Sociale innovatie en de milieubeweging: een interview met Danny

advertisement
copyright BBL
Sociale innovatie
en de milieubeweging
Interview met Danny Jacobs, Directeur Bond Beter Leefmilieu
“Innovaties moeten ‘vermaatschappelijkt’ in plaats van ‘vermarkt’ worden”.
Aan het woord is Danny Jacobs, directeur van de Bond Beter Leefmilieu (BBL).
Ook de milieubeweging is ervan overtuigd dat sociale innovatie een rol te
spelen heeft binnen de sociaal-rechtvaardige transitie.
Waar werkplaatsinnovatie centraal staat vanuit vakbondsoogpunt, ligt de
nadruk bij de milieubeweging op de meerwaarde voor de maatschappij.
A&M: Wat verstaat BBL onder
sociale innovatie?
Danny Jacobs: Sociale innovatie
is voor BBL elke innovatie die
structureel gericht is op het invullen
van een maatschappelijke behoefte of
uitdaging, en een nieuw of significant
verbeterd product en/of dienst,
proces, marketingmethode en/of
organisatiemodel bevat.
Daarnaast zijn er nog een aantal extra
12
am magazine jaargang 2013 nr 1
elementen waaraan deze producten,
diensten, methodes of modellen moeten
voldoen. Ze moeten gebaseerd zijn op
een middellange- en langetermijnvisie
op de samenleving of op een door de
innovatie beoogde toekomst. Er moet
duidelijk zicht zijn op de impact en de
meetbaarheid ervan. En ze moeten zorgen
voor een verbinding van verschillende
actoren op een vernieuwende manier.
A&M: Waarom is sociale innovatie
belangrijk voor BBL?
Danny: De innovaties die ondersteuning
genieten van de Vlaamse overheid zijn tot
op heden enkel gericht op economische
doelstellingen. Voor BBL is het van belang
dat innovatie ook een maatschappelijke
doelstelling kan krijgen.
Met de oprichting van de Sociale
Innovatiefabriek wordt nu onder meer
door BBL een organisatie in het leven
geroepen die innovatieve voorstellen
met een uitgesproken maatschappelijke
doelstelling kansen moet geven.
De Sociale Innovatiefabriek (kortweg
SIF) brengt daartoe twee groepen
samen die zich kenmerken door
maatschappelijke uitdagingen
als drijfveer, namelijk sociale
ondernemers en maatschappelijke
middenveldorganisaties en verenigingen.
Een sociale innovatie die de Sociale
Innovatiefabriek kan begeleiden,
vertrekt van een vernieuwend of
sterk verbeterend concept, dienst,
product, methode of aanpak en heeft
het potentieel om een of meerdere
maatschappelijke uitdagingen aan te
pakken (zie ook kader).
“Voor de start van
de ploegen houden
we een korte ‘gomeeting’ waar onder
andere veiligheidsen milieuzaken aan
bod komen”
A&M: Welke plaats geeft BBL aan
het thema sociale innovatie in zijn
werking als koepelorganisatie op
dit moment?
Danny: BBL heeft sociale innovatie
een centrale rol toebedeeld in zijn
langetermijnvisie 2050 en concrete
doelen 2020.Klassieke technologische
innovatierecepten volstaan niet
langer om uitdagingen zoals de
klimaatverandering, de uitputting van
grondstoffen en hulpbronnen en het
verlies aan biodiversiteit aan te pakken.
Deze uitdagingen vergen ook creativiteit
van een ander type: ontwikkelen
van innovatieve productiesystemen,
nieuwe businessmodellen, nieuwe
samenwerkingsvormen, innovatieve
dienstverlening die kunnen zorgen
voor cultuurveranderingen en
gedragswijzigingen zowel bij
producenten als consumenten. We
mogen experimenten met dit soort
creatieve innovaties niet alleen aan de
DOSSIER
markt overlaten.
De behoeften en
de haalbaarheid
op niveau van
huishoudens, wijken, maatschappelijke
organisaties, moeten voorop staan
SOCIALE INNOVATIE
interview
naar een duurzamer samenlevingsmodel
vorm te geven.
“Innovatie die een maatschappelijk hefboomeffect heeft, moet alle steun krijgen vanuit de
overheid en de nodige publieke middelen”
bij ‘sociale innovaties’. Innovaties
moeten ‘ver-maatschappelijkt’ in plaats
van ‘vermarkt’ worden. Innovatie die
een maatschappelijk hefboomeffect
heeft, moet alle steun krijgen vanuit
de overheid en de nodige publieke
middelen.
Op langere termijn moeten we dus naar
een duurzamere samenleving, waarbij
we een aantal grote systemen waarop
onze welvaart gebouwd is, herdenken
en herinrichten. Op verschillende
plekken zitten mensen uit de overheid,
bedrijven, universiteiten en het
middenveld samen om verschuivingen
te bewerkstelligen in de manier waarop
we dagelijks wonen en bouwen, ons
voeden, ons verplaatsen, producten
consumeren… Ook op het terrein zien
we nieuwe initiatieven om deze transitie
Natuur- en milieuverenigingen hebben
hierin een belangrijke rol te spelen:
samen met anderen de richting
uitzetten vanuit onze expertise, ideeën
aanbrengen en verspreiden, barrières
wegwerken, en concrete initiatieven
opzetten. Een aantal organisaties in
onze sector doen dit al. Tegelijkertijd
roept deze nieuwe context ook vragen
op. Is transitie en sociale innovatie
niet gewoon een nieuw modewoord
voor hetzelfde? Hoe zorgen we mee
voor radicale systeemveranderingen?
Met welke soorten van activiteiten
en campagnes halen we impact? Wat
betekent dit voor onze relaties met
andere sectoren? Hoe kunnen we dit
opnemen binnen onze organisatie?
Wat zijn opportuniteiten en valkuilen?
De Sociale Innovatiefabriek (SIF)
De SIF wil in Vlaanderen een sociaal innovatief katalysatoreffect
creëren. Daartoe zal de SIF sociale innovatie bij sociale ondernemers en
maatschappelijke middenveldorganisaties promoten en ondersteunen.
De Sociale Innovatiefabriek zal dit onder meer doen door:
advies en begeleiding te geven bij de uitwerking van sociaal
innovatieve projectvoorstellen;
indirect financiële steun te verlenen aan sociaal innovatieve
projectvoorstellen, onder meer om de haalbaarheid na te gaan of
een pilootproject op te zetten;
een instrumentarium aan te bieden van ideeënverrijking;
sociale ondernemers en verenigingen via een netwerk met elkaar in
contact te brengen;
maatschappelijke uitdagingen te formuleren waarrond collectief
kan worden gewerkt aan projectvoorstellen;
opleidingen rond sociale innovatie voor leidinggevenden te organiseren;
enz.
am magazine jaargang 2013 nr 1
13
Sociale innovatie in de praktijk
Consudelen
Heel wat producten - denk aan auto’s, keukengerei, bouwgereedschap, maar ook slaapkamers, bureauruimte,
parkeerplaats,… - worden slechts een klein deel van de tijd gebruikt. Om onze welvaart op lange termijn te
behouden in een wereld met eindige grondstoffen en plaats, is het een grote maatschappelijke uitdaging om
met minder producten meer comfort en welvaart te creëren. Dankzij de opkomst van sociale media en digitale
communicatiemogelijkheden, en het besef dat niet zozeer de eigendom van een product het belangrijkst is,
maar wel de toegang tot het gebruik ervan, groeit de interesse in een economisch model gebaseerd op gedeeld
gebruik. Cambio is hier een mooi voorbeeld van. Vanuit milieu-oogpunt is gedeeld gebruik interessant omdat
minder producten (en dus grondstoffen) nodig zijn, en hierdoor de milieu-impact van onze consumptie stevig
daalt. Door het gebruik van producten te delen met anderen, dalen bovendien ook de kosten voor gebruik.
Een derde maatschappelijk voordeel is het bevorderen van de sociale interactie, kijk maar naar thuisafgehaald.
be waar buren mekaar leren kennen wanneer ze maaltijden delen. Om gedeeld gebruik van producten en
ruimte te laten doorbreken bij de consument, is er echter nog veel nodig: businessmodellen moeten worden
aangepast, consumenten moeten wennen aan hun nieuwe rol als gebruiker in plaats van verbruiker, juridische en
beleidsbarrières moeten worden beslecht,… . De innovatie die hiervoor nodig is, heeft dan ook veel meer te maken
met sociale en maatschappelijke aspecten dan met zuiver technologische.
Energiezuinige renovatie van huurwoningen
BBL en Netwerk Tegen Armoede willen een haalbaarheidsonderzoek uitvoeren dat kijkt hoe het haalbaar is om
een model op poten te zetten dat ervoor zorgt dat ook de huizen op de private huurmarkt energiezuinig worden.
Het model moet juridisch, financieel, praktisch en maatschappelijk haalbaar zijn en het moet de verhuurder
overtuigen om zijn woning energiezuinig te (laten) maken. Tot slot moet dit model er ook voor zorgen dat
de woonzekerheid en de woonkwaliteit gegarandeerd zijn. Eén van de pistes die men alvast wil verkennen is
die waarbij een verhuurder zijn woning voor een bepaalde tijd uit handen geeft van bv. een nog op te richten
renovatie- en verhuurkantoor (RVK). Het kantoor zorgt voor een doorgedreven energetische renovatie en verhuurt
daarna de woning verder op de private huurmarkt tegen een aanvaardbare prijs. Op die manier winnen zowel het
milieu, de verhuurder en de huurder: De verhuurmarkt wordt energiezuiniger, de verhuurder hoeft zich niet te
bekommeren om alle rompslomp die komt kijken bij renoveren (en verhuren) en de uiteindelijke huurder huurt een
comfortabele, energiezuinige en betaalbare woning.
Coöperaties voor energiezuinige investeringen in scholen
Er is een enorme investeringsachterstand in schoolgebouwen in Vlaanderen. Veel scholen zijn nog uitgerust met
enkel glas of zijn niet geïsoleerd, en scoren daarom zeer slecht qua energieverbruik. Samen met de coöperatie
Ilanga bedacht BBL een model waarbij met coöperatief kapitaal van ouders en omwonenden de nodige fondsen
bijeen gebracht worden om energiemaatregelen te nemen in de school. Het kan daarbij zowel gaan om
maatregelen die het energieverbruik beperken als om productie van hernieuwbare energie. Wanneer de ouders
eigenaar worden van de zonnepanelen op het dak, koopt de school voortaan stroom bij hen in plaats van bij een
(buitenlands) energiebedrijf! Het model omvat ook mogelijkheden om een educatief luik te koppelen aan de
investeringen, en ook om het huishoudelijk energieverbruik van de ouders aan te pakken.
Peer-to-peer autodelen
Autopia, Bond Beter Leefmilieu en Taxistop werken samen om een project in te dienen i.v.m. ‘peer-to-peer’autodelen. Peer-to-peer autodelen is autodelen met particuliere auto’s, maar via een gecentraliseerd systeem voor
prijssetting, dispatching, betalingen, enz. Hoofdzakelijk in Frankrijk, USA, Duitsland en Nederland zijn er enkele
bedrijven die dit reeds organiseren. Het project heeft als doelstelling om een model te ontwikkelen dat voldoende
potentieel heeft voor een doorbraak van peer-to-peer autodelen in Vlaanderen. Peer-to-peer autodelen neemt een
positie in tussen de twee bestaande autodeelsystemen; in Vlaanderen zijn dit Cambio (gecentraliseerd autodelen
op grote school) en Autopia (particulier autodelen in kleine groepen). Autodelen verschaft betere toegang tot
mobiliteit voor specifieke doelgroepen zoals jongeren of sociaal zwakkeren en lift mee met de vernieuwende
beweging van ‘collaborative consumption’.
14
am magazine jaargang 2013 nr 1
DOSSIER
SOCIALE INNOVATIE
“Klassieke technologische innovatierecepten
volstaan niet langer om uitdagingen zoals
de klimaatverandering, de uitputting van
grondstoffen en hulpbronnen en het verlies
aan biodiversiteit aan te pakken”
A&M: Welke plaats wil BBL aan
dit thema geven in zijn werking als
koepelorganisatie in de toekomst?
Danny: We gaan zeer binnenkort nog
een focusdag voor onze sector hierover
organiseren. Op de focusdag kijken we
naar meewerken aan sociale innovatie als
een aanpak om een werking op te zetten
die zo impactvol mogelijk bijdraagt aan
de transitie naar een duurzamer samenlevingsmodel. Dit vanuit de eigen sterktes
en inspelend op de opportuniteiten in de
samenleving en bij de overheid.
We zouden daarbij graag een aantal
inzichten aan onze verenigingen meegeven, zoals het besef dat de context voor de
milieubeweging veranderd is (op veel plaatsen en sectoren zijn mensen bezig rond
natuur en milieu), maar velen zien nog niet
de opportuniteiten en rol die ze hierin kunnen opnemen. Maar ook willen we duiden
dat velen nog niet “mee” zijn met transitie
en sociale innovatie. Veel verenigingen zijn
niet zozeer bezig met langetermijndenken
interview
of impactdenken, bij innovatie wordt vooral
gedacht aan communicatie.
Na de focusdag willen we de sociale
innovatie verder inbedden in de werking
van onze organisatieontwikkeling de
komende 2 tot 3 jaar.
A&M: Wat moet de rol van
overheden zijn op vlak van sociale
innovatie?
Danny: De overheid moet faciliteren, bv.
door middelen vrij te maken via IWT* voor
onder meer het SIF. Zij moet ook de maatschappelijke uitdagingen, de zogenaamde
challenges, mee gaan bepalen en zo een
motor zijn voor het opstarten van sociale
innovaties, bv. rond verstedelijking,
klimaat en vergrijzing.
Interview:
Jorre Van Damme, Coördinator A&M
Thijs Calu, Educatief medewerker A&M
*IWT : Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie
A&M IN
‘T KORT
Delen is het nieuwe hebben. Initiatieven als autodelen, weggeefwinkels,
kledingruil en tal van varianten komen overal massaal op. Met de gloednieuwe
website www.gedeelddoor.be bundelt Netwerk Bewust Verbruiken de meer
dan bestaande 170 ruil- en deelinitiatieven in Vlaanderen en Brussel.
www.gedeelddoor.be een overzicht over alles wat leeft rond
consudelen in Vlaanderen. Hoofdthema’s zijn Voeding, Wonen,
Werk, Mobiliteit, Reizen, Kennen & Kunnen, Goederen & Diensten,
Economische modellen en Free Culture. De Nederlandstalige versie
kwam tot stand met steun van het Fonds Duurzaam Materialen- en
Energiebeheer, beheerd door de Koning Boudewijnstichting.
www.gedeelddoor.be maakt deel uit van een breder project rond
consudelen, waarvoor Netwerk Bewust Verbruiken samenwerkt met
Bond Beter Leefmilieu. Later dit jaar vinden in Vlaanderen extra
activiteiten rond het thema plaats.
am magazine jaargang 2013 nr 1
15
Download