antwoorden oefenopgaven optica pfw klas 4 p1

advertisement
Uitwerking oefenopgaven optica (vierdeklasproefwerk 06-07)
1 sin 30o
=
⇒ n = 1, 29 = 1,3 .
n sin 40o
1 1 1
BB * b 
= + 
N=
=
f v b
VV * v 


Opgave 2: v = 7,5
v
=
7,5
⇒
b
=
−
3,
0
cm
 ⇒ N = 0, 4


f = −5, 0 
b = −3, 0




Opgave 1: Stof uit:
Opgave 3: Onderste straal komt vanuit brandpunt, daarna evenwijdig aan hoofdas door naar tweede lens (1).
Vandaar door rechterbrandpunt lens 2 (2).
Teken brandvlak door F1 (3). Snijpunt brandvlak en straal is het brandpunt voor de lichtbundel. Bovenste
lichtstraal door dit brandpunt naar tweede lens (4).
Bij-as evenwijdig aan 4, snijpunt met brandvlak (6), 4 gaat door dit snijpunt (7).
Bundel arceren
Opgave 4: Spiegeling in S1 B’ , spiegeling van B’ in S2 B’’, van B’’ naar oog 2x, van S2 naar B’ tot S1
2x, naar bron 2x.
Opgave 5: Uitgangspunt: regenboogsituatie: eenmaal interne reflectie.
Teken normaal, meet i = 45o ,
 sin i 
o
r = sin −1 
 = 32,1 , gebroken straal tekenen, binnenspiegeling (hoek is
 n 
2x32,1=64,2 graden, of normaal tekenen en hoek van inval = hoek van terugkaatsing), breking stof uit
(omgekeerd aan eerste breking r = 45 graden, of ,
 sin 32,1 
o
r = sin −1 
 = 45 ).
1/1,33


Opgave 6: Bril met sterkte S = -6,0 dpt Vertepuntsafstand zonder bril = 1/6 = 0,17 m.
De min-lens beeldt het nabijheidspunt mét bril af of het nabijheidspunt zonder bril. Virtueel beeld: minteken
voor b.
1 1 
+
v b 

v=?
 ⇒ v = 0,136 cm , dus nabijheidpunt met bril is 14 cm.
−2 
b = −7, 5 ⋅10 

−6, 0 =
Download