Gedraag je! Toets: De pedagoog Naam:…………………………. Klas:….. Datum:………………. Vak:…… 1 Deze toets is gemaakt rond het beroep van de pedagoog (opvoedkundige). Een pedagoog houdt zich bezig met de ontwikkeling van kinderen. Hij/zij onderzoekt en behandelt kinderen die bijvoorbeeld problemen op school hebben, een emotioneel probleem hebben of onhandelbaar zijn. Bovendien geeft hij/zij voorlichting aan ouders over opvoeden om problemen te voorkomen of te verhelpen. Jo Frost is terug De Britse nanny die wanhopige ouders helpt met hun onmogelijke kinderen. Jo Frost heeft al 15 jaar ervaring als professionele nanny bij verschillende gezinnen. In die periode heeft zij al heel wat extreme situaties met lastige kinderen meegemaakt. Deze ervaringen gebruikte zij voor het ontwikkelen van haar eigen succesvolle methodes om kinderen op te voeden. Jo probeert de ouders en kinderen consequente regels en discipline bij te brengen, waarmee ze weer op het rechte pad worden gezet. Rondom Jo Frost en haar opvoedtips is een televisieserie gemaakt. Deze heeft in het buitenland al tot een ongekende populariteit gezorgd. Met recht mag zij zich alleen daarom al de 'Supernanny' noemen. Maar ook vanwege het feit dat zij alle kinderen - wat voor een enórme lastpakken dit ook zijn - weer in het gareel weet te krijgen. Geen poeslieve watjes, maar zich gewoon gedragende kinderen. Je krijgt enkele fragmenten uit een aflevering van EHBO (Eerste Hulp Bij Opvoeden) te zien. Het betreft hier een gezin dat bestaat uit twee ouders, dochter Kathleen, zoon Billy en peuter Charly. Tenzij anders vermeld gaan de vragen over de beelden die je te zien krijgt, niet wat je er bij denkt of hoort. 1. De toets begint bij de kennismaking met het gezin en wordt stilgelegd bij een beeld van Charly (4:48). Gezien de lichaamstaal die dit jongetje in dit beeld laat zien is dit jongetje (omcirkel het juiste antwoord): A bang B blij C boos D moe E nieuwsgierig F onzeker G verdrietig Lesmateriaal ontwikkeld door CSG Dingstede te Meppel bij het adviesexamenprogramma van de Commissie Vernieuwing Biologie Onderwijs Gedraag je! Motiveer je gekozen antwoord. ……………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………………. 2. In een tweede fragment (5.46 – 6.22) zie je een aantal voorbeelden van operante conditionering. - Welk gedrag van Charly wordt beloond? …………………………………………………………………………………………………. - Waaruit bestaat de beloning? …………………………………………………………………………………………………. - Welk gedrag van Billy en Kathleen wordt bestraft? …………………………………………………………………………………………………. - Waaruit bestaat de straf? …………………………………………………………………………………………………. - Welk gedrag van de ouders wordt beloond? (kan na film beantwoord worden) …………………………………………………………………………………………………. - Waaruit bestaat de beloning? (kan na film beantwoord worden) …………………………………………………………………………………………………. 3. (6:22 - ) Charly wordt al vóór hij zijn pyama aantrekt, daarvoor beloond met geroosterd brood met stroop. - Welk gedrag vertoont hij direct daarna? …………………………………………………………………………………………………. - Welke beloning volgt daarop? …………………………………………………………………………………………………. Lesmateriaal ontwikkeld door CSG Dingstede te Meppel bij het adviesexamenprogramma van de Commissie Vernieuwing Biologie Onderwijs 2 Gedraag je! 4. Je ziet een stilstaand beeld (07.11) waarin Billy Charly de luier omdoet. Leerling 1 zegt dat uit dit beeld blijkt dat Billy dominant is over Charly. Leerling 2 zegt dat uit dit beeld blijkt dat Charly dominant is over Billy. - Geef twee argumenten voor het idee van leerling 1. …………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………. - Geef een argument voor het idee van leerling 2. …………………………………………………………………………………………………. - Wie heeft er volgens jou gelijk? Motiveer je antwoord. …………………………………………………………………………………………………. 5. De film wordt versneld doorgespoeld naar 10.01 waar Jo Frost met de ouders bespreekt wat zij heeft gezien. - Beschrijf de lichaamstaal van de beide ouders. …………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………. - Welk signaal geven zij daarmee (misschien onbewust) richting Jo Frost? …………………………………………………………………………………………………. 6. De film loopt nog even door tot 10.54. - Beschrijf de lichaamstaal van Jo Frost tijdens haar uitleg. …………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………. - Welk signaal geeft zij daarmee (vast niet onbewust) richting de beide ouders? …………………………………………………………………………………………………. Lesmateriaal ontwikkeld door CSG Dingstede te Meppel bij het adviesexamenprogramma van de Commissie Vernieuwing Biologie Onderwijs 3 Gedraag je! 7. De film wordt versneld doorgespoeld tot 17.55 en daarna in normaal tempo afgespeeld naar 18.40. “Trap zitten” wordt gebruikt als strafmaatregel. In een discussie over deze maatregel worden er door kijkers vijf verklaringen gegeven waarom “trap zitten” een zinvolle straf zou kunnen zijn: 1. op de trap is het koud 2. op de trap kan Charly geen kant op 3. op deze plek zijn erg weinig prikkels 4. op deze plek kan Charly niet bij zijn speelgoed 5. op deze manier wordt Charly geïsoleerd van de rest van de groep - Welke van deze verklaringen is/zijn juist? …………………………………………………………………………………………………. 8. In de periode dat “trap zitten” wordt gebruikt als strafmaatregel bij fout gedrag, krijgt Charly ook beloningen voor goed gedrag. - Welke beloningen kreeg Charly? …………………………………………………………………………………………………. 9. Na de observatie en het advies van Jo Frost moeten de ouders op eigen kracht verder. Wat is jouw inschatting: - gaan deze ouders de afgesproken maatregelen volhouden - of vervallen ze snel weer in hun oude fouten? Motiveer je antwoord vanuit jouw kennis van gedrag. Maak gebruik van vaktermen. …………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………. Lesmateriaal ontwikkeld door CSG Dingstede te Meppel bij het adviesexamenprogramma van de Commissie Vernieuwing Biologie Onderwijs 4 Gedraag je! 5 Hieronder volgt de tweede helft van de toets, omcirkel de juiste antwoorden bij de meerkeuzevragen. Wolfskinderen UIt de afgelopen eeuwen zijn zo'n honderd goed gedocumenteerde verhalen van wilde kinderen bekend, naast het fictieve verhaal van Romulus en Remus uit de Romeinse mythologie. Deze zogenaamde “wolfskinderen” zijn vanaf jonge leeftijd zonder menselijk contact opgegroeid. Het gebeurt overigens zeer zelden dat wilde kinderen worden ontdekt. Als ze ontdekt worden vallen een aantal zaken op aan het gedrag van deze kinderen. Ze hebben vrijwel geen weet van de behoeften en wensen van andere mensen, er ontbreekt een inlevingsvermogen (empathie). Daarnaast is het concept van moraal, bezit van spullen of land volledig vreemd voor ze. Als wolfskinderen grootgebracht zijn door dieren kunnen ze zichzelf niet identificeren als mens en zien ze hun biologische soortgenoten zelfs als “vijanden”. Ook kunnen wolfskinderen geen volwaardige taal meer aanleren. Het aangeboren mechanisme waarmee een kind de taal leert verdwijnt namelijk na (ongeveer) het zesde levensjaar. De wolfkinderen kunnen nog wel op een beperkte manier een taal verwerven. Al met al hebben psychologen en pedagogen hun handen vol aan deze kinderen. [http://nl.wikipedia.org/wiki/Wolfskind en http://www.feralchildren.com/en/nature.php] 10. Welke vorm van leren vindt niet plaats bij dergelijke wolfskinderen, met als gevolg dat ze geen volwaardige taal kunnen ontwikkelen? A trial and error B gewenning C inprenting D inzicht 11. Met welke vorm van leergedrag kan dan toch nog een beperktere taal aangeleerd worden? A trial and error B gewenning C inprenting D inzicht 12. Een aantal gedragingen die wolfskinderen laten zien ten opzichte van andere mensen, zijn ook te zien bij mensen die een bepaalde gedragsstoornis vertonen. Welke gedragsstoornis laat gedragingen zien vergelijkbaar met die van wolfskinderen: A ADHD B PDD-NOS C anorexia nervosa D dyslexie (informatie te vinden op Its learning) Lesmateriaal ontwikkeld door CSG Dingstede te Meppel bij het adviesexamenprogramma van de Commissie Vernieuwing Biologie Onderwijs Gedraag je! Meet the Fockers Als opvoeder moet je heel goed oppassen welk gedrag je vertoont in de buurt van kinderen. Zo kun je in de film “Meet the Fockers” zien hoe Greg (de volwassene) tot wanhoop wordt gedreven door het gehuil van “Little Jack” (de baby). Greg besluit daarop een onzinverhaaltje te vertellen aan “Little Jack” en per ongeluk ontglipt hem daarbij het woord “asshole”. “Little Jack” spreekt daarna het woord “asshole” prima uit, het is ook nog zijn eerste woordje! 13. Hoe noem je een dergelijke manier van aanleren? A inzicht B conditionering C imitatie D trial and error 14. Uiteraard betreft dit een film, zo´n ingewikkeld woord kan onmogelijk als eerste woordje geleerd worden door een baby. Als je goed luistert hoor je “Little Jack” het woord “asshole” dan ook in twee delen uitspreken. Dit doet hij als volgt: “Ass” (korte pauze) “hooooolee”. Beargumenteer dat je hier te maken hebt met een gedragsketen. …………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………. 15. Greg stelt alles in het werk om z’n schoonvader tevreden te houden. Blijkbaar staat Greg lager in de hiërarchie. - Wat is de functie van een hiërarchie in een bedrijf, gezin of school? …………………………………………………………………………………………………. Lesmateriaal ontwikkeld door CSG Dingstede te Meppel bij het adviesexamenprogramma van de Commissie Vernieuwing Biologie Onderwijs 6 Gedraag je! Kapitein Haddock Als pedagoog is het belangrijk gedragingen te herkennen en te herleiden om bijvoorbeeld conflicten op te lossen. Een pedagoog zou zijn/haar handen vol hebben aan kapitein Haddock. In de strips van Hergé over Kuifje speelt kapitein Haddock een belangrijke rol. De tekenaar kent deze figuur een opvliegend karakter toe. In de afbeelding hiernaast zijn vier tekeningen van kapitein Haddock opgenomen. 16. Zijn in de tekeningen 1 t/m 4 sleutelprikkels te vinden voor het gedrag van kapitein Haddock dat de tekenaar wilde uitbeelden? En worden er signalen verzonden? A geen sleutelprikkels en geen signalen B alleen sleutelprikkels C alleen signalen D sleutelprikkels en signalen 17. Als je nog jong bent, ben je erg onzeker. Dit is niet alleen op te merken bij kleine kinderen, maar ook bij jonge aapjes. A B C D Door welke manier van leren, leren jonge aapjes hun omgeving en de spullen daarin kennen? imitatie proefondervindelijk imitatie proefondervindelijk Wat vinden jonge aapjes het meest belangrijke aan hun moeder? voedsel voedsel vacht vacht Lesmateriaal ontwikkeld door CSG Dingstede te Meppel bij het adviesexamenprogramma van de Commissie Vernieuwing Biologie Onderwijs 7 Gedraag je! 8 Onvoldoende Een dreigende onvoldoende op het rapport kan voor een leerling een …… 1) zijn om bij een proefwerk te spieken. De surveillerende docent die opkijkt, is een …… 2) om dat toch maar niet te doen. Na een tijdje kijkt de docent weg, inwendig bereikt de leerling haar …… 3) en werpt daarna stiekem een blik op het proefwerk van haar buurman. De docent heeft echter ogen in z’n achterhoofd en ziet wat ze doet, het resultaat is een één. 18. Welke begrippen kunnen bij 1, 2 en 3 worden ingevuld? 1:……………………………………………………………………………………….………. 2: …………………………………………………………………………………….………… 3: ………………………………………………………………………………………………. 19. Een leerling heeft een 1 gekregen. Gelukkig is deze leerling jong genoeg om hiervan te leren. - Beschrijf hoe de hersenen zich aanpassen om de informatie van dit leerproces op te slaan. …………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………. 20. Toch probeert ze de volgende dag de docent zover te krijgen dat het een hoger cijfer wordt. Stel dat de docent toegeeft. - Beschrijf welke invloed dit heeft op haar eigen leerproces op de langere termijn. …………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………. Lesmateriaal ontwikkeld door CSG Dingstede te Meppel bij het adviesexamenprogramma van de Commissie Vernieuwing Biologie Onderwijs Gedraag je! 9 Advies 21. De ouders van een meisje willen niet dat ze volledig opgemaakt, met strakke kleding en push-up bh uitgaat op zaterdagavond, maar kunnen niet goed uitleggen waarom ze dit niet willen. Jij kunt als pedagoog de ouders helpen. - Beargumenteer met de juiste vaktermen uit de gedragsleer op welke manier hun dochter zonder woorden communiceert tijdens het uitgaan. …………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………. Lesmateriaal ontwikkeld door CSG Dingstede te Meppel bij het adviesexamenprogramma van de Commissie Vernieuwing Biologie Onderwijs