Erfelijkheid [Heridity] Erfelijkheid Waarom lijken kinderen op hun ouders? In de 150 jaar nadat Darwin zich deze vraag stelde en een theorie formuleerde die hij ‘Pangenese’ noemde, werd in een aantal stappen het antwoord op deze vraag gevonden. Daarvoor waren nodig: de erfelijkheidswetten van Mendel, de ontdekking van het chromosoom, de evolutionaire synthese en de ontdekking van het DNA. Pangenese Afbeelding 5 & 6) Er zijn twee In zijn boek van 1868, ‘Het variëren der huisdieren en vormen van celdeling: mitose en cultuurplanten’ spreekt Darwin over deeltjes die erfelijke Afbeelding 2) meiose. Bij mitose wordt het aantal eigenschappen overdragen: hij noemde die ‘gemmules’: Gregor Johann Mendel chromosomen verdubbeld en elk “Gemmules worden verondersteld uitgestoten te worden van de dochter­­cellen ontvangt door elke eenheid, niet alleen in het volwassen stadium, daarvan een identieke set. Met maar gedurende elk stadium van de ontwikkeling van elk andere woorden, de cel wordt organisme maar niet noodzakelijkerwijs voortdurend. Ik gekopiëerd en de dochtercellen veronderstel dat de gemmules in hun slapende toestand hebben in hun celkern dezelfde elkaar aantrekken waardoor ze knoppen vormen of sexuele informatie als de moedercel. elementen. Daarom zijn het niet de voortplantingsorganen Tijdens de meiose produceert het of de knoppen die nieuwe organismen produceren, maar de organisme voortplantingscellen: eenheden waaruit elk individu is samengesteld. “ eicellen en zaadcellen. Hierbij wordt het chromosoom dat is opgebouwd Mendel uit twee homologe delen, dat wil Darwin was een tijdgenoot van Gregor Johann Mendel. zeggen twee verschillende versies Deze Oostenrijkse monnik begon in 1856 met het kweken van hetzelfde chromosoom, en kruisen van erwtenplanten Pisum sativum. In 1866 gesplitst en ontvangen de nieuwe verscheen zijn publicatie hierover onder de titel ‘Versuche cellen daarvan elk een versie. Bij über Pflanzen-Hybride’ waarin hij drie wetten formuleerde paring met de voortplantingscel die beschrijven hoe en waarom de variant van een van het andere geslacht voegen eigenschap in de mannelijke ouder en in de vrouwelijke de overeenkomstige versies van ouder, bijvoorbeeld rode bloemen en witte bloemen, via elk der ouders zich samen tot een dominantie, recessie en co-dominantie tot uitdrukking komt compleet chromosoom waarin de in een nakomeling. Herontdekking van zijn werk rond 1900 erfelijke eigenschappen van de betekende een revolutie in het fokken van dieren en het ouders gecombineerd zijn. Beide telen van planten.. Het staat vrijwel vast dat Darwin geen afbeeldingen geven een beeld van kennis had van Mendel’s werk. mitose, de ene getekend de ander electronisch Chromosomen Het chromosoom is een eiwitstruktuur in de cel van een Afbeelding 1) 1868 organisme. Deze eiwitstruktuur bevat de DNA-moleculen. Afbeelding 8) Rosalind Franklin 1955 DNA is de afkorting van deoxyribonucleic acid. Alle bekende organismen bevatten DNA. Walther Flemming krijgt de eer van de ontdekking van het chromosoom. Deze Duitse DNA bioloog onderzocht het proces van celdeling en maakte het Zoals wij nu weten is de drager van de erfelijke eigenschappen zichtbaar. Zijn resultaten publiceerde hij in 1878. Kort daarna het DNA. Al in 1869 werd deze stof door de Zwitserse verscheen zijn boek ‘Celsubstantie, Kern en Celdeling’. biochemicus Johann Friedrich Mieschner uit de celkern geisoleerd. Vanaf het begin van de twintigste eeuw werd Afbeelding 3 & 4) Evolutionaire synthese geleidelijk aan duidelijk wat de aard, functie en struktuur Hybridisatie, bastaardering In de veertiger jaren van de vorige eeuw werden Darwin’s van deze stof zijn: DNA bestaat uit vier nucleotiden (theorie en kruising zijn evolutietheorie en de erfelijkheidswetten van Mendel 1909); DNA heeft een helixstruktuur (theorie 1951); in verschillende woorden voor gecombineerd. Het produkt van deze versmelting wordt het DNA is de erfelijke informatie opgeslagen (1952). De hetzelfde verschijnsel. ‘evolutionaire synthese’ genoemd. In de biologie is deze correcte chemische structuur, de dubbele helix, werd in Het betekent dat elk zienswijze algemeen aanvaard. 1953 opgehelderd. Deze mijlpaal werd bereikt door het der ouders een bijdrage Vele wetenschappers hebben aan deze synthese bijgedragen onderzoek van James Watson, Francis Crick, Maurice Wilkins levert aan de erfelijke onder wie de bioloog Ernst Mayer. In boekvorm werd deze en Rosalind Franklin. In 1962 ontvingen de eerste drie voor opbouw (genotype) van theorie geïntroduceerd in 1942 door Julian Huxley in ‘Evolutie, hun werk een Nobelprijs. Rosalind Franklin was daarvoor, op de kinderen. De ouders de moderne synthese’. Julian Huxley is de kleinzoon van zevenendertigjarige leeftijd, overleden. Toenemende kennis kunnen in één of meer Thomas Huxley, vriend van Charles Darwin. van het DNA en de ermee samenhangende technologische opzichten verschillen. Als toepassingen hebben de menselijke samenleving sindsdien ze in één opzicht (factor) ingrijpend gewijzigd. verschillen, bijvoorbeeld bloemkleur, dan spreken we van een monohybride kruising. Verschillen ze in twee opzichten, bijvoorbeeld bloemkleur en bloemvorm, dan spreken we van dihybride kruising. Zo zijn er ook trihybride Afbeelding 9) Het DNA model gebouwd door Crick en Watson in 1953, en polyhibride kruisingen. tentoongesteld in het National Science Museum te London Naast het genotype van een organisme is er ook het fenotype, dat wil zeggen de uiterlijke verschijningsvorm van het Afbeelding 10) De bouwstenen van het DNA genotype onder invloed van heten nucleotiden. Ook zijn nucleotiden het natuurlijk milieu. In Afbeelding 7) Van links naar rechts: Gerald Heard en Christopher de bouwstenen van het RNA en hebben ze kruisingsschema’s worden Isherwood, Julian Huxley, Aldous Huxley, Linus Pauling tijdens een meeting regulerende functies in de cel.. Nucleotiden standaardaanduidingen ter ere van Julian. Los Angeles 1960 bestaan uit drie componenten: een gebruikt. P zijn de ouders; fosfaatgroep (geel), de suiker deoxyribose F1 zijn de kinderen van P; (blauw), een base (groen). Deze base is F2 zijn de kinderen van de een purine of een pyrimidine. Als het een onderling gekruiste F1 purine is, dan A (adenine) of G (guanine). Als het een pyrimidine is, dan T (thymine) of C (cytosine). RNA is de afkorting van ribo nucleic acid, vertaald, ribonucleïnezuur. Het RNA kopiëert de genetische informatie die is opgeslagen in het DNA. Met deze informatie kan het organisme eiwitten samenstellen waar het op dat moment behoefte aan heeft. In RNA wordt de pirimidine U (uracil) gebruikt , in plaats van T (thymine). De suiker in RNA is ribose