Louis Andriessen werd geboren op 6 juni 1939 te Utrecht. Opleiding Hij studeerde compositie bij zijn vader, Hendrik Andriessen, en later bij Kees van Baaren aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Na het behalen van de compositieprijs studeerde hij verder bij Luciano Berio in Milaan (1962-63) en in Berlijn (1964-65). Activiteiten Behalve als componist en uitvoerend musicus is hij, sinds 1978, actief als leraar aan het Koninklijk Conservatorium te Den Haag.Verder doceerde hij o.a. aan The Californian Institute of Arts (Los Angeles) Princeton University. In 1987 gaf hij lezingen over muziek theorie en compositie aan de Yale University. In 1994 werd hij benoemd tot artistiek leider van het Meltdown Festival in South Bank Centre te Londen. In 1997 was hij voor korte tijd bijzonder hoogleraar kunst en cultuur aan de Katholieke Universiteit Nijmegen voor de Anton van Duinkerken-wisselleerstoel waar hij zijn eigen werken behandelde. In 2004 werd hij benoemd tot hoogleraar aan de Faculteit der Kunsten van de Universiteit Leiden. De Paul Sacher Stichting (Zwitserland) beheert zijn archief sinds 2007. Composities Andriessen schreef onder meer Séries voor twee piano's (1964), Nocturnen voor sopraan en kamerorkest (1959), Ittrospezione II voor orkest (1963), Registers voor piano (1963), Souvenirs d'enfance voor piano (1966), Anachronie I voor orkest (1967), Anachronie II voor hobo en kamerorkest (1969), Contra Tempus voor 22 musici (1968), Spektakel voor ensemble met jazz-musici (1970). Hij was co-auteur van de opera Reconstructie (1969). In de jaren zeventig schreef hij politieke werken, zoals Volkslied (1971) en Workers Union (1975). In 1972 richtte hij het blaasorkest De Volharding op, waarvoor hij een gelijknamige compositie schreef, alsmede On Jimmy Yancey (1972). Uit het stuk Hoketus (1977) ontstond een ensemble met dezelfde naam, waarvan Andriessen als pianist deel uitmaakte. Van 1973 tot 1976 ontstond De Staat voor vier vrouwenstemmen en groot ensemble. Andere composities voor groot ensemble zouden volgen: Mausoleum (1979), De Tijd (1981) en De Snelheid (1983). Tot zijn oeuvre behoren ook elektronische muziek, filmmuziek, toneelmuziek en muziektheater: Mattheus Passie (1976), Orpheus (1977), George Sand (1980), Doctor Nero (1984). Tijdens het Holland Festival 1985 vond de première plaats van zijn compositie De Stijl (1985), geschreven voor het ensemble Kaalslag. Het vierdelige theaterproject De Materie - waarvan De Stijl het derde deel vormt - beleefde zijn première in het Holland Festival 1989. Samen met filmer Peter Greenaway maakte hij in 1991 de televisiefilm M is for man, Music and Mozart en de opera Rosa, die in november 1994 in première ging bij de Nederlandse Opera. Hun samenwerking kreeg een vervolg in het seizoen 1999-2000 met Writing to Vermeer. Na een reeks uitvoeringen in het Amsterdamse Muziektheater werd deze opera in maart 2000 ook uitgevoerd tijdens het Adelaide Festival en in juli 2000 in Lincoln Center New York. Tussen de beide muziektheaterwerken schreef Andriessen Trilogie van de Laatste Dag (1997). Pianiste Tomoko Mukaiyama en het Nederlands Kamerorkest brachten deel 2, Tao, in première tijdens de 75e aflevering van de Donaueschinger Musiktage. De volledige trilogie werd in 1997 voor het eerst uitgevoerd door Ensemble Modern in Keulen en kreeg zijn Nederlandse première tijdens het 1000e concert van de ZaterdagMatinee, in een uitvoering door het Asko/Schönberg Ensemble. In de afgelopen jaren schreef Andriessen verschillende werken met solorollen voor de zangeres Cristina Zavalloni en de violiste Monica Germino, waaronder Passeggiata in Tram in America e Ritorno (uitgevoerd door het Jazz Orchestra of the Concertgebouw en later De Volharding) en La Passione (in première gebracht door London Sinfonietta en daarna uitgevoerd door MusikFabrik en het Asko/Schönberg Ensemble). Voor het nieuwe Muziekgebouw aan 't IJ componeerde hij De Opening (2005). Andriessen voltooide in 2007 de filmopera La Commedia op tekst van Dante, die op 12 juni 2008 tijdens het Holland Festival in première is gegaan in de regie van Hal Hartley. Twee delen hieruit waren al eerder uitgevoerd: in oktober 2004 bracht Ensemble MusikFabrik in Keulen de première van het 2de deel, Racconto dall’Inferno en in november 2007 speelde LA Master Chorale met solisten uit de LA Philharmonic het eerste deel, De Stad van Dis, of: Het Narrenschip. Publicaties Samen met Elmer Schönberger schreef Louis Andriessen Het Apollinisch Uurwerk. Over Stravinsky (Amsterdam, De Bezige Bij, 1983). Diverse colleges en andere teksten werden geredigeerd door Mirjam Zegers en uitgegeven onder de titel Gestolen tijd. Alle verhalen (Amsterdam, Querido 2002). Beide boeken zijn inmiddels ook gepubliceerd in het Engels en in het Russisch. Prijzen Voor De Staat (1976) ontving Louis Andriessen in 1977 de Matthijs-Vermeulenprijs en de eerste prijs van het Rostrum of Composers. In 1992 werd hem opnieuw de MatthijsVermeulenprijs toegekend voor het geheel van de 1991 gecomponeerde werken: M is for man, Dances (voor sopraan en kamerorkest), Facing death (voor het Kronos strijkkwartet), Lacrimosa (voor twee fagotten) en Hout (voor 4 instrumenten). In 1993 kreeg hij de 3M-prijs. In 2001 werd hem de prijs van het Wereld Muziek Concours Kerkrade toegekend voor zijn bijdragen aan de blaasmuziek. Op 28 januari 2008 ontving hij de Johan Wagenaar Prijs.