Informatie Oorlogsgraven gemeente Almelo Frits ten Brink * 10-04-1919 †15-10-1944 4-1743-B7 4-2526-D6 Hans Vos * 28-10-1920 †15-10-1944 Joke Heijdenrijk * 28-07-1919 †15-10-1944 2-824-E10 3-1257-D7 Hendrik Reinders * 15-06-1911 † 15-10-1944 14 oktober 1944 worden deze 4 heren gevangen genomen. Ten Brink op zijn onderduikadres bij de familie Schoppert aan de Prinsenkampsweg 20. Frits werkte op het gemeentehuis en verstrekte allerlei papieren aan onderduikers. Frits werd gefusilleerd langs het kanaal richting Vriezenveen, even voorbij het woonwagenkamp. Vos wordt gearresteerd als verzetsman op Haven NZ 115, door verraad van V-man Genissen en mejuffrouw S. uit Almelo. Hij heeft diverse onderduikers van papieren voorzien en had twee pistolen thuis verstopt. Een van deze pistolen had hij geleend van Joke Heijdenrijk door bemiddeling van Henrik Reinders. Vos wordt op de zelfde plek gefusilleerd als Reinders, rechts achter de Mosterdpot Heijdenrijk werkte bij de brandstoffencommissie en woonde op de Volkeringstraat 32. Daar zat de Joodse onderduikster Anne de Haas, die tijdig na Heijdenrijk’s arrestatie in veiligheid kon worden gebracht. Heijdenrijk wordt op de zelfde plaats gefusilleerd als Ten Brink. Reinders wordt om het leven gebracht net voorbij de Mosterdpot, voor zijn betrokkenheid bij het wapenbezit van Vos. 4-2508-C7 Johannes van Dooren * 29-09-1897 †26-08-1944 Samen met zijn broer Berend woonde Johannes aan de Deldensestraat. Berend op 42, Johannes op 52. Beiden hadden veel Joodse onderduikers. In de zomer van 1944 is er verraad en worden onderduikers gevonden bij Johannes van Dooren. Hij wordt gearresteerd en afgevoerd naar kamp Amersfoort, waar hij op 26 augustus 1944 overlijdt. Zijn broer Berend is op tijd gewaarschuwd en weet onder te duiken bij Alie Tharner aan de Adastraat. Deze mevrouw Tharner weet de onderduikers op klaarlichte dag te verplaatsen naar een ander onderduikadres. Wanneer Berend tegen de wil van Tharner teruggaat naar zijn vrouw aan de Deldensestraat wordt hij door de Duitsers gearresteerd en overgebracht naar kamp Dölkau in Zöschen, waar hij op 10 oktober 1944 overlijdt. 3-1245-D7 Hendrik Höften * 02-06-1913 †30-09-1944 Deze verzetsman wordt door Almelose Landwachters opgepakt bij een omsingeling waarbij veel ausweisen en bonnen worden gevonden, op 29 september 1944. Ondanks alle zware verhoren wordt door Henk Höften niets verteld. Wel worden er spullen gevonden van N.M. Affourtit uit Almelo, die samen met Höften onder handen wort genomen in café ten Oever in de Doelenstraat. Hij wordt gefusilleerd op het Marktplein, omdat hij niet wil spreken. Affourtit wordt door de SD gebruikt om informatie over het verzet te krijgen. Hij weet echter te ontkomen en duikt onder. Een dag later, op 30 september 1944 wordt Hendrikus Timmerman en de in zijn huis ondergedoken politieman Douwe Mik opgepakt door de Landwacht. Timmerman wordt door leden van het commando Gerbig met een nekschot om het leven gebracht in het Bokhovenbos aan het einde van de Windslaan. Mik weet te vluchten en onder te duiken en zet zijn werkzaamheden voort. Twee maanden later overlijdt hij in een concentratiekamp, nadat hij is opgepakt voor een grote bankkraak. 4-1977-C7 Lubbert Eenkhoorn * 20-05-1897 † 08-03-1945 e Deze man, wonende aan de 2 Vijverstraat, zorgde voor de onderduikadressen voor onderduikers die werden georganiseerd door de groep Herman van Heek, Gerrit Breteler, Linneman, Jan Buiter en Gombert. Deze laatste had een winkel in huishoudelijke artikelen aan de Grotestraat 95. Veel onderduikers werden ondergebracht bij de familie Borger aan de Tulpenstraat 3 in Almelo. De heer Eenkhoorn werd op 8 maart 1945 gefusilleerd door de Duitsers in Apeldoorn. De groep werd gevangen gezet in de koepelgevangenis in Arnhem. Allen zullen hier de oorlog overleven, behalve de heer Gombert, van hem ontbreekt ieder spoor. Netelenbos Jan Bernhard *01-06-1881 + 23-09-1943 MR-04-A10 Jan Bernhard Netelenbos kwam samen met 4 familieleden en mejuffrouw Krijgsman om het leven bij het neerstorten van de Lancaster “P. for Peter” in de Hofkampstraat op 23 sept. 1944. De “P. for Peter” kwam terug van een aanval op Dordmund-Eemskanaal. Op deze zwarte dag verliest de R.A.F. 22 van de 91 vliegtuigen die deelnamen aan deze aanval. Voor de familie Netelenbos was dit ook een bizar zwarte dag. Jan Bernard (63 jaar) werd begraven bij de geallieerden die het leven lieten bij dit ongeval; - F.A. Scales; boordwerktuigkundige; - D.E.R. Stone; eerste vlieger/commandant; - P.M. Matthews; radio telegrafist/schutter; - E. Hill; navigator; - W.J.S. Burns; bommenrichter; - N.F. Aldred; leerling vlieger, zijn eerst vlucht en 8e (extra) bemanning Militair Fellows (staatschutter) wist via Delden een schuilplaats te vinden bij een boerderij in Bentelo. Ook T. Ravenhill (rugkoepelschutter) weet het ongeluk te overleven. Hij is eerst krijgsgevangen gemaakt en is later bevrijd en teruggekeerd naar Engeland. Burns was de enige Canadees onder dit Engelse gezelschap. Van de familie Netelenbos overleden; Maximiliaan Hendrik Netelenbos 26 jaar Hendrika Netelenbos-Netelenbos 25 jaar Anette Netelenbos 33 jaar Jansje Netelenbos-Slettenhaar 64 jaar Gerda Marie Krijgsman 31 jaar De leden van familie Netelenbos zijn begraven in een familiegraf elders op de begraafplaats, graf 821, 822 en 823 op vak E10. 2-871-D9 Gerrit Jan Prinsen * 27-10-1894 †19-11-1942 Verzetsman van het eerste uur, banketbakker aan de Grotestraat 77. Samen met Gerritsen uit Hengelo was hij de leidende figuur van de Verzetsgroep Twente. Met een goed vertrouwen in de verraders Willy Kramer en Sophie Maschkov-Menso, betrekt hij deze mensen in het overbrengen van militairen naar Engeland en het verplaatsen van Joden. Deze twee verraders bestelen samen met Untersturmfuhrer Blaese alle militairen en Joden van hun bezittingen. Als zij op non-actief worden gezet verraden zij de heer Prinsen, en met hem de onderduikadressen van familie Braam, dokter SilvergieterHoogstad, dokter de Gruyter, familie van der Aa, familie W. Nauta, familie J. Meesters en familie Hermelink. 26 februari 1942 wordt Gerrit Jan Prinsen door SDérs opgepakt. Samen met Gerritsen, Meesters, Hermelink, Braam, de Gruyter en SilvergieterHoogstad worden zij opgesloten in “Oranje Hotel”, de beruchte gevangenis in Scheveningen, en daar berecht tot de doodstraf. Velen zullen later gratie krijgen, voor vijf leidinggevende geldt dit niet. Gerrit Jan Prinsen is op 19 november 1942 te Soesterberg gefusilleerd samen met M.C. Cavalje, C.W.R. Wilmink, B. Veenstra en H.M. Moquette. Jan Meesters uit Almelo overlijdt op 15 oktober 1943 te Neuengamme. Albert Hermelink uit Almelo overlijdt in de nacht van 5 op 6 september 1944 tijdens transport van kamp Natzweiler naar Dachau. Dokter W.A. de Gruyter uit Almelo overlijdt op 11 december 1944 in Siegburg. Gerard Hemmer uit Geesteren overlijdt op 5 februari 1945 in Dachau W. Nauta maakt de bevrijding mee, maar overlijdt op 2 mei 1945 in Dachau. Hij was zeer verzwakt door de typhus en had hongeroedeem. Op 3 september 1960 is hij op het ereveld in Loenen herbegraven. De heer Silvergieter-Hoogstad is een van de weinigen die het gevangenschap overleefden. Dick Ruiter * 31-12-1918 †23-09-1944 2-849-D9 Deze man is aangeschoten bij de overval op huize Lidwina in Zenderen. Samen met Mini ter Horst, Jo Krabbenbos en Sietse Hilbrink werd hij gevangen genomen. Dick Ruiter werd samen met Hilbrink sr. de dag van de overval ter plekke gefusilleerd. Zoon Coen Hilbrink was bij zijn vlucht al door SD’er Munnij om het leven gebracht. Later werd huize Lidwina samen met de 3 overleden personen met brandstof overgoten en tot ontploffing gebracht. Direct na de bevrijding worden de stoffelijke resten van deze drie personen in opdracht van Cor Hilbrink door NSBérs verzameld en in het Retraitehuis opgebaard, waarna ze zijn begraven in Almelo en Zenderen.