Nederlands aantekeningen middeleeuwen

advertisement
Nederlands aantekeningen middeleeuwen (stof toetsweek)
Mentaliteit middeleeuwen: Het leven op aarde is niet leuk; ik wil dood, ´dan is mijn leven
beter!´ Idee middeleeuwen: Alles bestaat uit 4 elementen, namelijk:
- Aarde
- Lucht
- Vuur
- Water
Middeleeuwse wetenschap: Alles moet kloppen met elkaar- dit is het tegenovergestelde
van de wetenschap nu - en alles was dan ook heel geordend. Alles moest vooral kloppen
met de bijbel. Er werd echter veel gediscussiëerd over geloof; het werd niet klakkeloos
aangenomen.
Zonen van Noach: Sem, Cham en Jabeth
Men wist dat de aarde rond is.
Op een afbeelding uit de middeleeuwen zijn grote dingen belangrijk.
7 was een belangrijk cijfer (op de 7de dag rustte God uit). ´Er zijn 7 stadia in het leven´
Boeken werden vaak uit het hoofd geleerd (vaak in rijm; makkelijk te onthouden)
Astronomie = sterrenkunde
Astrologie = voorspellen leven door middel van sterren
Dag van de week
Franse naam
Planeet
Maandag
Lundi
Maan
Dinsdag
Mardi
Mars
Woensdag
Mercredi
Mercurius
Donderdag
Jeudi
Jupiter
Vrijdag
Vendredi
Venus
Zaterdag
Samedi
Saturnus
Zondag
(Dimanche)
Zon
NB: Lezen, leren en reproduceren
Er zijn 4 typen emotie; somber, blij, woedend en
Koud en droog: melancholisch
Christendom
Het christendom komt op in de middeleeuwen. In tegenstelling tot andere godsdiensten,
geeft het christendom antwoorden op vragen en een manier/ richtlijnen om te leven.
Het christendom, een soepele religie:
- Geeft richtlijnen
- ´Adopteert´ => heeft heidense invloeden
=> Heiligen/ heilige levens
=> Maria (moedergodin) (wonderen)
=> Hel (duivels; gevallen engelen)
=> Feesten (oa Kerstmis en Pasen)
Faber quisque fortunae suae est – Ieder is de bewerker van zijn eigen geluk Nederlands aantekeningen middeleeuwen toetsweek
© Tara Fokker 2012
Afspraken tussen God en mens (een soort verbond) ontstaan.
Oude Testament (OT)
Nieuwe Testament (NT)
Abraham
Jezus
Mozes (10 geboden)
x
De mens wordt steeds verleid tot het kwaad van de duivel.
Hoofs en voorhoofs
Voorhoofse roman: verhalen vanuit een hofsituatie (koning/ vorst) waarin het gaat om eer
en onderlinge verhoudingen.
NB: Karel de Grote
8e/ 9e eeuw
leenheer & leenman
God => keizer Charlemagne => leenheer => leenman
God => keizer (leenheer) => leenmannen => (nog meer) leenmannen
Voorhoofse literatuur:
1. Trouw aan de leenheer
2. Edelvrouw: enorm ondergeschikt aan de man (meestal geen sprake van liefde van haar
kant)
Karel en de Elegast: waarin het christendom oude germaanse sprookjes komen samen.
Karel: je engel moet stelen
na 3x komt Karel Echerink tegen en die wil Karel van de troon stoten.
Hoofse literatuur:
- Correcte omgang met elkaar (het moet perfect zijn zelfs!)
- Vrouwenverering
- Edelmoedigheid
- Geen vaste plaats (en tijd) in de verhalen
- Overspel werd toegestaan, mits onbesproken
- Ultieme test: het vinden van de Heilige Graal (= taak die alleen volbracht kan worden
door de meest kuise ridder)
Verhalen rond koning Arthur bestaan allemaal uit lange episodes => we volgen steeds
weer een andere ridder. Uiteindelijk komt er verzet vanbinnen (binnen de Arthur
gemeenschap), aangezet door vrouwen (oa Morgana le Fay).
Vrouwenverering wordt verder doorgevoerd; Maria-verering.
Geloof
- Heidense geloven proberen zich aan te passen aan het christendom: Aeneas, Odin,
Siegfried de drakendoder en andere klassieke, germaanse en noorse personages worden
verchristelijkt/
- Het christendom adopteert heidense elementen: de kerstboom, de paashaas, maar ook
de moedergodin (Maria).
Faber quisque fortunae suae est – Ieder is de bewerker van zijn eigen geluk Nederlands aantekeningen middeleeuwen toetsweek
© Tara Fokker 2012
Verhalen over germaanse goden en helden worden opgeschreven. Deze verhalen lopen
naadloos over in het christendom/ het geloof neemt dingen over uit de heidense cultuur.
God op aarde/ onbevlekte Maria/ maagdachtig/ wel op aarde gebaard.
Theater: Mariken van Nieumeghen/ Nimwegen (late middeleeuwen); in diverse talen.
Beatrijs komt in vele verhalen voor in de middeleeuwen.
Het hele wereldbeeld wordt aangepast, je kunt je zonden terugkopen (aflaten) of biechten.
Satire in de middeleeuwen
Reynaert de Vos (van het franse renard => Reynaert => Rein van Aard)
Hofdag => Koning Nobel => de leeuw
De slimme sluwe vos Reynaert legt de zwakten van alle andere dieren bloot. Maatschappij
kritiek op de hoogmoed en hebzucht van de mannen (ook adel en geestelijkheid).
Het hondje Courtois (= ´hoofs´) bijvoorbeeld komt voor in deze verhalen. Schrijver
verhalen over Reynaert de Vos = Willem; hij zou ook ´Madocke´ geschreven hebben.
Je mag niet twijfelen aan het gezag van de koning (hij heeft zijn ambt namelijk van God
ontvangen). Koning Nobel wordt echter hoogmoedig en enigszins dom afgeschilderd.
NB: Dieren zijn wreed tegenover elkaar.
Bekende scène: De vos die als pelgrim de kippen om de tuin leidt en er vervolgens één of
meerdere doodt.
Basis van de vossenverhalen zijn de fabels van Aesopus (Jean de la Fontaine baseerde
ook een aantal van zijn verhalen hierop).
Het klassieke erfgoed blijft bestaan in de middeleeuwen, maar is een aangepaste vorm.
Homeros kan men niet lezen, maar wordt ook als onwaar verworpen. Er zijn diverse
teksten (in het Latijn!) met ´ooggetuigen van de Trojaanse oorlog´.
Vertalingen/ bewerkingen hiervan in het Nederlands:
- Jacob van Maarlandt met ´Historie van Troyen´
- Segher Diengotgaf met ´Tprieel van Troyen´
Griekse helden worden hierin voorgesteld als hoofse ridders.
Men was bang, dat de wereld niet klopte in de middeleeuwen, dus ging men proberen
alles erin te passen.
Dares Phrygiys
=> worden in de middeleeuwen beschouwd als
Dictyse Cretenis
=> ´ooggetuigen´ van de Trojaanse oorlog
Belangrijke schrijvers (Latijn): Vergilius & Ovidius
In de middeleeuwen werden Troje-verhalen in landstaal beschreven.
Segher Diengotgaf schrijft Tprieel van Troyen => Griekse helden voorgesteld als
middeleeuwse ridders. De Abele spelen => een reeks toneelstukken, bijvoorbeeld ook
Lanseloet van Denemarken. Abele spelen: serieus spel en een klucht; eerst een serieus
verhaal, daarna iets om te lachen. Lanseloet (Lanselot) & Sanderijn; Lanseloet's crush. De
Abele spelen zijn een wijze les. Andere literatuur: Allegorieën => een verhaal of toneelstuk
met symbolische figuren erin (met ook een wijze les).
Faber quisque fortunae suae est – Ieder is de bewerker van zijn eigen geluk Nederlands aantekeningen middeleeuwen toetsweek
© Tara Fokker 2012
Overgang middeleeuwen naar de renaissance
Het oud-Grieks werd in de middeleeuwen nauwelijks gelezen, behalve in de arabische
landen.
De boekdrukkunst werd aan het eind van de middeleeuwen uitgevonden.
Aandacht oudheid + boekdrukkunst = ...
Door de boekdrukkunst kan men controleren. Dingen blijken anders dan algemeen bekend
was. Er komt meer ruimt voor godsdienst.
Het protestantisme is eerlijker maar saaier (dan het katholicisme).
De ´gewone burger´ kan nu ook gaan lezen (in bv. de bijbel). ´Leesclubjes´ ontstaan; de
rederijkers(kamers). Er worden prozaromans gelezen; een roman als een combinatie van
proza met stukjes poëzie in toneelvorm. Mensen hadden maar weinig boeken en was ook
alleen voor de rijkere mensen.
Er is meer verstedelijking inmiddels en het theater komt op.
Theter is in de winter (tegen de verspreiding van ziektes). Men kon in deze tijd het script
van tevoren kopen in het theater.
Ook de bijbel en klassieke (vooral griekse) teksten worden ook vertaald.
De boekdrukkunst komt op en wordt heel belangrijk.
Heksen- en jodenverbranding werd niet alleen in de middeleeuwen, maar ook in de
renaissance gedaan.
NB: In 1566 was de beeldenstorm.
De boekdrukkunst ´democratiseert´. De bijbel is toegankelijker en er komt meer ruimte
voor de verspreiding van kennis van grote denkers. Er komt dus meer discussie over
algemeen menselijke zaken. Hoewel het protestantisme de macht van het katholicisme
deels overneemt, is er aanvankelijk nog geen vermindering van godsdienstig gevoel. Het
optreden tegen ketters (godsdienstig afvalligen) neemt zelfs in wreedheid toe, evenals de
heksenjacht. ´Ketters geloven op een verkeerde manier´
Heidenen geloven niet in god.
Lanseloet van Denemarken
De moeder is een moordenaar, volgens een spelfout. Spelfouten waren er best wel veel,
zeker aan het begin van de opkomst van de boekdrukkunst.
De moeder van Lanseloet manipuleert haar zoon. Sanderijn is een jonkvrouw, waar
Lanseloet òf verliefd op is, òf voor wie hij lustgevoelens heeft.
Liefde kun je namelijk op 2 manieren interpreteren:
- Zuiver
- Onzuiver (= lust)
Je zou lust met de Stoïcijnen (met name Seneca) kunnen vergelijken, liefde/ emotie is een
aandoening, je moet je emoties buitensluiten.
Faber quisque fortunae suae est – Ieder is de bewerker van zijn eigen geluk Nederlands aantekeningen middeleeuwen toetsweek
© Tara Fokker 2012
De moeder van Lanseloet zegt: Je ´mag´ Sanderijn, onder de voorwaarde dat je haar niet
meer ´wil´ na je lustgevoelens.
Middeleeuws denken: Evenwicht is goed, het gaat 1 kant op, je krijgt een aandoening door
een onevenwichtige verdeling van aarde, lucht, vuur en water.
Idee heksen(verbranding) is vooral een renaissance-idee.
Willem van Oranje
Redenrijkers => literaire figuren ´rijk aan rede´: spraak, verhaal
Redenrijkers komen in gezelschap om bezig te zijn met literatuur. Dit is de overgang
tussen een voordracht cultuur en zelf lezen.
Taal wordt ´mooi gemaakt´, onder andere door middel van klank en spreekzang.
3 eenheden van Aristoteles...
Eenieder kan nu gemakkelijker bij het geschreven woord => taal wordt een heel
belangrijke factor. Het wordt zelfs als kunst gebruikt.
Poëzie is in eerste instantie nog iets belangrijker dan proza. Toch ontstaat de prozaroman
(deels proza, afgewisseld met dialogen als in een toneelstuk).
Taal is belangrijk en schrijvers concurreren met elkaar door middel van taal.
Realisme komt pas op vanaf de 20ste eeuw. Vrouwen mogen niet lezen.
Een van de nieuwe (en heel belangrijke) dichtvormen is het rondeel.
Rondeel
- Diverse coupletten (strofen)
- 15 regels
- Veel taalkunstjes
=> binnenrijm
=> eindrijm (verschillende soorten)
=> assonantie
=> alliteratie
- Moraal (laatste regel van elk couplet): de sto(c)kregel
- Afsluiting is de Prince-strofe
Anna Bijns (1495-1575), een non:
- Van verschillende wetenschappen op de hoogte
- Geëmancipeerd (geen mannen nodig!)
- Katholiek (haat protestants)
- Tegen het huwelijk
Dit is heel apart/ tegenstrijdig (wel katholiek, maar tegen het huwelijk)
Ondanks dat ze geen redenrijkerskamerlid is, toch is haar werk gedrukt.
Overgang middeleeuwen <=> renaissance
Herontstaan van de burgerij
Het ontstaan van burgerlijke literatuur
Faber quisque fortunae suae est – Ieder is de bewerker van zijn eigen geluk Nederlands aantekeningen middeleeuwen toetsweek
© Tara Fokker 2012
Adalbero van Laon
God
Keizer/ Koning
Adel (hoger + lager)
Volk
Geestelijkheid *naast de adel*
Adel raakte weleens geld kwijt, maar toch werd er dan geprobeerd aanzien te krijgen (en
kregen dit ook), bijvoorbeeld door dan een hoge priester te worden.
Satire eerder op de mensen die op een oneerlijke manier geld proberen te verdienen.
Stromingen literatuur
1) Voorhoofse
2) Hoofse
ad 1) Karelepiek => Over de verhouding tussen ridders en koning (had de absolute macht)
Verhouding:
God => Koning/ keizer => Leenheer => Leenman
Trouw is heel belangrijk.
Karel zou door god zijn gevraagd te stelen (3x; magisch getal; dus moest wel god zijn)
Er was geen vrouwenverering (er werd bv. een vrouw uitgehuwelijkt aan Elegast)
ad 2) Arthurepiek => regels (met elkaar omgaan), ridders zijn keurig, en er is
vrouwenverering.
Tristan <=> Izolde
Lanselot <=> Guinevere
|
|
geheime liefde/ affaire
(maakte niet uit zolang het geheim bleef)
Democratie: ronde tafel
Elk verhaal begint met een probleem.
Vrouwenverering leidt tot Mariaverering => het christendom greep om zich heen en in die
verhalen wordt het geloof gemengd met heidense dingen.
Mirakelspelen: in spel wordt getoond dat wat je ook hebt gedaan, je kunt vergiffenis
krijgen.
Beatrijs: Uit klooster ´ontsnapt´/ weggegaan, maar Maria nam haar plaats in.
Reynaert de Vos
Boekdrukkunst
Klassieke (romeinse) cultuur werd via de Romeinen verspreid, Griekse cultuur via
Arabieren, maar minder.
Faber quisque fortunae suae est – Ieder is de bewerker van zijn eigen geluk Nederlands aantekeningen middeleeuwen toetsweek
© Tara Fokker 2012
Renaissance: Alles werd democratischer. Er bleken dingen gezegd die niet klopten.
Er was een aantal dingen dat men deed, dat heel goed was.
In de bijbel werd bijvoorbeeld gesuggereeerd dat Christus in een stalletje werd geboren en
vrouwen in de prostitutie waren altijd slecht.
Er was een groot verschil tussen rijk en arm, dit klopt niet!
De kerk zei wel wat allemaal goed was, maar wat slecht was, was echt slecht.
Het humanisme kwam op. Humanisten stelden de mens centraal: iets doen omdat je vindt
dat iets goed is om te doen, niet om in de hemel te komen en het daarom doen. ´God is
geen goede motivatie, het gaat niet om het hiernamaals, maar om het nu.´
Erasmus was een humanist. Hij steunde bepaalde dingen van de kerk/ bijbel niet.
vaststellen wat goed is wat niet niet. Hij bestudeerde niet alleen de bijbel maar ook
Griekse filosofie.
Katholieke kerk vs. vorsten: Vorsten gaven geld aan de kerk of lieten kerken bouwen.
Kardinalen en bisschoppen gingen zich ook (meer) bemoeien met het leven van de
vorsten en hadden dan ook veel invloed (en zo kreeg ook de paus meer invloed).
Henrik de 8ste heeft zich losgemaakt van de kerk. Zijn vrouw was zeer katholiek, en het
was dan ook helemaal tegenstrijdig voor haar dat hij haar scheidde.
Erasmus schrijft het boek ´Lof der Zotheid´. Hij schrijft op een manier die verkeerd schiet
bij de kerk. Hij schrijft bijvoorbeeld over prostituees. De belangrijkste klant is naar Rome
geweest en is veranderd en moet leven volledig omgooien. Langzaam maar zeker wordt
uitgelegd waaróm iemand fout zit, en niet alleen dát het fout is. Een voorbeeld van een
dialoog: ´Je moet je leven veranderen´
Meisje: ´Interessant, ik zal erover nadenken´
Hij: ´Nee, het moet nu´
Meisje: ´Waarom nu?´
Hij: ´De volgende keer zal je een geslachtsziekte krijgen, en dan is het afgelopen´
Meisje: ´Maar ik kan niet zomaar stoppen´
Hij: ´Dat kan wel, want ik heb wat geregeld.´ =>=>=> Actief helpen!
Niet zeggen: ´Dit moet je niet doen´, maar help actief, geef praktische tips. Dit is
humanistisch => Nu, hier helpen, niet in de hemel. We zijn nu hier.
Bij alle dialogen van Erasmus bleek: Doe alles nu! Niet later, nu!
Boekdrukkunst helpt bij het verspreiden van deze ideeën.
Einde middeleeuwen, begin renaissance => interesse voor oudheid (o.a. griekse kunst en
cultuur, bv. tragedies en romeinse kunst en cultuur).
Tragedie
=> Seneca
=> Euripides
=> Sofokles
Boek
Pijler 5; H12: Middeleeuwen (blz. 88-107)
=> zie ook stencils Erasmus e.a.
Faber quisque fortunae suae est – Ieder is de bewerker van zijn eigen geluk Nederlands aantekeningen middeleeuwen toetsweek
© Tara Fokker 2012
Download