Gewijzigd Richtlijnvoorstel pension portability

advertisement
Gewijzigd Richtlijnvoorstel pension portability: “Nieuwe ronde nieuwe
kansen?”
Peter Kwekel
Senior Stafjurist
Utrecht, 11 december 2007
Programma
Agenda:
• Achtergrond,doel en noodzaak Richtlijnvoorstel
• Richtlijnvoorstel 21 oktober 2005
• Reactie(s) Nederland
• Gewijzigd richtlijnvoorstel 9 oktober 2007: wat is gewijzigd?
• Reële betekenis gewijzigd Richtlijnvoorstel
• Voortgang gewijzigd Richtlijnvoorstel
• Conclusies
Achtergrond,doel en noodzaak voorstellen
Achtergrond Richtlijnvoorstel: revival Lissabon-strategie 2000(verhoging
arbeidsparticipatie):
• Flexibeler arbeidsmarkten met een sterke en duurzame groei
• Vergroting arbeidsmobiliteit binnen EU door meer en betere banen
Doel richtlijnvoorstel:
• het bevorderen van het vrij verkeer voor werknemers; en daarmee:
• het bevorderen van de arbeidsmobiliteit van werknemers
• Wegnemen bestaande belemmeringen arbeidsmobiliteit als gevolg van
bepaalde regels voor aanvullende pensioenregelingen
• EU-breed bestaande belemmeringen in pensioenwetgeving:
- verwerven van pensioenrechten(wachttijd/verwervingsperiode)
- behoud van slapende rechten(hoge administratiekosten)
- overdraagbaarheid van pensioenen(ontbreken adequaat
overdrachtsinstrumentarium)
Noodzaak richtlijn: mobiliteit in verband met baan of beroep binnen EU is
gering:gemiddeld eens per 10,6 jaar wordt van baan veranderd(vgl. VS: eens
per 6,5 jr)
Richtlijnvoorstel 21 oktober 2005
In de aanloop naar richtlijnvoorstel “on the portability
of supplementary pension rights” van 21 oktober 2005:
(1) weerstand van werkgeverszijde in verband met uitvoeringskosten
van het Richtlijnvoorstel “in de dagelijkse praktijk”
(2)Principieel Nederlands standpunt:
(a) geen inbreuk op Nederlands pensioenstelsel
(b) geen verplichte indexatie;
(c) duidelijk onderscheid 1e en 2e pijlerpensioenen;
(d ) heldere rekenregels voor pensioenoverdracht uit landen met
kapitaaldekking naar landen met omslagfinanciering
(e) oog voor de continuïteit van pensioenfondsen bij massale
waardeoverdracht
Richtlijnvoorstel 21 oktober 2005
21 oktober 2005(eerste ronde): indiening Richtlijnvoorstel
“betreffende de meeneembaarheid van aanvullende
pensioenrechten door de EC bij het EP:
• directieve benadering EU lidstaten ten aanzien van
pensioenverwerving (“De lidstaten nemen de nodige
maatregelen ten aanzien van de verwerving van
pensioenrechten”,art.4);
• speerpunt: meeneembaarheid van het pensioen;
• Richtlijnvoorstel heeft geen betekenis voor aantal lidstaten
Kernpunten:
• exclusief van toepassing op aanvullende pensioenregelingen,
uitgezonderd “1408/71-regelingen”
• boekreserve en omslaggefinancierde regelingen kunnen kiezen
van de richtlijn te worden uitgezonderd
• verwerven van pensioenrechten(terugbetalingsregeling)
• behoud slapersrechten(evenwichtige behandeling)
• overdraagbaarheid(actuariële verschillen)
• inlichtingeneisen(disproportioneel)
• “ambitieuze” invoeringsdatum: 1 juli 2008
Richtlijnvoorstel 21 oktober 2005
(1) Toepassingsbereik Richtlijnvoorstel:
• aanvullende pensioenen(conform nationale wetgeving en gebruiken):
- oudedagspensioen
- nabestaanden- en invaliditeitspensioen(ter vervanging/aanvulling
van dezelfde risico’s waarin wordt voorzien door sociale
zekerheidsuitkeringen)
• geen “1408/71-pensioenen: sociale zekerheidsregelingen met een
pensioenkarakter
(2) Optionele keuze voor uitzondering:
- pensioenregelingen op basis van boekreserve(Duitsland);
- omslaggefinancierde regelingen(Frankrijk)
Doel: voorkomen (te) ingrijpende pensioengevolgen voor Dld enFr
Richtlijnvoorstel 21 oktober 2005
(3)Verwerven van pensioenrechten:
Voorwaarden voor verwerving pensioenrechten versoepeld:
• eigen bijdrage mag niet verloren gaan(terugbetalingsverplichting)
• werknemers moeten uiterlijk op leeftijd 21 pensioenrechten beginnen te
verwerven
• verwervingsperiode teruggebracht tot maximaal 2 jaar
(4) Behoud slapersrechten(art.5)
Insteek: “redelijke aanpassing” van slapersrechten
Doel: voorkomen dat vertrekkende deelnemer wordt benadeeld ten opzichte
van de actieve deelnemer in de regeling
“Escape” Richtlijnvoorstel 21 oktober 2005: vanwege hoge
administratiekosten een kapitaal uitbetalen ter grootte verworven rechten.
Kapitaalomvang mag niet groter zijn dan een bepaalde drempel.
Richtlijnvoorstel 21 oktober 2005
(5) Overdraagbaarheid
(a)Keuzemogelijkheid vertrekkende werknemer:
•
behoud rechten “oude” regeling; of:
•
overdracht naar pensioenregeling nieuwe werkgever
(b) Overdragende werknemer mag niet worden benadeeld:
•
door de berekening van de waarde van de overgedragen rechten
•
door het in rekening brengen van “overdreven” hoge administratiekosten
Probleem: verschillen tussen de pensioenstelsels in de Lidstaten en
de verschillen in actuariële maatstaven
(6) Inlichtingeneisen
Aanvulling op reeds bestaande communautaire voorwaarden:
Iedere werknemer moet bij vertrek worden geïnformeerd over de
pensioenconsequenties Wezensvreemde activiteit voor pensioenuitvoerder
Richtlijnvoorstel 21 oktober 2005
(7 ) minimumvoorschriften
• Geen belemmering voor verdergaande(= gunstigere) bepalingen in
verband met meeneembaarheid die individuele lidstaten zouden
kunnen treffen;
• Uitsluiting initiatieven die zouden kunnen leiden tot verslechtering van
de bestaande mate van meeneembaarheid
(8) ambitieuze invoeringsdatum( 1 juli 2008):
• (te) ambitieus gezien impact en massale kritiek op het
Richtlijnvoorstel;
• onrealistisch gezien eerdere ervaringen op pensioenrichtlijngebied;
• vanuit Nederlandse optiek (te) bezwaarlijk gezien de geldende
pensioenimplementatiedynamiek
Hoe reageert Nederland in deze eerste ronde?
Reactie(s) Nederland
Eerste Kamervragen aan minister van SoZaWe op 14 februari 2006
Reactie in brief van 23 maart 2006:
• scepsis over inhoud Richtlijnvoorstel
• aanvullende pensioenen zijn primaat van sociale partners
• Nederland kent geen pensioenbelemmering voor EU- arbeidsmobiliteit:
- recht op waardeoverdracht;
- gelijke behandeling van slapersrechten;
- niet of nauwelijks wacht- en vestigingsperioden
• Richtlijn heeft ogenschijnlijk nauwelijks gevolgen voor Nederland, maar
Nederland wil toch in ieder geval garanties ter behoud van:
- eigen stelsel van waardeoverdacht;
- hanteren eigen rekenregels bij inkomende en uitgaande waardeoverdracht;
- recht op opschorting waardeoverdracht bij onvoldoende gefinancierde
pensioenregelingen
• Indexatieverplichting uit Richtlijn is voor Nederlands (kapitaalgedekt)
pensioenstelsel te kostbaar
• Nederland is teleurgesteld over het ontbreken van de fiscale dimensie in het
Richtlijnvoorstel Blijft het bij deze constateringen? Neen
Reactie(s) Nederland
Motie Omtzigt van 21 september 2006:
(1) Richtlijnvoorstel is absoluut geen oplossing voor werknemers die in
verschillende lidstaten pensioen opbouwen;
(2) Primaat regeling pensioenen ligt bij individuele lidstaten en in Nederland in
het bijzonder bij de sociale partners;
(3) Nederlandse regering moet ervoor zorgdragen dat het Richtlijnvoorstel van
21 oktober 2005 niet doorgaat
Vervolgstap Nederland:
• Nederland dreigt in EP met uitspreken veto over Richtlijnvoorstel op 30 mei
2007:
- herwaardering slapersrechten, waardoor slapers met een beroep op de
portabilityrichtlijn via Europees Hof van Justitie hogere pensioenuitkeringen
kunnen afdwingen.
- financieel gevolg: meerkosten voor rekening van de actieve werknemers.
Resultaat
20 juni 2007: EP dient 34 amendementen op Richtlijnvoorstel van 21 oktober
2005 in. Resultaat: op 9 oktober een ingrijpend gewijzigd Richtlijnvoorstel
Gewijzigd Richtlijnvoorstel 9 oktober 2007
Wat is in de 9 oktoberversie gewijzigd ten opzichte van
Richtlijnvoorstel 25 oktober 2005?
(1) De gewijzigde focus: van vergroting van mobiliteit door
meeneembaarheid naar vergroting van mobiliteit door verwerving
en behoud van aanvullende pensioenrechten;
(2) Wachttijd voor werknemers onder 25 jaar mag maximaal 5 jaar
bedragen en voor werknemers ouder dan 25 jaar maximaal 1 jaar;
(3) Erkenning recht lidstaten om eigen pensioensysteem te organiseren;
(4) Overdrachtsmogelijkheden bijna helemaal geschrapt, maar niet
definitief van de baan. Komt nu aan de orde bij het tweejaarlijks
verslag door EC. En kan dan optie voor wijziging Richtlijn zijn!
Gewijzigd Richtlijnvoorstel 9 oktober 2007(II)
Wat is er nog meer gewijzigd ten opzichte van Richtlijnvoorstel van 25
oktober 2005:
(5) Gewijzigd Richtlijnvoorstel alleen van toepassing op
oudedagspensioen. Niet langer op nabestaanden- en
invaliditeitspensioen. Onduidelijk waarom;
(6) Concrete invoeringsdatum ontbreekt
Wat is er niet gewijzigd?
(1) De directieve benadering ten aanzien van de verwerving van het
pensioen in artikel 4 gehandhaafd(“de lidstaten nemen de nodige
maatregelen om er zorg voor te dragen dat..”):
•
principiële inbreuk op het arbeidsvoorwaardenprimaat van sociale
partners in de lidstaten)
(2) Verzwaarde inlichtingenverplichting pensioenuitvoerder gehandhaafd
Reële betekenis gewijzigd Richtlijnvoorstel
Reële betekenis gewijzigd Richtlijnvoorstel van 9 oktober 2007 voor het
Nederlands pensioenstelsel:
(1) Pensioenwet is gunstiger ten aanzien van het verwerven en behouden van
pensioenrechten dan gewijzigd Richtlijnvoorstel. Belemmering voor
Nederlandse werknemer om elders in EU baan te aanvaarden?
(2) Aanvullende pensioenrechten vallen “ondeelbaar” onder gewijzigd
richtlijnvoorstel. Dus geen splitsing in “basispensioentoezegging en
aanvullende individuele bijdrage. Administratieve verlichting
(3) Nederlands overdrachtsinstrumentarium blijft intact, maar dreiging is nog niet
van de baan door voorgestelde rapportageverplichting
(4) Nederlands systeem voor slapersrechten blijft gerespecteerd
(5) Nabestaanden- en invaliditeitspensioen blijven buiten reikwijdte Richtlijn
(6) Inlichtingenverplichting gaat verder dan art. 38PW en behoeft alternatief
Conclusie: gewijzigd Richtlijnvoorstel heeft(ogenschijnlijk) geen materiële
betekenis voor Nederlands pensioenstelsel
Status gewijzigd Richtlijnvoorstel
Bijeenkomst Europese Raad van ministers op 5 en 6 december 2007:
• Ook onder Portugees voorzitterschap geen (vereiste) unanimiteit ten
aanzien van gewijzigd Richtlijnvoorstel
• Breekpunt(voor Duitsland en Italië ): de verwervingsperiode van 2 jaar.
EC-voorstel tot oprek 3-jarige verwervingsperiode verworpen
• geen politieke overeenstemming
Vervolg:
• dossier wordt doorgeschoven naar volgende EU voorzitterschappen
Conclusies
Conclusies ten aanzien van het gewijzigde Richtlijnvoorstel:
•
er is rekening gehouden met de Nederlandse argumenten;
•
Nederlands pensioenstelsel voldoet ruimschoots aan
minimumvereisten Richtlijnvoorstel, met uitzondering van de
inlichtingenverplichting;
•
meeneembaarheid “geslachtofferd” ten behoeve van
slagingskans,maar niet definitief van de baan;
•
aanvaardbaarheid vergroot door respectering
pensioensysteemsoevereiniteit lidstaten
•
fiscaal element ontbreekt (opnieuw)
•
verwervingsvraagstuk principieel probleem
•
vaststelling en invoering van het huidig Richtlijnvoorstel lijkt zaak van
de lange adem
Download