nieuwsbrief 19 witte vlieg afgewerkt

advertisement
Redactie Nieuwsbrief :
‘Pest Control’-adviesteam, Tel 09/353.94.94, Fax 09/353.94.95
M. Vissers, L. Blindeman, M. Planckaert, P. Van Parys, B. Haleydt
Adriën Saverwyns, Tel 09/272.23.09, Fax 09/272.23.01
Frans Goossens, Tel 09/272.23.00, Fax 09/272.23.01
Nieuwsbrief Geïntegreerde Bestrijding
‘Witte Vlieg’
Voorwoord
Jaargang 6, nr 2
Beste lezer,
Met de zomer in aantocht kunnen we stilaan aan enkele weken rust beginnen denken.
De insecten in uw kas denken daar echter totaal anders over. Zo is witte vlieg een te
duchten gewasbelager. Zeker in de zomer kan een plaag van witte vlieg zeer snel
uitbreiding vinden. Meestal is het zeer moeilijk om wittevliegplagen van grotere omvang
te stoppen. Om deze reden wilden we u via deze nieuwsbrief al even een ruggesteun
geven.
Ook is er nieuws vanuit het fytofront van het PCS. De verlenging van het project Pest
Control is een feit. Telers kunnen weer 4 jaren beroep doen op deze adviesdienst.
Hiernaast werd het fytotoxweb opgestart op de website van het PCS; hierop kan u
nakijken welke gewasbeschermingsmiddelen veilig te gebruiken zijn op uw plantsoort.
We komen er uitgebreid op terug in de nieuwsbrief van augustus. Verder kunnen we u
met enige fierheid melden dat collega’s Leen Heemers en Jan Gouwy van het
‘Waarnemings– en Waarschuwingssysteem voor de Boomkwekerij’ in de afgelopen
maand hun 700ste betalend lid hebben ingeschreven. Ook deze dienst stelt zeer
interessante info ter beschikking via de website www.pcsierteelt.be. Maar er gebruik
van !
15 juli 2007
Gesubsidieerd door:
IWT
Verantwoordelijke uitgevers
PCS
Vlaamse Overheid
VMS
Namens de redactie.
Agenda PCS
17/08/2007
Studiedag
Kenniscentrum
Water
24/08/2007
Demo Mechanische
WITTE VLIEG:
HET ‘ZWARTE’ BEEST
VAN MENIG TELER
15 juli 2007
PCS-Onderzoek Actua
Lopende proeven rond
gewasbescherming bij potplanten en
snijbloemen
-Demo producten Certis & Belchim
-Preventie & Verwijdering Spuitresidu
-Effectiviteitsproef spintmiddelen
-Fytotoxiciteitsproef cocktails
-Peroxiden: gewasveiligheid
-Waterontsmetting met aquahort, met
kopersulfaat, met waterstofperoxiden
-Onderzoek voor het bekomen van erken-
Pagina 1
THEMA-ARTIKEL: WITTE VLIEG IN DE KIJKER
Witte vliegen kunnen hardnekkige plagen veroorzaken. Vooral in de warme maanden gaat de cyclus zeer
snel en kunnen deze insectjes voor gewasremming en -bevuiling zorgen. In dit artikel worden allereerst
de levenscycli en soorten witte vlieg besproken, en wordt vervolgens ingegaan op het scouten en
bestrijden van deze plaaggeesten. Bij de verzameling van deze wittevlieginformatie werd geput uit de
websites van Koppert, Hombio, Biobest, Fytoweb en het boek ‘Kennen en Herkennen’ van Koppert.
Algemene gegevens
Meest bekend is de kaswittevlieg (Trialeurodes vaporariorum); deze komt van nature voor in de
gematigde klimaatzones. Het is een plaaginsect van vele vruchtgewassen, groenten en sierplanten die
vooral in glasteelten voor problemen zorgt. Een volwassen witte vlieg is 1 – 2 mm lang en heeft een
geelgekleurd lichaam met daarboven 4 witte wasachtige vleugels.
Levenscyclus (info Biobest, tekening Koppert)
De cyclus start bij de ei-afleg. Deze gebeurt aan de
onderkant van een blad in de kop van het gewas. Langwerpige
eitjes worden in cirkeltjes naast elkaar afgelegd.
Aanvankelijk zijn ze bleekgeel, maar na 2 à 3 dagen kleuren
ze grijszwart.

Na 4 tot 10 dagen ontluikt het eerste larvenstadium;
gedurende enkele uren is dit stadium mobiel zodat het een
ge-schikte plaats kan zoeken om zich te nestelen.

Daarna en gedurende de volgende larvenstadia en het
popstadium verplaatst ze zich niet meer. De vier
larvenstadia lijken uiterlijk sterk op mekaar, maar
verschillen duidelijk in grootte.

Gedurende het vierde of laatste onvolwassen stadium (de
pop),
worden
samengestelde
ogen
en
andere
lichaamsweefsels zichtbaar als de larven verdikken en
loskomen van het bladoppervlak.

De pop is wit en licht doorzichtig. Haar vorm is rond met rechtstaande wanden. De rugzijde is rijk
behaard.

Tenslotte komt via een T-vormige opening de volwassen kaswittevlieg uit de pop tevoorschijn.
De ontwikkelingsduur hangt sterk af van de temperatuur en de waardplant: op tomaat duurt de
ontwikkeling van ei tot volwassen insect 33 dagen bij 20°C of 51 dagen bij 15°C (bij Gerbera is dit 58
dagen).
Dit geldt tevens voor de vruchtbaarheid van de kaswittevlieg: een vrouwtje legt ongeveer 100 eitjes op
tomaat, 200 eitjes op komkommer en 300 eitjes op aubergine. De ontwikkelingsduur bij 24°C duurt 21,5
dagen bij aubergine en 27 dagen bij paprika.

Schade aan planten
De schade kan ingedeeld worden in drie vormen:

Zuigschade: Alle levensstadia behalve het ei– en popstadium zuigen aan planten; hierbij steken ze
hun mondorganen in de bladvaten en voeden ze zich met het suikerrijke floëemsap.

Bevuiling: Als een bijproduct van het voeden wordt de overtollige suiker in de vorm van honingdauw
uitgescheiden en alleen dat kan al een tweede grote bron van schade zijn. Op de honingdauw kunnen
immers schimmels groeien (honingdauw) die het gewas een onaantrekkelijke zwarte kleur geven.
15 juli 2007
Pagina 2
Soorten wittevlieg
Naast de kaswittevlieg (Trialeurodes vaporariorum) komt ook de tabakswittevlieg (Bemisia tabaci) voor.
Deze heeft echter hogere temperaturen (25-30°C) nodig om zich snel te ontwikkelen, terwijl de
kaswittevlieg bij 20-25°C optimaal gedijt. Bij beide soorten treft men de adulten vooral aan in de koppen
van de planten aan de onderzijde van de bladeren. Daar gebeurt bij de kaswittevlieg ook de ei-afleg maar
de tabakswittevlieg legt zijn eitjes ook dieper in de plant af zodat er over heel de plant verspreid larven
voorkomen aan de bladonderzijde. Dit maakt, samen met een hogere resistentie tegen
gewasbeschermings- middelen en tegen hoge temperaturen, dat Bemisia langer kan overleven en
moeilijker te bestrijden is.
Verschillen tussen:
Kaswittevlieg
Tabakswittevlieg
> ei: in begin
wit
geelgroen
> ei: na enkele dagen
donkerbruin tot zwart
lichtbruin
> larve
plat, eerder glazig doorschijnend
plat, eerder geel
> pop
niet plat (wit doosje) met naar boven plat, geel, met rode oogjes, adultvorm
stekende wasdraden die langer zijn zichtbaar; wasdraden meestal korter
dan de breedte van het lichaam
dan de breedte van het lichaam
> adult: vooraanzicht
vleugels horizontaal boven het lijf
> adult: bovenzicht
groter dan Bemisia, breder en witter smaller en geler doordat de vleugels
doordat de vleugels het gele lichaam langs het lichaam hangen
volledig afdekken
> pop geparasiteerd door zwart, niet doorschijnend
de sluipwesp Encarsia
vleugels langs het lichaam; ze komen
boven samen als 2 dakpannen in de nok
bruin: kleur van Encarsia zichtbaar
> pop: bovenzicht
> pop: zijaanzicht
> adult: bovenzicht
15 juli 2007
Pagina 3
Waardplanten van witte vlieg
Witte vliegen voelen zich vooral goed op allerlei kruidachtige planten (ook
onkruiden !), op kuipplanten, bloeiende potplanten. De website van
dlv.gewasbescherming gaf volgende namen op als voorbeeld: Acalypha, Achimenes,
Alstroemeria, Anemone, Anisodonthea, Anthurium andreanum, Anthurium
scherzerianum, Azalea indica, Begonia, Beloperone, Bougainvillea, Bouvardia,
Browallia, Calceolaria, Cestrum, Coleus, Crossandra, Dendranthema, Euphorbia milii,
Euphorbia pulcherrima, Poinsettia, Fatshedera, Fuchsia, Gerbera, Hebe, Hibiscus,
Hoya, Lantana, Lavatera, Pelargonium, Primula acaulis, Primula obconica,
Rademachera, Rosa, Solidago, Solidaster, Thunbergia.
Preventie en scouting van witte vlieg
Bij witte vlieg is het gezegde ‘beter voorkomen dan genezen’ zeker van kracht:
derhalve start men in een onkruidvrije kas, en haalt men in zijn serres geen
kuipplanten, of andere gevoelige planttypen, binnen voor overwintering. Verder
start men vanaf het teeltbegin met snelle wekelijkse routinecontroles.
Aanvangscontroles bij nieuwe teelt: wekelijks door gewas lopen en de koppen van de
planten bewegen; indien er witte vlieg aanwezig is, vliegt deze op.
Controles vanaf aanwezigheid van witte vlieg:

bij de gevoeligste teelten wekelijks bladeren in de kop van de plant en net
eronder omdraaien; in de kop ziet men de adulten, op de bladeren eronder de
larven en poppen.

gele vangplaten ophangen > wekelijks bekijken om de populatiegrootte op te
volgen; eventueel gegevens van tellingen en gewasbespuitingen noteren; bij te
hoge aantallen larven en poppen: gewasbehandelingen blijven uitvoeren.
Controle van de vangplaten gebeurt best met een loepje met vergroting van
minimaal 15x. Vers gevangen witte vliegen zijn met het blote oog nog te herkennen, maar bij witte vliegen
die meerdere dagen/weken op de vangplaten hangen, zijn de kenmerkende witte vleugels verdwenen.
Enkel het gele lichaam van de witte vliegen is dan nog zichtbaar, en om dit goed te kunnen zien op een
gele achtergrond, gebruikt men best een lichtbak onder de vangplaat (info over loepen & lichtbakken: zie
nieuwsbrief jaargang 3, nr. 1, pag. 8).
Chemische bestrijding van witte vlieg
De bestrijding van witte vlieg is veel moeilijker dan bestrijding van goed te raken plagen zoals bladluis.
De grote aandachtspunten om succes te hebben zijn:

de behandelingstechniek: cruciaal is het raken van de onderkant der bladeren om de eitjes, larven,
poppen en niet vliegende adulten te doden; dit kan enkel via gerichte bespuitingen van het gewas uit
verschillende richtingen; naast bespuitingen van het gewas is het ook nuttig om een
ruimtebehandeling mee op te nemen in het spuitschema om ook de rondvliegende adulten af te
doden.

de productenkeuze: in een spuitschema dient men producten uit verschillende resistentiegroepen
af te wisselen, en moet men bij elke behandeling combinaties toepassen die zowel de larven als de
adulten afdoden; om de keuze te vergemakkelijken geven wij hierbij een voorbeeldspuitschema
(pagina 5 onderaan); voor gewasbehandeling genieten systemische producten de voorkeur; voor
ruimtebehandeling opteert men voor middelen met dampwerking.

de frequentie van behandelen: bij een startende of zeer kleine aantasting volstaat het vaak om 1
of 2 eventueel plaatselijke bespuitingen uit te voeren; bij een echte aantasting is een behandelingscyclus van 4 bespuitingen om de 4 à 7 dagen aangewezen; de snelle cyclus met bespuitingen om de 4
dagen past men toe bij optimale omstandigheden voor witte vlieg (= warm klimaat, goede
waardplant); in winteromstandigheden of bij een minder ideale waardplant volstaan wekelijkse
15 juli 2007
Pagina 4
15 juli 2007
1 week
250 g/l buprofezin
Applaud
groep 6
Preferal WG
groep 5
Paecilomyces fumosoroseus schimmel
IGR, chitine-inhibitor
1,0 g/l
0,3 ml/l
L
(ei) L Asteriel
geen
3 dagen
geen
meer dan 8 weken
3 dagen tot 90 d (schorseneer)
A
pyrethroïden
6,25 % deltamethrin
Decis micro
0,5 g/l
meer dan 8 weken
7 dagen
A
0,5 ml/l
pyrethroïden
100 g/l cypermethrin
Cytox
meer dan 8 weken
7 dagen tot 90 d (schorseneer)
A
pyrethroïden
Baythroïd EC 050 50 g/l cyfluthrin
0,5 ml/l
meer dan 8 weken
3 dagen tot 90 d (schorseneer)
A
0,5 ml/l
pyrethroïden
80 g/l bifenthrin
Talstar 8 SC
groep 4
groep 3
1-2 weken
chloornicotinylverbindingen 0,25-0,5 g/l A L
20 % acetamiprid
Gazelle
meti's
20 % pyridaben
Sanmite WP
groep 2
7 dagen, voor bloei, kort na bloei
2 weken
1-14 dagen
chloornicotinylverbindingen 0,25 ml/l
480 g/l thiacloprid
Calypso
AL
meer dan 2 weken
AL
chloornicotinylverbindingen 0,5 ml/l
200 g/l imidacloprid
Confidor 200SL
14-35 dagen (hop)
1-2 weken
LA
*
0,375 g/l
0,25 ml/l
IGR, juvenielhormoon
Admiral
groep 1
Actieve
stof
Een mogelijk spuitschema zou er als
volgt kunnen uitzien:
*bespuiting/ruimtebehandeling 1:
Talstar 8 SC + Applaud
*bespuiting 2: Gazelle
*bespuiting 3: Sanmite WP + Admiral
*bespuiting 4: Confidor 200 SL
100 g/l pyriproxyfen
Systemische middelen zijn: Confidor
200 SL, Calypso en Gazelle.
Middelen met dampwerking zijn: de
producten op basis van bifenthrin, en
in iets mindere mate ook Applaud en
Sanmite WP.
3-21 dagen
3 dagen
(ei) L (P) Asteriel 3 dagen
Veiligheidstermijn
Werking
tegen
Kolom 5 geeft weer tegen welk
stadium van witte vlieg het product
werkt: A = adult, L = larve, P = pop, ei,
en Asteriel = adulten worden steriel.
De inactieve stadia (pop– en ei) zijn
weinig gevoelig.
Kolom 6 en 7 zeggen iets over de
werkingsduur en afbraaksnelheid van
het
product.
Het
zijn
de
veiligheidstermijnen die men moet in
acht nemen bij de oogst van eetbare
gewassen en de wachttijden die men
moet respecteren vooraleer nuttigen
in de kas te brengen.
Dosering
(fytoweb)
teel herbekeken door de firma
Chemische
groep
Kolom 1 en 2 in de tabel hiernaast
geven de werkzame stoffen die
bruikbaar zijn voor professionele
wittevliegbestrijding; per werkzame
of
actieve
stof
werd
één
handelsproduct weergegeven.
In kolom 3 vind je de chemische
groep waartoe het product hoort. In
een spuitschema moet men bij
opeenvolgende bespuitingen wisselen
van chemische groep.
In kolom 4 wordt voor het besproken
handelsproduct de dosering (meer
bepaald de concentratie) gegeven die
het
fytoweb
voorschrijft;
de
hoeveelheid spuitvloeistof bedraagt
10 l/are maar kan verhogen bij grote
of moeilijk bereikbare gewassen.
*bij Sanmite WP wordt de concentratie momen-
Wachttijd
nuttigen
Overzicht erkende werkzame
stoffen in de sierteelt
Pagina 5
Preferal WG enkel bruikbaar bij hoge RV
Het middel Preferal WG werd niet opgenomen in het voorbeeldspuitschema vermits het enkel kan
toegepast worden bij een zeer hoge RV (+ 80%) en als de onderkant van het blad goed kan geraakt
worden (=contactmiddel). Enkel in dat geval zal dit biopreparaat op basis van de schimmel Paecilomyces
effectief kunnen werken. In praktijkomstandigheden wil dit zeggen dat Preferal ideaal is voor toepassing
in stektunnels. Het is een ideale startbehandeling bij planten die gevoelig zijn voor wittevlieg. Het middel
heeft als troeven dat resistentie onbestaande is, dat het veilig is voor mensen, bijen, hommels en nuttige
insecten, en dat er een interessante nevenwerking is tegen bladluis en trips.
Ideale omstandigheden voor Preferal-bespuitingen zijn: 20-28°C, RV 80% gedurende minimaal 12 uren,
daarom ’s avonds toepassen, best op actief verdampend gewas en met veel water (10 tot 30 l/are);
gedurende 7 dagen geen fungiciden toepassen. Meer info vind je op www.biobest.be.
Milieubelasting der producten: MIND-scores (VMS)
De actieve of werkzame stoffen krijgen via de MIND-milieu-indicator een kleur toegekend naargelang
hun belasting voor het milieu:
Handelsnaam
Actieve stof
Admiral
pyriproxyfen
Sanmite WP
pyridaben
Confidor 200 SL imidacloprid
Calypso
thiacloprid
Gazelle
acetamiprid
Talstar 8 SC
bifenthrin
Baythroïd EC 050 cyfluthrin
Cytox
cypermethrin
Decis micro
deltamethrin
Preferal WG
paecilomyces
Applaud
buprofezin




MZ1
MZ2
MZ3
MZ4
MZ5
MZ6
rood = zware milieubelasting
oranje = matige milieubelasting
groen = lage milieubelasting
wit = geen chemische stof
De mate van milieubelasting hangt af van de milieuzone waarin een plantenkwekerij zich bevindt. De
meeste potplantentelers bevinden zich in milieuzone 3 (bv. teelt in kassen met waterrecirculatie) en 4
(bv. teelt in kassen, niet gesloten systeem). Meer info rond de interpretatie van MIND-kleuren vind je in
Nieuwsbrief jaargang 3, nr. 2, pag. 7-8.
Bij vergelijking van de wittevliegmiddelen blijken vooral pyridaben (Sanmite WP), bifenthrin (Talstar 8
SC) en buprofezin (Applaud) een slechte keuze voor het milieu.
Acetamiprid (Gazelle) en Paecilomyces (Preferal WG) zijn de productkeuzes met het laagste
milieubelastend effect.
Selectiviteit voor nuttigen



De middelen Admiral, Applaud en Preferal sparen de meeste nuttige insecten en mijten.
De middelen Calypso, Gazelle, Confidor 200 SL en Sanmite WP worden best niet toegepast tijdens
de aanwezigheid van nuttigen, maar kunnen tot kort voor de inbreng (1 tot 2 weken) nog gebruikt
worden. Calypso en Gazelle kunnen eventueel ook nog in aanwezigheid van roofmijten gespoten
worden omdat ze slechts een gedeelte afdoden.
De middelen Talstar, Decis, Baythroïd, Cytox kunnen niet gebruikt worden in aanwezigheid of voor
het inbrengen van nuttige insecten want ze doden deze af en hebben een lange nawerking (8-12
weken).
Pagina 6
Nieuwsbrief Geïntegreerde Bestrijding
Fytotoxiciteit van wittevliegmiddelen
Op
het
fytotoxweb
vinden
we
fytotoxiciteitsgegevens van de producten
Gazelle, Sanmite WP en Confidor 200 SL.



Gazelle bleek veilig op de meeste
potplanten, maar hield risico’s in voor
Blechnum, Cordyline en Calathea.
Sanmite WP bleek een zeer veilig middel
op tientallen potplanten, maar gaf schade
op chrysant en hield risico’s in voor
Asparagus, Guzmania en Chamaedorea.
Idem voor Confidor 200 SL, maar in
combinatie met Peropal was er veel
schade.
Raadpleeg fytotoxweb via www.pcsierteelt.be
(klik op ‘extra bronnen’). In de eerstvolgende
nieuwsbrief wordt fytotoxweb besproken.
Nuttigen tegen witte vlieg
Het gebruik van nuttigen in de
glassierteelt is aangewezen bij
teelten waar men de witte vlieg
moeilijk
kan
raken
met
spuitproducten, of wanneer men
heeft af te rekenen met resistente
witte vliegen. De websites van
Hombio
(www.hombio.be),
van
Biobest (www.biobest.be) en van
Koppert
(www.koppert.nl,
zie
voorbeeld
hiernaast)
geven
uitgebreid informatie.
De bekendste bestrijder is de
sluipwesp Encarsia formosa die in
de kas wordt gebracht door
kartonnen kaartjes uit te hangen
(waarop
wittevliegpoppen
met
Encarsia
zitten).
In
de
zomermaanden gebruikt men best
mix-kaartjes van de sluipwespen
Encarsia en Eretmocerus. Meer
recent is de roofmijt Amblyseius
swirskii die ook bij proeven op het
PCS prima resultaten gaf in de
preventieve bestrijding van witte
vlieg op potgerbera.
Om succes te hebben in de
glassierteelt
start
men
best
preventief, en moet men uiteraard
15 juli 2007
Pagina 7
15 juli 2007
Pagina 8
Download