2012002623 - Krimpen aan den IJssel

advertisement
VERGADERING BURGEMEESTER EN WETHOUDERS
afdeling
Datum:
Registratienummer WPW:
Agendanr.:
2012002623
Vertrouwelijk
Ja
Nee
Paraaf
Teamleider:
Routing
- B. en W.
A
op
L
Paraaf
Afdelingshoofd:
Medeparaaf
Paraaf
4-6-2012
Afdeling Financiën en Control
Afdeling Ruimte
Commissies
n.v.t.
- Informatieve Commissie. op
- Besluitvoorbereidende op
Afdeling Bestuurs en Managementondersteuning
21-6-2012
Afdeling Samenleving
Afdeling Informatievoorziening en Vastgoed
Commissie
Afdeling Publiekscentrum
V
- Raad
I
op
Paraaf
B. en W.
Commissievergadering
Actieve persvoorlichting
Openbaar
Ja
Besloten
Nee
Portefeuillehouder:
A. Hofstra
Datum advies:
29052012
Ingekomen van:
S
B
W
W
W
Volgens
advies
Bespreken
Samenleving
Beleidsontwikkeling
I. Bouwmans
Registratienummers WPW van de ingekomen brieven:
Datum stuk:
Onderwerp:
Data-analyse decentralisatie Begeleiding
Gevraagde collegebeslissing:
Te besluiten om:
1. Kennis te nemen van de inhoud van de nota "Afronding fase 1 en fase 2 van de Startnota
Decentralisatie Begeleiding"
2. De raad te informeren middels bijgaande informatiebrief.
3. Het Wmo beraad over de nota te informeren.
Beslissing:
Conform advies besloten.
-2-
COLLEGEVOORSTEL
Onderwerp
Data-analyse decentralisatie AWBZ begeleiding
Te besluiten om
1. Kennis te nemen van de inhoud van de nota "Afronding fase 1 en fase 2 van de Startnota
Decentralisatie Begeleiding"
2. De raad te informeren middels bijgaande informatiebrief.
3. Het Wmo beraad over de nota te informeren.
Inleiding
Met de decentralisatie van de AWBZ extramurale begeleiding naar de Wmo staan
gemeenten voor een omvangrijke taak. Concreet betekent dit dat de functie begeleiding
wordt geschrapt uit de AWBZ en de met extramurale AWBZ-begeleiding te bereiken
resultaten worden ondergebracht onder de compensatieplicht van de Wmo. Vanaf 1 januari
2013 is de gemeente verantwoordelijk wordt voor de nieuwe aanvragers, voor cliënten van
wie de indicatie afloopt in 2013 en voor cliënten waarbij de situatie verandert en daarom een
nieuwe indicatie nodig hebben. Vanaf 2014 worden gemeenten verantwoordelijk voor alle
cliënten die op dit moment al extramurale begeleiding ontvangen in de AWBZ.
Uit het Lente-akkoord van VVD, CDA, D66, GroenLinks en de ChristenUnie blijkt echter dat
de decentralisatie van de AWBZ begeleiding naar gemeenten per 1 januari 2013 van de
baan is. In het Lente-akkoord staat de volgende passage: ‘Enkele geplande maatregelen
voor de langdurige zorg worden met dit akkoord niet meer doorgevoerd of aangepast. Dit
geldt voor de overheveling van de functie begeleiding naar de gemeenten vanaf 2013. De
kosten voor ‘Overheveling functies dagbesteding en begeleiding naar de Wmo’ staat op € 0,geraamd. Het ‘Besparingsverlies overheveling functies dagbesteding en begeleiding naar
Wmo’ staat geraamd op € 80 miljoen. Dat wil dus zeggen dat de geraamde besparing door
het decentraliseren van de AWBZ begeleiding van € 80 miljoen niet gerealiseerd gaat
worden. De begroting in het Lente-akkoord geldt voor 2013. Bij nieuwe verkiezingen is het
daarom de vraag wat er met het wetsontwerp voor het decentraliseren van de begeleiding
gebeurt. Het draagvlak in de politiek is nog steeds kamerbreed en hierdoor bestaat er nog
steeds een reële kans dat de functie begeleiding uiteindelijk gedecentraliseerd wordt.
De verwachting is dat na de nieuwe verkiezingen er meer duidelijkheid is over de
decentralisatie AWBZ begeleiding naar gemeenten en de ingangsdatum. Wanneer er meer
duidelijkheid is over de decentralisatie begeleiding wordt u hierover geïnformeerd middels
een nota.
Gezien in het regeerakkoord ‘Vrijheid en verantwoordelijkheid’ het voornemen stond om de
functie begeleiding te decentraliseren vanaf 2013/2014, is de gemeente Krimpen aan den
IJssel voortvarend van start gegaan om deze decentralisatie zo goed mogelijk te realiseren.
Ter voorbereiding op de AWBZ-transitie is een verkennend onderzoek uitgevoerd op basis
van beschikbare gegevens van het Zorgkantoor (ingekochte zorg op peildatum april 2012),
CAK (gedeclareerde zorg) en CIZ (geïndiceerde zorg op peildatum juli 2011). Er is een totaal
rapportage uitgebracht waarin de resultaten worden beschreven van de data-analyse. Deze
resultaten worden samen met informatie over de huidige AWBZ en de wijze van
indicatiestelling gepresenteerd de bijgevoegde nota.
Het is immers van belang dat de raad tijdig wordt betrokken bij de AWBZ decentralisatie, dat
zij weet hoeveel cliënten er zijn per doelgroep, welke ondersteuning zij nu krijgen, wie de
zorgaanbieders zijn, welke kansen er zijn om de begeleiding anders, d.w.z. op een Wmo-
-3-
achtige wijze (meer lokaal maatwerk, meer ruimte voor algemene voorzieningen, meer
samen zoeken naar oplossingen, meer kijken wat iemand nog kan etc.) in te vullen. Maar
ook dat je niet zomaar op alle fronten kunt innoveren, en waarom. Kortom, de raad dient
goed te worden geïnformeerd om zich hierover een visie te vormen en de juiste keuzes te
maken. Om die reden worden de resultaten uit het verkennende onderzoek (fasen 1 en 2) ter
kennisname aangeboden aan de gemeenteraad. Op 21 juni a.s. komt de informatieve
commissie bijeen waar de onderzoeksresultaten worden gepresenteerd.
Beoogd effect
Deze nota omvat een data-analyse zodat gekomen kan worden tot een programma voor de
beoogde invulling van deze nieuwe gemeentelijke taak.
Argumenten
1.1. De nota zorgt voor inzicht in aantallen doelgroepen, financieel kader en zorgaanbieders
Door het vaststellen van deze nota wordt een basis gelegd voor de verdere uitvoering van
het project “Decentralisatie Begeleiding’’. Het aantal cliënten, verdeeld over diverse
doelgroepen wordt inzichtelijk, net zoals de verdeling tussen PGB en ZiN. Ook de kosten
voor zorg in natura worden geraamd en het wordt inzichtelijk bij welke zorgleveranciers de
AWBZ cliënten uit Krimpen aan den IJssel zorg afnemen.
1.2. Een goede voorbereiding is belangrijk
Het is belangrijk om de cliënten die door de decentralisatie niet meer bij de AWBZ terecht
kunnen, op een goede manier te compenseren binnen de Wmo. Om dit te realiseren, is een
zorgvuldige voorbereiding noodzakelijk. Zo is het belangrijk om te weten welke cliënten vanaf
welke periode kunnen aankloppen bij de gemeente voor een herindicatie.
1.3. Samenwerking met omliggende gemeenten
Voor AWBZ cliënten met specialistische zorgvragen zoals zintuigelijk gehandicapten,
meervoudig gehandicapten en cliënten met niet aangeboren hersenletsel is het efficiënter en
noodzakelijk om samenwerking te zoeken met omliggende gemeenten. Daarom zijn er
intergemeentelijke samenwerkingsverbanden aangegaan met regio Rotterdam-Rijnmond,
gemeente Rotterdam en Capelle aan den IJssel.
Kanttekeningen
N.v.t.
Financiën
N.v.t.
Communicatie
N.v.t.
Uitvoering
Zie nota Afronding fase 1 en fase 2 van de Startnota “Decentralisatie Begeleiding”.
Bijlagen
Bijlage 1: Raadsinformatiebrief “Data-analyse Decentralisatie Begeleiding”
Bijlage 2: rapportage decentralisatie van begeleidingen gemeente Krimpen aan den IJssel.
I. Bouwmans
RAADSINFORMATIEBRIEF
De leden van de raad
Postbus 200
2920 AE KRIMPEN AAN DEN IJSSEL
Datum:
Ons kenmerk:
Afdeling:
Contactpersoon:
Uw brief van:
Onderwerp:
31-5-2012
-Samenleving
I. Bouwmans
Data-analyse Decentralisatie Begeleiding
Datum verzending:
Geachte leden van de raad,
Met de decentralisatie van de AWBZ extramurale begeleiding naar de Wmo staan gemeenten voor een
omvangrijke taak. Concreet betekent dit dat de functie begeleiding wordt geschrapt uit de AWBZ en de
met extramurale AWBZ-begeleiding te bereiken resultaten worden ondergebracht onder de
compensatieplicht van de Wmo. Vanaf 1 januari 2013 is de gemeente verantwoordelijk wordt voor de
nieuwe aanvragers, voor cliënten van wie de indicatie afloopt in 2013 en voor cliënten waarbij de
situatie verandert en daarom een nieuwe indicatie nodig hebben. Vanaf 2014 worden gemeenten
verantwoordelijk voor alle cliënten die op dit moment al extramurale begeleiding ontvangen in de AWBZ.
Uit het Lente-akkoord van VVD, CDA, D66, GroenLinks en de ChristenUnie blijkt echter dat de
decentralisatie van de AWBZ begeleiding naar gemeenten per 1 januari 2013 van de baan is. In het
Lente-akkoord staat de volgende passage: ‘Enkele geplande maatregelen voor de langdurige zorg
worden met dit akkoord niet meer doorgevoerd of aangepast. Dit geldt voor de overheveling van de
functie begeleiding naar de gemeenten vanaf 2013. De kosten voor ‘Overheveling functies
dagbesteding en begeleiding naar de Wmo’ staat op € 0,- geraamd. Het ‘Besparingsverlies
overheveling functies dagbesteding en begeleiding naar Wmo’ staat geraamd op € 80 miljoen. Dat wil
dus zeggen dat de geraamde besparing door het decentraliseren van de AWBZ begeleiding van € 80
miljoen niet gerealiseerd gaat worden. De begroting in het Lente-akkoord geldt voor 2013. Bij nieuwe
verkiezingen is het daarom de vraag wat er met het wetsontwerp voor het decentraliseren van de
begeleiding gebeurt. Het draagvlak in de politiek is nog steeds kamerbreed en hierdoor bestaat er nog
steeds een reële kans dat de functie begeleiding uiteindelijk gedecentraliseerd wordt. De verwachting is
dat na de nieuwe verkiezingen er meer duidelijkheid is over de decentralisatie AWBZ begeleiding naar
gemeenten en de ingangsdatum. Wanneer er meer duidelijkheid is over de decentralisatie begeleiding
wordt u hierover geïnformeerd middels een nota.
Gezien in het regeerakkoord ‘Vrijheid en verantwoordelijkheid’ het voornemen stond om de functie
begeleiding te decentraliseren vanaf 2013/2014, is de gemeente Krimpen aan den IJssel voortvarend
van start gegaan om deze decentralisatie zo goed mogelijk te realiseren.
Ter voorbereiding op de AWBZ-transitie is een verkennend onderzoek uitgevoerd op basis van
beschikbare gegevens van het Zorgkantoor (ingekochte zorg op peildatum april 2012), CAK
(gedeclareerde zorg) en CIZ (geïndiceerde zorg op peildatum juli 2011). Er is een totaal rapportage
uitgebracht waarin de resultaten worden beschreven van de data-analyse. Deze resultaten worden
samen met informatie over de huidige AWBZ en de wijze van indicatiestelling gepresenteerd de
bijgevoegde nota.
Het is immers van belang dat de raad tijdig wordt betrokken bij de AWBZ decentralisatie, dat zij weet
hoeveel cliënten er zijn per doelgroep, welke ondersteuning zij nu krijgen, wie de zorgaanbieders zijn,
welke kansen er zijn om de begeleiding anders, d.w.z. op een Wmo-achtige wijze (meer lokaal
maatwerk, meer ruimte voor algemene voorzieningen, meer samen zoeken naar oplossingen, meer
kijken wat iemand nog kan etc.) in te vullen. Maar ook dat je niet zomaar op alle fronten kunt innoveren,
en waarom. Kortom, de raad dient goed te worden geïnformeerd om zich hierover een visie te vormen
en de juiste keuzes te maken. Om die reden worden de resultaten uit het verkennende onderzoek
(fasen 1 en 2) ter kennisname aangeboden aan de gemeenteraad. Op 21 juni a.s. komt de informatieve
commissie bijeen waar de onderzoeksresultaten worden gepresenteerd.
Hoogachtend,
Burgemeester en wethouders van Krimpen aan den IJssel,
De secretaris,
De burgemeester,
2/32
Afronding fase 1 en fase 2 van de
Startnota “Decentralisatie Begeleiding”
Van AWBZ naar Wmo in Krimpen aan den IJssel
Gemeente Krimpen aan den IJssel
Afdeling Samenleving
Irma Bouwmans-Remeeus
29 mei 2012
2/32
Inhoudsopgave
Blz.
Inleiding
5
Samenvatting
7
1. Proces en planning
9
2. Begeleiding en indicatie
2.1. AWBZ
2.2. Huidige wijze indicatiestelling
13
3. Analyse gemeente Krimpen aan den IJssel
3.1. Aantal cliënten in Krimpen aan den IJssel met begeleiding
3.2. PGB en ZiN
3.3. Cliënten met vervoer
3.4. Instroom gemeente Krimpen aan den IJssel
3.5. Omvang in kosten
3.6. Zorgaanbieders
17
4. Visie en keuzes
25
Afkortingen
27
Bijlage 1: rapportage decentralisatie van begeleiding
3/32
4/32
Inleiding
Met de decentralisatie van de AWBZ extramurale begeleiding naar de Wmo staan gemeenten voor een
omvangrijke taak. Concreet betekent dit dat de functie begeleiding wordt geschrapt uit de AWBZ en de
met extramurale AWBZ-begeleiding te bereiken resultaten worden ondergebracht onder de
compensatieplicht
van
de
Wmo
per
1
januari
2013.
Uit het Lente-akkoord van VVD, CDA, D66, GroenLinks en de ChristenUnie blijkt echter dat de
decentralisatie van de AWBZ begeleiding naar gemeenten per 1 januari 2013 van de baan is. In het
Lente-akkoord staat de volgende passage: ‘Enkele geplande maatregelen voor de langdurige zorg
worden met dit akkoord niet meer doorgevoerd of aangepast. Dit geldt voor de overheveling van de
functie begeleiding naar de gemeenten vanaf 2013. De maatregel ‘beperken doelgroep AWBZ’ (IQmaatregel) die een structurele besparing van 250 mln. moest realiseren, wordt ingetrokken. Tenslotte
wordt de Pgb maatregel met ingang van 2013 verzacht. De kosten voor ‘Overheveling functies
dagbesteding en begeleiding naar de Wmo’ staat op € 0,- geraamd. Het ‘Besparingsverlies overheveling
functies dagbesteding en begeleiding naar Wmo’ staat geraamd op € 80 miljoen. Dat wil dus zeggen dat
de geraamde besparing door het decentraliseren van de AWBZ begeleiding van € 80 miljoen niet
gerealiseerd gaat worden. De begroting in het Lente-akkoord geldt voor 2013. Bij nieuwe verkiezingen
is het daarom de vraag wat er met het wetsontwerp voor het decentraliseren van de begeleiding
gebeurt. Het draagvlak in de politiek is nog steeds kamerbreed en hierdoor bestaat er nog steeds een
reële kans dat de functie begeleiding uiteindelijk gedecentraliseerd wordt.
De verwachting is dat na de nieuwe verkiezingen er meer duidelijkheid is over de decentralisatie AWBZ
begeleiding naar gemeenten en de eventuele ingangsdatum. Indien er meer duidelijkheid is over de
decentralisatie begeleiding wordt u hierover geïnformeerd middels een nota.
Gezien in het regeerakkoord ‘Vrijheid en verantwoordelijkheid’ het voornemen stond om de functie
begeleiding te decentraliseren vanaf 2013/2014, is de gemeente Krimpen aan den IJssel voortvarend
van start gegaan om deze decentralisatie zo goed mogelijk te realiseren.
Ter voorbereiding op de AWBZ-transitie is een verkennend onderzoek uitgevoerd op basis van
beschikbare gegevens van het Zorgkantoor (ingekochte zorg op peildatum april 2012), CAK
(gedeclareerde zorg) en CIZ (geïndiceerde zorg op peildatum juli 2011). Er is een totaal rapportage
uitgebracht waarin de resultaten worden beschreven van de data-analyse. Deze resultaten worden
samen met informatie over de huidige AWBZ en de wijze van indicatiestelling gepresenteerd in deze
nota.
5/32
6/32
Samenvatting
Het WMO kantoor heeft in opdracht van de gemeente Krimpen aan den IJssel een inventarisatie en
analyse uitgevoerd van bij Zorgkantoor Achmea, CIZ en CAK bekende cliëntgegevens die AWBZbegeleiding ontvangen. De rapportage die is uitgebracht wordt ter kennisname aangeboden. Deze
rapportage wordt ook aangeboden aan de werkgroep het Wmo-beraad. De belangrijkste bevindingen
worden hieronder kort opgesomd.
Aantal cliënten in Krimpen aan den IJssel met begeleiding
In totaal ontvingen 261 cliënten in 2012 AWBZ begeleiding in de gemeente Krimpen aan de IJssel
volgens het Zorgkantoor Achmea. Het CIZ geeft aan dat er in totaal 160 cliënten in uw gemeente een
indicatie hebben voor de functie begeleiding. De verschillen in het aantal cliënten kunnen verklaard
worden door het verschil in peildatum en data van het Zorgkantoor bevatten cijfers van cliënten onder
de 18 jaar (onbekend bij het CIZ). 59 procent van alle AWBZ cliënten voor Krimpen aan den IJssel
vallen in drie doelgroepen namelijk; psychiatrisch 19 jaar en ouder, verstandelijk gehandicapten 19 jaar
en ouder en verstandelijk gehandicapten tot 18 jaar. Landelijke cijfers laten zien dat deze drie
cliëntgroepen de grootste zijn.
Cliënten kunnen geïndiceerd worden voor verschillende begeleidingsvormen zoals individuele
begeleiding, begeleiding groep en kortdurend verblijf.
 In totaal zijn in Krimpen aan den IJssel 200 cliënten geïndiceerd voor individuele begeleiding.
50 procent van de cliënten die individuele begeleiding geïndiceerd krijgen, vallen in de
doelgroep psychiatrisch 19 jaar en ouder of verstandelijk gehandicapten 19 jaar en ouder.
Landelijke cijfers laten zien dat dit percentage voor deze twee doelgroepen gemiddeld ligt op 62
procent.
 In totaal krijgen in Krimpen aan den IJssel 120 cliënten begeleiding groep geïndiceerd van het
CIZ. 42 procent van de cliënten die begeleiding groep geïndiceerd krijgen, vallen in de
doelgroep psychogeriatrisch 66 jaar en ouder en verstandelijk gehandicapten 0-18 jaar.
Landelijk is de omvang van deze twee groepen gemiddeld 31 procent.
 In totaal zijn 30 cliënten geïndiceerd door het CIZ voor kortdurend verblijf in de gemeente
Krimpen aan den IJssel. 66 procent van de cliënten die kortdurend verblijf geïndiceerd krijgen,
vallen in de doelgroep verstandelijk gehandicapten 0-18 jaar. Landelijk is dit percentage 58
procent volgens het CIZ.
PGB en ZiN
AWBZ begeleiding kan geleverd worden in de vorm van Zorg in Natura of middels een
Persoonsgebonden budget. In Krimpen aan den IJssel neemt 26 procent van de cliënten zorg af door
middel van een Persoonsgebonden budget en 72 procent doet dit middels Zorg in Natura, volgens het
Zorgkantoor. Zowel individuele begeleiding als begeleiding groep wordt in Krimpen aan den IJssel vaker
verstrekt in de vorm Zorg in Natura. Uit cijfers blijkt dat er een verschil in voorkeur voor PGB/ZiN is bij
diverse doelgroepen.
De doelgroepen psychogeriatrisch 66 jaar en ouder, psychiatrisch 19 jaar en ouder en verstandelijk
gehandicapten 19 jaar ouder hebben voorkeur voor de leveringsvorm Zorg in Natura (66 procent van
alle Zorg in Natura). De doelgroep verstandelijk gehandicapten 0-18 jaar heeft voorkeur voor de
leveringsvorm Persoonsgebonden budget (30 procent van alle zorg in PGB).
Cliënten met vervoer
Als een cliënt in een AWBZ instelling begeleiding in groepsverband krijgt en er is sprake van een
medische noodzaak voor vervoer, dan komt het vervoer van en naar de instelling ten laste van de
AWBZ. 88 procent van cliënten met begeleiding groep ontvangt deze zorg inclusief vervoer. Dit zijn in
totaal 87 cliënten. In Krimpen aan den IJssel worden met name de cliëntgroepen lichamelijk
gehandicapten en psychogeriatrisch 66 jaar en ouder geïndiceerd inclusief vervoer.
7/32
Instroom gemeente Krimpen aan den IJssel
Gedurende 2013 kunnen 54 burgers opnieuw een aanvraag voor begeleiding doen bij de gemeente
Krimpen aan den IJssel. 2013 is het overgangsjaar, waarbij nieuwe cliënten onder de nieuwe Wmo
regeling vallen. Op 1-1-2014 lopen 198 indicaties af. De gemeente zal dan alle nieuwe en bestaande
AWBZ cliënten moet indiceren.
Zorgaanbieders
De gemeente Krimpen aan den IJssel telt een groot scala aan zorgaanbieders (33) die AWBZ
begeleiding bieden in de vorm Zorg in Natura (onbekend zijn de zorgaanbieders van PGB-ers). Het
betreffen grote zorgaanbieders met vele cliënten tot aanbieders met slechts één of enkele cliënten. De
tien grootste zorgaanbieders van Zorg in Natura leveren zorg aan 82 procent van het totaal aantal
cliënten Zorg in Natura en deze tien leveranciers besteden op jaarbasis circa 80 procent van het totaal
budget zorg in natura per jaar. De komende tijd vinden er nog gesprekken plaats met de belangrijkste
lokale zorgaanbieders. Daarmee willen we een goed beeld te krijgen van de problematiek én de
mogelijkheden om de burger met een ondersteuningsbehoefte –vanuit de Wmo-filosofie- op maat te
compenseren.
Ontbrekende informatie
Een aantal gegevens wordt nog gemist, waaronder informatie over de cliënten met een PGB en
informatie over de wijze waarop de zorgaanbieders het vervoer voor hun cliënten hebben geregeld,
welke kosten hiermee zijn gemoeid etc. Een deel van de ontbrekende informatie wordt nog onderzocht.
In de analyse ontbreekt nog -fundamentele- informatie zoals een prognose over de
vraagontwikkeling vanaf 2014, een kwalitatief beeld van de ondersteuningsvraag van inwoners in brede
zin (ook gericht op andere domeinen) en hoogte van het budget dat gemeenten gaan ontvangen voor
de nieuwe taken in 2013 en in 2014. Pas nadat deze informatie beschikbaar is kunnen we een
inschatting maken van de expertise die nodig is om begeleiding op een gekantelde wijze vorm te geven
en het benodigde budget en de (financiële) risico’s.
Het bovenstaande onderschrijft het belang om onderscheid te maken tussen korte termijn (2013) en
lange termijn (2014 en verder). De mogelijkheden om daadwerkelijk vernieuwing te realiseren op korte
termijn zijn beperkt. Wel zien we kansen om verbindingen te leggen tussen de drie transities en de
Wmo om zo de uitvoering effectiever en efficiënter te regelen. Bijvoorbeeld op het terrein van de
toegang tot zorg en zorgarrangementen aan te sluiten bij de wijze waarop de toegang tot de Wmo nu
georganiseerd is. Ook zien we kansen om het vervoer (van en naar de locaties waar de begeleiding
plaatsvindt) goedkoper en efficiënter in te richten. Afhankelijk van welke vernieuwingen worden
doorgevoerd, heeft dit meer of minder gevolgen voor de cliënt. Vandaar ook dat we sommige initiatieven
eerst op kleinere schaal willen uitproberen in de vorm van pilots. Hierover wordt u nog nader
geïnformeerd.
8/32
1. Proces en planning
In de startnota Decentralisatie Begeleiding hebben wij het project opgesplitst in 4 fases met elk een
eigen doelstelling, acties en de te behalen resultaat/resultaten. Met deze nota ronden wij fase 1 en fase
2 af. In dit hoofdstuk worden kort de werkzaamheden per fase uiteengezet.
Fase 1: Informatieverzameling omvang en behoeften van cliëntgroepen AWBZ
Doel: In kaart brengen van de omvang, kenmerken en behoeften van de cliëntgroepen AWBZbegeleiding die in Krimpen aan den IJssel wonen.
Acties
Informatie inwinnen bij zorgkantoren over de huidige cliëntgroepen en
eventuele verwachtte ontwikkelingen hierin.
In kaart brengen van en contact leggen met huidige gecontracteerde
aanbieders van begeleiding voor informatie over aantallen en (een meer
kwalitatief inzicht in) kenmerken en behoeften van huidige cliëntgroepen,
afkomstig uit Krimpen aan den IJssel.
Overige externe partners raadplegen ten aanzien van hun kennis over en
visie op de benodigde lokale ondersteuning.
Werkbezoeken afleggen en door de organisatie de lokale casus laten
vastleggen.
Voortgang
Afgerond
Afgerond
Nog niet volledig
afgerond
Alle afspraken zijn
gepland en aantal
werkbezoeken zijn
afgelegd.
Resultaat: een zo compleet mogelijk overzicht van het aantal en de aard van de huidige AWBZ
zorgvraag van de cliënten binnen Krimpen aan den IJssel.
Ter verdieping van deze fase is een workshop georganiseerd met Bureau Jeugdzorg, MEE en Centrum
Jeugd en Gezin om inzicht te krijgen in de zorgvragen van diverse cliënt groepen van de AWBZ en de
voorliggende- en algemene voorzieningen die door de gemeente Krimpen aan den IJssel nog
ontwikkeld kunnen worden om de druk op individuele voorzieningen te verminderen.
Fase 2: Informatieverzameling beschikbaar en ontbrekend aanbod binnen Krimpen aan den IJssel en
daarbuiten en het beschikbare budget
Doel: in kaart brengen van bestaande diensten en voorzieningen op lokaal, regionaal en bovenregionaal
niveau die geconstateerde behoeften van cliënten kunnen beantwoorden en het inzichtelijk maken van
hiaten in dit aanbod, evenals de beschikbare middelen.
Acties
Een overzicht maken van lokale organisaties, initiatieven en instellingen
(voorzieningen) die kunnen voorzien in (delen van) de
ondersteuningsbehoefte van huidige cliëntgroepen (zowel professioneel als
vrijwillig), de beschikbare capaciteit/slagkracht van deze organisaties en de
eventuele kosten. Belangrijk bij deze actie is de actieve betrokkenheid van
lokale partners.
Zorgaanbieders gericht bevragen en informeren over zorgtypen waaraan
behoefte is en de beschikbare capaciteit en kosten.
Opstellen van een overzicht van de beschikbare financiële middelen voor
Krimpen aan den IJssel.
Bewonersavond organiseren waarin de inwoners hun ervaringen, angsten
en kansen kunnen aangeven bij de gemeente.
Verkennen mogelijkheden voor en waar wenselijk realiseren van regionale
samenwerking
9/32
Voortgang
Afgerond
Nog niet volledig
afgerond
Zorg in Natura
afgerond, PGB (nog)
niet mogelijk
Afgerond
Doorlopend
Resultaat: Een volledig overzicht van beschikbare en ontbrekende (typen) voorzieningen in Krimpen
aan den IJssel en de regio die kunnen voldoen in de ondersteuningsbehoefte van huidige cliëntgroepen.
In de maanden juni, juli en augustus ligt de nadruk op het maken van keuzes over de wijze waarop de
gemeente inwoners die voorheen begeleiding vanuit de AWBZ ontvingen te compenseren vanuit de
Wmo en de toeleiding tot zorg te organiseren naar deze zorg. In fase drie zal daarom gestart worden
met het project indicatiestelling en het vormgeven van zorgarrangementen door middel van pilots.
Hieronder wordt inzichtelijk gemaakt welke acties nog meer verwacht kunnen worden in fase 3 t/m 5.
Fase 3: Maken van keuzes over de invulling van de uitgebreide compensatieplicht
Doel: het opstellen van een kader dat duidelijk maakt hoe de gemeente de uitgebreide
compensatieplicht concreet gaat invullen. Dit behelst een eerste keuze voor het pakket aan
ondersteuningsoplossingen, de eventuele benodigde veranderingen in de gemeentelijke
uitvoeringsorganisatie, interne verbindingen die gelegd worden en externe verbindingen die gelegd
worden met betrokken partners binnen en buiten de gemeente.
Acties:
 Het formuleren van de contouren van het gewenste pakket aan ondersteuningsoplossingen (=
lokale invulling van de geraamde ondersteuningsbehoefte) en de benodigde financiële
middelen.
 Het creëren van een overzicht welke interne processen van invloed zijn op, beïnvloed worden
door of gewijzigd moeten worden voor de lokale invulling van de ondersteuningsbehoefte.
 Op basis hiervan keuzes maken voor het koppelen van de AWBZ decentralisatie aan bestaande
processen en overige raakvlakken binnen de gemeente en eventuele wijzigingen van bepaalde
bestaande uitvoeringsprocessen.
 Met betrekking tot de financiële middelen moet een totaaloverzicht gemaakt worden. Hieruit
moet blijken hoe de beoogde invulling van de functie begeleiding zich verhoudt tot de
beschikbaarheid van de financiële middelen.
 Eventuele keuzes in kaart brengen van het aanbod, welke op basis van financiële
overwegingen nog gemaakt moeten worden.
 Bepalen van wenselijke relaties met externe partijen en deze betrekken/contracteren.
Resultaat: Het resultaat van fase 3 is een inhoudelijk kader, gebaseerd op helder, onderbouwde en
gedragen keuzes, voor de verdere invulling in fase 4 en het vervolg.
Fase 4: Opstellen voorzieningenprogramma
Doel: Opstellen van een voorzieningenprogramma op hoofdlijnen (uitwerking onder vervolg) waarin de
basis voor de praktische uitvoering wordt omschreven. Per 1 januari 2013 zullen alle nieuwe aanvragen
bij de gemeente binnenkomen. Het is belangrijk goed voorbereid te zijn.
Resultaat: Fase 4 resulteert in een voorzieningenprogramma waarin beschreven staat hoe toegewerkt
wordt naar een concrete en operationele invulling van de uitgebreide compensatieplicht in Krimpen aan
den IJssel.
Fase 5: Implementatie en uitvoering
Doel: Zorg dragen voor een goede implementatie en uitvoering van de extramurale begeleiding. Vanaf
1 januari 2013 moet de gemeente het product begeleiding kunnen indiceren/toekennen/inkopen voor
10/32
nieuwe cliënten, vanaf 1 januari 2014 moet zij dit ook kunnen voor de huidige AWBZ-cliënten. Het
vervolg bestaat dan ook uit een algemeen implementatietraject, een implementatietraject voor nieuwe
cliënten (2013) en een implementatietraject voor huidige AWBZ-cliënten (2014).
Samenwerking
Gedurende de verschillende fasen worden samenwerking gezocht met diverse grote AWBZ
zorgaanbieders om draagvlak te creëren en informatie uit te wisselen. In januari 2012 is er een
werkgroep Ex AWBZ opgericht om mee te denken over hoe de decentralisatie het beste vorm kan
krijgen. De leden van de werkgroep worden geïnformeerd door de gemeente over het proces van de
decentralisatie maar worden ook om informatie gevraagd. Leden van de werkgroep zijn:
 Het Meldpunt;
 Mee;
 Agathos;
 De Vierstroom;
 Bavo Europoort;
 Pameijer;
 De Zellingen;
 Philadelphia;
 gemeente Capelle aan den IJssel;
 vertegenwoordiging Wmo beraad;
 Kwadraad;
 Eleos;
 Coach-Point;
 St. Chr. Zorgboeren Krimpenerwaard;
 DuoZorg;
 Zorggroep Rijnmond.
De voorzitter van deze werkgroep is mevrouw Irma Bouwmans-Remeeus.
De gemeente Krimpen aan den IJssel zoekt voor de decentralisatie van de begeleiding
intergemeentelijke samenwerking met omliggende gemeenten. Voor de doelgroep meervoudig
gehandicapten, palliatief terminale zorg en niet aangeboren hersenletsel (lichamelijk gehandicapten)
wordt samenwerking gezocht met de gemeente Rotterdam en Capelle aan den IJssel op het gebied van
inkoop en uitvoering AWBZ zorg. Gemeente Rotterdam is leidend in dit samenwerkingsverband. Voor
de doelgroep zintuigelijk gehandicapten wordt samenwerking gezocht met regio Rotterdam-Rijnmond.
De gemeente Rotterdam is kartrekker in dit samenwerkingsverband. U wordt over de voortgang en
resultaten van deze samenwerkingsverbanden geïnformeerd.
11/32
12/32
2. Begeleiding en indicatie
Het WMO kantoor heeft in opdracht van de gemeente Krimpen aan den IJssel een inventarisatie en
analyse uitgevoerd van bij Zorgkantoor Achmea, CIZ en CAK bekende cliëntgegevens die AWBZbegeleiding ontvangen. De rapportage die is uitgebracht wordt ter kennisname aangeboden en wordt
eveneens aangeboden aan de werkgroep het Wmo-beraad.
De gegevens vormen een belangrijke basis voor de beleidsnota die in het vierde kwartaal 2012 door de
gemeenteraad wordt vastgesteld. Voordat we ingaan op de analyse,
beschrijven we eerst de huidige AWBZ zorg en indicatiestelling.
2.1. AWBZ
De Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) is in Nederland een verplichte, collectieve
ziektekostenverzekering voor niet-individueel verzekerbare ziektekostenrisico's. Op grond van de AWBZ
is iedere Nederlander verzekerd tegen de kosten van onverzekerbare medische risico’s en langdurige
zorg (na 366 dagen). Tot 2003 zijn veel aanvullende regels gemaakt om de AWBZ aan te passen aan
maatschappelijke trends. Daardoor werd de regelgeving te complex. Vanaf 2003 is een reeks
wijzigingen doorgevoerd: ondermeer is per 2007 de huishoudelijke verzorging overgegaan in de Wet
maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en is in 2010 de AWBZ-pakketmaatregel ingevoerd waarbij de
begeleiding werd beperkt tot mensen met een matige of ernstige beperking op het vlak van
zelfredzaamheid. Vanaf 2013 worden de extramurale begeleiding en het kortdurend verblijf inclusief het
bijbehorende vervoer vanuit de AWBZ gedecentraliseerd naar de Wmo. Vanaf 1 januari 2013 gaat het
om de nieuwe cliënten, vanaf 1 januari 2014 gaat het om alle cliënten. Verder wil het kabinet nu nog
een aantal wijzigingen in de AWBZ gaan aanbrengen door mogelijk de toegang tot de AWBZ voor
zwakbegaafden (met een IQ tussen de 70 en 85) te beperken en de voorwaarden van het
persoonsgebonden budget te wijzigen.
2.2. Huidige wijze indicatiestelling
1. CIZ/Bureau Jeugdzorg
De individuele zorgaanvraag van de AWBZ start met een indicatie van het Centrum Indicatiestelling
Zorg (CIZ) of van Bureau Jeugdzorg (BJZ) voor jongeren tot 18 jaar. Hieruit vloeit een indicatiebesluit
voort, waarbij is gekeken naar mogelijkheden voor gebruikelijke zorg en mantelzorg. Indien een cliënt
recht heeft op AWBZ zorg, ontvangt deze een indicatiebesluit met hierin de soorten zorg en de
leveringsvorm (ZiN of PGB). Ook staat hierin de begin- en einddatum, aantal uren (in klassen) en
wel/geen vervoer vermeld. Deze totale bandbreedte van zorg kan afwijken van de daadwerkelijke
afname.
In de praktijk komt het ook voor dat zorgaanbieders de indicatie doen en deze voorleggen aan het CIZ.
Het CIZ heeft dan een toetsende rol. De toegang tot AWBZ-begeleiding is gebaseerd op het vaststellen
van beperkingen van een cliënt. De kracht van het netwerk van de cliënt wordt niet/nauwelijks
meegenomen in de afweging of iemand recht heeft op begeleiding. De toegang tot AWBZ-begeleiding
kenmerkt zich verder tot een sectorale ‘zorg’ insteek. Naar ondersteuningsvragen op andere domeinen
wordt niet of nauwelijks gevraagd.
Het is aan de gemeenten om de toegang tot de Wmo en per 2013 ook naar AWBZ zorg te organiseren.
Gemeenten hebben beleidsvrijheid om daar eigen keuze in te maken. De ambitie is om hier op een
gekantelde wijze invulling aan te geven. Dat wil zeggen: integraal, resultaatgericht en middels een
gesprek met de cliënt en de professional waarbij wordt uitgegaan van de eigen kracht van de cliënt en
zijn/haar omgeving. Er zijn diverse modellen denkbaar om de cliënt naar zorg toe te leiden en toegang
tot zorg (indicatiestelling) vorm te geven. Hierbij kan waar gewenst ook samenwerking worden gezocht
met diverse partners. In fase twee en drie wordt hier nader onderzoek naar gedaan door het WMO
kantoor.
13/32
2. Zorgkantoren
Nadat de indicatie is gesteld wordt de zorg geregeld via de zorgkantoren. Voor de gemeente
Krimpen aan den IJssel is dit zorgkantoor Achmea. Het zorgkantoor gaat op zoek naar een geschikte
zorgaanbieder die aan de zorgvraag van de cliënt kan voldoen. Naast zorgtoewijzing zijn zorgkantoren
ook verantwoordelijk voor zorginkoop bij aanbieders in de regio, waarbij aan de hand van geldende
regels specifieke afspraken worden gemaakt met betrekking tot volume, prijs en kwaliteit. Het
Zorgkantoor heeft tevens een handhavende functie om te zorgen dat zorgaanbieders tijdig de juiste
informatie aanleveren aan het CAK.
De AWBZ kent weinige (financiële) prikkel gericht op ontzorgen omdat zorgaanbieders verplicht zijn om
zorg te leveren. Achmea Zorgkantoren hanteren onder andere een P-model. Waarbij sturing plaats vindt
via prijs. Achmea kiest voor de prijsstelling een model dat enerzijds opslagen kent, voor zorgaanbieders
die bijdragen aan het realiseren van de doelstelling van het Zorgkantoor, en anderzijds afslagen, voor
zorgaanbieders die enkel voldoen aan de verplichtingen.
Het compensatiebeginsel verplicht gemeenten bewoners te compenseren wanneer er sprake is van
beperking, maar laat ze vrij in de wijze waarop ze dit doen. Gemeenten kunnen hiervoor ook
goedkopere oplossingen inzetten zoals zorgbehoefte vervullen met algemene en collectieve
voorzieningen of informeel ondersteuningsaanbod en integraal zorgaanbod. Hierbij spelen
welzijnspartners en nieuwe zorgarrangementen een belangrijke rol.
3. Zorgaanbieders
De zorgaanbieder levert met het Zorgkantoor in overeenstemming bepaalde (combinatie van) zorg aan
de cliënt. De zorgaanbieders leveren het aantal uren zorg in overeenkomst met afspraken van het
Zorgkantoor. De verschillende soorten AWBZ-zorg zijn:
- Persoonlijke verzorging;
- Verblijf in een instelling;
- Verpleging;
- Kortdurend verblijf;
- Begeleiding (groeps- en individueel);
- Behandeling.
Het werkelijk aantal ontvangen uren zorg wordt vervolgens doorgegeven aan het CAK. Alleen
kortdurend verblijf en behandeling komen onder de verantwoordelijkheid te vallen van de gemeenten.
4. CAK
Het Centraal Administratie Kantoor (CAK) int de eigen bijdrage gerelateerd aan het aantal ontvangen
uren zorg aan de cliënt. Deze bijdrage is gebaseerd op basis van het werkelijk aantal ontvangen uren
zorg per zorgperiode (4 weken, 13 per jaar). Niet op alle AWBZ-zorg wordt een eigen bijdrage geheven,
maar wel op alle vormen van AWBZ-begeleiding. Het CAK ontvangt informatie van de belastingdienst,
de GBA, UWV, gemeenten en zorgaanbieders. De jeugdigen onder de 18 jaar en PGB-houders staan
niet in het bestand van het CAK.
5. Voorkeur leveringsvorm
Bij het aanvragen van AWBZ-zorg kiest de cliënt welke leveringsvorm zijn/haar voorkeur heeft:
Persoonsgebonden budget (PGB) of Zorg in Natura (ZIN). In een indicatiebesluit dat meerdere functies
omvat, kan voor iedere functie een leveringsvorm gekozen worden. De leveringsvorm wordt in
afstemming met het Zorgkantoor bepaald en kan afwijken van de leveringsvorm van voorkeur.
Met de decentralisatie van de AWBZ begeleiding wordt de Wmo aangepast. De keuzevrijheid van de
burger tussen een PGB en een voorziening in natura, komt te vervallen. Gemeenten kunnen straks zelf
bepalen – door dit in hun verordening op te nemen – wanneer een burger, en onder welke
voorwaarden, voor een PGB in aanmerking komt. Momenteel maakt ruim een kwart van het totaal
aantal cliënten met AWBZ begeleiding gebruik van het PGB (ongeveer 26% van alle cliënten). Voor die
cliënten is - naar onze verwachting- het hebben van een (alternatieve) PGB regeling bij de gemeente
14/32
belangrijk. Er bestaan ook alternatieven op de PGB zoals een voucher of Persoonsvolgend budget (een
geldbedrag dat ten behoeve van zorg voor een cliënt aan een zorgaanbieder wordt uitgekeerd, maar dat
met de cliënt ‘meeverhuist’ als deze – vanwege veranderingen in zijn zorgbehoefte – naar een andere
zorgaanbieder gaat).
Er valt veel voor te zeggen dat het PGB onderdeel blijft van het zorgaanbod van de gemeente. Op die
manier kan maatwerk worden geleverd en kunnen de mensen zelf de regie over hun leven blijven
bepalen. Er zijn echter ook nadelen zoals; fraudegevoeligheid, weinig zicht op de kwaliteit van
geleverde zorg en PGB houder moet de verantwoordelijkheid kunnen dragen. Het PGB is één van de
thema’s die zal worden opgenomen in de beleidsnota. De beleidsnota zal in het vierde kwartaal 2012
aan de gemeenteraad worden voorgelegd.
7. Grondslagen
Om in aanmerking te komen voor AWBZ-zorg moet er een medische reden (grondslag) aanwezig zijn
waardoor iemand bepaalde activiteiten niet zelfstandig kan verrichten, maar hierbij hulp nodig heeft. De
volgende grondslagen kunnen recht geven op AWBZ-zorg:
 Een somatische aandoening of beperking
Een lichamelijke ziekte die een blijvende beperking geeft, niet veroorzaakt door een stoornis van het
zenuwstelsel of bewegingsapparaat. Voorbeeld: Artrose
 Een psychogeriatrische aandoening of beperking
Er is sprake van een ziekte, niet-aangeboren aandoening of functiestoornis in of van de hersenen.
Deze aandoeningen gaan vaak gepaard met aantasting van denkvermogen, gevoelsleven en
herinneringscapaciteit. Voorbeeld: dementie
 Een psychiatrische aandoening of beperking
Een stoornis door een of meer symptomen veroorzaakt door in de psyche gelegen factoren. Bij de
classificatie worden vaak vastgestelde criteria gehanteerd (DSM-IV )die uitgaan van een (groep
van) symptomen. Voorbeeld: Borderline en Anorexia
 Een verstandelijke handicap
Iemand scoort met het denkvermogen (cognitief) lager dan gemiddeld bij een algemene
intelligentietest (in Nederland geldt voor AWBZ-zorg een IQ-grens van 85). Er is sprake van
blijvende beperkingen op het gebied van de sociale redzaamheid. Voorbeeld: Syndroom van Down
 Een lichamelijke handicap
Een fysieke aandoening waarbij sprake is van beperkingen als gevolg van stoornissen van het
zenuwstelsel en het bewegingsapparaat, waarbij geen functionele verbetering mogelijk is.
Voorbeeld: niet-aangeboren hersenletsel, handicaps van het spierstelsel en beenderstelsel
(dwarslaesie en verlamming).
 Een zintuiglijke handicap
Het kan gaan om een beperkt gezichtsvermogen (visueel) of gehoor (auditief) of een
communicatieve handicap. Voorbeeld: visuele handicaps (blindheid, slechtziendheid en oogziekte)
en auditieve handicaps (doofheid en andere stoornissen in het gehoor).
Een cliënt kan op meerdere grondslagen geïndiceerd worden.
15/32
16/32
3. Analyse gemeente Krimpen aan den IJssel
Het WMO kantoor heeft in opdracht van de gemeente Krimpen aan den IJssel een inventarisatie en
analyse uitgevoerd van bij Zorgkantoor Achmea, CIZ en CAK bekende cliëntgegevens die AWBZbegeleiding ontvangen. De rapportage die is uitgebracht wordt ter kennisname aangeboden. Deze
rapportage wordt ook aangeboden aan de werkgroep het Wmo-beraad. De belangrijkste bevindingen
worden hieronder gepubliceerd.
3.1. Aantal cliënten in Krimpen aan den IJssel met begeleiding
De aantallen in onderstaande tabellen vormen een momentopname, afkomstig van gegevens die op
april 2012 bekend waren bij het Zorgkantoor, op juli 2011 bekend waren bij het CIZ en voor CAK zijn
periode 4, 5 en 6 uit 2011 leidend. Deze cijfers zijn aan verandering onderhevig en moeten daarom met
een zekere marge worden beschouwd.
In totaal ontvingen 261 cliënten in 2012 AWBZ begeleiding in de gemeente Krimpen aan de IJssel
volgens het Zorgkantoor Achmea. Het CIZ geeft aan dat er in totaal 160 cliënten in uw gemeente een
indicatie hebben voor de functie begeleiding. De verschillen in het aantal cliënten kunnen verklaard
worden door het verschil in peildatum en data van het Zorgkantoor bevatten cijfers van cliënten onder
de 18 jaar (onbekend bij het CIZ). In de gemeente Krimpen aan den IJssel hebben 9 op de 1000
inwoners een indicatie voor een vorm van begeleiding, landelijk is dit 12 op de 1000 inwoners.
Totaal aantal cliënten.
Bron: CIZ rapportage Begeleiding in Beeld. Juli 2011
Data Achmea zorgkantoor, peildatum april 2012
Het CAK, data gemeente Krimpen aan den IJssel 2011
Het aantal cliënten is verdeeld over diverse cliëntgroepen. 59 procent van alle AWBZ cliënten
voor Krimpen aan den IJssel vallen in drie doelgroepen namelijk; psychiatrisch 19 jaar en
ouder (23,5 procent), verstandelijk gehandicapten 19 jaar en ouder (19,6 procent) en
verstandelijk gehandicapten tot 18 jaar (15,7 procent). Landelijke cijfers laten zien dat deze
drie cliëntgroepen de grootste zijn. Landelijk gezien worden ook de meeste indicaties gesteld
voor psychiatrisch 19 jaar en ouder (35 procent), gevolgd door verstandelijk gehandicapten 18
jaar en ouder (20 procent) en verstandelijk gehandicapten onder de 18 jaar (15 procent).
Opvallend is dat de cliëntgroep psychiatrisch 19 jaar en ouder 12 procentpunt lager ligt dan
het landelijk gemiddelde van het CIZ.
17/32
Totaal aantal cliënten per doelgroep.
Bron: CIZ rapportage Begeleiding in Beeld, juli 2011
Data Achmea zorgkantoor, peildatum april 2012 (unieke cliënten)
Bureau Jeugdzorg verzorgt de indicatie voor de cliëntgroep jeugdigen met een psychiatrische
grondslag. Bureau Jeugdzorg Rotterdam heeft cijfers vrij gegeven over deze cliëntgroep. De
cijfers van bureau Jeugdzorg geven het aantal indicaties extramurale begeleiding (individuele
begeleiding en begeleiding groep) en kortdurend verblijf weer voor de periode 1-1-2010 tot 11- 2012. Op verschillende peildata wordt aangegeven hoeveel jeugdigen op een bepaald
moment een geldige indicatie hebben en op welke AWBZ functies er recht bestond. Uit de
onderstaande grafiek blijkt dat sinds januari 2010 het aantal jeugdigen met individuele
begeleiding licht is gestegen, er is een duidelijke daling te zien bij begeleiding groep en
kortdurend verblijf
18/32
60
Aa nta l unieke producten
54
50
46
47
40
40
42
30
48
46
46
37
33
35
33
48
25
Kortdurend verblijf
Begeleiding groep
18
20
individuele begeleiding
10
0
1-1-2010
1-7-2010
1-1-2011
1-7-2011
1-1-2012
Pei l datum
Aantal unieke producten extramurale begeleiding jeugdzorg 2010-2012.
Bron: Data bureau jeugdzorg gemeente Krimpen aan den IJssel, peildatum 1-1-2010 t/m 1-1-2012
Begeleiding kent verschillende soorten. Naast het onderscheid tussen begeleiding individueel,
begeleiding groep en kort durend verblijf verschilt de concrete invulling en van deze
begeleidingsvormen per cliëntgroep en per zorgaanbieder. Voor deze informatie moeten wij een beroep
doen op de zorgaanbieders. Via hen krijgen we ook inzicht in het vervoer van en naar de dagbesteding
voor begeleiding groep. Informatie over namen, adressen van cliënten in de gemeente Krimpen aan den
IJssel komt pas beschikbaar na landelijke besluitvorming. Hiermee krijgen we alleen zicht op de zorg
die in natura geleverd wordt. PGB- houders bepalen immers zelf bij welke persoon/instelling de zorg
inkopen. Via de cliënt en zorgleveranciers kan meer informatie verkregen worden over aantal en
zorgproducten van PGB-houders.
Cliënten kunnen geïndiceerd worden voor verschillende begeleidingsvormen zoals individuele
begeleiding, begeleiding groep en kortdurend verblijf.
 In totaal zijn in Krimpen aan den IJssel 200 cliënten geïndiceerd voor individuele begeleiding.
50 procent van de cliënten die individuele begeleiding geïndiceerd krijgen, vallen in de
doelgroep psychiatrisch 19 jaar en ouder (27 procent) of verstandelijk gehandicapten 19 jaar en
ouder (23 procent). Landelijke cijfers laten zien dat dit percentage voor deze twee doelgroepen
gemiddeld ligt op 62 procent.
19/32
Aantal producten individuele begeleiding
Bron: CIZ rapportage Begeleiding in Beeld, juli 2011
Data Achmea zorgkantoor, peildatum april 2012

In totaal krijgen in Krimpen aan den IJssel 120 cliënten begeleiding groep geïndiceerd van het
CIZ. 42 procent van de cliënten die begeleiding groep geïndiceerd krijgen, vallen in de
doelgroep psychogeriatrisch 66 jaar en ouder (25 procent) en verstandelijk gehandicapten 0-18
jaar (17 procent). Landelijk is de omvang van deze twee groepen gemiddeld 31 procent.
Aantal producten begeleiding groep.
Bron: CIZ rapportage Begeleiding in Beeld, juli 2011
Data Achmea zorgkantoor, peildatum april 2012

20/32
In totaal zijn 30 cliënten geïndiceerd door het CIZ voor kortdurend verblijf in de gemeente
Krimpen aan den IJssel. 66 procent van de cliënten die kortdurend verblijf geïndiceerd krijgen,
vallen in de doelgroep verstandelijk gehandicapten 0-18 jaar. Landelijk is dit percentage 58
procent volgens het CIZ.
Aantal producten kortdurend verblijf.
Bron: CIZ rapportage Begeleiding in Beeld, juli 2011
Data Achmea zorgkantoor, peildatum april 2012
3.2. PGB en ZiN
Zorg kan geleverd vormen in de vorm van Zorg in Natura of een Persoonsgebonden budget.
26% van de cliënten neemt zorg af door middel van een Persoonsgebonden budget en 72% Zorg in
Natura volgens het Zorgkantoor. Zowel individuele begeleiding als begeleiding groep wordt in Krimpen
aan den IJssel vaker verstrekt in de vorm Zorg in Natura. Doelgroepen psychogeriatrisch 66 jaar en
ouder, psychiatrisch 19 jaar en ouder en verstandelijk gehandicapten 19 jaar ouder hebben voorkeur
voor de leveringsvorm Zorg in Natura (66% van alle Zorg in Natura). Doelgroep verstandelijk
gehandicapten 0-18 jaar heeft voorkeur voor leveringsvorm Persoonsgebonden budget (30% van alle
zorg in PGB).
Vorm van levering zorg aantal unieke cliënten.
Bron: Data Achmea zorgkantoor, peildatum april 2012
3.3. Cliënten met vervoer
Als een cliënt in een AWBZ-instelling begeleiding in groepsverband krijgt en er is sprake van een
medische noodzaak voor vervoer, dan komt het vervoer naar en van de instelling ten laste van de
AWBZ. Dit staat expliciet vermeld in de indicatie die een cliënt van het CIZ ontvangt. Een medische
indicatie houdt in dat een cliënt door slechte gezondheid of handicap niet zelfstandig kan reizen, maar
gebracht en gehaald moet worden. Voor andere AWBZ-zorg, zoals individuele begeleiding of
behandeling, kan voor het vervoer geen aanspraak gemaakt worden op de AWBZ. Voor kinderen tot
twaalf jaar die begeleiding in groepsverband krijgen, kan worden aangenomen dat er een medische
21/32
noodzaak is voor vervoer. Vanaf twaalf jaar moet de medische noodzaak voor vervoer worden
beoordeeld.
Als er geen vervoersmogelijkheden zijn op grond van de AWBZ, dan kan iemand een beroep doen op
de vervoersmogelijkheden die de gemeente biedt. De indicatie voor vervoer is vrij van eigen bijdrage
van de cliënt. Informatie over de geschatte vervoerskosten voor de gemeente Krimpen aan den IJssel
voor alle cliënten op jaarbasis is niet beschikbaar.
Uit onderstaande grafiek blijkt dat er in totaal 21 cliënten PGB met vervoer ontvangen en 66 cliënten
ZiN met vervoer. In totaal zijn er 87 cliënten in de gemeente Krimpen aan den IJssel die een
vervoerscomponent ontvangen bij hun indicatie begeleiding groep.
Aantal cliënten met vervoer, verdeeld ZiN en PGB.
Bron: Data Achmea zorgkantoor, peildatum april 2012
3.4. Instroom gemeente Krimpen aan den IJssel
Gedurende 2013 kunnen 54 burgers opnieuw een aanvraag voor begeleiding doen bij de gemeente
Krimpen aan den IJssel. 2013 is het overgangsjaar, waarbij nieuwe cliënten onder de nieuwe Wmo
regeling vallen. De gemeente zal dan alle nieuwe cliënten moet indiceren. Op 1-1-2014 lopen 198
indicaties af.
2110-2112
7
2026-2027
4
11
26
11
12
1
Ja a rtal
2021-2022 1 1
2017
2
2016
2
2015
13
5
2014
7
4
8
6
2013
3
2012
3
6
9
17
0
9
10
11
1 2
22
2 2
13
13
2
2
2
1
25
2
6
20
Lichamelijke handicap
40
Aantal cliënten
Psychiatrische aandoening/ziekte
Psychogeriatrische aandoening/ziekte
Somatische aandoening/ziekte
Verstandelijk handicap
Zintuiglijke handicap
Aantal aflopende indicatie per doelgroep.
Bron: Data Zorgkantoor Achmea, peildatum april 2012.
22/32
30
50
60
70
3.5. Omvang in kosten
Het bedrag dat beschikbaar wordt gesteld voor de gemeente om tot uitvoering van de AWBZ
te komen staat nog niet vast omdat de verdeelsleutel nog niet bekend is gemaakt. Na de
nieuwe verkiezingen zal meer duidelijkheid worden gegeven over de invoerdatum van de
decentralisatie en de verdeelsleutel. Er kan echter wel een raming worden gemaakt op basis
van de bestaande informatie. Uitgaande van de meest recente CIZ data (255 cliënten), zal er
vanaf 2014 jaarlijks een budget van € 3.460.727 vrijkomen voor het leveren van begeleiding
voor de gemeente Krimpen aan den IJssel.
VWS laat momenteel een onafhankelijk onderzoek uitvoeren naar de daadwerkelijk
vrijvallende integrale uitvoeringskosten in de AWBZ in verband met het schrappen van de
functie begeleiding. Deze vrijvallende uitvoeringsmiddelen worden overgeheveld naar
gemeenten. Het kabinet stelt daarnaast in totaal € 55 miljoen structureel beschikbaar voor
uitvoeringskosten van zorg voor jeugd en begeleiding samen vanaf 2016. In 2014 zal al € 35
miljoen worden verdeeld; in 2015 € 45 miljoen. Hogere uitvoeringskosten moeten worden
gecompenseerd met eigen middelen. Naar schatting zal dit € 66.109 (2014) en € 84.998
(2015) bedragen voor Krimpen aan den IJssel.
Gemeenten worden deels gecompenseerd voor de (transitie)kosten die samenhangen met de
decentralisatie van begeleiding. Er komt in totaal € 130 miljoen beschikbaar, waarvan
€ 80 miljoen voor gemeenten. Het kabinet stelt in 2012 een bedrag van € 47,6 miljoen
invoeringskosten beschikbaar. In 2013 komt een bedrag van € 32 miljoen beschikbaar via de
algemene uitkering. De middelen worden verdeeld via een vast bedrag (25 procent) en via een
bedrag per inwoner (75 procent). Voor Krimpen aan den IJssel met 28.688 inwoners betekent
dit € 89.909 transitiekosten in 2012 en € 60.443 transitiekosten in 2013.
Gezien de onzekerheid omtrent de budgeten en de verdeelsleutel zijn deze ramingen niet
gepubliceerd in de data rapportage die u in de bijlage aantreft.
3.6. Zorgaanbieders
De gemeente Krimpen aan den IJssel telt een groot scala aan zorgaanbieders (33) die extramurale
begeleiding bieden in de vorm Zorg in Natura (onbekend zijn de zorgaanbieders van PGB-ers). Het
betreffen grote zorgorganisaties met vele cliënten tot aanbieders met slechts één of enkele cliënten. De
tien grootste zorgaanbieders Zorg in Natura zijn (in willekeurige volgorde); Agathos Thuiszorg,
Vierstroom B.V., Tiendhoven, Thuiszorg de Zellingen, De Wielewaal (locatie van ASVZ), GvT de
Kempenhout en Boermarke (locaties van Steinmetz de Compaan), Eleos, Stichting Humanitas en
Stichting Pameijer. Deze tien zorgleveranciers leveren zorg aan 82% van het totaal aantal cliënten Zorg
in Natura en deze tien leveranciers besteden op jaarbasis circa 80% van het totaal budget zorg in
natura per jaar.
23/32
24/32
4. Visie en keuzes
De visie op de aanpak van de extramurale begeleiding moet zijn beslag krijgen in een
beleidsnota. In deze beleidsnota, die wordt vastgesteld door de gemeenteraad, worden verschillende
thema’s en scenario’s voorgelegd, inclusief de te maken keuzes. De beleidsnota vormt de basis voor de
nieuwe Wmo-verordening, het bestek voor in te kopen diensten en de implementatie van extramurale
begeleiding met ingang van 2013. Het ligt in de planning om de beleidsnota in het vierde kwartaal 2012
aan het college aan te bieden.
25/32
26/32
Afkortingen
AWBZ
BGG
BGI
BJZ
CAK
CIZ
KVB
LG
PG
PGB
PSY
PV
SOM
VG
VP
Wmo
ZG
ZIN
27/32
Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten
Begeleiding groep
Begeleiding individueel
Bureau Jeugdzorg
Centraal Administratie Kantoor
Centrum Indicatie Zorg
Kortdurend verblijf
Lichamelijke handicap
Psychogeriatrische aandoening of beperking
Persoonsgebonden budget
Psychiatrische aandoening of beperking
Persoonlijke Verzorging
Somatische (lichamelijke) ziekte, aandoening of beperking
Verstandelijke beperking
Verpleging
Wet maatschappelijke ondersteuning
Zintuiglijke handicap
Zorg in natura
Download