cultuurgrond - bedrijfsoverdracht - bedrijfsuitbreiding Beleg De ontwikkeling op het landgoed staat echter niet stil. Naast de omvorming van landbouwgronden tot natuurgebied worden hakhoutpercelen aangelegd, solitaire bomen geplant en nieuwe lanen gerealiseerd, als nieuwe landschappelijke elementen. Onlangs werd in het centrum van de Eese een lindelaan aangelegd. In het kader van het educatieproject'Van Luchtkasteel tot Dassenburcht' hielpen kinderen van basisschool de Ark uit Oldemarkt mee met het planten van de linden. Zo wordt bij de kinderen belangstelling gekweekt voor het landgoed. Op deze wijze maken zij daadwerkelljk deel uit van de geschiedenis van de Eese. De toekomst zal 1eren onder welke naam dezelaan gebruikt zal worden. Het is van belang om bijzonderheden omtrent het aanplanten van een dergelijke laan en de overige veranderingen goed te documenteren voor het nageslacht. De actualiteit van vandaag is de geschiedenis van morgen! g Wij zijn ook geïnteresseerd in aankoop van cultuurgrond in verpachte staat. z o o Voortgaande ontwikkeling Beleggingsmaatschappij'Rhoon, Pendrecht en Cortgene' BV is al ruim 150 jaar verpachter van agrarisch onroerend goed. Inmiddels zi.jn er ruim 150 veldnamen in kaart gebracht en er worden nog steeds vorderingen gemaakt met het onderzoek naar de historische elementen. Samengevat kan worden gesteld, dat een beschrijving van de veldnamen en de voorkomende historische boselementen een prachtig beeld geeft van de cultuurhistorie van een landgoed. Wellicht een suggestie voor andere landgoedeigenaren? 4 1) G. tan Berhel, en K. Samplonius, Nederlandse plaalsnamen, herhomst en historie, 2006. p. 1 18 Literatuur: Brongers, Dr. J.A., Air photography and celticfieldresearchin the N etherl ands. Rij ksdienst Bruinenberg, H., Wij in Voor meer informatie: Drs. F.W.H. van Beuningen Postbus 193 3950 AD MAARN telefoon: 0343 43 03 03 e-mail :[email protected] website : www.beleggingsmaatschappijrpc.nl voor Oudheidkundig Bo demon- derzoek, Amersfoort, I976 S te enw ijherwold, Steenwij k, t 9 80-2 Gevers, Jhr. A J. e.a., D e Hav ezaten in het Innd v an Vollenhov e en hun b ew oners. Uitgeverij Canaletto/Repro-Holland BV A1- phen aan den Rr.1n, 2004 Jansen, P en M. van Benthem, Hístoisc'l'teboselementen; Geschiedenis, herhenning en beheer. Stichting Probos, Geldersch Landschap en Geldersche Kasteelen, Waanders Uitgevers, Wageningen 2005 Postema, J., Tussen graal en maire. Bijdragen tot de geschiedenis van Steenwijh en omstrehen voornamelíjh in de 16e en f7e eeuw. lsselakademie, Kampen, 1987.