Inkomstengenererende maatregelen ter Versterking van de districtsfondsen Mr. Bas Ahmadali Directeur DLGP 04-04-2013 (zoals gevraagd door de Minister van R.O. bij de spoedbijeenkomst met de staf op dinsdag 2 april 2013) 1. Verruiming van artikel 4 middelen bij staatsbesluit Artikel 4 middelen Interimregeling zijn fragiel en niet alle districten hebben genoegzaam ruimte om eigen belasting en niet-belasting middelen te genereren. Bij staatsbesluit de artikel 4 middelen verruimen. Gebruik maken van art. 4 Lid 4: Bij staatsbesluit moet bepaald worden dat eveneens in het DF worden gestort: “de opbrengsten uit (i) het Reglement Beheer der Districten, (ii) de Politiestrafwet,”. (iii) …. (iv) ….. (v) …… (vi) Inkomsten welke bij beschikking van een minister voor de uitvoering van medebewindstaken aan het district ter beschikking worden gesteld. 2. Verruiming van art. 4 middelen bij wet (door wijziging en aanvulling van Interimwet): (i) de bepaling in art. 4 zodanig nuanceren, dat niet alleen middelen van de begroting van RO, maar ook vanuit de begroting van andere ministeries in het districtsfonds mogen worden gestort voor de uitvoering werken in medebewind, of (ii) door in artikel 4 lid 3 Interimregeling “de minister” te vervangen door “alle ministers”. of (iii) door een uitbreiding art. 4 Lid 3: “middelen voorkomend op de begroting van een ministerie die door de des betreffende minister bij beschikking worden aangewezen” of iets dergelijks. De begroting is namelijk ook een wet, dus kunnen die middelen bij staatsbesluit worden aangewezen. Bovendien gaat het dan niet automatisch maar kan elke minister per begrotingsartikel bepalen wat hij in het DF doet storten, uiteraard voor een in de beschikking specifieke benoemde medebewindstaak. 3. Verruiming van middelen door uitvoering van art. 37 Lid 1 bij districtsverordening (i) Verordening regelende instandhouding van de voor openbare dienst bestemde werken met boetebepaling van max SRD 1000 (art. 39) en verbeurdverklaring van goederen, waarvan de inkomsten in het DF worden gestort (art. 40 Lid 2b) (ii) Verordening regelende de instandhouding van voor openbaar gebruik bestemde openbare plaatsen (bijvoorbeeld Bigi Pan Nick en Coronie) met boetebepaling van max SRD 1000 (art.39) 4. Verruiming van middelen middels bestemmingsheffing bij staatsbesluit en verordening Bij staatsbesluit “andere onderwerpen” krachtens art. 37 Lid 3 aanwijzen om regels bij districtsverordening te kunnen vaststellen met mogelijkheid tot bestemmingsheffing krachtens art. 38 WRO, o.a. (i) Zware transporten, zoals houtblokken (ii) Vuilophaal en vuilverwerking (iii) Betreden van oorden, parken, beschermde e.a. bijzondere beheersgebieden 5. Verruiming van de middelen door aanpassing van de tarieven bij wet in de wetten en wettelijke regelingen vermeld in artikel 4 van de Interimregeling . De ontwerp-wet WET van ………….. 2011 houdende aanpassing van tarieven in wettelijke regelingen ter zake belasting en niet-belasting middelen ten behoeve van de districtsfondsen Status: is op RO van 11-07-2011 in behandeling. Recentelijk op 12 januari 2013 opnieuw aan de Minister aangeboden. (i) In de Wet Huurwaardebelasting 1995 (G.B. 1910 No. 88, geldende tekst G.B. 1948 No. 54, zoals laatstelijk gewijzigd bij S.B. 2002 No, 113), wordt in artikel …. het bedrag van Sf…..…. gewijzigd in SRD………. (ii) In de Wet tot heffing en invordering ener belasting op publieke vermakelijkheden (G.B. 1917 No. 16, geldende tekst G.B. 1949 No. 146, zoals laatstelijk gewijzigd bij S.B. 1984 No. 32) wordt in artikel …. het bedrag van Sf…………. gewijzigd in SRD………. (iii) In de Wet op drankhuizen en huizen van openbare vermakelijkheden (G.B. 1872 No. 1, geldende tekst G.B, 1944 No. 64, zoals laatstelijk gewijzigd bij G.B.1947 No. 71) wordt in artikel …. het bedrag van Sf…………. gewijzigd in SRD………. . (iv) In de Marktwet (G.B. 1929 No, 59, geldende tekst G.B.1936 No, 83, zoals laatstelijk gewijzigd bij G.B. 1970 No, 117) wordt in artikel …. het bedrag van Sf…………. gewijzigd in SRD………. . (v) In de Begrafeniswet (G.B. 1926 No. 117, geldende tekst G.B. 1959 No. 119, zoals laatstelijk gewijzigd bij S.B. 2001 No.38) wordt in artikel …. het bedrag van Sf…………. gewijzigd in SRD………. . (vi) In de Zondagsrustwet (G.B. 1908 No. 42, geldende tekst G.B. 1944 No, 65, zoals laatstelijk gewijzigd bij S.B.1981 No.6) wordt in artikel …. het bedrag van Sf…………. gewijzigd in SRD………. . (vii) In het Decreet vergunningen bedrijven en beroepen (S.B.,1981 No.147, geldende tekst S.B. 1985 No. 40, zoals laatstelijk gewijzigd bij S.B. 1997 No. 30) wordt in artikel …. het bedrag van Sf…………. gewijzigd in SRD………. . (viii) In de Recognitie en voorwaarden voor het gebruik van openbare wegen, straten, en pleinen, het bouwen van ' stoepen, balkons en luifels en andere bijzondere doeleinden (G.B. 1911 No. 35, zoals laatstelijk gewijzigd bij G.B. 1914 No. 31) wordt in artikel …. het bedrag van Sf…………. gewijzigd in SRD………. . (ix) (x) In de Recognitie waartegen en de voorwaarden waaronder vergunningen worden verleend voor het gebruik van openbare wegen enz, ten behoeve van bijzondere doeleinden (G.8. 1911 No. 54, zoals laatstelijk gewijzigd bij G.B. 1948 No, 86) wordt in artikel …. het bedrag van Sf…………. gewijzigd in SRD………. . In de Regeling tot verkoop van gedistilleerd (G.B. 1943 No.142, zoals laatstelijk gewijzigd bij S.B. 2002 No. 20) wordt in artikel …. het bedrag van Sf…………. gewijzigd in SRD………. . 6. Verruiming van de middelen door ondertekening van de overeenkomst tussen de Directeur van GLIS en de Districtscommissarissen, die tot doel hebben: de opzet van een district informatie systeem voor de vaststelling en de inning van de huurwaardebelasting. Status: De ontwerpovereenkomsten voor de 10 districten zijn vanaf 11-07-2011 in behandeling op RO. Recentelijk op 12 januari 2013 opnieuw aan de Minister aangeboden. 7. Verruiming van de middelen door goedkeuring van de ontwerp Algemene Wet Districtsbelastingen houdende regels betreffende de invoering, heffing en in- vordering van districtsbelastingen (Algemene Wet Districtsbelastingen), waardoor de districten in staat zijn bij districtsverordening plaatselijke belasting en niet-belastingmiddelen in te voeren. Status: dit ontwerp is van 2008 in behandeling op RO. Recentelijk op 12 januari 2013 opnieuw aan de Minister aangeboden. 8. Verruiming van de middelen door goedkeuring van de ontwerp-wet houdende regels inzake de financiële verhouding tussen de Staat en de districten (Wet Financiële Verhouding), die de invoering mogelijk maakt van een Districten Egalisatie Fonds (DEF), waarin het Parlement een bedrag bij de begrotingsbehandeling ieder jaar afzondert t.b.v. de districtsfondsen, dat op basis van een bepaalde formule toegewezen wordt. Status: dit ontwerp is van 2008 in behandeling op RO. Recentelijk op 12 januari 2013 opnieuw aan de Minister aangeboden. Note: ter uitvoering van de bij 7 en 8 goedgekeurde wetten mag uit de DLGP-projectmiddelen US$ 150.000 getrokken. 9. Verruiming van de middelen door goedkeuring van de districtsverordening houdende vaststelling van regels betreffende de heffing en invordering van de heffing op waardevermeerdering (Verordening heffing op waardevermeerdering in District ……). Deze verordening maakt mogelijk de met de burgers - die voordeel trekken uit een overheidsinvestering ter verbetering van de infrastructuur – overeengekomen bijdrage als belasting te innen. Status: dit ontwerp is van 2008 in behandeling op RO. Recentelijk op 12 januari 2013 opnieuw aan de Minister aangeboden. 10. Verruiming van de middelen door goedkeuring districtsverordening van houdende vaststelling van regels betreffende de heffing en invordering van de heffing op het genot van gebouwen in District X (Verordening heffing op het genot van gebouwen in District ………). Deze verordening maakt mogelijk de vaststelling van de waarde van de gebouwen waarop huurwaardebelasting is verschuldigd eenvoudiger door met oppervlakte te werken. In het huidig systeem zijn er enorme kosten verbonden bij het taxeren van alle gebouwen om de drie jaar. Status: dit ontwerp is van 2008 in behandeling op RO. Recentelijk op 12 januari 2013 opnieuw aan de Minister aangeboden. 11. Verruiming van de middelen door het invoeren van de door het DLGP voorbereid “TAS” = Tax Administration System / Districts Belasting Administratie Systeem. Het automatisering systeem is al ontworpen. Toelichting: In het kader van het Decentralisatieprogramma wordt er huurwaardebelasting geïnd via de districtscommissariaten. De afdeling Districtsfinanciën en Planning (DFP) is verantwoordelijk gesteld voor de inning van de artikel 4 middelen genoemd in de Interimwet Financiële Decentralisatie SB.2003 no.33. De DFP's worden zowel door de Ontvanger der Belastingen als de Centrale Betaaldienst i.h.k.v. het decentralisatieproces aangewezen tot ontvangkantoor. De verantwoording hiervan geschiedt momenteel handmatig door de districten naar de Ontvanger der Directe Belastingen toe. Om dit proces te vergemakkelijken, heeft DLGP het plan geopperd om de districten te koppelen met het digitale ontvangstsysteem van de Ontvanger en de centrale betaaldienst. Zodoende kunnen de districten de ontvangsten rechtstreeks inboeken in dit systeem, hetgeen de verantwoording versnelt en de kans op fouten vermindert. Status: Het wachten is op de aansluiting ervan op het systeem. Noch RO noch de belasting dienst geeft enige ondersteuning of reactie. Zie brief vanuit DLGP: 2013-02-09-bas aan dirro inz conceptbrief dirro aan dir bel LINK-WAN en TAS. Bij het realiseren van het bovenstaande zullen de districten in staat zijn hun Districtsbegroting (autonomie) betreffende eigen huishouding – grotendeels - door zelf gegenereerde eigen belasting en niet-belastingmiddelen te financieren. Voor de overheid zal het een besparing betekenen van ca SRD 10 tot 15 miljoen. Ter financiering van de Districtsbegroting Medebewind volgens het concept van artikel 1 van de WRO kunnen extra maatregelen getroffen worden: (i) Bij staatsbesluit kan worden bepaald dat de opbrengsten uit erfpachtscanon, grondhuur, etc mogen worden geïnd door de districten en afgedragen aan de Centrale Kas met inhouding van een bepaald percentage tbv het districtsfonds, bijvoorbeeld 50%. Zo zijn er nog veel meer mogelijkheden, bijvoorbeeld: (i) Bij staatsbesluit goedkeuren van het Inter-Districten Samenwerkingsverband (IDS). Districten kunnen elkaar ook financieel ondersteunen door een ‘rekening-courant verhouding’ die verrekend kunnen worden door elkander over en weer diensten te verlenen. Hierin zit een enorme besparing zowel voor de staat als voor de districten, omdat de districten niet de centrale overheid aanspreken voor financiering van allerhande zaken, en de districten hoeven ook niet direct voor allerlei zaken naar de private sector, die keihard betaald moet worden. Status: het pakket met o.a. het Reglement / Statuten is aan de Dir van RO aangeboden Schrijven van de Dir van DLGP van 21-01-2008, en daarna elk jaar herhaald, recentelijk weer in het beleidsplan 2013 opgebracht. Is nog steeds in behandeling. (ii) (iii) (iv) (v) STAATSBESLUIT VAN ………………. 2007, houdende nadere wijziging van het “Besluit Taakomschrijving Departementen 1991” (S.B. 1991 no. 58. zoals laatstelijk gewijzigd bij S.B. 2005 no. 94) alsnog in behandeling nemen, omdat heel wat taken al zijn gedecentraliseerd en horen thuis in het pakket van de autonomie van de districten, en in het verlengde hiervan overgaan tot herinrichting van de begroting van het Ministerie van RO per 2014, alsook doorvoeren van aanpassingen van in het organogram van het Ministerie volgens het Herinrichting c.q. Transformatieplan van 12-07-2012. Op het Ministerie is er ook een sterke unit nodig om beleid te helpen maken en te helpen uit voeren, en vooral in goed contact met de Belastingdienst en de districten de nodige ondersteuning geven om het maximale te halen uit het stelsel van de financiele decentralisatie. De inningcapaciteit van de districten te vergroten door deze te integreren in het apparaat van de Dienst Huurwaardebelasting in het Kantoor van de Directeur der Belastingen, waar +/- 35 personen sterk personeel werkzaam is, geautomatiseerd tijdens DLGP-I met projectmiddelen, terwijl er ook een terreinwagen vanuit de projectmiddelen was beschikbaar gesteld. Er is nimmer beleid gemaakt. Het Centraal Belasting kantoor is niet in staat heel wat niet-belastingmiddelen in de districten te innen. In een win-win model van samenwerking, gelet op de reeds gedane investeringen in de verbetering van het belasting systeem zowel centraal als decentraal, kunne de districten voor optimalisering van de belasting inkomsten, waarbij wordt overeengekomen, dat op de meeropbrengsten de districtsfondsen 50% recht hebben. Vertrouwende van dienst te zijn geweest, Verblijf ik met vriendelijke groet, Bas Ahmadali Directeur DLGP