Scriptie ( vanaf 28 maart 2002)

advertisement
1
INHOUD
bladzijde
Inleiding
3
1-A Ontwikkeling van de raket- en satelliettechnologie, samengevat
tot aan het einde 2e Wereldoorlog in 1945
6
1-B De voorgeschiedenis van het Spoetnik tijdperk in de Sovjet-Unie
14
1-C De basis van de Russische en Amerikaanse raketten: de Duitse V1
en vooral de V2 raket
25
1-D Hoe ontwikkelde de rakettechnologie en de ruimtevaart zich in
de USA vóór de 2e Wereldoorlog
37
1-E Was er veel vooruitgang tijdens de 2e Wereldoorlog in de kennis
van raketten bij de geallieerden?
40
1-F Ontwikkelingen in de ruimtevaart na de 2e Wereldoorlog in de USSR
49
1-G Ontwikkelingen in de ruimtevaart na de 2e Wereldoorlog in de USA
51
2-A De lancering van de eerste kunstmatige satelliet Spoetnik op vrijdag
4 oktober 1957 door de Sovjet-Unie
63
2-B De eerste reacties in de Verenigde Staten van Amerika
67
2-C Hoe reageerde de Amerikaanse president Eisenhower?
70
2-D DeVerenigde Staten hadden echter niet stil gezeten!
90
2-E Hoe reageerden andere Amerikaanse politici zoals ministers en
congresleden op de lancering van de Spoetnik
101
2-F De reacties van de wetenschapen en het publiek op de lancering van
de Spoetnik
112
2-G De door de Amerikaanse overheid genomen initiatieven mede als
gevolg van alle kritiek
117
Conclusies
124
Bronnen
131
2
INLEIDING
Op het onderwerp werd ik geattendeerd door de lezing getiteld ‘10/04/57 and
09/11/01’ door Prof. Dr. Robert H. Zieger (History Department, University of Florida,
USA en aangesteld in het kader van de ‘Fullbright Chair’ gedurende 2001/2002 aan de
Universiteit Utrecht) op de 10e Amerikanistendag gehouden te Utrecht op 8 maart 2002.
Zoals de titel van zijn lezing al aangeeft, maakte Prof. Zieger een vergelijking tussen twee
ingrijpende gebeurtenissen. De eerste was de lancering van de eerste kunstmatige
satelliet, de 83,5 kilo wegende Spoetnik door de toenmalige USSR op vrijdag 4 oktober
1957. De tweede vond plaats op 11 september 2001, waarbij naast de 19 terroristen meer
dan 3.000 doden vielen, waaronder ruim 360 brandweerlieden en politieagenten, in
vliegtuigen en op de grond. Het gezichtsbepalende beeld van New York, de ‘Twin
Towers’ kantoorgebouwen, werd toen in minder dan één uur vernietigd. Op en na de
elfde september 2001 werd door politici, militairen en journalisten een parallel getrokken
met een eerdere ramp die de USA trof, t.w. de Japanse aanval op schepen en vliegtuigen
in de haven van Pearl Harbor op Honolulu, Hawaï op 7 december 1941, waarbij ruim
2400 doden vielen onder Amerikaanse militairen en burgers. De aanval in 1941 was de
eerste op Amerikaanse grondgebied sinds de oorlog met de Engelsen in de jaren 1812 –
1814.
Zowel in 1941 als na 2001 werd er door de Verenigde Staten van Amerika gereageerd met
een oorlogsverklaring. Op 7 december 1941 werd de oorlog verklaard aan Japan en enkele
dagen later aan de andere As-mogendheden Duitsland en Italië, gevolgd door deelname
van de Verenigde Staten aan de zijde van de geallieerden aan de 2e Wereldoorlog. De
andere oorlogsverklaring in september 2001, de ‘War on terrorism’, was gericht tegen
andere As-staten t.w. de ‘As van het Kwaad’ staten, Irak, Iran en Noord-Korea, waaraan
3
later ook Yemen en Somalië werden toegevoegd. De aanvallen in 1941 en 2001 hadden
een ingrijpende invloed op de Amerikaanse publieke opinie, maar ook op de opinie in de
andere werelddelen.
De lancering van de Spoetnik door de USSR in oktober 1957 had een soortgelijk effect op
de publieke opinie in de USA en op het gedrag van politici omdat in de ogen van de
Amerikaanse burgers en vele politici en militairen deze lancering een begin zou kunnen
zijn voor een aantasting van de Amerikaanse soevereiniteit en het Amerikaanse luchtruim
en grondgebied.
Een zeer essentieel verschil met de gebeurtenissen in 1941 en 2001 was natuurlijk dat er in
1957 en in de jaren daarna geen slachtoffers vielen onder burgers en militairen in de USA
of elders als direct gevolg van de lancering van raketten en satellieten door de USSR en de
USA en zijn bondgenoten, afgezien van de relatief weinig slachtoffers bij de lancering door
die landen van de raketten en satellieten. Wel luidde de lancering van de Spoetnik een
nieuwe fase in de ‘Koude Oorlog’ tussen de USSR en de USA in.
Hoe reageerden de verschillende groepen in de Amerikaanse samenleving na 4 oktober
1957 op de lancering van de Spoetnik? Zonder een allesomvattende indeling te suggereren
zijn de belangrijkste groepen:
-
de uitvoerende macht, in het bijzonder de (federale) overheid, met aan de top de
President, maar ook de ministers van Defensie, Buitenlandse Zaken en Financiën en
hun ministeries en drie van de vier militaire onderdelen, luchtmacht, landmacht en
marine,
- de wetgevende macht, het Congres bestaande uit Huis van Afgevaardigden en Senaat,
- de Committees, zoals het Science Advisory Committee, de Administrations, in het
bijzonder National Aeronautics and Space Administration (NASA) en de Agencies
zoals het Army Ballistic Missile Agency (ABMA),
4
-
de daarmee verbonden onderzoeksinstituten en laboratoria, en meer speciaal de
sleutelfiguren, die leiding gaven aan deze instituten,
-
het bedrijfsleven met zijn lobbyisten bij het Congres maar ook de vakbonden, de
universiteiten, de media met o.a.: kranten, tijdschriften, televisie en radio,
-
en last but not least: de publieke opinie tot uiting komend in ‘letters to the editor’.
De reacties van de hiervoor vermelde personen en instituten op de lancering van de
Spoetnik zullen in het vervolg aan de orde komen.
In vooral hoofdstuk 2 van deze scriptie heb ik, mogelijk meer dan gebruikelijk, citaten,
vooral die welke uitgesproken zijn, niet uit het Engels vertaald noch geparafraseerd. Mijn
argument daarvoor is dat er in de Engelse taal korter en bondiger geformuleerd kan
worden dan in het Nederlands. Daarom zijn bijvoorbeeld brieven aan de redactie, naar
mijn mening amper te vertalen of met behoud van de essentie in het Nederlands samen te
vatten. Teneinde de reacties op de spectaculaire lancering beter te kunnen interpreteren
acht ik het nodig eerst de ontwikkeling van de ruimtevaart en de daarvoor benodigde
raketten in de 20e eeuw en de hoofdpersonen daarbij in USSR, Duitsland en USA te
behandelen. Vervolgens zal worden ingegaan op het verschijnsel ‘Koude Oorlog’, dat zo
bepalend is geweest in de generaties die leefden in de jaren 1945- 1989, zowel in het
‘Westen’ als in het ‘Oosten’.
Foto afgedrukt in Braun, Wernher
von, Frederick I Ordway III en
Harry H-K Lange History of
Rocketry & Space Travel 117,
5
1-A Ontwikkeling van de raket- en satelliettechnologie, samengevat tot aan
einde 2e Wereldoorlog in 1945.
Twee mannen, die leefden in de zeventiende resp.negentiende eeuw, voorspelden
de mogelijkheid van een kunstmatige satelliet die een baan om de aarde beschrijft. ‘Een
satelliet is een hemellichaam dat een ander [hemellichaam], waarom het zich beweegt, op
zijn baan vergezelt.’1 De eerste die op de theoretische mogelijkheid van een kunstmatige
satelliet wees, was de Engelse wis- en natuurkundige Sir Isaac Newton (1642-1727) toen
hij de wetten van de zwaartekracht onderzocht. De ander was de Russische onderzoeker
Konstantin Eduardovich Tsiolkovsky (1857-1935) die in 1903 de eerste formule
ontwikkelde op grond waarvan een lichaam in het heelal geschoten kan worden.
Newton bewees dat dezelfde zwaartekracht die een appel, als die losgelaten wordt, doet
vallen ook in het luchtledige van de ruimte werkt en dat - aardse - zwaartekracht ook de
maan in een baan om de aarde houdt. Zijn universele zwaartekrachtwet bewijst waarom de
planeten constant in een baan om de zon draaien in plaats van in de ruimte te verdwijnen.
Newton geloofde dat als een voorwerp maar snel gegooid kon worden de neerwaartse
bocht in de baan van het voorwerp zou overeenkomen met de curve in het oppervlak van
de aarde, of anders: de aarde zou dan een continu bewegend doel zijn voordat het
voorwerp de aarde raakt. De Spoetnik bleef in de ruimte op grond van dezelfde kracht als
de maan dat doet.
De aantrekkingskracht als gevolg van de aardse zwaartekracht en de snelheid van de
satelliet waren in volmaakte balans. Net als de maan had de Spoetnik te veel snelheid om
terug te vallen op de aarde maar te weinig om te ontsnappen aan de aardse zwaartekracht.
Dit is hetzelfde principe op grond waarvan de aarde en de andere planeten door de sterke
zwaartekracht van de zon in een baan om de zon blijven. Newton beschreef ook hoe een
1
Van Dale Groot Woordenboek der Nederlandse Taal, Martinus Nijhoff, Den Haag, negende druk, 1970,
1738;
6
kunstmatige satelliet gelanceerd kon worden en dat het noodzakelijk is om in trappen de
stuwkracht en dus de daarmee ontwikkelde snelheid, waarmee het projectiel gelanceerd is,
op te voeren.
President Eisenhower’s Science Advisory Committee, onder voorzitterschap van James R.
Killian, president van het prestigieuze MIT in Boston (Massachusetts), publiceerde in het
voorjaar van 1958 een rapport ‘Introduction to Outer Space’ waarin werd uitgelegd dat om
te ontsnappen aan de banden van de aarde het projectiel een snelheid moet bereiken van
40.000 kilometer per uur.
2
Deze commissie merkt op dat hoewel de basisprincipes voor
de ruimtevaart en de satellieten al sinds Newton bekend waren bij de wetenschappers,
deze principes voor velen onbekend en onrealistisch zullen zijn. ‘Our children, however,
will understand them quite well.’3
De Rus Konstatin Tsiolkovsky, zoon van een houthakker, op jonge leeftijd al
doof als gevolg van roodvonk, was wiskundeleraar en had zichzelf bekwaamd. In 1883
publiceerde hij zijn eerste artikel over de ruimtevaart, waarin hij uitlegde hoe het
mogelijk zou moeten zijn om een raket te laten vliegen in het vacuüm van de ruimte. In
1895 schreef hij in ‘Dream of the Earth and Sky ’ dat het mogelijk zou moeten zijn een
kunstmatige satelliet in een baan om de aarde te brengen. Drie jaar daarna ontwierp
Tsiolkovsky een formule waarin hij datgene specificeerde wat nodig is om aan de aardse
zwaartekracht te ontsnappen en beschreef hij hoe een raket daarin zou kunnen slagen.
Deze basisvergelijking, een meer uitgewerkt theoretisch bewijs dan dat van Newton, van
de ruimtevaart is nog steeds bekend als de ‘Tsiolkovsky vergelijking’, maar kreeg toen in
het tsaristische Rusland noch elders veel bekendheid. Pas na de Russische Revolutie in
1917 werd hij door de nieuwe, communistische, Russische leiders omhelsd om zijn visie
op de sociale evolutie van de mens. Lenin verleende hem de titel van ‘Vader van de
2
3
Dickson, Paul. Sputnik The Shock Of The Century, 28-29;
Ibidem, 29;
7
Ruimtevaart’ en het werd hem mogelijk gemaakt zijn wetenschappelijke werk voort te
zetten, zonder aardse beslommeringen. Tsiolkovsky was niet alleen een theoreticus, hij
had ook praktische oplossingen. Zo was hij de eerste die vloeibare zuurstof en vloeibare
waterstof aanbeval als brandstoffen voor raketten. De Saturnus V-raketten, die de
Amerikanen gebruikten om satellieten te lanceren in het Apollo-programma in de jaren
zestig en zeventig van de vorige eeuw, werkten op deze vloeistofcombinatie. Daarnaast
dacht hij zelfs aan de mogelijkheid om mensen in de ruimte te brengen. Zijn ontwerp
voor een satellietcabine bevatte tevens ‘life support’-systemen voor de absorptie van
koolmonoxide. Hij stelde ook voor om bij de lancering van raketten de bemanning
achterover te laten liggen tegen de voorzijde van de motoren van de raket. Eind jaren
twintig bepleitte hij een methode om de nodige snelheid te kunnen ontwikkelen om aan
de aardse zwaartekracht te ontsnappen, waarbij een draagraket met meerdere trappen bij
de lancering gebruikt zou moeten worden, elke trap met meerdere motoren die
gelijktijdig ontstoken dienden te worden. Op 1 mei 1932, tijdens zijn laatste
radiotoespraak, kwam Tsiolkovsky tot de conclusie dat de eerste ruimtevluchten binnen
twintig tot dertig jaar mogelijk zouden zijn. Op 17 september 1935 stierf hij.
Oorspronkelijk hadden de Russische leiders de Spoetnik precies 22 jaar na zijn sterfdag
willen lanceren, om daarmee Tsiolkovsky’s werk in het belang van de USSR te eren.4
In de tweede helft van de negentiende eeuw werden ook fictieschrijvers
enthousiast over de ruimtevaart. Zo publiceerde Jules Verne zijn verhaal ‘De la terre á la
lune’ in 1865 en in 1901 H. G. Wells ‘The First Man on the Moon’. Naast de
grondleggers Newton en Tsiolkovsky waren andere pioniers in de rakettechnologie en de
ruimtevaart de Amerikaan Robert Hutchings Goddard (1882-1945) en de, oorspronkelijk
uit Roemenië afkomstige, Duitser, Hermann Julius Oberth (1894-1985). Deze pioniers
4
Dickson, Sputnik The Shock Of The Century, 37-38;
8
maar ook de latere experts, de Rus Sergei P. Korolev (1907-1966) en de Duitser, later
Amerikaan, Wernher von Braun (1912-1977), die beiden leiding gegeven hebben aan de
lancering van satellieten, werden niet alleen geïnspireerd door academische of
beroepsmatige interesse, financiële ambitie of patriottische plicht voor ‘the dream of
spaceflight’ maar ook door de verhalen van Jules Verne, en H. G. Welles ‘and their
imitators’, zoals Walter A. McDougall in zijn veelomvattend standaardwerk
….The
Heavens and the Earth, A Political History of the Space Age vermeldt.5 Van dit boek zal
ik in het vervolg veelvuldig gebruik maken. Dit geldt ook voor het rijk geïllustreerde
boek History of Rocketry & Space Travel van de hand van Wernher von Braun en de
Amerikaanse historicus Frederick I. Ordway III
6
en voor Paul Dickson’s boek uit 2001
Sputnik the Shock of the Century.7
In de Verenigde Staten werd aan het werk van Tsiolkovsky noch aan dat van diens
tijdgenoot Goddard in hun beginjaren aandacht besteed. Al in zijn jeugd was Goddard
geobsedeerd door de ruimtevaart en hij droomde zelfs over een reis naar de maan. In
1909 begon hij zijn studie over raketten met vloeibare brandstof, waarna hij drie jaar
later bewees dat raketten ook in het luchtledige werkten. In de jaren daarna verwierf hij
meerdere patenten, die alle betrekking hadden op de rakettechniek, waaronder de wijze
van vloeistofvoorziening in verbrandingskamers. Daardoor was het mogelijk een
constante voortstuwing te bereiken en het gebruik van raketten met meerdere trappen, die
na verbranding van de vloeistof van elke trap achtereenvolgens zouden worden
afgeworpen. De marine en het leger raakten geïnteresseerd in raketten als wapen, die
Goddard beschreef, en zorgden voor testmogelijkheden. In 1918 slaagde Goddard er met
McDougall, Walter, A., …. The Heavens and The Earth A Political History of the Space Age, Basis Book
Publishers., New York, 1985; 20;
6
Braun, Wernher von, Frederick I Ordway III en Harry H-K Lange History of Rocketry & Space Travel,
Thomas Y. Crowell Company, New York, 1966;
7
Dickson, Paul, SputnikThe Shock of the Century, Walker Company, New York, 2001;
5
9
een kleine raket in de werking van het in de 2e Wereldoorlog zo belangrijke
antitankwapen, de bazooka aan te tonen.
In 1919 publiceerde Goddard een monografie getiteld A Method of Reaching Extreme
Altitudes, waarvoor hij een prijs van $ 5.000 kreeg van het Smithsonian Institution in
Washington. In dit boek en zijn in 1936 verschenen boek Liquid-propellant Rocket
Development legde hij de theoretische basis voor de toekomstige ontwikkeling van de
rakettechnologie in de USA. Terloops vermeldde de auteur dat een raket naar de maan
gezonden kon worden en dat de landing gepaard zou gaan met een explosie die op aarde
met een telescoop gezien zou kunnen worden. Van de ene op de andere dag werd
Goddard de ‘Moon Rocket Man’.8 Zelfs invloedrijke kranten verweten hem dat hij
Jules Verne imiteerde. Modern Jules Verne Invents Rocket to Reach Moon luidde een
kop. Deze kritiek culmineerde op 13 januari 1920 toen het al gerenommeerde dagblad
The New York Times een redactioneel artikel plaatste waarin werd gesteld dat
ruimtevaart onmogelijk is om de eenvoudige reden dat het niet mogelijk is een raket te
laten werken in het luchtledige.
‘Goddard clearly “lacked the knowledge ladled out daily in high schools.” ’9
In 1969 toen de Apollo 11 gelanceerd werd voor zijn reis naar de maan, herstelde de
Times, wel erg laat, zijn eerdere blunder:
‘ “Further investigation and experimentation have confirmed the findings of Isaac
Newton in the 17th century, and it is now definitely established that a rocket can function
in a vacuum as well in an atmosphere. The Times regrets the error” ’10
Door deze negatieve, ridiculiserende publiciteit werd de toch al introverte Goddard nog
argwanender ten opzichte van de pers en collega-wetenschappers. Op 16 maart 1926 lukte
het hem de eerste raket ter wereld te lanceren die gevuld was met vloeibare brandstof.
8
Ibidem 40;
Ibidem, 41;
10
Dickson, Paul, SputnikThe Shock of the Century ,41m;
9
10
‘Goddard wrote in his diary: “ … it rose 41 feet, and went 184 feet in 2, 5 seconds, after
the lower part of the nozzle had burned off.” ’11.
Dankzij de tussenkomst van Charles Lindbergh lukte het hem om van Daniel
Guggenheim grote financiële hulp te krijgen en zo een eigen oefenterrein in Roswell,
New Mexico in gebruik te nemen. Dickson meent dat Goddard in de dertiger jaren als
werelds grootste deskundige op het gebied van raketten werd beschouwd. Hij kreeg niet
minder dan 212 patenten op zijn naam die betrekking hadden op alle aspecten van het
onderzoek van de ruimte. Goddard was het eens met zijn Russische collega Tsiolkovsky
dat meertrapsraketten, waarvan de leeg gebrande trappen afgeworpen konden worden,
noodzakelijk zouden zijn om grote hoogten te bereiken en de noodzakelijke snelheid te
krijgen om aan de aardse zwaartekracht te kunnen ontsnappen.12 Robert A. Milikan,
Nobelprijswinnaar voor fysica, probeerde in de jaren dertig meerdere keren Goddard te
verbinden aan het California Institute of Technology Rocket Research Project, Pasadena,
Californië, maar weigerde, waarschijnlijk omdat hij geen teamspeler was.13 Goddard’s
biograaf Milton Lehman beschrijft in This High Man: The Life of Robert Hutchings
Goddard (New York, 1963), diens obsessie met primeurs. Zijn wantrouwen in collegaraketdeskundigen werd versterkt toen Goddard merkte dat Hermann Oberth, die in het
vervolg nog ter sprake komt, in diens boek Die Rakete zu den Planetenräumen (München,
1923), dat overigens als proefschrift door de Heidelbergse Universiteit was geweigerd,
veel ideeën uit Goddard’s eigen proefschrift (uit 1919) had verwerkt. Dit proefschrift had
Goddard in 1922 op diens verzoek aan Oberth gestuurd.14 In 1945, een paar weken voor
zijn dood, schreef Goddard:
‘The subject of projection from the earth and especially a mention of the moon, must be
still avoided in dignified scientific and engineering circles.’ 15
11
Stuhlinger, Ernst en Frederick I. Ordway III, Wernher von Braun, Crusader for Space, A Biographical
Memoir, Krieger Publishing Company, Malabar, Florida, 1996, 157
12
Dickson, Paul, Sputnik The Shock of the Century, 43;
13
Stuhlinger, Ernst en Frederick I. Ordway III, Wernher von Braun, Crusader for Space, 158;
14
McDougall, Walter, A., …. The Heavens and The Earth A Political History of the Space Age, 477;
15
Dickson, Paul, Sputnik, The Shock of the Century, 42;
11
Zijn verdienste voor de Amerikaanse rakettechnologie en ruimtevaart werd erkend en
geëerd door de naamgeving ‘Goddard Space Flight Center’ aan het derde Amerikaanse
ruimtevaartcentrum, naast dat in Huntsville, Alabama en Houston, Texas, dat in mei 1959
in Beltsville, Maryland, door de National Aeronautics and Space Administration (NASA)
geopend werd.
De in Transsylvanië, gelegen in het huidige Roemenië en Hongarije, geboren wiskundige
Hermann Julius Oberth is de enige van de drie negentiende en twintigste-eeuwse pioniers
die de droom van een raket naar de maan vervuld zag. Hij was op 16 juli 1969 aanwezig
bij delancering van de Apollo 11 raket van Cape Canaveral in Florida. Met de Apollo 11
maakten de drie astronauten Neil Armstrong, Edwin E. “Buzz” Aldrin en Michael Collins
de eerste maanreis.
Zoals bekend leidde dit op 20 juli 1969 tot de eerste stappen op de maan door mensen
gezet en wel achtereenvolgens door Neil Armstrong, met diens uitroep
‘That’s one small step for [a] man, one giant leap for mankind’,
en Edwin Aldrin.16
In tegenstelling tot de publiciteitsschuwe Goddard en de solistisch en geïsoleerd werkende
Tsiolkovsky was Oberth niet wars van publiciteit. Hij was dé rakettheoricus in Duitsland
en in 1927 één van de oprichters van de Duitse ‘Verein für Raumschiffart’ en werd daar in
1929 voorzitter van. In hetzelfde jaar publiceerde Oberth zijn uitgebreide boek Wege zur
Raumschiffart, dat met zijn kleinere werk uit 1923, zie hiervoor, volgens Wernher von
Braun, één van zijn leerlingen, belangrijk was niet alleen voor de vele nieuwe ideeën die
betrekking hadden op de ruimtevaart maar ook inspiratie gaf aan de wetenschappers die
zich bezighielden met de raket en ruimtevaart in die tijd en die direct leidde tot de
16
http//www.hq.nasa.gov/office/pao/History/factsheet.htm;
12
successen in de tweede helft van de twintigste eeuw in de ruimtevaart.17 Von Braun maakt
ook gewag van mogelijke inspiratie door Goddard van Oberth en het verweer van Oberth
dat deze gebruik gemaakt had van Goddard’s werk.18 Wernher von Braun, aan wie een
afzonderlijke paragraaf gewijd zal worden, en Frederick Ordway besluiten het hoofdstuk
‘Pioneers of Space Travel’ in hun boek met de constatering dat de drie pioniers,
Tsiolkovsky, Goddard en Oberth, met hun ontdekkingen alle eer verdienen voor de start
van de rakettechnologie en de ruimtevaart.19
In 1930 was Oberth adviseur van de beroemde filmregisseur Fritz Lang bij diens stomme
film over de ruimtevaart Frau im Mond, waarin Oberth ook optrad,
‘The film’s script included the now-famous reverse count down – 5-4-3-2-1 before
ignition and lift off.’20
De achtergrond en de prestaties van de Russische raketdeskundige Korolev worden
behandeld in de paragraaf die betrekking heeft op de Russische ruimtevaart.
Foto links:afgedrukt in Dickson, Paul, Sputnik The Shock of the Century, 37;
Foto midden Ibidem, 40;
Foto rechts:Ibidem, 92;
17
Braun, Wernher von, Frederick I Ordway III en Harry ,H-K, Lange, History of Rocketry & Space Travel,
57;
18
Ibidem;
19
Ibidem, 58;
20
Dickson, Paul, Sputnik The Shock of the Century, 48;
13
1 - B De voorgeschiedenis van het Spoetnik tijdperk in de Sovjet-Unie
‘For Soviet rocketeers the Bolshevik Revolution [in 1917] was unquestionably a
release’,
aldus McDougall.21 Het communistische sovjetregime stichtte, in navolging van de
oprichting van soortgelijke organisaties in het Westen, in 1918 het Centrale
Aerodynamica Instituut (TsAGI) en in 1919 de Tsiolkovsky Academie voor Aeronautica.
In 1924 werd het ‘Centrale Bureau voor onderzoek naar de problemen met betrekking tot
raketten’ (TsBIRP) opgericht met als opdracht: het bijeen brengen van allen die aan de
rakettechnologie werken. Voorts moest er zoveel mogelijk informatie verkregen worden
over de voortgang die in het Westen gemaakt werd. Bovendien diende de publicatie van
de juiste informatie plaats te vinden over de positie van de USSR op het gebied van de
ruimtevaart en daarnaast het totstandbrengen van onafhankelijk onderzoek speciaal met
betrekking tot militaire toepassingen van raketten en de ruimtevaart in het algemeen. 22
McDougall meent dat het militaire aspect de werkelijke interesse van de sovjetoverheid
weergaf, maar dat nam toch niet weg dat die overheid de eerste was die de doelstellingen
van de ruimtevaart niet alleen onderschreef maar ook sterk steunde. In 1924 werd ook de
particuliere ‘Vereniging voor het Onderzoek van Interplanetaire Verbindingen’ (OIMS)
opgericht, de voorloper van de ‘American Interplanetary Society’ (uit 1930), de
‘Deutsche Verein für Raumschiffart’ (uit 1927) en de ‘British Interplanetary Society (uit
1933). Naast Tsiolkovsky traden jonge raket- en ruimtevaartdeskundigen aan, zoals Yuri
Kondratyuk, F.A. Tsander en Valentin P. Glushko. Kondratyuk pleitte in 1929 in zijn
boek The Conquest of Interplanetary Space voor het gebruik van zonne-energie in de
ruimtevaart en brak een lans voor een afzonderlijk toestel om op de maan en mogelijk op
de planeten te kunnen landen.23 De Russische ‘Goddard’s’ behoefden niet, zoals Goddard
McDougall, Walter, A, … The Heavens and the Earth A Political History of the Space Age, 25;
Ibidem, 26;
23
Ibidem, 27;
21
22
14
zelf had verkozen, in afzondering te leven en met constant geldgebrek te werken. In 1934
was het verbond tussen de rakettechnologie en de revolutie geinstitutionaliseerd, aldus
McDougall.24
De Amerikaanse historicus Bruce Parrott onderscheidt twee blijvende kaders in de
officiële sovjetopstelling ten opzichte van de rakettechnologie en de ruimtevaart. Het
eerste, of traditionele, kader waarschuwde voor de vijandigheid van de buitenwereld en
de afhankelijkheid van de Sovjet-Unie van buitenlandse technologie en drong dus aan op
de noodzaak voor de Sovjet-Unie naar autarkie te streven om zo niet beïnvloed te worden
door giftige kapitalistische ideeën en te lijden te hebben onder buitenlandse spionage. Het
tweede, in Parrot’s woorden ‘nontraditionalist’, kader was gericht op een tot zwijgen
brengen van imperialistische agressie en waarschuwde voor overdreven nadruk op de
versterking van de militaire macht ten koste van toepassingen in de civiele sector. Of
zoals de Russische minister van Handel Anastas Mikoyan het uitdrukte: gebruikmaken
van de voordelen van de achterstand ten opzichte van het Westen door imitatie van de
successen en vermijding van de fouten in het Westen. 25
McDougall concludeert dat de Sovjet-Unie in haar geschiedenis tussen deze twee
stromingen gelaveerd heeft, afhankelijk van het gevoel van de communistische partij over
het actuele internationale politieke klimaat, de interne veiligheid en de lessen uit de
geschiedenis. Voorop stond echter dat de kennis van de technologie zo snel mogelijk
moest verbeteren maar dat mocht niet ten koste gaan van politieke veiligheid van het
communistische regime. Het was alleen maar een kwestie van tijd of deze laatste
voorwaarde forceerde een confrontatie met de technische intelligentsia.26
McDougall, Walter, A, … The Heavens and the Earth A Political History of the Space Age, 27;
Parrott, Bruce, Politics and Technology in the Soviet Union, Cambridge, Mass. 1983, 5-6;
26
McDougall, Walter, A., … The Heavens and the Earth A Political History of the Space Age, 28;
24
25
15
De periode 1922–1928 was voor de sovjetwetenschap gunstig, ‘Golden Years’, aldus
McDougall27, omdat de Sovjet-Unie toen open stond voor buitenlandse invloed en voor
informatie door wetenschappelijke beroepsorganisaties. De luchtvaart was nog in handen
van specialisten, waarvan de carrière vóór de Eerste Wereldoorlog was begonnen. De
politieke druk was nog matig, in vergelijking met die in latere jaren, meer indirect. Dat
veranderde toen Stalin, na Lenin’s dood in april 1924, aan de macht kwam en politieke
managers, minder geschoold maar wel loyaal aan Stalin, aangesteld werden, die de ‘oude’
meer apolitieke specialisten vervingen. Ondanks de in de twintiger jaren gesloten
verdragen met westelijke landen over vergaande samenwerking op de terreinen van luchten ruimtevaart en rakettechnologie koos Stalin in 1927 voor het isolement van de USSR
en zoveel mogelijk voor autarkie. Het volgende jaar lanceerde hij in het eerste Vijfjaren
Plan, dat op 10 oktober 1928 inging en voornamelijk op een allesomvattende
industrialisatie gericht was. Dit plan schreef een zeer hoog niveau van investeringen voor
(30% van het nationale inkomen) en beloofde de bevolking tegelijk een verhoging van
haar bestedingen met 75%. Deze krachttoer werd uitvoerbaar geacht op drie voorwaarden:
dat de landbouwproductie steeg en de oogst in alle vijf planjaren goed was, dat de
arbeidsproductiviteit in de industrie aanmerkelijk steeg en dat door vergroting van de
export van landbouwproducten de import van investeringsgoederen sterk kon worden
opgevoerd. Geen van de drie voorwaarden werd vervuld. De landbouw geraakte door de
collectivisatie geheel in het ongerede, de productiviteit van de nieuwe fabrieksarbeiders
viel bitter tegen en door de wereldcrisis, die aan het begin van Stalin’s
industrialisatiecampagne uitbrak, daalde de prijs van landbouwgoederen veel sneller dan
die van investeringsgoederen. Ook zonder tegenslagen zou het plan overigens niet
uitvoerbaar zijn geweest. Maar in 1929 was er geen plaats voor twijfel en kritiek. De
27
McDougall, Walter, A., … The Heavens and the Earth A Political History of the Space Age, 29;
16
economische experts van Gosplan (Staatsplancommissie) die, zoals Bazarov, chaos en
verspilling voorspelden moesten het veld ruimen en eindigden in de gevangenis. Het
woord was aan de propagandisten.28
Bezemer concludeert dat het eerste vijfjarenplan niet veel meer dan propagandistische
waarde heeft gehad. De volgende vijfjarenplannen waren realistischer van opzet.
Grondbeginsel van de economische politiek was de volstrekte prioriteit van de zware
industrie geworden.
29
Begin maart 1930 was zestig procent van de landbouwbedrijven
gecollectiviseerd en in 1935 kon dit proces als voltooid worden beschouwd, maar dat kon
alleen met dwang, in de extreme vorm van terreur.30
Een voorbode van de Grote Terreur, die eind 1934 begon en eind 1938 grotendeels
eindigde. In 1929 startte het sovjetbewind zijn intensieve bemoeienis met de
wetenschappen in het kader van zijn eis, zoals Bezemer het noemt, tot ‘gelijkschakeling
der geesten’,31 maar hij concludeert toch dat die intensieve bemoeienis van de
sovjetoverheid met de wetenschap op het terrein van de natuurwetenschappen slechts
beperkte schade heeft aangericht. ‘De meeste geleerden konden min of meer ongestoord
hun werk blijven doen… Voor de geesteswetenschappen zijn de gevolgen van de
inmenging van het sovjetbewind rampzalig geweest.’32 McDougall is het eens met
Bezemer dat het eerste vijfjarenplan prioriteit verleende aan de (zware) industrie, maar
oordeelt dat dezelfde politieke ideologie die de techniek verheerlijkt, barrières oprichtte
tegen vernieuwingen. In plaats van de creativiteit van het volk vrij te laten, onderwierp
het regime de technici en wetenschappers aan een patronage monopolie dat beperkender
was dan dat onder de tsaren had bestaan.
28
Bezemer, J. W. Een geschiedenis van Rusland Van Rurik tot Gorbatsjov, Uitgeverij G. A. van Oorschot,
Amsterdam, 1988, 258;
29
Ibidem, 259;
30
Ibidem;
31
Ibidem, 268;
32
Ibidem, 269;
17
‘The result of indigenous R & D [Research & Development] never fulfilled the promise
…except on one sector. That sector was defense.33
Met grote buitenlandse steun werd in de jaren 1930 een gigantische staal, automobiel-,
banden- en vliegtuigindustrie opgebouwd. In de door de Duitsers begonnen Blitzkrieg,
vanaf de zomer van 1941, was het Russische leger, qua aantal manschappen en
hoeveelheid en kwaliteit van het materieel in het begin zeker niet minder dan dat van de
Duitsers. Maar toch in die Blitzkrieg brachten de Duitsers het Rode Leger zware klappen
toe, veroverden zij grote delen van Europees Rusland en bezorgden de Russische
strijdkrachten een imago van primitiviteit, dat pas werd opgeheven met de lancering van
de Spoetnik in oktober 1957, aldus McDougall.
34
Hij vindt het echter belangrijk om de
vooroorlogse sovjetresearch en development (R&D) te onderzoeken, om de snelle
ontwikkeling van de luchtvaart en rakettechnologie in de Sovjet-Unie na 1945 niet zo
mysterieus te laten schijnen. De militaire research in de Sovjet-Unie (SU) leed onder de
Grote Terreur maar ook aan dezelfde handicaps als de civiele sector: een tekort aan
basisgrondstoffen als aluminium, tin en koper, veel bureaucratie en een excessieve
geheimhouding. Importeerde de SU in de jaren twintig nog BMW-, Napier- en Fiatvliegtuigmotoren en vlogen er westerse Vickers en DeHavilland vliegtuigen, door het
vijfjarenplan vanaf 1928 werd de nadruk gelegd op binnenlandse productie. De
productiecijfers spreken voor zich. In 1939 bouwde de SU 700 tot 800 vliegtuigen per
maand, meer dan in Japan en gelijk aan de aantallen in Groot-Brittannië, Duitsland en de
Verenigde Staten van Amerika.
De militaire R&D profiteerde van de stemming onder de politieke leiders. Naar verluidt
liet Stalin zich dagelijks op de hoogte houden van de ontwikkeling van de luchtvaart,
kende hij veel mensen op leidinggevende posities op het terrein van de defensie en kwam
33
34
McDougall, Walter, A, … The Heavens and the Earth A Political History of the Space Age,33;
Ibidem;
18
hij tussenbeide bij geschillen.35 De sterke positie van de afnemer, het militaire apparaat,
bevrijdde de wapenontwerpers van productiequota en zij konden daardoor een zwaarder
accent op de kwaliteit leggen.
Midden jaren dertig was de sovjetluchtvaart klaar voor expansie. De Russische militaire
vliegtuigen bleken het in de Spaanse burgeroorlog in het begin op te kunnen nemen tegen
de Duitse Messerschmidts. Ook in de civiele luchtvaart boekte de Sovjet-Unie successen.
Telkens konden de Russische piloten melding maken van records voor de snelste, hoogste
en langste vlucht, de eerste vlucht over de Noordpool naar Amerika en de eerste landing
op de Noordpool, waarvoor Stalin alle eer krijg.
36
In 1933 had Stalin al een jaarlijkse
luchtvaartdag (18 augustus) ingesteld.
McDougall meent vervolgens dat de aandacht voor en de nadruk op de luchtvaart bedoeld
was om de aandacht van de toenemende terreur af te leiden. Daarbij speelden de media
een belangrijke rol, door hun gehoor te overvoeren met heldenverhalen en beschrijving
van de achtergronden van de piloten, waarbij zij expliciet hun daden vergeleken met die
van verraders in de jaren twintig en begin jaren dertig.
37
Het gaat, denk ik, te ver om in
dit kader het gehele proces van de Grote Terreur te beschrijven, maar daar de Russische
ontwerpers en technici op de terreinen van lucht-, ruimtevaart- en rakettechnologie deze
terreur niet konden ontlopen, verdient deze tragische ontwikkeling toch aandacht. Begin
maart 1937 ontvouwde Stalin op een voltallige zitting van het Centrale Comité zijn
geliefkoosde mening dat, naarmate de opbouw van het socialisme vorderde, de
verbittering van de verslagen klassenvijand steeg en het verzet in hevigheid toenam. Die
klassenvijand kon allerlei vormen aannemen, ook die van ijverig bouwer van het
socialisme. Zelfs wie grote verdiensten had voor de bouw van het socialisme kon heel
goed een vijand, een saboteur en een verrader zijn. Daarmee was de ganse sovjetelite
35
36
McDougall, Walter, A, … The Heavens and the Earth A Political History of the Space, 34;
Ibidem, 35;
19
verdacht tot het trouwste partijlid. Van de tweeduizend afgevaardigden naar het
zeventiende partijcongres in 1934 werd meer dan de helft gearresteerd en in hun val
sleepten zij familieleden, vrienden en ondergeschikten mee. Honderdduizenden van deze
‘vijanden des volks’ werden geëxecuteerd, de overigen, die aan executie ontsnapten,
verdwenen meest in een van de concentratiekampen, die in afgelegen streken met een bar
klimaat waren ingericht: in het stroomgebied van de Petsjora in Noord-Rusland, in dat
van Kolyama in Noordoost-Siberië en in de dorre steppen van Kazachstan. De voeding in
deze kampen was zo slecht en de arbeid die van de gevangenen werd geëist was zo zwaar,
dat velen hun straftijd niet hebben overleefd. Stalin’s concentratiekampen hadden veel
weg van vernietigings-kampen. Al met al heeft de Grote Terreur in de jaren 1934-1938 in
de Sovjet-Unie miljoenen slachtoffers geëist. 38
Ook McDougall besteedt aandacht aan de Grote Terreur en speciaal aan de gevolgen
daarvan voor de Russische ontwerpers en deskundigen, die zich bezig hielden met luchten ruimtevaart en rakettechnologie. Toen in de Spaanse burgeroorlog het Duitse
Messerschmidt Me-109V gevechtsvliegtuig, in de 2e Wereldoorlog een geducht wapen,
de in de meerderheid zijnde Russische vliegtuigen I-15 en I-16 nederlagen toebracht
zocht Stalin zondebokken, wat tot de arrestatie leidde van o.a. de belangrijkste
vliegtuigontwerpers A.N. Toepolev, V.M. Petliakov en V.A. Chizhevsky, van de
onderminister van defensie maarschalk Toekhachevsky, van de commandant van de
luchtmacht en van veel leden van de Generale Staf.39 Een zelfde lot, dat van arrestatie en
een verblijf in werkkamp onderging de leider van RNII, het instituut dat belast was met
wetenschappelijke onderzoek naar straalmotoren, Sergei P. Korolev. Hij was zijn carrière
begonnen als officier in het Rode Leger en testpiloot, wat hij ook nog bleef nadat hij zich
met onderzoek en ontwerpen ging bezighouden Zijn ideaal was niet de rakettechnologie,
37
38
McDougall, Walter, A, … The Heavens and the Earth A Political History of the Space, 35;
Bezemer, J. W. Een geschiedenis van Rusland Van Rurik tot Gorbatsjov, 275-276;
20
maar de ruimtevaart. In 1934 werd zijn boek over raketten in de stratosfeer door het
sovjetministerie van Defensie gepubliceerd en hij werd toen door Toekhachevsky
benoemd tot onderdirecteur van het RNII.
Hoewel Korolev vóór de 2e Wereldoorlog niet de kans gehad heeft grote prototypes van
raketten te bouwen kwam hij in zijn theoretische werk en laboratoriumproeven tot
doorbraken op het gebied van de voortstuwing, ontsteking en verbranding, waarbij een
pomp vloeibare zuurstof door de verbrandingskamer stuwde.40 Korolev diende echter
samen met Valentin P. Glushko, de voornaamste ontwerper van raketmotoren met
vloeibare brandstof en leider van het GDL (Gas Dynamic Laboratory in Leningrad) en
met de teams waaraan zij leiding gaven, wapens te produceren 41.
McDougall meent dat veel van de, nog te bespreken, Duitse V-raketwapens afkomstig
was van de tekentafels in de jaren dertig van de vorige eeuw van het GDL. De
tweeslachtigheid binnen het GDL en het RNII, de idealen van ruimtevaart- en
raketontwikkeling van de beide leiders versus de opdracht tot het ontwerpen van wapens,
leidde tot mislukkingen als vliegende bommen, ‘rocket gliders’ en raketvliegtuigen. Toch
legde het werk van de twee instituten voor vliegtuigen met raketmotoren de basis voor
sovjetvliegtuigen met straalmotoren waarvan de ontwerpen bij het begin van de oorlog in
1941 al gereed waren.
By 1939 it [RNII] launched the world’s first twostage rocket with a ramjet engine that
reached 500 miles per hour. The RNII also tested air-to-surface, surface-to-air and
surface-to -surface missiles, the latter to a range of almost thirteen miles. 42
Korolev’s promoties in de jaren dertig waren des te opmerkelijker, daar de naam van zijn
beschermer maarschalk Toekhachevsky na 1937 een synoniem voor ‘dood’ werd en toen
de Grote Terreur ook de lagere rangen van diens rijk bereikte, het gehele RNII verdacht
McDougall, Walter, A, … The Heavens and the Earth A Political History of the Space Age, 35;
Ibidem, 37;
41
Ibidem;
42
Ibidem;
39
40
21
werd. Maar ook Korolev kon de dans uiteindelijk niet ontspringen. Toen hij in 1938
opnieuw werd aangesteld bij het bureau van de ontwerper Tupelov moest Korolev deze
in gevangenschap volgen.43 Vaderlandsliefde was de voornaamste drijfveer voor de
gevangenen om met hun werk in de kampen door te gaan en daarnaast, speciaal na de
Duitse inval in Rusland in juni 1941, de overleving van het vaderland. Sommige experts
werden vrijgelaten als zij successen behaald hadden. Ironisch genoeg was de bewaking
door de Staatspolitie van de werkkampen van dien aard dat er meer mensen en materiaal
beschikbaar waren dan vóór die tijd tijdens de terreur.44 Hoe lang zouden deze
gevangenen loyaal blijven en vergeten dat er ook een ander leven mogelijk was? Op de
korte termijn, in de periode van terreur en oorlog met veel risico’s, had Stalin de beste
van beide werelden: wetenschappelijke productiviteit en politieke veiligheid. In het
werkkamp van Tupolev werkte men voor de militaire luchtvaart, speciaal vliegtuigen
voor grote hoogten en duikbommenwerpers. Ook werden er nieuwe wapens ontworpen
zoals tanks, wapens voor de artillerie maar ook locomotieven. Een nieuw en zeer
effectief wapen bleek de ‘Katyusha’ die van een mobiele lanceerinstallatie, het ‘Stalin
Orgel’, afgevuurd kon worden. Dit wapen werd daar door George Langemak ontworpen.
Hiermee kon van een vrachtauto een serie raketten gelanceerd worden die tot op vijf
kilometer tanks en ander materieel in het slagveld vernietigen.
Wat was de invloed van de Grote Terreur op de technologische ontwikkeling in de
Sovjet-Unie? McDougall meent, evenals Bezemer, dat zuiver op basis van de aantallen
wetenschappers de terreur weinig invloed heeft gehad, waarbij hij erkent dat het
natuurlijk onmogelijk is de mogelijke prestaties van de weinige deskundigen, die wel zijn
omgekomen tijdens de Grote Terreur, te meten. Hij bekritiseert de Russische overloper en
43
44
McDougall, Walter, A, … The Heavens and the Earth A Political History of the Space, 37;
Ibidem, 38;
22
raketdeskundige Grigory A.Tokady, die het in de jaren zestig nodig vond te verkondigen
dat de Sovjet-Unie niet voorop liep in de ontwikkeling van de ruimtevaart, maar daarin
zelfs achterbleef als gevolg van de oorlog en niet van de terreur.45
De condities in deze kampen waren zo slecht dat elk jaar tien procent van de bevolking
stierf door tuberculose, ondervoeding en executies. Ook Korolev leed onder deze
omstandigheden, hij verloor al zijn tanden en liep er een hartkwaal op, die mogelijk de
oorzaak was van zijn vroege dood, toen hij 59 jaar was. Na zijn vrijlating in juli 1944
werd hij door Stalin gerehabiliteerd.46 Paul Dickson vermeldt nog dat Korolev’s identiteit
in de Sovjet-Unie geheim gehouden werd, omdat de Russen vreesden dat Korolev
mogelijk gevaar liep door de CIA vermoord te worden. Ook bij de CIA was pas één jaar
voor zijn dood in 1966 Korolev’s naam bekend.47
Korolev was lid van het team, dat na de capitulatie door de Duitsers in mei 1945 naar
Duitsland werd gezonden om te trachten zoveel mogelijk over de V2 te weten te komen
en zo mogelijk mensen bekend met de V2 en materiaal van deze raketten naar Rusland te
halen. De Amerikanen waren de Russen daarin voorgegaan en het was de Amerikanen
gelukt belangrijke raketdeskundigen en -ontwerpers naar de USA over te brengen maar
ook honderd complete V2 raketten en de daarbij behorende onderdelen. Vanuit
Antwerpen werden vanaf eind mei 1945 de raketten met zestien Liberty vrachtschepen
overgebracht naar New Orleans. Eén van de leiders van het zogenaamde Peenemünderaketteam was Wernher von Braun. De Russen visten qua deskundigen eigenlijk achter
het net, daar zij er slechts in slaagden Helmut Gröttrup en verder alleen lager
gekwalificeerde Duitse raketdeskundigen voor de Russen te laten werken in het latere
Oost-Duitsland of in Rusland. Helmut Gröttrup, een collega van Von Braun, werd door
de Russen belast met de leiding van het ‘Institut für Raketenbetrieb Bleicherode’ tot
45
46
McDougall, Walter, A, … The Heavens and the Earth A Political History of the Space Age, 39;
Dickson, Paul, Sputnik, The Shock of the Century, 67;
23
oktober 1946. Toen werden 6.000 Duitse technici, waaronder 200 raketdeskundigen
onder Gröttrup’s leiding, met hun gezinnen naar Rusland overgebracht waar zij zeven jaar
moesten blijven.48 Voor hun vertrek uit Bleicherode rolden er al V2’s van de
productiebanden om beproefd worden. McDougall haalt Tokady aan. Deze vraagt zich in
zijn boek Foundations of Soviet Cosmonautics af welke indruk Peenemünde, de basis
waar de Duitse raketten V1 en V2 gebouwd werden, op de Russen maakte. Hij is er van
overtuigd dat de Russen toen voorop liepen ten opzichte van de Duitsers voor wat betreft
originele ideeën en de rakettheorie, maar dat de Russen het aflegden op het gebied van
praktische rakettenbouw zoals de V2 en bovendien dat de Russische raketdeskundigen
minstens zo bekwaam waren als elders.49
Mede op grond van Tokady’s conclusies komt McDougall tot de slotsom dat, hoewel de
2e Wereldoorlog de Sovjet-Unie miljoenen slachtoffers kostte en zware materiële schade
heeft toegebracht, de aanzetten vóór 1941 in de ruimtevaart en raketontwikkeling in de
SU al zo gunstig waren dat deze ontwikkelingen ook na 1945 voortgezet konden worden.
Hij sluit het hoofdstuk ‘The Human Seed and Social Soil: Rocketry and Revolution’ in
het deel Genesis of the Sputnik in zijn boek met de constatering dat de loop van WO II,
waarbij Rusland de Duitse invasietroepen vernietigde, de technocratische Sovjet-Unie
redde, mede door de Duitse kennis waarvan de Sovjetwetenschappers profiteerden en
waarbij de Sovjetwetenschap internationale aandacht voor de lange afstandsraketten op
gang bracht, maar ook de ruimtevaartplannen in de Sovjet-Unie geheel op schema bracht.
50
47
Dickson, Paul, Sputnik, The Shock of the Century, 64;
McDougall, Walter, A, … The Heavens and the Earth A Political History of the Space Ibidem, 46;
49
Tokady, G.A., ‘Soviet Rocket Technology’ Technology and Culture (herfst 1963): 523; citaat
overgenomen uit McDougall Walter, A, … The Heavens and the Earth A Political History of the Space
Age, 46;
50
Ibidem, 40;
48
24
1-C. De basis van de Russische en Amerikaanse raketten: de Duitse V1- en
vooral de V2 raket
Ook bij de uitwerking van dit hoofdstuk heb ik gebruik gemaakt van History of
Rocketry & Space Travel geschreven door Wernher von Braun cs.
Als uitvloeisel van het vredesverdrag van Versailles, na afloop van de 1e Wereldoorlog in
1919 gesloten tussen de geallieerden en Rusland enerzijds en Duitsland en zijn companen
anderzijds, mocht Duitsland conventionele artilleriewapens ontwikkelen noch fabriceren.
Daar de Duitse overheid toch een sterke defensiecapaciteit wilde, besloot zij in 1929 de
aandacht te verleggen naar de raketten als vervanging voor de zware artillerie. Kolonel
(later artilleriegeneraal) Dr. Karl Becker, hoofd van het bureau niet-geleide projectielen
en munitie van het leger, majoor Wolfram Ritter von Horstig, zijn munitiedeskundige en
een jonge kapitein (later generaal-majoor) Dr. Walter Dornberger werden met die
raketontwikkeling belast en in 1932 trokken zij de pas twintigjarige nog aan zijn
proefschrift werkende Wernher von Braun aan (in 1934 promoveerde Von Braun aan de
Friedrich-Wilhelm Universiteit in Berlijn).
Het ‘Heereswaffenamt-Prüfwesen’,51 startte onder leiding van deze drie officieren in
1932 zijn werk in Kummersdorf, 60 kilometer ten zuiden van Berlijn. Er werd gewerkt
aan de ontwikkeling en proeven op de grond, of te wel statische proeven, van raketten. De
eerste raket was de A-1 met als brandstof een mengsel van alcohol en vloeibare zuurstof
en een stuwkracht van 300 kilo. Na enkele geslaagde statische proeven ontplofte de A-1
bij de eerste lancering als gevolg van een verlate ontbranding. De twee delen van de
brandstof werden in afzonderlijke tanks opgeslagen. Van de verbeterde versie, de A-2,
(van Aggregat, samenvoeging) werden in december 1934 van het Duitse eiland Borkum
twee exemplaren genaamd Max en Moritz, naar figuren in een humoristisch boek, met
51
Braun, Wernher von, Frederick I Ordway III en Harry ,H-K, Lange, History of Rocketry & Space Travel, 0;
25
veel succes gelanceerd. Zij bereikten een hoogte van ongeveer 2 kilometer. Dit succes
legde de basis voor een versterking van de staf en de toewijzing van extra geld door de
overheid (6 miljoen Rijksmark).52 In de jaren daarna lag het accent op het ontwikkelen
van steeds sterkere motoren. Omdat de locatie in Kummersdorf zowel voor de organisatie
als voor de lancering van raketten te klein werd en te dicht bij Berlijn lag, werd er in april
1937 verhuisd naar een compleet nieuwe basis in Peenemünde aan de Duitse Oostzeekust,
180 kilometer ten noorden van Berlijn en niet ver van het stadje Wolgast. Deze plaats
werd gekozen om van daaruit raketten met een bereik van ruim 300 kilometer te lanceren
en deze tijdens de vlucht langs de kust van de Oostzee te kunnen volgen.53 De eerste
opdracht aan de ‘Heeresversuchsstelle Peenemünde’, waarvan Wernher von Braun
technisch directeur werd, was de ontwikkeling van een door vloeibare brandstof
aangedreven raket die een grote capaciteit en groeimogelijkheden diende te hebben.
Daarnaast moest de proeflancering van een nieuwe raket, de A-3, boven de Oostzee
voorbereid worden. De drie proeflanceringen in de herfst van 1937, mislukten alle. Het
geheel nieuwe complexe besturingssysteem van de A-3, ruim zes meter lang, 800 kilo
zwaar en met een stuwkracht van 1500 kilo, was hiervan de oorzaak. De problemen met
dat besturingssysteem werden opgelost en ondertussen werd er gewerkt aan grotere
raketten, voorlopig alleen nog maar op de tekentafels.
In 1938, het jaar van de invasie van Duitse troepen in Oostenrijk en de inname door
Duitsland van Sudetenland in Tsjecho-Slowakije (gevolgd door de overgave van TsjechoSlowakije in 1939), verlangde de afdeling bewapening van het leger dat de deskundigen
in Peenemünde hun waarde dienden aan te tonen door wapens voor de praktijk te
ontwikkelen. Er werd een raket verlangd met een bereik van twee tot driehonderd
kilometer en met een lading van 500 kilo. Bovendien diende de raket betrouwbaar te zijn
52
Stuhlinger, Ernst en Frederick I. Ordway III, Wernher von Braun, Crusader for Space, A Combined Edition
of A Biographical Memoir and An Illustrated Memoir, Kroeger Publishing Company, Malabar, Florida, 26;
26
en per trein, over het bestaande net, of per vrachtauto vervoerd te kunnen worden.54 De
raket die aan deze eisen voldeed was de A-4, later omgedoopt in V2, Vergeltungswaffe,
de naam die de werkelijke betekenis goed weergaf. Als tussenfase werd de A-5
ontwikkeld, qua grootte veel kleiner dan de nog te bouwen A-4, met het
voortstuwingssysteem van de A-3, maar met een grotendeels verbeterde structuur en een
verbeterd maar eenvoudig besturings- en controle systeem. Na enkele proeflanceringen in
1938, nog zonder besturingssysteem, slaagde de eerste verticale vlucht van deze A-5, met
het nieuwe besturingssysteem, in de zomer van 1939 wonderwel. Von Braun is over deze
lancering erg enthousiast, waarbij een hoogte van 12 kilometer werd bereikt. Na weken
wachten op goed weer was het dan zover en werd besloten om de eerste bestuurde A-5
raket te lanceren vanaf het eiland Greiswalder Oie, nabij Peenemünde.
‘… The slim missile rose steadily… and, without the slightest oscillation
[slingering,schommeling;pb] disappeared in the clouds… Some five minutes later, the
island resounded from cries of joy, for the missile reappeared, suspended by its
parachute, and slowly sank into the Baltic….55
De raket werd snel uit het water gehaald en kon direct weer gelanceerd worden omdat die
afgezien van het zeewater geen enkele schade had opgelopen. Ook volgende
proefnemingen slaagden. Sommige raketten werden verticaal gelanceerd, andere met een
kleinere hoek om zo het gewenste operationele traject van de nog te bouwen veel grotere
A-4 te simuleren. Meerdere landden per parachute en konden zo weer opnieuw gebruikt
worden. De belangrijkste stimulans voor de Duitse rakettechnologie was de ontwikkeling
van de ‘Vergeltunsgwaffen’ V1 en V2. De V1, de meer conventionele van de twee
wapens, was een projectiel met vleugels, met een snelheid van ‘maar’ 550 kilometer en
een stuwkracht van 500 kilo. In tegenstelling tot de V2, de vroegere A-4, die ontworpen
en geproduceerd werd door het leger, was het ‘Reichsluftfahrtministerium’ voor de
53
Ibidem,27;
Braun, Wernher von, Frederick I Ordway III en Harry, H-K, Lange, History of Rocketry & Space Travel,
70;
55
Stuhlinger, Ernst en Frederick I. Ordway III, Wernher von Braun, Crusader for Space, A Combined Edition
54
27
ontwikkeling en productie van de V1 verantwoordelijk. De V1 woog 2200 kilo, inclusief
haar 1000 kilo wegende lading van Amatol, een mengsel van trinitrotoluol en
ammoniaknitraat, was een kleine negen meter lang en had een diameter van 80
centimeter.56 De eerste proeflancering van de V1, vond plaats vanaf de basis Peenemünde
in december 1941. In die jaren werd ook de geavanceerde V2 ontwikkeld, die met veel
meer stuwkracht dan de V1 werd gelanceerd en ook bedoeld was om over het Kanaal naar
Engeland afgevuurd te worden. In 1943 besloot Hitler dat de productie van beide wapens,
die bedoeld waren voor een luchtoffensief tegen Engeland, de hoogste prioriteit kreeg in
de Duitse oorlogsinspanning. De Engelsen waren ondertussen gealarmeerd genoeg,
zonder exact te weten wat er in Peenemünde geproduceerd en beproefd werd, om die
basis op 17 augustus 1943 zwaar te bombarderen, waarbij ongeveer 800 mensen gedood
werden, waarvan de helft Russische krijgsgevangenen en waaronder Dr. Walther Thiel,
die met de ontwikkeling van de V2 belast was. Toch bracht dit bombardement geen
ernstige vertraging toe aan de proeven en productie binnen de V1- en V2- programma’s.57
In juni 1944, toen de invasie door de geallieerden in Frankrijk plaatsvond, waren er
voldoende V1’s geproduceerd om de aanval op het zuiden van Engeland te starten. Meer
dan 8.000 ‘buzz bombs’ zoals de Engelsen ze noemden, werden alleen al naar Londen
gelanceerd Ook nog duizenden naar andere, door de geallieerden bezette, doelen op het
Europese vasteland werden er afgevuurd. Alhoewel de V1’s het uiterste van de zenuwen
van de inwoners van Londen vergden, zij moesten immers altijd alert zijn op het geluid
van het uitvallen van de raketmotor ten teken dat de raket ging vallen, was de V1 als
wapen een mislukking. Omdat de V1 relatief langzaam was kon zij door
gevechtsvliegtuigen neergeschoten worden voordat het projectiel de stedelijke gebieden
of A Biographical Memoir and An Illustrated Memoir, 27;
Braun, Wernher von, Frederick I Ordway III en Harry, H-K, Lange, History of Rocketry & Space
Travel,104;
57
,Ibidem105;
56
28
kon bereiken. Bovendien waren ze niet betrouwbaar. Van de 5000 op Antwerpen, toen al
bevrijd door de geallieerden, afgevuurde raketten ontploften er maar 211 boven de stad
Een kwart van de raketten afgevuurd op Engeland
‘failed because of their inherent unreliability. About half were destroyed by countermeasures –barrage balloons, airplanes, and antiaircraft fire. About a quarter reached the
target, and some of those did not explode.’58
Na de succesvolle proeven met de A-5 werd vanaf 1939 op de basis Peenemünde
de ontwikkeling van de A-4, die ik voortaan V2 noem, gestart. Zonder twijfel was de V2
toentertijd het grootste en meest geavanceerde projectiel. In de loop van 1942 kwamen de
eerste proefmodellen van de V2 uit de werkplaatsen op de Peenemünde basis en de eerste
lancering op 13 juni 1942 was een mislukking, omdat het brandstofsysteem faalde. De
tweede lancering op 16 augustus 1942 slaagde gedeeltelijk, omdat het toen voor de eerste
keer lukte met een geleid projectiel de geluidssnelheid te overschrijden. De derde
lancering op 3 oktober 1942 was een compleet succes. De motor van de V2 brandde één
minuut, voldoende om het geleide projectiel een afstand van ongeveer 200 kilometer te
laten afleggen en een hoogte van 80 kilometer te laten bereiken.
De V2 was bijna 14 meter lang, had een diameter van ruim 1,6 meter, woog ruim 12 ton,
met een lading van 1000 kilo, gelijk aan die van de V1. V2 kon door haar topsnelheid van
ruim 5500 kilometer per uur binnen vijf minuten de ruim 300 kilometer tussen b.v. het
westen van Nederland en Londen overbruggen. Hoewel de technici een lancering vanaf
de grond prefereerden werd deze wijze afgewezen, daar de militairen verwachtten dat dan
de lanceerinstallatie een te eenvoudig doelwit zou zijn voor luchtaanvallen door de
geallieerden. Lancering vanaf treinen en vrachtauto’s was ook niet eenvoudig. Voor
lancering vanaf een vrachtauto waren dertig voertuigen nodig, waaronder die met
vloeistof en het duurde zes uur voordat de installatie voor een lancering gereed was.
58
Braun, Wernher von, Frederick I Ordway III en Harry, H-K, Lange, History of Rocketry & Space
29
Nadat de productie van de V2 in Peenemünde was begonnen werd deze na het
bombardement daar in augustus 1943 verplaatst naar Mittelwerk, een ondergronds
wapendepot bij Nordhausen in het Harzgebergte in Neder-Saksen. Stuhlinger en
Ordway59 vermelden, in antwoord op beschuldigingen dat de V2 bedoeld was als wapen
tegen Londen, dat
‘… von Braun declared emphatically: “There is not a shred of truth in any statement that
the A-4 (or V2 as it was called later) was originally conceived as a weapon with which
to devastate London.” ’60,
waarmee Von Braun, denk ik, weinigen overtuigde. De eerste twee V2’s werden op 8
september 1944 afgevuurd op Parijs maar deze lancering mislukte. Twee dagen later
werden de projectielen vanaf de mobiele installatie bij Den Haag op het zuiden van
Engeland afgeschoten en daarna in een tempo van twee per dag. Als alles ‘goed’ ging,
eufemistisch uitgedrukt, was er als gevolg van de hoge snelheid, geen verdediging tegen
dit wapen mogelijk. De Engelsen probeerden in februari 1945 die lanceerplaats te
vernietigen maar bombardeerden abusievelijk als gevolg van navigatiefouten van hun
vliegtuigbemanningen een woonwijk in het Haagse Bezuidenhout, een vergissing die
honderden levens kostte en veel materiele schade veroorzaakte. Maar gelukkig voor de
bewoners in de bevrijde gebieden en in Engeland ging er veel mis. Het besturingssysteem
faalde vaak waardoor de V2 zijn doel miste en deze kon exploderen op zijn reis naar de
atmosfeer of bij zijn terugkeer op aarde. Als het doel al bereikt werd bleek de V2 vaak
een blindganger. Maar toch eisten zij hun tol. Meer dan 5.000 werden er gebouwd,
waarvan er 600 gebruikt werden voor training en proeven en de rest werd voor een groot
deel afgeschoten op geallieerde doelen. De 1.500 projectielen die het zuiden van
Engeland bereikten veroorzaakten meer dan 2.500 doden en grote materiële schade. Het
Travel,105;
Stuhlinger, Ernst en Frederick I. Ordway III, Wernher von Braun, Crusader for Space, A Combined Edition
of A Biographical Memoir and An Illustrated Memoir, 27;
60
Braun, Wernher von, ‘Reminiscences of German Rocketry’, Journal of the Britisch Interplanatary Society,
jaargang 15, nummer mei-juni 1956;
59
30
V2 offensief stopte na zeven maanden op 27 maart 1945. De Duitsers konden toen niet
meer de ondersteuning voor het wapen leveren, het wapen, waarvan de Nazi’s veel
verwachtten maar dat de uitkomst van de oorlog niet kon beïnvloeden noch het einde kon
uitstellen.61
Paul Dickson vermeldt dat de V1’s en V2’s samen 8.938 mensen doodden, 25.000
mensen verwondden en meer dan één miljoen woningen vernietigden of beschadigden,
waarmee hij Von Braun ’s visie dat deze wapens maar in geringe mate een militair succes
waren (zie noot 61), in een schril daglicht stelt.62 Dickson ontleent deze cijfers aan The
Rocket and The Reich: Peenemünde and the Coming of the Ballistic Missile Era van de
hand van Michael J. Neufeld (New York, Free Press, 1995) en Tom D. Crouch’s boek
Aiming for the Stars: The Dreamers and Doers of the Space Age (Washington D.C.,
Smithsonian Institute Press, 1999).
Hoewel de productie van de V2’s in Mittelwerk plaatsvond, was de basis
Peenemünde na het bombardement in augustus 1943 nog voor een belangrijk deel in
gebruik. Von Braun en zijn mensen werkten daar aan de verdere ontwikkeling van de V2
en andere ontwerpen voor kleinere raketten. Toen in de loop van januari 1945 duidelijk
werd dat voor het Derde Rijk een volledige ineenstorting nabij was overlegde Von Braun
in het geheim met zijn collega’s of zij zich zouden overgeven aan de Russen of dat zij
naar het zuiden zouden trekken om zich daar aan de Amerikaanse troepen over te geven.
Praktisch unaniem werd voor de laatste oplossing gekozen, omdat men hoopte van de
Amerikanen
nog
kansen
te
krijgen
zich
met
de
toekomstige
raket-
en
ruimtevaartontwikkelingen bezig te houden. Von Braun, majoor van de SS, kreeg een
klein dozijn ongecoördineerde orders van ministeries in Berlijn, van plaatselijke leger- en
vlootcommandanten, van de SS en van bazen van de Nazipartij, hoe hij en zijn team zich
61
Braun, Wernher von, ‘Reminiscences of German Rocketry’, Journal of the Britisch Interplanatary Society,
108;
31
dienden te gedragen. De orders spraken elkaar tegen. Volgens sommige orders dienden
zij in Peenemünde te blijven
“to defend the holy ground of Pomerania”,
volgens andere dienden zij de basis te evacueren om zo
“to continue top priority research and development work at a safer location until ultimate victory
was assured.”.63
De order van SS-generaal Kammler, hoofd van o.a. de Peenemünde basis, om naar
Bleichenrode, ook in het Harsgebergte nabij Mittelwerk gelegen, te vertrekken, kwam het
beste overeen met de wens van Von Braun en zijn team om zich zo mogelijk aan de
Amerikanen over te geven omdat, aldus Ernst Stuhlinger, toentertijd al lid van het
Peenemünde-rakettenteam, en Frederick I. Ordway III in Wernher von Braun Crusader
for Space:
‘Although it was not until after Stalin’s dead that the appalling conditions in his nation
were fully revealed to the world … von Braun and his team-mates knew enough in 1945
to cause them to avoid at all cost being captured by advancing Soviet troops.’64
Paul Dickson vermeldt als motieven om zich niet aan de Britten noch aan de Fransen over
te geven dat de eersten als gevolg van de zware oorlogsschade onvoldoende geld
beschikbaar zouden stellen om een raketprogramma op te zetten, laat staan dat dit door de
V2-ingenieurs gedaan zou worden. Tegen overgave aan de Fransen pleitte, dat zij de
Duitse ingenieurs en wetenschappers mogelijk als slaven zouden behandelden, zoals de
Duitsers deden met Franse verzetstrijders bij de bouw van de V2. Mogelijk zouden de
Duitsers, aldus Dickson, als oorlogsmisdadigers worden behandeld, zodat overgave aan
de Amerikanen overbleef.’65
Vanaf 17 februari 1945 vertrok de eerste trein en de eerste van 1.000 vrachtauto’s van
Peenemünde naar het zuiden, met ongeveer 500 medewerkers en hun gezinnen,
62
Dickson, Paul. Sputnik, The Shock of the Century, 53;
Braun, Wernher von, Frederick I Ordway III en Harry, H-K, Lange, History of Rocketry & Space Travel,
114;
64
Stuhlinger, Ernst en Frederick I. Ordway III, Wernher von Braun, Crusader for Space, 59;
63
32
onderdelen, materieel, documenten en tekeningen. Von Braun trachtte in Bleichenrode
een provisorische basis op te zetten, waarbij vooral de opslag van de documenten en
tekeningen zijn voornaamste zorg was. Begin april 1945 kreeg Von Braun weer een
nieuwe order van Kammler. Nu was Oberammergau in de Beierse Alpen de bestemming
en op 5 april 1945 ging een detachement met zo’n vijfhonderd ex-Peenemünders per trein
naar de nieuwe bestemming. Daar werden zij samen met SS-ers gehuisvest, waarbij het al
snel duidelijk was dat de SS-ers de opdracht hadden nauw toezicht te houden op het
rakettenteam. Stuhlinger en Ordway vermelden Von Braun’s vermoeden dat Kammler de
teamleden gebruikte als zijn persoonlijke gijzelaars, waarmee hij zijn vrijheid zou kunnen
kon kopen, als de geallieerden hem gevangen zouden nemen, maar ook:
‘Or; even worse, these SS people may destroy us and everything we have done in one
last deadly blow.’66
Dat Von Braun’s vermoeden niet misplaatst was, bleek toen Albert Speer, de Duitse
minister voor bewapening en bevoorrading in de nazi-tijd, in 1981 schreef dat de SSgeneraal Kammler hem in maart of april 1945 op de hoogte bracht van het plan om Hitler
af te zetten en dat Kammler van plan was contact op te nemen met de Amerikanen met
voorstel om in ruil voor zijn vrijheid het complete rakettenteam aan hen uit te leveren:
‘For this purpose, Kammler continued, he will now concentrate all the experts of these
developments in Upper Bavaria to have them ready for delivery to the Americans. He
suggested that I may like to participate in this action….67
Generaal Dornberger en Von Braun konden de SS leiding in Oberammergau ervan te
overtuigen dat de concentratie van zoveel deskundigen op één plek een uitnodiging voor
geallieerden zou zijn om die plek te bombarderen. Zij mochten, vergezeld van een aantal
naaste medewerkers, naar Oberjoch, een klein dorp hoog in de bergen, waar zij nog wel op
afstand bewaakt werden door SS-ers. Op 2 mei 1945 gaf deze groep zich in het
65
Dickson, Paul, Sputnik The Shock of the Century 56;
Ibidem 61;
67
Speer, Albert, Infiltration, vertaald uit het Duitse Der Sklavenstaat, Ulsteinbuch No 33041, Ullstein
GMBH, Frankfurt/Main-Berlin – Wien, 1981, door Joachim Neugroschel, Macmillan,New York, 1981,
66
33
nabijgelegen Schattwald over aan Amerikaanse soldaten. Zij werden naar GarmischPartenkirchen gebracht voor ondervraging door technische specialisten van de geallieerden,
team 183 van het ‘Combined Intelligence Operations Subcommittee’(CIOS).
Tot dat team behoorde Dr. Richard W. Porter, directeur van General Electric Company,
die was ingehuurd om zoveel en zo snel mogelijk informatie te verzamelen over de
voortgang van de Duitse raketkennis. Het Amerikaanse leger wilde, onder de
codenaam‘Project Hermes’, de ontwikkeling van langeafstandsraketten ten behoeve van
onderzoek en militaire toepassingen tot stand brengen. Charles L. Stewart, lid van de
‘intelligence’-eenheid van het leger, vertelde aan Von Braun en Ordway over de
omstandigheden tijdens en na het eerste contact met de Duitse raketdeskundigen. Hoewel
geen van de Amerikaanse militairen een wetenschappelijke achtergrond had, realiseerden
zij zich zeer goed het belang van het gevangen genomen Duitse team. Stewart en zijn
collega’s waren ontzet toen het hoofdkwartier maar weinig interesse toonde. Hun
instructies hielden in dat zij eerst de nazi-achtergrond van hun gevangenen moesten
onderzoeken. Toen zij antwoordden dat die achtergrond toch ondergeschikt zou moeten
zijn aan de unieke kennis van de Duitsers, die zo waardevol uit militair en nationaal
oogpunt zou kunnen zijn, werd het team overgedragen aan militaire hogere regionen.68
Het CIOS vroeg Von Braun een rapport op te stellen over de resultaten, die de Duitse
deskundigen bereikt hadden in de ontwikkeling van de Duitse raketten in de laatste twaalf
jaar. In dit samenvattende rapport getiteld: ´Ubersicht über die bisherige Entwicklung der
Flüssigkeitsrakete in Deutschland, und deren Zukunftsaussichten’69 kwam Von Braun tot
de conclusie dat de moderne precisieraket toen nog in haar kinderschoenen stond. Hij
vergeleek de toestand van de raket met de eerste vliegtuigen die ook essentiële
geciteerd in Stuhlinger, Ernst en Frederick I. Ordway III, Wernher von Braun, Crusader for Space, 61;
Braun, Wernher von, Frederick I Ordway III en Harry, H-K, Lange, History of Rocketry & Space Travel,
116;
69
Stuhlinger, Ernst en Frederick I. Ordway III, Wernher von Braun, Crusader for Space, 62;
68
34
verbeteringen vereisten ten koste van enorme sommen geld alvorens de prestaties en de
betrouwbaarheid van de moderne vliegtuigen bereikt werden. Zo maakte hij melding van
het feit dat er niet minder dan 60.000 tekeningen nodig waren voordat de V2 getest en in
productie genomen kon worden. Maar uit dit rapport bleek ook Von Braun’s vertrouwen
in die moderne raket en de ruimtevaart meer in het algemeen. Hij zette zijn visie op de
toekomstige ontwikkelingen uiteen met voorspellingen die in de ruim vijftig jaar daarna
voor een groot deel uitkwamen. Als een volgende stap in de ontwikkeling van raketten, let
wel in 1945, verwachtte hij raketten met een veel groter bereik maar ook raketten gericht
tegen vliegtuigen, die radiografisch naar hun doelen gestuurd zouden kunnen worden, de
raketten die later ‘missiles’ genoemd werden. Verder in de toekomst voorzag hij met een
raket gelanceerde satellieten voor onderzoek van de aarde en astronomisch onderzoek,
maar ook bemande vluchten en rondcirkelende ruimtestations met een permanente
bezetting, zoals het IRS sinds de jaren negentig in de vorige eeuw.
‘In the long run, developments will provide opportunities to travel to the Moon and to
the planets.’70
Op 20 juni 1945 gaf de Amerikaanse minister van buitenlandse zaken Cordell
Hull toestemming om een beperkt aantal Duitse raketdeskundigen naar de USA over te
brengen onder toezicht van de ‘intelligence’-instanties van het leger. Von Braun stelde
500 man voor als noodzakelijke kern voor raketonderzoek en -ontwikkeling en het testen
van raketten. Dr. Richard Porter, de directeur van GE, dacht dat er niet meer dan 300
toegelaten zouden worden en uiteindelijk accepteerde het leger 100 man. Kolonel Holger
N. Toftoy, hoofd van ‘Army Ordnance Technical Intelligence in Europe’, die samen met
Porter onderhandelde met Von Braun en enkele van zijn collega’s, liet uiteindelijk 127
man toe. Vanzelfsprekend waren het alleen vrijwilligers, die naar de USA werden
overgebracht en zij werden later in 1946 en 1947 gevolgd door hun directe familieleden.
70
Ibidem;
35
Volgens Stuhlinger en Ordway was de overbrenging van de Duitse raketspecialisten in de
herfst van 1945 naar de USA juridisch en politiek geen eenvoudige zaak. Waren zij
immigranten en hadden zij een visum nodig? Of moesten ze beschouwd worden als
vijanden van Amerika? Zouden zij sabotage kunnen plegen en daarom onder toezicht van
de FBI gesteld moeten worden? Uiteindelijk nam het leger de volle verantwoordelijkheid
voor de Duitsers op zich. Ze werden aangeduid als
‘resident aliens, immigrate without visa, but with knowledge of the President.’ 71
Operatie ‘Overcast’ zoals de overtocht van Duitsland naar de USA was genoemd werd
omgedoopt tot ‘Operation Paperclip’ afgeleid van de enorme stapels dossiers die de
Duitsers meebrachten. De Duitse deskundigen werden uiteindelijk overgebracht naar Fort
Bliss in Texas, waar zij de volgende vijf jaren werkten en leefden. Een nieuw hoofdstuk
in de geschiedenis van de raket zou geschreven worden. In 1962 haalde Von Braun
herinneringen op aan Peenemünde:
‘ “From those humble beginnings” he said, “rocket engineering has advanced to be the
threshold of space exploration…Peenemünde has become a legend…it gave life to an
idea that far transcended its immediate application as a weapon of war….” ’ 72
waaruit bleek dat hij over de productie van de V1- en V2- raketten, die toch zoveel ellende
teweeg gebracht hadden, naar mijn mening, wel erg eenvoudig heenstapte.
71
72
Stuhlinger, Ernst en Frederick I. Ordway III, Wernher von Braun, Crusader for Space, 67;
Ibidem;
36
1-D. Hoe ontwikkelden de rakettechnologie en de ruimtevaart zich in de USA
vóór de 2e Wereldoorlog?
De wegen van de raket- en ruimtevaarttechnologie in Europa en in Amerika
liepen vanaf het midden van de jaren dertig van de 20e eeuw uiteen. Namen de Russen en
Duitsers de raketdeskundigen in dienst voor militaire research, de Amerikaanse pioniers
konden geen sponsors vinden. Leger noch marine toonde veel interesse. Die
onverschilligheid deed in 1934 de ‘American Interplanetary Society’ (AIS) besluiten de
naam te wijzigen in de ‘American Rocket Society’ (ARS) om met het schrappen van de
term ‘interplanetary’ haar geloofwaardigheid te verbeteren.73
Na de raketproeven door Goddard in de jaren twintig ontwikkelden leden van de AIS, die
in 1930 was opgericht en waarvan Goddard geen lid wilde zijn, de eerste raketten onder
auspiciën van die vereniging. De ‘Rocket No.1’, nog geen meter lang en zeven kilo zwaar
en met een stuwkracht van dertig kilo, werd op de grond, of ‘statisch’, beproefd op 12
november 1932 vanaf het terrein van een boerderij nabij Stockton in New Yersey, zo’n
150 kilometer van New York City. Omdat de eerste vlucht niet door kon gaan wegens
slecht weer, werd de raket uit elkaar gehaald en de gebreken, die in de statische proef
geconstateerd waren, verbeterd. Pas op 11 mei 1933 lukte de eerste vlucht van deze
‘Rocket No. 2’, waarbij nog maar een hoogte van 75 meter werd bereikt en een afstand
van 120 meter overbrugd. In de volgende jaren bleef de vereniging actief met de
ontwikkeling van de raketten 3, 4 en 5.
De les die uit deze proeven werd getrokken was dat water niet geschikt was om de
verbrandingskamers van een raket te koelen en men zocht naar een vloeistof of het
73
Braun, Wernher von, Frederick I Ordway III en Harry, H-K, Lange, History of Rocketry & Space Travel,
78;
37
gebruik van lucht voor de koeling, ‘regenerative cooling’74, van de verbrandingskamers.
Pas in 1938 lukte James H. Wyld het een, zoals hij noemde,
‘self cooled tubular regenerative motor’ [te bouwen; pb]. ‘The fuel was circulated in a
cooling jacket surrounding the combustion chamber and nozzle, not only keeping the
motor cool, but preheating the fuel and thus improving its combustion character.’ 75
De eerste testen van deze motor in december 1938, onder de hoede van de ARS, waren
een succes. Ook onderdelen van het leger en de marine hielden zich vanaf midden jaren
dertig op kleine schaal bezig met de ontwikkeling van raketten. Alle experimenten in de
Verenigde Staten en in Europa waren gericht op door vloeistof aangedreven motoren,
voornamelijk omdat deze grotere prestaties leverden dan die met vaste brandstof. Met de
grote stuwkracht leken deze motoren zeer goed bruikbaar voor toepassingen in de
ruimtevaart. Het nadeel van vloeibare brandstoffen was dat ze moeilijk te hanteren waren
en er nog maar weinig over bekend was. Toch werd het gebruik van vaste brandstof niet
verwaarloosd. Vanaf 1937 hield de ARS proeven met kleine raketten aangedreven door
motoren met vaste brandstof. Zo bereikte een raket van twintig kilo in september 1939
een hoogte van een kleine zeshonderd meter, wat ook het maximum was bij alle proeven.
Na de aanval op Pearl Harbor in december 1941 werden alle activiteiten door
raketamateurs, veelal geïnitieerd door de universiteiten, stilgelegd maar de installaties
bleven in stand om als trainingsplaatsen te dienen voor professionele raketdeskundigen.
Eén instituut, de ‘Galcit [Guggenheim Aernonautical Laboratory of the Californian
Institute of Technology] Rocket Research Group’ in Californië bleef actief. Al in 1936
was men daar begonnen met de studie van raketmotoren, zowel die met vaste als
vloeibare brandstof. In 1938 waren de resultaten met een met variabele druk werkende
verbrandingskamer zo positief dat het leger geïnteresseerd raakte. Vanaf 1 juli 1939
74
75
Braun, Wernher von, Frederick I Ordway III en Harry, H-K, Lange, History of Rocketry & Space Trave,82;
Ibidem,8l;
38
sponsorde het leger het ‘Jet Propulsion Research Project’ onder de leiding Theodore von
Kármán van het ‘Galcit’ en in 1940 werd het project, genaamd JATO, door het leger
overgenomen. In 1941 werd de Galcit-27 raket, met een motor die werkte op vaste
brandstof, ontwikkeld. Ook werd geëxperimenteerd met motoren, die werkten op basis
van ‘red fuming nitric acid’ (RFNA).
Het directe doel was de ontwikkeling van een motor met een stuwkracht van 500 kilo, die
het prototype moest worden van een motor die overal gebruikt zou worden gedurende de
2e Wereldoorlog.76 Al met al waren de prestaties van de Verenigde Staten van Amerika
op de terreinen van raket- en ruimtevaartontwikkeling tot aan de 2e Wereldoorlog maar
gering in vergelijking tot die van de Sovjet-Unie en Duitsland. Daarbij waren vooral de
prestaties van Duitsland tijdens die oorlog speciaal bij de productie en lancering van
raketten indrukwekkend. Toen Amerika ging deelnemen aan deze wereldbrand stond de
kennis daar van genoemde terreinen duidelijk in de kinderschoenen. Von Braun en
Ordway sluiten de periode vóór de 2e Wereldoorlog in hun boek als volgt af:
‘Rocketry had struggled through its infancy. Just ahead was an accelerated adolescence.
The transition between the struggling experimenters on the vacant lot and the missile
complexes of today was about to made.’77
Foto’s afgedrukt in: Braun, Wernher von, Frederick I Ordway III en Harry, H-K,
Lange, History of Rocketry & Space Travel, 79;
76
Braun, Wernher von, Frederick I Ordway III en Harry, H-K, Lange, History of Rocketry & Space Travel,
84-85;
77
Braun, Wernher von, Frederick I Ordway III en Harry, H-K, Lange, History of Rocketry & Space
Travel,85;
39
1-E. Was er veel vooruitgang tijdens de 2e Wereldoorlog in de raketkennis bij
de Geallieerden?
De ommekeer in de betrekkelijk amateuristische aanpak in de Verenigde Staten
van Amerika kwam in 1941, toen het militaire apparaat zich op een oorlog voorbereidde.
Ook Goddard werd herontdekt, ARS-gegevens werden verzameld en gerangschikt en de
Amerikaanse overheid stapte de raketwereld binnen. Dit gebeurde allemaal in die mate
dat aan het eind van de 2e Wereldoorlog de luchtvaart -, elektronische - en chemische
bedrijven enerzijds en de laboratoria van de overheid anderzijds in staat bleken gebruik te
maken van de resultaten van het Peenemünde-team. De inschakeling van de Duitse
raketdeskundigen gebeurde in de Verenigde Staten en Rusland in een gelijk tempo. De
vooruitgang van de Amerikaanse kennis van langeafstandsraketten zou echter helemaal
afhangen van de vraag of de Amerikaanse overheid in staat zou blijken te zijn de explosie
van de R&D gedurende de 2e Wereldoorlog te implementeren.78 Zelfs vóór de Japanse
aanval op Pearl Harbor (7 december 1941) was het voor de Amerikaanse autoriteiten al
duidelijk dat de virtuositeit en de schaal van de Amerikaanse research bepalend zouden
zijn voor de prestaties van die research in de moderne oorlog. Pas aan het eind van 2 e
Wereldoorlog in 1945 was iedereen in de USA het daarmee eens. De Amerikaanse
wetenschappelijke prestaties waren vooral indrukwekkend dankzij de fantasie en het
improviserende organisatievermogen van die wetenschap.
Vannevar Bush was de grote man bij de opzet van die Amerikaanse R&D. Bush,
een elektrotechnicus uit New England met veel ervaring in het onderzoek van wapens
tegen onderzee-boten in de 1e Wereldoorlog, één van de eersten die zich met ontwerpen
met behulp van computers, was vice–president van het toen al befaamde MIT
78
McDougall, Walter, A, … The Heavens and the Earth A Political History of the Space Age, 78;
40
[Massachusetts Institute of Technology, Boston, Mass.], hoofd van het Carnegie Instituut
en voorzitter van het NACA [National Advisory Committee for Aeronautics]. Volgens
McDougall was Bush uitermate geschikt om de leiding op zich te nemen van de
wetenschap gedurende de oorlog.79 Bush trachtte in 1940 president Roosevelt te
overtuigen al het wetenschappelijk talent in Amerika te mobiliseren. Roosevelt was het
hiermee geheel eens en stelde eerst het ‘National Defense Research Committee’ in, een
jaar later gevolgd door het ‘Office for Scientific Research and Development (OSRD)’
onder leiding van Vannevar Bush en James Conant. Dezen besloten om de meeste van de
OSRD-contracten uit te besteden aan universiteiten, waarbij dus minder de nadruk werd
gelegd op de overheidslaboratoria, ten gunste van het bijeenbrengen van al het nationale
talent in zijn geheel. De contractant was verantwoordelijk voor resultaten en tijdschema’s,
maar behield een zekere mate van onafhankelijkheid van publieke supervisie. Bush en
Conant, gebruikmakend van het patriottisme van burgers, bedrijven en instellingen en de
honger van universiteiten naar een continue geldstroom vanuit de overheid, stichtten een
praktijk van onderzoek en ontwikkeling, waarbij de overheid het initiatief nam maar die
werd uitgevoerd door particuliere bedrijven. Het gelukte hen om in een paar maanden tijd
het tot dan geijkte patroon van het Amerikaanse onderzoek te wijzigen. Meer dan vijftig
universiteiten en bedrijven kregen gedurende de 2e Wereldoorlog opdrachten ter waarde
van meer dan één miljoen dollar elk.80 Daarnaast werden er ook andere modellen opgezet.
Het leger en de marine, de luchtmacht was toen geen zelfstandige tak binnen het militaire
apparaat, schiepen vanuit het niets binnen hun organisaties grote instituten. Het bekendste
met het meeste succes was het ‘Manhattan District’ van het leger onder leiding van
generaal Leslie R. Grove met zijn nucleaire laboratoria in Oak Ridge, Tennessee en Los
Alamos, New Mexico. Om aan alle behoeften te kunnen voldoen en daarnaast de
79
80
Ibidem;
McDougall, Walter, A, … The Heavens and the Earth A Political History of the Space Age, 79;
41
mogelijkheid grote overheidssubsidies te innen, stichtten de Universiteit van Californië en
MIT ‘Radiation Laboratories’, Harvard een centrum voor het onderzoek van radar,
Caltech het ‘Jet Propulsion Laboratory’ (JPL) en de Universiteit van Chicago het nucleaire
‘Metallurgical Laboratory’. Al die instituten komen, in mindere of meerder mate, ter
sprake in het vervolg van deze tekst. De federale uitgaven voor militaire R&D
verviervoudigden van $ 74 miljoen in 1940 tot $ 280 miljoen in 1943, stegen toen met niet
minder dan 550% tot $ 1,59 miljard in 1945. 81
In omvang, bereik en accuratesse verbeterden de raketten en er kwamen meerdere types.
Een principieel onderscheid is dat de gewone raket die voor een van tevoren bepaald
vast traject wordt gelanceerd en de ‘missile’, een wapen dat tijdens zijn vlucht naar
het doel gestuurd wordt. Afhankelijk van het gebruik van de raketten en de ‘missiles’
werden deze ingedeeld in vier groepen: ‘surface-to-surface’, ‘surface-to air’, ‘air-to-air’ en
‘air-to-surface’ wapens, een type indeling die ook nu nog wordt aangehouden.82
De Sovjet-Unie ontwikkelde en produceerde in enorme aantallen de ‘Katyusha’raket, die ook vanaf een mobiele lanceerinstallatie, het ‘Stalin orgel’, met meerdere
exemplaren tegelijk (van 33 tot 48 stuks) kon worden afgevuurd. Het wapen was bedoeld
als ondersteuning van de infanterie en bleek zeer effectief in de strijd tegen de Duitsers.
De ‘Katyusha’ had vaste brandstof, was maar twee meter lang, met een diameter van 12,5
centimeter en een gewicht van ruim veertig kilo, waarvan de helft lading, en een bereik
van vijf kilometer en kon zowel van de grond als van trucks afgevuurd worden. Andere
versies van deze raket werden vanuit vliegtuigen op tanks, manschappen en voertuigen
afgevuurd.
81
82
Ibidem;
Braun, Wernher von, Frederick I Ordway III en Harry, H-K, Lange, History of Rocketry & Space Travel,
86;
42
De Britten waren al vóór 1940 bevreesd voor Duitse luchtaanvallen op Engelse
steden en startten toen de ontwikkeling van verdedigingswapens. De Engelse autoriteiten
moedigden proeven met deze wapens sterk aan. De eerste ‘surface-to-air’ raket die in
productie genomen werd, had maar een diameter van vijf centimeter, werd aangedreven
door een buis gevuld met buskruit en was bedoeld als wapen tegen laagvliegende
bommenwerpers. Al snel bleek deze raket te licht en werd een raket met een diameter van
acht centimeter ontwikkeld die eind 1940 werd toegevoegd aan de luchtverdediging ter
ondersteuning van de conventionele luchtartillerie. Een salvo van maximaal 128 raketten
kon afgevuurd worden door een batterij met tweeling-lopen, of ‘projectors’ zoals de
Engelsen deze batterijen noemden. Eind 1942 hadden 91 batterijen elk met 64
‘projectors’ 65.000 raketten afgevuurd op Duitse bommenwerpers. 83 Hoe effectief waren
deze raketten? Von Braun en Ordway vermelden dat er geen twijfel bestond over de
afschrikwekkende kracht van deze raketten. Volgens een officieel rapport uit november
1944 waren er maar weinig piloten die hun geplande vlucht blijven aanhouden als ze
menen dat hun toestel het doel van een raketaanval kan worden.
‘The report said that pilots were able to see and avoid the rockets, but that their evasive
action disrupted bombing runs.’84
Tegen het eind van de oorlog produceerde Engeland een nieuw ‘anti aircraft missile’
tegen de bommenwerpers. De ‘Stooge’ zoals dit wapen werd genoemd, was drie meter
lang, woog 300 kilo waarvan 100 kilo lading, had een topsnelheid van 800 kilometer per
uur, een bereik van vijftien kilometer en werd per radio bestuurd. Ook op de andere
terreinen van raketwapens, ‘air-to-surface’ en ‘surface-to-surface’, waren de Britten
actief. Vanaf mei 1942 vuurden Hurricane gevechts-vliegtuigen elk acht raketten, onder
elke vleugel vier, af op doelen op de grond. Bij de landingen door de geallieerden in Italië
83
Braun, Wernher von, Frederick I Ordway III en Harry, H-K, Lange, History of Rocketry & Space Travel,
88;
84
Ibidem, 89;
43
in 1943 en in Frankrijk in 1944 werd de ‘surface-to-surface Landing Craft Tank (Rocket)’
LCR( R) gebruikt ter ondersteuning van de landingstroepen. De LCR( R) was een raket
met een doorsnede van 12,5 centimeter, die in een vernietigend salvo met 800 raketten
binnen 45 seconden tot op 2,5 kilometer afstand werd afgevuurd. Na de landing op Sicilië
werden de prestaties van deze raket toegejuicht door de officieren, die leiding gaven aan
de landingstroepen.85 Von Braun en Ordway vermelden dat de Canadezen zo onder de
indruk van de LCR( R) waren dat ze een dozijn dertig loops ‘projectors’, waarmee de
raketten afgevuurd werden, bestelden en die ook gebruikt hebben bij de ondersteuning
van hun troepen in België en Nederland.86 De Engelse resultaten bij de ontwikkeling van
motoren met vloeibare brandstof waren niet bijster indrukwekkend. Dr. Isaac Lubbock,
verbonden aan de Shell Petroleum Company, was de belangrijkste deskundige. Hij werkte
met overheidsinstituten samen bij de ontwikkeling van een geleid wapen genaamd
‘LOP/GAP’ of ‘Liquid Oxygen Petrol/Ground–to-Air Projectile’ en dit leidde uiteindelijk
tot de RTV1 (Rocket Test Vehicle), die direct na de oorlog getoetst werd in Australië als
de één van de eerste Britse ‘antiaircraft’ geleide wapensystemen. Lubbock was in
meerdere opzichten belangrijk voor de Engelse defensie. Hij werd vaak te hulp geroepen
bij de interpretatie van eigenschappen van de Duitse met vloeibare brandstof
aangestuurde raketten. Volgens Von Braun en Ordway was hij de belangrijkste Britse
autoriteit op dit terrein. 87
Zij constateren vervolgens dat de Verenigde Staten van Amerika, na Pearl Harbor, geheel
op de Britse kennis betreffende raketten leunde. Het land had maar weinig ervaring met
de ontwikkeling van vaste brandstoffen met een hoge energieproductie die nodig zijn
voor wapens met een groot bereik, om daarmee tijdens hun vlucht een zeer hoge snelheid
85
Braun, Wernher von, Frederick I Ordway III en Harry, H-K, Lange, History of Rocketry & Space Travel
91;
86
Ibidem, 92;
87
Ibidem, 92-93;
44
te kunnen halen. Na bestudering van de door de Britten ontwikkelde vaste brandstof,
‘ballistite, a doublebase smokeless powder derived from British trench mortar powder’88
en de levering door de Britten van een proeffabriek voor deze brandstof, werd uiteindelijk
in de loop van de 2e Wereldoorlog deze vaste brandstof ook in de USA geproduceerd. Dit
product was maar een klein onderdeel van het Amerikaanse raketprogramma, dat hoewel
beperkt in vergelijking met het Duitse raketprogramma tijdens WO II, toch omvangrijker
was dan algemeen werd aangenomen.89 McDougall legt in zijn standaardwerk de nadruk
op de militaire luchtvaart en vermeldt gegevens over de groei van het aantal
gevechtsvliegtuigen tijdens die oorlogsperiode, waarbij de al hoge verwachtingen ver
overtroffen werden. In 1939 vond president Roosevelt een luchtmacht van 30.000
vliegtuigen nog voldoende. In januari 1942 gaf hij opdracht tot de bouw van 125.000
vliegtuigen per jaar. Dit niveau werd niet gehaald maar in 1944 rolden er ± 95.000
vliegtuigen, waaronder ± 16.500 viermotorige bommenwerpers uit de fabrieken. 90 Von
Braun en Ordway daarentegen gaan uitgebreid in op de Amerikaanse raketprogramma’s
tijdens WO II. Hoewel deze raketten maar weinig in de strijd gebruikt werden, werden ze
wel in grote aantallen gemaakt. In 1945 spendeerde het leger, waaronder de luchtmacht
toen nog ressorteerde, $ 150 miljoen aan raketten en de marine niet minder dan $ 1,2
miljard. De marine alleen al had contracten met niet minder dan 1.200 bedrijven om de
onderdelen voor hun raketten te maken 91, wat niet erg efficiënt lijkt.
Een belangrijk raketwapen dat door de Verenigde Staten in WO II ontwikkeld en in grote
aantallen geproduceerd werd, was de ‘bazooka’. Vanaf de landing door de geallieerde
eenheden in Noord-Afrika in november 1942 behoorde de ‘bazooka’ tot de
88
Braun, Wernher von, Frederick I Ordway III en Harry, H-K, Lange, History of Rocketry & Space Travel,
93;
89
Ibidem;
90
McDougall, Walter, A, … The Heavens and the Earth A Political History of the Space Age, 89;
91
Braun, Wernher von, Frederick I Ordway III en Harry, H-K, Lange, History of Rocketry & Space Travel,
93;
45
standaarduitrusting van de infanterie als antitankwapen. Ook in de strijd tegen Japan in
het Verre Oosten werd het wapen veelvuldig gebruikt. De raket werd vanaf de schouder
afgevuurd vanuit een lanceerbuis, die 1,5 meter lang was. Het geheel woog acht kilo,
waarvan nog geen kilo effectieve lading. Met de ‘bazooka’ kon een tank tot op 180 meter
uitgeschakeld worden en de raket was tot op zeshonderd meter effectief tegen bunkers en
andere versterkingen.
‘It was one of the GI’s [Amerikaanse soldaat; pb] favorite weapons; under the right
ircumstances, it made a foot soldier equal to a tank.’ 92
Een ander wapen was de ‘4,5-incher’-raket, oorspronkelijk een ‘air-to-surface’ wapen, dat
uiteindelijk in verschillende versies werd geproduceerd en dat een snelheid kon behalen
van een kleine duizend kilometer per uur en een bereik van twee tot drie kilometer had.
Het werd voor het eerst gebruikt in de winter van 1943 op 1944 bij Amerikaanse
luchtaanvallen op Japanse bases in Birma.
De Verenigde Staten van Amerika waren, volgens Von Braun en Ordway, vóór het begin
van de 2e Wereldoorlog meer geïnteresseerd in ‘air-to-surface’ raketten dan in ‘surfaceto-air’ wapens omdat de politieke en militaire leiding ervan uitging dat niemand
Amerikaanse steden zou willen bombarderen. Toen na Pearl Harbor het gevaar van
zelfmoordaanvallen op Amerikaanse schepen toenam werden twee ‘surface-to-air’
‘missile’-programma’s ontwikkeld namelijk de Little Joe en de Lark.93
‘Little Joe was gyro-stabilized and controlled by radio command through optical
tracking. Its warhead was to detonate by proximity fuse as it reached its target.’94
Vanaf 1944 liet de marine meerdere Little Joe’s maken, die een snelheid van 650
kilometer per uur konden halen en een hoogte van ruim drie kilometer, maar het
programma werd voortijdig afgebroken omdat de praktijkproeven te veel tijd kostten. De
in alle opzichten zwaardere en eveneens geleide Lark kreeg in 1944 ook het groene licht
92
Braun, Wernher von, Frederick I Ordway III en Harry, H-K, Lange, History of Rocketry & Space, 95;
Ibidem, 98;
94
Ibidem;
93
46
voor de productie. De Lark kon een snelheid van duizend kilometer halen en een hoogte
van 6,5 kilometer, maar was voor het einde van 2e Wereldoorlog nog niet voldoende
beproefd om in productie genomen te kunnen worden. Bij beide ‘missile’-programma’s
bleek dat het besturingssysteem het zwakke punt was van de Amerikaanse ‘missiles’, dat
tijdens WO II niet verbeterd kon worden.
‘Air-to-surface missile development was much easier because the airplanes were
shooting at targets that were either standing still moving or moving relatively slowly.’ 95
Paul Dickson verhaalt over het project Aphrodite, een Amerikaanse poging om de Duitse
fabrieken en lanceerinrichtingen voor raketten, die in grotten en in zwaar versterkte
bunkers in en rond Peenemünde verborgen waren, te vernietigen. Toen de Duitse V1’s en
vooral de V2’s Engeland en bevrijd Europa steeds meer gingen bedreigen was een nieuwe
strategie vereist voor de strijd in de lucht, temeer omdat de geallieerden vreesden dat de
nieuwe Duitse raketten A-9 en A-10 al in productie genomen waren, wat na het einde van
WO II niet het geval bleek te zijn. De Amerikaanse zware bommenwerpers B-17 en B-24
waren niet meer nodig, zij kostten alleen maar hangarruimte en onderhoud. Het was de
bedoeling de, op essentiële instrumenten na, gestripte B-17’s en B-24’s, genaamd Weary
Willies vol te stoppen met zware explosieven. De bemanning moest vervolgens de Weary
Willy in de lucht brengen en daarna per parachute nog boven Engeland het vliegtuig
verlaten. Een bemand moedervliegtuig stuurde middels
een combinatie van
afstandsbediening per radio en - toen al ontwikkelde en beschikbare - TV-robotcamera’s
de Weary Willy tot boven het doel, waarna deze op de doelen zou worden gestort.
‘Aphrodite’ was een complete mislukking. Een aantal Willies haalde het doel niet en die
dat wel deden misten vervolgens hun doelen. Bovendien waren de kosten hoog. Veel
bemanningen slaagden er niet in de Weary Willy met hun parachutes tijdig te verlaten. Dit
overkwam ook Joseph Kennedy Jr, een oudere broer van de latere Amerikaanse president
47
John F. Kennedy, en zijn boordwerktuigkundige, toen hun vliegtuig voortijdig
explodeerde. De explosie was zo groot dat een gebouw van 59 verdiepingen in het
Engelse plaatsje Newdelight Wood werd weggevaagd. De details van deze twee
bemaningsleden collega bleven officieel jaren geheim. Pas nadat John Kennedy president
geworden was werden de details aan de familie vrijgegeven.
‘President John F. Kennedy made plans to meet with the Texas family of the young man
who had died with his brother. The meeting was to have been on November 22, 1963,
the day he was killed in Dallas.96
Dickson voegt hieraan ironisch aan toe, dat indien Joseph Kennedy geslaagd was in zijn
opdracht de Weary Willy in de lucht te houden zodat deze neer zou storten op de
faciliteiten in Peenemünde, er mogelijk leden van het Duitse team van raketspecialisten
gedood zouden zijn, dezelfde specialisten die na het einde van 2 e WO naar de VS
emigreerden en die zo’n belangrijke rol zouden spelen in het door John F. Kennedy in
gang gezette Apollo-programma om ruimtevaartuigen naar de maan te sturen.
Foto’s: afgedrukt in Braun, Wernher von, Frederick I Ordway III en Harry, H-K,
Lange, History of Rocketry & Space, 96;
95
Braun, Wernher von, Frederick I Ordway III en Harry, H-K, Lange, History of Rocketry & Space, 98;
48
F. Ontwikkelingen in de ruimtevaart na de 2 Wereldoorlog in de USSR
De basis voor de Russische ruimtevaart na 1945 waren de Duitse V2’s die compleet maar
ook in onderdelen vanuit het verslagen Duitsland naar Rusland vervoerd waren. De
benodigde kennis werd geleverd door Duitsers van Peenemünde, die in 1946 gedwongen
naar dat land emigreerden. De Duitse kennis bracht de Russen weer op schema.
97
Maar
die V2 was volgens de commandant van de sovjetluchtmacht niet voldoende. De V2’s
konden dan wel Engeland bedreigen maar ze zouden in geval van een AmerikaansRussische oorlog nutteloos zijn. Deze Russische topofficier achtte langeafstandsraketten
noodzakelijk, die in staat zouden moeten zijn het Amerikaanse continent te bereiken.
Daar moest het onderzoek en de ontwikkeling binnen de Russische raketgroep op gericht
zijn.98 Ook de wapenexpert van het Politbureau Malenkov meende dat de V2 niet aan de
nieuwe eisen kon voldoen.99 Pas in 1949 slaagde het Duitse team onder leiding van
Helmut Gröttrup erin de R-14 te bouwen, een tweetrapsraket die een atoombom,
waarover Rusland sinds 1949 ook beschikte, over 1.800 mijl kon vervoeren. Toen kwam
ook de T-1 of Pobeda in productie, een geavanceerde V2 met een bereik van 550 mijl, die
de basis vormde van de eerste raketeenheden van het Rode Leger. In 1952 werd de T-2,
een ‘intermediate range ballistic missile ‘(IRBM), ontwikkeld met een bereik tussen de
1.500 en 2.000 mijl. Tegelijkertijd maakte Korolev de tekeningen voor een
‘intercontinental ballistic missile’ (ICBM), met een bereik van maximaal 6.000 mijl,
waarvan de productie in 1954 door de autoriteiten werd goedgekeurd, toen ook in de USA
de ontwikkeling en productie van ICBM’s de hoogste prioriteit kreeg. Om voldoende
stuwkracht te kunnen ontwikkelen werden in de eerste trap van de ICBM vijf raketten in
een cluster samengebracht, in de tweede trap drie raketten en in de derde trap een raket
96
Dickson, Paul, Sputnik, the shock of the century, 55;
McDougall, Walter, A, … The Heavens and the Earth A Political History of the Space Age, 65;
98
Ibidem, 52;
99
Ibidem, 53;
97
49
met een atoombom of een satelliet. Met deze Russische ICBM werd in 1957 de Spoetnik
gelanceerd.
‘After a hiatus of two decades, the rocketeers and their patrons in the Kremlin
rummaged again in that corner of their imagination that harbored the dream of
spaceflight’.100
aldus McDougall. In 1954, een jaar na Stalin’s dood,
50
1-G. Ontwikkelingen in de ruimtevaart na de 2e Wereldoorlog in de USA
De Verenigde Staten hadden lering getrokken uit de ontwapening van de
strijdkrachten na de 1e Wereldoorlog. Toen werden deze zodanig ingekrompen, dat
machteloosheid het overheersende gevoel werd binnen het militaire apparaat, dat
bovendien nog slecht betaald werd
‘until the sneak attack arrived that weakness had invited’101
op 7 december 1941 met de Japanse verrassingaanval op Pearl Harbour. In 1945 stelden
de officieren vast dat het land, ook na de behaalde overwinning, zijn militaire apparaat
moest ombuigen en dat de mate van inkrimping van elk onderdeel van dat apparaat afhing
van de prestaties tijdens de oorlog. Daarnaast speelde de toekomst van de luchtmacht een
cruciale rol. Immers oorlogsvoering op het land was een taak van het leger, op zee van de
marine, maar in de lucht? Terwijl zowel leger als marine het luchtwapen nodig had voor
herkenning of voor tactische ondersteuning, volgde hieruit niet dat één van beide recht
kon doen gelden op de lange afstand bommenwerpers. Toch zou de controle over dat
wapen bepalend zijn voor het antwoord op de vraag welk deel van de strijdkrachten
‘would become bearer of the nation’s sword, replete with big budgets, glamour, and
technical dynamism, and which would shrink back into a glorified constabulary or cost
guard.’102
De luchtmacht was tot 1947, toen de National Defense Act van kracht werd, als de Army
Air Forces (AAF) een onderdeel van het leger. Vanaf 1947 werd de luchtmacht een
zelfstandig onderdeel van de strijdkrachten: Unites States Air Force (USAF). Daarnaast
ontstond er na de Japanse capitulatie in augustus 1945 de controverse tussen de drie
onderdelen van de strijdkrachten, de landmacht, de marine en de luchtmacht, over de
toewijzing van alles wat met raketten en ruimtevaart te maken had, waaronder vooral de
financiële middelen. Deze controverse zou tot 1958 voortduren. Toen werd de National
100
McDougall, Walter, A, … The Heavens and the Earth A Political History of the Space Age, 55;
51
Aeronautics and Space Administration (NASA) ingesteld, opvolger van het National
Advisory Committee for Aeronautics (NACA), dat zoals de naam al aangeeft, een veel
beperkter werkgebied en mogelijkheden had dan de NASA.
Net als bij de ontwikkeling vanaf de jaren twintig van het militaire vliegtuig dat ook vele
gebruiksmogelijkheden kende, vereiste de raket van zowel het militaire apparaat, het
Congres als het Witte Huis veel inspanningen om onderzoek en ontwikkeling te
organiseren. Men slaagde daarin maar zeer gedeeltelijk als gevolg van deze controverse,
waardoor tot in de late jaren veertig in de vorige eeuw, toen Stalin er al in geslaagd was
een eenvormig intensief Russisch ‘missile’ program tot stand te brengen, de Verenigde
Staten nog lang niet zover waren als gevolg van een gebrek aan interesse en onenigheid
tussen de verschillende krijgsmachtonderdelen, aldus McDougall.103
President Truman (1945-1952) had vanaf 1946 totdat de Koreaanse oorlog in 1950
uitbrak zijn binnenlands beleid gericht op beheersing van de inflatie en beperking van de
overheidsuitgaven. Daardoor lukte het de strijdmachtonderdelen niet om programma’s
voor de ICBM en satellieten van de grond te krijgen. In weerwil van het veel grotere
binnenlands product en een veel bredere industriële basis in de Verenigde Staten dan in
de USSR slaagden de Russische tegenpolen er wel in de ontwikkeling van de ICBM te
starten. In de Verenigde Staten hadden de atoombom en de langeafstandsbommenwerpers
nog de hoogste prioriteit. De eerste atoombom die Rusland in september 1949 tot
ontploffing bracht, de verovering door de communisten van het Chinese vasteland en het
uitbreken van de Koreaanse oorlog overtuigden Amerika dat het nog lang niet genoeg
gedaan had. Na de atoombom zou de race naar de waterstofbom op gang komen,
vervolgens die naar langeafstandsraketten en dan de race in de ruimte. 104 De wedloop om
McDougall, Walter, A, … The Heavens and the Earth A Political History of the Space Age, 86;
Dougall, Walter, A, … The Heavens and the Earth A Political History of the Space Age, 86;
103
Ibidem, 87;
104
Ibidem, 96;
101
102
52
de eerste waterstofbom werd door de Russen gewonnen toen zij die bom in november
1955 tot ontploffing brachten. Een soortgelijke Amerikaanse bom ontplofte in mei 1956.
De luchtmacht liet zich bij de ontwikkeling van nieuwe wapensystemen adviseren door de
RAND Corporation. Dit orgaan was in 1946 opgericht door de fabrikant Donald Douglas
van Douglas Aviation. De naam is een acroniem van ‘Research ANd Development’. De
RAND Corporation was en is bedoeld als een non-profit orgaan waarbinnen overheid en
bedrijfsleven samenwerken bij de coördinatie van de strategische planning op lange
termijn en oefende en oefent veel invloed uit op de Amerikaanse defensiepolitiek en de
RAND Corporation zal in het vervolg nog meerdere malen aan de orde komen.105
De details van de door de Amerikaanse strijdkrachten na de 2e Wereldoorlog
ontwikkelde wapensystemen heb ik ontleend aan het boek Race to Oblivion. A
Participant ’s View of the Arms Race van de hand van de invloedrijke natuurkundige
Herbert F. York, die van de lente tot december 1958 het ‘Advanced Research Projects
Agency (ARPA) leidde en daarna de eerste ‘Director of Defense Research and
Engineering’ werd, waarbij hij direct verantwoording schuldig was aan President
Eisenhower.106 Opvallend is dat York in het slothoofdstuk, getiteld ‘The Ultimate
Absurdity’ van zijn boek dat globaal twintig jaar vóór het einde van de Koude Oorlog
uitkwam, meent dat de wapenwedloop tussen de Verenigde Staten en Rusland geleid
had tot een zodanige wapenvoorraad in beide landen dat zij elkaar en mogelijk de gehele
wereld tientallen keren konden vernietigen.107 Hij had wel aan die wapenwedloop
gedurende een groot deel van zijn werkzame leven mede leiding gegeven. In dit opzicht
lijkt hij op Robert S. McNamara, minister van Defensie van de Verenigde Staten van
Dougall, Walter, A, … The Heavens and the Earth A Political History of the Space Age, 86, 108;
York, Herbert F., Race to Oblivion A Participant’s View of the Arms Race, Clarion book published by
Simon a and Schuster, New York, 1970, 80-81;
107
Ibidem, 228-239;
105
106
53
1961-1968, die vanaf 1965 kritiek had op de wijze waarop president Johnson de oorlog
in Vietnam voerde, totdat Johnson McNamara begin 1968 tot aftreden dwong.108
Het eerste raketsysteem dat na de 2e Wereldoorlog in de USA werd ontwikkeld en
uiteindelijk gebouwd werd was de Snark, een subsonische ‘cruise missile’, in het vervolg
kruisraket, met vleugels en met een bereik van 5.000 mijl waarmee ook atoombommen
vervoerd konden worden, maar dit systeem werd pas operationeel in 1958 en was na een
paar jaar verouderd. Daarnaast werd de Matador ontwikkeld, ook een kruisraket, die
afgeleid was van de veel grotere Snark en met een bereik van 650 mijl maar ook geschikt
was om atoombommen mee te lanceren. Deze raket werd vanaf 1955 gestationeerd in
grensstaten van de USSR, West-Duitsland en Japan. De Navaho was het derde systeem,
opnieuw een kruisraket met drie motoren, dertig meter lang, met kleine deltavleugels, die
een snelheid van driemaal het geluid kon halen. Bij de start woog de Navaho niet minder
dan 150 ton. Evenals bij de Snark was al snel duidelijk dat ook deze raket bij
ingebruikname, de eerste testvlucht vond pas in 1956 plaats, al verouderd zou zijn. York
vermeldt dat de Navaho hoewel nimmer in productie genomen, dit wapen toch een
belangrijke rol speelde in het Amerikaanse ‘missile’ programma. De op vloeibare
brandstof werkende motoren van de Navaho waren de eerste in een reeks van door
Rocketdyne gebouwde serie die uiteindelijk resulteerden in die voor de Thor, Jupiter en
Atlas. Ook de grote raket waarmee de Apollo 11 zijn reis naar de maan begon tien jaar
later had motoren die waren afgeleid van de Navaho motoren. 109
Naast deze drie kruisraketsystemen onderzocht de luchtmacht, toen nog onderdeel van de
landmacht, al vanaf 1946 ook of grote van ballistische raketten als intercontinentale
strategische of aanvalswapens mogelijk zouden zijn. Consolidated-Vultee (later genaamd
Convair) kreeg de opdracht voor het ontwerp en de ontwikkeling van de ‘MX-774’, een
108
Rosenbaum, Robert A., The Penguin Encyclopedia of American History, Penguin Reference, New York,
2003, 189;
54
vroege versie van de latere ICBM Atlas. De luchtmachtleiding kwam al snel na de start
van dit programma tot de conclusie dat het te lang zou gaan duren en men concentreerde
zich voortaan op de lange afstandsbommenwerpers en de kruisraketsystemen. In die
naoorlogse jaren gaf ook de marine leiding aan de ontwikkeling van ‘missiles’,
voornamelijk beperkt tot kruisraketten als de Rigel, de Regulus I en II, die onderwater
vanaf onderzeeboten gelanceerd konden worden naar doelen op het vasteland tot 500
kilometer ver. Direct na het einde van de 2e Wereldoorlog ontwikkelde de landmacht een
fors raket - en ‘missile’ programma zoals de ‘surface-to-surface’ raket de Corporal,
bestemd voor de tactische oorlogsvoering en de Nike series bestemd voor de
luchtverdediging. Vanf 1949 concentreerde de landmacht zijn voornaamste ‘missile’
activiteiten op het Redstone Arsenal in Huntsville, Alabama waarheen ook het 130 man
sterke team van Wernher von Braun vanuit New Mexico werd overgeplaatst. Nadat eind
juni 1950 de Koreaanse oorlog was uitgebroken werd Redstone Arsenal steeds
belangrijker bij de ontwikkeling van nieuwe luchtwapens. Het kreeg opdracht een
‘missile’ voor de tactische oorlogsvoering te maken met een bereik van 300 kilometer,
dat een atoombom kon vervoeren en dat vanaf een mobiele installatie gelanceerd kon
worden. Dit werd de Redstone, met een raketmotor van 65 ton, die oorspronkelijk voor de
Navaho bestemd was. De Redstone was toen de grootste Amerikaanse raket en zou
volgens York de basis vormen voor de latere ‘missiles’ programma’s. Als wapen heeft de
Redstone geen belangrijke functie vervuld
‘….and it was often referred to by other Army personnel as the “world’s most expensive
roadblock” ’.110
Vanaf het najaar van 1952 werden als gevolg van een drietal gebeurtenissen de ontwikkelingsprogramma’s van raketten en ‘missiles’ in de USA veranderd. Als eerste
109
110
York, Herbert F., Race to Oblivion A Participant’s View of the Arms Race, 81;
Ibidem, 83;
55
gebeurtenis vermeldt York de uitvinding van de principes van en proeven met de
waterstofbom. Daarnaast de verkiezing tot president van de Republikein Eisenhower, die
zoals gebruikelijk gepaard ging met veranderingen in de personele bezetting van
invloedrijke politieke en ambtelijke functies, maar dit keer waren deze muaties zeer
ingrijpend na twintig jaar Democratische presidenten. Tenslotte werden CIA-rapporten
bij politieke en militaire insiders bekend, waaruit bleek dat de Sovjet-Unie al begonnen
was de ontwikkeling van de ICBM.
President Eisenhower, die in januari 1953 aantrad, had in april 1953 de sovjetleiders een
beperking voorgesteld van de omvang van de strijdkrachten. Voorts een limiet aan de
hoeveelheid strategische materialen voor militaire doeleinden, internationale controle van
de nucleaire energie, beperking of een verbod op specifieke destructieve wapens. Dit alles
omgeven met strenge waarborgen, waaronder een praktisch controlesysteem door de
Verenigde Naties.111 De USSR hield vast aan complete ontwapening en afschaffing van
nucleaire wapens terwijl de Sovjetleiders controle op hun grondgebied onaanvaardbaar
achten. Eisenhower gaf de National Security Council (NSC) vervolgens opdracht een
nieuwe defensiepolitiek te ontwerpen, die gebaseerd diende te zijn op de Amerikaanse
strategische superioriteit. Ook diende deze politiek de vijand af te schrikken militaire
avonturen aan te gaan en die voorts de Verenigde Staten het initiatief diende te laten
nemen bij diplomatieke initiatieven, dit alles met behulp van lagere budgetten. Deze
nieuwe politiek ‘the New Look’, werd vastgelegd in NSC-richtlijn 162/2 en vastgesteld in
oktober 1953.
112
Volgens die ‘New Look’ dienden in eerste instantie binnenlandse
strijdkrachten de Verenigde Staten van Amerika te verdedigen bij een communistische
aanval. Maar die strijdkrachten moesten ondersteund worden door tactische,
verdedigende, lucht- en zeestrijdkrachten, mogelijk met nucleaire wapens en zonodig
111
112
McDougall, Walter, A, … The Heavens and the Earth A Political History of the Space Age, 115;
Ibidem, 113;
56
‘the ultimate deterrent of “massive retaliatory power” to be applied “by means and at
places of own choosing. ” ’113
Als gevolg van NSC 162/2 werd een kwart van de militairen naar huis gestuurd en
werden de militaire uitgaven met 30% verlaagd. Alleen de luchtmacht werd ontzien.
McDougall meent dat in feite de politiek van Truman hiermee voortgezet werd, die
overeenkomstige acties van plan was nadat de Koreaanse oorlog beëindigd zou zijn.
114
Met deze defensiepolitiek, ontworpen om de invloed van de Koude Oorlog in het
binnenland te beperken, zette Eisenhower zijn land ook aan tot grotere technische
inspanningen. Een zware presidentiele adviescommissie, het ‘Killian Panel’, onder
leiding van James F. Killian, president van het M.I.T., zette in haar rapport getiteld
‘Technological Capabilities Panel (TCP) Report’ dat in oktober 1954 verscheen uiteen
hoe de militaire verhoudingen tussen de twee grootmachten zich zouden ontwikkelen.
Men ging uit van vier perioden, van het najaar 1954 tot ver in de jaren 1960. Gedurende
eerste periode tot eind 1955, zou de USA een overwicht hebben met zijn nucleaire
bommenwerpers, maar ook een zwakke luchtdefensie als gevolg van het ontbreken van
een adequaat waarschuwingssysteem en een groeiende Russische luchtmacht. De
commissie oordeelde dat dan beide partijen geen beslissende aanval zouden kunnen
uitvoeren die het politieke en culturele leven in het andere land ernstig zou beschadigen.
Vanaf 1956/1957 tot 1958/1960 zou de Verenigde Staten met zijn strategische nucleaire
luchtmacht een groot overwicht hebben. Die periode zou voor de USA gunstig zijn om
diplomatieke initiatieven te ontwikkelen ‘to benefit of the free world.’ In de derde
periode, die tot in de jaren zestig doorloopt, zou een snelle toename van het aantal Sovjet
bommenwerpers te zien geven, wat zware eisen stelde aan de Amerikaanse verdediging.
In de vierde periode, die naadloos aan de derde aansluit,
113
114
McDougall, Walter, A, … The Heavens and the Earth A Political History of the Space Age, 113-114;
Ibidem, 114;
57
‘… both sides would have the capability to destroy the other even in retaliation. The
single most important variable was the early achievement of ICBM’s by either side’.
Het rapport besloot met
aanbevelingen, die na later bleek ook grotendeels zijn
opgevolgd. Zo moest de hoogste prioriteit gegeven worden aan het ICBM-programma
van de luchtmacht en aan de ontwikkeling en bouw van een IRBM-raket die vanaf het
land of vanaf schepen gelanceerd kon worden. Voorts diende er snel begonnen te worden
met de bouw van een ‘early warning system’ (DEW) in het noordelijk deel van het
Amerikaanse continent, diende de ontwikkeling van wapens ter hand genomen worden
om ‘balastic missiles’ te onderscheppen en te vernietigen en
‘…a greater application of science and technology to methods of fighting peripheral
wars, and especially an increase in intelligence capabilities.’ 115
Deze laatste aanbeveling in het Killian rapport resulteerde o.a. in de bouw van
een spionagevliegtuig, de U-2. Dit vliegtuig, officieel aangekondigd als ‘weather plane’
heeft een bereik van bijna 8.000 kilometer en kan een hoogte van ruim twintig kilometer
halen, waardoor het toen buiten het bereik van vijandelijke luchtafweer bleef. In juni
1956 werden de U-2’s gestationeerd in Turkije en Pakistan en konden de Amerikanen
met spionagevluchten over de USSR beginnen.
Dickson vermeldt dat Eisenhower tot ver in 1957 openlijk bommenwerpers als het
strategisch wapen voor de Verenigde Staten omarmde, terwijl de Sovjet-Unie al haar
kaarten op de raketten als wapen voor de toekomst zette. ‘A poker game was played’
aldus deze auteur. Immers, in 1956 had de Sovjet-Unie laten doorschemeren dat het een
massale vloot van bemande bommenwerpers zou gaan bouwen om die van de Verenigde
Staten in aantal en in aanvalskracht te overtreffen. Rusland had toen al een
bommenwerper, in Amerika bekend als de Bison, gebouwd die in staat was een nucleair
wapen boven de Verenigde Staten af te werpen. Voor de USA was het probleem dat het
58
niet wist of dit het enige exemplaar was, of dat er al veel meer Bisons in Rusland klaar
stonden. In deze ‘bomber gap’ werd door de luchtmacht en de wapenindustrie zware
druk op Eisenhower
uitgeoefend om
een vloot
van nucleaire strategische
bommenwerpers te bouwen. Maar de president weigerde de geruchten en grove
speculaties over een massale Russische luchtvloot zo maar te aanvaarden. Op 4 juli 1956
was het supergeheime U-2 Amerikaanse spionage vliegtuig op zijn eerste vlucht boven
de Sovjet-Unie gezonden om de werkelijke stand van zaken over de nucleaire
aanvalsluchtvloot te leren kennen. De U-2 ontdekte, tot Eisenhower’s voldoening, dat er
geen ‘bomber gap’ was.116
Een ander belangrijk gevolg van het Killian-rapport was dat zes spoedprogramma’s
voor nucleaire strategische lange afstandraketten door de Amerikaanse overheid in gang
werden gezet, die alle binnen drie jaar startten. De raketten, die hieruit resulteerden,
waren de ICBM ’s Atlas, Titan en Minuteman, de IRBM ’s Thor, alle onder auspiciën
van de luchtmacht ontwikkeld, de IRBM Jupiter van de landmacht en de SLBM (‘seaor submarine-launched ballistic missile’) Polaris van de marine die een bereik van ±
2.000 mijl had. Zowel de Minuteman als de Polaris was voorzien van vaste brandstof
waarmee bij de lancering veel tijd werd gewonnen en er veel minder risico bij de
bevoorrading was dan bij vloeibare brandstof zoals bij de andere raketten. De
voornaamste taak van al deze raketten was volgens York: ‘massive retaliation in the
event of an attack’ waarbij hij aantekent dat zijns inziens maximaal drie van de ‘missile’
programma’s nodig waren geweest. Samengevat meent York dat de excessieve
wapenproductie veroorzaakt werd door het motto in deze wapenwedloop: ‘Let us err on
the side of military safety’. Daarnaast zijn de competitie tussen de drie
115
116
Dickson, Paul, Sputnik, The Shock of the Century, 116;
Ibidem, 149;
59
strijdkrachtonderdelen en de persoonlijke ambities van de meest betrokken officieren en
wetenschappers ongetwijfeld mede belangrijke elementen geweest bij de ontwikkeling
en productie van overtollige raketten.117
De persoonlijke ambities, waarnaar York verwijst, waren in het bijzonder in het
geding bij de ontwikkeling van de IRBM Jupiter door de landmacht. Hierop wordt nog
nader ingegaan. De ontwikkeling en productie van al deze wapensystemen vergden veel
tijd. Zo werd de Atlas in 1958 voor het eerst beproefd en in 1960 operationeel. De Titan
was vanaf 1962 inzetbaar en de Minuteman en Polaris werden ook pas in 1962 beproefd.
De IRBM Thor, dus met een maximaal bereik van ± 1.500 mijl was het snelst ontwikkeld
en geproduceerd en was vanaf 1960 in Turkije en Italië operationeel. Volgens York
waren alleen de Titan, de Minuteman en de Polaris als strategische wapens noodzakelijk
geweest, waardoor veel geld en tijd verspild is. Hij onderbouwt zijn keuze uitgebreid met
veelal technische argumenten die hier niet verder worden weergegeven. De IRBM Jupiter
is een ander geval. York meent dat, hoewel de Jupiter in een veel later stadium in een
geavanceerdere uitvoering (de Jupiter C) de draagraket was voor kunstmatige satellieten
als de Explorer, deze raket geheel overbodig was, daar ze praktisch identiek was aan de
Thor. Alleen door de persoonlijke ambities van Generaal John Bruce Medaris als
commandant van Redstone Arsenal en Wernher von Braun, als technisch directeur van dit
centrum, slaagde de landmacht erin de Jupiter hoog op de prioriteitenlijst te krijgen.
Daarbij verwijst York venijnig naar het verleden van Von Braun als hij schrijft dat de
meest drijvende kracht achter het Jupiter programma dezelfde was als bij de bouw van de
V-2:
Von Braun’s abiding interest in space flight. In Germany at the time of the V-2 development, it
was not possible to sell large space programs to Hitler’s government, but it was possible to sell
terror weapons. In the United States in the early fifties, a modest space program had been
authorized as part of the US contribution to the International Geophysical Year [IGY, dat liep
117
York, Herbert F., Race to Oblivion A Participant’s View of the Arms Race, 84;
60
van 1 juli 1957- 31 december 1958;pb] 118
Naast deze zes militaire wapensystemen werden in de periode vóór de lancering van de
Spoetnik door de Russen op 4 oktober 1957 in de Verenigde Staten drie speciale
programma’s gestart om kunstmatige satellieten in de ruimte te brengen. In hoofdstuk 2D
kom ik hier op terug.
Samengevat is mijn conclusie dat de politieke en militaire leiding van Verenigde Staten
nog in juli 1957 van oordeel was dat er op geen enkel terrein van raket- en
ruimtevaarttechnologie een achterstand bestond ten opzichte van de USSR. Daarbij dient
natuurlijk t te worden betrokken dat de Amerikaanse autoriteiten niet wisten in hoeverre
de informatie over de Russische vooruitgang waarover men in de USA beschikte de
werkelijke stand van zaken weergaf. De Verenigde Staten konden alleen beschikken over
de informatie die de Russen wilden vrijgeven en datgene wat met behulp van de U-2
spionagevliegtuigen en met andere ‘intelligence’ activiteiten werd vergaard. Maar als
mede in aanmerking wordt genomen de voorsprong van de USA met zijn strategische
nucleaire langeafstandsbommenwerpers ten opzichte van soortgelijke Russische wapens,
was het gevoel in de USA dat het, in vergelijking met zijn grote tegenpool de USSR, zich
adequaat inspande op de terreinen van defensiepolitiek en kennis en de ontwikkeling van
de raket- en ruimtevaart naar mijn mening verklaarbaar. Dit gold des te meer daar de
Amerikaanse autoriteiten nog op 14 juli 1957 officieel verklaarden dat de Sovjet-Unie een
achterstand had zowel ten aanzien van de ontwikkeling en bouw van de ICBM als van de
IRBM. De Russische voortgang bij ontwikkeling van de ICBM en de daarvoor benodigde
motoren was, naar het oordeel van die autoriteiten, ‘comparatively primitive’. De Russen
zouden zich meer concentreren op de bouw van raketten met een horizontaal bereik van
200 tot 600 mijlen dan die van de langeafstandsraketten, zoals de journalist Harry
118
York, Herbert F., Race to Oblivion A Participant’s View of the Arms Race 99;
61
Schwartz op 7 oktober 1957, dus drie dagen na de lancering van de Spoetnik, cynisch in
zijn commentaar in The New York Times schrijft.
Foto’s afgedrukt in Braun, Wernher von, Frederick I Ordway III en Harry, H-K,
Lange, History of Rocketry & Space, 124;
62
2-A. DE LANCERING VAN DE EERSTE KUNSTMATIGE SATELLIET
SPOETNIK DOOR DE SOVJET-UNIE OP VRIJDAG 4 OKTOBER 1957
De lancering van de kunstmatige satelliet Spoetnik door de Sovjet Unie in een
elliptische baan rond de aarde op 4 oktober 1957 om 23.12 uur plaatselijke tijd vanaf de
Bajkonoer lanceerbasis in Kazakstan baarde over de gehele wereld veel opzien. Het
Russische Spútnik betekent letterlijk: ‘something that is travelling with a traveler’.119 De
satelliet woog 83,6 kilo, was voorzien van vier stuurantennes, elk zo’n drie meter lang, en
was opgenomen in de neus van de derde trap bovenop de stuwraket R-7, de ‘Semjorka’,
afgeleid van een ICBM, met 32 motoren die een stuwkracht ontwikkelden van 100 ton
met een toen ongekende topsnelheid van 28.800 kilometer per uur. De eerste trap van de
drietrapsraket ontwikkelde tussen één en twee minuten een snelheid van ruim 7.000
kilometer per uur tot een hoogte van twee kilometer, waarna de eerste trap werd
afgeworpen en de tweede en derde trap in een hoek van 45 graden ten opzichte van de
aarde hun traject naar de ruimte vervolgden. De tweede trap voerde de snelheid op, bij
een steeds afnemende luchtweerstand, tot 20.000 kilometer per uur in een baan
evenwijdig aan de aarde tot een hoogte van 230 kilometer, waarna op zijn beurt de
tweede trap werd afgeworpen. De derde trap bereikte de topsnelheid van 28.800
kilometer per uur. Nadat de derde trap, met de neuskap om de satelliet te beschermen, op
1.000 kilometer van de lanceerbasis was, werd de motor stilgezet. Ook de derde trap met
kap werd afgeworpen, die enkele weken later in de ruimte verbrandde en de satelliet ging
zijn elliptische banen rond de aarde beschrijven, met behoud van de lanceersnelheid van
een ruime 28.000 kilometer per uur. Die snelheid zou bij elke baan als gevolg van een
weliswaar lage luchtweerstand die als gevolg van de elliptische banen verschilde,
langzaam gaan dalen. De grootste afstand tot de aarde bedroeg globaal 1.000 kilometer en
119
The New York Times, 6 October 1957, bladzijde 43, 7e kolom;
63
de kleinste 240 kilometer. Een vlucht om de aarde duurde 96 minuten en de satelliet
kruiste
per
etmaal
vijf
of
zes
keer
de
Verenigde
Staten.
De
Russische
ruimtevaartdeskundige Pobedonostsev onthulde deze details in een artikel in het
tijdschrift Sovjet Aviation.120 In het dagblad Moskovkaya Pravda schreef generaal-majoor
G. Pokrovsky dat de raketmotoren die de satelliet lanceerden sterker waren dan die
gebruikt werden bij de eerste succesvolle lancering van een Russische ICBM over 6.000
kilometer over geheel Siberië op 26 augustus 1957.121 Deze lancering van een militaire
ICBM zou in de discussies in de Verenigde Staten over een mogelijke achterstand van de
USA ten opzichte van de USSR een belangrijke rol gaan spelen. De aluminium Spoetnik
had de vorm van een bol met een diameter van 60 centimeter, was voorzien van een
radiobaken, dat direct na de lancering werkte en een regelmatige ‘bip…bip…bip’ toon
liet horen, en van instrumenten om de dichtheid van de atmosfeer en de temperatuur te
meten. Op de Bajkonoer basis waren de signalen door de luidsprekers te horen en de
werkers aan het project waren zeer enthousiast over de gelukte lancering. Sergei Korolev,
de leider van het Spoetnik-project zei toen tegen zijn collega’s dat zij getuigen waren
geweest van de realisering van een droom gevoed door de knapste mannen die ooit
geleefd hebben, waaronder de buitengewone wetenschapper Tsiolkovsky. ‘Ik heb hier al
mijn hele leven op gewacht’, aldus Korolev.122 De Russische ruimtevaartdeskundige en
auteur Karl Gilzin schrijft in zijn boek ‘Sputnik and After’ dat de Russische
ruimtevaartprestaties in het algemeen des te groter zijn omdat de geografische
omstandigheden om satellieten te lanceren in de Sovjet-Unie ongunstiger zijn dan in de
Verenigde Staten Hij geeft daarvoor een omstandige technische verklaring die voor mij
als leek hout snijdt. Gilzin schrijft dat de hoek ten opzichte van de evenaar in de
omwentelingen van de raketten, die in de Verenigde Staten gelanceerd worden relatief
120
121
The New York Times, October 7, 1957, bladzijde 17, kolom 2;
Ibidem;
64
klein is, namelijk tussen de 30 en 35 graden. In de Sovjet-Unie is die hoek groter
namelijk 65 graden.
‘This means that while it was more difficult to launch the Soviet Sputniks their scientific
value is so much greater.123
Deze stelling lijkt plausibel. Immers vanaf een basis in het toch onherbergzame
Frans-Guyana, ook dicht bij de evenaar, worden de Europese raketten gelanceerd. Ook
alle Amerikaanse ruimtevaartraketten worden vanaf Cape Canaveral gelanceerd vanuit de
staat Florida, de meeste zuidelijke van de USA. De Russische autoriteiten sloegen zich op
de borst voor de lancering van de Spoetnik en probeerden er gelijk politieke munt uit te
slaan, wat blijkt uit het persbericht van vrijdag 4 oktober 1957 van het officiële Russische
persbureau TASS. De Spoetnik-kunstmaan zal het pad effenen voor de ruimtevaart en de
huidige generatie zal getuige zijn hoe de vrije en zelfbewuste arbeiders in de
socialistische landen er in zullen slagen de meest gedurfde dromen te realiseren, aldus het
persbericht.124 In de perscommentaren in de NAVO-landen direct na de lancering was de
algemene trend dat, naast bewondering voor de Russische prestaties, men de Verenigde
Staten opriep om minstens gelijke tred te houden met de Sovjet-Unie. De Engelse Sunday
Express vroeg de Britse overheid ‘.. not to be left behind “in the race to the stars” ’ De
Amerikaanse correspondent van die krant schreef dat de lancering van de satelliet ‘had
thrown the United States “ into frantic, fearful and angry confusion,” ’125 Het ook in
Londen verschijnende populaire dagblad Daily Express kopte ‘The Space Age Is Here’ en
de Daily Mail ‘Russia Launches a Moon’.
126
In het Franse toonaangevende dagblad Le
Monde luidde de kop dat 5 oktober [i.p.v 4] 1957, in de herinnering zal voortleven als een
dag met een buitengewone ervaring. In haar commentaar schreef de redactie
geruststellend dat de overwinning van de Russische technici als puur wetenschappelijk
122
Dickson, Sputnik The Shock of the Century, 107;
Gilzin, Karl Sputniks and After, Macdonald & Co (Publishers), London 1959, 107;
124
The New York Times; 6 October 1957, bladzijde 3, 5e kolom
123
65
beschouwd moet worden en er nog geen reden voor ongerustheid is.127 In een
redactioneel commentaar in het in Bonn verschijnende dagblad Der General Anzeiger
schrijft de commentator, na een verwijzing naar de neiging in Amerika om de schouders
op te halen voor Russische prestaties, ze zullen nu wel stoppen met lachen nu de Russen
op een opvallende manier bewezen hebben dat zij op het gebied van raketten en
ruimteprojectielen over veel meer kennis beschikken dan de Amerikanen.128 The New
York Times vermeldde ook het commentaar van de hoogleraar astronomie prof. dr. J.H.
Oort, tevens directeur van het Leidse observatorium:
‘He called the satellite “an enormous achievement.” ’
en van de directeur van het Engelse Jodrell Bank Experimental Station, met de
radiotelescoop met een diameter van 75 meter, A.C.B. Lovell, die moest erkennen dat
zijn organisatie niet tijdig de lancering van de Spoetnik registreerde, maar die daaraan
toevoegde
‘Now we are hoping to be ready for the launching of the American one.’129
De eerste geslaagde Amerikaanse lancering vond pas plaats op 31 januari 1958 met de
Explorer.
Foto afgedrukt in Dickson, Sputnik The Shock of the Century, 66;
125
The New York Times; 6 October 1957; bladzijde 17, kolom 1;
Ibidem, bladzijde 42, 3e kolom;
127
Ibidem, bladzijde 43, 2e kolom;
128
The New York Times, 8 October 1957;
126
66
2-B. DE EERSTE REACTIES IN DE VERENIGDE STATEN VAN
AMERIKA 130
De lancering van de Spoetnik kwam voor de Verenigde Staten van Amerika op
een tijdstip dat het land zich op meerdere terreinen zorgen maakte. De economie raakte in
een recessie vergezeld van een toenemende inflatie en de beurskoersen daalden
gedurende september 1957 in een constante lijn. De misdaadcijfers over het eerste
halfjaar 1957 waren de hoogste ooit, de seriemoordenaar Ed Gein vermoordde op de
meest gruwelijke wijze zijn slachtoffers (op het leven van deze misdadiger waren de
thrillers Silence of the Lambs en Psycho gebaseerd), de Mad Bomber George Metesky
was in Connecticut gearresteerd nadat hij 32 bommen geplaatst had waarbij zestien
slachtoffers vielen. Maar niet over de misdaad en de economische ontwikkelingen maakte
de Amerikaanse burger zich zorgen. 131
4 Oktober 1957 was volgens Dickson het hoogtepunt van de Koude Oorlog, nog maar zes
weken nadat de Sovjet-Unie zijn eerste ICBM had beproefd en nog geen jaar nadat de
Russische leider Nikita Khrushchev in de voltallige vergadering van de Verenigde Naties
in New York zijn
‘We will bury you’
129
130
131
The New York Times, 6 October 1957, bladzijde 42, kolom 1;
Naast de boeken vermeld in de literatuurlijst heb ik in deze en volgende paragrafen die betrekking hebben
op de reacties in de Verenigde Staten op de lancering van de Spoetnik veel gebruik gemaakt van twee
publicaties van de historische staf van NASA, te weten: NASA Historical Staff Note 21 THE IMPACT
OF SPUTNIK I, Case-study of American Public Opinion At the Break of the Space Age October 4, 1957,
(HSN 21) samengesteld door de NASA medewerkster Martha Wheeler George en NASA Historical Staff
Note 22 STATEMENTS OF PROMINENT AMERICANS ON THE OPENING OF THE SPACE AGE A
Chronology of Select Statements October 4, 1957 to November 13, 1958 (HSN 22) van de hand van de
NASA medewerkster Lynne L. Daniels. Beide publicaties zijn gedateerd 15 juli 1963. Voorts heb ik
gebruik gemaakt van berichten en commentaren gedurende oktober 1957 in het invloedrijke landelijke
dagblad The New York Times (NYT), in het regionale dagblad The Philadelphia Inquirer (PI), van de
‘coverstory’ in het geïllustreerde weekblad LIFE van 21 oktober 1957, van het redactionele commentaar
‘Letters to the Editor’ in het vierde kwartaal 1957 in het weekblad TIME en van het, in het voor
Amerikaanse begrippen linkse, weekblad The NATION (TN).
Dickson, Paul, Sputnik, The Shock of the Century, 110-111;
67
bedreiging tegen de Verenigde Staten had geuit. Dickson acht blijkbaar de Cubaanse
rakettencrises in oktober 1962, die door velen als het ultieme hoogtepunt van de Koude
Oorlog tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie werd en wordt ervaren, van een
andere orde. De bedreiging van de Amerikaanse veiligheid werd volgens Dickson
zodanig gevoeld dat de Verenigde Staten sinds 1 oktober 1957 continu bommenwerpers
met waterstofbommen in de lucht hield (waarmee men pas stopte op 27 september 1991
op bevel van president George H.W. Bush).132
SOVIET FIRES EARTH SATELLITE INTO SPACE; IT
IS CIRCLING THE GLOBE AT 18,000 MILES M.P.H.
SPHERE TRACKED IN 4 CROSSINGS OVER U.S.
Zo luidde de kop over drie regels met de grootst mogelijke kapitalen over de
gehele breedte in The New York Times op zaterdag 5 oktober 1957. The Philadelphia
Inquirer was die dag in zijn opmaak iets bescheidener. Over de gehele breedte maar over
twee regels kopte dit dagblad
Earth Satellite Launched by Russia;
It Circles Globe at 5 Miles a Second
Tijdens een receptie die vrijdagmiddag 4 oktober 1957 op de Russische ambassade in
Washington D.C. werd gehouden voor raket– en ruimtevaartspecialisten, bij gelegenheid
van een conferentie in het kader van het International Geofysic Year (IGY), was de
lancering in een elliptische baan rond de aarde van de eerste kunstmatige satelliet
132
Dickson, Paul, Sputnik, The Shock of the Century, 111;
68
Spoetnik door de Sovjet–Unie opzienbarend nieuws. De ook op de receptie aanwezige Dr.
Joseph Kaplan, de voorzitter van het Amerikaanse IGY-comité, zei in een eerste reactie:
‘This is really fantastic and if they can launch that they can launch much heavier
ones.’133
Er zal er aandacht worden besteed aan de reacties van invloedrijke personen en
organisaties op de Spoetnik-lancering in de Verenigde Staten. Onvermijdelijk zullen die
reacties soms in elkaar overlopen.
Foto afgedrukt in: Dickson, Paul, Sputnik, The Shock of the Century,106;
133
The New York Times , 5 oktober 1957; bladzijde 3, 5e kolom.
69
2-C. HOE REAGEERDE DE AMERIKAANSE PRESIDENT EISENHOWER?
De meest invloedrijke persoon in de USA en sinds de 2e Wereldoorlog in de
gehele wereld is naar de mening van velen de Amerikaanse president. Sinds 20 januari
1953 was dat de oorlogsheld uit de 2e Wereldoorlog, vijfsterren generaal Dwight (Ike)
David Eisenhower (1890-1969). Deze doorliep na zijn middelbare school een militaire
carrière, met alsmaar promoties culminerend in het commando over de geallieerde
strijdkrachten in West-Europa vanaf 1944 in de strijd tegen Nazi-Duitsland en Italië. Op
20 november 1945 trad de chefstaf van de strijdkrachten van de Verenigde Staten
generaal Marshall, die in 1948 als minister van buitenlandse zaken het initiatief nam tot
het ‘Marshall’ hulpplan voor West-Europa, af en benoemde president Truman
Eisenhower als diens opvolger. In februari 1948 legde Eisenhower de functie van chefstaf
neer. Vanaf juni 1948 tot de herfst van 1950 was Eisenhower president van de Columbia
universiteit in New York, een functie, die hem niet goed lag gewend als hij was aan de
hiërarchische lijnen in het militaire apparaat, aldus zijn biograaf Stephen E. Ambrose, aan
wiens werk Eisenhower Soldier and President,
134
ik bovenstaande feiten heb ontleend.
Ambrose vermeldt dat Eisenhower toen opmerkte dat er wel heel veel gepraat werd over
alles en niets tijdens die vergaderingen, maar dat het bestuur niets opschoot met de zaken
die echt aangepakt moesten worden.135
Daarnaast was Eisenhower vanaf begin 1949 adviseur van de minister van defensie, later
de informele voorzitter van het comité van de chefs van staven, maar hij gaf deze functies
op toen president Truman het defensiebudget structureel wilde verlagen. Nadat NoordKorea op 25 juni 1950 Zuid-Korea binnenviel was de militaire kennis van Eisenhower
voor Truman weer bruikbaar. In oktober 1950 werd hem gevraagd het commando van de
Noord-Atlantische Verdrags Organisatie (NAVO) op zich te nemen. Tegen zijn zoon
134
Ambrose, Stephen E, Eisenhower Soldier and President, A Touchstone Book, Simon & Schuster , New
York, 1990;
70
John verklaarde hij dat hij dat commando als de belangrijkste militaire baan in de gehele
wereld beschouwde.136
In die functie ervoer Eisenhower in steeds toenemende mate dat een deel van de
Republikeinse partij, onder leiding van senator R. Taft, verlangde dat de Verenigde Staten
zich zou isoleren van zijn bondgenoten in Europa en van andere werelddelen.
Zoals de Democraten bij de presidentsverkiezingen in 1948, trachtten in 1951 en 1952
bestuurders van de beide grote partijen Eisenhower over te halen zich voor hun partij
voor de presidentsverkiezing van november 1952 te kandideren, maar hij weigerde als
commandant van de NAVO een politieke keuze te maken. Toch bracht het optreden van
president Truman hem op andere gedachten. Truman publiceerde in januari 1952 een
begroting voor het fiscale jaar 1952-1953 met een tekort van $ 14 miljard, waartegen
Eisenhower met een pamflet van acht pagina’s ageerde. Toen ook nog eens een grote
groep Republikeinse senatoren onder leiding van Hoover en Taft een verklaring uitgaf dat
de Amerikaanse troepen in Europa naar huis zouden moeten terugkeren was het voor
Eisenhower duidelijk. Hij moest beide in zijn ogen negatieve ontwikkelingen zien te
voorkomen.137 Eisenhower stelde zich voor de Republikeinse Partij (Grand Old Party:
GOP) kandidaat bij de presidentsverkiezingen van november 1952. De toen zittende
president, sinds 12 april 1945, de Democraat Harry Truman had zich niet herkiesbaar
gesteld en de gouverneur van de staat Illinois Adlai E. Stevenson was de Democratische
kandidaat. Eisenhower had zich in zijn verkiezingscampagne, met de leuze ‘I like Ike’,
afgezet tegen de buitenlandse politiek van Truman, een politiek overigens die hij
gedurende meerdere jaren zelf mede had geformuleerd en uitgevoerd, en hij uitte veel
kritiek op het zijns inziens veel te expansieve financiële beleid van de Democraten. Op 4
november 1952 behaalde Eisenhower 55,1 % van de uitgebrachte stemmen, tegenover
135
136
Ambrose, Stephen E, Eisenhower Soldier and President, 241;
Ibidem, 250;
71
zijn Democratische tegenspeler Stevenson 44,4%. Eisenhower kreeg de steun van 444
kiesmannen, Stevenson maar van 89 in 9 staten, op West-Virginia na, alle in het diepe
Zuiden. In het Congres werden de Republikeinen de grootste partij, wat de daadkracht
van Eisenhower in de eerste twee jaren van zijn bewind vergrootte. In 1956 won hij
opnieuw van de Democraat Stevenson met een zelfde meerderheid en zo bleef hij
Amerikaans president totdat hij in januari 1961 werd opgevolgd door de Democratische
kandidaat, de jonge senator John. F. Kennedy. Overigens, Eisenhower had vanaf januari
1955 te maken met een Democratische meerderheid in het Congres.
In hoofdstuk 1-G heb ik de Amerikaanse politiek met betrekking tot raket- en ruimtevaarttechnologie tot aan oktober 1957 al summier besproken. Ik beperk me in het vervolg
tot een analyse van Eisenhowers optreden vanaf september 1957 tot eind 1958 toen men
in de USA dacht dat er een ‘bomber gap’ en een ‘missile gap’ bestonden ten opzichte van
de Sovjet-Unie.
Als inleiding op Eisenhowers reageren op de lancering van de Spoetnik acht ik een korte
beschrijving van de Little Rock integratiecrisis in september 1957 van belang met
vermelding van het commentaar dat Stephen Ambrose daarover geeft, omdat de kwaliteit
van Eisenhowers politiek leiderschap in deze crisis, die ontstond als gevolg van
maatschappelijke ontwikkelingen, goed tot uiting komt.
Na de unanieme uitspraak van het Hooggerechtshof in mei 1954 in de zaak
Brown versus Board of Education of Topeka,
‘We conclude that in the field of public education the doctrine of “separate but equal”
has no place. Separate educational facilities are inherently unequal …’138,
waarin dus werd bepaald dat raciale scheiding in het openbaar onderwijs in strijd was met
de grondwet, waren de federale autoriteiten zeer laks met het uitvaardigen van federale
wetgeving, waartoe het Hof opdracht had gegeven. In die nieuwe wetgeving, ook die in
137
Ambrose, Stephen E, Eisenhower Soldier and President, 264;
72
de staten, diende een verbod opgenomen te worden van raciale scheiding op openbare
scholen in het gehele land, daar die scheiding in strijd met de grondwet was en dus niet
meer toegelaten mocht worden. Biograaf Ambrose is hard in zijn oordeel over
Eisenhowers weigering om de zuidelijke staten enige opdracht te geven om hun
wetgeving en gedrag aan te passen.139 Mogelijk is een verklaring voor Eisenhowers
terughoudendheid over raciale zaken dat hij in Texas was geboren en daar ook als militair
had gediend. Eisenhower hield voet bij stuk bij zijn standpunt dat hij de noodzaak niet
zag noch het recht had om de staten te dwingen wetten in te voeren die de
rassenscheiding zouden bestrijden. Zelfs toen als gevolg van de nog maar beperkte
opheffing van die scheiding er meer geweld voorkwam in de Zuidelijke staten weigerde,
aldus Ambrose, Eisenhower te zeggen dat segregatie moreel afkeurenswaardig en dus
slecht is.140
In september 1957 dwongen de groeiende tegenstellingen tussen zwarte en blanke
Amerikanen in de Zuidelijke staten Eisenhower tot militair ingrijpen doordat hij de
Nationale garde van Arkansas tussenbeide liet komen toen zwarte leerlingen niet
toegelaten werden op een middelbare school in Little Rock, de hoofdstad van Arkansas.
Binnen enkele dagen was de toelating van zwarte kinderen op die school een feit
waarmee ook een begin werd gemaakt met de opheffing van de discriminatie van zwarten
in het onderwijs in het gehele Zuiden van de Verenigde Staten. Ambrose concludeert dat
Eisenhowers optreden in de integratiecrisis in Little Rock er een was van pappen en
nathouden, dingen doen zoals gebruikelijk zonder enige opwinding en wachten op de, in
138
Rosenbaum, Robert, A, The Penguin Encyclopedia of American History, 43;
Ambrose, Stephen E, Eisenhower Soldier and President, 368;
140
Ibidem;
139
73
de visie van Eisenhower ongetwijfeld komende afkoeling van de opgekropte spanning.
Maar dat lukte allemaal in het geheel niet op die maandagochtend toen in Little Rock. 141
Op een andere maandag, 7 oktober 1957, ‘Red Monday’, zoals Dickson die dag noemt142,
realiseerde het Amerikaanse publiek de lancering van de Spoetnik zich pas goed en ook
dat de Verenigde Staten niet binnen een paar weken een eigen satelliet zouden kunnen
lanceren. McDougall meent
‘As it happened, the public outcry was ear-splitting. No event since Pearl Harbor set off
such repercussions in public life.’143
De media waren, volgens deze auteur, mede verantwoordelijk voor de publieke commotie.
Een publiek dat geen enkele notie had van de technische achtergrond en mogelijke
gevolgen van de lancering, maar, voegt hij er vergoelijkend aan toe, de journalisten die de
spanning opvoerden wisten net zo min als hun lezers iets over de ruimtevaart. Maar in
tegenstelling tot het publiek, diende de journalist of het lid van het Congres de lancering
van de Spoetnik direct te analyseren en te becommentariëren.144 De opinie in
wetenschappelijke en militaire kringen was tot dan dat, als de tijd en de technische kennis
er rijp voor waren, de Verenigde Staten als eerste de ruimte zouden bereiken, welke visie
algemeen door het Amerikaanse publiek gedeeld werd.
145
De indrukwekkende Russische
prestatie kwam voor Eisenhower en zijn kabinet als een complete verrassing. Ambrose
leidt uit Eisenhowers memoires af dat deze het meest geschrokken was van de intensiteit
van de publieke opschudding.146 Eisenhower had geen excuus voor het feit dat hij verrast
werd door de bijna hysterische reactie van de Amerikaanse media, de politici en het
publiek over de Spoetnik. Hijzelf had immers herhaaldelijk gezegd, als het Amerikaanse
‘missile’ programma aan de orde was, dat de ICBM als psychologische factor veel
141
Ambrose, Stephen E, Eisenhower Soldier and President, 368 ;
Dickson, Paul, Sputnik, The Shock of the Century, 108;
143
McDougall, Walter E., …..The Heavens and the Earth A Political History of the Space Age, 142;
144
Ibidem;
145
Dickson, Paul, Sputnik, The Shock of the Century , 118;
142
74
belangrijker was dan als militair wapen. Eisenhower had weliswaar voorspeld dat
Russische successen met ICBM-lanceringen het Amerikaanse volk in paniek zouden
kunnen brengen, omdat dan de Russen met nucleaire raketten Amerikaanse steden zou
kunnen bedreigen en daar onbeheersbare ongerustheid zou kunnen oproepen. Maar
voorspellen en het echt ervaren waren twee verschillende dingen. Eisenhower werd
figuurlijk verpletterd door de intensiteit van het antwoord van het Amerikaanse volk op de
Spoetnik. 147
Dickson beschrijft echter de situatie toen in Washington als kalm en beheerst met
Eisenhower als centrale figuur. De boodschap die Eisenhowers kabinetsleden en
adviseurs in de eerste week na 4 oktober 1957 aan het publiek overbrachten was er een
van
‘Don’t worry, don’t panic’148.
Zo verklaarde de perschef van Eisenhower James Hagerty dat de lancering van
de sovjetsatelliet weliswaar van grote wetenschappelijk betekenis was maar dat die
lancering niet van invloed was op de Amerikaanse defensie noch op de veiligheid van het
land.149
De vertrekkende minister van defensie Charles E. Wilson maakte ook korte metten met
de Spoetnik toen hij zei dat niemand binnenkort iets tijdens zijn slaap op zijn hoofd zou
krijgen, dus maak je maar niet druk. En een schout-bij-nacht van de marine reageerde met
de stelling dat het een brok ijzer betrof die bijna iedereen kan lanceren150
Op woensdag 9 oktober 1957 publiceerde het Witte Huis, bij de aanvang van de
persconferentie een verklaring van de president. Deze verklaring begon met een
146
Ambrose, Stephen E, Eisenhower Soldier and President ,449;
Ibidem;
148
Dickson, Paul, Sputnik, The Shock of the Century, 112;
149
The New York Times, 6 Oktober 1957, zoals geciteerd in HSN 21, bladzijde 1;
147
75
compliment voor de sovjetwetenschappers voor de lancering van de Spoetnik. De president
vervolgde met de achtergronden van het Amerikaanse satellietprogramma te schetsen, de
bereidheid van de Verenigde Staten om de verkregen kennis aan wetenschappers over de
hele wereld beschikbaar te stellen en ook tijdig de lancering van Amerikaanse satellieten
aan te kondigen. Hij verdedigde het beleid van zijn regering door te stellen dat bewust de
bouw en ontwikkeling door het Naval Research Laboratory van de Vanguard gescheiden
was gehouden van de ontwikkeling van ballistische raketten. Het eerste motief daarvoor
was de nadruk op de ontwikkeling van een satelliet en ook om te vermijden dat deze
geschaad zou worden door de ontwikkeling van ballistische raketten. Weliswaar zou een
samengaan van de wetenschappelijke raket- en ruimtevaartonderzoek met militaire
programma’s voor ballistische raketten mogelijk een Amerikaanse satelliet al in de ruimte
gebracht kunnen hebben maar dit zou dan ten koste gegaan zijn van de wetenschappelijke
en militaire doelstellingen.151 De president onderstreepte dat het Amerika niet ging om een
voorsprong op andere landen te verkrijgen. Hij legde de nadruk op het wetenschappelijke
karakter van het Amerikaanse ruimtevaartprogramma en dat dit moest passen in het
programma in het kader van het International Geofysica Year en de daarbij
samenwerkende wetenschappelijk instituten.152
De persconferentie die daarna volgde duurde maar 32 minuten en werd door 245
journalisten bijgewoond.153 De journalisten waren de president op deze conferenties tot dan
welgezind geweest, maar dat was nu veranderd. Ambrose meent dat deze conferentie een
van de meeste vijandelijke in zijn carrière als president was.154 Een andere biograaf van
150
Dickson, Paul, Sputnik, The Shock of the Century , 112;
Congress, Senate Committee on Aeronautical and Space Sciences Documents on International Aspects of
the Exploration and Use Of Outer Space (1954-1962),(Staff Report Document No. 18, 48-49, zoals
geciteerd in H SN 21, bladzijde 5;
152
Congress, Senate Committee on Aeronautical and Space Sciences Documents on International Aspects of
the Exploration and Use Of Outer Space (1954-1962), (Staff Report Document No. 18, 48-49, zoals
geciteerd in HSN 21, bladzijde 5;
153
The New York Times , 10 oktober 1957, bladzijde 1, 1e kolom;
154
Ambrose, Stephen E, Eisenhower Soldier and President, 450;
151
76
Eisenhower, Geoffrey Perret, is het daarmee geheel eens.155 De president trachtte tijdens
deze bijeenkomst de onrust die in de westerse wereld was ontstaan door de lancering van
de Russische Spoetnik en de succesvolle proef met de ICBM in de Sovjet-Unie te
bezweren. Dat bleek ook uit zijn antwoorden op de vaak stekelige vragen van de
journalisten. De eerste vraag, van Meriman Smith van UP, luidde:
‘Mister President, Russia has launched an earth satellite. They also claim to have a
successful firing of an intercontinental ballistic missile none of which this country has
done. I ask you, sir, what are we going to do about it? 156
Eisenhower antwoordde dat de satellieten die om de aarde draaien iets heel anders is dan
ballistische raketten, daar satellieten niet bedreigend zijn en in het geval van de Spoetnik
al
helemaal
niet.157
Hij
beschreef
de
voortgang
van
het
Amerikaanse
ruimtevaartprogramma tot dan, die ik in hoofdstuk 1-G uitgebreid behandeld heb, en hij
vervolgde dat de Verenigde Staten met zijn programma zou voortgaan om vóór eind 1958
ook een vaartuig in de ruimte te hebben met een zodanige capaciteit dat er ook allerlei
wetenschappelijke informatie mee vergaard zou kunnen worden.158 Of de Amerikaanse
wetenschappers niet een fout gemaakt hadden door niet te voorzien dat er een wedstrijd
gaande was tussen de Russen en de Verenigde Staten in het lanceren van een satelliet en
zij hem daarvoor geen geld had gevraagd, was een andere vraag. Eisenhower antwoordde
dat hij dat niet van plan was extra geld te fourneren. De waarde van de Spoetnik was naar
zijn mening nog problematisch waarna hij vervolgde:
‘From 1945, when the Russians captured all of the German scientists (cursief pb) in
Peenemunde, which was their great laboratory for the ballistic missiles they used in
World War II, they have centered their attention on the ballistic missile.159
Wernher von Braun en zijn Redstone Arsenal team zullen de gecursiveerde stelling van
Eisenhower niet gewaardeerd hebben. McDougall meent juist dat de Verenigde Staten de
155
Dickson, Paul, Sputnik, The Shock of the Century, 119;
The New York Times, 10 oktober 1957, bladzijde 14, 1e kolom;
157
Ibidem;
158
The New York Times, 10 oktober 1957, bladzijde 14, 1e kolom;
159
Ibidem, bladzijde 14, 2e kolom;
156
77
echte Duitse V2-deskundigen binnen hadden gehaald en dat Rusland zich tot de lagere
goden op dat terrein had moeten beperken. Opvallend is ook dat de aanwezigen
Eisenhower niet op diens onjuiste verdediging wezen. Een journalist vroeg zich
vervolgens af, met verwijzing naar het vertrouwen van het Amerikaanse volk in
Eisenhowers militaire kennis en leiderschap, of de president, nu de Russische satelliet
om de aarde draaide, zich geen zorgen maakte over de Amerikaanse veiligheid.160 Diens
antwoorde luidde:
‘..…so far as the satellite itself is concerned, that does not rouse my apprehensions, not
one iota… apparently from what they say they have put one small ball in the air’
(cursief pb) 161
en hij vervolgde dat, zover hij het kon overzien, er geen enkele bedreiging van de
Russische Spoetnik van de veiligheid van de Verenigde Staten uitging.162
Op 15 oktober 1957 had Eisenhower een vergadering met veertien van de belangrijkste
Amerikaanse wetenschappers belegd. Tot dan hadden maar een paar wetenschappers
toegang tot hem, zoals Lewis Strauss, voorzitter van de Atomic Energy Commission
(AEC) en de fysicus Edward Teller, ‘father of the H-bomb’.163 Volgens Ambrose,
bevestigd door McDougall en Killian, had Teller
‘incidentally, .. called Sputnik a greater defeat for the United States than Pearl Harbor,
which was exactly the kind of talk Eisenhower deplored.’164
De president vroeg de deskundigen of de Amerikaanse wetenschap voorbijgestreefd was
door de Russische prestaties en hoe zij de toestand beoordeelden. De fysicus Isidor Rabi,
waarvoor Eisenhower een grote bewondering had, vroeg om federale steun voor
wetenschappelijk onderzoek en training, niet omdat Amerika achterliep, maar omdat de
160
The New York Times, 10 oktober 1957, bladzijde 14, 8e kolom;
Eisenhower, Dwight David, Public Papers of the President, 1957- 1958, Washington D.C. GPO, 1958 and
1959, page 20, als geciteerd in HSN 21 bladzijde 5;
162
U.S. Air Force Research and Analysis Division, The Military Mission in Space – A Summary of Views by
Prominent Americans, Aug. 24, 1962, als geciteerd in HSN 21 bladzijde 6;
163
McDougall, Walter E., …..The Heavens and the Earth A Political History of the Space Age ,152; ‘
164
Ambrose, Stephen, A., Eisenhower Soldier and President, 452;
161
78
Sovjets een kolossale impuls aan onderzoek en training gegeven hadden met de lancering.
Als Amerika niet oppaste zou het land op dezelfde manier voorbijgegaan worden door de
Sovjet-Unie als ongeveer dertig jaar geleden de Verenigde Staten van Amerika Europa
voorbijgestreefd hadden.165
Edwin Land, die de camera’s voor de U-2 had gebouwd, oordeelde dat de wetenschap nu
direct steun van de president nodig had. Land vroeg de President om het land te
enthousiasmeren door in het bijzonder de jeugd een heel scala van wetenschappelijke
avonturen aan te bieden. Momenteel voelden wetenschappers zich geïsoleerd en
alleenstaand, aldus Land.166 Eisenhower was het oneens met Lands visie. Hij was van
oordeel dat de Russen alleen hun beste krachten stimuleerden en kansen boden en aan de
de rest van de bevolking geen aandacht schonken. Hij alleen was niet bij machte de
wetenschappelijke training en het wetenschappelijk onderzoek in de Verenigde Staten een
nieuwe impuls te geven.167
Rabi adviseerde Eisenhower voorts een speciale assistent voor de wetenschap aan te
stellen, hetgeen op 7 november 1957 gebeurde. Zoals al eerder vermeld was Eisenhower,
naast zijn zorg over de defensie, ook bezorgd over het overheidsbudget dat in het
recessiejaar 1957 te lijden had van de slechtere economische situatie en de gevolgen
daarvan
voor
de
financiële
mogelijkheden
voor
de
defensie
en
het
ruimtevaartprogramma. In een gesprek met generaal Nathan Twining medio oktober
1957 met als onderwerp de vraag op welke wijze de kosten van de nucleaire
ontwikkeling beperkt konden worden, vroeg de president zich af waarom de AEC en de
JCS toch zoveel bommen wilden. Hij dacht dat de B-52 bommenwerpers toch over een
groot penetratievermogen beschikten. Twining bevestigde dat, maar voegde daaraan toe
165
Ambrose, Stephen, A., Eisenhower Soldier and President, 452;
Ibidem;
167
Ibidem, 453;
166
79
dat de luchtmacht pas tevreden zou zijn als voor elke bommenwerper een waterstofbom
beschikbaar was plus nog een flinke reserve.168
Als gevolg van de Spoetnik werd Eisenhower geconfronteerd met een aanhoudende
stroom verzoeken om geld voor de conventionele strijdkrachten, voor raketonderzoek,
voor schuilkelders, voor federale steun aan universiteiten en talloze andere projecten. Hij
kreeg daarnaast van alle kanten adviezen die alle gebaseerd waren op de stelling dat
veiligheid belangrijker was dan begrotingsevenwicht. Tijdens een kabinetsvergadering op
1 november 1957, toen zijn ministers hem opnieuw bombardeerden met hun financiële
verlangens, werd het Eisenhower te veel. Ambrose vermeldt:
‘ “Look,” the President finally exploded, “I’d like to know what’s on the other side of
the moon, but I won’t pay to find out this year.” ’169
Op 3 november 1957 lanceerde de Sovjet-Unie zijn tweede kunstmatige aardsatelliet de
Spoetnik II. Deze woog niet minder dan 508 kilo, dus bijna zes keer zo zwaar als de eerste
Spoetnik, en bracht het hondje Lajka het eerste levende wezen in de ruimte en apparatuur
om haar gedrag in gewichtloze toestand te registreren. De voorzieningen om in leven te
blijven waren slechts toereikend voor één week, waarna Lajka stierf. Paul Dickson
schrijft dat de Amerikaanse leiders chagrijnig waren over de Russische opgetogenheid
met de Spoetnik II, die veel groter en uitgekiender was dan de raketten waaraan pas op de
tekentafels werd gewerkt. In tegenstelling tot de Spoetnik II werd in de Verenigde Staten
gewerkt aan de lancering van een Vanguard satelliet die maar een kleine twee kilo zou
wegen terwijl de Spoetnik II net zo veel woog als een vierdeurs sedanauto uit Detroit, wat
ik wel erg overdreven vind. 170
168
Ambrose, Stephen, A., Eisenhower Soldier and President , 453;
Ibidem;
170
Dickson, Paul, Sputnik, The Shock of the Century, 141-142;
169
80
Een troost voor de Amerikaanse publieke opinie was dat de geplande dood van het hondje
een slechte reclame was voor de Russen. Over de gehele wereld was men begaan met het
lot van Laika. Een Engelse geestelijke die weigerde voor de hond een gebed uit te
spreken werd met een picketline geconfronteerd en dierenvrienden demonstreerden
luidruchtig voor de Russische ambassade in Londen. De Engelse pers gaf de hond allerlei
troetelnamen zoals ‘the Hound of Heaven’ en de New York Times noemde de hond in een
redactioneel commentaar ‘shaggiest, lonesomest dog in all history.’171 In zijn memoires
schreef Eisenhower in 1965 over deze periode dat door een vreemde gepassioneerde draai
de publieke opinie gebelgd was dat een hond een zekere dood werd ingejaagd, een wrevel
die de Russen probeerden te dempen met de mededeling dat het de hond tot aan haar
dood aan niets zou ontbreken.172
Buiten de betrokkenheid met het lot van Laika maakten de Amerikanen zich nog meer
zorgen over mogelijk gevaarlijker Russische satellieten. Deze zorg werd aangewakkerd
door speculaties van Fred L. Whipple, de directeur van het Smithsonian Astrophysical
Laboratory. Deze zei dat op grond van, weliswaar onbevestigde, Russische bronnen er in
Rusland plannen ontwikkeld werden om ter gelegenheid van de veertigste verjaardag van
de Russische revolutie, 7 november 1957, een atoombom of een waterstofbom naar de
maan te lanceren.173
De visie van Eisenhower en zijn regering dat Amerika zich geen zorgen behoefde te
maken over de Russische successen kwam ook tot uiting in Eisenhowers eerste radio en
tv toespraak over ‘Science and Security’ op 7 november 1957. De minister van
Buitenlandse Zaken John Foster Dulles had voorgesteld, ter geruststelling van het
Amerikaanse publiek, dat de president in zijn toespraak gewag zou maken van dat de
Verenigde Staten de mogelijkheid hadden om van zeer grote hoogte de Sovjet-Unie te
171
172
Dickson, Paul, Sputnik, The Shock of the Century, 144;
Ibidem;
81
fotograferen.174 Zoals al eerder vermeld (op bladzijde 54) maakten de Verenigde Staten
sinds de zomer van 1956 gebruik van U-2 spionagevliegtuigen, die een zeer groot bereik
hadden en een hoogte van ruim twintig kilometer konden halen, om Rusland te
bespioneren. Eisenhower erkende dat de aankondiging het publiek zou kalmeren, maar
vond het toch niet zinnig omdat deze vliegtuigen al zestien maanden in gebruik waren en
de Russische autoriteiten wisten dat deze vliegtuigen boven hun grondgebied vlogen.
Bovendien zou een dergelijk mededeling de Russen in het verkeerde keelgat kunnen
schieten.175 In deze ‘Confidence Speech 1’, of meer badinerend ‘ “Chins-Up” Talk’ ”176;
zei hij onder meer dat het zijn overtuiging was dat hoewel de Sovjets blijkbaar voorlagen
bij de bouw en ontwikkeling van raketten en satellieten, de militaire kracht van de vrije
wereld veel sterker is dan die van de communistische landen. We moeten ons realiseren,
zo zei Eisenhower, dat welke voorsprong zij mochten hebben, die maar tijdelijk is.177
Volgens McDougall voegde de president daar nog aan toe dat de Verenigde Staten, met
zijn B-52 bommenwerpers en met zijn waterstofbommen, elke dreiging van welk land ter
wereld dan ook kon weerstaan. Het land had zijn langeafstandsraketten getest en had het
daarbij behorende terugkeer in de dampkring probleem opgelost. De Verenigde Staten
waren bezig een continentaal verdedigings-systeem met luchtdoelraketten te bouwen.
178
Eisenhower stelde voorts vast dat de USA nog geen hoge prioriteit had gegeven aan
wetenschappelijk onderwijs en aan de plaats van de wetenschap in de maatschappij in het
algemeen.179 Hij kondigde de benoeming aan van James Killian als ‘Special Assistant to
173
Dickon, Paul, Sputnik, The Shock of the Century, 145;
Beschloss Michael R., MAYDAY, Eisenhower, Khrushchev and the U-2 Affair, Harper & Row, New York,
1986, 148-149;
175
Ibidem, 149;
176
Dickson, Paul, Sputnik, The Shock of the Century, 145; volgens deze auteur was deze naam ontleend aan
een cartoon van Herblock in de Washington Post. Hierop speurt Eisenhower tijdens zijn speech in de
ruimte op zoek naar de Sputnik II;
177
Eisenhower, Dwight David, Public Papers of the President, 1957- 1958, Washington D.C. GPO, 1958 and
1959, 790-791, zoals geciteerd in HSN 21, bladzijde 14;
178
McDougall, Walter E., …..The Heavens and the Earth A Political History of the Space Age, 150;
179
Dickson, Paul, Sputnik, The Shock of the Century ,146;
174
82
the President for Science and Technology’ en het ‘Office of Defense Mobilization’
(ODM) werd gepromoveerd tot het ‘President ’s Science Advisory Committee’ (PSAC)
met James Killian als voorzitter en met nog zeventien andere wetenschappers en
technici.180 De weinig imponerende neuskap van een Jupiter C raket stond, mogelijk ter
geruststelling van het Amerikaanse publiek, voor Eisenhowers bureau. Deze neuskap was
als eerste Amerikaans object een paar dagen daarvoor, na een ruimtereis, uit de oceaan
opgehaald maar met twee Spoetniks in de ruimte overtuigde deze uitstalling in het ‘Oval
Office’ niet, aldus Dickson.181 Achter de schermen was Eisenhower al langer bezorgd over
de Amerikaanse defensie. Nadat het ministerie van Defensie begin 1957 Eisenhower had
geconfronteerd met een advies om $ 40 miljard te voteren voor de bouw van
schuilplaatsen tegen atoombommen had Eisenhower een speciale commissie ingesteld die
een nieuwe defensie strategie moest ontwerpen. Deze commissie, onder de aanvankelijke
leiding van H. Rowan Gaither en later, nadat deze ziek geworden was, onder leiding van
Robert C. Sprague kwam op 7 november 1957 met haar uiterst geheime ‘Gaither Report’.
De belangrijkste uitspraak in dit rapport was dat als de Verenigde Staten zijn huidige
aanpak zou voortzetten, geconfronteerd zou kunnen worden met een zeer ernstige
bedreiging mogelijk in 1959 of 1960.
‘The Panel found no evidence to “refute the conclusion that the USSR intentions are
expansionist,and that her great efforts to build military power go far beyond any concept of
Soviet defense.” ’182
Het rapport vermeldde het advies om tot versnelling van de ontwikkeling van raketten te
komen, het opzetten van inhaal (‘crash’) programma’s voor het onderzoek en ontwikkeling van defensiesystemen, een nationaal programma voor de bouw van schuilkelders, dit
keer niet speciaal tegen bommen maar, volgens Killian183, tegen straling, waar $ 25
McDougall, Walter E., …..The Heavens and the Earth A Political History of the Space Age, 150;
Dickson, Paul, Sputnik, The Shock of the Century, 146;
182
McDougall, Walter E., …..The Heavens and the Earth A Political History of the Space Age ,151;
183
Killian, James R. Jr., Sputnik, Scientists, and Eisenhower. A Memoir of the First Special Assistant to the
President for Science and Technology, The MIT Press, Cambridge (Mass) and London, 1977, 99;
180
181
83
miljard aan gespendeerd diende te worden en een duidelijke openlijke campagne waarin
het Amerikaanse volk van de gevaren in een nucleaire periode op de hoogte gebracht
wordt.184
Bovendien, schrijft McDougall, had Eisenhower tien dagen daarvoor een wellicht nog
alarmerender rapport ontvangen van CIA-experts. Dezen rapporteerden dat de SovjetUnie eind 1958 over een dozijn operationele ICBM’s zou kunnen beschikken, twee of
drie jaar eerder dan de Verenigde Staten en dat het land in gevaar was, zoals McDougall
uit dat rapport aanhaalt.185
Hoewel Eisenhower wel enige elementen uit het Gaither Report in zijn toespraak, die
avond voor radio en televisie, overnam weigerde hij het advies voor de inhaalprogramma’s
en dat voor schuilkelders over te nemen. Zo zei hij tegen de leden van de National Security
Council (NSC) dat de sombere bevindingen in het rapport paniek onder het de Amerikanen
zou veroorzaken, met alle gevolgen van dien.186
McDougall vermeldt dat Eisenhower van oordeel was dat het rapport een ‘worstcase’
scenario was, waarin te weinig aandacht werd besteed aan de Amerikaanse bases in o.a.
Europa, aan de inspanningen van zijn bondgenoten en daarnaast aan de politieke en
economische factoren, waar veiligheid ook op gebaseerd was. De NSC onderschreef het
oordeel van de president en gaf opdracht om het rakettenprogramma, ‘early warning’systemen, waarbij vijandelijke raketten of vliegtuigen vroegtijdig waargenomen kunnen
worden als ze het Amerikaanse luchtruim binnenkomen, en andere defensiesystemen te
versnellen. Maar hij weigerde aanvullende wijzigingen in de begroting aan te brengen.
McDougall beëindigt zijn beschrijving over de reacties van Eisenhower op de, meestal
geheime, rapporten die in 1957 voor en na 4 oktober werden uitgebracht laconiek met de
McDougall, Walter E., …..The Heavens and the Earth A Political History of the Space Age ,151;
Ibidem;
186
Ibidem;
184
185
84
constatering dat ondanks een serie van oproepen tot paniek hield Eisenhower zijn
uitgezette lijn aan.187
Killian meent dat al met al Eisenhower toch tevreden was met het Gaither rapport, als hij
uit Eisenhowers memoires citeert, dat deze uiteindelijk het Gaither Report zeer nuttig vond:
het werkte als een horzel op eenieder die binnen de overheid, die tot zelfvoldoening
geneigd was, het bevatte bovendien een checklist met feiten, conclusies en meningen
waarop onderzoek en ontwikkeling gebaseerd kon worden. 188
In een tweede toespraak van de president om het vertrouwen van het Amerikaanse publiek
te (her)winnen, deze keer vanuit Oklahoma City op 14 november 1957, waren afschrikking
en verdediging de voornaamste onderwerpen. Hij herhaalde dat hij de veiligheid van de
Verenigde Staten niet zou opofferen voor het begrotingsevenwicht en dat al wat het land
nodig had een adequate veiligheid was, niets meer en niets minder. Hij voegde eraan toe
dat de bouw van strategische bommenwerpers en bases om deze vliegtuigen te kunnen
stallen, versneld zou worden maar ook de ontwikkeling van raketten. 189
Na de lancering begin november 1957 van Spoetnik II had Chroesjtsjov langeafstandsbommenwerpers achterhaald genoemd, waarbij hij aangaf dat de Sovjet-Unie zich zou
concentreren op de ontwikkeling en bouw van ICBM’s. Daarvoor, op 8 oktober, had de
Russische leider al tegen twee bezoekende Britse parlementariërs gezegd dat het tijdperk
van langeafstandsbommenwerpers voorbij was en dan kun je ze net zo goed slopen.190
Eisenhower stelde tegenover die visie van de Russen dat voor de Verenigde Staten de
strategische bommenwerpers geladen met nucleaire wapens de voornaamste peiler van de
defensie zouden blijven. Dat bleek uit de belangrijke passage in zijn Oklahoma City rede,
die ik daarom letterlijk overneem:
‘ McDougall, Walter E., …..The Heavens and the Earth A Political History of the Space Age, 151;
Killian, James R. Jr., Sputnik, Scientists, and Eisenhower. A Memoir of the First Special Assistant to
the President for Science and Technology, 99;
189
Dickson, Paul, Sputnik, The Shock of the Century, 149;
187
188
85
‘Today, as I have said, a principal deterrent to war is the retaliatory nuclear power of our
Strategic Air Command and our Navy. We are adding missile power to these arms and
to the Army as rapidly as possible…. But it would be some time before either we or the
Soviet forces will have long-range missile capacity equal to even a small fraction of the
total destructive power of our bomber force.’191
Ook
vestigde
hij
de
aandacht
op
het
gebrek
aan
wetenschappers
in
de
ruimtevaarttechnologie, waaraan de Verenigde Staten leden. Zijn adviseurs voor die en
andere technische wetenschappen achtten dat tekort het voornaamste probleem.192
Eisenhower stelde tot slot van deze tweede ‘confidence speech’ een formule voor waaraan
ruimtevaartprojecten voortaan dienden te voldoen. Indien een ruimtevaartproject alleen
voor wetenschappelijke doeleinden is ontwikkeld moet de omvang en het daarmee
verband houdende kosten zodanig beperkt blijven totdat het project kan slagen. Indien het
project bovendien ook nog van enig belang is voor de defensie, dient dat belang en
mogelijke urgentie vergeleken te worden met concurrerende defensieprojecten. 193
Op de voorpagina van de Washington Post van 20 december 1957 publiceerde Chalmer
Roberts onder kop ‘Secret Report Sees U.S. in Grave Peril’ een samenvatting van het
Gaither Report. Dat vroeg natuurlijk om de vrijgave van het gehele rapport. Velen,
waaronder de Democraten onder leiding van senator Lyndon B. Johnson, vroegen om
deze vrijgave, maar het Witte Huis, op aandringen van de NSC, weigerde pertinent en
gaf daarbij ongewild de indruk iets te verbergen te hebben. Ironisch genoeg weigerden
ook de opvolgende Democratische presidenten Kennedy en Johnson vrijgave. Pas in
1973 gaf het ‘Interagency Classification Review Committee’, onder leiding van
Eisenhowers zoon John, toestemming voor publicatie.
190
Dickson, Paul, Sputnik, The Shock of the Century,150;
Ibidem;
192
Witkin, Richard (ed.) The Challenge of the Sputniks, Garden City, NY: Doubleday, 1958, 40, zoals
geciteerd in HSN 22, bladzijde 12;
193
Eisenhower, Dwight David, Public Papers of the President, 1957- 1958, Washington D.C. GPO, 1958 and
1959, 234, zoals geciteerd in HSN 21, bladzijde 16;
191
86
Waarom was er binnen de federale overheid zoveel weerstand tegen vrijgave? Ook
Dickson meent dat het rapport ongelooflijk pessimistisch, zelfs alarmerend was en dat
was wel het laatste waarop Amerika in de herfst van 1957 of de rest van de jaren vijftig
te wachten zat, omdat het waarschuwde voor een tekort aan ICBM’s in 1959. Het rapport
schiep daarmee het beeld dat er een ‘missile gap’ ontstond. Bovendien waren er zeer
geheime details uit overheidsstukken in opgenomen, waaronder foto’s die met de
geheime U-2 spionagevliegtuigen van de Sovjet-Unie gemaakt waren.194
Dickson vindt Eisenhowers plan om informatie te verzamelen vanuit de lucht en die
gegevens geheim te houden en daarom het volledige rapport niet te publiceren
deugdelijk. Vermoedelijk was het laatste dat Eisenhower wilde een publiek debat over
het rapport compleet met hoorzittingen in het Congres, temeer daar, volgens Dickson er
een sfeer van fatalisme van het rapport uitging. Dit kwam tot uiting door de stelling dat
de Verenigde Staten zijn sterkte aan het verliezen was en die niet meer zou herwinnen.
Het rapport suggereerde bovendien
‘this could be the best time to negotiate from strength, since the U.S.military position
vis-à-vis Russia might never be as strong again’ (italics in original)’. 195
Ook Stephen Ambrose vermeldt dat Eisenhower ten tijde van de lanceringen van de
Spoetniks bedolven werd onder voorstellen van zijn ministers en vanuit het Congres om
de uitgaven voor de ruimtevaart en ballistische raketten, maar ook voor de conventionele
strijdkrachten, voor de wetenschap en ook voor schuilkelders te verhogen.196 Maar
Eisenhower weigerde het begrotingstekort, dat toch al dreigde als gevolg van de
haperende economie, nog verder te vergroten.197 De stemming in de maatschappij was
echter tegengesteld. Eisenhower kreeg van alle kanten adviezen waarin ervan werd
194
Dickson Paul, Sputnik The Shock of the Century , 162;
Ibidem;
196
Ambrose, Stephen, A , Eisenhower Soldier and President, 453;
195
87
uitgegaan dat veiligheid belangrijker was dan het begrotingsevenwicht. De president
erkende dat wat hij het Congres ook zou vragen hij het zou krijgen, maar hij bleef erbij
dat zulke uitgaven niet gerechtvaardigd waren. Hij waarschuwde, aldus Ambrose, een
commissie uit het Congres dat wij ons bewust moeten zijn dat wij onze wijze van leven,
onze welvaart en zelfs onze huizen verdedigen. Als wij van de Verenigde Staten van
Amerika een garnizoenstaat willen maken, dan zou al wat wij willen behouden,
verdwijnen.198
Ambrose schrijft, evenals McDougall, dat Eisenhower zijn rug recht hield. Beiden
oordelen dat Eisenhower weigerde voor druk te buigen. Hij weigerde om een programma
voor schuilkelders in gang te zetten en voorts de uitgaven voor zowel conventionele als
nucleaire strijdkrachten te verhogen. Al met al hij liet zich niet in paniek laten brengen.199
In tegenstelling tot zijn optreden tijdens de gebeurtenissen in Little Rock in september
1957, waarbij Eisenhower niet als leider van de Verenigde Staten optrad, wat één van de
dieptepunten was in zijn acht jaren als president, oordeelt biograaf Ambrose
Eisenhowers optreden in oktober en november 1957 wel zeer positief. Hij scoorde toen,
met zijn ingehouden reageren op de publieke commotie als gevolg van de Spoetniks, één
van zijn beste politieke optredens in zijn presidentiële carrière.200 Ambrose vraagt zich
voorts af of iemand anders gedaan zou kunnen hebben, wat Eisenhower deed. Hij denkt
dat alleen Eisenhower, met zijn unieke prestige, ‘nee’ kon zeggen tegen de vele
verzoeken voor schuilplaatsen, om meer bommenwerpers, meer bommen en meer
onderzoek en ontwikkeling van raketten. Hij bleef dat doen tot het eind van zijn
regeerperiode.
197
Ambrose, Stephen, A , Eisenhower Soldier and President, 453;
Ibidem
199
Ibidem;
200
Ibidem, 453-454;
198
88
De schrijver besluit het hoofdstuk ‘Little Rock and Sputnik’ in zijn biografie van
Eisenhower samenvattend als volgt:
‘He [Eisenhower; pb] thereby saved his country untold billions of dollars and
no one knows how many war scares. Eisenhower’s calm, common-sense,
deliberate response to Sputnik may have been his finest gift to the nation, if
only because he was the only man who could have given it.’201
Ik besluit deze paragraaf met een deel uit Eisenhowers ‘State of the Union’ toespraak tot
het Congres op 9 januari 1958. In deze speech, waarin hij toegaf dat hij, en velen met
hem, de psychologische gevolgen van de lancering van de Spoetniks onderschat had, zei
hij dat we op een ander terrein niet dezelfde fout moeten maken, namelijk dat de
Verenigde Staten niet alert reageren op het veel belangrijker economisch offensief van
de Sovjet-Unie202, met welke oproep hij mogelijke eenzijdigheid voor de aandacht aan de
ruimtevaart wilde voorkomen.
Met dat economisch offensief van de Sovjet-Unie en van de communistische landen in
het algemeen, viel het achteraf allemaal wel mee. In de drie decennia daarna was, denk
ik, juist de economische achteruitgang, als gevolg van de nadruk op militaire bestedingen
in die landen en het daardoor achterblijven van de particuliere consumptie, de oorzaak
van de politieke omwenteling eind jaren tachtig in de vorige eeuw.
Foto afgedrukt in: Dickson, Paul, Sputnik The Shock of the Century,146;
201
Ambrose, Stephen, A , Eisenhower Soldier and President, 454;
89
2-D. De Verenigde Staten van Amerika hadden echter niet stil gezeten
Met instemming van president Eisenhower en minister van Defensie Wilson
steunde het U.S National Committee for the Internationial Geophysical Year (IGY) in
1955 het idee om tijdens het IGY wetenschappelijke satellieten te lanceren. De
onderminister van Defensie belast met onderzoek en ontwikkeling, Donald Quarles kreeg
drie voorstellen voorgelegd: de Orbiter met als draagraket de Redstone van het leger, de
gewijzigde Atlas-raket van de luchtmacht en een voorstel van het Naval Research
Laboratory om een gewijzigde wetenschappelijke Viking-raket te gebruiken om
satellieten te lanceren. Dit laatste voorstel werd onder de naam Project Vanguard op 24
augustus 1995 uitgekozen als Amerika’s enige IGY-satelliet programma door de door
Quarles speciaal gevormde selectiecommissie. Volgens Dickson werd de voorkeur voor
de Viking-raket ingegeven door een beslissing van de National Security Council (NSC),
goedgekeurd door de president, dat binnen het Amerikaanse IGY-programma geen
militaire raketten mochten worden gebruikt om satellieten te lanceren. Deze beslissing
maakte deel uit van het Amerikaanse streven om de vredelievende achtergrond van diens
bedoelingen met de ruimtevaart nog eens te onderstrepen maar bovendien om het
programma voor de ballistische raketten niet te laten afleiden of te laten ontwrichten
door het satellietprogramma.203 Immers het voorstel van het leger vereiste het gebruik van
de militaire Redstone raket of de lichtere Sergeant-raket bij de lancering van een
satelliet. Een paar dagen later adviseerde een andere commissie de president de
ontwikkeling van de Jupiter ‘intermediate-range ballistic missile’ (IRBM), waarbij het
leger zich zou toeleggen op lancering vanaf de grond en de marine vanuit het water. Het
leger zou dan de viertraps versie van de Redstone moeten ontwikkelen om de Jupiter
neus te testen gedurende de terugkomst met hoge snelheid in de dampkring. Dit Jupiter
202
203
The New York Times van 10 januari 1958, zoals geciteerd in HSN 21, bladzijde 21.
Dickson, Paul, Sputnik The Shock of the Century, 85;
90
C testvoertuig (C naar ‘Jupiter Composite Re-Entry Test Vehicle’) zou naar verwachting
gelanceerd kunnen worden in september 1956. Dit project, dat pas in 1958 resulteerde in
de eerste geslaagde lancering van een Amerikaanse satelliet, was een schrale troost voor
Wernher von Braun en generaal Medaris. Maar het hield hun Army Rocket team
enthousiast, nu zij er niet in geslaagd waren hun Orbiter-satellietvoorstel door die andere
selectiecommissie te loodsen.
De doelstellingen binnen het Vanguard Project, dat onder toezicht stond van het
ministerie van Defensie, waren de ontwikkeling van een voertuig om een satelliet mee te
lanceren, daarmee minstens één satelliet tijdens het IGY in een baan om de aarde te
brengen, met die satelliet wetenschappelijke experimenten uit te voeren en een systeem
te ontwerpen om de vlucht van de satelliet kunnen volgen en beïnvloeden.
204
De
definitieve versie van de Vanguard-raket was een drietraps raket waarmee de satelliet
gelanceerd werd.
Begin 1956 werden Medaris en Von Braun en hun ‘rocket team’ opgenomen in het Army
Ballastic Missile Agency (ABMA) en zij publiceerden hun plan om met de Jupiter Craket in januari 1957 een kleine Orbiter-satelliet in een baan om de aarde te brengen. Dit
voornemen werd door onderminister van Defensie Quarles afgeblazen. Zij dienden zich
bezig te houden met hun militaire project. Alle aandacht moest in het kader van het IGY
geconcentreerd blijven op het Vanguard Project. Op 20 september 1956 werd de eerste
Juno C gelanceerd van Cape Canaveral, waarbij de motor in de vierde trap geladen was
met zand in plaats van vaste brandstof, om zo te voorkomen dat de vierde trap per
ongeluk in een baan om de aarde zou komen. De proef was een succes. De Juno C
bereikte een hoogte van bijna 1.100 kilometer en een snelheid van ruim 20.000 kilometer
per uur en legde een afstand van 5.500 kilometer af. Als de vierde trap van de Juno C in
204
Dickson, Paul, Sputnik The Shock of the Century, 87;
91
de ruimte gelanceerd had mogen worden, zou het de eerste satelliet die om de aarde
draaide geweest zijn, nog vóór die officieel binnen het Vanguard project gesanctioneerde
satelliet en natuurlijk ook vóór de Spoetnik
, aldus Dickson. Von Braun en Ordway
205
bevestigen deze gang van zaken en concluderen dat in 1956 en tot in 1957 het leger
telkens tegen ABMA ageerde. ABMA argumenteerde niet tegen de Vanguard maar vóór
de Juno C met de vierde trap die het de Juno 1 gemaakt zou hebben.206
Het spel van Von Braun en Medaris en hun team om de eersten te willen zijn met hun
Juno C-satelliet was duidelijk. Op 15 oktober 1956 schreef Time in een artikel over de
voortgang van Vanguard-project dat geheimzinnigheid altijd geruchten oproept. Een
wijdverspreid gerucht in de rakettenbussiness was dat het leger de toss zou winnen en
zijn raket eerder de ruimte zou krijgen dan de Vanguard van de marine.
‘Leader of this dark plot, according to rumor, was famed Wernher von Braun, chief
creator of the V-2. ….Unless stopped by higher authority, Army missile men try to beat
the Navy into space.’207
Dickson meent dat het artikel alle kenmerken droeg van sturing vanuit ABMA, waar
men gefrustreerd was vanwege de geringe aandacht die de geslaagde proef met de Juno
C-raket had gekregen. Op 26 november 1956 kreeg het prestige van het ABMA een
nieuwe klap. De minister van defensie Charles E. Wilson gaf elk van de drie
krijgsmachtonderdelen specifieke rakettaken. Zo diende de marine zich te concentreren
op raketten die vanaf schepen gelanceerd worden, de luchtmacht werd belast met de
raketten voor de lange afstand en het leger, i.c. ABMA, diende zich te beperken tot
raketten met een bereik van maximaal 320 kilometer. In zijn order werd de ruimte niet
vermeld. De ontwikkeling van de Jupiter-raket werd toegewezen aan de luchtmacht
waarbij ABMA alleen als leverancier van onderdelen diende te fungeren. Deze
psychologische negatieve uitwerking in Huntsville, Alabama, waar het hoofdkwartier
205
206
Dickson, Paul, Sputnik The Shock of the Century, 89;
Von Braun, Wernher and Frederick I Ordway III, History of Rocketry and Space Travel, 162; gecursiveerd
92
van ABMA was gevestigd, was hevig, niet alleen in de laboratoria en fabrieken maar ook
in de stad. Madaris noemde het later
‘ “and morale reached an all-time low.” ’208
Dickson meent dat Wilsons beslissing de rivaliteit tussen de verschillende
krijgsmachtonderdelen, over hun rol met betrekking tot de raketten, verergerde in plaats
van bedaarde. Hij maakt een vergelijking met de situatie na de afloop van de 2 e
Wereldoorlog over de controle van de atoombom, waarbij de rivaliteit ook hoog opliep
en die eindigde met de verlening door de federale overheid van het toezicht op nucleaire
wapens aan een burgerlijke instantie, de Atomic Energy Commission. 209
Charles A. Lindberg, die in 1927 als eerste de Atlantische Oceaan alleen en non-stop
overvloog, lid van de commissie die in 1955 de keuze had gemaakt voor de wapens per
onderdeel, bezocht ABMA in het najaar van 1957 na de lancering van de Spoetnik I. Von
Braun toonde hem bij zijn bezoek één van de modellen en vertelde van zijn plannen om
een satelliet in de ruimte te brengen, maar dat het hem niet nog gelukt was de daarvoor
benodigde vergunningen en gelden bijeen te krijgen, maar dat hij binnenkort zou slagen.
Lindbergh meent dat als Von Braun de vergunningen en gelden bijeen gekregen had, de
eerste Amerikaanse satelliet maanden voor de Spoetnik I gelanceerd had kunnen
worden.210
Lindbergh, die al tijdens de jaren dertig in de vorige eeuw blijk had gegeven van
fascistische sympathieën, voegde in zijn voorwoord voor het boek Vanguard: A History
van de hand van Constance Mc Laughlin Green en Milton Lomask (Washington,
in origineel;
Dickson, Paul, Sputnik The Shock of the Century , 89-90;
208
Ibidem, 90;
209
Ibidem, 91;
210
NASA SP –4202, 1970, new page 125. Lindbergh’s verhaal was gedateerd 11 augustus 1969.
Overgenomen uit Dickson, Paul, Sputnik The Shock of the Century , 91;
207
93
Smithsonian Institution Press, 1971) aan de vermelde oorzaken van de achterstelling van
de legersatelliet ten opzichte van de Vanguard van de marine, toe:
‘that any conclusion drawn would be incomplete without taking into account the
antagonism still existing toward von Braun and his co-workers because of their service
on the German side op World War II.’211
De Amerikaanse bevolking had overigens geen interesse in de perikelen tussen de
marine en het leger over welke organisatie belast werd met de ontwikkeling van
satellieten. Volgens Dickson bleek uit opinieonderzoeken die in 1957 voor de lancering
van de Spoetnik in de Verenigde Staten werden gehouden, dat de meeste Amerikanen al
helemaal niet wisten wat een satelliet was. De Baltimore Sun, het voornaamste dagblad
in de staat Maryland, publiceerde in 1957 de resultaten van een onderzoek onder de
inwoners in die staat, waaruit bleek dat maar 15% van de geïnterviewden wist dat de
Vanguard-satelliet gebouwd werd door de in die staat gevestigde hoofdaannemer Martin
Company.212
Na testvluchten met de Vanguard T(est) V(ehicle) 0, 1 en 2 resp. in december 1956, mei
1957 en op 23 oktober 1957 was de eerste geheel geslaagde vlucht met de TV-3 met op
de kop de Vanguard-satelliet op 27 oktober 1957. Toen werd met de Viking-raket, met
een lading van ± 2.000 kilo, een hoogte van 180 kilometer en een afstand van 640
kilometer bereikt.213 John P. Hagen, de leider van het Vanguard Project had Eisenhower
geïnformeerd over het testkarakter van deze vlucht en dat het bedoeling was dat de
officiële lancering van de satelliet pas met de zesde Viking-raket zou plaatsvinden. Maar
tot Hagens verbijstering en ergernis gaf James Hagerty, de perschef van het Witte Huis
op 11 oktober 1957 een bericht uit waarin bekend werd gemaakt dat in december 1957,
al met de vierde vlucht,
211
Dickson, Paul, Sputnik The Shock of the Century, 261;
Ibidem, 93;
213
Von Braun, Wernher and Frederick I Ordway III, History of Rocketry and Space Travel, 161;
212
94
‘Vanguard would launch a satellite bearing test vehicle.’214
Dit werd algemeen ervaren als de aankondiging van de eerste Amerikaanse satelliet en
werd door Hagen en zijn team opgevat als een bevel de Vanguard-satelliet in een omloop
rond de aarde te brengen en dat moest dan met een nieuwe en nog te weinig geteste
Viking-raket. De aankondiging zette alle betrokkenen onder grote druk, maar de
lancering ging door. Dicksons wijdt vier bladzijden aan deze de voor Amerika zo
belangrijke gebeurtenis en de gevolgen daarvan. De grote dag was op woensdag 4
december 1957 aangebroken, precies twee maanden na de Russische lancering van de
Spoetnik, aldus Dickson. Verslaggevers uit de gehele wereld vochten om perskaarten en
duizenden Amerikanen, ‘bird watchers’, hadden zich op de stranden nabij Cape
Canaveral verzameld om vanuit hun stoelen getuige te zijn hoe Amerika probeerde weer
de controle te krijgen over zijn toekomst en daarbij zijn verloren prestige trachtte te
herwinnen. 215
Als gevolg van de weersomstandigheden en technische mankementen moest de lancering
enkele keren uitgesteld worden. De minister van Buitenlandse Zaken Foster Dulles was
zeer verbolgen over het uitstel en wilde dat voortaan de Verenigde Staten datum noch
uur van een lancering zouden vrijgeven, omdat uitstel zeer nadelig was voor de
buitenlandse betrekkingen van de Verenigde Staten.216 Maar eindelijk was het dan zover.
Op vrijdag 6 december 1957 om 11.44 uur,
‘with the whole world watching, the slender vehicle rose a few feet off the launch
platform, shuddered slightly, buckled under its own weight, burst into flames and
collapsed.’,
214
Dickson, Paul, Sputnik The Shock of the Century, 154;
Ibidem, 155;
216
Ibidem,156;
215
95
aldus Dickson.217 Het personeel belast met de lancering nam de mislukking laconiek op,
borg de satelliet van nog geen 2 kilo en ruimde de ontstane rommel op. 218
Politiek was de schade van de smadelijke misser veel groter en werd een nationale ramp
genoemd. Zo noemde de Democratische senator Lyndon B. Johnson de mislukte
lancering ‘most humiliating’.219 Over de gehele wereld werden beelden van Cape
Canaveral op die zesde december 1957 getoond. Maar wat pers, politici en publiek niet
wisten, was dat het een nieuwe en nog niet geteste raket betrof en dat een mislukking
voor het Vanguard-team niet onverwacht kwam.
Volgens Dickson was de druk vanuit het Witte Huis de reden om de geplande test om te
zetten in een poging een satelliet te lanceren, maanden vooruit op het schema. De
voorstanders van het Vanguard-project hadden het zwaar te verduren en zoals vaker bij
mislukkingen had de pers het gedaan. Haar publicaties hadden bij het publiek onredelijke
verwachtingen gewekt. Het publiek en de pers hadden het echter gehad met de
Vanguard. De New York Times noemde in een commentaar de neergestorte, of beter
gezegd amper van de grond gekomen, raket Sputternik. De New York Herald-Tribune,
een van de uitgesproken voorstanders van de Vanguard, noemde de raket Goofnik en
Time veronderstelde dat menigeen dacht dat de naam van het project wel gewijzigd zou
worden in Project Rearguard. De Russische spreekbuis van de staat, het dagblad Prawda
had als koppen boven zijn commentaar: ‘Oh, What a Flopnik’ en ‘Publicity and Reality’.
Maar ook in Engeland en Canada waren er sarcastische koppen in de kranten als ‘Ike’s
Sputnik is Dudnik’, ‘U.S Calls It Kaputnik’ en ‘Ike’s Phutnik’.
Dickson sluit de paragraaf over de mislukking op 6 december 1957 af met een leuk
incident dat zich op die dag heeft afgespeeld. Maar dat was nog niet alles. Op dezelfde
ochtend bood de sovjetdelegatie op het hoofdkantoor van de Verenigde Naties in New
217
218
Dickson, Paul, Sputnik The Shock of the Century, 157;
Ibidem;
96
York formeel de Verenigde Staten financiële hulp aan als onderdeel van een programma
om achtergebleven landen te assisteren.
‘America’s humiliation was complete.’220
McDougalls lezing over het Vanguard-project
komt globaal overeen met die van
Dickson. Ook hij verhaalt over het incident bij de Verenigde Naties. Hij wijst voorts op
de negatieve effecten voor het Vanguard-project dat leed onder de schande waarvan het
zich niet meer los kon maken. Bovendien, hoe spijtig ook voor de marine, kreeg het
leger het groene licht om de lancering van de Juno C voor te bereiden.
Verrassend is dat Wernher von Braun, die daar immers alle reden toe had, omdat zijn
project met de Juno maar tweede keus was, en Frederic I Ordway III in hun boek
History of Rocketry & Space Travel geen aandacht besteden aan de mislukte lancering.
Voor Ernst Stuhlinger en opnieuw Frederic I Ordway III in hun boek Wernher von
Braun Crusader for Space is de mislukte lancering van de Vanguard maar twee zinnen
waard.
In januari 1958 kwam de rivaliteit tussen het leger en de marine om de eerste
Amerikaanse satelliet te lanceren tot een hoogtepunt. De prijs voor de winnaar was, naar
de rivalen vermoedden, een voorkeur bij de gunning van toekomstige ruimtevluchten.221
De marine wilde het echec in december 1957 compenseren met een nieuwe lancering van
de Vanguard, maar als gevolg van regen en technische problemen moest men van een
lancering in januari 1958 afzien. ABMA had het plan om op 29 januari 1958 zijn Jupiter
C raket met de satelliet Explorer I - die naam kreeg de satelliet overigens pas na de
gelukte lancering op 31 januari 1958 - van Cape Canaveral te lanceren. Men had maar
weinig mogelijkheden op uitstel omdat dan het Naval Research Laboratory (NRL) met
zijn Vanguard weer de kans zou krijgen om de enige lanceerinrichting op de Cape te
219
220
Dickson, Paul, Sputnik The Shock of the Century, 157;
Ibidem, 159;
97
gebruiken. De leider van ABMA generaal-majoor Medaris wilde maar beperkte
publiciteit om een herhaling van het Vanguard-publiciteitsdebacle te voorkomen als het
met de Jupiter C mis zou gaan. De commandant van Cape Canaveral,
luchtmachtgeneraal Donald N. Yates, had in ruil voor ruime informatie over
lanceerplannen van de pers gedaan gekregen dat zij zich zou onthouden van dramatische
verhalen over de rivaliteit tussen de strijdkrachtonderdelen. Op vrijdag 31 januari 1958
was het dan zover. De terughoudendheid ten opzichte van de pers had gewerkt. Pas op
het laatste moment toen de raketmotoren al gestart waren werd de pers, nog steeds in
groten getale aanwezig op de Cape, geïnformeerd. McDougall schrijft lichtelijk euforisch
over de lancering: Om 23.48 uur ontbrandde de Jupiter. Het eerste Amerikaanse
ruimtevaartuig rees, zoals de Spoetnik vier maanden daarvoor, als een Romeinse kaars in
de donkerte waarmee het de moerassen langs de Banana rivier verlichtte in plaats van de
Aziatische steppen en, door het tijdstip, vrij van de competitie met Gods eigen
zonneschijn. Het besturingssysteem werkte, de volgende trappen kwamen los. Er zat
niets anders op dan te wachten, mogelijk uren, op nieuws van de volgstations.222
Het wachten was vervolgens op het moment dat de satelliet Explorer I in een baan om de
aarde zou komen. Dat lukte wonderwel en vervolgens werd cruciaal of de antennes van
de Explorer uit zouden spreiden om zo het noodzakelijke contact met de volgstations op
aarde tot stand te brengen.
Zo’n honderd minuten na de lancering, op 1 februari 1959 om 0.51 uur, werd een
geslaagde baan om de aarde bevestigd door het Jet Propulsion Laboratory in Pasadena,
New Mexico. Door de luidsprekers op Cape Canaveral en in het Pentagon klonk het
bericht dat het volgstation van het leger in Earthquake Valley, Californië had
221
222
McDougall, Walter E., …..The Heavens and the Earth A Political History of the Space Age, 168;
Ibidem;
98
‘“the bird.” ’223
Dickson en McDougall vermelden Eisenhowers nuchtere reactie tijdens het golfen, een
favoriete bezigheid van hem, toen hij op de hoogte werd gebracht van de succesvolle
lancering:
‘ “That’s wonderful. I surely feel a lot better now. Let’s not make too great a hullabaloo
over this.” ’224
De Explorer I woog maar vijf kilo wat schril afstak tegen van het gewicht van de
Russische Spoetniks, maar er werd wel de Amerikaanse superioriteit in zeer fijne
elektronica mee gevestigd. Zo had o.a. de astronoom James van Allen de apparatuur in
de Explorer ontworpen om mogelijke straling in de ruimte te meten. Die straling bleek
inderdaad aanwezig te zijn, waarmee Van Allen’s naam in de astronomie definitief
gevestigd was, want met diens apparatuur werden
‘...discovered the Van Allen radiation belts girdling the earth.’ 225
Wernher von Braun, met o.a. James van Allen aanwezig in de perskamer in het
Pentagon, zei
‘We have firmly established our foothold in space. We will never give it up again.’’ 226
En even later
‘This is the beginning in the longe range-program to conquer outer space’
welke woorden een voorspellende waarde kregen.227 De kranten op zaterdag waren
vanzelfsprekend enthousiast over de eerste Amerikaanse satelliet. Zo luidde de kop in de
Chigaco Daily News:
‘U.S. Moon Hailed by World, Sends Signal Perfectly’
en in de San Francisco Chronicle:
223
Dickson, Paul, Sputnik The Shock of the Century ,174;
McDougall, Walter E., …..The Heavens and the Earth A Political History of the Space Age, 168 en
Dickson, Paul, Sputnik The Shock of the Century, 174. Beiden citeren uit Eisenhower, Dwight D,
The White House Years: Waging Peace 1956-1961, 256;
225
Ibidem, 168;
226
Stuhlinger, Ernst en Frederick I. Ordway III, Wernher von Braun, Crusader for Space, 138;
224
99
‘First U.S. Moon Circling Globe’.
Newsweek, met de kop van zijn coverstory over de Explorer I:
‘Our Moon: How the Army Came Trough’,
meende dat waarschijnlijk het leger nog nooit in vredestijd zo populair was geweest.228
De marine slaagde op 17 maart 1958 bij de vierde poging een satelliet in de ruimte te
brengen, de Vanguard I, die maar een effectieve lading had van een kleine twee kilo, wat
maar weinig was bij een totaal gewicht van 25 kilo. De eerste twee Amerikaanse
satellieten waren in vergelijking met de Russische Sputniks zo klein dat in het WorldBook
Encyclopedia’s jaarboek voor 1958 over de Amerikaanse satellieten geschreven werd:
‘Rockets experts called it “the grapefruit.” ’229
Maar toch was ook de Vanguard I een wetenschappelijk succes. Zo gebruikte de satelliet
als eerste zonnecellen om elektriciteit op te wekken, waarmee de verbinding met de
aarde tot stand kon worden gebracht en onderhouden. Dickson schrijft in 2000 voorts dat
de oorspronkelijk voor de Vanguard I geschatte levensduur van tweehonderd jaar te
pessimistisch was. De satelliet is momenteel het oudste door mensen gemaakte object in
de ruimte en waarvan verwacht wordt dat die minstens duizend en mogelijk zelfs
tweeduizend jaar om de aarde zal cirkelen.230
Deze peervormige raket draait ook nu zijn rondjes om de aarde. In 1959, na de eveneens
succesvolle lancering van de Vanguard III, werd het project Vanguard door de in 1958
opgerichte NASA, aan welke instantie het Vanguard project was overgedragen,
afgeblazen.
227
Dickson, Paul, Sputnik The Shock of the Century, 177;
Ibidem, 176;
229
Ibidem, 179;
230
Ibidem, 181;
228
100
2-E Hoe reageerden andere Amerikaanse politici zoals ministers en
congresleden op de lancering van de Spoetnik?
Senatoren waren de eerste politici die reageerden op de lancering. De Democraten
onder hen legden de schuld voor de Amerikaanse nederlaag, in vergelijking met de Russische
triomf, bij de regering Eisenhower. De Democratische senator Mike Mansfield (Montana)
noemde de lancering
‘an additional proof that we must not underestimate the scientific skill and the know-how the
Soviet Union.’231
De eveneens Democratische voorzitter van het belangrijke ‘Senate Armed Services
Committee’ Richard B. Russell (Georgia) zei dat de Russische lancering van de satelliet
bevestigde dat de Russen de ICBM geperfectioneerd hadden, waarmee vanuit militair
oogpunt de Verenigde Staten van Amerika geconfronteerd werd met een nieuw en
verschrikkelijk gevaar.232
De Republikeinse senator Styles Bridges (New Hampshire) meende dat de sovjetlancering een onmiddellijke herziening van de nationale psychologie en diplomatieke
aanpak vereiste met een verwijzing naar de nadruk van het Amerikaanse bedrijfsleven en
zijn afnemers op consumentenproducten. De tijd is gekomen, zo zei hij, dat we ons
minder druk moeten maken over de dikte van een tapijt of de het gewicht van de staart,
(die in de jaren vijftig in de vorige eeuw zo populair waren aan auto’s; pb), maar dat we
ons moeten voorbereiden op bloedvergieten en zweet en tranen in het land en in de
gehele vrije wereld om te overleven!233
Volgens McDougall waarschuwden de democratische senatoren Russell, Jackson
(Washington) en Symington (Missouri) voor het ernstige gevaar dat de Sovjet
231
The New York Times van 6 oktober 1957; citaat uit NHN nr. 21, 1 en NHN nr 22, 1;
Washington Post van 6 oktober 1956; citaat uit NHN nr. 21, 1;
233
The New York Times van 6 oktober 1957, bladzijde 43, 7e kolom;
232
101
ballistische raketcapaciteit gedemonstreerd had en beschuldigden zij het Witte Huis van
het achterhouden van de waarheid.234
Lyndon B. Johnson, leider van de Democratische meerderheid in de Senaat, was in 1957
voorzitter van het ‘Preparedness Subcommittee of the Senate Armed Services
Committee’, zag politieke kansen voor zijn partij en zichzelf, daarbij gesteund door zijn
aanhangers in zijn thuisstaat Texas en in de Senaat. Zijn partijgenoot Charles Brewton,
voormalig medewerker van een senator, zond medio oktober 1957 een memo aan de
Texaan George Reedy, een vertrouweling van Johnson. Hij schreef hierin o.a. dat het er
niet toe deed of de satelliet enige militaire waarde had
‘…the important thing is that the Russians have left the earth and the race for control of
the universe has started.’
In vorige eeuwen beheersten de Romeinen de wereld, zo schreef Brewton, daarna
controleerden de Engelsen met hun schepen de wereld en toen de mensheid zich ook in
lucht manifesteerde werden de Verenigde Staten superieur door de luchtvaart.
‘Now the Russians have moved into outer space’.
De eerste noodzakelijke stap was een onpartijdig onderzoek door het Congres en dat de
daarbij te stellen vragen duidelijk dienden te zijn.
‘Has the civilian economy been overly pampered? Have balanced budgets jeopardized
world security? What is wrong with American education? If the issue has a merit, the
politics will take care of themselves.’235
Hoewel Johnson geen adviseurs nodig had die hem instructies gaven hoe te handelen in de
politiek, gaf het memo van Brewton via Reedy aan Johnson wel weer hoe de Democraten
over de recente ontwikkelingen dachten.
Op 3 november 1957 lanceerden de Russen met succes hun tweede satelliet Spoetnik II
waardoor de politieke en emotionele spanning in de Verenigde Staten opnieuw toenam.
234
235
McDougall, Walter E., …..The Heavens and the Earth A Political History of the Space Age, 142-143;
Ibidem, 149, met verwijzing naar een memo van Charles Brewton, LBJ Library, Senate Papers, Box 421;
cursiveringen ook in het origineel.
102
De volgende dag keurde de senaat een voorstel van de voorzitter van de ‘Senate Armed
Services Committee’, Richard B. Russell, goed om een subcommissie een onderzoek te
laten instellen naar de satelliet en ruimteprogramma’s van de regering Eisenhower. Deze
commissie, ‘Senate reparedness Subcommittee’, met vier Democratische en drie
Republikeinse senatoren en ondersteund door een uitgebreide staf, begon op 25
november 1957 onder leiding van Johnson met haar verhoren van tientallen deskundigen
zowel uit de strijdkrachten als uit de wetenschap.
In zijn openingstoespraak verweet Johnson de regering dat haar informatie niet adequaat
zou zijn. Voor een groot publiek van nieuwsgierige journalisten en van cameraploegen
zei Johnson dat het de taak van zijn commissie was de feiten over de toestand van de
Amerikaanse veiligheid te onderzoeken. Immers, het Amerikaanse volk leefde in de
veronderstelling dat hun land een voorsprong had op de Sovjet-Unie op de terreinen van
wetenschap en wapens. Met de lancering van de Spoetniks was aan die voorsprong een
einde gekomen. Johnson concludeerde dat de beide satellieten een grotere uitdaging
vormden dan in 1941, ze waren een technologische ‘Pearl Harbor’236
De hoorzittingen duurden tot 23 januari 1958. Er werden 78 getuigen gehoord, waarvan
de schriftelijke vastlegging ruim 2.300 bladzijden vereiste. Op enkele getuigenissen
wordt hier nader ingegaan. De eerste getuige was de fysicus Edward Teller, de ontwerper
van de waterstofbom. Hoewel deze geen directe relatie met de ruimtevaart had was zijn
relaas, volgens McDougall, politiek ideaal, daar Teller de havik in de wereld van de
wetenschap was.237 Teller was van oordeel dat de Spoetnik voor de wetenschappers een
236
McDougall, Walter E., …..The Heavens and the Earth A Political History of the Space Age, 152, over
genomen uit: US Senate, Committee on Armed Services, Inquiry into Satellite and Missile Programs
Hearings Before the Preparedness Investigating Subcommittee, 85th Congr., 1st and 2nd Sess.(Washington
D.C, 1958), vol.1 pp. 1-2;
237
McDougall, Walter E., …..The Heavens and the Earth A Political History of the Space Age, 152, over
genomen uit: US Senate, Committee on Armed Services, Inquiry into Satellite and Missile Programs
Hearings Before the Preparedness Investigating Subcommittee, 85th Congr., 1st and 2nd Sess.(Washington
103
veel kleinere verassing was dan voor het publiek.238
Hij wist niet of de Russen al over operationele ICBM’s beschikten, maar hij hoopte van
niet. De Russen, aldus Teller, waren de USA voorbijgestreefd en de Verenigde Staten
hadden niet langer een beslissende positie op bijna elk wetenschapsterrein. Teller meende
ook dat:
The “captured German scientists” story was a myth; the Soviets had done it on their
own.’239
Hij zei voorts dat er geen afdoend bewijs was dat de Spoetnik II een halve ton woog,
maar hij achtte het niet aannemelijk dat de Russen op dit punt zouden bluffen.240
Vannevar Bush was de volgende getuige. Deze gaf toe dat hij de snelheid in de
ontwikkeling van de ICBM en de capaciteiten van de Russen in het algemeen onderschat
had.
‘By comparison, he said, Americans were complacent, egoistic, and spoiled. But
Sputnik was “one of the finest things that Russia ever did for us. …. It has waked this
country up.” ’
Bush vroeg meer geld voor de wetenschap en het onderwijs en meer respect voor de
wetenschapper.241
Volgens Dickson, in zijn summiere verslag van de zittingen, was de eerste conclusie van
de hoorzittingen dat Verenigde Staten van Amerika in grote problemen waren geraakt.
Zeker twee getuigen zeiden dat het minstens tien jaar zou gaan kosten om de Russen in de
ruimtevaart in te halen. Bij de enkele getuige die meende dat het niet zo ernstig was en
dat er geen reden voor paniek was reageerde Johnson cynisch. Zo verwachtte de
staatssecretaris voor Defensie Donald Charles bijvoorbeeld dat het totale Amerikaanse
ruimtevaartprogramma snel een voorsprong zou krijgen op het Russische en dat er geen
D.C, 1958) 152;
Congres, Senate, Preparedness Investigating Subcommittee of the Armed Services, Part I Hearings,
November in NHN 22, 13;
239
McDougall, Walter E., …..The Heavens and the Earth A Political History of the Space Age, 152
240
Congres, Senate, Preparedness Investigating Subcommittee of the Armed Services, Part I Hearings,
November 25 1957, 36, geciteerd in NHN 21, 17;
238
104
reden was om het Amerikaanse programma te versnellen na de Spoetnik.242 Johnson legde
dat uit als een teken van kalmte namens het Pentagon en president Eisenhowers Witte
Huis.
‘ “he net of it is,” Johnson said with a drawl, “that the American people can have adequate
defense and eat their cake too; and even have whipped cream on it.” ’243
Ook Wernher von Braun werd door de commissie gehoord. Op de vraag of de Russen
een waterstofbom op Washington zouden kunnen laten vallen, antwoordde hij
‘ “I would think so. Yes. Sir.” ’244.
Het tweede thema van het onderzoek was of en in hoeverre Eisenhowers Witte Huis en
de leidinggevenden van het ministerie van Defensie Amerika’s voorsprong in de ruimte
hadden verspeeld. De directeur van het Vanguard-project John P. Hagen vertelde
Johnson en zijn collega’s dat zijn raket de Spoetnik in de ruimte had kunnen verslaan als
de Vanguard maar een hogere prioriteit had gekregen. Dat had hij al in 1955 gevraagd
maar nooit enig antwoord ontvangen had.245 Volgens Dickson was het echte bewijs, voor
de stelling dat Amerika zijn voorsprong verspeeld had, dat de Jupiter C-raket, die op 20
september 1956 gelanceerd werd een satelliet had kunnen bevatten. 246 Hij baseert zijn
stelling op de schriftelijke verklaring aan de commissie van de fysicus James A. Van
Allen, waarin deze verklaarde dat het leger een satelliet van ruim zeven kilo in de ruimte
had kunnen brengen. Van Allen verklaarde voorts, dat hoewel hij tot eind oktober 1957
aan de Vanguard gewerkt had, hij de beslissing om daarmee verder te gaan afkeurde.247
De generaals van het leger openden, volgens Dickson, gezamenlijk de aanval op de
regering Eisenhower. Zo zei generaal M. Gavin in zijn verklaring voor de commissie, dat
McDougall, Walter E., …..The Heavens and the Earth A Political History of the Space Age, 153;
Dickson, Paul, Sputnik the Shock of the Century, 152;
243
Ibidem;
244
Ibidem;
245
Ibidem;
246
Ibidem;
247
Ibidem;
241
242
105
plannen van het Huntsville team vijf keer afgewezen waren. Dat hij, Medaris en Von
Braun, omdat ze zo bezorgd waren dat de Russen als eersten de ruimte zouden bereiken,
gesproken hadden over de mogelijkheid om de eerste sovjetraket neer te schieten, maar
dan moest dat wel een militaire satelliet zijn, groter zijn dan de puur wetenschappelijke,
zoals de Spoetniks.248 Dickson meent dat de duidelijke implicatie, besloten in Gavins
verklaring, was dat de president en zijn minister van Defensie de belangen van het land
beschadigd hadden door niet te luisteren naar die generaals en ook hun leiderschap op dit
terrein niet aanvaard hadden.249
Het derde thema dat, volgens Dickson, onderdeel van de hoorzittingen uitmaakte werd
aangedragen door de als getuigedeskundigen opgeroepen wetenschappers en ingenieurs.
Deze getuigen waren veel optimistischer. In plaats van de satellieten als wapens te
beschouwen, zagen ze in de ballistische raketten mogelijkheden waarvan de mensheid
zou kunnen profiteren.250
Hun getuigenissen zorgden voor veel minder spectaculair nieuws en dus minder
krantenkoppen dan de charismatische oproepen van Gavin, Medaris en Von Braun.
Dickson sluit de paragraaf over de hoorzittingen af met de vermelding van een deel van
de toespraak van de historica Eilene Galloway tijdens een in 1997, veertig jaar na de
lancering van Spoetnik I, gehouden conferentie met als motto ‘Reconsidering Sputnik’
waarbij zij de ambivalente opstelling van de burgerwetenschappers en de technische
wereld treffend aanduidde. Volgens haar was de gewenste oplossing tweedimensionaal:
de ruimte te bewaren voor vreedzame exploratie en gebruik en tegelijkertijd te
voorkomen dat de ruimte een nieuw oorlogsterrein zou worden.
‘ This situation was a classic case of presenting a choice between good and evil.” ’251
248
Dickson, Paul, Sputnik the Shock of the Century ,152;
Ibidem;
250
Ibidem;
251
Ibidem, 154;
249
106
McDougall besteedt in zijn beschrijving van de hoorzittingen niet alleen aandacht aan de
militaire aspecten van de rakettechnologie en de ruimtevaart. Na zijn samenvatting van de
verhoren van de burgers Vannevar Bush en Teller op de eerste dag, zoals hiervoor al
weergegeven, vermeldt hij dat Jimmy Doolittle van de NACA waarschuwde dat Rusland
de Verenigde Staten op elk terrein zou verslaan tenzij de laatste direct een sterke impuls
gaf aan militair onderzoek en ontwikkeling. Ook aan de verhoren van de kopstukken uit
de regering besteedt McDougall aandacht, in tegenstelling tot Dickson. De minister van
Defensie Neil McElroy legde aan de commissie uit waarom aan het Vanguard-project een
lagere prioriteit was gegeven dan aan de ICBM- en IRBM -programma’s. Zijn staatssecretaris Donald Quarles bleef erbij dat de Verenigde Staten aan kop lagen in elektronica,
ontwerp van raketten, de luchtvaart, in alles met uitzondering van de bouw van raketten
met een zeer hoog stuwvermogen, maar dat deze raketten te groot waren voor efficiënte
ICBM’s.252 Maar hun getuigenissen over de Amerikaanse positie op de terreinen van
rakettechnologie en ruimtevaart bleven holle woorden zolang de Spoetniks als enige om de
aarde cirkelden. Het gehele verhaal achter de keuze tussen de Vanguard en Jupiter kwam
volgens deze auteur, in elk geval tijdens de openbare zittingen van het comité, niet over het
voetlicht. Aan het einde van de eerste dag van de hoorzittingen tegen middernacht,
‘Johnson reminded the remaining onlookers that this was indeed Pearl Harbor and that
in such an atmosphere there were no Democrats and Republicans, only Americans.’ 253
Toen de commissie in december 1957 weer bij elkaar kwam, verdrong het
nieuws over de voor Amerikanen onverdraaglijke mislukking van de lancering van de
Vanguard en verklaringen daarover door boze getuigen, het nieuws over de hoorzittingen
van de voorpagina. Enerzijds werd het publiek door de media verteld dat het publiek om
zondebokken en redders vroeg bij de mislukte lancering terwijl anderzijds de commissie
252
253
Dickson, Paul, Sputnik the Shock of the Century, 154;
Ibidem;
107
meningen inventariseerde en kennis nam van de bittere rivaliteit tussen de
krijgsmachtonderdelen, gebrek aan financiën en bureaucratisch gebrek aan visie.
‘Such specific explanations should have served to cast doubt on the general
explanations including American complacency, self-indulgence, and poor education.’
aldus McDougall.254 Ten aanzien van het niveau van technici gaf de onderwijswereld
tegengas voor de commissie. Bestuurders van technische universiteiten waren ronduit
gebelgd over kwalificaties dat afgestudeerden aan hun instituten inferieur waren aan de
Russische technici. Maar de feiten deden er niet meer toe. De vernedering van Amerika,
zoals die door de pers en in de publieke opinie gevoeld werd, verzwakte het geloof in de
overheid en diens waarden, meent McDougall. 255
Hij verhaalt vervolgens over een parade van kopstukken van het leger, die het comité
trakteerden met aanvallen op het bezuinigingsbeleid van de overheid dat leidde tot een
strategische kwetsbaarheid van de landstrijdkrachten juist op het moment, dat als gevolg
van de nucleaire impasse tussen de USSR en de USA, hun belang zo toenam.
Landmachtgeneraal James Gavin meende dat
‘it is “absolutely vital” for the United States to occupy the moon.’ 256
Generaal John Bruce Medaris en Wernher von Braun vroegen de aandacht van de
commissie de verstandige keuze van de Russen om de rakettechnologie, en alles wat
daarmee samenhing, bij de artillerie onder te brengen en niet bij de luchtmacht. Zij
beloofden Johnson en zijn collega’s een satelliet en een ruimteraket met een enorme
stuwkracht, indien het leger voor de ontwikkeling en de bouw daarvan het groene licht
kreeg. Een dergelijke raket zou geen ICBM zijn, zo legde Von Braun uit, maar de
sleutel voor de militaire controle van de ruimte. Hij zei voorts dat de beste methode om
de ruimte te veroveren was alle inspanningen daartoe te centraliseren in
254
255
McDougall, Walter E., …..The Heavens and the Earth A Political History of the Space Age, 153-154;
Ibidem;
108
‘a national space agency’. ‘It would not handle military missions, but rather long-range
space development including manned spaceflight and a space station’,
zo vatte McDougall dit deel van Von Braun’s getuigenverhoor voor de commissie
samen.257 Hieruit blijkt eens te meer dat Von Braun de juiste visie had op de
ontwikkelingen die zich in het decennium daarna in de Verenigde Staten zouden
voordoen. Toen de commissie voor de Kerstvakantie uit elkaar ging, onderschreef
Johnson het gewicht van de hoorzittingen opnieuw, als bij de eerste zitting op 25
november 1957, toen hij stelde:
‘ “I think that all of us remember the day after Pearl Harbor. There were no
internationalists and no isolationists; no Republicans and no Democrats……” ’258
Een paar dagen voor Kerstmis 1957 lekten delen uit het Gaither Report uit door een
publicatie in de Washington Post, zoals al eerder vermeld (op bladzijde 78). Voorzitter
Johnson van het Preparedness Investigating Subcommittee of the Armed Services vroeg
vrijgave van het rapport maar Eisenhower weigerde en verdenkingen van een ‘cover up’
namen toe, schrijft McDougall. In januari 1958 werden de hoorzittingen voortgezet.
Toen verschenen o.a. vertegenwoordigers van belangrijke Amerikaanse bedrijven voor
raket- en ruimtevaarttechnologie als Lockheed, RCA, Aerojet General, General
Dynamics voor de commissie. Dezen pleitten als één man voor een ‘technology race’
met de Sovjets. De luchtmachtgeneraal Bernard A. Schriever bevestigde het belang van
de luchtmachtproducten als de WS-117L en wees op de superieure contacten van de
luchtmacht met het bedrijfsleven in vergelijking met die van het leger. Hij was een
tegenstander van de optie van een enkele ruimteorganisatie, zoals Von Braun
gepropageerd had voor het comité in december 1957. Generaal Medaris, de chef van Von
Braun bij ABMA, was het op dit punt eens met Schriever. McDougall vat de
eensgezindheid van de krijgsmachtonderdelen op dit punt kernachtig samen:
McDougall, Walter E., …..The Heavens and the Earth A Political History of the Space Age, 153-154;
Ibidem, 155;
258
U.S. Senate, Inquiry into Satellite and Missile Programs, vol. 1, p.1004, als geciteerd in
256
257
109
‘Medaris agreed with the USAF rival, for a change - none of the services wanted to lose
its share of the action to a single space agency.’259
In het rapport van het Preparedness Investigating Subcommittee of the Armed Services
over de hoorzittingen werd vastgesteld dat de Sovjets een voorsprong hadden op de
Verenigde Staten bij de ontwikkeling van de raketten en het aantal onderzeeboten, dat de
Russen hun achterstand ten opzichte van de Verenigde Staten in de luchtvaart inliepen,
dat zij efficiënter waren in onderzoek en ontwikkeling, de leiding hadden in de
ruimtevaart en hun technici en wetenschappers tot grotere prestaties aanzetten. Johnson
publiceerde een lijst met zeventien aanbevelingen voor de Senaat, het Witte Huis, de pers
en het publiek. De belangrijkste aanbevelingen waren: versterking van het Strategic Air
Command, versnelling van de productie van raketten, onderzoek en ontwikkeling van
een antiraketsysteem, een programma om een raketmotor met een stuwkracht van een
half miljoen kilo te bouwen, een bemand raketsysteem en de reorganisatie van het
ministerie van Defensie.
Een belangrijke passage uit het rapport van de Johnson-commissie neem ik hier over:
We have reached a stage of history where defense involves the total effort of a nation…
There can be no adequate defense for the U.S. except in a reservoir of trained and
educated minds…. The immediate objective is to defend ourselves. But the equally
important objective is to reach the hearts and minds of men everywhere so that the day
will come when the ballistic missile will be merely a rusty relic in the museums
of mankind…. 260
De invloedrijke fysicus Herbert York, in 1958 benoemd als eerste ‘Director of Defense
Research and Enginering’, een nieuwe functie ingesteld op basis van de ‘Defense
Reorganization Act’ van dat jaar, was positief over de zeventien voorstellen van het
Johnson Comité. Terugkijkend in 1970 vond hij de lijst weliswaar incompleet en de tekst
McDougall, Walter E., …..The Heavens and the Earth A Political History of the Space Age, 155;
U.S. Senate, Inquiry into Satellite and Missile Programs, vol. 1, p.1004, als geciteerd in
McDougall, Walter E., …..The Heavens and the Earth A Political History of the Space Age, 155;
260
Ibidem;
259
110
soms vergezocht maar superieur aan soortgelijke lijsten die toen binnen de overheid
circuleerden, opgesteld door de legeronderdelen zelf.
‘I find this fact a very resassuring commentary on the relative wisdom of legislators and
statesmen vis-à-vis experts (in this case, military men and technologists).’261
Een zeldzaam compliment van een wetenschapper aan politici.
McDougall sluit het hoofdstuk ‘“A New Era of History” and a Media Riot’, dat de
politieke ontwikkelingen in de Verenigde Staten in het najaar van 1957 beschrijft, af met
een citaat waarmee hij, naar mijn mening, het haast vanzelfsprekend volledig eens is, van
de filosoof Eric Hoffer uit diens boek Before the Sabbath (New York, 1979, 55)
‘ “ What were the terrible 1960s and where did they come from? To begin with, the
1960s did not start in 1960. They started in 1957… The Russians placed a medicine-ball
sized satellite in orbit… We reacted hysterically. . ..Teller and Gavin, Lyndon Johnson
or Henry Luce of Life magazine- their words no longer sounded like those of some
future decade. Rather Eisenhower suddenly sounded those of a past.” ’262
Positiever was dat de aanbevelingen in het rapport van de Johnson-commissie
snel werden ingevuld. In hoofdstuk 2-G ga ik hier nader op in.
Foto afgedrukt in: Dickson, Paul, Sputnik the Shock of the Century, 152;
261
262
York F. Herbert, Race to Oblivion A Participant’s View of the Arms Race, 120-121;
McDougall, Walter E., …..The Heavens and the Earth A Political History of the Space Age, 155;
111
2-F De reacties van de wetenschap en het publiek op de lancering van de Spoetnik
Amerikaanse wetenschappers meenden direct na de lancering van de Spoetnik op
4 oktober 1957 dat de Verenigde Staten het zichzelf konden verwijten een grote
achterstand op de Sovjet-Unie te hebben opgelopen op de terreinen van de ruimtevaart en
rakettechnologie. Zo zei Dr. Israel M. Levitt, directeur van het planetarium van het
Franklin Instituut, in de New York Times van 6 okober 1957:
‘ “incredible stupidity” kept the United States from beating Russia.’ 263
In LIFE zegt dr. Alvin Weinberg, directeur van Oakland Ridge Laboratories,
‘Interservice competition in making of missiles is for the birds. What if we’d tried
competition to make the H-bomb! We need one big central laboratory which merges all
research on satellites and missiles.’264
In TIME van 21 oktober 1957 sluit Trevor Gardner, voormalig staatssecretaris van de
luchtmacht en toen belast met het ‘ballistic missile program’ zich bij Weinberg’s kritiek
aan:
‘We have presently at least nine ballistic-missile programs, all competing for roughly
the same kind of facilities, the same kind of brains, the same kind of engines and the
same public attention.’
Dr. Athelstan Spilhaus, decaan van de technische faculteit van de Universiteit van
Minnesota en lid van de delegatie naar de IGY conferentie, die al in 1954 een pleidooi
hield voor de bouw van een Amerikaanse satelliet wijt de achterstand aan
‘too few scientists in industry management jobs, not enough money for basic research or
science teachers.’265
Wetenschapper George Price, een veteraan van het Manhattan Project, verklaarde
‘Unless we depart utterly from our present behavior, it is reasonable that by no later than
1975 the United States will be a member of the Soviet Union Socialist Republics.’ 266
263
aangehaald in NASA Historical Note (NHS) 21,1;
LIFE, 21 oktober 1957, bladzijde 23;
265
LIFE, 21 oktober 1957, bladzijde 22;
266
citaat overgenomen in een redactioneel commentaar in LIFE van 28 november 1957, bladzijde 34;
264
112
Dr. James Killian zei bij zijn benoeming in november 1957 door Eisenhower tot diens
‘Special Presidential Assistant for Science and Technology’:
‘I shall move as rapidly as possible to marshal the best scientific and engineering
judgement and creative talent in the U.S ….to integrate American Science in every
proper way into national policymaking.’ 267
Er waren ook andere geluiden. De invloedrijke astronoom Harlow Shapley, van 1921 tot
1952 directeur van het Harvard Observatory en van 1939 tot 1944 voorzitter van de
‘American Academy of Arts and Sciences’, zette zich in The NATION van 26 oktober
1957 af tegen de competitie tussen Amerikanen en Russen en het zich toe-eigenen door
die landen van de vooruitgang in de wetenschap in het algemeen. Daar ik, weliswaar als
leek en gewone burger, volledig kan instemmen met zijn visie, neem ik twee belangrijke
passages uit zijn artikel hier over. Shapley meent dat de vooruitgang van de wetenschap
van alle tijden was en niet alleen ontwikkeld in de Verenigde Staten of de USSR. Hij
stelt vast dat zowel atoomenergie als kunstmatige satellieten internationaal eigendom en
ontdekkingen zijn. Einstein bouwde zijn werk voort op dat van Italiaanse, Duitse en
Russische wetenschappers. Japanse, Deense, Italiaanse Duitse, Amerikaanse, Engelse en
Russische onderzoekers waren betrokken bij de ontdekking van de veranderbare atomen;
de sovjetsatelliet-ingenieurs hadden gedetailleerde plannen beschikbaar van de
Amerikaanse tot dan nog niet gelanceerde Vanguard satelliet, waarvan immers de
blauwdrukken volop afgedrukt waren in populaire- en technische tijdschriften.
Indeed, most great scientific advances are international in origin.268
Na een opsomming van de herkomst van een aantal wetenschappelijke ontdekkingen en
ontwikkelingen besluit hij zijn artikel, met een nuchtere oproep om meer over de grenzen
te kijken.
267
268
geciteerd in TIME van 18 november 1957, bladzijde 16 kolom 2;
Harlow Shapley Moonstruck U.S.A. 1. Satellite Hysteria…., artikel in ‘The NATON’, 26 oktober 1957,
277-278;
113
Al deze ontwikkelingen zijn het gevolg van ideeën en handelingen van de mens voor de
gehele wereld. Daarbij wordt aan nationale grenzen voorbijgegaan. Het is van geen enkel
belang of de eerste kunstmatige satelliet vanuit Noord-Rusland danwel uit het zuiden van
Florida wordt gelanceerd.
‘Once it is on the way it can best be tagged as the first of many rich fruits of the new
running International Geophysical Year.’269
Shapley bleek met zijn artikel over een vooruitziende blik te beschikken. Nadat de Koude
Oorlog in 1989, met als voornaamste partijen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie,
beëindigd werd, is er een steeds groeiende samenwerking tussen alle ontwikkelde landen
ontstaan op alle gemeenschappelijke terreinen en speciaal op die van ruimtevaart en
rakettechnologie.
In het weekblad TIME is een rubriek ‘Letters to the Editor’. De brieven van lezers aan
de redactie worden hierin, door de redaktie ingekort tot één of twee regels per brief,
vermeld. In de nummers van het weekblad vanaf 28 oktober 1957 tot eind 1957 (tot dan
heb ik het na kunnen gaan) gaven tientallen Amerikanen en ook buitenlandse lezers blijk
van vaak een cynische en soms sarcastische visie op de Russische prestaties en de door
hen ervaren achterstand van Amerika op de terreinen van ruimtevaart en
rakettechnologie.
Enkele brieven volgen:
‘Sir:
‘Sir:
‘Sir:
‘Sir:
Perhaps this Administration will succeed in firing a golf ball or tranquilizer pill
in a satellite orbit by the time the Russians occupy the moon.’
I say thanks to Russia. May their little moon shock this country of its arrogant
pedestal.’,
I think it is only natural for Russians to be first on the moon. After all, they
have more reasons to seek refuge from this planet.’270
I am highly incensed at the defeatist attitude the newspapers are trying to sell
us in view of the latest U.S.S.R. accomplishment. America forgets, in the first
flush of hysterical fear, that every champion loses one in a while.’
Harlow Shapley Moonstruck U.S.A. 1. Satellite Hysteria…., artikel in ‘The NATON’, 26 oktober 1957,
277-278;
270
beide brieven uit TIME, 28 oktober 1957, volume LXX, 3-4;
269
114
‘Sir:
‘Sir:
The U.S. public can now reappraise the merits of the “economy minded” 85 th
Congress. Space satellites, B-52s, and vital foreign aid seem to have taken a
secondary role to new Senates offices and pork-barrel legislation.’271
How could our designers be expected to develop a satellite? They are too busy
designing automobiles that no one crawl into.
Een West-Duitser schreef een brief waaruit de Koude Oorlog sfeer duidelijk bleek:
‘Sir:
You Americans should take a good look at the writing on the wall and stop your silly
bickering about local politics, race prejudices, etc., and commence to work as a nation and
a team. Otherwise, the “peace-loving” Russians will annihilate all of us.’272
Twee weken later waren er reacties als:
‘Sir:
‘Sir:
The Russians have messed up their life on earth, their treatment of their
fellowmen has shut them out of heaven – so there is no place for them to go
but outer space.’
May not have a doghouse in orbit, but we’ve got one in Washington.’ 273
Daarna verschoof de aandacht van het publiek naar werkelijke of vermeende achterstand
in de Verenigde Staten van de wetenschap en het onderwijs en de maatregelen die de
centrale overheid daartegen nam. Zo schreef ene Grayson Merrill uit de staat New York
dat de benoeming van Killian een typisch Washingtonse oplossing van het probleem is:
voeg er maar een laag aan toe om
‘ “supervise and coordinate” the workers. The greatest immediate block to missile
progress lies in clumsy administration, e.g. vague roles and missions for the services
that engender duplication, rivalry and a need for referees. However, God must still be on
our side; otherwise he would not have sent us Sputnik.’
en Jane S. Wilsn uit Ithaca, New York schreef, na eerst een opsomming te geven van de
beloning en de verdere emolumenten voor Russische docenten:
‘… Furthermore, scientists are more or less the pinup boys of the Soviet Union. Is it any
wonder that a Russian high schoolboy, unlike our kids, thinks science is a likely
profession?’274
Deze selectie uit de ingezonden brieven van de Time Magazine besluit ik met een
optimistische hartenkreet van Arthur Murray Aibinder uit New York als zijn reactie op
de mislukte lancering Vanguard TV-3 op 6 december 1957:
271
beide brieven uit TIME, 4 november 1957, volume LXX, 3-4;
beide brieven uit TIME, 11 november 1957, volume LXX, 3;
273
beide brieven uit TIME, 25 november 1957, volume LXX, 3;
274
brieven uit ‘Time Magazine’, 9 december 1957, volume LXX, 5-6;
272
115
‘Sir:
Not all projects are successful at first. By working harder and calmly, the
launching of America’s next satellite will make the world look skyward with
admiration.’275
Overigens, in die periode konden de lezers van TIME kandidaten voordragen voor de
‘Man’ of ‘Woman of the Year’ verkiezing door dat weekblad. Wernher von Braun en
Chroesjtsjov werden meerdere malen genoemd.
Beide foto’s afgedrukt in LIFE van 21 oktober 1957.
275
brief uit ‘Time Magazine’, 23 december 1957, volume LXX, 3;
116
2-G Door de Amerikaanse overheid genomen initiatieven mede als gevolg
van alle kritiek
In zijn ‘State of the Union’ boodschap op 8 januari 1958 kondigde
President Eisenhower maatregelen aan om de gebleken achterstand van de USA ten
opzichte van de Sovjet-Unie op de terreinen van ruimtevaart en rakettechnologie te
verkleinen maar hij waarschuwde voor een te grote nadruk op de militaire aspecten
‘ “Honest men differ in their appraisal of America’s material and intellectual
strength….” But, Sputniks notwithstanding, the American People “could make no more
tragic mistake than merely concentrate on military strength.” ’276
Eisenhowers drie belangrijkste maatregelen waren: de oprichting van een nationale in
hoofdzaak burgerlijke organisatie waarbinnen het onderzoek en de ontwikkeling van de
ruimtevaart en raketten geconcentreerd zou worden. Op 1 oktober 1958 werd dan ook de
National Aeronautics and Space Administration (NASA) gesticht, de reorganisatie van
het ministerie van Defensie werd ter hand genomen. Er werd voor de volgende vier jaren
een miljard dollar beschikbaar gesteld, een verviervoudiging, voor onderwijs en
studiebeurzen op die terreinen van de wetenschap die vitaal waren voor de nationale
veiligheid en een verdubbeling van het budget voor de National Science Foundation.277
Eisenhower vond zijn pakket maatregelen een afdoend en verstandig antwoord,
voldoende om de wereld te tonen dat
‘ “the future belongs, not the concept of the regimented atheistic state, but to the
people…” ’ 278
In het vervolg van dit hoofdstuk beperk ik me tot de maatregelen die van belang waren
voor de nationale Amerikaanse veiligheid.
Begin jaren vijftig in de vorige eeuw kwam de tot dan overheersende filosofie in het
Amerikaanse onderwijs, genaamd ‘Progressive Education’, onder druk te staan. Deze
McDougall, Walter E., …..The Heavens and the Earth A Political History of the Space Age, 158;
Ibidem;
278
Ibidem, 158-159;
276
277
117
filosofie, beschreven door de onderwijsfilosoof John Dewey in zijn boeken The School
and Society (1899) en Democracy and Education (1916) houdt in dat het onderwijs zich
dient te richten op het alledaagse leven en diens problemen en dat kinderen onderwezen
moeten worden hoe hun intelligentie en vernuft als instrumenten te gebruiken om hun
omgeving te beheersen. Vanaf de kleuterschool tot en met het middelbaar onderwijs
dienen kinderen te leren door middel van directe ondervinding, aldus Dewey.
Persoonlijke groei wordt ook in het hoger onderwijs het leidende beginsel.279 McDougall
schrijft over deze onderwijsfilosofie:
Built on a “new humanism” that stressed “life adjustment” rather than “the three Rs”
[reading, (w)riting and (a)rithmetic, pb] Progressive Education encouraged two
pernicious mentalities, according to later critics: ‘The almost frightening belief in
education as a sovereign remedy for all our social problems’ (James Killian) and ‘The
naive egalitarianism which urged in the name of democracy the same amount and kind
of education for all individuals …’(Education Policy Commission 1956).280
In de loop van de jaren vijftig beweerden Amerikaanse progressieven, aldus McDougall,
dat het openbare onderwijs niet voldoende gelijk was, gezien de alom voorkomende
discriminatie tegen kinderen uit arme schooldistricten en tegen kinderen uit etnische
minderheden, terwijl echter de pragmatici van de Koude Oorlog, die het onderwijs
Amerika’s eerste verdedigingslinie achtten, de nadruk legden op uitmuntendheid, die
bevorderd zou dienen te worden. Alhoewel met tegengestelde visies hadden beide
groepen wel dezelfde oplossing: meer aansturing door de centrale overheid die
vergezeld diende te gaan van voldoende financiële middelen.
Naast deze strijd over de inhoud van het onderwijs in de Verenigde Staten was er,
volgens Dickson, al sinds midden jaren dertig, de New Deal periode, een strijd over
federale steun aan het openbare onderwijs. Een coalitie van Zuidelijken, die bevreesd
waren voor meer integratie, fundamentalisten, die zich verzetten tegen ‘Darwinism’,
279
Norton, Mary Beth (ed), A People and an Nation A History of the United States , Houghton Mifflin
Company, Boston-New York, 1998, 609;
280
McDougall, Walter E., …..The Heavens and the Earth A Political History of the Space Age, 160;
118
rooms-katholieken die zich zorgen maakten over het ontbreken van financiële steun voor
hun parochiescholen en conservatieve Republikeinen, die geen verdergaande invloed van
de federale invloed op het onderwijs wilden, was er in geslaagd wetsontwerpen voor meer
financiële steun aan openbaar onderwijs door de federale overheid, te blokkeren.281
Maar na de lancering van de Spoetnik, zoals Peter B. Dowe schreef:
‘… the public demanded to know why our space scientists had failed to keep pace with the
Soviets, and many critics were quick to place the blame on inferior schooling. In the mid-1950 the
popular press teemed with articles extolling Soviet educational practices and questioning our
own.’282
McDougall is het volledig eens met de visie van Dowe. Hij schrijft dat na de Spoetniks
belangengroepen uit het onderwijs en hun medestanders bij de overheid schaamteloos
de paniek exploiteerden door te verkondigen dat het Amerikaanse onderwijs maar
tweederangs was
‘and the three R’s of educational legislation came to be known as “Race, Rome and Russians.” ’.283
In 1958 hield het Congres meerdere hoorzittingen over zaken als wetenschap en
onderwijs. In zo’n zitting voor een commissie van het Huis van Afgevaardigden
ondervroegen de afgevaardigden hun kroongetuige Wernher von Braun, die de noodzaak
benadrukte van een verdere ontwikkeling van de ‘human of resources in the sciences’.
Hij dacht dat het merendeel van de defensieprogramma’s de meest complexe en
kostbaarste in de geschiedenis was. De ontwikkeling daarvan vereiste de inzet van de
meest geavanceerde technische kennis, diepzinnige wiskunde en een nieuwe aanpak van
industriële productie.284 In een hoorzitting voor een Senaatscommissie schetste de
voorzitter van het National Science Board, Detlev Bronk oplossingen voor de
problemen in de wetenschap. Zo zou er meer federale steun voor onderzoek en onderwijs
281
Dickson, Paul, Sputnik The Shock of the Century, 225;
Dow, Peter, B., Schoolhouse Politics: Lessons from the Sputnik Era, Harvard University Press, ambridge,
Mass, 1991;
283
McDougall, Walter E., …..The Heavens and the Earth A Political History of the Space Age, 161;
284
Dickson, Paul, Sputnik The Shock of the Century, 226;
282
119
in de technische wetenschappen moeten komen, zou het onderwijs op basis- en
middelbare scholen in de wis- en natuurkunde verbeterd dienen te worden, waarbij er
meer nadruk op het creatieve denken in plaats van het van buiten leren gelegd moest
worden. Vanaf dat moment ging het snel, aldus McDougall.285
President Eisenhower schreef ondertussen, daarbij gesteund door James Conant en James
Killian, een wetsontwerp waarin hij zijn behoudende ideeën afzette tegen de pretenties
van de technocraten. Enerzijds werden in het ontwerp meer wetenschappers en
ingenieurs toegelaten en gefinancierd, anderzijds verzette de president zich tegen een
permanente uitbreiding van die faciliteiten en was hij voorts van mening dat deze
maatregelen alleen de militaire en sociale problemen niet konden oplossen. Conform het
Republikeinse gedachtegoed, waarbij de centrale overheid zich terughoudend diende op
te stellen, was Eisenhowers programma voor hulp aan studenten in de wetenschap, in de
techniek en vreemde talen expliciet als tijdelijk bedoeld en mocht de centrale overheid de
controle over het lokale onderwijs niet van de lokale overheid en andere lokale instituties
overnemen.
‘ “ The federal role”, Eisenhower insisted, “is to assist – not to control or supplant –
[local] efforts.” ’286
Op 2 september 1958 ondertekende Eisenhower zijn ontwerp, dat door beide partijen in
het Congres aanvaard was, als de ‘National Defense Education Act’ [NDEA],
‘ “ ..an emergency undertaking to be terminated after four years ….. to bring American
education to levels consistent with the needs of our society.” ’287
O.a. de wetenschapper en bestuurder Herbert F.York vond de toevoeging ‘Defense’ wel
heel erg overtrokken. Natuurlijk moest er beter onderwijs komen, zo schreef hij.
Eigenlijk had de wet de ‘National Sputnik Education Act’ genoemd dienen te worden te
285
Dickson, Paul, Sputnik The Shock of the Century; 226;
McDougall, Walter E., …..The Heavens and the Earth A Political History of the Space Age, 162;
287
Dickson, Paul, Sputnik The Shock of the Century, 227;
286
120
noemen, maar dat was te doorzichtig, was zijn sceptische opmerking. Om dan maar
‘Defense’ in de naam van de wet op te nemen vond hij niets. 288
Op grond van de NDEA werden miljarden extra dollars in het decennium daarna, dus
over een veel langere periode dan de wettelijke beperking van vier jaar, gegenereerd
voor het onderwijssysteem in de Verenigde Staten. Niet alleen voor de universiteiten en
colleges maar ook voor middelbare en beroepsscholen. Naast de bètawetenschappen
werden ook de letterenfaculteiten daarbij betrokken om de studie in de moderne talen en
de interesse van studenten om te gaan werken in het onderwijs te stimuleren. De
considerans van de wet was zeer kort en luidde:
The Congress finds that an educational emergency exists and requires action by the
federal government. Assistance will come from Washington to help develop as rapidly
as possible those skills essential to tile national defence.
Nothing is this act shall be construed to authorize any agency or employee of the United
States to exercise any direction, supervision, or control over the curriculum, program of
instruction, administration, or personnel of any educational institution or school
system.289,
waaruit blijkt dat de centrale overheid op het terrein van het onderwijs in de ruimste zin
zich terughoudend zal opstellen. De wet vermeldde de soorten van federale steun:
leningen voor studenten in het hoger onderwijs en voor de instituten. Voorts financiële
middelen voor het wetenschappelijk onderwijs en het onderwijs in vreemde talen en om
postdoc-onderzoek te kunnen verrichten op het terrein van defensie. Daarnaast werden er
middelen beschikbaar gesteld om mogelijk capabele studenten op te sporen, te testen en
te begeleiden. Ook werden er financiën voor de informatievoorziening, met
gebruikmaking van de moderne media, voor onderwijsdoeleinden en voor informatie
over de wetenschap aan het publiek middelen beschikbaar gesteld. 290
York, Herbert F., Race to Oblivion, A participants’s View of the Arms Race, 122;
http://ishi.lib.berkely.edu/cshe/ndea/ndea.html
290
Ibidem;
288
289
121
De staten werden opgeroepen om soortgelijke maatregelen te nemen. Volgens Dickson
werden op grond van de NDEA tussen 1958 en 1968 aan anderhalf miljoen studenten
leningen verstrekt, wat resulteerde in vijftienduizend promovendi extra per jaar.
Daarnaast werd in vier jaren één miljard dollar gestoken in technisch onderzoek en
wetenschap. De steun van de centrale overheid aan met de wetenschap samenhangende
onderzoek steeg met tussen de 21 en 33 procent per jaar gedurende 1964 tot 1969, een
verdrievoudiging van de uitgaven voor wetenschappelijk onderzoek en onderwijs in die
vijf jaar. Ten tijde van de landing op de maan in juli 1969 was er op grond van de NDEA
alleen drie miljard dollar per jaar in het Amerikaanse onderwijs gestoken.291
Het gaat te ver, binnen het kader van deze scriptie, de verdere succesvolle ontwikkeling
van de Amerikaanse ruimtevaart en rakettechnologie te beschrijven. Na de vluchten in het
kader van het Apollo-project culminerend in de maanlanding in juli 1969 werd ook de
samenwerking van de Verenigde Staten van Amerika met andere landen uitgebreid, tot
1989 met alleen Westerse landen en Japan, daarna ook met Rusland en diens voormalige
satellietstaten en met landen als India, Brazilië en China. Dat deze samenwerking
resultaten afwerpt blijkt uit het ‘International Space Station’, dat op een hoogte van 400
kilometer om de aarde cirkelt en waarvan de Verenigde Staten van Amerika en Rusland
de belangrijkste deelnemers zijn.292
Het meest recente resultaat van die internationale samenwerking is het succesvolle, naar
ik begrepen heb, Cassini-Huygens-project dat resulteerde in de landing op 14 januari
2005 van de Huygenssonde op Titaan, de grootste maan van de planeet Saturnus en de
tweede in grootte in het zonnestelsel na de maan Ganymedes, die om Jupiter cirkelt. De
bedoeling van dit project was om te onderzoeken of er op Titaan,
‘…the only one [moon] with a thick, methane-rich nitrogen atmosphere’
291
292
Dickson, Paul, Sputnik The Shock of the Century, 227-228;
http://www.esa.int/export/esaHS/ESAR78708_iss_0.html;
122
enige overeenkomst zou zijn met omstandigheden zoals die in een wel heel ver verleden
op aarde voorkwamen of zoals op de website van ESA vermeld is:
‘Experts think that its [Titan] atmosphere resembles that of a very young Earth.’293
Aan dit project werkten de NASA, het ESA (European Space Agency) en het Italiaanse
Ruimte Agentschap (ASI) samen en leverden zeventien landen een bijdrage.
Foto’s afgedrukt in: Dickson, Paul, Sputnik The Shock of the Century,175 en 193;
293
http://www.esa.int/SPECIALS/Cassina-Huijgens/SEM;
123
CONCLUSIES
James R. Killian Jr., de eerste door Eisenhower benoemde ‘Special Assistant to
the President for Science and Technology’ schreef in de inleiding van zijn boek ‘Sputnik,
Scientists, and Eisenhower’ hoe de sovjetsatelliet Spoetnik geweld deed aan een geloof
dat de Verenigde Staten zover was gevorderd in zijn technisch kunnen en -capaciteit dat
het daarbij geen rivalen had. Dit geloof was zo algemeen dat het bijna ketterij was om
het ter discussie te stellen. Een geloof dat ook anderen
possessed their share of technology I was aware, but somehow I pictured them all labouring far
behind this country, looking towards the United States for guidance, envying our skills, our trained
capacity, and above all our enormous industrial substructure that could be put to the task of
converting advanced technological notions into performing hardware. 294
Zoals Killian met zijn landgenoten tót 4 oktober 1957 ervan overtuigd was dat de
Verenigde Staten van Amerika technisch en militair een grote voorsprong hadden op de
andere landen, dachten de Amerikanen tót 11 september 2001 dat hun land voor
bedreigingen van buitenaf onkwetsbaar was. Gelukkig waren er bij de lanceringen van de
Spoetnik I, II en III geen slachtoffers (behoudens Laika) in de USSR, voorzover bekend,
noch in de USA. Daardoor waren de reacties van de overheid, media en publiek ook
gematigder dan na 9/11.
Wel werd op 4 oktober 1957 duidelijk dat Amerika een achterstand had opgelopen ten
opzichte van de USSR op het gebied van ruimtevaartontwikkeling en -technologie. Die
achterstand bestond al sinds het einde van WO II. De Russen hadden al vóór 1940 min of
meer geslaagde experimenten met raketten uitgevoerd. Hun kennis werd na WO II nog
eens vergroot doordat de naar Rusland gebrachte Duitse deskundigen snel werden
ingezet bij hun ruimtevaartontwikkeling. De Amerikanen hadden zich in WO II maar op
beperkte schaal bezig gehouden met de rakettechnologie, die dan ook nog gedeeltelijk
van de Britten werd overgenomen, maar zich geconcentreerd op de ontwikkeling van het
124
atoomwapen in het Manhattan Project. Toen mede door dat wapen, na de overwinning
op de Europese As-staten in mei 1945, Japan in augustus 1945 vernietigend verslagen
kon worden, was de Amerikaanse overheid er niet direct van overtuigd dat atoomwapens
binnen haar beleid pasten. McDougall oordeelt:
‘Yet, for all that, the atomic bomb had not found a place in U.S. strategy.’295
Na de geslaagde Bikini Atoll-proeven met atoombommen in 1946 en 1947 werd
duidelijk dat deze bommen elk land zowel militair als in zijn sociale en economische
structuur konden vernietigen en werd aan de productie van atoombommen alle prioriteit
gegeven. Medio 1947 werd de United States Airforce (USAF) een afzonderlijk onderdeel
van de Amerikaanse strijdkrachten, naast het leger, de marine en de mariniers. Ook de
bouw van langeafstandsbommenwerpers kreeg veel aandacht. Het team van Wernher von
Braun, dat na WO II naar de US was overgebracht hield zich, als onderdeel van het
Amerikaanse leger, in de woestijn van New Mexico nog op beperkte schaal bezig met de
raketontwikkeling en -technologie. De Amerikaanse strategische defensie concentreerde
zich na 1947 op de bouw van atoombommen en op de voor het transport noodzakelijke
langeafstandsbommenwerpers en had daarmee een militair overwicht op de Sovjet-Unie.
De Amerikaanse luchtmacht richtte haar aandacht op de ontwikkeling en, met behulp van
de industrie, de productie van ICBM’s en IRBM’s, maar dat kostte allemaal veel tijd,
zodat die wapens pas na de Spoetniklanceringen in 1957 en 1958 operationeel werden.
Al in 1952 was bij de Amerikanen bekend dat de Russen met de ontwikkeling en bouw
van de ICBM en IRBM’s bezig waren. In deze periode werd de Koude Oorlog tussen de
USA en de USSR steeds heftiger, mede doordat de Amerikanen in november 1952 de
waterstofbom ontwikkelden maar er pas in mei 1956 in slaagden een geslaagde proef te
nemen met dit ultieme wapen. De USSR was weliswaar later met de ontwikkeling
294
295
Killian , J.R., Sputnik, Scientists, and Eisenhower, MIT Press, Cambridge Mass, 1977, 3;
McDougall, Walter E., …..The Heavens and the Earth A Political History of the Space Age, 93;
125
(augustus 1953), maar was zoals ook in 1957 bleek met de lanceringen van de Spoetniks,
sneller met het testen (november 1955) van de waterstofbom. De in januari 1953
aangetreden president Eisenhower had zich, in feite als zijn voorganger Truman, ten doel
gesteld het overheidsbudget, ondanks de hoge kosten van de nationale defensie die door
de Koude Oorlog veroorzaakt werden, niet uit de hand te laten lopen, maar werd daarin
gehinderd doordat de Amerikaanse economie in een recessieperiode terecht kwam.
In oktober 1954 zette het ‘Killian Panel’ in zijn rapport ‘Technological Capabilities
Panel (TCP) Report’ uiteen hoe deze commissie dacht over de militaire en technische
ontwikkelingen en hoe de militaire verhoudingen tussen de twee grootmachten zich
zouden ontwikkelen. De conclusies in dit rapport hielden in dat de Verenigde Staten zich
versneld moesten gaan bezighouden met de ontwikkeling, gevolgd door de bouw van
ICBM’s, IRBM’s, een ‘Distant Early Warning System (DEW) en vooral ook de
mogelijkheden om de spionagecapaciteit te vergroten. De laatste aanbeveling resulteerde
in de bouw van het spionagevliegtuig U-2 dat in juni 1956 operationeel werd in Turkije
en Pakistan. Alle andere aanbevelingen werden weliswaar door President Eisenhower
overgenomen, daarbij gesteund door het Congres, maar kostten veel meer tijd of bleken,
zoals het DEW maar moeilijk technisch uitvoerbaar.
De betrekkelijke zelfgenoegzaamheid bij de Amerikaanse overheid ten aanzien van de
defensie, gestoeld op een door deze overheid al of niet terecht ervaren nucleaire
overwicht met langeafstandsbommenwerpers over de USSR, welke door de geslaagde
proeven door de Sovjet-Unie met de waterstofbom al in november 1955 een gevoelige
knauw had gekregen, werd abrupt teniet gedaan door de lancering van de Spoetnik op
vrijdag 4 oktober 1957.
Van alle kanten, door de politiek, de media, het bedrijfsleven en het publiek in de
Verenigde Staten van Amerika werd president Eisenhower aangevallen over deze door
126
zeer vele Amerikanen gevoelde aanslag op de Amerikaanse soevereiniteit. De president
had toen al te lijden van de kritiek over het gebrek aan doortastendheid bij het oplossen van
de rassenrellen in Arkansas, maar vooral doordat hij geen federale wetgeving tot stand
bracht om de door het Hooggerechtshof vastgestelde rassendiscriminatie op te lossen dan
wel te verminderen.
Eisenhower erkende volmondig dat het imago van de Verenigde Staten van Amerika
politiek een publicitaire nederlaag had geleden, maar zeer zeker niet militair. Hij wees
daarbij naar de spionagecapaciteit en het nucleaire overwicht. Ook verzette Eisenhower
zich tegen druk om de ontwikkeling en bouw van ICBM’s en soortgelijke kleinere
raketten op zeer korte termijn uit te breiden. Voor hem bleef begrotingsevenwicht, dan wel
een zo’n klein mogelijk tekort, prioriteit behouden wat niet wil zeggen dat Eisenhower
geen zorgen had over de Amerikaanse defensie. Maar
‘I’d like to kow what’s on the other side of the moon, but I won’t pay to find out this
year’,
zo zei Eisenhower tegen zijn kabinet op 1 november 1957 (bladzijde 80).
Ook was Eisenhower van mening dat de USA geen hoge prioriteit gegeven had aan
wetenschappelijk onderwijs en aan de plaats van de wetenschap in de maatschappij in het
algemeen. In november 1957 verscheen het ‘Gaither Report’ met als belangrijkste
constatering:
‘The Panel found no evidence “to refute ‘the conclusion that the USSR intentions are
expansionist, and that her great efforts to build military power go far beyond any
concept of Soviet defense.” ’
bladzijde 83). De door de Gaither-commissie aanbevolen inhaalprogramma’s gingen voor
Eisenhower echter te ver. Eisenhower hield zijn rug recht en hij kon dankzij zijn unieke
prestige o.a. als legeraanvoerder ‘nee’ zeggen tegen de verzoeken om schuilplaatsen, meer
bommen, meer bommenwerpers en meer onderzoek en ontwikkeling van raketten. Hij
bleef dat doen tot aan het eind van zijn regeerperiode in januari 1961. Zijn biograaf
127
Stephen Ambrose vermeldt dat Eisenhower in zijn ‘State of the Union’ toespraak voor het
Congres op 9 januari 1958 onder meer zei dat hij toegaf dat hij, en velen met hem, de
psychologische gevolgen van de lancering van de Spoetniks onderschat had en voorts dat
we op een ander terrein niet dezelfde fout moeten maken namelijk dat de Verenigde Staten
niet alert reageren op het veel belangrijker economisch offensief van de Sovjet-Unie,
waarmee hij tegengas gaf tegen al die pogingen om de defensie-uitgaven structureel sterk
te verhogen. (bladzijde 89)
Ondanks de financiële beperkingen die door de centrale overheid waren opgelegd waren de
drie defensieonderdelen, het leger, de marine en de luchtmacht, al vóór 4 oktober 1957
druk doende met de ontwikkeling en bouw van raketten. De concurrentie tussen de drie
onderdelen was groot. De marine met haar Vanguard-raket kreeg van defensie de eerste
lanceermogelijkheid. Het leger, met in zijn team de ontwerper van de zo gevreesde V2
raket in WO II, de voormalige SS-officier Wernher von Braun, met de Jupiter C-raket
moest maar wachten op zijn kans. Onder druk van de geslaagde Spoetnik I en II
lanceringen, wilde defensie zo snel mogelijk laten zien dat ook de USA in staat was een
satelliet in de ruimte te brengen. Toen de lancering van de Vanguard op 6 december 1957
jammerlijk mislukte - dit had eigenlijk een testlancering moeten zijn maar was onder
politieke druk in een mislukte publiciteitsstunt ontaard - waren de rapen gaar, speciaal bij
de voorzitter van het ‘Preparedness Subcommittee of the Senate Armed Service
Committee’ de democratische senator Lyndon B. Johnson, de latere vice-president en
president. Deze commissie hield in die periode hoorzittingen over de volgende, kort
samengevatte, vragen:
‘Has the civilian economy been overly pampered? Have balanced budgets jeopardized
world security? What is wrong with American education? If the issue has a merit, the
politics will take care of themselves.’
(bladzijde 102). Johnson liet zich in zijn toespraak, toen het comité voor de kerstvakantie
1957 uiteen ging naar mijn mening pathetisch, uit:
128
‘I think that all of us remember the day after Pearl Harbor. There were no
internationalists and no isolationists; no Republicans and no Democrats……. ’
(bladzijde 109) De 17 aanbevelingen van het comité in zijn rapport, dat begin februari
1958 verscheen, werden door president Eisenhower, zijn kabinet en het Congres
overgenomen en tot uitvoering gebracht. Zo begon op 1 oktober 1958 de National
Aeronautics and Space Administration (NASA) met haar werk daarbij gesteund met veel
meer geld van de centrale overheid, dan haar voorganger, de NACA. Daarnaast dienden,
volgens de aanbevelingen, de ontwikkeling en bouw van raketten versneld te worden,
dienden er meer onderzeeboten gebouwd te worden, onderzoek naar anti-raketwapens en
de bouw van een raketmotor met een stuwkracht van een miljoen ‘pound’ (± 454.000
kilo).
Ondertussen was het Amerikaanse leger er met zijn JUNO C-raket op 31 januari 1958
erin geslaagd de eerste Amerikaanse satelliet Explorer in de ruimte te brengen, wat de
Amerikanen in het algemeen weer zelfvertrouwen en geloof in eigen kunnen gaf, na de
paniek die onder Amerikaanse politici, de media en publiek die was uitgebroken na de
lanceringen van de Russische Spoetnik I, II en III in het najaar van 1957 en het voorjaar
van 1958.
President Eisenhower en zijn naaste getrouwen hadden zich door dit alles niet in paniek
laten brengen, maar voerden hun politiek van uitbreiding van het ruimtevaartonderzoek,
voorzover dit paste in de financiële ruimte, uit. Die politiek heeft uiteindelijk de zo in de
USA in het najaar van 1957 ervaren achterstand ten opzichte van de USSR in de jaren
daarna en vooral onder Eisenhower’s opvolger John F. Kennedy in een voorsprong
omgezet.
Tot slot is mijn belangijkste conclusie dat de lancering van de Russische Spoetniks het
Amerikaanse ruimtevaartprogramma, dat in oktober 1957 op bescheiden schaal al in
uitvoering was, en de ontwikkeling van de ruimtevaarttechnologie in het algemeen heeft
129
versneld. Met de raketmotor die het Johnson-comité in 1958 had aanbevolen is
uiteindelijk de basis gelegd voor de Saturnus V, met een motor met een stuwkracht van ±
2,5 miljoen kilo, waarmee in juli 1969 de Apollo 11 gelanceerd werd en waardoor op 20
juli 1969 de Amerikaanse ruimtevaarders Neil Amstrong en Buzz Aldrin op de maan
konden stappen.
Foto’s afgedrukt in Braun, Wernher von, Frederick I Ordway III en Harry, H-K,
Lange, History of Rocketry & Space, 166;
130
Bronnen:
Robert H. Zieger, The Historiography of Crisis: The Moral Panic of 1957 – 1962
Het eerste hoofdstuk, bladzijden 1 tot en met 21 voorzien van een notenapparaat,
van deze studie, is in mijn bezit, maar ik mag niet, op uitdrukkelijk verzoek van
Prof Zieger, uit dit hoofdstuk publiceren.
motto van zijn studie: ‘We have met the enemy and he is us’ aldus Walt Kelley.
Dagbladen: The New York Times, The Washington Post en The Philadelphia
Inquirer
Weekbladen: TIME, LIFE en THE NATION
Literatuur
Ambrose, Stephen E., Eisenhower Soldier and President, Simon & Schuster,
New York en Londen, edition 1991
Beschloss, Michael R., MAYDAY Eisenhower, Khrushchev and the U–2 Affair,
Harper & Row, Publishers, New York, 1986
Bezemer, J.W. Een Geschiedenis van Rusland Van Rurik tot Gorbatsjov,
Uitgeverij G.A. Van Oorschot, Amsterdam, 1988
Braun, Wernher von, Reminiscences of German Rocketry’,
Journal of the British Interplanetary Society, 15e jaargang
(1956)
Braun, Wernher, von en Frederick I. Ordway III, History of Rocketry & Space
Travel, Thomas Y. Crowell Company, New York, 1966
Braun, Wernher von, ‘Reminiscences of German Rocketry’, Journal of the British
Interplanetary Society, jaargang 15
131
Dickson, Paul, Sputnik, The Shock of the Century, Walker & Company, New
York, 2001
Dow, Peter, B., Schoolhouse Politics: Lessons from the Sputnik Era, Harvard
University Press, Cambridge, Mass, 1991;
Gilzin, Karl, Sputnik and After, Macdonald & Co (Publishers), London, 1959
Harlow, Shapely, Moonstruck U.S.A. 1. Satellite Hysteria… , artikel in ‘The
Nation’ 1957
Huzel, Dieter K, Peenemünde to Carnaveral, Prentice Hall, Englewoods Cliffs,
New Yersey, 1962
Killian, J. R. , Sputniks, Scientists and Eisenhower, MIT Press, Cambridge,
Mass, 1977
McDougall, Walter A., ...The Heavens and the Earth A political History of the
Space Age, Basic Books, Inc. Publishers, New York, 1985
Norton, Mary Beth ed., A People and a Nation A History of the United States,
Houghton Miffklin Company, Boston New York, 1998
Parott, Bruce, Politics and Technology in the Soviet Union, Cambridge , Mass,
1983
Rosenbaum, Robert A., The Penguin Encyclopaedia of American History, Penguin
Reference, New York, 2003
Speer, Albert, Infiltration, vertaald uit het Duitse Der Sklavenstaat,
Ulsteinbuch No.3041, Ullstein GMBG, Frankfurt/MainBerlin-Wien 1981
Stuhlinger, Ernst en Frederick I. Ordway III, Wernher von Braun Crusader for
Space,A Bibliographical Memoir, Krieger Publishing
Company, Malabar Florida, 1996
132
Tokady, G.A., ‘Soviet Rocket Technology’ Technology and Culture, herfst 1963
Van Dale, Groot Woordenboek der Nederlandse Taal, Martinus Nijhoff, den
Haag, negende druk, 1970
York, Herbert, Race to Oblivion A Participant’s View of the Arms Race, Simon
and Schuster, New York, 1970
NASA Historical Staff Note 21 STATEMENTS OF PROMINENT AMERICANS
ON THE OPENING OF THE SPACE AGE A
Chronology of Select Statements October 4, 1957 to
November 13, 1958 (HSN 22) van de hand van de
NASA medewerkster Lynne L. Daniels, gedateerd 15
juli 1963
NASA Historical Staff Note 22 THE IMPACT OF SPUTNIK I,
Case-study of American Public Opinion At the Break of
the Space AgeOctober 4, 1957, samengesteld door de
NASA medewerkster Martha Wheeler George,
gedateerd 15 juli 1963
http://www.hq.nasa.gov/office/pao/History/factsheet.htm
http://www.esa.int/export/esaHS/ESAR78708_iss_0.html
http://ishi.lib.berkely.edu/cshe/ndea/ndea.html
http://www.esa.int/SPECIALS/Cassini-Huygens/SEM
Bunnik, december 2005
Piet Baas,
J. F. Kennedylaan 9, Bunnik
telefoon 030 657 2590 e-mail [email protected]
en bij voorkeur e-mail: [email protected].
133
Download