Vier Hoeken Vier Hoeken Beschrijving van de strategie Vier Hoeken Beschrijving: De vier hoeken werkvorm werd ontwikkeld om leerlingen erover na te laten denken en te beargumenteren, welke van vier gegeven antwoorden op een vraag (of oplossingen voor een probleem) de juiste is. De antwoorden of oplossingen zouden zo geformuleerd moeten zijn, dat zij allemaal correct zouden kunnen zijn en niet een duidelijk beste antwoord bevatten. De antwoorden worden op een groot blad papier geschreven en in de vier hoeken van het klaslokaal opgehangen. De leerlingen krijgen aansluitend de vraag of het probleem te horen en worden gevraagd dat antwoord of die oplossing te kiezen, die hun op dit moment de beste lijkt te zijn. Aan de leerlingen zou uitgelegd moeten worden, dat een keuze niet betekent, dat ze de andere antwoorden of oplossingen fout vinden, maar niet zo goed als die, waarvoor zij hebben gekozen. Om tot een besluit te komen hebben leerlingen enkele minuten de tijd nodig. Nadat de leerlingen een van de hoeken hebben gekozen, wordt aan de vier groepen gevraagd, om argumenten aan te dragen om het antwoord of de oplossing te onderbouwen. Leerlingen, die het moeilijk vinden met één van de gegeven antwoorden of oplossingen eens te zijn, kunnen in het midden van de klas een groep vormen en hun standpunt onderbouwen. Zij zouden dan tot een eigen antwoord of oplossing moeten komen. Voorbeeld (van de werkvorm in de praktijk) Dit voorbeeld werd voor de aardrijkskundeles ontwikkeld en het richt zich op ruimtelijke patronen. Geen enkel van de voorgestelde patronen is helemaal juist, maar allemaal wel een beetje, afhankelijk van de gezichtpunten van de kaartlezer. Het thema van de lessenreeks is: Is familie in Europa belangrijk? Het lesonderwerp is: Heeft men in Europa een voorkeur voor minder kinderen? De volgende kaarten kunnen gebruikt worden: http://www.atlasofeuropeanvalues.eu/map.php?id=182&lang=nl (Een vrouw moet kinderen krijgen om aan haar bestemming te voldoen.) http://www.atlasofeuropeanvalues.eu/map.php?id=566&lang=nl (Een man moet kinderen krijgen om aan haar bestemming te voldoen.) Vragen: 1. Als je naar de kaart kijkt, kun je één van de vier patronen herkennen? 2. Vind argumenten om je antwoord te onderbouwen. 3. Presenteer je antwoorden aan de klas. Vier Hoeken Als er een groep in het midden is (die het nergens mee eens is) kun je de leerlingen vragen een eigen patroon te ontwikkelen. Nadat de patronen met betrekking tot één van de bovengenoemde kaarten werden besproken, zouden de leerlingen met een andere kaart geconfronteerd worden, die een ander patroon laat zien. Dit, om de leerlingen te laten begrijpen, dat patronen niet vast staan en iedere keer bij een nieuw dataset (kaart) moeten worden gecontroleerd. Hiervoor kan bijv. de kaart gebruikt worden “Huisvrouw zijn geeft net zoveel voldoening als het hebben van een betaalde baan.” http://www.atlasofeuropeanvalues.eu/map.php?id=209&lang=nl Nabespreking 1. 2. 3. 4. Hoe ben je tot het besluit gekomen, welk patron het beste overeenkomt met de kaart? Hoe heb je de argumenten ontwikkeld om je keuze te onderbouwen? Voor welk doel is het verstandig om patronen te gebruiken? Wat kunnen patronen niet? Deze werkvorm kan ook “andersom” gebruikt worden: man begint met de kaart “Huisvrouw zijn geeft evenveel voldoening als het hebben van betaald werk.” en gaat dan over met de bespreking van één van de andere kaarten. In dit geval zouden de patronen wellicht als volgt veranderd kunnen worden: Waarom is dit een goede werkvorm? De werkvorm ‘vier hoeken’ zorgt ervoor, dat leerlingen hun argumentatievaardigheden ontwikkelen. Zij moeten redenen aanvoeren, dat de kaart met het gekozen patroon het beste overeenkomt. Omdat geen van de vier mogelijkheden beter of slechter is, dan de anderen, realiseren de leerlingen zich, dat de redenen die aangevoerd worden even belangrijk zijn als het antwoord zelf. Waarom werkt de werkvorm met de kaarten? De kaarten van de Atlas of European Values laten zien, wat mensen over talrijke onderwerpen denken. Het resulterende patchwork is niet altijd gemakkelijk te interpreteren. Patronen helpen leerlingen om gerichter te kijken, wat ze op de kaarten zien. Tevens leren de leerlingen, dat dezelfde patronen niet in alle gevallen geschikt zijn, om de kaarten te interpreteren, dat er altijd uitzonderingen zijn op de regel, die uiteraard ook uitgelegd moet worden. This project has been funded with support from the European Commission. This publication reflects the views only of the author, and the Commission cannot be held responsible for any use which may be made of the information contained therein.