Workshop: Herkennen van plagen en nuttigen

advertisement
Workshop: Herkennen van plagen en
nuttigen
Deze workshop kadert binnen het project “Monitoring in de glastuinbouw: Hét
basisinstrument voor efficiënte geïntegreerde bestrijding”
Joachim Audenaert (PCS)
Justine Dewitte en Tom Beyers (PCG)
Els Berckmoes (PSKW)
Rob Moerkens (PCH)
ADLO (02/2015-01/2017)
1
Overzicht workshop
13:00 – 14:30 Theoretisch luik:
1. Belang van monitoring
2. Overzicht van de belangrijkste plagen en nuttigen
14:30 – 14:40 Pauze en verplaatsing naar de serre
14:40-15:00 Praktisch luik
1. Nuttigen en plagen onder de loep genomen
2. Kijk in de serre
15:00 Einde activiteit
2
Herkennen van plagen en nuttigen
3
Inhoud
• Belang van monitoring van plagen en nuttigen
• Overzicht van de belangrijkste plagen Hoe zien ze eruit?
• Overzicht van de belangrijkste nuttigen
• Enkele tips om goed te monitoren
4
Belang van monitoring
Monitoren van zowel plagen als nuttigen is van crucial belang voor een
geïntegreerde of biologische teelt!
5
Geïntegreerde of bio
• Geïntegreerde gewasbescherming of Integrated Pest Management (IPM)
“IPM = combinatie van gewasbeschermingstechnieken met minimaal risico voor
mens en milieu, waarbij gewasschade en de kosten voor gewasbescherming
binnen economisch aanvaardbare grenzen blijven.”
• Biologische teelt
Geen chemische gewasbeschermingsmiddelen toegelaten. Enkel beperkt
assortiment zoals aangegeven in het biolastenboek en fytoweb.
6
Geïntegreerde gewasbescherming in 8 stappen
Principe 1:
Voorkom in
plaats van te
genezen
Principe 2:
Kijk om te
weten
Principe 3:
Behandel pas
wanneer nodig
Principe 4:
Hou chemie als
laatste optie
Monitoring !!
Principe 5:
Bestrijd
selectief
Principe 6:
Respecteer
dosis
Principe 7:
Geef
resistentie
geen kans
Principe 8:
Registreer en
leer
7
Belang van monitoring
“Je kan een probleem pas oplossen
wanneer je het voldoende kent”
Schade
Schade
Schade
Predatie
Macrolophus
pygmaeus
= roofwants
Predatie
Trialeurodes vaporariorum
= kaswittevlieg
Parasitering
Intraguild
predatie
Encarsia formosa
= sluipwesp
Predatie
Phytoseiulus persimilis
= roofmijt
Tetranychus urticae
= spint
8
Belang van monitoring
Monitoring
Is er een plaag in
het gewas?
Is er schade in het
gewas?
Moet ik actie
ondernemen?
9
Belang van monitoring
Monitoring
Is er een plaag in
het gewas?
Is er een nuttige in
het gewas?
Is er een evenwicht
(in de maak)?
Moet ik actie
ondernemen?
10
Overzicht van de belangrijkste plagen
11
Inhoud
• Overzicht van de belangrijkste plagen :
– Hoe zien ze eruit?
– Welke schade richten ze toe?
– Hoe leven ze?
– Hoe kan ik ze monitoren?
12
Kaswittevlieg (Trialeurodes vaporariorum)
• Ei wordt in een cirkel afgezet op
gladde bladoppervlakten
• Larve en pop:
– wasdraden aan zijkant
– T-vormige breuklijn
• Adulten: vleugels horizontaal
(driehoekje)
13
Tabakswittevlieg (Bemesia tabaci)
• Ei verspreid afgezet over het blad
Ei
• Larve en pop hebben typisch
uitzicht
• Adulten
– vleugels verticaal (parallel langs het
lichaam)
– injecteren een enzym waardoor
schade kan optreden
Adult
14
Witte vlieg
• Snelheid ontwikkeling afh van temp en waardplant
15
Witte vlieg: schadebeeld
• afscheiding honingdauw waarop
roetdauwschimmel ontwikkelt
• zuigen aan de plant:
– Beïnvloeden fysische processen van de plant
– Overdracht van virussen
16
Witte vlieg: schadebeeld
• zuigen aan de plant:
– Beïnvloeden fysische processen van de plant
– Overdracht van virussen
17
Witte vlieg: monitoren via vangplaten
- Witte vleugels (na enkele dagen
verdwenen)
- Ogen 2 bruinrode vlekjes
- Geel doorschijnend
vers
ouder
18
Witte vlieg: monitoren via vangplaten
uitgelopen ogen
19
Witte vlieg: monitoren via vangplaten
• Gridcharts
20
Witte vlieg: monitoren in het gewas
e
21
Witte vlieg & nuttigen
Encarsia
(parasiet)
Greenhouse white fly
Macrolophus
(predator)
Eretmocerus
(parasiet)
22
Spintmijten
Citrusspint
(Panonychus citri)
Kasspintmijt
(Tetranychus urticae)



Witte/glazige eitjes
 levend
Bruine/beige eitjes
dood
Adulten hebben 2
vlekken op de rug




Bleekrode/glazige
eitjes  levend
Matte eitjes dood
Adulten donkerrood
tot paars
Witte haartjes uit
rode haarwortels
Rode spint
(Panonychus ulmi)





Rode/glazige eitjes 
levend
Donkerrode bruine/matte
eitjes  dood
Adult ♂ geel tot oranje
Adult ♀ baksteenrood
Witte haartjes uit witte
haarwortels
23
Spintmijten
24
Spint: schadebeeld
Spintschade = afname bladactiviteit  productiviteit
In geval van tomaat:
Aantasting van 12 bovenste bladeren (thv troszetting) :
voor elke 10% bladschade bladoppervlak
=
8% gewasverlies dat merkbaar wordt 38 dagen later
A 0-5%
B 6-10%
C 11-25%
D 26-50%
E +50%
25
Spint: schadebeeld
26
Spint monitoren: in het gewas
In april werden 3 individuen uitgezet op plant. Vanaf juni pas goed zichtbaar in
plant. Vroege monitoring is belangrijk. Spint overleeft winter, pas in april haarden
te zien!
Aantal adulte spintmijten op plant
4000
3500
3000
2500
2000
3
spintmijten
uitgezet
Eerste
haarden
zichtbaar
1500
1000
500
0
11/apr
1/mei
21/mei
10/jun
30/jun
20/jul
27
Spint & nuttigen
Phytoseiulus
Macrolophus
Spider mite
Amblyseius
28
Tuta absoluta
29
Tomatenmineermot of Tuta absoluta
Volwassen motten
Poppen
Levenscyclus Tuta absoluta
Generatietijd ± 2 maanden
♀: Eitjes (± 260)
4 larvale stadia
(rupsen)
30
Tuta absoluta: Schadebeeld
31
Tuta absoluta: Schadebeeld
32
Tuta absoluta: monitoren feromoonvallen
-
1 val per hectare
- feromoon 6-wekelijks vervangen
6 mm
- enkel mannelijke motten
- Vallen op 40-80cm boven de grond
33
Tuta absoluta: UV-lampen
-
mannelijke en vrouwelijke motten
- Opgepast voor wegvangen M.pygmaeus!
- Lampen actief tussen 22u en 6u.
34
Tuta absoluta: monitoren in het gewas
e
35
Tuta absoluta & nuttigen
Tuta absoluta
Macrolophus
36
Bladluis
• Zowel gevleugelde als ongevleugelde adulten,
• zeer typische vleugeltekening
• Gevleugelde adulten ontstaan bij overbevolking
• Twee siphonen op de rug
• Gecompliceerde levenscyclus: kunnen zich ook
zonder bevruchting voortplanten wanneer de
temperatuur hoog genoeg is
37
Bladluis
•Belangrijkste in vruchtgroenten:
- katoenluis Aphis gossypii
- boterbloemluis Aulacorthum solani
- aardappeltopluis Macrosiphum euphorbiae
- groene perzikluis Myzus persicae
(links  rechts)
38
Bladluis
•Levenswijze:
Parthenogenetische voortplanting - Levendbarend
39
Bladluis
• Katoenluis (Aphis gossypii)
– 0,9 tot 1,8 mm groot
– Vrij korte antennen
– Ongevleugeld: lichtgeel, lichtgroen tot zwart – groen
– Gevleugeld: zwarte kop en borststuk, donkergroen achterlijf
– Siphonen altijd zwart
– Rode ogen
40
Bladluis
• Boterbloemluis (Aulacorthum solani)
– 1,8 tot 3 mm groot
– Vrij korte antennen
– Ongevleugeld: geelgroen tot bruingroen
– Gevleugeld: geel – groene tot bruin – groene kop en borststuk, egaal groen achterlijf
– Siphonen lichtgroen met donkere uiteinden
41
Bladluis
• Aardappeltopluis (Macrosiphum euphorbiae)
– 1,7 tot 3,6 mm groot
– Vrij korte antennen
– Ongevleugeld: lichtgroen, roze of rood met donkergroene of donkerrode lengtestreep
– Gevleugeld: geelbruine kop, duidelijke donkere banden op het achterlijf
– Siphonen zeer lang, soms met donker uiteinde
42
Bladluis
• Groene perzikluis (Myzus persicae subsp. persicae)
– 1,2 tot 2,1 mm groot
– Lange antennen
– Ongevleugeld: groen tot roze – rood
– Gevleugeld: bruinzwarte kop en borststuk, groen tot rood achterlijf met een
donkerbruine vlek in het midden en zwarte dwarsbanden
43
Bladluis
•Schadebeelden
– Komt meestal voor in de top van het gewas: bladonderzijde
– Zuigschade, groeiremming en bladmisvorming
– Honingdauw, waardoor de roetdauwschimmel op de plant groeit
– Witte vervellingshuidjes
– Virusoverdracht
•Vruchtgroenten
- paprika!
- aubergine!
- komkommer
44
Bladluis
•Schadebeelden
45
Bladluizen
•Natuurlijke vijanden
Sluipwespen:
•
•
•
•
•
Aphidius colemani
Aphidius ervi
Aphidius matricarae
Aphelinus abdominalis
Praon volucre
Predatoren:
•
•
•
•
Aphidoletes aphidimyza: galmug
Adalia bipunctata: kever (lieveheersbeestje)
Episyrphus balteatus: zweefvlieg
Chrysopa carnea: gaasvlieg
46
Trips
•Belangrijkste in vruchtgroenten:
- tabakstrips Thrips tabaci
- californische trips Frankliniella occidentalis
•Levenswijze: 6 stadia
- Ei~: paprika wratachtige vergroeiing
- 2 larvale~: voeden met plant, beweeglijk
- voorpop~: vnl op grond
- pop~: vnl op grond
- volwassen~: bloem en blad
47
48
Bladtrips
•
Tabakstrips
Bloemtrips
Adult
(Thrips tabaci)
–
–
–
–
–
–
•
Californische trips
(Frankliniella occidentalis)
–
–
–
Ei in blad gelegd
Kleur afhankelijk van
voedsel
Larven zonder vleugels
Adult met ontwikkelde
vleugels
Vrouwtjes grijsachtig geel tot
bruin
Mannetjes zeer zeldzaam
–
Ei in blad gelegd
Larven zonder vleugels
Adult met ontwikkelde
vleugels
Kleur van geel tot
donkerbruin
Adult
Larve
Adult
Larve
• Vangplaten
– Erg klein
– Ronde oogjes
– Korte antennen
– Langwerpig
– Puntig achtereinde
– Geribd achterlijf
– Franjevleugels (soms te zien)
Korte antennen
Ronde oogjes
Geribbeld achterlijf
Franjevleugels
Puntig achtereinde
Trips
•Schadebeelden
- aanprikken cellen oppervlakteweefsel en leegzuigen
 zilvergrijze vlekken met kleine donkergroene vlekjes
- virusoverdracht
•Vruchtgroenten
- paprika!
- komkommer!
- aubergine
52
Trips
•Biologische bestrijders
– Roofmijten Amblyseius swirskii en Amblydromalus limonicus
– Roofwants: Orius laevigatus
53
Mineervlieg
• Tomatenmineervlieg (Liriomyza bryoniae)
• Floridamineervlieg (Liriomyza trifolii)
• Nerfmineervlieg (Liriomyza huidobrensis)
• Stippen en gangen in het gewas
54
Overzicht van de belangrijkste nuttigen
55
Introductiemethoden
• Beestjes strooien
• Mummies, poppen strooien
• Poppen op kaartjes
• Kweekzakjes
• Verblazen: (Mini) Air(o)bug
• Oplosproducten (nematoden)
• Spuitpoeder
• Granulaten
56
Introductiemethoden
57
Roofwantsen
58
Macrolophus pygmaeus
Macrolophus is de basis van biologische bestrijding in
tomaat
- Roofwants
- Generalist (= eet alles)
- Witte vlieg, spint, rupseneieren, mineervlieg,…
59
Macrolophus pygmaeus
Ontwikkeling:
Ei - 5 nimfstadia - adult
N1
N2
N5
N3
N4
Adult
60
Macrolophus pygmaeus
Snelheid van ontwikkeling hangt af van temperatuur
Ontwikkelingssnelheid (1/dag)
0,0800
0,0700
Tomato: Perdikis & Lykouressis,
2002
0,0600
Tomato: Hart, 2002
0,0500
0,0400
Eggplant: Perdikis & Lykouressis,
2002
0,0300
Pepper: Perdikis & Lykouressis,
2002
0,0200
Tomato: Fauvel, 1987
0,0100
Non-lineair regression
0,0000
0
5
10
15
20
25
30
35
40
Temperatuur
Generatietijd bij 18°C = 49 dagen
61
Uitzetting Macrolophus pygmaeus
Hoe krijg je een grote Macrolophus populatie?
• Vroeg uitzetten!
– Hoe vroeger na planten, hoe beter
– “Macrolophus ontwikkelt niet in donkere wintermaanden”
= fabeltje! Ontwikkeling van Macrolophus hangt NIET af van licht, maar
van temperatuur!
62
Uitzetting Macrolophus pygmaeus
Hoe krijg je een grote Macrolophus populatie?
• Voeder lang genoeg bij!
– Ephestia (= eitjes van meelmot) en Artemia (= pekelkreeftjes)
Meestal mengeling
– Hoelang? zes-zeven weken is ideaal
5,0
Kans op schade
4,5
# Macrolophus per blad
4,0
3,5
3,0
Twee
2,5
Vier
2,0
Zes
1,5
Tien
1,0
0,5
0,0
10
11
12
13
15
# weken na uitzetting
63
Uitzetting Macrolophus pygmaeus
Hoe krijg je een grote Macrolophus populatie?
• Hoeveel Macrolophus uitzetten per m²?
– Goed bijvoederen is VEEL belangrijker dan aantal uitgezet per m²
• Veel Macrolophus + weinig bijvoederen = nutteloos
• 0,5-1 Macrolophus per m² is voldoende
• NIET op de mat uitzetten!
– Macrolophus verspreidt zich zeer slecht!
• Minste verspilling met Bio-Box (zie foto)
– NIET bijvoederen in de Bio-Box!!!
• Potje met 500 individuen: op hoeveel planten?
– Minimum vijf: hoe meer, hoe beter de verspreiding
64
Uitzetting Macrolophus pygmaeus
Wat bij een TE grote Macrolophus populatie?
65
Sluipwespen
66
Sluipwespen tegen witte vlieg
1. Encarsia formosa
• Vrouwtjes zwart + geel achterlijf ( (0,6mm)
• Mannetjes volledig zwart
• Parthenogenese
Eileg IN witte vlieg
larve (L3-L4)
Generatietijd ± 32 dagen bij 17°C
Encarsia formosa (zwart),
witte vlieg poppen (wit)
67
Sluipwespen tegen witte vlieg
1. Encarsia formosa
• Encarsia legt 10-15 eieren per dag
– 300 in totaal
– Gastheervoeding
• Zoekefficiëntie is willekeurig
– Hoe kleiner de planten, hoe meer kans dat Encarsia de witte vlieg vindt
– Uitzet belangrijk begin van de teelt (weinig Macrolophus)
• Toepassing
– Poppen op kaartjes
68
Sluipwespen tegen witte vlieg
2. Eretmocerus eremicus
• Geel – oranje gekleurd
• Parasitering in vroeger stadium, maar tragere ontwikkeling dan Encarsia
Eileg ONDER witte vlieg larve
(L2/L3). Larve kruipt in witte
vlieg
Generatietijd ± 48 dagen bij 17°C
69
Sluipwespen tegen witte vlieg
2. Eretmocerus eremicus
• 50-200 eieren
• Voordelen tov Encarsia
– Veel eieren eerste dagen
– Parasitering op jongere witte vlieg stadia
– Activiteit bij hoge temperaturen (30-40°C)
– Gastheervoeding (tot 30 witte vlieg larven per dag)
– Minder gevoelig aan pesticiden
70
Hoe deze sluipwespen monitoren?
• Parasitering wordt pas zichtpaar in popstadium van witte vlieg
– Onderaan de plant!
– Monitoring is belangrijk voor bladsnijden!
Encarsia formosa
Eretmocerus eremicus
71
Sluipwespen tegen bladluis
Sluipwespen
• Wespentaille
• Prikken bladluizen aan  mummies
• Lange antennes
72
Sluipwespen tegen bladluis
Aphidius
- Zeer goed zoekvermogen
- Opgepast voor hyperparasitisme
1. A. colemani
- Parasiteert groene perzikluis en katoenluis
(kleine luizen)
2. A. ervi
- Parasiteert aardappeltopluis en boterbloemluis
(grotere luizen)
73
Galmuggen
74
Galmug tegen bladluis
Aphidoletes aphidimyza
• Predator: larven zuigen bladluizen leeg
• Niet selectief
• Minder zoekvermogen: “haard”bestrijder
• Verpopt in de grond
• Toepassing: poppen uitzetten
75
Galmug tegen spint
Feltiella acarisuga
• Galmug: larven eten alle spintstadia
• Verpoppen op het blad
• Voordelen: kan vliegen, zoekvermogen
actief bij lage temperaturen (15°C)
• Toepassing: poppen op bladeren
76
Kevers
77
Kever tegen bladluis
Adalia bipunctata (lieveheersbeestje)
• Zowel larven als adulten eten bladluizen
• Niet selectief
• Slecht zoekvermogen
• Toepassing: larven strooien
78
Roofmijten
79
Roofmijten (tegen spint)
1. Phytoseiulus persimilis
3 dagen bij 20°C
± 50 eieren per vrouwtje
Adult
protonimf
en
deutonimf
Generatietijd ± 9 dagen bij 20°C
Vgl spint => 16,6 dagen!
Ei
3,1 dagen bij 20°C
1,1 dagen bij 20°C
Larve
80
Phytoseiulus persimilis
• Gevoelig bij temperaturen boven 30°C in tegenstelling tot spint!
– 35°C geen predatie!
• RV van 60% of lager is nadelig!
• Adulten eten alle spint stadia
– Tot 5 adulten spintmijten + 20 larven per dag
• Protonimf en deutonimf eten eieren, larven en protnimf van spint
• Larven eten niet
Phytoseiulus is zeer specifiek en eet alleen spint!
Kan verdwijnen bij dalende spintpopulatie
• Enige optie in tomatenteelt vanwege slechte mobiliteit door klierharen voor
roofmijten
81
Uitzetting Phytoseiulus persimilis
Zoals eerder vermeld bij spint:
– Zet roofmijten vollevelds in!
• Of toch zeker ganse kappen
– NIET ENKEL LOKAAL! Dan loop je achter de feiten aan
– Niet enkel in tomaat, ook voor andere teelten
– Er bestaan speciale verblaastoestellen
82
Monitoring Phytoseiulus persimilis
• Enkel waarneembaar in het gewas in spinthaarden
Spint
Phytoseiulus
Verschil?
-
Adulten: donkerrood
zwarte vlekken
Traag
-
Adulten: rozig, oranje
Egaal van kleur
Mobieler, langere poten
83
Roofmijten
2. Amblyseius swirskii
• Roofmijt: eet tripslarven (L 1), witte vlieg (eitjes en L1), spint,
weekhuidmijten en stuifmeel
• 1,5 mm, beige van kleur
• Inzetbaar vanaf 17°C
• Eitjes op bladbeharing
• Luchtvochtigheid!!!
• Toepassing: strooien/verblazen en kweekzakjes
84
Tips voor monitoring
85
Tips voor monitoring
1. Lijmplaten
• Geel: algemeen gebruik
• Blauw: trips
• 15 cm boven het gewas
• met vaste regelmaat nakijken
• tijdig vernieuwen
• Informatie: controle schadedrempel
• Wegvangen van insecten
86
Tips voor monitoring
1. Lijmplaten
• Lijmplaten: elke 200-400m²
• Tomaat + aubergine: niet enkel witte vlieg, ook Macrolophus tellen!
• Paprika: thrips
• Komkommer: thrips + witte vlieg
Lokaal ingrijpen!
Combineren met intensievere monitoring in probleemgebieden
87
Tips voor monitoring
2.Intensievere monitoring in probleemgebieden
– Tellingen in gewas
• 3 bladeren per plant (kop, midden, onder) van 5 planten
• Vergelijkbaar met data proeftuinen
– Verloop na enkele weken levert nodige info
• Ingrijpen of niet?
3. Tellingen in gewas
• 3 bladeren per plant (kop, midden, onder), 1 plant per grid
• Arbeidsintensief: veel info alle plagen en nuttigen
=> Meer onderzoek nodig
88
Bedankt voor de aandacht!
Vragen?
PCG
Karreweg 6
9770 Kruishoutem
T 09 381 86 86
[email protected]
[email protected]
www.pcgroenteteelt.be
89
Download