Thema 1: Anders zijn, ontmoeting 1 Leerplandoelen De kinderen: - ontdekken dat er verschillen zijn tussen mensen. - vergelijken de manier waarop mensen omgaan met het anders zijn van zichzelf en van anderen. - ontdekken hoe men in de Bijbel omgaat met mensen die meestal als ‘anders’ of ‘vreemd’ worden gezien. - voelen zich uitgenodigd om zelf de verscheidenheid van mensen als een rijkdom te beleven. Kernlessen Titel Welkom in het derde leerjaar! Iedereen is anders. In het spoor van Jezus Wat kiezen wij: ontmoeten of uitsluiten? Elementen van de kern De kinderen: - ervaren dat ze zelf gelijken op anderen en verschillen van anderen. - spreken eigen gevoelens uit bij de ervaring dat ze verschillen van anderen (verbazing, vreugde, angst, trots, weerstand, …). - voelen aan dat verscheidenheid aan rijkdom met zich mee kan brengen. De kinderen: - luisteren naar anderen over hun gevoelens bij de ervaring van anders zijn. - gaan te midden van alle verschillen op zoek naar elementen van overeenkomst. - ervaren hoe mensen reageren op het anders zijn van mensen. - ontdekken hoe Jezus met ‘anderen’ omgaat en over hen spreekt: in het verhaal van de barmhartige Samaritaan (Lc 10, 25-37). De kinderen: - ontdekken dat christelijk omgaan met anderen inhoudt dat men kiest voor ontmoeten in plaats van uitsluiten, in het verhaal van Cornelius (Hand 10). - weten dat christenen proberen te leven vanuit het geloof dat alle mensen Gods kinderen zijn. De kinderen: - zien dat er altijd een spanning is tussen gelijkheid en verschil. - erkennen de waarde en de waardigheid van elke mens. - leren omgaan met de moeilijkheden die kunnen voorkomen bij verschillen tussen mensen. - maken kennis met concrete vormen van ontmoeting, uitsluiten, negeren, samenwerken, tegenwerken, verdraagzaamheid onverdraagzaamheid. 1 Uitbreidingslessen Titel In het joodse spoor. Het grote spel: één tegen allen. Elementen van de uitbreiding De kinderen: - gaan dieper in op de joodse godsdienst en cultuur als basis voor het christendom. - hebben aandacht voor andere culturen en godsdiensten. De kinderen: - ontdekken al spelend da verschillen uitnodigen tot samenwerken. 2 Lezenderwijs: Op stap met Jozef Leerplandoelen De kinderen: - leven zich in in de personages van het verhaal. - kunnen de symbolische betekenis vatten van situaties die voorkomen in het verhaal. - begrijpen de tekst als uitdrukking van geloof, hoop en liefde, door te ontdekken wat er gezegd wordt over de relatie tussen God en mens en tussen mens en wereld. - vinden in de tekst een oproep tot geloof, hoop en liefde. - brengen hun indrukken over een verhaal tot expressie: in woord, drama, muzische expressie, … . - reflecteren op het gods- en Jezusbeeld dat spreekt uit de verhalen. - reflecteren op de betekenis van het verhaal voor mensen van vroeger en nu en denken erover na hoe aspecten van de bijbelse boodschap een invloed kunnen hebben op hun eigen manier van denken, zijn en doen. - kunnen de relatie zien tussen de onderwerpen die in de loop van het jaar aan bod komen en aspecten ervan die in de verhalenreeks ter sprake komen - kunnen aspecten van de boodschap van een verhaal actualiseren en in verband brengen met verschillende relatievelden in hun eigen bestaan. Voor de tweede cyclus ligt hierbij het accent vooral op het relatieveld ‘jij – ik –jij’. Kernlessen Titel Elementen van de kern Jozef, een jongen De kinderen: met bijzondere - leven zich in in de personages van het verhaal ‘Op stap met dromen Jozef’. - brengen hun indrukken over het verhaal ‘Op stap met Jozef’ tot expressie: in woord. - kunnen de symbolische betekenis vatten van situaties die voorkomen in het verhaal ‘Op stap met Jozef’. Weg ermee, hij is De kinderen: onze broer niet - kunnen de symbolische betekenis vatten van voorwerpen en meer! situaties die voorkomen in het verhaal ‘Op stap met Jozef’. - brengen hun indrukken over het verhaal ‘Op stap met Jozef’ tot expressie: in muzische expressie. - kunnen de relatie zien tussen de onderwerpen die in de loop van het jaar aan bod komen en aspecten ervan die in de verhalenreeks ter spraken komen. Uit het thema ‘Conflicten’ (element van de kern): - lezen in de bijbel hoe er op verschillende manieren met conflicten omgegaan wordt: Jozef en zijn broers (Gen 37 en 43-45). Uit het thema ‘Verbondenheid in verdriet’ (element van de uitbreiding): - ontdekken de betekenis van de uitdrukking ‘in de put zitten’ in het verhaal van Jozef (Gen 37, 18-24). In de gevangenis De kinderen: - vinden in de tekst ‘Op stap met Jozef’ een oproep tot geloof, hoop en liefde. - brengen hun indrukken over het verhaal ‘Op stap met Jozef’ 3 tot expressie: in woord. reflecteren op het godsbeeld dat spreekt uit het verhaal ‘Op stap met Jozef’. - kunnen aspecten van de boodschap van een verhaal actualiseren en in verband brengen met verschillende relatievelden in hun eigen bestaan. In de tweede graad licht het accent vooral op het relatieveld ‘jij – ik – jij’. De kinderen: - begrijpen de tekst ‘Op stap met Jozef’ als uitdrukking van geloof, hoop en liefde, door te ontdekken wat er gezegd wordt over de relatie tussen God en mens en tussen mens en wereld. - brengen hun indrukken over het verhaal ‘Op stap met Jozef’ tot expressie: in muzische expressie. - reflecteren op het godsbeeld dat spreekt uit het verhaal ‘Op stap met Jozef’. Uit het thema ‘Symbolen’ (element van de uitbreiding): - ontdekken in het Jozefverhaal de betekenis van de zeven vette en de zeven magere jaren (Gen 41). De kinderen: - kunnen de symbolische betekenis vatten van voorwerpen en situaties die voorkomen in het verhaal ‘Op stap met Jozef’. - begrijpen de tekst ‘Op stap met Jozef’ als uitdrukking van geloof, hoop en liefde, door te ontdekken wat er gezegd wordt over de relatie tussen God en mens en tussen mens en wereld. - reflecteren op het godsbeeld dat spreekt uit het verhaal ‘Op stap met Jozef’. - reflecteren op de betekenis van het verhaal ‘Op stap met Jozef’ voor mensen van vroeger en nu en denken erover na hoe aspecten van de bijbelse boodschap een invloed kunnen hebben op hun eigen manier van denken, zijn en doen. Uit het thema ‘Symbolen’ (element van de uitbreiding): - ontdekken in het Jozefverhaal de betekenis van de zeven vette en de zeven magere jaren (Gen 41). De kinderen: - brengen hun indrukken over het verhaal ‘Op stap met Jozef’ tot expressie: in woord. - reflecteren op de betekenis van het verhaal ‘Op stap met Jozef’ voor mensen van vroeger en nu en denken erover na hoe aspecten van de bijbelse boodschap een invloed kunnen hebben op hun eigen manier van denken, zijn en doen. - kunnen aspecten van de boodschap van een verhaal actualiseren en in verband brengen met verschillende relatievelden in hun eigen bestaan. In de tweede graad licht het accent vooral op het relatieveld ‘jij – ik – jij’. Uit het thema ‘Conflicten’ (element van de kern): - lezen in de bijbel hoe er op verschillende manieren met conflicten omgegaan wordt: Jozef en zijn broers (Gen 37 en 43-45). De kinderen: - - reflecteren op de betekenis van het verhaal ‘Op stap met Jozef’ voor mensen van vroeger en nu en denken erover na 4 - Dromen hebben een betekenis. Jozef is wijs en redt … Jozef ziet zijn broers terug en maakt zich bekend. Welkom in Egypte! hoe aspecten van de bijbelse boodschap een invloed kunnen hebben op hun eigen manier van denken, zijn en doen. - kunnen aspecten van de boodschap van een verhaal actualiseren en in verband brengen met verschillende relatievelden in hun eigen bestaan. In de tweede graad licht het accent vooral op het relatieveld ‘jij – ik – jij’. Uit het thema ‘Vergeving en verzoening’ (element van de kern): - leven zich in in het verhaal over de verzoening tussen Jozef en zijn broers (Gen 45). Uit het thema ‘Conflicten’ (element van de kern): - lezen in de bijbel hoe er op verschillende manieren met conflicten omgegaan wordt : Jozef en zijn broers: Gen 37 en 43-45. Op stap met Jozef De kinderen: - leven zich in in de personages van het verhaal ‘Op stap met Jozef’. - brengen hun indrukken over het verhaal ‘Op stap met Jozef’ tot expressie: in muzische expressie. - kunnen aspecten van de boodschap van een verhaal actualiseren en in verband brengen met verschillende relatievelden in hun eigen bestaan. In de tweede graad licht het accent vooral op het relatieveld ‘jij – ik – jij’. Uitbreidingslessen Titel Dromen kunnen iets betekenen Jozef in Egypte, het land van de farao Joesoef of Jozef in de koran Elementen van de uitbreiding Element van de kern (herhaling) De kinderen: - kunnen de symbolische betekenis vatten van situaties die voorkomen in het verhaal ‘Op stap met Jozef’. Element van de kern (herhaling) De kinderen: - leven zich in in de personages van het verhaal ‘Op stap met Jozef’. - kunnen de symbolische betekenis vatten van voorwerpen en situaties die voorkomen in het verhaal ‘Op stap met Jozef’. - kunnen aspecten van de boodschap van een verhaal actualiseren en in verband brengen met verschillende relatievelden in hun eigen bestaan. In de tweede graad licht het accent vooral op het relatieveld ‘jij – ik – jij’. Uit het thema ‘Anders zijn, ontmoeting’ (element van de uitbreiding) De kinderen: - bespreken dat in de koran ook verteld wordt over Jakob en Jozef maar dat de koran en de bijbel hen een verschillende betekenis geven. 5 Kerkelijk Jaar: Allerheiligen Leerplandoel De kinderen kennen Allerheiligen en Allerzielen als dagen van verbondenheid met heiligen en met mensen die gestorven zijn. Kernlessen Titel Allerheiligen, het feest van alle heiligen Heiligen, mensen om na te volgen Elementen van de kern De kinderen: - leren ‘heiligen’ kennen als christenen van vroeger, die nu ook nog als voorbeeld kunnen gesteld worden. - kennen Allerheiligen (1 november) als dag van verbondenheid met heiligen. De kinderen: - leren ‘heiligen’ kennen als christenen van vroeger, die nu ook nog als voorbeeld kunnen gesteld worden. - kennen Allerheiligen (1 november) als dag van verbondenheid met heiligen. Uitbreidingslessen Titel Mahatma Gandhi, een hindoe om na te volgen. Elementen van de uitbreiding De kinderen: - brengen waardering op voor Mahatma Gandhi, een inspirerend figuur uit het hindoeïsme. - zien in dat grote figuren in andere godsdiensten (het hindoeïsme) mensen kunnen inspireren, net zoals de heiligen in de katholieke traditie. 6 Thema 2: Verbondenheid in verdriet Leerplandoelen De kinderen: - ervaren verdriet als een deel van het (en hun) leven. - ontdekken hoe verbondenheid, nabijheid en luisterbereidheid helpen bij verdriet. - ontdekken hoe christenen in verdriet steun zoeken in verbondenheid met God en met elkaar. - ontdekken in bijbelverhalen hoe mensen bij God kracht vinden om hun verdriet te dragen en te verwerken. Kernlessen 7 Titel Allerzielen, wij gedenken onze doden. Elementen van de kern De kinderen: - brengen het verdriet dat ze rondom zich zien, onder woorden. - kunnen samen stil worden en/of bidden in een situatie van verdriet. - ontdekken dat er verdriet is wanneer zij afscheid moeten nemen (soms ook een kort afscheid) van mensen met wie ze erg verbonden zijn, of wanneer zij iemand of iets verliezen (een mens, speelgoed, een huisdier). Het feest van de De kinderen: doden in Mexico - ontdekken hoe mensen in verschillende culturen en godsdiensten met verdriet omgaan. Woorden over De kinderen: dood en verdriet - ontdekken hoe christenen steun vragen én vinden bij God voor het verwerken van verdriet. - verkennen situaties waarin christenen door handelingen, woorden, symbolen en rituelen hun geloof in Gods nabijheid uitdrukken: uitvaart, ziekenzalving, Allerheiligen, Goede Vrijdag en Pasen, bedevaarten, … . Sta op en leef! De kinderen: - ontdekken dat Jezus verdriet had in bepaalde omstandigheden: Jezus’ verdriet om Lazarus (Joh 11). - bespreken het verhaal over het dochtertje van Jaïrus (Mc 5, 21-24.35-43). Verdriet kan veel De kinderen: oorzaken hebben. - ontdekken dat verdriet ook kan ontstaan in situaties van conflict, eenzaamheid, angst, jaloersheid, mislukking, onmacht, echtscheiding, discriminatie, dood, armoede, ziekte, oorlog, alleen-zijn, onbegrip, … . - zien dat wenen, iets uitschreeuwen, niet spreken, niet eten, lusteloos zijn, ziek worden, … uitingsvormen van verdriet kunnen zijn. - hebben er weet van dat verdriet ook verborgen en weggestopt kan zijn. Als je ouders gaan De kinderen: scheiden … - kunnen vertellen wie en wat hen helpt als ze verdrietig zijn. - bespreken wat het betekent als mensen zeggen: “Dat ik er met iemand over kan praten, lucht al op.”. - lezen verhalen (bv. uit kinderboeken) over mensen die elkaar helpen om verdriet te uiten en te verwerken. Gedeeld verdriet De kinderen: doet minder pijn. - beluisteren verhalen van christenen die zich - individueel of als groep - inzetten om mensen in verdriet bij te staan. Bv. ziekenzorg, vormingswerk voor weduwen, vormingswerk voor echtscheidingen, religieuze gemeenschappen. Viering en De kinderen: evaluatie - lezen enkele eenvoudige gebeden bij verdrietsituaties. Uitbreidingslessen Titel Elementen van de uitbreiding 8 Mijn en jouw verdriet. De kinderen: - gaan dieper in op situaties van verdriet, afhankelijk van wat in de klas ter sprake komt of van gebeurtenissen uit de actualiteit. - drukken hun eigen verdriet – als ze dat wensen – uit in tekeningen, boetseerwerk, een tekst, … . Verder leven, over De kinderen: de dood heen. - ontdekken dat niet alleen christenen, maar ook moslims en hindoes geloven in een leven na de dood. Ik maak dit voor De kinderen: jou. - laten op een of andere manier blijken dat ze verbonden zijn met mensen in hun verdriet. 9 Kerkelijk Jaar: Advent Leerplandoelen De kinderen verkennen Advent en Kerstmis als een groeien naar licht en leven. Kernlessen Titel De adventskrans Welzijnszorg brengt licht. Elementen van de kern De kinderen: - zien het groen van de adventskrans als een verwijzing naar hoop op leven. - koppelen de vier adventskaarsen aan de vier zondagen voor Kerstmis. De kinderen: - zien het groeiende licht van de vier kaarsen als een groei naar het feest van de geboorte van Jezus, het Licht in de wereld. - leren de adventscampagne Welzijnszorg kennen als een actie die licht wil brengen in het leven van mensen van de ‘vierde wereld’. Uitbreidingslessen Titel Welzijnszorg: getuigenis en inzet Elementen van de uitbreiding De kinderen: - beluisteren een getuigenis van iemand die zich inzet voor mensen van de ‘vierde wereld’. - zetten zich met de klas in voor een project van Welzijnszorg. 10 Kerkelijk Jaar: Kerstmis Leerplandoelen De kinderen verkennen Advent en Kerstmis als een groeien naar licht en leven. Kernlessen Titel Sem, de herder Jezus als ‘Licht voor de wereld’, ook voor de herders Elementen van de kern De kinderen: - leren de herders uit het kerstverhaal kennen als mensen in de marge, vergelijkbaar met de ‘armen’ van vandaag. - leren Jezus kennen als ‘Licht voor de wereld’(via verhalen, kunstwerken, afbeeldingen). De kinderen: - leren de herders uit het kerstverhaal kennen als mensen in de marge, vergelijkbaar met de ‘armen’ van vandaag. - leren Jezus kennen als ‘Licht voor de wereld’(via verhalen, kunstwerken, afbeeldingen). Uitbreidingslessen Titel Een kerstbezinning voor de tweede graad Elementen van de uitbreiding De kinderen: - dramatiseren het kerstverhaal. - staan vierend en bezinnend stil bij het kerstverhaal. 11 Thema 3: Stilte en gebed, ontvankelijkheid Leerplandoelen De kinderen: - kunnen zich bezinnen. - ontdekken hoe mensen zich in hun gebed richten tot God. - ontdekken wat bidden voor mensen betekent. - waarderen elkaars wijze van bezinning of gebed. Kernlessen 12 Titel Stilte en lawaai Elementen van de kern De kinderen: - worden stil bij een tekst, een beeld, een foto, muziek. - spreken uit wat er in hen omgaat wanneer ze stil worden en zich bezinnen. - ontdekken dat ze bij stilte en bezinning open komen voor wat in hun leven belangrijk is. Daar word ik stil De kinderen: van … - worden stil bij een tekst, een beeld, een foto, muziek. - staan stil bij een gebeurtenis uit hun leven. - dragen bij tot sfeer, stilte, houdingen,… die bezinning mogelijk maken. Elementen van de uitbreiding: - werken actief mee aan het creëren van een sfeervol hoekje in de klas waarin ze stil kunnen worden bij een beeld, een symbool, voorwerpen uit de natuur, foto’s, … . Vier je mee? We De kinderen: maken tijd voor - hebben waardering voor mensen die stil worden en zich elkaar. bezinnen. - komen in de klas tot bezinning of gebed, elk volgens de eigen levensbeschouwing of geloof. - dragen bij tot sfeer, stilte, houdingen,… die bezinning mogelijk maken. Elementen van de uitbreiding: - vinden een gepaste houding om zich te bezinnen of om te bidden. - laten zich helpen door voorwerpen, symbolen, muziek, … om tot bezinning of gebed te komen. Mozes en Jezus De kinderen: bidden. - weten dat bidden voor gelovige mensen betekent: vertoeven in Gods aanwezigheid. - ontdekken in de bijbel hoe Mozes bidt: Ex 15, 1-18. - gaan na wanneer, waarom, waar en hoe Jezus bidt: in Lc 11, 1-8. Christenen De kinderen: bidden. - weten dat bidden voor gelovige mensen betekent: vertoeven in Gods aanwezigheid. - hebben waardering voor mensen die bidden. - ontdekken dat bidden kan betekenen: danken, vragen, smeken, loven, klagen, aanklagen, … . - ontdekken dat mensen zowel samen als alleen kunnen bidden. - leren verscheidene gebedshoudingen kennen: knielen, handen vouwen, buigen, … . - ervaren een sfeer van eerbied wanneer mensen bidden. - luisteren naar getuigenissen van mensen over hun bidden. Christenen bidden De kinderen: op veel - ontdekken dat christenen ook bidden tot Maria en tot verschillende heiligen als voorsprekers bij God. manieren. - luisteren naar getuigenissen van mensen over hun bidden. - ervaren en bespreken hoe christenen samen bidden in de liturgie en in sacramentele vieringen. 13 Onze buren bidden. Synthese en evaluatie, een gebedsviering De kinderen: - zien hoe mensen in verscheidene godsdiensten bidden. - leren verscheidene gebedshoudingen kennen: knielen, handen vouwen, buigen, … . - ontdekken dat bidden kan betekenen: danken, vragen, smeken, loven, klagen, aanklagen, … . - ontdekken dat mensen zowel samen als alleen kunnen bidden. - ervaren een sfeer van eerbied wanneer mensen bidden. - hebben waardering voor mensen die bidden. Elementen van de uitbreiding: - gaan na welke voorwerpen in verscheidene godsdiensten een hulp zijn bij het bidden: een kruisbeeld, een icoon, een meditatiedoek, een gebedenboek, een beeld, een rozenkrans, gebedsriemen, een gebedssnoer, kaarsen, wierook, … . - laten zich helpen door voorwerpen, symbolen, muziek, … om tot bezinning of gebed te komen. De kinderen: - hebben waardering voor mensen die bidden. Elementen van de uitbreiding: - vinden een gepaste houding om zich te bezinnen of om te bidden. - proberen enkele vormen van expressie uit die kunnen helpen bij bezinning of gebed: dans, muziek, zang, beeldende expressie, … . Uitbreidingslessen Titel Bewogen mens, bewogen gebed. Speciale plaatsen om te bidden. Op bezoek in een gebedshuis Elementen van de uitbreiding De kinderen: - gaan dieper in op wat bidden is, aan de hand van het bijbelverhaal 1 Kon 19 (Elia). - beseffen dat bidden niet vrijblijvend is, maar uitnodigt tot inzet. De kinderen: - gaan na op welke speciale plaatsen mensen samenkomen op te bidden: kerk, moskee, synagoge, tempel, kapel, heilige plaatsen (Lourdes, de Ganges, Mekka, …). - maken kennis met plaatselijke gebruiken waarbij mensen bidden: bedevaart, heiligenverering, Mariaverering, processie, … . Element van de kern: herhaling: - verkennen situaties waarin christenen (en andersgelovigen) door rituelen hun geloof in Gods nabijheid uitdrukken: bedevaarten. De kinderen: - gaan na op welke speciale plaatsen mensen samenkomen om te bidden: kerk, moskee, synagoge, tempel, kapel, heilige plaatsen, … . 14 Kerkelijk Jaar: Veertigdagentijd Leerplandoel De kinderen verkennen de veertigdagentijd als een periode van inkeer en solidariteit. Kernlessen Titel Veertig dagen lang op weg naar Pasen Veertig dagen is … 4 maal 10, 20 plus 20, lang wachten, voorbereiden, dromen, loslaten, ... Elementen van de kern De kinderen: - leren de symboliek van het askruisje kennen. - zien het verband tussen de bedoeling van de veertigdagentijd en de concrete actie i.v.m. Broederlijk Delen. Element van de uitbreiding - vinden voor zichzelf een manier om soberder te leven. De kinderen: - kennen het getal 40 als symbool voor tijd van voorbereiding, bezinning, verwachting, loslaten (40 jaren/dagen in de woestijn). Uitbreidingslessen Titel Veertig dagen tijd voor … inkeer en actie Elementen van de uitbreiding De kinderen: - krijgen extra kansen tot bezinning in klasverband. - doen actief mee met een project voor Broederlijk Delen dat door de school is opgezet. 15 Thema 4: Vergeving en verzoening Leerplandoelen De kinderen: - ontdekken wat vergeving en verzoening in de Bijbel inhouden. - ontdekken hoe christenen vergeving en verzoening beleven en uitdrukken. - voelen aan en begrijpen wat vergeving is. - voelen aan en begrijpen wat verzoening is. Kernlessen 16 Titel In de bijbel … (1) Elementen van de kern De kinderen: - leven zich in in het verhaal over de verzoening tussen Jozef en zijn broers (Gen 45). - vatten de betekenis van de regenboog in het zondvloedverhaal (Gen 9, 9-17). - beseffen vanuit die verhalen dat God steeds vergeving wil schenken. - beseffen dat verzoening betekent: opnieuw vrede en vriendschap sluiten. In de bijbel … (2) De kinderen: - begrijpen Jezus’ oproep tot verzoening in de gelijkenis van de Vader en de twee zonen (Lc 15, 1-2.11-32). - beseffen vanuit die verhalen dat God steeds vergeving wil schenken. - voelen aan dat vergeving een uiting is van ‘intens liefhebben’. Dat is zonde! De kinderen: - verwoorden dat ruzies en conflicten soms heel wat pijn veroorzaken. - komen tot het besef dat een ruzie die blijft aanslepen niet bijdraagt tot het geluk van de betrokkenen. - beseffen dat vergeving is: een fout niet langer meer aanrekenen en met de ander opnieuw willen beginnen. Deleten of De kinderen: vergeven? - erkennen dat vergeving vragen niet gemakkelijk is. - erkennen dat vergeving schenken niet gemakkelijk is. - erkennen dat ‘een stap naar verzoening’ niet gemakkelijk is; - kunnen tekens van verzoening stellen: een handdruk, een zoen, een verontschuldiging, … . - spreken hun machteloosheid uit wanneer de ander geen vergeving wil schenken. - spreken hun machteloosheid uit wanneer een ander zich niet met hen wil verzoenen. Christenen De kinderen: schenken - ontdekken in verhalen en getuigenissen dat christenen vergeving … steun vinden in hun geloof in God, die van alle mensen houdt en steeds bereid is vergeving te schenken. - ontdekken in verhalen en getuigenissen dat christenen zich laten inspireren door Jezus om zelf ook bereid te zijn te vergeven en zich te verzoenen. - ontdekken in verhalen en getuigenissen hoe liefde de basis is voor vergeving en verzoening. - beseffen dat ook voor christenen vergeving en verzoening niet gemakkelijk en vanzelfsprekend zijn. Jezus vergeeft … De kinderen: - voelen Jezus’ vergevingsgezindheid aan in het verhaal over een zondige vrouw (Lc 7, 36-49). - beseffen vanuit dit verhaal dat God steeds vergeving wil schenken. 17 Christenen vragen De kinderen: vergeving aan - ontdekken dat in het sacrament van vergeving en God. verzoening God vergeving schenkt en mensen zich met elkaar verzoenen. - onderscheiden de elementen van het sacrament van vergeving en verzoening: schuldbelijdenis, woord van vergeving (absolutie), mogelijk herstellen van wat fout was. - beseffen dat ook voor christenen vergeving en verzoening niet gemakkelijk en vanzelfsprekend zijn. Terugblik en De kinderen: evaluatie, het - voelen aan en ervaren in hun eigen leven als waardevol de feest van de mogelijkheid van vergeving( vragen, krijgen en geven). verzoening - voelen aan en ervaren in hun eigen leven als waardevol de bereidheid tot verzoening. - krijgen de kans om vergeving te vragen en verzoening te vieren in een celebratie of in het sacrament van de verzoening. Uitbreidingslessen Titel Elementen van de uitbreiding Tot 7 maal 70 maal De kinderen: - vatten de betekenis van ‘7 maal 70 maal vergeven’ in Jezus’ antwoord aan Petrus (Mt 18). Desmond Tutu, De kinderen: een (Anglicaanse) - leren figuren uit de actualiteit en de geschiedenis kennen christen die die verzoenend optreden. verzoenend - beseffen dat vergeving een ommekeer (bekering) optreedt veronderstelt. - beseffen dat mensen soms geen vergeving willen schenken. - ontdekken hoe onverzoenbaarheid tussen mensen en groepen situaties uitzichtloos maakt. - beseffen dat mensen soms niet tot verzoening bereid zijn. Vergeving in de De kinderen: eucharistie - weten waarom de schuldbelijdenis in de eucharistie voorkomt. - voelen de betekenis aan van de woorden ‘vergeef ons onze schuld, gelijk ook wij vergeven aan onze schuldenaren’. - beseffen dat vergeving een ommekeer (bekering) veronderstelt. 18 Kerkelijk Jaar: De Goede Week en Pasen Leerplandoelen De kinderen: - ontdekken de Goede Week als herinnering aan de laatste dagen van Jezus. - ontdekken de paastijd als een vieren van het leven van Jezus Christus. Kernlessen Titel Jezus komt in Jeruzalem aan. Jezus in Jeruzalem Elementen van de kern De kinderen: - verkennen de symboliek van Palmzondag. - zien de voetwassing als beeld van de dienstbaarheid van christenen (Goede Week). Uit het thema ‘Conflicten’: - onderzoeken hoe Jezus reageert in conflictsituaties: Joh 2, 13-17. De kinderen: - leren belangrijke symbolen uit de paaswake kennen als tekens van leven en verrijzenis. - herkennen moeilijke situaties in het leven van Jezus: door Judas verraden (Lc 22, 3-4), doodsangst en door Zijn leerlingen in de steek gelaten (Lc 22, 39-46). Uitbreidingslessen Titel Een paasgedicht Elementen van de uitbreiding De kinderen: - gaan op een creatieve manier om met symbolen van Pasen: licht, kaarsen, eieren, klokken. - zingen het paaslied dat aansluit bij de dagen van de Goede Week. 19 Thema 5: Aarde en vruchtbaarheid Leerplandoelen De kinderen: - ervaren de rijkdom van de vruchten van de aarde. - zien dat mensen in verschillende levensbeschouwingen en godsdiensten geboeid worden door het wonder van de vruchtbare aarde. - lezen in het Paradijsverhaal van de Bijbel (Gen 2, 4b-25) een gelovige duiding van het wonder van de vruchtbaarheid van de aarde. - ontdekken hoe Jezus beelden van de vruchtbare aarde gebruikte om Zijn boodschap over het Rijk Gods te brengen. Kernlessen 20 Titel De aarde geeft ons zoveel! Elementen van de kern De kinderen: - verkennen hoe ze dagelijks leven van de vruchten van de aarde: voeding, grondstoffen, energie, nabijheid van mensen, dieren, … . Een verhaal vol De kinderen: wonderlijke - lezen het Paradijsverhaal (Gen 2, 4b-25) en ontdekken dingen daarin de betekenis van het beeld dat de mens geboetseerd is ‘uit stof van de aarde’. - worden zich ervan bewust dat alles – ook de mens – aarde is en van de aarde voortkomt. - ontdekken in het bijbelverhaal (Gen 2, 4b-25) een sterke verwantschap tussen de mens en de vruchtbare aarde. - lezen hoe in dat verhaal verteld wordt over de nabijheid van God bij de mens en over de nabijheid tussen mensen. - lezen in dat verhaal hoe de vruchten van de schepping bestemd zijn voor de mens, dit betekent: elke mens. Het is toch echt De kinderen: knap! Dank je - worden gevoelig voor het wonder van de vruchtbaarheid in wel! het vele dat de aarde biedt. - kunnen hun dankbaarheid voor de vruchtbare rijkdom van de aarde tot expressie brengen. Velen vinden het De kinderen: knap. - vernemen dat volkeren van alle tijden zich hebben verwonderd over de vruchtbare aarde. - vernemen dat volkeren van alle tijden uitdrukking hebben gegeven aan hun verwondering door verhalen, beelden, rituelen, dansen, … . - ontdekken dat volkeren hun verwondering op zeer verschillende manieren hebben beleefd en uitgedrukt. Voor wie is al De kinderen: dat moois? - ontdekken dat alle levensbeschouwingen en godsdiensten nadenken over de bestemming van de vruchten van de aarde. Jezus vertelt … De kinderen: - ontdekken wat Jezus bedoelde met het Rijk Gods in de gelijkenissen van het zaak: de gelijkenis van het zaaien (Mc 4, 1-20). Soms is het De kinderen: begin klein, - ontdekken wat Jezus bedoelde met het Rijk Gods in de maar … gelijkenissen van het zaad: de gelijkenis van het mosterdzaadje (Mc 4, 30-33) en de gelijkenis van de boer die slaapt (Mc 4, 26-29). De aarde geeft De kinderen: ons zoveel: - danken in een vieringsmoment (samen met de leerkracht) synthese en voor de vruchten die de aarde ons geeft. viering 21 Uitbreidingslessen Titel Dicht bij de aarde Knutselen met natuurmaterialen. Kijk maar naar kunst! Elementen van de uitbreiding De kinderen: - ervaren dat bezig zijn met de aarde allerlei gevoelens kan oproepen (aangename en onaangename), bv. spelen met zand, planten van bloembollen, in de modder vallen, … . De kinderen: - kunnen op een creatieve manier hun waardering uitdrukken voor de vruchtbaarheid van de aarde, vooral gebruik makend van elementen uit de schepping (klei, bloemen, bladeren, vruchten, …). De kinderen: - kunnen de betekenis van de gelijkenissen terugvinden in allerlei kunstwerken (beeldende kunst, liederen, gedichten …). 22 Kerkelijk Jaar: Onze-Heer-Hemelvaart Leerplandoel De kinderen ontdekken de paastijd als een vieren van het leven van Jezus Christus. Kernlessen Titel Een heel oud wereldbeeld Afscheid van Jezus Elementen van de kern De kinderen: - leren belangrijke symbolen in het verhaal van Hemelvaart (wolk, berg en engel) kennen als verwijzingen naar Jezus’ leven in Gods nabijheid. De kinderen: - leren belangrijke symbolen in het verhaal van Hemelvaart (wolk, berg en engel) kennen als verwijzingen naar Jezus’ leven in Gods nabijheid. (uit het thema ‘Symbolen’) - ontdekken dat symbolen de werkelijkheid waarnaar ze verwijzen ook dichterbij brengen. Uitbreidingslessen Titel Het oude Wereldbeeld Elementen van de uitbreiding De kinderen: - kunnen op een creatieve manier duidelijk maken hoe hun ‘engel’ eruitziet. 23 Thema 1: Anders zijn, ontmoeting 2 Leerplandoelen De kinderen: - ontdekken dat er verschillen zijn tussen mensen. - vergelijken de manier waarop mensen omgaan met het anders zijn van zichzelf en van anderen. - ontdekken hoe men in de Bijbel omgaat met mensen die meestal als ‘anders’ of ‘vreemd’ worden gezien. - voelen zich uitgenodigd om zelf de verscheidenheid van mensen als een rijkdom te beleven. Kernlessen Titel Er zitten geen 2 dezelfden in onze klas. Ruth, een bijzondere vrouw in de bijbel Een regenboogkerk Ook in onze klas: van vreemde tot vriend … Elementen van de kern De kinderen: - verkennen vormen van ‘anders zijn’ van mensen waarmee ze geconfronteerd worden. - stellen vragen over het anders zijn van anderen. - worden er zich van bewust dat ze keuzes moeten maken in het omgaan met de verschillen bij anderen. - ontdekken waarom het anders zijn van mensen niet door iedereen op dezelfde manier benoemd wordt, bv. gehandicapten, andere culturen, … . (element van de uitbreiding) De kinderen: - hebben aandacht voor mensen met een handicap (vooral als die in de eigen klas aanwezig zijn). De kinderen: - ontdekken hoe God in de Bijbel mensen inspireert in het omgaan met anderen (het verhaal van Ruth). De kinderen: - ontdekken waarom het anders zijn van mensen niet door iedereen op dezelfde manier benoemd wordt, bv. gehandicapten, andere culturen, … . - leren kerkelijke initiatieven kennen waarbij men oproept tot ontmoeting met mensen die als ‘anders’ beschouwd worden. De kinderen: - ervaren dat ze zelf gelijken op anderen en verschillen van anderen. - ervaren hoe mensen reageren op het anders zijn van mensen. - zien dat er altijd een spanning is tussen gelijkheid en verschil. - erkennen de waarde en de waardigheid van elk mens. Uitbreidingslessen Titel De rechten van Elementen van de uitbreiding De kinderen: 24 het kind - - ondersteunen respect voor de waardigheid van elke mens met enkele artikelen uit de ‘Universele verklaring van de rechten van het kind’. gaan in op de invloed van thuis, school, media, sport, vrije tijd, in het kijken naar ‘anderen’. 25