Ensemble voor oude muziek Biografie Het Vlaamse vocaal-instrumentaal ensemble Zefiro Torna werd opgericht in 1996. De naam drukt op allegorische wijze uit hoe de mythologische god van de westenwind Zephyrus er telkens weer in slaagt de barre winter te verdrijven. Dit vormde een inspirerend thema voor heel wat dichters en componisten uit de middeleeuwen, de renaissance en de barok. Zefiro Torna bestaat uit Els Van Laethem, Cécile Kempenaers (zang), Liam Fennelly (viola da gamba, vedel) en Jurgen De bruyn (luit, gitaar en artistieke leiding). Het ensemble wordt in functie van het programma aangevuld met excellente vocalisten en instrumentalisten onder andere uit België, Nederland, Frankrijk, Italië en Slovakije. Zefiro Torna brengt het culturele erfgoed op unieke wijze terug tot leven vertrekkende vanuit een diep respect voor het verleden. Authenticiteit wordt gecombineerd met een ongebreidelde creativiteit. Het ensemble kiest voor historische instrumenten en een historische benadering van de uitvoeringspraktijk - waarvoor het zich laat bijstaan door musicologen - maar voegt er ook eigen elementen aan toe. In hun programma’s verwerken ze literatuur, theater, hedendaagse dans, actuele en etnische muziek. Deze zijn nu eens thematisch dan weer sterk conceptueel of experimenteel en getuigen steeds van een intense bezieling. Zefiro Torna verwierf internationale faam met zijn veelzijdige aanpak. Dit resulteerde in succesvolle concerttournees, de aanwezigheid op internationaal gerenommeerde muziek- en kunstenfestivals te Berlijn, Bologna, Friesland, Innsbruck, Olten (ZW), Madrid, Maastricht, Middelburg, Moravië/Tsjechië, Pays d'Auge (F), Utrecht, Vantaa/Finland, Vilnius, Wenen, Alden Biesen, Antwerpen/Laus Polyphoniae, Amuz, Bozar, Brugge/Musica Antiqua, Concertgebouw, CharleroiDanses , het Festival van Vlaanderen, le Festival de Wallonie, Flagey en opnames voor de Vlaamse, Waalse, Nederlandse, Tsjechische, Duitse en Sloveense radio evenals uitzendingen voor de Europese Radio Unie. In 2006 kreeg Zefiro Torna de Tech-Art Prijs van de Vlaamse Ingenieurskamer, die innoverende realisaties en ondernemerschap wil stimuleren. In 2006 verzorgde het ensemble het jaarlijkse Koninklijke Paleisconcert te Brussel. In juli 2007 stond het ensemble centraal op het Musica Antiqua Festival te Brugge. Het ensemble bracht verschillende cd’s uit bij de labels Eufoda, Et’Cetera en Homerecords. De cd “El Noi de la Mare” werd in 2005 bekroond met de Klara Muziekprijs voor de beste Vlaamse klassieke muziek productie. De cd “De Fragilitate” ontving in 2007 een prestigieuze ‘Diapason d’Or’. In 2008 verscheen bij Klara de cd “Greghesche, a musical treasure of the Venetian renaissance” en in het voor jaar van 2009 presenteerden zij hun nieuwste cd “Assim”, een coproductie met LOD waarvoor Dick van der Harst een creatie componeerde rond het werk van Jacob Obrecht en de Javaanse gamelantraditie. Greghesche Een Venetiaanse schat uit de Renaissance In 1564 verschijnt te Venetië Manoli Blessi's “Il primo libro delle Greghesche”. Tot dit boek met muziek voor vier tot acht stemmen droegen zowat alle betekenisvolle figuren van de Venetiaanse muziekscène rond het midden van de zestiende eeuw bij. Naast Andrea Gabrieli, goede vriend van Blessi, zijn hierin zowel Vlamingen als Willaert, de Rore en de Wert als Italianen waaronder Padovano en Merulo vertegenwoordigd. Alle teksten uit de bundel zijn van Antonio Molino, die ook bekend was onder het pseudoniem Manoli Blessi. Molino was een uiterst veelzijdig dichter, componist en theatermaker en wordt beschouwd als een sleutelfiguur in de geschiedenis van de commedia dell'arte. De poëzie is geschreven in de zogenaamde ‘lingua greghesca’, een artificiële taal die bestaat uit een bizarre mengeling van Venetiaanse en Griekse dialecten. Over deze ‘lingua greghesca’ schrijft Dr. Prof. Katelijne Schiltz het volgende: “In meerdere documenten wordt Molino's voorliefde voor het spelen met en vermengen van vreemde talen en dialecten, waarvan de greghesca een perfect voorbeeld vormt, vermeld. Als we Lodovico Dolce's dedicatie tot I Fatti, e le Prodezze di Manoli Blessi (Venetië, 1561) mogen geloven, deed Molino (alias Manoli Blessi) zijn inspiratie hiervoor op tijdens zijn vele handelsreizen naar Griekenland, de Levant enz. Het is echter veel waarschijnlijker dat Molino met al deze vreemde talen nagenoeg dagelijks in zijn eigen stad in contact kon komen. Het 16de-eeuwse Venetië was immers een smeltkroes van verschillende nationaliteiten, een kruispunt tussen Noord en Zuid, Oost en West, waarvan vooral de omgeving van de Rialto, met haar kleurrijke markten, het levendig bewijs vormde. Molino zou zelfs een eigen Accademia di musica geleid hebben, waar hij zijn passie voor poëzie, muziek en theater de vrije loop kon laten. Het is dan ook niet ondenkbaar dat het ontstaan van de bundel Di Manoli Blessi il primo libro delle Greghesche in een dergelijke context gesitueerd moet worden. In de zelf geschreven opdracht tot deze collectie (eveneens in de lingua greghesca ) stelt Molino dat hij de componisten zelf heeft verzocht om zijn verzen op muziek te zetten. Indien dit effectief het geval was, kan men zich ook goed voorstellen dat een aantal van deze werken in Molino's Accademia hun première beleefden. Misschien was daarbij zelfs een scenische opvoering niet uitgesloten? Zeker de greghesche op het einde van de bundel, die zijn opgevat als dialogen (e.g. O vui greghette belle ), leveren hiertoe de nodige argumenten. Ook de twee ottave ( Li modi varij en Vegni un Cavalleri ), afkomstig uit de zesde zang van Molino's net genoemde werk I Fatti, e le Prodezze di Manoli Blessi – een parodie op Ariosto's bekende epos Orlando furioso –, maken de link met een theatercontext plausibel.” De inhoud van deze collectie is bijzonder divers: naast erotische liederen, panegyrische gedichten voor zangeressen en parodieën op de poëzie van Petrarca en Bembo bevat de bundel ook twee treurzangen op het overlijden van de gerenommeerde kapelmeester Adriaan Willaert. Deze inhoudelijke diversiteit wordt met evenveel muzikale zin voor variatie benaderd. Nu eens refereren de ‘greghesche’ aan de eenvoudigere, volkse genres, dan weer leunen ze aan bij de verfijning van het Italiaanse madrigaal. Zefiro Torna werpt een licht op een wezenlijk element van het Venetiaanse muzikale en literaire leven met een zeldzame uitvoering van deze unieke collectie die ook recent op cd verscheen. Cécile Kempenaers, Els Van Laethem, cantus - Els Janssens, alt - Stephan Van Dyck, tenor - Matthew Baker, bas - Marleen Leicher, cornetto, renaissance tenor blokfluit - Hannelore Devaere, harp - Liam Fennelly, viola da gamba - Jurgen De bruyn – renaissance gitaar, luit, artistieke leiding - Prof. Dr. Katelijne Schiltz, research - Dr. Bart Van den Bossche, taalcoaching, vertalingen Cd-opnames Assim, Dick van der Harst based on J acob Obrecht Greghesche, a musical treasure of the Venetian Renaissance De Fragilitate Les Tisserands (Diapason d’Or 2007) El Noi de la Mare (Klara Muziekprijs 2005) Contact Management Klaartje Heiremans Wittebroodstraat 19 B-2800 Mechelen – Belgium Tel./Fax: + 32 (0) 15 34 86 62 Mobile: + 32 (0) 499 34 79 55 Artistic Director Jurgen De bruyn Mobile: + 32 (0) 496 70 60 14 E-mail: [email protected] Website: www.zefirotorna.be