Preekserie ‘Wonderen (ziekte/genezing)’ Schriftlezing uit Romeinen 11: 33-36 PP 2x 33 Hoe onuitputtelijk zijn Gods rijkdom, wijsheid en kennis, hoe ondoorgrondelijk zijn oordelen en hoe onbegrijpelijk zijn wegen. 34 ‘Wie kent de gedachten van de Heer, wie was ooit zijn raadsman? 35 Wie heeft hem iets gegeven dat door hem moest worden terugbetaald?’ 36 Alles is uit hem ontstaan, alles is door hem geschapen, alles heeft in hem zijn doel. Hem komt de eer toe tot in eeuwigheid. Amen. Min of meer staan er drie vragen centraal in de preek van vandaag: 1. Waar komen ziekte en lijden vandaan? 2. Wat zijn wonderen? 3. Wat leren wonderen ons over God? Klaas van Dijken is een journalist die tijdens de ziekte van zijn vader Jan een weblog op internet bijhield. Een digitaal dagboek voor familie, vrienden en kennissen. Een deel van dit blog is afgelopen december gepubliceerd in het tijdschrift ‘De Nieuwe Koers’. Ik wil een klein stukje voorlezen, waarin hij het lijden van zijn gelovige vader beschrijft. Op het moment van schrijven heeft zijn vader bovenop de botkanker en alle bijwerkingen van de chemokuur, ook nog een hersenvliesontsteking gekregen. Hij is verward en schreeuwt het regelmatig uit als pijnaanvallen door de morfine heen breken. Klaas schrijft: ‘Af en toe zegt hij wat. Het zijn losse flarden uit zijn kindertijd, een liedje over een draaimolen. Als hij wakker en helder is, dan weet hij dat het een warboel is in zijn hoofd. Maar deze dag wordt hij niet wakker. Af en toe jaagt hij een duivel onder zijn bed vandaan. Mijn vader balanceert op het randje van de dood en ik kijk stil voor me uit. Dan begint papa uit het niets te bidden met een duidelijke stem. Hij bidt dat God degenen die het moeilijk vinden te geloven, wil laten inzien dat Jezus het leven heeft gegeven. Dan slaapt hij weer verder en droomt onrustige dromen. Ik kan niet anders doen dan huilen. Ik voel me intens verdrietig dat ik niet meer dat geloof heb dat hij me tijdens de opvoeding heeft meegegeven.’ Zijn moeder vraagt of Klaas op het weblog de lezers wil oproepen om te bidden voor… een wonder en dus doet Klaas dat voor zijn moeder. Maar als zijn vader zijn laatste adem uitblaast en de familie om het bed staat en geestelijke liederen zingt, waaronder het ‘Onze Vader’ kan Klaas niet mee zingen. Hij kan de woorden niet over zijn lippen krijgen. Hij gelooft niet meer. ‘Onze Vader is niet mijn Vader.’ Wie is God? Wat is zijn karakter? Is Hij werkelijk almachtig? Heeft Hij alles in de hand? Is Hij ook verantwoordelijk voor het kwaad dat ons treft? Ziekte, onvruchtbaarheid, rampen, onheil; volgens de Heidelbergse Cathechismus komen ze ons allemaal toe uit Gods hand. En dat zegt de HC niet zomaar; er staan tal van teksten in (met name) het Oude Testament die daar aanleiding toe geven. Ik las pas van iemand die God bedankte voor een cadeau dat hij had gekregen. Het cadeau was kanker. Hij beschouwde dat als een gift van God, omdat het zijn geloof zou versterken en zijn afhankelijkheid aan God zou verdiepen. Het lijden als een gave. Voor een niet-gelovige zijn dit onbegrijpelijke uitspraken. Voor veel gelovigen misschien ook wel. Ik ben er zelf bijvoorbeeld van overtuigd zijn dat ziekte en lijden en dood niet van God komen. God is licht, in Hem is geen duisternis te vinden. God wil geen ziekte en dood, God wil leven! God is een God van genezing en voorspoed en zegen en leven in overvloed! Toen 1 God de schepping maakte, was die schepping goed en niet doortrokken van ziekte en dood. Kanker is geen gave van God; kanker is onderdeel van deze gebroken wereld, het komt uit het rijk van de dood, het is satanisch, het is onnatuurlijk, het is niet zoals God het bedoeld heeft. Ziekte, in welke vorm dan ook, is mensonterend, het is niet zoals we bedoeld zijn, het is zonde, het is niet Gods wil. God is goed en Hij haat de zonde. Maar als kanker niet van God komt en we toch kanker krijgen, kun je vervolgens drie conclusies trekken: PP 3x 1. óf God is helemaal niet almachtig; Hij vind het verschrikkelijk, maar kan er niets aan doen; 2. óf God is niet de oorzaak van kanker, maar Hij gebruikt actief het kwade in de wereld ten goede. Hij bezorgt mensen ziekte en onheil, Hij laat rampen gebeuren met een bedoeling en Hij is dus medeverantwoordelijk; 3. óf God heeft zich tot op zekere hoogte neergelegd bij de gebrokenheid van de wereld; Hij laat het tot op zekere hoogte toe en grijpt niet in. Hij beperkt zichzelf. Als Hij tóch ingrijpt, spreken we van een wonder. Totdat het einde komt, wanneer Hij voor eens en altijd zal ingrijpen en er geen ziekte meer zal zijn en geen dood, wanneer alle tranen afgewist worden en een nieuwe hemel en aarde werkelijkheid zullen worden, kiest God ervoor om in deze gebroken wereld door mensen heen te werken – en in het bijzonder door zijn Kerk – en laat Hij alle dingen medewerken ten goede voor hen die bij hem horen. Ik geloof zelf in die derde optie. Wat ik probeer te doen is God te leren kennen. Dat doe ik onder anderen door de Bijbel te lezen. Maar veel van wat in die Bijbel staat begrijp ik niet, of ik heb er vragen bij. Wat mij helpt, is om de Bijbel te lezen en te begrijpen vanuit Jezus. Hij is het centrum van de Bijbel. Hij zegt: ‘Wie mij gezien heeft, heeft de Vader gezien’. Als ik naar Jezus kijk, zie ik licht en leven. Ik zie hem niemand kanker bezorgen, of hartinfarcten, of melaatsheid, of dementie. Ik zie hem vol ontferming bewogen, ik zie de tranen over zijn gezicht stromen vanwege het lijden in de wereld, ik zie hem zelf de weg van het lijden gaan. Jezus laat ons Gods Vaderhart zien. En dat is een hart vol bewogenheid en vol ultieme liefde. En ik zie hem zieken genezen, bezetenen bevrijden, doden opwekken. Ik zie hem wonderen doen. Wat is een wonder? Gebeuren er vandaag nog wonderen? Ik denk het wel, net als de meesten van u, vermoed ik. En dan maak ik een onderscheid tussen ‘gewone’ wonderen en ‘wonderlijke/bovennatuurlijke’ wonderen. En ook daarin zult u mij waarschijnlijk wel volgen. ‘Gewone’ wonderen, dat zijn bijvoorbeeld dingen waar we vaak als vanzelfsprekend aan voorbij gaan, die heel veel gebeuren, maar die we wel als wonderen zien: - PP een vlinder die uit zijn cocon kruipt; - een kind dat zonder veel levensverwachting geboren wordt, maar het toch red - verzoening tussen twee verbitterde familieleden - ons lichaam dat herstelt van een zware griep - iemand die weer kan zien na een oogoperatie - werk vinden na een periode van werkloosheid - een verslaafde die breekt met zijn gewoonte - een gesprek van iemand van hart tot hart - PP Nick Vujicic, die geboren werd zonder armen en benen, maar vandaag massa’s mensen inspireert met een boodschap van hoop en blijdschap.(God deed een groter wonder) 2 Allemaal prachtige dingen, allemaal cadeau’s. Ook de natuurwetten en de kennis van de technologie zijn uiteindelijk allemaal afkomstig uit Gods scheppingsorde, uit zijn hand. Het zijn wonderen. De wereld is een wonder. Maar dan is er die andere categorie wonderen. Die komen ook uit Gods hand, maar zijn veel ongebruikelijker. Ze lijken de natuurwetten te tarten; we benoemen ze daarom als ‘bovennatuurlijk’. Ze zijn vaak veel spectaculairder in onze ogen. De Bijbel staat er redelijk vol van: PP - genezingen op gebed water dat in wijn veranderd lopen op water een bijl die blijft drijven 2 vissen en 5 broden vermenigvuldigen tot een diner voor een grote massa opstanding uit de dood Nou zijn we natuurlijk vooral geïnteresseerd in die laatste categorie. Gebeuren dat soort wonderen nog steeds in onze wereld, in de 21e eeuw? Ik geloof van wel. Niet alleen ken ik getuigenverhalen van vrienden die in India, Brazilië, Sri Lanka, enz. spectaculaire wonderen meemaakten (vrienden die ik ken en hoog acht en vertrouw), maar ik heb zelf ook dingen meegemaakt in mijn omgeving. Grote dingen en kleine dingen. Het laatste verhaal van iemand die ik ken, gaat ook over kanker. Een man van 76 met darmkanker. Het stond er niet best voor. Er werd bestraald en er werd een chemo-kuur gedaan, maar dat werd eerder gezien als zorgen voor vertraging dan van iets anders. Maar er werd ook gebeden. Om een wonder gevraagd, net als bij Jan, waar ik mee begon. En wat blijkt, tot ongeloof van de artsen: de tumor is weg. Geen kankercellen meer! De artsen waren zo overtuigd van de onmogelijkheid hiervan, dat ze tóch wilden opereren. Ze wilden dus zijn lichaam opensnijden om iets te verwijderen, wat er niet meer was. Voor deze man en zijn familie is het echter duidelijk: God heeft ingegrepen, gebeden verhoord, een wonder gedaan. Nu rijzen er direct allemaal vragen: waarom deze man van 76 wel en die Jan van 56 niet? Of dat kind van 5? Of… En er kunnen direct allerlei cynische en sceptische gedachten de kop opsteken. Zo betrapte ik mezelf erop dat ik die laatst had, toen iemand mij vertelde over een gebedsgenezing waarbij iemand opstond uit een rolstoel en wegliep. Was hij wel echt volledig verlamd? Hoe lang zat hij al in die rolstoel? Kwam het door de adrenaline van dat moment? Hoe lang zou zijn genezing stand houden? Is hier geen sprake van suggestie, van een placebo-effect? PP (lege dia) Uiteindelijk kan alles weggeredeneerd worden met verwijzingen naar de psychologie en de wetenschap. Hier botsen scepticisme/cynisme met geloof. Ik roep niet op om maar goedgelovig te zijn. Kritisch kijken is niet verkeerd. Maar geloof en verstand hoeven niet te botsen met elkaar. Ik geloof in wonderen. Op grond van mijn Godsbeeld, op grond van de Bijbel, op grond van getuigenissen en op grond van eigen ervaringen. Ik vind het niet moeilijk om in wonderen te geloven. Wat ik wel moeilijk vind te begrijpen is Gods beleid in wonderen. 3 Ik sprak iemand die ik goed ken, die me vertelde dat hij in een land in Azië bad voor mensen en ze, door Gods kracht, onder zijn handen genazen. Hij bad met dezelfde instelling en dezelfde woorden voor mensen in Nederland en ze genazen niet. Ik heb meegemaakt dat ik bad voor genezing en er eigenlijk niet in geloofde – en het gebeurde. Ik heb meegemaakt dat ik bad voor genezing, er echt in geloofde – en het gebeurde niet. Ik heb meegemaakt dat mensen voor onbeduidende problemen baden, vergeleken met de grote drama’s op het wereldtoneel – en God verhoorde die gebeden op wonderlijke wijze. Ik heb ook meegemaakt dat mensen om Gods ingrijpen smeekten in een ernstige persoonlijke situatie – en God deed dat niet. Valt er een beleid te bespeuren in Gods wonderwerken, of is Hij net zo onvoorspelbaar en grillig als het weer in Nederland? De ene week -10, de andere week +12? Je zou voorzichtige aannames kunnen stellen, bijvoorbeeld: 4x PP - - - Wonderen zijn uitzonderlijk, daarom zijn het ook wonderen. Als wonderen de regel waren, in plaats van de uitzondering, dan hadden we bijna de hemel op aarde. God komt ons misschien meer tegemoet naarmate we nog jong in het geloof zijn, om te laten zien dat Hij bestaat en dat we Hem kunnen vertrouwen. Vandaar de wonderlijke, kleine gebedsverhoringen soms. God heeft ons in het westen gezegend met een enorme medische kennis, goede zorg en voldoende middelen. Die ontbreken vaak in Derde Wereldlanden, waar meer wonderen lijken te gebeuren. ‘Wonderen en tekenen zullen u volgen’. De wonderen die Jezus en de apostelen deden, bekrachtigden hun boodschap. Het ging niet om die wonderen zelf, maar ze wezen omhoog naar God en vooruit naar het komende Koninkrijk. Wonderen mag je daarom in de eerste plaats verwachten op het zendingsveld, waar het evangelie voor het eerst verkondigd wordt. Maar dat alles is speculatief. Uiteindelijk gaat het hierom: Hoe onuitputtelijk zijn Gods rijkdom, wijsheid en kennis, hoe ondoorgrondelijk zijn oordelen en hoe onbegrijpelijk zijn wegen. ‘Wie kent de gedachten van de Heer, wie was ooit zijn raadsman? God is God. Wij kunnen niet op zijn troon gaan zitten. Iedere keer als we dat doen, maken we dezelfde fout als Adam en Eva die wilden weten hoe het was om God te zijn. We zijn maar kleine mensen, stof. Waar het om gaat is dat wij vertrouwen op het feit dat Hij alles in handen heeft, dat Hij onze worstelingen ziet, dat Hij onze vragen kent en dat we geen moment aan zijn aandacht ontsnappen. Deze wereld ligt onder een vloek. Deze wereld is gebroken tot en met. Het lijden zal hier zijn tot de wederkomst. En één ding weten we zeker. Dat hoorde ik pas een NS-conducteur zeggen op een perron toen alle treinen uitvielen door het winterweer: ‘Of de treinen weer gaan rijden vandaag? Dat weet je in Nederland nooit. We weten maar één ding zeker – en dat is dat we allemaal op een dag dood gaan.’ Ook als God vandaag een wonder doet en je geneest, dan nog ga je op een dag dood. En dan, wat gebeurt er dan, dat is meest belangrijke vraag die je je kunt stellen. Dus ja, wonderen gebeuren nog steeds en kunnen ook in ons midden gebeuren. We mogen er om vragen. We mogen hopen op een God die goed is en het beste met ons voorheeft, die ons leven geeft in overvloed. We mogen staan op zijn beloften: op zieken zullen zij de handen leggen en zij zullen genezen. Maar zijn regering is ons een raadsel. Wat er gebeurt in de bovennatuurlijke wereld, de strijd die woedt, is voor ons verborgen. Ons kennen schiet tekort 4 en ons geloof schiet te kort. We kunnen niet anders doen ons leven aan Hem toevertrouwen. Ik leer de laatste tijd om vol vertrouwen en hoop, verwachtingsloos te bidden. Met verwachtingsloos bedoel ik: ik vul de uitkomsten niet meer in. Ik bid en ik hoop, maar ik weet dat God geen Sinterklaas is. Hij zit op de troon, ik niet. Ik weet dat het soms helemaal anders gaat dan ik het zou bedenken. Ik kan niet achter de schermen kijken. Dit realisme behoedt mij voor grote teleurstellingen. Toch bid ik tegelijk ook (dat probeer ik tenminste) vol hoop en vol verwachting en vol vertrouwen. Ik bid voor genezing, omdat ik weet dat genezing en herstel horen bij Gods wil en Gods plan. Het is echt een reële optie! Ik kan niet anders zeggen, als ik het Nieuwe Testament lees. Ik verwacht grote dingen van een groot God. Ik geloof dat Hij echt alles kan. Ik geloof dat het gebed van de rechtvaardige veel vermag, zoals er in de Bijbel staat. Al die dingen geven mij hoop. En wat de uitkomst ook is: het is goed, want ik geloof dat God goed is. Waarom geloof ik dat? PP Omdat ik kijk naar een jonge man, die in midden in de wereldgeschiedenis binnenvalt en schudt aan het gordijn dat de natuurlijke wereld van de bovennatuurlijke wereld scheidt. Hij drijft de duivels uit, Hij geneest de zieken, Hij laat glimpen zien van de hemel op aarde, Hij verkondigt het Koninkrijk van God en Hij zegt: ‘Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien.’ Jezus, die onze ziekten droeg, openbaart het vaderhart van God in de gelijkenis van de verloren zoon. Jezus, die onze striemen geneest, openbaart ons de liefde van God door te sterven aan het kruis. Jezus, die de zonden en het lijden van de hele wereld op zich nam, openbaart de wil van God, het verlangen naar herstel van de schepping. Jezus brengt ons door dat offer bij de Vader, die ons vol liefde beziet als zijn eigen kinderen en niets anders wil dan relatie met ons. Wat betekent dat concreet voor de zieken in onze gemeente? Daar gaan we het volgende week over hebben: hoe wij in onze gemeente kunnen omgaan met ziekte en genezing, heel praktisch, heel realistisch. En de derde zondag staan we stil bij de vraag ‘Wat als wonderen uitblijven?’, Hoe ga je om met het lijden en de teleurstelling van onverhoorde gebeden? Hoe rijmen we dat met Gods wil? Dus, afsluitend voor vandaag: wat zijn wonderen en wat vertellen ze ons over God? Wonderen laten ons iets zien van de nieuwe wereldorde die komen gaat, Gods Koninkrijk. Ze laten ons iets zien van het hart van God, dat gericht is op het herstel van alle dingen en de overwinning op zonde en dood. Ze laten ons iets zien van de macht van God, die alle natuurwetten geschapen heeft, maar ze ook kan doorbreken. Ze gebeuren nog steeds. En wat zegt die God vanochtend tegen ons: ‘Ik ben de Schepper van deze wereld. Alles heeft in Mij zijn doel. Ook jij. Laat mij je helpen om je blik te wenden op de wereld die komen gaat. Ik ga je nu niet alle antwoorden geven over deze wereld en wat hier allemaal gebeurt en de strijd die er woedt. Mijn beleid is mijn beleid. Ik ben God. Maar weet dat Ik de touwtjes vast in handen heb. De uitkomst staat vast! Vertrouw jij maar op Mij, voor jouw situatie. Ik zie je, Ik ken je. Ik heb het goede met je voor. Ik houd je vast. Maak al je zorgen aan Mij bekend, schreeuw ze uit, leg ze Me voor. Mijn hart vloeit over van liefde voor jou. Ik had je zo lief dat Ik mijn Zoon voor je gaf. En mijn Zoon en de Heilige Geest en Ik, wij praten met elkaar: over jou! Werp je zorgen, je last, je vermoeidheid, je ziekte op Mij. Ik wil je rust geven met een vrede die alle verstand te boven gaat.’ Amen 5