Het stichten van nieuwe gemeenten Het stichten van nieuwe gemeenten is de meest effectieve manier om buitenkerkelijke en seculiere mensen te bereiken. Paulus heeft het grootste deel van zijn tijd besteed aan het stichten van nieuwe gemeenten. Gemeentegroei-autoriteit Peter Wagner gelooft dat dit nog steeds ‘de manier’ is die we moeten volgen. “De enige en meest effectieve methode onder de hemel is het stichten van nieuwe gemeenten.” We moedigen een verscheidenheid van benaderingen aan bij het stichten van gemeenten - zoals ook wordt weergegeven in het Nieuwe Testament. In sommige gebieden is het beter te spreken over het beginnen van kleine groepen, nodig voor het uitdragen van het evangelie, dienstbaarheid, gemeenschap en aanbidding - terwijl andere gemeenschappen effectiever kunnen worden bereikt met nieuwe buurtgemeenten. Onze doelstelling is bijbelse gemeenten te vestigen die cultureel relevant zijn. We ondersteunen zowel spontane als geplande nieuwe gemeenten. Een studie van nieuwe gemeenten in het Nieuwe Testament geeft aan dat er grofweg twee benaderingen zijn: 1. Spontaan ontstane gemeenten: Hierover spreekt Handelingen 3-8, waar we lezen over leden die spontaan hun geloof doorgeven aan de mensen in Jeruzalem, Judea en Samaria. De gemeente had invloed op het leven van vele mensen en groeide zeer snel. Gemeenten brachten nieuwe gemeenten voort. Vandaag de dag zien we dit gebeuren waar we sterke levende gemeenten hebben – groepen worden uitgezonden met het doel nieuwe gemeenten op te starten. 2. Geplande nieuwe gemeenten: Dit wordt weerspiegeld in het werk van de apostel Paulus en zijn metgezellen - waar we lezen over gemeenten die gesticht werden in heidense (buitenkerkelijke) steden. Het is duidelijk dat Paulus een strategie volgde in het vestigen van nieuwe gemeenten. We moeten meer doelgericht en strategisch te werk gaan in het bereiken van steden waar we weinig of geen leden hebben. We willen niet de indruk wekken dat we bestaande gemeenten zouden moeten verwaarlozen. Wat we echter wel hebben verwaarloosd is het stichten van nieuwe gemeenten. Philip Bryant heeft gelijk: “Het gaat niet om de tegenstelling tussen het stichten van nieuwe gemeenten en het onderhouden van bestaande gemeenten. Beiden zijn heel belangrijk.” Er zijn echter dringende redenen voor het stichten van gemeenten. Welke zijn die redenen? Na uitvoerig onderzoek naar het verband tussen het stichten van gemeenten en gemeentegroei, zegt Lyle Schaller: “De hoofdprioriteit van de strategie van ieder kerkgenootschap moet liggen bij het organiseren van nieuwe gemeenten.” Waarom? Nieuwe gemeenten 1 Waarom? Het is bijbels Matteüs 28:18-20 De grote opdracht stelt dat we volgelingen (discipelen) maken van “iedere groep mensen op planeet aarde” - niet zozeer van iedere staat. (Openbaring 14:6). 1 Johannes 1:3 Verkondiging is niet een doel op zich. We verkondigen Christus, opdat er een nieuwe gemeenschap van volgelingen ontstaat. Romeinen15:20 Paulus was een gemeentestichter. Dit is de nieuwtestamentische manier om het evangelie te verkondigen. 1 Handelingen 13:1-5 Gemeenten stichtten gemeenten. Ellen White benadrukte: “Plaats na plaats moet bezocht worden; gemeente na gemeente gesticht.” 2 Het is efficiënt & effectief De natuur leert ons dat het veel makkelijker is kinderen te krijgen dan doden op te wekken. Het is eenvoudiger nieuwe evangeliserende gemeenten te beginnen dan bestaande en gevestigde gemeenten om te turnen. En het is veel effectiever. Voor bestaande gemeenten is het vaak moeilijk nieuwe mensen te bereiken, terwijl pas opgerichte gemeenten veel effectiever zijn in het bereiken van buitenkerkelijke mensen. Zij hebben vaak een vitaliteit en een visie die aantrekkelijk is voor buitenkerkelijken - en die eerste aantrekkingskracht leidt vaak tot een blijvende relatie met Jezus Christus. Al in de jaren tachtig werd aangetoond, dat het stichten van Adventgemeenten in de westerse landen positief effect heeft op de verbreiding van Gods koninkrijk. Roger Dudley en Clarence Gruesbeck ontdekten dat tussen 1977 en 1984 de gemiddelde jaarlijkse groei van alle adventgemeenten in Noord Amerika, inclusief de nieuwe, 2,8 procent bedroeg. Gedurende dezelfde periode was de gemiddelde jaarlijkse groei van nieuwe gemeenten 31,2 procent. Bob Logan gelooft dat de Zevende-dags Adventisten in de westerse landen ook zullen groeien als we nieuwe gemeenten stichten. Hij zegt: “Er zijn hele horden mensen daarbuiten die bereikt kunnen worden door een ander soort dienstwerk, terwijl de fundamentele geloofswaarheden van de Adventkerk bewaard kunnen blijven.” 3 Het is nodig voor leven & vitaliteit Lyle Schaller, gemeentegroei expert, zegt: “Ieder kerkgenootschap dat een toename van het aantal gemeenten meldt, meldt ook een toename in ledental. Iedere geloofsrichting die een afname van het aantal gemeenten meldt, meldt ook een afname in ledental.” Gemeenten stichten is dus nodig voor het overleven van een kerkgenootschap. Nieuwe gemeenten geven nieuw leven, vitaliteit en groei aan een kerkgenootschap. Russell Burrill, voorzitter van het Instituut voor Evangelisatie van de Noord Amerikaanse Divisie (NADEI), stemt hiermee in. Hij zegt: “Ieder kerkgenootschap dat een gemeentegroeistrategie ontwikkelt is een groeiend kerkgenootschap. De conferenties die groeien zijn degenen die gemeenten stichten. De conferenties die geen gemeenten stichten zijn tot stilstand gekomen of nemen af in ledental.” We zien hier een duidelijk voorbeeld van in het zeer geseculariseerde Australië. In vijf jaar tijd (19861991) hadden de Baptistengemeenten een groei van 42% - terwijl de Zevende-dags Adventisten slechts 0,03% groeiden per jaar. In 1986 begonnen de Baptisten met een programma van vijftien jaar, gericht op het stichten van gemeenten met een plan, om alleen al in de staat Victoria 76 nieuwe gemeenten en 10.000 nieuwe leden toe te voegen. 4 Het getuigt van visie Er zijn mensen die de vraag stellen: Waarom hebben we nieuwe gemeenten nodig, terwijl we ruimte genoeg hebben in de bestaande gemeenten? Of: Waarom een gemeente stichten in een stad waar we al een adventgemeente hebben? Feit is: veel gemeenten in stedelijke gebieden hebben al tientallen jaren geen groei ondervonden. Zij kunnen amper hun ledenaantal handhaven. Ze richten zich niet meer op de gemeenschap. En een gemeente die zich niet missionair opstelt kan de missie van Christus niet vervullen. De natuurlijke levenscyclus van organisaties – ook die van gemeenten - leidt tot verval. Dus wanneer buitenkerkelijke mensen niet naar onze gemeenten komen of wanneer het ons niet lukt bepaalde groepen mensen te bereiken - wordt het tijd dat wij er op uitgaan om hen te ontmoeten. Dat is wat Jezus deed. Dit wordt incarnatie denken genoemd. En dit impliceert tevens het stichten van gemeenten in. Onderzoek geeft aan dat wanneer gemeenten ouder worden, ze minder effectief worden in het bereiken van nieuwe mensen. Eén onderzoek toonde aan dat gemeenten die al 50 jaar of langer 2 bestaan tenminste 100 leden nodig hadden om één nieuwe bekeerling te dopen, terwijl gemeenten die 10 jaar of minder oud zijn maar 10 leden nodig hadden voor iedere nieuwe bekeerling. Het getuigt van visie van bestaande gemeenten om nieuwe gemeenten te stichten, want: 1. Het trekt nieuwe buitenkerkelijke mensen aan 2. Het ontwikkelt nieuwe leden en pastorale leiders 3. Het boort nieuwe bronnen aan - nieuwe mensen met energie, tijd, talenten, financiën en dromen. Waarom hebben nieuwe gemeenten geen prioriteit gehad? 1 Geen besef Predikanten en kerkleiders zijn zich niet bewust geweest van het potentieel aan groeimogelijkheden. Maar onderzoek dat het verband toont tussen nieuwe gemeenten en groei is vandaag de dag direct beschikbaar. 2 Beperkte financiële mogelijkheden In veel gebieden is de kerk aan het reorganiseren krimpt zij in. Maar kunnen we het ons wel veroorloven geen nieuwe gemeenten te stichten? Nieuwe gemeenten brengen nieuw geld binnen. We hebben een strategisch plan nodig voor het stichten van nieuwe gemeenten, dat tevens een regelingen bevat voor: 3 De zorg voor slecht functionerende en stervende gemeenten. Veel gemeenten zijn vastgeroest op een ledental beneden de 20. Niemand moet kritiek hebben op de predikanten en leden die vele jaren geprobeerd hebben deze gemeenten vooruit te helpen, maar kunnen lekenleiders voor deze kleine gemeenten geen zorg dragen? De invoering van het concept van parttime stichters. We moeten jonge volwassenen met visie kansen geven, aanmoedigen en ondersteunen. Zij kunnen plannen ontwikkelen t.a.v. nieuwe gemeenten met nieuwe benaderingen. Sommigen zullen professionals zijn, die zowel zichzelf als een nieuwe gemeente volledig kunnen onderhouden. Negatieve ervaringen Soms denken we aan nieuwe groepen die ontstaan zijn doordat een paar ontevreden leden hun gemeente verlaten hebben en voor zichzelf begonnen zijn. Groepen die conflicten als basis hadden, zullen ook vaak conflicten hebben met de leiders van de unie/conferentie. Dan zijn er ook de paar families die samenkomen en een gebouw willen met een predikant - wat het Uniebudget onder druk zet en weinig groei belooft. In sommige kringen heerst de stellige overtuiging, dat nieuwe gemeenten klein zijn en moeten vechten om te overleven, en dat de aanloopkosten hoog zijn. Het moet duidelijk worden dat niet alle nieuwe groepen een nieuwe gemeente genoemd kunnen worden. In feite zijn sommige groepen die we gemeenten noemen (en zelfs zo zijn georganiseerd) nooit een gemeente geweest naar de bijbelse norm, want zij hebben nooit in hun eigen leiders en financiën kunnen voorzien. Alhoewel het geld kost nieuwe gemeenten te stichten die zichzelf kunnen bedruipen, hebben McGavran en Arn al twintig jaar geleden aangetoond, dat dit de meest voordelige vorm van evangelisatie is. We hebben ook ontdekt, dat erg weinig nieuwe gemeenten, die afhankelijk blijven van fondsen van buitenaf (voor het salaris van de predikanten of hun organisatie en evangelisatie), groeien en sterk worden. 3 4 Geen snelle resultaten Sommige leiders aarzelen om het stichten van nieuwe gemeenten te ondersteunen, aangezien de groeistatistieken niet hoog lijken te zijn in vergelijking met de traditionele methoden van publieke evangelisatie. Een nieuwe gemeente stichten geeft niet altijd de snelste groeiontwikkeling in vergelijking met een evangelisatieactie van 5-6 weken. Er zijn echter enkele andere voordelen: Nieuwe gemeenten kunnen de buitenkerkelijken bereiken. Het is mogelijk gloednieuwe benaderingen voor de eredienst, evangelisatie en relatiemodellen te ontwikkelen. Om dit te beginnen in bestaande gemeenten is ontzettend moeilijk, en vaak net zo desastreus als nieuwe wijn in oude zakken doen. Nieuwe gemeenten kunnen nieuw leven geven aan de randleden. Velen zijn wel lichamelijk aanwezig maar niet in de geest. Dit is zeker waar voor veel jongeren en jong volwassenen. Om verschillende redenen wordt in de gemeenten die ze bezoeken niet tegemoet gekomen aan hun geestelijke behoeften. Deze mensen zouden blij zijn met een nieuwe gemeente met een nieuwe benadering. Waarom nieuwe gemeenten stichten die anders zijn? Vaak is het zo, dat wanneer we nieuwe gemeenten stichten, ze sterk lijken op de gemeenten die er al zijn. Het gemeentelijke werk wordt met meer geestdrift gedaan, maar... onze aanpak en methoden zijn dezelfde... De vraag moet gesteld worden: Als de moedergemeenten het moeilijk vinden de gemeenschap te bereiken, waarom zou je dan gemeenten stichten die qua benadering en karakter op hen lijken? Ron Gladden gaat nog een stap verder in een artikel in Ministry van september 1996 met de titel: ‘Het Denny’s dilemma’. “We kunnen het veel, veel beter doen. We kunnen duizenden mensen meer bereiken, die hongeren naar Christus, door een verscheidenheid aan gemeenten met een verschillend karakter die geestelijk voedsel voorbereiden en aanbieden, speciaal gericht op een specifieke doelgroep binnen een bepaalde cultuur. Dat betekent, dat we doelbewust gemeenten stichten die anders zijn dan onze traditionele gemeenten - niet qua theologie, inhoud, of essentiële waarden, maar qua benadering en uiterlijk. Zonder concessies te doen aan de kwaliteit van het geestelijke voedsel, kunnen we een verscheidenheid aan gemeenten stichten, waarin het geestelijke voedsel speciaal geserveerd wordt om jongeren, buitenkerkelijken, alleenstaanden, christenen van andere richtingen, en jonge ouders aan te trekken tot het ‘Brood des levens’.“ Russell Burrill schrijft. “Het evangelie brengen aan verloren mensen is de reden voor het stichten van nieuwe gemeenten binnen iedere culturele groep.” Gemeenten stichten voor verschillende etnische en culturele groepen of generaties vereist veel training en gevoel. 1 Benader de doelgroep in haar eigen taal of dialect Het is onmogelijk een cultuur volledig te begrijpen tenzij we haar taal spreken. Om buitenkerkelijken te bereiken moeten we ook hun taal begrijpen. 2 Behandel de doelgroep met liefde en respect Er wordt wel eens beweerd dat een christen pas toegerust is een moslim te bereiken met het evangelie, als hij/zij de Islam zo grondig kent, dat hij/zij er bijna zelf tot bekeerd wordt. Op vergelijkbare wijze zal een diepgaand inzicht aangaande het ‘waarom buitenkerkelijken buitenkerkelijk zijn’ liefde, respect, en een verlangen hen in hun verloren staat te bereiken opwekken. 4 3 Ontwikkel specifieke strategieën voor de doelgroep ● ● ● 4 Uniek: Begrijpen we de mensen die we willen bereiken? Relevant: Wat denken en voelen die mensen? Vruchtbaar: Zijn ze afhankelijk van middelen, mensen en geld van buiten? Respecteer de cultuur van de doelgroep Dit vraagt om transculturele toerusting. Het wordt algemeen erkend dat wanneer christenen en gemeenten effectief zijn in het bereiken van wereldlijke mensen, ze enige kennis hebben van de geschiedenis, het verloop en de gevolgen van het secularisatieproces. Een doelgroep hebben, mag dat? Wanneer we terugkijken naar ons werk in de Westerse wereld, kun je zeggen dat de eerste golf van nieuwe gemeenten een territoriale aangelegenheid betrof. Dat is 130 jaar zo gebleven. De afgelopen 25 jaar was er weinig sprake van nieuwe gemeenten. Vandaag echter ontwikkelt zich een nieuwe golf. Bij deze golf is er sprake van doelgroepen – er worden gemeenten gesticht rekening houdend met verschillen in opleiding, sociale en etnische achtergrond, cultuur en generatie en afgestemd zijn op het begripsniveau en de behoeften van de mensen. Sommigen voelen zich hier niet bij op hun gemak. Maar het is bijbels - en Ellen White geloofde in het stichten van gemeenten voor bepaalde doelgroepen. 1 De Bijbel In 1 Korintiërs 9:19-23 daagt de apostel Paulus ons uit met het begrip contextualisatie, de idee van rekening houden met ieders achtergrond - een Jood zijn om Joden te winnen en een heiden om de heidenen te winnen. Hij schrijft over zijn grote verantwoordelijkheid tegenover mensen in zijn cultuur en mensen in andere culturen, de hoger opgeleiden en de lager opgeleiden. Romeinen 1:14. Paulus’ toewijding aan contextualisatie was een wonder dat werd geboren uit zijn bekering. In navolging van zijn eigen ervaring op de weg naar Damascus, bereidde Paulus zich jarenlang voor op zijn werk als een apostel voor de heidenen. De eerste jaren verbleef hij in de Arabische woestijn. Ellen White schrijft, “Hier, in de eenzaamheid van de woestijn, had Paulus volop gelegenheid voor studie en meditatie. Hij overdacht rustig zijn recente ervaringen en maakte serieus werk van zijn bekering. Hij zocht God met heel zijn hart, en rustte niet totdat hij zeker wist dat zijn bekering aanvaard was en zijn zonden vergeven. Hij verlangde naar de verzekering dat Jezus met hem zou zijn in zijn komende bediening. Hij ontdeed zich van zijn vooroordelen en tradities, die tot dusver zijn leven hadden gevormd, en ontving onderricht van de Bron van waarheid. Jezus had een nauw contact met hem en bevestigde hem in het geloof, door hem een rijke mate van wijsheid en genade te verlenen.” Acts of the Apostels p. 125. 2 Ellen White Ellen White heeft de Adventkerk aangeraden zich aan te passen aan de verschillende culturen (Getuigenissen aan predikanten, TM.213). Ze zette, lang voordat Donald McGavran dat deed, dit idee van kerkgroei uiteen: “De mensen van ieder land hebben hun eigen typische zeden en gewoonten en er is wijsheid voor nodig om te weten hoe je je aan kunt passen aan de typische ideeënwereld van anderen, om de waarheid op zo’n manier te brengen, dat ze er wat aan hebben. We moeten in staat zijn om hun behoeften te begrijpen en eraan tegemoet te komen.” Er zijn verschillende benaderingen nodig om voor verschillende mensen effectief te kunnen werken. Ellen White schreef: “Daarom varieerde de apostel zijn manier van werken en paste hij zijn boodschap aan de verschillende omstandigheden waarin hij geplaatst werd aan.... werkers voor God moeten zorgvuldig de juiste methode kiezen, zodat zij geen vooroordelen of tegenstand oproepen. Dát is waar 5 sommigen hebben gefaald. Door aan hun aangeboren opwellingen toe te geven hebben ze deuren gesloten waar ze mogelijk, door een andere aanpak, toegang hadden kunnen vinden tot harten, en via hen tot andere harten. Gods werkers moeten veelzijdig zijn; dat betekent dat ze breed georiënteerd moeten zijn. Ze moeten niet eenzijdig vastgeroest zijn in hun manier van werken, niet in staat in te zien, dat hun wijze van verkondiging van de waarheid moet afhangen van de bevolkingsgroep waaronder zij hun werk doen en de omstandigheden waarmee ze te maken krijgen.” Vervolgens, in een hoofdstuk “Verkondiging van de waarheid te midden van rassentegenstellingen,” vertelt Ellen White over haar verlangen om Afro-Amerikanen te bereiken, terwijl zij ook de realiteit van de vooroordelen erkent: “Op veel plaatsen bestaat er onder de blanken een sterk vooroordeel tegen de gekleurde bevolking. We kunnen dit vooroordeel wel ontkennen, maar dat leidt tot niets. Wanneer we dit vooroordeel zouden negeren, zouden we het licht niet aan de blanke bevolkingsgroep kunnen brengen. We moeten de situatie nemen zoals die is en er verstandig en wijs mee omgaan.” We zullen falen als we denken dat mensen cultureel precies als ons moeten worden om gered te worden door Jezus Christus. We zullen falen als we niet kunnen erkennen dat God altijd heeft gesproken binnen de cultuur van een bepaalde tijd. We zullen falen in de evangelieopdracht als we geen gemeenten stichten, die effectief alle bevolkingsgroepen aanspreken. Donald McGavran zei: “Mensen willen graag christen worden, als ze maar binnen hun ras, taal of sociale klasse kunnen blijven. 6 Bijbelse Veel mensen, die zonder het christelijke geloof zijn opgevoed, worden toch door nieuwe gemeenten en groepen aangetrokken om de aanspraken van Jezus Christus te overdenken. Hoe zien gemeenten eruit, die buitenkerkelijke wereldlijke mensen bereiken? Enkele radicale bijbelse begrippen Schrijf op hoe de belangrijkste ideeën in deze verzen jouw visie op de gemeente zouden kunnen veranderen: Matteüs 5:13 Handelingen 2:42-47 Handelingen 15:19 Romeinen 15:20 1 Korintiërs 9:19-23 Romeinen 1:14 Kolossencen 4:2-6 Titus 2:10,11 Gemeenten voor buitenkerkelijke mensen Gemeenten die de buitenkerkelijke seculiere mensen bereiken zijn anders. Ze spannen zich in om te voldoen aan een bijbelse visie op de gemeente - en tegelijkertijd streven ze ernaar eigentijds te zijn. Met andere woorden: zij hebben geen moeite met verandering. Het is verbazingwekkend dat christenen en gemeenten zoveel moeite hebben met verandering. Jezus zei: “Je moet opnieuw geboren worden.” Onze verlosser Jezus Christus is gestorven, opgestaan en leeft in ons door zijn Heilige Geest… om verandering te weeg te brengen. Adventistische christenen moeten daar zijn waar verandering is! We hebben onszelf beschouwd als “Elia de profeet” voor de tijd van het einde. Elia, een man vol van Gods Heilige Geest, sprak binnen zijn cultuur - over de zaken van zijn tijd. Als we de bediening en vormen van aanbidding van de negentiende eeuw overnemen - en we nog steeds spreken over dingen die op onze pioniers afkwamen – dan geven we de mantel van Elia aan anderen. Gemeenten die spreken met buitenkerkelijke en verloren mensen - inclusief de adventistische gemeenten - streven ernaar zowel bijbels als relevant te zijn. Hoe zien die gemeenten eruit? 7 1 Ze hebben leiders met visie Ze geloven dat Jezus gelijk had toen hij zei: “De oogst is groot.” (Matteüs 9:37). Ze geloven dat ze geroepen zijn als onderaannemers van de Grote Meester bij het project om de hel te ontvolken. (Matteüs 16:16-19). Ze laten zich niet volledig in beslag nemen door het alleen maar draaiend houden van de gemeente, want zij weten dat het kennen van Jezus een verschil uitmaakt. Hij heeft het doel van de gemeente aangegeven in het grote Gebod en de grote Opdracht (Matteüs 22:37-39; 28:18-20). Zij zien geestelijke en numerieke groei als Gods plan voor zijn gemeente. 2 Ze geloven dat het evangelie verschil uitmaakt Een naamchristen zijn of een stoelwarmer is zinloos voor de leden van die gemeenten. Ze weten dat Jezus Christus voor hen is gestorven en opgestaan en ook dat dit evangelie het enige goede nieuws is dat telt. (1 Korintiërs 15:1-4, 14,17,18). Christenen die vandaag de dag van betekenis zijn, zijn ‘theologisch behoudend’ - met andere woorden, zij geloven in wonderen. Zij geloven dat Jezus is gestorven en opgestaan uit het graf. Dat is het ultieme wonder. En zij begrijpen, dat wanneer iemand niet in Jezus gelooft, hij/zij verloren zal gaan. 3 Het zijn biddende gemeenten In zijn boek ‘20/20 visie’ merkte Dale Galloway op, dat de gemiddelde kerkganger minder dan drie minuten per dag bidt. Hij zegt: “Ieder onderzoek van groeiende (effectieve) gemeenten toont aan, dat dynamische gemeenten - waar de dingen gebeuren - gemeen hebben, dat gebed een centrale plaats in hun bediening inneemt.” Matteüs beschrijft dat Jezus zijn volgelingen vertelde: “De oogst is groot maar de arbeiders zijn weinig. Vraag en bid de Heer van de oogst... om werkers te sturen naar het oogstveld.” (Matteüs 9:37,38). En na zijn opstanding droeg Jezus zijn volgelingen op te wachten en te bidden om de komst en de kracht van de Heilige Geest om hen te versterken als getuigen van zijn opstanding. (Handelingen 1:4-8). 4 Ze geloven in de doop met de heilige Geest De leiders en leden van een effectieve gemeente veronachtzamen de heilige Geest niet. Jezus Christus sprak graag over Hem (Johannes 14-16). En vlak voor zijn hemelvaart zei Hij tegen zijn volgelingen: “Verlaat Jeruzalem niet, maar wacht op de gave die mijn Vader beloofd heeft en waarover jullie Mij hebben horen spreken. Want Johannes doopte met water, maar over een paar dagen zullen jullie gedoopt worden met de heilige Geest.... Jullie zullen kracht ontvangen, wanneer de heilige Geest over jullie uitgestort zal worden; en jullie zullen mijn getuigen zijn in Jeruzalem, en in geheel Judea en Samaria, tot aan de einden der aarde.” (Handelingen 1:4,5,8) Leden van effectieve gemeenten vinden het gewoon om op een normale en natuurlijke wijze over Jezus Christus en hun gemeenschap met de heilige Geest te spreken. 5 Zij hebben een strategie voor het bereiken van buitenkerkelijken Deze strategie is gebaseerd op vier uitgangspunten (Handelingen 8:14-17; Efeziërs 4:11-13): Iedere gelovige in Jezus Christus is geroepen tot dienstwerk. De doop (zalving) met de Heilige Geest blijkt uit hun getuigenis. De Heilige Geest geeft degenen die Hij doopt minstens één bruikbare geestelijke gave. De primaire rol van predikanten is om leden toe te rusten tot dienstbetoon. Dale Galloway’s ‘New Hope’ buurtgemeente heeft één getrainde lekenprediker voor elke tien gelovigen. Deze lekenpredikers komen wekelijks samen met hun kleine groep - het kleinste onderdeel binnen de 8 christelijke kerk. Vriendschappen worden ontwikkeld met buren; activiteiten die beantwoorden aan de behoeften in de buurt worden georganiseerd door de gemeente en buitenkerkelijken worden uitgenodigd een kleine groep te bezoeken met hun vrienden. Er komt een vaste stroom van bezoekers naar de kerkdiensten. 6 Zij moedigen vriendschappen met buitenkerkelijken aan Jezus ging met mensen om uit alle lagen van de maatschappij - als iemand die het goede met hun voorhad. Hij kwam aan hun behoeften tegemoet, won hun vertrouwen en nodigde hen uit Hem te volgen (Johannes 1:35-39; 4:1-38; 1 Korintiërs 5:9-11). De strategieën van alle effectieve gemeenten zijn gebaseerd op dit uitgangspunt: leden moeten aangemoedigd worden oprechte vriendschappen aan te gaan met buitenkerkelijke buren en kennissen. Jim Dethmer heeft de ‘Grace Fellowship’ gemeente gesticht en is haar predikant geweest. Als hoofdpredikant vereiste zijn taakomschrijving dat hij 40% van zijn tijd besteedde aan het opbouwen van vriendschappen met buitenkerkelijken. Mensen die een Willow Creek Conferentie bezoeken krijgen van Bill Hybels de vraag: “Hoeveel goede vrienden heb je onder de buitenkerkelijken?” Gemeenten die buitenkerkelijken bereiken bestaan in meerderheid uit leden die hun best doen vriendschappen te ontwikkelen. Zij kijken uit naar nieuwelingen die diensten of programma’s bezoeken. Zij ruimen voor deze mensen bewust een plaats in hun leven in. 7 Zij hebben kleine groepen die zich vermenigvuldigen In ‘20/20 Visie’ schreef Dale Galloway: Hoe hoog de kwaliteit van je preken, je muziek, of wat ook maar in je gemeente is, als je de mensen niet in kleine vertrouwelijke groepen onderbrengt, zul je velen van hen binnen een periode van twee jaar weer kwijt zijn. Je zult geen groeiende of effectieve gemeente vinden, zonder dat daar kleine groepen aanwezig zijn. Dat is de fundamentele bouwsteen van de christelijke gemeente - niet de individuele gelovige. Dit kunnen gebedsgroepen, bijbelstudiegroepen, gezelligheidsclubs of groepen zijn, die zich richten op een tak van dienst binnen de gemeente. Willen ze echter succesvol zijn en zich terecht een kleine groep noemen, dan moeten ze : (1) regelmatig samenkomen (meestal eens per week) (2) ondersteunend en herderlijk zijn, d.w.z geestelijke ondersteuning en pastorale zorg kunnen bieden (3) ze moeten evangelistisch zijn. Hier kunnen de buitenkerkelijken warmte en vriendschap vinden en kennis maken met Jezus Christus. 8 Zij hebben creatieve erediensten met praktische bijbelse boodschappen Voordat hij met de buurtgemeente ‘Saddleback Valley’ begon, heeft Rick Warren 300 buitenkerkelijke bewoners van de wijk huis aan huis geënquêteerd. De meest voorkomende reden die de mensen gaven om niet meer naar de kerk te gaan was, zo meldde hij, dat de kerk saai was. Andere redenen waren: kerkmensen zijn onvriendelijk, de kerk is meer geïnteresseerd in geld dan in mensen, en er is geen goede opvang voor de kinderen aanwezig. Een algemene vraag die veel gesteld wordt door buitenkerkelijke ouders is: “Zijn de kinderopvang en de ruimten veilig en schoon?” Iedere kerkdienst moet cultureel relevant zijn voor de buitenkerkelijken. We moeten luisteren naar wat zij zeggen. Als we goed naar ze luisteren, zullen ze ons bij wijze van spreken zelf vertellen hoe we ze tot Jezus kunnen brengen. Dit is een bijbels beginsel. In Handelingen 6 moest de eerste christengemeenschap de spanningen die zich ontwikkelden tussen de Grieks en de Hebreeuws sprekende Joden in Jeruzalem oplossen. Ze probeerden niet de cultuur of etnische achtergrond van de mensen te veranderen. De Heilige Geest moedigde hen aan voor iedere groep apart een zorgsysteem te ontwikkelen. Wat was het resultaat? Het woord van God verspreidde zich als een olievlek en het aantal discipelen in Jeruzalem groeide snel (Handelingen 6:7). 9 In Handelingen 15 wordt verteld hoe de Joods-christelijke kerkleiders geconfronteerd werden met vele cultuurverschillen toen zij aan de heidense wereld het evangelie brachten en zij voor de vraag gesteld werden of zij verschillende manieren van gemeente-zijn konden accepteren. Tot welke conclusie leidde de Heilige Geest hen? Ze stelden vast: “We moeten het de heidenen die in God willen geloven niet moeilijk maken” (Handelingen 15:19). De Bijbel stelt duidelijk dat volwassen christenen verschillen ruimhartig moeten accepteren. Een volwassen christen kan bijvoorbeeld aanvaarden dat een andere christen niet zijn smaak van muziek heeft of zijn geloof op een andere wijze uit. Het is echter makkelijker mensen tot Christus en hun verlossing te leiden als we hen niet vragen eerst hun culturele-, generatie- en taalgrenzen te overschrijden. Wat wij de mensen te bieden hebben, moet relevant zijn. Maar dat niet alleen, het moet mensen tot Jezus brengen. Voor ons getuigen en onze aanbidding moeten we vormen en methoden gebruiken die bijbels én relevant voor buitenkerkelijken zijn. Als dat niet het geval is, moeten we ermee ophouden en van aanpak veranderen. Als onze activiteiten om anderen te bereiken - zoals aerobics, seminars, evangelisatie samenkomsten, enz. - mensen niet naar Jezus Christus voeren, moeten we dingen proberen die dat wel doen! Paulus benadrukte dit lastige beginsel in 1 Korintiërs 9:19-23. Natuurlijke gemeenteontwikkeling kwaliteitskenmerken Jezus heeft vaak gelijkenissen uit de natuur en de landbouw gebruikt om de aard van Gods Koninkrijk en de gemeente te illustreren. Natuurlijke gemeentegroei is een proces dat kijkt naar de manier waarop God, de schepper, werkt in de natuur en de gemeente - en hoe we de groeikracht die God in iedere gemeente heeft gesteld vrij kunnen maken, zodat er groei ontstaat. Jezus vroeg zijn volgelingen te kijken hoe de leliën van het veld groeiden (Matteüs 6:28). Uit dergelijke waarnemingen, studie en onderzoek kunnen we de beginselen leren begrijpen van Gods Koninkrijk. Daarna vertelde Jezus een verhaal over een boer die uitging om te zaaien en verklaarde dat, “de grond helemaal zelfstandig graan voortbrengt” (Marcus 4:26-29). De apostel Paulus beschreef dit zelfstandig groeiproces door te zeggen, “Ik plantte het zaad, Apollos gaf het water, maar God gaf de groei” (1 Korintiers 3:6-9). Tussen 1994 en 1996 heeft Christian Schwarz een uitgebreid onderzoek uitgevoerd in meer dan 1000 gemeenten op vijf continenten om kenmerken van gezonde gemeenten te achterhalen. Deze kwaliteitskenmerken gaan op, ongeacht de cultuur of theologische overtuiging. 1 De kwaliteitskenmerken Christian Schwarz’ project resulteerde in de objectieve vaststelling van acht kwaliteitskenmerken. Deze acht kenmerken zijn niet nieuw en ze zouden ons niet moeten verrassen, want we vinden ze terug in de beschrijvingen van de nieuwtestamentische gemeente. 1. Hartstochtelijke geloofsleven 2. Inspirerende samenkomsten 3. Liefdevolle relaties 4. Behoeftegerichte evangelisatie 5. Toerustend leiderschap 6. Gavengerichte bedieningen 7. Doelmatige structuren 8. Groeizame kleine groepen Matteüs 22:34-38 Matteüs 22:37 Matteüs 22:39; Johannes 13:34,35 Matteüs 28:18-20 Efeziërs 4:8-11 1 Korintiërs 12:1; Romeinen 12:1-8 Handelingen 2:42-47 Handelingen 2:46; Handelingen 2:42-47 De zelfstandige naamwoorden geven aan waar het om gaat, de bijvoeglijke naamwoorden hartstochtelijk, inspirerend, liefdevol, behoeftegericht, toerustend, gavengericht, doelmatig, en groeizaam - vormen deel van de biotische beginselen. Christian Schwarz kon aantonen dat al deze kenmerken wezenlijk zijn voor een gezonde gemeente. Niet één kan veronachtzaamd worden. 10 2 De beginselen Natuurlijke Gemeentegroei brengt beginselen aan het licht – met het oog gericht op de kwaliteit of gezondheid van het gemeentelijke leven als sleutel tot gemeenteontwikkeling. De nadruk ligt op het onderkennen en vrijmaken van het natuurlijke groeipotentieel waarmee God zijn kerk bouwt. Er zijn twee kardinale beginselen: 1. Het groeipotentieel beginsel: Een levend organisme heeft het aangeboren vermogen om zich voort te planten en te overleven. Dit gaat ook voor de kerk op. Daarom is het doel Gods natuurlijke groeikracht te laten floreren, in plaats van het verspillen van energie aan menselijke programma’s. We moeten niet proberen zelf gemeentegroei te bewerkstelligen, maar meer ons richten op vrij maken van het groeipotentieel, dat God in iedere gemeente heeft geplaatst. 2. Het ‘zelfstandigheids’ beginsel: Groei lijkt op een proces dat vanzelf gebeurt. De planten op het land groeien. De gemeente groeit. Maar dit is het werk dat God geheel zelf doet. We moeten ons afvragen wat we kunnen doen om het groeipotentieel vrij te maken, waardoor God zijn gemeente laat groeien. Wat kunnen we doen om hinderpalen uit de weg te ruimen, die het werk van God belemmeren? 3 De minimum factor - een baanbrekende idee Christian Schwarz heeft een onderzoeksproces ontwikkeld, waarmee de kwaliteit van het gemeenteleven gemeten kan worden. Dit onderzoek leverde een puntentelling op voor elk van de acht kwaliteitskenmerken van gezonde gemeenten. Gemeenten met een score van minstens 65 punten voor alle acht kwaliteitskenmerken zijn altijd groeiende gemeenten – waarmee wordt aangetoond dat gezonde gemeenten groeiende gemeenten zijn. Het kwaliteitskenmerk met de laagste score is de minimum factor van die gemeente, of de zwakste schakel. Aangetoond is, dat een gemeente die zich toelegt op het versterken van haar zwakste schakel uiteindelijk zal groeien. De gemeente moet zich eerder concentreren op het versterken van haar zwakste schakels dan op haar sterke kanten. Dat is een baanbrekende idee, want gewoonlijk (zoals in de geestelijke gaven en de bedieningen) wordt aanbevolen dat een gemeente en christenen zich moeten concentreren op hun sterke kanten. 4 Gemeentestichters Omdat alle acht kwaliteitskenmerken wezenlijk zijn voor een gezonde gemeente en groei, moeten gemeentestichters er naartoe werken deze kwaliteiten vast te leggen in het DNA van een nieuwe gemeente. Deze kunnen samen met de groeibeginselen voor Natuurlijke Gemeenteontwikkeling ingebouwd worden in de strategische plannen of waarden van een nieuwe gemeente. Als je niet valt, dan leer je niet! Dit geldt niet alleen bij het skiën. Het is ook waar voor een effectieve gemeente. Het is goed ideeën uit te proberen die niet blijken te werken. Minstens drie van de vier werkideeën mislukken. Maar dat betekent ook, dat in ieder geval één idee geslaagd is en mensen tot het heil heeft gebracht. We moeten leren van onze fouten, meer doen wat God zegent, en klaar staan om de aanpak in de gemeente te veranderen, terwijl we geleid door de Heilige Geest verder gaan. We zullen niet wegkwijnen omdat we nieuwe methoden uitproberen om buitenkerkelijken te bereiken, ook al mislukken deze pogingen. Integendeel, we zullen wegkwijnen als we geen visie hebben en weigeren nieuwe methoden uit te proberen. 11 12 Het succesvol stichten Philip Bryant, de gemeentestichter die aan de wieg stond van het baptistische “nieuwe gemeenten plan” in de Australische staat Victoria, heeft alle opgedane ervaringen op papier gezet in een artikel getiteld “Church Planting – A Denominational Perspective” in een bulletin van de Australische “Fellowship for Church Growth” in juli 1993. Aan zijn oorspronkelijke lijst heb ik ervaringen toegevoegd die we hebben overgenomen uit “Adventist Churches for the Unchurched” om uiteindelijk uit te komen tot een lijst van twaalf factoren die van vitaal belang zijn, wil je succes hebben in het stichten van nieuwe gemeenten. Twaalf 1 Factoren Kies een stichter Hij/zij is de sleutelfiguur en ligt niet voor het oprapen. Sommigen zullen het naast hun gewone werk doen en maar een beperkte theologische opleiding hebben. De meeste (waaronder predikanten), zullen opgeleid moeten worden in de vaardigheden die nodig zijn voor het stichten van gemeenten. Het zijn vaak jong volwassenen die hun sporen al verdiend hebben in de plaatselijke gemeente, die blijk geven van een christelijke volwassenheid en die beschikken over de noodzakelijke visie, voortvarendheid en creativiteit. De stichter moet goed met mensen kunnen omgaan, visie kunnen overdragen en anderen kunnen motiveren. Stichters zijn meestal ondernemende types, energiek en gedreven, want het is een moeilijke taak die al je tijd in beslag neemt. Stichters hebben goede communicatieve vaardigheden nodig als leraren en predikers. Bij het kiezen van stichters, of als je wilt weten of God jou roept om een gemeentestichter te zijn, moeten zorgvuldig de kenmerken van effectieve gemeentestichters overwogen worden: zijn/haar geestelijke volwassenheid, geestesgaven, praktische vaardigheden, karakter, persoonlijkheid en vakbekwaamheid. 2 Maak een goed plan Een goede planning zal de kansen op succes vergroten. Deze planning omvat ook het maken van een profielschets van de doelgroep d.m.v. demografische gegevens en de omgang met mensen uit de omgeving. Het is belangrijk om een Projectplan te ontwikkelen, dat de volgende onderdelen zal bevatten: ● Een lijst van alle dingen die gedaan moeten worden voor het stichten van een nieuwe gemeente. ● Een tijdlijn, die aangeeft wanneer bepaalde zaken afgerond dienen te zijn. Dit Projectplan zal de nieuwe gemeente helpen om (a) te starten met een duidelijke bestaansreden en (b) in moeilijke tijden het doel voor ogen te houden. Dit Projectplan moet ontwikkeld worden door de stichter en zoveel mogelijk leden van de kerngroep. Een stuurgroep bestaande uit de gemeentestichter en één of twee vertegenwoordigers van de moedergemeente kunnen zorgen voor adviezen en bemoediging. 13 3 Stel een sterke kerngroep samen Dit is van wezenlijk belang bij het opzetten van een nieuwe gemeente. Het is belangrijk dat deze kerngroep betrokken is bij de toerusting, de planning en het gebed. Zoveel mogelijk mensen moeten betrokken zijn bij het maken van het projectplan samen met de gemeentestichter, want dit levert een gemeenschappelijke visie op. De kerngroep moet een bijzonder gevoel van verantwoording hebben voor de doelgroep en zich kunnen inleven in de omgeving van de nieuwe gemeente. Dit zal gewoonlijk betekenen dat de leden van de kerngroep in het doelgebied wonen – en zelfs bereid zullen zijn daar naartoe te verhuizen om aan de roep van de Heilige Geest te beantwoorden om een nieuwe gemeente te stichten. Het is belangrijk dat de leden van de kerngroep en de stichter deelnemen aan buurtwerk en het leven van alledag in het doelgebied en tenminste 50% van de tijd die zij aan de gemeente wijden besteden aan contacten met buitenkerkelijken. 4 Houd vast aan behoudende theologische uitgangspunten Als je vasthoudt aan behoudende theologische uitgangspunten, wil dat niet zeggen, dat je traditioneel en onveranderlijk bent. Het gaat veel meer over een onveranderlijke toewijding aan het Woord van God en Jezus Christus, mensen oproepen zich volledig te wijden aan Jezus en de gemeenschap van de plaatselijke gemeente. Het houdt de erkenning in dat Jezus Christus en de Heilige Geest een verschil uitmaken. Het betekent een toewijding aan het gegeven dat de Bijbel is geïnspireerd en dat God vandaag actief is. Hij doet wonderen omdat Jezus Christus is opgestaan en zal wederkomen. De vragen zijn dus: Spreken de leden van de nieuwe gemeente vaak en op een natuurlijke manier over Jezus en de doop met de Heilige Geest? Is gebed een belangrijk onderdeel van de agenda van de gemeente? Wordt de leden geleerd te bidden? Wordt er voldoende tijd genomen voor het gebed in leiderschaps- en huishoudelijke vergaderingen? Bestaat er een uitgestippeld traject aangaande de groei in discipelschap en nemen alle leden hun taken binnen de gemeente serieus? Ontvangt ieder lid regelmatig toerusting voor zijn bediening? Zijn ze betrokken bij een getuigenis waarbij ze gebruik maken van hun geestesgaven? Ontvangen de leiders regelmatig bijscholing on-the-job? Nemen de leden deel aan huisgroepen? Buitenkerkelijke mensen voelen zich aangetrokken tot gemeenten die deze zaken serieus nemen. Zij worden aangetrokken tot bijbelse gemeenten, waarin de Geest merkbaar aanwezig is. Ze hebben regels en normen, maar die moeten wel bijbels zijn en zin hebben. Sommige van onze regels zeggen onze eigen leden niets, laat staan buitenkerkelijke mensen. Behoudend zijn is iets anders dan leven in het verleden! 5 Wees niet star – Pas je manier van aanbidding aan je gehoor aan De stijl van de eredienst is van fundamenteel belang. Behoudende theologische uitgangspunten betekenen niet automatisch een traditionele eredienst of gemeentelijke organisatie. De stijl van de eredienst moet zowel bijbels zijn, maar ook tegemoet komen aan de behoeften van de gemeenschap die je wilt bereiken. Het is bijvoorbeeld relevant een gezinsdienst te organiseren, als er kinderen in de buurt wonen. Het is niet relevant, als er geen kinderen wonen. Deze behoeften worden vanzelf duidelijk in de aanloopfase. De stijl van de eredienst bepaalt mede of een gemeente zal groeien. Dit is fundamenteel. Buitenkerkelijke mensen en ook hedendaagse christenen zien uit naar erediensten die ontspannend zijn, met moderne gemakkelijk in het oor liggende vlotte muziek. Een heel scala van instrumenten – keyboards, drums, saxofoons, etc. zijn gewild. Kerkorgels niet. Moderne mensen zullen eerder klappen dan “amen” roepen. Mensen zijn visueel ingesteld en dus hebben video’s en toneel hun plaats naast lezingen, voordrachten en preken. De muziek en de presentaties moeten zo professioneel mogelijk gebracht worden. Dat betekent dat je de moeite moet nemen te oefenen. Maar vergeet niet dat buitenkerkelijke mensen een goede bijbelse preek van minstens 35 minuten verwachten. De dienst moet niet langer duren dan 60 – 75 minuten en rekening houden met zoekende mensen. De mededelingen moeten kort zijn en de hele groep aangaan en niet alleen bijvoorbeeld de 14 ouderlingen. Het is verstandig de kinderen bezig te houden op dezelfde tijd als de eredienst, zodat de ouders zich daarop kunnen concentreren. Drie punten zijn van belang om het kerkbezoek te laten groeien: ● Huisbezoek – door ouderlingen en diakenen. ● Kleine groepen ● Diensten met relevante muziek en een dynamische Bijbelverkondiging, die betrekking heeft op het leven van alledag. Een van de duidelijkste boodschappen van de gemeentegroeibeweging van de laatste tien jaar is dit: mensen willen een boodschap horen uit Gods Woord en deze nadruk op het evangelie moet gepaard gaan aan de bereidheid om mensen op te roepen tot een toewijding aan Jezus Christus en aan de gemeenschap en het doel van de plaatselijke gemeente. 6 Probeer om binnen 2 – 4 jaar financieel onafhankelijk te zijn Meestal zullen nieuwe gemeenten financieel ondersteund moeten worden door een moedergemeente en/of de unie/conferentie. Gemeenten worden gesticht door plaatselijke gemeenten en niet door kerkgenootschappen. Moedergemeenten hebben als taak: voorbede, het leveren van interim leiders en leden van de kerngroep, toezicht en bemoediging en ook, indien nodig, financiële hulp. De rol van het kerkgenootschap bij het stichten van nieuwe gemeenten is promotie, het leveren van een visie , ondersteuning, helpen met het maken van plannen en, indien nodig, ook financieel bijspringen . Sommige waarnemers suggereren dat de twee grootste bedreigingen voor het succes van het stichten van nieuwe ZDA gemeenten zijn: ● De financiële zekerheid van de predikant – dit vermindert de motivatie om succesvol te stichten. ● De financiële afhankelijkheid van de nieuwe gemeente – dit vermindert het gevoel voor eigen verantwoordelijkheid en effectiviteit. Zowel Bob Logan als Steve Addison hebben het feit benadrukt, dat ZDA-predikanten zo verzekerd zijn van hun inkomen, dat ze geen mensen hoeven te dopen of tot volgelingen te maken, om zeker van hun baan te zijn. Het systeem zorgt voor hen. Het is onze ervaring echter, dat wanneer een stichter of een kerngroep er niet naar streven de nieuwe gemeente op eigen benen te laten staan, die gemeente waarschijnlijk minder effectief zal zijn in haar getuigenis en groei. Het Projectplan moet aangeven wanneer de gemeente financieel levensvatbaar zal zijn. Hiermee bedoelen wij, dat de plaatselijke leden voldoende tienden zullen afdragen aan de conferentie om de kosten van hun predikant en andere stafleden te dekken. De gaven van de nieuwe groep moeten de kosten van alle takken van dienst dekken en ook moet er een bijdrage zijn voor de verkondiging van het evangelie elders. Als de nieuwe gemeente in een gebied ligt met voldoende bevolking om levensvatbaar te zijn ( meer dan 20.000 mensen) en er toch niet voldoende groei is in ledental en tienden in een redelijke tijd (zo’n 3 – 5 jaar), moet het project als mislukt worden beschouwd. In ieder geval moeten die gemeenten, die niet volledig de kosten kunnen dekken van een predikant, geen eigen predikant verwachten. 7 Neem je voor (en word daarin opgeleid) om vriendelijk te zijn Onderzoeken hebben aangetoond, dat veel buitenkerkelijke mensen christenen en kerken als afstandelijk ervaren. In sommige gevallen klopt dat. De kerngroep en de predikant moeten opgeleid worden innemend te zijn en daarin een voorbeeldfunctie te vervullen. Roy Adams schrijft: “Ik heb het idee, dat hoe bijbels onze leerstellingen ook zijn, hoe juist onze rustdag ook is, hoe gefundeerd onze opvattingen over waarheid ook zijn, hoe oprecht ook onze aanspraak het overblijfsel te zijn, als we niet weten hoe we op een hoffelijke manier met mensen moeten omgaan, zal dat een blok aan het evangeliebeen zijn”. Ellen White zegt, dat “als wij nederig zouden zijn . . . . en vriendelijk en voorkomend en meevoelend en meelevend, er honderd bekeerlingen zouden zijn, waar er nu maar één is.” (9 T 189) 15 Het is belangrijk dat er planmatig gewerkt wordt aan de ontwikkeling van vriendelijkheid. De teamleiding en de kerngroep moeten daar regelmatig op terugkomen. Het houdt de volgende punten in: ● Kritisch nadenken over ieder woord dat vanaf het podium wordt geuit. ● Een zorgstrategie voor mensen die eten, woonruimte, noodhulp, etc nodig hebben ● Een welkomstprocedure, die geen inbreuk maakt op iemand’s privacy of die iemand in verlegenheid brengt. ● Duidelijke bewegwijzering – vanaf de parkeerplaatsen tot elke plaats van bijeenkomst en faciliteit ● Een opzet waarin alle leiders zich direct na de dienst over nieuwkomers ontfermen. ● Een hint van de predikant/stichter aan het einde van iedere dienst – “Heb oog voor elkaar!” ● Iemand die er op toeziet dat leden aan nieuwkomers worden voorgesteld. ● Een “afscheidsgroep”, die zegt: “Fijn, dat je er was vandaag! Hopelijk tot ziens!”. 8 Maak jezelf bekend De ervaring heeft geleerd, dat je niet alleen moet vertrouwen op gesproken mededelingen. Een maandelijkse nieuwsbrief, met de onderwerpen van de preek en de bijbelklas en andere activiteiten voor de mensen uit de omgeving, is het absolute minimum voor een gemeente die de buurt wil bereiken. Deze nieuwsbrief hoeft meestal niet groter te zijn dan een dubbelgevouwen tweezijdig bedrukt A-4tje. De nieuwsbrief moet eenvoudig zijn met een herkenbare kop met daarin het logo, de buurtvriendelijke naam van de gemeente, data, tijden en adressen. Bedenk, dat dit adverteren is en niet zo maar een nieuwsbrief. Het moet verstuurd worden aan ieder waarmee je contact hebt gehad of die interesse heeft getoond. Een aantal moeten huis aan huis worden bezorgd in de buurt. Leden moeten er een aantal meenemen voor hun vrienden. Andere mogelijkheden van adverteren zijn: teletekst en de uitgaanspagina’s van kranten. Bedenk dat het weinig zin heeft voor buitenkerkelijke mensen te adverteren op kerknieuwspagina’s. Het wekelijkse gemeentenieuws moet geschreven worden met de buitenkerkelijken in het achterhoofd. Kies je woorden zorgvuldig en maak preekonderwerpen minstens een maand van te voren bekend. Als een liturgiecommissie zorgvuldig wil plannen, moeten de te behandelen onderwerpen 6 – 12 maanden van te voren bekend zijn. Sommige gemeenten verwachten dat de grove preekschets minstens zes weken van te voren beschikbaar is voor de liturgiecommissie of het worship team. De onderwerpen en titels zijn heel erg belangrijk. Bill Hybels zegt daarover: “Buitenkerkelijke mensen zijn vandaag de dag de ultieme consumenten. Of we het nu leuk vinden of niet, bij iedere preek die we houden vragen zij zich af ‘ben ik in dit onderwerp geïnteresseerd of niet?’ En als ze dat niet zijn, dan haken ze af, hoe geweldig onze presentatie ook is. Hybels bekent: “Soms werk ik uren alleen al aan de titel. Ik doe dat omdat ik weet, dat buitenkerkelijke mensen alleen maar komen of terugkomen als ze kunnen zeggen: “Dat is nu iets waarover ik meer wil horen”. De titel moet niet alleen leuk of pakkend zijn; hij moet inhaken op een behoefte of interesse. 9 Ga een langdurige verbintenis aan Het beginnen van een nieuwe gemeente is een hele klus en het vraagt een langdurige verbintenis van de kant van de stichter en de ondersteunende gemeente of organisatie. In de meeste geseculariseerde landen is het niet verstandig wanneer het conferentiebestuur de stichter binnen 8 – 10 jaar zou overplaatsen en zelfs dan zou het ‘t beste voor de stichter zijn om nieuwe groepen en gemeenten te beginnen vanuit de eerste nieuwe gemeente. Dit wil niet zeggen, dat de stichter predikant wordt over een gemeente. Verwacht mag worden, dat een stichter een gemeente zal opstarten met een duidelijke visie om nog een gemeente te stichten en in deze lijn door te gaan. In harmonie met het model voor gemeentevermenigvuldiging van Antiochië (Handelingen 11-15), zou van de kernleiders van een nieuwe gemeente verwacht mogen worden, dat ze doorgaan met het stichten van nieuwe gemeenten zodra er leraren, leiders en herders in de nieuwe gemeente aangesteld zijn. (Handelingen 13:1-4). 16 In grote stedelijke gebieden kan een gemeentestichter zijn leven lang werkzaam zijn – ofwel met steeds weer nieuwe gemeenten te stichten ofwel het gebruiken van de eerste nieuwe gemeente als thuisbasis om nieuwe teams toe te rusten die uitgezonden worden om nieuwe gemeenten te stichten en nieuwe groepen mensen of gebieden te bereiken. de nieuwe gemeente gedurende de ambtsperiode van de 10 Organiseer zittende leiders van de unie/conferentie De ervaring heeft geleerd, dat wanneer een unie/conferentieleider de oprichting van een nieuwe gemeente ondersteunt en nauw samenwerkt met de gemeentestichters, dat hij het beste hun groep tot de status van gemeente brengt binnen zijn ambtstermijn. Het is het beste wanneer een nieuwe gemeente de ruimte krijgt uit te groeien tot een levensvatbare gemeente – voor wat betreft leiderschap en financiële middelen – voordat ze officieel georganiseerd wordt. De ervaring heeft echter geleerd, dat er een balans moet zijn. Er zijn stichters die de teleurstelling hebben ervaren van een leiderswisseling op unie/conferentieniveau, die uitliep op een verlies van steun voor een creatieve jonge gemeente, zodat de nieuwe gemeente geen mogelijkheden meer had uit te groeien tot een adventgemeente, omdat ze niet officieel als zodanig geïnstalleerd werd gedurende de ambtstermijn van de eerste ondersteunende leiders. Dit betekende ook een grote teleurstelling voor de unie/conferentiemedewerkers, die zo veel tijd en energie hadden gestoken in het ondersteunen van deze initiatieven om Gods Koninkrijk uit te breiden om te ervaren, dat deze projecten niet dezelfde steun kregen van hun opvolgers. 11 Hoed je voor “kapers op de kust” Dit zijn mensen met theologische stokpaardjes; mensen, die teleurgesteld zijn in hun vorige gemeente; of mensen, die in hun vorige gemeente een leidersrol wilden vervullen, terwijl niemand zich ooit van hun leiderscapaciteiten bewust is geweest, behalve zij zelf dan. Dit is de reden waarom het belangrijk is, dat het doel, de visie, de zending en de waarden van de nieuwe gemeente vastgelegd worden door de kerngroep, voordat de gemeente op poten gezet wordt. Als de “kaper” de ingeslagen richting van de nieuwe gemeente niet bevalt, zegt Philip Bryant, kan hem duidelijk gemaakt worden dat er vast wel een andere gemeente is, waarin hij zich wel thuis zal voelen. voor rand-adventisten winnen geen buitenkerkelijke 12 Gemeenten mensen Ook ontdekt is, dat adventgemeenten die adventjeugd of afgedwaalde adventisten als doelgroep hebben, geen aantrekkingskracht hebben voor de buitenkerkelijken. Het omgekeerde is wel waar, n.l. dat gemeenten die de buitenkerkelijke mensen als doelgroep hebben, wel aantrekkelijk zijn voor adventjeugd en randleden. 17 Wat is een gemeente? Het woord kerk betekent Gods geroepen volk. Een gemeente is dus een verzameling van Gods volk. Het woord heeft echter nog andere betekenissen en Philip Jensen stelt voort, dat we er goed aan doen om het begrip kerk te verduidelijken door een serie misverstanden te verduidelijken. Deze zijn: 1 Het gebouw verwarren met de kerk Het idee dat kerk synoniem is met een gebouw schept verwachtingen. Sommigen willen pas een eredienst als er een geschikt gebouw is. En als dat gebouw vol is, denkt men een gemeente te hebben. En als het drie keer afgeladen is, dan denken ze, dat ze echt de status van kerk hebben verdiend. Maar 450 (of zelfs 1000) mensen in een stad met 520.000 inwoners stelt niets voor. Onze visie wordt bepaald door wat er in ons leven en in ons kerkgebouw omgaat. Als we om 9.30 uur een bijbelstudie hebben en een eredienst om 11.00 uur en een gezellige avond om 17.30 uur, dan denken we dat dat de kerk/gemeente is. We laten het gebouw onze visie bepalen. Kerkgebouwen zijn de sterkste beperkende factor voor kerkgroei. We zijn zelfs afgedaald naar het niveau, dat we denken een gemeente in de stad te hebben als er een gebouw van ons staat! Het tragische is, dat we in veel plaatsen wel een gebouw bezitten, maar geen gemeente hebben. De paar mensen in die gebouwen hebben historische rechten. Het is hun gebouw. Maar ze zijn niet geïnteresseerd in het bereiken van verloren medemensen met het evangelie. Ze weten ook niet hoe ze dat zouden moeten doen. En wat erger is, ze zijn er niet zeker van, dat ze die mensen in hun gebouw willen hebben. Ze heten mensen niet welkom. Ga maar eens gemeenten bezoeken en ontdek dat je eigenlijk niet welkom bent. 2 Het kerkgenootschap verwarren met de kerk We geloven dat God ons heeft geroepen met een speciaal doel en dat is waar. Dat wil echter nog niet zeggen, dat de kerk niet aanwezig is in een stad waar ons kerkgenootschap niet vertegenwoordigd is. Maar een zo mogelijk nog gevaarlijker misvatting is de idee dat, omdat we in de stad vertegenwoordigd zijn, we daarom een kerk/gemeente hebben. Ik heb mensen horen zeggen: “Nou ja, we hebben maar drie leden daar – maar we hebben tenminste een gemeente.” 3 Het parochie-idee verwarren met de kerk De idee van gemeenteterritorium komt uit een vorig tijdperk. Vandaag de dag reizen mensen van de buurt waar zij wonen naar andere plaatsen voor onderwijs, werk, boodschappen en uitgaan. Velen hebben geen echte band met de omgeving waarin zij wonen. Dit kan betekenen, dat de kerkgangers van een gemeente in een bepaalde stad allemaal komen uit andere steden. Het kan ook betekenen, dat alle kerkgangers van een stad naar ander steden gaan om te kerken. 18 Wanneer is een groep een nieuwe gemeente? In een artikel met de titel Is het stichten van nieuwe gemeenten in de Moslimwereld een onmogelijke zaak? Stelt Dan Brown de belangrijke vraag: “Wat is een nieuwtestamentische gemeente en hoe weten we of we er eentje gesticht hebben?” Wanneer kan een gemeentestichter zeggen: “Ik heb daar een gemeente gesticht”? Waar zal het eindresultaat op lijken? 1 Er moet een “kritische massa” zijn – een levensvatbare grootte en samenstelling Het Nieuwe Testament geeft geen exact aantal aan. Het zal afhangen van de situatie. Een groep van 3 of 4 waarvan de interesses ergens anders liggen is geen gemeente. Een gemeenschap van 15 volwassenen plus kinderen kan een gemeente zijn. Een gemeente moet genoeg mensen hebben die leider en/of leraar kunnen zijn. Zij moet haar activiteiten zelf financieel kunnen bedruipen. Een groep kan geen gemeente genoemd worden, als al het les- en leiding geven, of zelfs de financiële zekerheid allemaal van één persoon afhangen. 2 Er moeten minstens twee ouderlingen zijn Een gemeente heeft minstens twee mensen nodig, die de kwaliteiten hebben en bereid zijn als ouderling te functioneren. Als niemand die daaraan voldoet, is er geen nieuwe gemeente gesticht. Omdat het Nieuwe Testament samenwerking leert (het twee aan twee gaan) lijkt het redelijk dat er minstens twee personen in staat en bereid moeten zijn om te dienen als ouderling. En drie is altijd beter dan twee. 3 De ouderlingen hebben de leiding en de verantwoordelijkheid Als de gelovigen voor hun programma en financiën voor predikanten en leraren nog steeds leunen op anderen (b.v. de conferentie), functioneert de groep nog niet als gemeente. 4 Het evangelie moet bijbels onderwezen worden Het is mogelijk om gemeenten te bouwen die niet christelijk zijn. Als een groep een christelijke gemeente wil zijn moet er bijbels verkondigd en onderwezen worden. 5 Zij vermenigvuldigen zich door nieuwe gemeenten te stichten Een studie van nieuwtestamentische gemeenten toont aan, dat plaatselijke gemeenten nieuwe gemeenten stichtten. Dit is duidelijk een kenmerk van een gezonde gemeente. Een gemeentestichter zal niet tevreden over een nieuw opgezette gemeente, tenzij duidelijk is dat de nieuwe groep een plan heeft en bezig is op zijn beurt ook weer nieuwe groepen en gemeenten op te starten. 19 Biotische beginselen: Gods groeiplan We hebben de acht kwaliteitskenmerken van een gezonde groeiende gemeente opgenoemd, zoals onderkend door het onderzoek van Christian Schwarz. We hebben ook de gemeenschappelijke kenmerken onderzocht van gemeenten die seculiere buitenkerkelijke mensen bereiken en de lessen die we geleerd hebben bij het stichten van nieuwe gemeenten. Hier volgt een opsomming van deze kwaliteiten, kenmerken en lessen. Natuurlijke gemeenteontwikkeling – acht kwaliteitskenmerken 1 2 3 4 5 6 7 8 Hartstochtelijk geloofsleven. Inspirerende samenkomsten. Liefdevolle relaties. Behoeftegerichte evangelisatie. Toerustend leiderschap. Gavengerichte taakvervulling. Doelmatige structuren. Groeizame kleine groepen. Gemeenten voor de buitenkerkelijken: 1 2 3 4 5 6 7 8 Hebben leiders met een visie Geloven dat het evangelie verschil maakt Zijn biddende gemeenten Geloven in de doop met de heilige Geest Hebben een uitgewerkt plan om de buitenkerkelijken te bereiken Moedigen vriendschappen met buitenkerkelijke mensen aan Vermenigvuldigen kleine groepen Hebben creatieve erediensten – met praktische bijbelse boodschappen Geleerde lessen – twaalf factoren 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 Kies de stichter. Maak goede plannen. Ontwikkel een sterke kerngroep. Houd vast aan behoudende theologische uitgangspunten. Wees bereid om te veranderen – pas je manier van aanbidding aan je gehoor aan. Probeer binnen 2 – 4 jaar financiëel onafhankelijk te worden. Neem je voor (en oefen) om vriendelijk te zijn. Adverteer. Ga een langdurige verbintenis aan. Wordt een officiële gemeente in de ambtstermijn van de conferentieleiders. Pas op voor “kapers”. Gemeenten voor randadventisten winnen geen buitenkerkelijke mensen. Zes biotische principes Bij een natuurlijke gemeentegroei ligt de nadruk op het onderkennen en gebruiken van de natuurlijke groeikrachten waarmee God zijn gemeente bouwt. Schwartz schrijft: “We moeten niet proberen gemeentegroei te forceren, maar eerder het groeipotentieel vrijmaken dat God in iedere gemeente heeft gelegd.” De vraag is dan ook wat kunnen wij doen om dat te bewerkstelligen. Hoe kunnen wij hinderpalen verwijderen die Gods werk zouden kunnen ophouden? Christian Schwartz heeft zes biotische principes onderkend. Deze natuurlijke beginselen zijn in iedere nieuwe gemeente te vinden. Zij houden alle verband met elkaar. 20 1 Netwerken: alles is een deel van het grotere geheel De gemeente van Jezus Christus is een complex organisme. Alle segmenten zijn volgens Gods plan op elkaar betrokken. Schwartz schrijft: “Het biotisch netwerkprincipe komt hier op neer: De manier waarop alle delen in het geheel geïntegreerd zijn, is belangrijker dan die delen zelf.” Als er een probleem is in het geestelijke leven van de kerngroepleden, zal dat gevolgen hebben voor alle gebieden. Als er één persoon binnen de kerngroep verandert, verandert de hele kerngroep. Gezonde holistische kleine groepen zullen een inspirerende uitwerking hebben op de eredienst etc. Wat heeft dit te maken met het stichten van nieuwe gemeenten? ● ● 2 Iedere beslissing heeft invloed op andere gebieden (personeel, bedieningen, etc.) Vergader regelmatig met alle leiders om een positieve netwerkfunctie te bevorderen. Vermenigvuldiging: een normale zaak Iedere vorm van organisch leven bereikt uiteindelijk zijn uiterste groeigrens. Een boom blijft niet oneindig doorgroeien maar brengt nieuwe bomen voort. De ware vrucht van een kleine groep is niet een nieuwe christen, maar een nieuwe groep; de ware vrucht van een gemeente is niet een nieuwe groep, maar een nieuwe gemeente; de ware vrucht van een leider is niet zijn volgeling, maar nieuwe leiders; de ware vrucht van een evangelist is niet een bekeerling, maar nieuwe evangelisten…. Reproductie door vermenigvuldiging is domweg een levensbeginsel van alle door God geschapen organismen, inclusief de gemeente van Jezus Christus. Wat heeft dit te maken met het stichten van nieuwe gemeenten? ● Iedere leider van een gemeenteonderdeel moet nieuwe leiders opleiden, want bedieningen zullen zich vermenigvuldigen ● Veranker in de nieuwe gemeente de wens nieuwe gemeenten te planten. 3 Omzetting van energie: Alle energie moet in goede banen geleid worden De surfer probeert vernietigende kracht van de golven niet te bestrijden, maar aan te wenden voor zijn eigen doel. De ervaring van Paulus op de heuvel van Mars, waarbij hij het altaar van de onbekende God gebruikte om de gedachten te richten op de ware God, illustreert dit beginsel. Wat heeft dit te maken met het stichten van nieuwe gemeenten? ● De niet-geestelijke behoeften en interesses van niet-christenen worden serieus genomen en deze zorgen voor energie om God te dienen. ● Het meeste van Gods geld en zijn werkers ligt nog steeds op het oogstveld. Een wijze gemeentestichter zal deze middelen en mensen inzetten om een bediening in de buurt op te starten. 4 Recycling: de natuur gebruikt alles opnieuw De natuur kent geen verspilling. De bladeren die vallen leveren voedingsstoffen voor de boom waar zij vanaf zijn gevallen. Dit beginsel komt tot uiting in het meervoudig gebruik van dezelfde ruimten, of de preek die de basis vormt voor het gesprek in de kleine groepen. Waar het bij dit beginsel om gaat is, dat het resultaat van een bepaalde arbeid wordt omgezet in energie, die weer ten goede komt aan de voortzetting van het werk. Deze grondbetekenis van meervoudig gebruik wordt het beste geïllustreerd door het beginsel van het assistent-leiderschap. Jezus deed het voor aan Zijn discipelen. Leiders laten het hun assistent-leiders al doende leren in plaats van (1) zelf leiding te geven en (2) een aparte trainingsklas te organiseren waarin mensen opgeleid worden om later leider te worden. Wat heeft dat te maken met het stichten van nieuwe gemeenten? ● Leer van de ervaring van alle leden. ● Werk altijd in teamverband om nieuwe leiders op te leiden. 21 Symbiose: Verschillende leden (volgelingen van Christus) werken samen 5 Symbiose in de natuur is niets anders dan het samenleven van verschillende soorten die elkaar wederzijds tot nut zijn. Competitie gaat ook uit van verschillende soorten, maar zij doen elkaar meer kwaad dan goed. Een monocultuur veronderstelt de overheersing van één soort en een gebrek aan verscheidenheid. Dit werkt niet in de natuur. We hebben verschillende soorten nodig. We worden geroepen tot eenheid en niet tot eenvormigheid. Wat heeft dat te maken met het stichten van nieuwe gemeenten? ● Op welke manier kunnen de noden van alledag en de interesses van de individuele christen (“Wat vind ik leuk?” – voorbeeld: winkelen) en de behoeften van de gemeente (“Wat bevordert de groei van mijn gemeente?”) elkaar aanvullen? ● We werken in teamverband. 6 Doelmatigheid: God heeft ons geschapen om vrucht te dragen Alle levende organismen zijn ontworpen om vrucht te dragen. Vruchten houden de soort in stand. Vruchten zijn altijd zichtbaar. Het ontbreken van vruchten duidt er op dat er iets mis is. De kwaliteit van een organisme blijkt uit de vruchten. Wat heeft dat te maken met het stichten van nieuwe gemeenten? ● ● ● Het doel van iedere gemeentestichter, leider en lid is: vrucht dragen. Hij heeft ons geschapen om mensen tot de Heer te leiden. Er is een oogstseizoen. Leer deze levensbeginselen te gebruiken – tien stappen Deze zes levensprincipes zijn alle variaties van een enkel beginsel: “Hoe kun je de voorwaarden scheppen die ertoe leiden dat er nog meer ruimte komt voor de groeiautomatismen waarmee God zijn gemeente bouwt?” Telkens wanneer je een beslissing neemt of een uitdaging aangaat, vraag jezelf dan af: “Hoe gaat deze beslissing of oplossing deze zes biotische principes beïnvloeden of bevorderen?” Christian Schwarz stelt 10 actiestappen voor. 1 2 3 4 5 6 Versterk de geestelijke motivatie. Bepaal de minimumfactoren. Stel kwalitatieve doelen vast. Breng de hindernissen in kaart. Pas de biotische principes toe. Maak gebruik van je sterkten – de maximum factor, de geestelijke cultuur, contextuele factoren en geestelijke gaven. 7 Schakel de biotische materialen in – zaken die biotisch denken bevorderen. 8 Controleer de vorderingen – door regelmatige Natuurlijke Gemeentegroei onderzoeken in je gemeente. 9 Schenk aandacht aan de nieuwe minimumfactor. 10 Vermenigvuldig je gemeente. 22 Verschillende manieren 1 Overhevelen Een groep onder leiding van een stichter vertrekt om een nieuwe gemeente te stichten. De mensen hebben mogelijk al enige tijd in het doelgebied gewoond. Soms ontstaat de kerngroep vanwege een bepaalde interesse, b.v. eigentijdse aanbidding, de wens om een speciale etnische of leeftijdsgroep te bereiken of de buitenkerkelijken. 2 Koloniseren Hier is sprake van wanneer leden vanuit een bestaande gemeente verhuizen naar een nieuw gebied om daar te gaan wonen en werken met het speciale doel in dat gebied een nieuwe gemeente te stichten. 3 Evangelisatie Veel nieuwe gemeenten worden gesticht als gevolg van een bewuste evangelisatiecampagne, bestaande uit o.m. openbare lezingen, seminars en bijbelstudies. Vanuit de buurt wordt een nieuwe kern van mensen gevormd. Een variatie van deze benadering is een gemeentestichter die met één of twee gezinnen nieuwe mensen probeert te vinden om een nieuwe gemeente te stichten. Zij kunnen kleine groepen vormen. Als er voldoende vermenigvuldigd zijn, kunnen de groepen wekelijks samenkomen voor eredienst en bedieningen. 4 Satellieten Nieuwe gemeenten worden gesticht, maar er blijft een band met de moedergemeente. De predikant van de centrale gemeente is ook de predikant van de satellieten. Soms is er maandelijks een gemeenschappelijke eredienst. Dit model kan een aantal vormen aannemen, ofwel in hetzelfde gebouw of op verschillende plaatsen: - 5 Verschillende groepen wat betreft taal, cultuur, leeftijd, of etnische afkomst. Een verscheidenheid aan vormen van eredienst. Meervoudige eredienst Deze benadering houdt simpelweg in, dat dezelfde eredienst meermalen gehouden wordt en dat de alle andere activiteiten gezamenlijk gedaan worden. Het kan ook inhouden dat een verscheidenheid aan erediensten gehouden wordt voor verschillende doelgroepen, terwijl iedere deelgemeente haar eigen bedieningen voor haar doelgroep heeft. De ervaring heeft geleerd, dat het tegelijkertijd houden van verschillende diensten in hetzelfde gebouw verdeeldheid kan veroorzaken. 6 Gemeentesplitsing Gemeenten kunnen zich splitsen vanwege een conflict over bijv. theologie, een bepaalde persoon, leiderschap of een bepaalde nadruk. Soms scheidt een partij zich af en begint met een nieuwe gemeente. Dit is niet de meest ideale manier om een nieuwe gemeente te beginnen, maar soms ontstaat er op die manier een gemeente met een nieuwe zendingsgeest. 23 Essentiële bestanddelen Iedere gemeente wordt ergens door gedreven. Er is een uitgangspunt, een stelling, een overtuiging die alles wat er gebeurt aanstuurt. Sommige gemeenten worden gedreven door tradities en andere door sterke persoonlijkheden. Weer andere worden duidelijk beheerst door geld. De enige vraag die gesteld wordt is: “Wat gaat het kosten?” Ook zijn er gemeenten waar programma’s centraal staan en bij weer andere staat het gebouw centraal. Sommige schijnen als enige doel te hebben bezig te zijn; zij hebben opeenvolgende gebeurtenissen als leidraad. Bij weer andere gemeenten staan de behoeften van de ongelovigen centraal. Maar als de gemeente Gods gemeente is met Jezus aan het hoofd, dan doet het er alleen maar toe, wat zijn doel en visie is. Bouwen aan adventgemeenten met een doel en een visie Hier volgt een stappenplan dat zijn diensten heeft bewezen bij het stichten van gemeenten die werken vanuit een bijbels mandaat of doel en een door God gegeven visie. Dit stappenplan kan ook gebruikt worden op andere kerkelijke niveau ’s: conferenties, unies en divisies. Houd voor ogen dat de gemeente van God is met Jezus aan het hoofd. Daarom gaat het er om wat zijn doel en visie is voor jouw gemeente. Uiteraard begint alles met gebed. Dat houdt ook een biddend nadenken in over de bijbelse doelen van de gemeente. Het stappenplan heeft tien bestanddelen: 1 De bijbelse opdracht - Welk doel staat God voor ogen met Zijn gemeente? 2 Visie - Wat wil God? Welke toekomst heeft Hij voor ogen? 3 Opdracht - Waartoe bestaan we? Wat verwacht God van een nieuwe gemeente? 4 Waarden - Wat moeten we nooit prijsgeven? Welke waarden zijn van belang voor onze 5 Doelgroep - Wie zijn wij en wie proberen we te bereiken? 6 Strategie - Met welk stappen proberen wij onze doelgroep te bereiken? 7 Bedieningen - Wat doen we om mensen te bereiken? 8 Doelen - Wat zijn onze criteria om de voortgang op korte en lange termijn te meten? 9 Menskracht & structuren - Wie gaan we waar en hoe inzetten? 10 Evaluatie - Hebben we gedaan wat God van ons wil? omgangsvormen? 24 Waarom Een doelstelling en een visie? Waarom is het zo belangrijk dat gemeenten zich concentreren op iets dat is gebaseerd op een bijbels doel en een geïnspireerde visie? Het antwoord is eenvoudig. De gemeente die weet wat God wil wat die gemeente zal doen, weet ook waar ze heen wil. Maar “indien openbaring ontbreekt, verwildert het volk” Spreuken 29:18. Een duidelijk bijbels mandaat en visie: 1 …geven geestkracht Paulus schreef: “Wees allen eenstemmig en laten er geen scheuringen onder u zijn ….. wees één van zin en één van gevoelen”. 1 Korintiërs 1:10. 2 …verminderen frustraties Jesaja schreef: “Standvastige zin bewaart Gij in volkomen vrede, omdat men op U vertrouwt” Jesaja 26:3. Paulus vermaande de gelovigen om “vast te staan in één geest” Filippenzen 1:27. Een innerlijk verdeeld mens zal een zwalkend gedrag vertonen Jakobus 1:8. 3 …helpen je te concentreren Paulus zegt: “….één ding doe ik: vergetende hetgeen achter mij ligt en mij uitstrekkende naar hetgeen vóór mij ligt” Filippenzen 3:13. Efficiënt zijn is de dingen juist doen. Effectief zijn is de juiste dingen te doen. 4 …zorgen voor samenwerking “Wie het goede nastreeft staat bij God in de gunst” Spreuken11:27. Paulus spreekt over de broeders die hij inspireerde om het woord Gods te spreken Filippenzen 1:14. 5 …helpen bij het evalueren “Stel uzelf op de proef en onderzoek of u leeft uit het geloof” 2 Korintiërs 13:5. Veel leiders, gemeenten en predikanten worstelen met zaken als gebouwen en vormen van eredienst, voordat ze eerst Gods doel en visie voor hun gemeente vastgesteld hebben. Verandering omwille van de verandering veroorzaakt onnodig leed. Als we ons echter hebben voorgenomen om echt bijbels te handelen in het volbrengen van Gods doelstellingen, zal elke verandering doelgericht zijn. En houd je zelf niet voor de gek, God zal je vragen te veranderen. Het evangelie en de ‘drie-engelen boodschap’ dagen ons uit te veranderen tot op het scherpst van de snede om zijn Koninkrijk te bouwen. Gods doelstelling en visie geven de richting aan bij deze veranderingen en onze bedieningen. 25 Iedere stap begrijpen Hier volgt een overzicht van waar we naar toe willen. Stel deze vragen bij iedere stap in dit schema. ● ● ● ● Hoe komen we aan de nodige informatie? Wie gaat de informatie verzamelen? Wanneer beginnen we? Wat gaan we doen? Stel de visie vast: (Strategische planning) 1 Het bijbelse mandaat: Welk doel staat God voor ogen voor zijn gemeente? 2 Visie: Wat wil God dat we doen? Welke toekomst wenst Hij? 3 Opdracht: Waartoe bestaan we? 4 Waarden: Welke cultuur en waarden zijn belangrijk in onze omgang? 5 Doelgroep: Wie proberen we te bereiken? 6 Strategie: Hoe denken wij onze doelgroep te bereiken? Actieplannen: (Operationele planning) 7 Bedieningen: Welke bedieningen zij nodig om onze strategie te laten werken? 8 Doelen: Wat zijn onze voortgangscriteria voor de korte en lange termijn? 9 Menskracht & structuren: Wie gaan we waar en hoe inzetten? Beoordeling: (Terugkoppeling) 10 Evaluatie: Hebben we Gods doelstelling en visie volbracht? Bereiken we ons doel? 26 Hoe ontwikkel je een ‘projectplan’ Veel onderdelen van dit stappenplan worden eerder naast elkaar dan na elkaar ontwikkeld. Voorgesteld wordt, dat de gemeentestichter dit hele concept doorwerkt - het ontwikkelen van een visie en een projectplan. Neem daarna minstens vier volledige dagen de tijd om met de hele kerngroep het hele concept door te werken. Het is belangrijk dat je zoveel mogelijk ideeën verwerkt van zoveel mogelijk mensen. Gebruik de vragen van de volgende pagina’s om ideeën op te doen van zo veel mogelijk deelnemers. Laat dan een kleine selecte groep voor de hele groep een projectplan opstellen (met het bijbelse mandaat, de visie, de opdracht, etc.) om te bespreken. Als eenmaal het bijbelse mandaat, de doelstelling en een door de heilige Geest geïnspireerde visie zijn vastgesteld, probeer dan die visie te verwezenlijken tot eer van God. Houdt dit doel hierna altijd voor ogen. Bij het samenstellen van een werkdocument is het van wezenlijk belang dat zoveel mogelijk mensen betrokken zijn bij het bestuderen van bijbelse verwijzingen naar Gods doelstelling voor zijn gemeente, bij de voorbede en bij de bespreking van de mogelijkheden. Het zou verstandig zijn deze zaken te doordenken en er over te bidden in een serie samenkomsten met de kerngroep. Het uiteindelijke plan kan samengesteld worden door een groepje van twee of drie personen. Het moet echter wel teruggekoppeld worden naar een zo groot mogelijke groep voor verduidelijking en herziening, zodat er een door gebed gedragen overeenstemming is, dat de Geest van God de uiteindelijke leiding heeft. Dit is een belangrijk document, want het verschaft de nieuwe gemeente een duidelijk richtpunt voor gebed, besluitvorming en bediening. 1 Het bijbelse mandaat: De bijbelse bedoeling beschrijven Jezus is het hoofd van de gemeente en zijn mandaat voor haar doeltreffendheid en groei moet onze leidraad zijn. Betrek daarom zoveel mogelijk mensen in een studie van bijbelteksten over de doelstelling van de gemeente, zoals weerspiegeld door Christus’ dienstwerk op aarde, beelden van het begrip ‘kerk’, het leven van nieuwtestamentische gemeenten en de geboden van Christus. De doelgerichte gemeente moet toegewijd zijn aan de taken die Christus op zijn gemeente heeft gelegd. Rick Warren omschrijft die vijf taken als: 1 2 3 4 5 Heb de Here God lief met heel je hart Heb je naaste lief als jezelf Ga heen en maak discipelen Doop ze Leer ze te gehoorzamen De eerste gemeente in Jeruzalem was duidelijk toegewijd aan deze doelstelling (Handelingen 22:147). De gemeente bestaat om op te bouwen, te bemoedigen, te aanbidden, toe te rusten en te evangeliseren. Paulus had zich aan deze doelstellingen verbonden. Hij verklaart ze vanuit Efeziërs 4:1-16. Als adventistische christenen geloven wij dat God ons geroepen heeft dit doel te verwezenlijken binnen de context van de eindtijd – mensen voor te bereiden op de glorieuze wederkomst van Jezus Christus. 1 Bespreek de 5 doelstellingen van de gemeente uiteengezet door Jezus in: ● ● Het grote gebod De grote opdracht Matteüs 22:36-40 Matteüs 28:19-20 27 2 Bespreek de volgende verzen die betrekking hebben op het mandaat van de gemeente Matteüs 5:13-16 Matteüs 9:35 Matteüs 11:28-30 Matteüs 16:15-19 Matteüs 18:19-20 Matteüs 22:36-40 Matteüs 24:14 Matteüs 25:34-40 Matteüs 28:18-20 Marcus 10:43-45 Lucas 4:18-19 Lucas 4:43-44 Johannes 4:23 Johannes 10:14-18 Johannes 13:34-35 Johannes 20:21 Handelingen 1:8 Handelingen 2:41-47 Handelingen 4:32-35 Handelingen 5:42 Handelingen 6:1-7 28 Handelingen 14:21-15:21 Romeinen 12:1-8 Romeinen 15:1-7 1 Korintiërs 9:20-23 1 Korintiërs 12:12-31 2 Korintiërs 5:17-6 :1 Galaten 5:13-15 Galaten 6:1-2 Efeziërs 1:22-23 Efeziërs 2:19-22 Efeziërs 3:6, 14-21 Efeziërs 4:11-16 Efeziërs 5:19-21, 23-24 Kolossenzen 1:24-28 Kolossenzen 3:15-16, Kolossenzen 4:2-6 1 Tessalonisenzen 1:3 1 Tessalonisenzen 5:11 Hebreeërs 10:24-25 Hebreeërs 13:7,17 1 Petrus 2 :9-10 1 Johannes 1:5-7; 4:7-21 Openbaring 14:6-12 29 3 Welke gedachten uit deze verzen leveren het mandaat voor jullie nieuwe gemeente? 1. 2. 3. 4. 5. 30 2 Visie: Ontdek de visie van de heilige Geest Wat wil God dat we doen? Waar richten we ons op? Denk niet zomaar aan een uitbreiding van de huidige situatie. Bid dat de Geest van God een visie helpt ontwikkelen aangaande zijn wil, want: “indien de openbaring ontbreekt, verwildert het volk” Spreuken 29:18. God heeft beloofd: “Ik zal mijn Geest uitstorten op al wat leeft, en uw zonen en uw dochters zullen profeteren; uw ouden zullen dromen dromen; uw jongelingen zullen gezichten zien” Joël 2:28. we willen hierbij twee belangrijke dingen opmerken: (1) een door de Geest ingegeven visie zal nooit in tegenspraak zijn met Gods doel voor zijn gemeente en (2) de jeugd heeft vaak een visie. Hoe ouder we worden, hoe meer we worden geplaagd door de idee dat dingen onmogelijk zijn. Jongeren staan open voor nieuwe mogelijkheden, geïnspireerd door de heilige Geest, want ze hebben vaak niet in de gaten, dat het “niet kan”. Wat is de visie van God? Durf. Bid samen en laat de kerngroep zich indenken dat ze een groep verslaggevers zijn die de gemeente 10-20 jaar na nu bezoeken. Hoe zou God willen, dat de gemeente er dan uitziet? Wat is Gods visie voor zijn gemeente? 1 Volgens mij is het meest belangrijke dat God wil dat onze nieuwe gemeente doet. . . . . 2 Aangezien God veel meer kan doen dan ik kan bidden of beseffen (Efeziërs 3:20,21), denk ik dat het belangrijkste wat Hij wil dat ik doe het volgende is . . . . . 3 Stel jezelf voor als verslaggever die een artikel gaat schrijven over je nieuwe gemeente 10 jaar verder. Bidt over de mogelijkheden. Wat zou je willen melden? Welke rol speelt jouw gemeente in de buurt? Hoe zou je de opstelling van de mensen in jouw gemeente omschrijven? Hoe worden verloren mensen bereikt? ● Hoe benaderen we groepen verloren mensen? ● Leren verloren mensen Jezus kennen en worden er nieuwe gemeenten gesticht? 31 Hoe steekt de zorg voor de leden in elkaar en hoe zijn ze betrokken bij bedieningen? ● Welke rol spelen kleine huisgroepen voor gemeenschap, bijbellezen en geestelijke zorg? ● Worden leden toegerust in overeenstemming met hun geestelijke gaven en zijn zij betrokken bij bedieningen? ● Wat voor soort eredienst kun je je voorstellen? Zou er om je visie te verwezenlijken meer dan één eredienst per week zijn en in welke vormen? Hoe zou je de gezondheid van de gemeente omschrijven in het licht van de acht kwaliteitskenmerken uit de Natuurlijke Gemeente Ontwikkeling Hoe zien de gebouwen eruit die deel uitmaken van je visie? 32 3 Opdracht: Het waarom van een nieuwe gemeente Waarom moet deze gemeente er komen? Een goede zendingsopdracht: 1 …is bijbels: Wat verwacht God dat je doet? (zie het bijbelse mandaat) 2 ..is specifiek: Waarom moet je gemeente er komen? A Wat zou er verloren zijn als je gemeente er niet zou zijn? B Waarin zal je gemeente verschillen van andere gemeenten en wat springt eruit? C Wat verwacht God dat je gemeente zal doen? D Wat is je allerbelangrijkste taak? 3 …is helder: Een goede zendingsopdracht is gemakkelijk te onthouden en over te dragen. A Schrijf volledig uit wat er gezegd moet worden (en schrap dan het niet noodzakelijke). B Vat je antwoorden in één zin samen: C Bevat je zendingsopdracht de bijbelse doelstellingen voor de gemeente? 4 Schrijf je zendingsopdracht uit: De gemeente _____________ bestaat om . . . . . 33 4 Waarden: Vaststelling van belangrijke uitgangspunten De idee van de cultuur van een organisatie heeft de laatste tijd veel aandacht gekregen. De ervaring van gemeenten die zich richten op revitalisatie en het stichten van nieuwe gemeenten bevestigen de noodzaak tijd vrij te maken om de bijbelse overtuigingen aan te geven die de houding en het gedrag van een gemeenschap van gelovigen kenmerken. We hebben het hierbij niet over de verschillen in leerstellingen van kerkgenootschappen en ook niet over wat vaak wordt aangeduid als de kerkelijke normen. De waarden omschrijven hoe de gemeenteleden omgaan met mensen binnen en buiten de gemeente, want zij weerspiegelen het gedrag van de gemeenschap. De Willow Creek Community Church kent bijvoorbeeld tien kernwaarden. Deze kunnen al dan niet een afspiegeling zijn van je eigen overtuigingen, maar zij illustreren in ieder geval waar Willow Creek voor staat en waarom ze doet wat ze doet. Deze waarden zijn: 1 Wij geloven dat bijbels onderricht in de kracht en onder leiding van de heilige Geest verandering tot stand brengt in individuele gelovigen en in de kerk. 2 Wij geloven dat verloren mensen God ter harte gaan en daarom ook de kerk ter harte moeten gaan. 3 Wij geloven dat de gemeente cultureel relevant hoort te zijn zonder daarbij de zuiver bijbelse leer prijs te geven. 4 Wij geloven dat volgelingen van Jezus Christus waarachtigheid en echtheid aan de dag moten leggen naast een vurig verlangen naar geestelijke groei. 5 Wij geloven dat de kerk haar werk moet doen als een hechte gemeenschap van mensen die dienen en daarbij hun geestelijke gaven gebruiken. 6 Wij geloven dat liefdevolle onderlinge relaties het belangrijkste kenmerk zijn van alle activiteiten in het kerkelijk leven. 7 Wij geloven dat mensenlevens het beste tot verandering komen in kleine groepen. 8 Wij geloven dat hoge kwaliteit tot eer van God is en mensen inspireert. 9 Wij geloven dat kerken geleid moeten worden door hen die gaven van leiderschap hebben. 10 Wij geloven dat volledige toewijding aan Christus normaal is voor elke gelovige. (Voor meer details over de Willow Creek Community Church - en over hoe je de waarden van je nieuwe gemeente bepaalt– zie appendix A.) Om onze waarden boven water te krijgen stellen we vragen als: Welke eigenschappen zoeken we in de mensen van onze gemeente en wat verwachten we van ze? Welke opstelling en waarden zijn volgens ons het belangrijkste voor God? Wat zijn onze huidige houding en opstelling? Hoe beïnvloeden ze onze manier van doen? Hoe zou datgene wat voor God het belangrijkste is het doen en laten van onze gemeente beïnvloeden? 1. Welke kenmerken zoek je in de mensen van je gemeente en wat verwacht je van ze? 34 2. Welke opstellingen en waarden zijn volgens jou het belangrijkste voor hen die het beleid bepalen en bij de bedieningen en activiteiten van de gemeente betrokken zijn (evangelisatie, eredienst, etc.)? 3. Beschrijf wat jij ziet als de drie belangrijkste houdingen of opstellingen bij het reilen en zeilen van je nieuwe gemeente. Hoe zullen de biotische principes van Natuurlijke gemeenteontwikkeling deze nieuwe gemeente beïnvloeden? 35 5 Doelgroep: Bepaal wie je wilt bereiken Jezus zei: “Kijk eens goed rond en let eens op de velden; ze staan wit, rijp voor de oogst!” Johannes 4:35. Veel mensen die rijp zijn om geoogst te worden hebben wellicht geen positieve gedachten over de gemeente en haar instellingen. 1 Doorgrond je nieuwe gemeente: De bedieningen zullen vooral het soort mensen bereiken dat al in je gemeente is. 2 A Wat voor soort mensen zitten er in je kerngroep? B Op welke groep in de wijk lijken je huidige gemeenteleden het meest? C Zijn je huidige gemeenteleden bereid te veranderen, zodat een andere groep bereikt kan worden? Doorgrond je omgeving: Beschrijf je doelgroep aardrijkskundig ● Hoeveel mensen wonen er binnen het bereik van je gemeente? Beschrijf je doelgroep demografisch ● Wat voor soort mensen wonen er in de omgeving? Leeftijd : Huwelijkse staat : Inkomen : Opleiding : Beroep : Etnische afkomst : Waarden, interesses : Beschrijf je doelgroep in geestelijk opzicht ● Hoe staat men tegenover godsdienst en spiritualiteit? ● Zijn de mensen al dan niet buitenkerkelijk? 36 3 Doorgrond je specifieke doelgroep: Als je iedereen probeert te bereiken, bereik je wellicht niemand. ● Wie heeft de heilige Geest jou in het bijzonder opgedragen om te benaderen en tot discipelen te maken? ● Voor wie heb jij de mogelijkheden en de mankracht om te benaderen en tot een volgeling te maken? ● Op welke buitenkerkelijke groepen moet de gemeente volgens jou haar bedieningen richten? 37 6 Strategie: Een plan voor je nieuwe gemeente De strategie laat de weg zien die iemand uit onze doelgroep zou volgen, zodat hij gaat beantwoorden aan Gods doelstellingen voor zijn leven. Het is het plan dat gevolgd zal worden om onze doelgroep te bereiken. Het is een stap-voor-stap uitleg van hoe we het gaan doen. De methoden en bedieningen vormen de actieplannen voor iedere stap in de strategie. Door de strategie worden de sleutelbedieningen en actieplannen bepaald. De bediening van Paulus illustreert hoe Gods doelstelling voor zijn gemeente een inspiratiebron vormde voor het plan om te contextualiseren. Hij was bereid zijn werkwijzen aan te passen om hindernissen tegen het geloof af te breken. (zie Handelingen 17:16-34; 1 Korintiërs 9:19-23.) 1 Wie wil je gemeente proberen te bereiken, te dienen en te laten groeien in discipelschap? 2 Bij het ontwikkelen van een strategie moet je beginnen met het begrijpen van: (a) de mensen die je wil bereiken en (b) waar je hen wilt brengen. 1. Schrijf een naam op van een verloren individu uit je doelgroep 2. Neem 10 minuten de tijd om voor die persoon te bidden. 3. Vraag de heilige Geest om je te leiden om te begrijpen: ● welke houding en gedrag voor hem/haar het belangrijkste zijn ● waardoor hij/zij gemotiveerd wordt om deel te nemen aan programma’s of activiteiten ● hoe hij/zij het besluit om al dan niet deel te nemen – en wanneer ● hoe hij/zij het christendom ziet ● waar en wanneer je vriend(in) in aanraking gebracht zou kunnen worden met christenen 4. Welke stappen zou hij/zij volgens jou kunnen nemen om een reddende relatie met Jezus Christus aan te gaan en een toegewijd volgeling te worden? ● ● ● ● ● ● ● 38 7 Bedieningen: Actieplannen De kernbediening wordt bepaald door het antwoord op de vraag: HOE?, of de strategische stappen. Welke bedieningen en activiteiten zijn nodig om te voorzien in training en het scheppen van mogelijkheden voor iedere strategische stap die je gemeente doet om de doelgroep te bereiken? Bedieningen zijn de dingen die we gaan doen. Doe niet teveel tegelijk. Doe die dingen die werkelijk verschil uitmaken. Wat is goed nieuws voor je doelgroep? Hoe zullen er nieuwe bedieningen ontwikkeld worden? Hoe zullen bedieningen eventueel beëindigd worden, als ze hun doel eenmaal bereikt hebben? Methoden veranderen. Als we het goede nieuws van verlossing aan de nieuwe generatie willen brengen worden we geconfronteerd met de realiteit dat we op een andere manier gemeente moeten zijn. 1 Welke activiteiten zijn nodig om je strategie te laten werken? Maak een lijst van strategische stappen en koppel daaraan de mogelijke bedieningen die zullen zorgen voor evangelisatie en training. Strategische stappen Bedieningen ● ● ● ● ● 2 Actieplannen: Wat gaan we de eerste twee jaar doen? Bedieningen Activiteiten (dit jaar) Activiteiten (volgend jaar) ● ● ● ● 3 Hoe gaan nieuwe bedieningen ontwikkeld worden? 39 8 Doelen: Wat bereikt moet worden Om doeltreffend te zijn moeten de gestelde doelen: (1) duidelijk en meetbaar zijn (2) een uitdaging vormen (3) uitvoerbaar zijn en (4) gedragen worden door de meerderheid van de deelnemers. Hier wordt de visie vertaald in duidelijke doelstellingen op het gebied van houding en numerieke doelen. Houd de beginselen voor ogen die Jezus onderwees door zijn gelijkenissen over het Koninkrijk, die Hij haalde uit het landleven. Doelstellingen die betrekking hebben op de gezondheid van een jonge gemeente brengen de vruchten voort! Het is daarom verstandig je te concentreren op specifieke en meetbare doelen die betrekking hebben op de kenmerken van een gezonde gemeente. 1 Wat zijn je doelen op de lange termijn? Vertaal de visie op je gemeente in duidelijke jaarlijkse doelstellingen. Concentreer je op doelen die de gezondheid van de gemeente bevorderen. Hier volgen een paar voorbeelden van uitstekende uitgangspunten: ● Het aantal kleine groepen, dat wekelijks bijeenkomt: ● Het bepalen van een duidelijk traject en schema van discipelschap: ● Het aantal mensen dat deelneemt aan het traject van discipelschap: ● Het aantal nieuwe gelovigen dat is toegerust en dient in overeenstemming met hun geestelijke gaven: ● Het aantal bedieningen en activiteiten dat zich bezighoudt met en tegemoetkomt aan de behoeften van de omgeving ● ● 2 Wat zijn je jaarlijkse doelstellingen voor de komende tien jaar? Bedieningen jaar 1 jaar 2 jaar 3 jaar 4 etc ● ● ● ● 40 9 Medewerkers, structuren & faciliteiten -- die werken! Het is belangrijk om hierin heel duidelijk te zijn. Hoe worden actieplannen geïmplementeerd? Wie gaat de plannen uitvoeren? Welk soort medewerkers is nodig? Welke ondersteuning krijgen die medewerkers? 1 Medewerkers ● Welke medewerkers heb je t.a.v. je activiteiten om visie te leveren en uit te voeren? ● Wat zijn de geestelijke gaven en talenten binnen de kerngroep? ● Welke vaardigheden en geestelijke gaven zijn nodig in de bedieningen, die nu niet aanwezig zijn in de kerngroep? (Jezus zei dat we moesten bidden tot de Heer van de oogst om nieuwe “arbeiders”. De meeste leiders van de nieuwe gemeente staan nu nog op de akker.) ● Aan welke opleidingsmogelijkheden hebben de kerngroep en/of stafleden behoefte? 2 Structuren ● Zijn de juiste processen in werking gezet om de visie te verwezenlijken? ● Welke veranderingen in de structuur zouden een grotere betrokkenheid en bredere participatie mogelijk kunnen maken? 3 Faciliteiten ● Welke faciliteiten heb je nodig om te beginnen? ● Maak een lijst van technische zaken die van invloed zijn op: a. Je zendingsopdracht: b. De behoeften waaraan je tegemoet wilt komen: c. De dienstverlening/programma’s die je gaat aanbieden: d. De strategieën die je gaat toepassen: ● Hoe ga je zorgen voor de faciliteiten en de technologie om je bedieningen te ondersteunen? ● Welke processen zorgen voor faciliteiten voor zich ontwikkelende bedieningen? 41 10 Evaluatie: Kan God tevreden zijn? 1 Bereiken we ons doel? ● In welke fase vragen wij ons af of we ons doel bereiken? ● Wie gaat evalueren? ● Welke normen gaan we hanteren we om succes of falen aan af te meten? Hoe? Wanneer? Wie? Waar? maandelijks per kwartaal jaarlijks ● Hoe scoren we t.o.v. de “acht kwaliteitskenmerken” van Natuurlijke gemeenteontwikkeling? ● Wat is onze minimumfactor? Volgen we de biotische beginselen? 2 Kan God tevreden zijn? ● Heiligt het doel de middelen? ● Gaan we op een morele, christelijke manier te werk? ● Hebben we gebeden? ● Hebben we groei gezien? 3 Belangrijke vragen! ● Wat is het afgelopen jaar de voortgang geweest? ● Wat is de afgelopen 10 jaar de voortgang geweest? ● Welke tendensen zijn er in de gemeente waar te nemen? ● Hoe goed dienen wij: Onze doelgroep? Onze plaatselijke gemeenschap? Onze gemeente? Onze nieuwkomers of gasten? Anderen die we zouden moeten dienen? 42 ● Wat zijn onze sterke kanten? (Wat zijn onze voornaamste bronnen ter ondersteuning?) ● Wat zijn onze zwakke kanten? (Wat moeten we veranderen?) ● Hoe promoten en implementeren we onze waarden? 4 Plannen maken voor de toekomst ● Welk planningsproces hebben we voor de toekomst? ● Wat moeten we veranderen? ● Welke bediening moeten we stoppen of afbouwen? 43 Het plan van aanpak Nu is het moment aangebroken om een plan van aanpak op te stellen dat de nieuwe gemeente zal voorzien van een duidelijk richtpunt voor gebed, besluitvorming en bediening. In de praktijk is het volgende nuttig gebleken: 1 Een kleine bekwame werkgroep Kies twee of drie mensen die samen met een adviseur een blauwdruk opstellen, gebruik makend van al het verzamelde materiaal afkomstig van zoveel mogelijk mensen door middel van de antwoorden op de vragen op de voorgaande bladzijden. 2 Een vergadering met de leiders Geef de blauwdruk aan de stuurgroep, de gebedsgroep en de kerngroep. Het is aan te bevelen meer mensen uit te nodigen om deel te nemen aan de bespreking van de blauwdruk. Maak gebruik van zoveel mogelijk input om dit plan van aanpak tot een helder document te maken. 3 Houd de visie vast Wees moedig. Leg voortdurend de nadruk op je bijbels mandaat, visie en opdacht. De ervaring heeft geleerd, dat er bijna altijd wel een paar zijn die de richting, waar de meesten zich aan verbonden hebben, proberen te blokkeren. (Het komt voor, dat zij zullen proberen de gemeente te “gijzelen” door dreigementen, manipulatie en beloften, dat zij de leiders of predikant zullen laten overplaatsen). Dan is het de tijd voor christelijke moed. Als de ingeslagen richting gebaseerd is op de bijbelse doelstelling voor Gods gemeente en een visie die door de heilige Geest geïnspireerd is, moeten jij en je gemeente de “saboteurs” opvang verlenen en tegelijkertijd doorgaan met het bouwen aan Gods Koninkrijk. Eén van de voornaamste taken van de gemeentestichter is om voortdurend de visie naar voren te brengen in gebed, verhalen, beelden en in de levens van medegelovigen. Dat is een van de voornaamste functies van mensen met de geestelijke gave van leiderschap. Mensen kunnen binnen een maand hun visie uit het oog verliezen. Natuurlijk, “Indien openbaring (visie) ontbreekt, verwildert het volk” (Spreuken 29: 18), want ze hebben geen doel. Dit wil niet zeggen dat de gemeente ophoudt te bestaan. Zij beantwoordt gewoon niet meer aan de doelstelling van God. Zij zal niet meer effectief meewerken aan het uitbreiden van Gods Koninkrijk. Philip Bryant brengt enkele belangrijke punten naar voren aangaande leiders en hoe zij hun visie doorgeven en promoten. Hij stelt, dat iedere leider: ● een duidelijke visie voor ogen moet hebben. ● zich volledig moet binden aan de verwezenlijking van die visie. ● de visie aan God moet voorleggen in gebed, totdat hij er zeker van is dat dit de wil van God is voor zijn leven. ● zich moet concentreren op de verwezenlijking van de visie. ● praktisch naar die visie moet toewerken. ● mislukkingen moet zien als een leerervaring op weg naar het slagen van de verwezenlijken van die visie. Bryant schrijft: “De visie moet telkens opnieuw levend gehouden worden. Met alle informatie die mensen vandaag de dag te verwerken krijgen, zullen ze de visie binnen een maand uit het oog verliezen als die niet voortdurend levend gehouden wordt.” Hij stelt zeven manieren voor, om dat te bereiken. 44 1 Vertel verhalen. Moedig de leiders en de gemeenteleden aan de visie voor ogen te houden door voorvallen te verhalen die de visie ondersteund hebben. Dit kan in de eredienst of via een wekelijkse nieuwsbrief. 2 3 4 5 6 Volg korte termijn doelen op de voet. Laat zien hoe zij het grote geheel (de visie) beïnvloeden en maak aan de gemeente en de leiders bekend wanneer ze gehaald zijn. 7 Geef blijken van waardering. Bemoedig de mensen door kleine blijken van waardering als zij een bijdrage hebben geleverd aan de verwezenlijking van de visie. Erken mensen openlijk. Erken openlijk die mensen in de gemeente die helpen het gestelde doel te bereiken. Bouw aan een leidersgemeenschap. Roep regelmatig (bij voorkeur maandelijks) de leiders bijeen om gevoed en opgefrist te worden en de visie aan te scherpen. Stuur iedere maand een speciale brief – aan de sleutelfiguren. Dit is geen algemene nieuwsbrief, maar hij concentreert zich op de bedieningen die een rol spelen in het bereiken van het grote doel. Hij geeft de laatste info over deze bedieningen. Voorzie je leiders van boeken en artikelen. Voorzie je leiders van een constante stroom literatuur die de geloofwaardigheid van de visie doel versterken. Kan God tevreden zijn? Natuurlijk leert de ervaring, dat er altijd wel een kleine groep is, die elk doel of plan zal proberen te blokkeren. Soms zullen zij proberen de gemeente te “gijzelen” door dreigementen en manipulatie. Maar als de ingeslagen richting gebaseerd is op de bijbelse doelstellingen voor Gods gemeente en een visie die door de heilige Geest geïnspireerd is, toon dan liefde en zorg voor de tegenstrevers. Maar ga ondertussen krachtig door met het bouwen aan Gods Koninkrijk. Stel doelen vast. Rust mensen toe en moedig ze aan hun geestelijke gaven in de praktijk toe te passen. En stel voortdurend de vraag: “Kan God tevreden zijn?” Geen visie, plan of strategie heeft waarde als ze niet meehelpen zijn doel te bereiken. 45 46 Verschillende stappen Het is zinvol na te denken over de opeenvolgende stappen die buitenkerkelijke mensen kunnen nemen bij het worden van een volgeling van Jezus Christus. De methoden die Jezus gebruikte zullen effectief blijken te zijn en succesvol bij het benaderen van mensen. Jezus Een strategie van 5 stappen “De Heiland begaf zich onder de mensen als iemand die het beste met hen voorhad. Hij toonde hen zijn medeleven, ging in op hun behoeften en won hun vertrouwen. Daarna vroeg Hij: Volg Mij.” (Ellen White, The Ministry of Healing, blz. 143. ● ● ● ● ● Onder mensen te begeven Medeleven betonen Behoeften vervulling Vertrouwen winnen Uitnodiging om Jezus te volgen De Willow Creek Community Church Een strategie van 7 stappen De Willow Creek Community Church bouwt al haar bedieningen rond een strategie van 7 stappen. De fasen variëren in lengte, maar moeten niet als kortlopend worden gezien. Het kan wel twee jaar duren voor er enige vorm van overgave aan Jezus Christus plaats vindt. Velen doen er zes tot zeven jaar over om alle fasen te doorlopen.Uitgangspunt is, dat mensen geseculariseerd zijn en er totaal niet aan denken naar de kerk te gaan. Gemeenteleden worden toegerust geoefend om: ● ● ● ● een echte relatie op met een buitenkerkelijk persoon aan te gaan hun persoonlijk getuigenis te vertellen die persoon uit te nodigen voor een zoekersdienst hem/haar uit te nodigen voor de doordeweekse dienst, de New Community. ● je buitenkerkelijke vrienden te betrekken bij een kleine groep ● mensen op het pad van discipelschap en dienstbaarheid te leiden, daarbij gebruik makend van hun scala aan geestelijke gaven ● trouwe rentmeesters te worden qua tijd, lichaam en geld en anderen tot Jezus te brengen 47 Geestelijke indicatoren Adventist-Moslim relaties Dr Jerald Whitehouse heeft een proces ontwikkeld dat aantoont hoe Moslims geestelijk kunnen groeien. Dit proces verschaft waardevolle inzichten voor christenen die deze weg ook willen gaan. En opnieuw, dit is een proces dat vele jaren van contacten en gesprekken vergt. (Zie appendix B) ● ● ● ● ● ● Een traject voor geloofwaardigheid tot stand brengen geestelijke gesprekken voeren serieuze studie zaligmakend geloof godsdienstig leven / praktijk. volledig lidmaatschap nieuwe contacten De hamvraag is: Hoeveel mensen werken er aan ieder niveau? Het is gebleken dat mensen tot verlossing in Jezus Christus komen gedurende de eerste drie stappen. 1 2 3 4 5 Wat je wilt bereiken Wat je daarvoor moet doen Contact krijgen Relaties aangaan Bezoeken en kijken Pakkende activiteiten – sport, seminars, bijbelstudie Bijwonen & overwegen Eredienst Lid worden & dienen Kleine groepen & bediening Netwerken Evangeliseren – anderen betrekken Wat je favoriete werkwijze ook mag zijn, het is niet nodig die keer op keer op dezelfde manier te herhalen. God wil dat we nieuwe wegen bedenken en bewandelen. Overdonder mensen, verras ze. Natuurlijke gemeenteontwikkeling Een strategie van 8 stappen De acht kwaliteitskenmerken van de Natuurlijke Gemeente Ontwikkeling kunnen zo gerangschikt worden, dat er een traject van 8 stappen uit komt, dat buitenkerkelijke mensen zouden kunnen volgen. ● ● ● ● ● ● ● ● Liefdevolle relaties. Behoeften-georiënteerde evangelisatie. Allesomvattende kleine groepen. Vurig geestelijk leven. Inspirerende erediensten. Gaven-georiënteerde bediening. Kennisoverdragend leiderschap. Functionele structuren. 48 Hoe je kunt weten je of je een nieuwe gemeente Steve Addison heeft een werkboek geschreven voor diegenen die willen weten of God hen roept om gemeenten te stichten, getiteld: ‘How to Know if You Should Plant a Church. Daar komt de titel voor dit gedeelte vandaan. En Philip Bryant heeft een uitstekend deel geschreven over het kiezen van een gemeentestichter in zijn Church Planting Workbook. Het materiaal voor dit hoofdstuk komt hoofdzakelijk uit deze twee bronnen. God heeft jou geroepen om ofwel een nieuwe gemeente te stichten ofwel een gemeentestichter te ondersteunen, want alle plaatselijke gemeenten zijn in het leven geroepen om nieuwe gemeenten voort te brengen. Daarom is dit gedeelte van belang voor jou als stichter ofwel zal het je helpen diegenen te herkennen die God roept om een gemeente te stichten met jouw (financiële) steun. Het succes van een nieuwe gemeente hangt voornamelijk af van degene die we aanstellen als gemeentestichter. Hun leider vormt een wezenlijke factor binnen succesvolle jonge gemeenten. Dit hoofdstuk biedt de gelegenheid belangrijke kwaliteiten en de roeping van een aankomende gemeentestichter te bespreken. Het zoeken van Gods wil “Er waren in de gemeente in Antiochië profeten en leraren … toen zij aan het vasten waren en een dienst hielden ter ere van de Heer, sprak de heilige Geest: ‘Maak Barnabas en Saulus vrij voor de taak waartoe ik hen geroepen heb.’ Na gevast en gebeden te hebben, legden ze hun de handen op en lieten hen gaan.” (Handelingen 13:1-4). God leidt iedere persoon op een andere manier, maar bepaalde beginselen gaan voor iedereen op die probeert Gods wil te begrijpen. Paulus noemt de kwaliteiten die voor een ouderling van een gemeente en niemand kan als een gemeentestichter beschouwd worden (ongeacht zijn diploma ‘s) als hij/zij niet voldoet aan deze essentiële vereisten. ● Marcus 8:34, 35 ● 1 Timoteüs 3:1-7; 2 Timoteüs 2:2 ● Titus 1:5-9 1 Overdenk deze bijbelse vereisten voor het leiden in de gemeente en win informatie bij anderen in om vast te stellen of je bereid bent helemaal te voldoen aan deze kenmerken Eisen voor leiders van de gemeente Mijn leven daarbij vergeleken _______________________________________ _________________________________ _______________________________________ _________________________________ _______________________________________ _________________________________ _______________________________________ _________________________________ 49 2 3 4 5 6 Is er iets in je leven dat je ongeschikt zou kunnen doen zijn voor een pastorale of evangelie bediening? Noem de van namen van leiders en mentoren met wie je je gedachten aangaande het stichten van gemeenten hebt gedeeld. Hebben zij jou roeping hiervoor bevestigd? Waarom denk je dat God jou heeft geroepen tot de bediening die je op dit ogenblik vervult? Wat zou je beweegreden kunnen zijn om die te verlaten? Wat moet je nog leren en bereiken voor je er klaar voor bent je huidige taak op te zeggen? Geestelijke vereisten Philip Bryant benadrukt zes belangrijke geestelijke vereisten voor een gemeentestichter: 1 Een persoon van gebed De Kerk is eigendom van God en daarom moet een gemeentestichter voortdurend met God in gesprek zijn aangaande de bouw van zijn Kerk. Gebed moet consequent, ingeroosterd, specifiek en gericht zijn op zowel het persoonlijke leven alsook op de bediening. 2 Geroepen Het is noodzakelijk, dat je er volkomen van overtuigd bent, dat je geroepen bent tot het stichten van een nieuwe gemeente. Bryan zegt hierover ondermeer: “Het is ook buitengewoon praktisch wanneer de stichter een idee heeft of hij/zij een roeping heeft voor een bepaald gebied. Dat kan een gevoel van optimisme en vertroosting geven als de stichter te maken krijgt met de spanningen die het pionierswerk gewoonlijk met zich mee brengt. Het gevoel van roeping voor een bepaald gebied leidt vaak tot een langdurige verbintenis met de nieuwe gemeente. Dit besef van roeping moet ook door anderen onderkend worden. 50 3 Vrucht van de Geest Het is belangrijk dat de gemeentestichter blijk geeft van geestelijke volwassenheid (zie Galaten 5:22-23) want in het wordingsproces van de jonge gemeente moet hij/zij het hoofd bieden aan tal van moeilijke situaties die te maken hebben met mensen met verschillende achtergronden. 4 Je verlaten op de Heilige Geest Wanneer je de Heilige Geest als een “persoon” kent, kan je vol vertrouwen op Hem steunen en Hem om raad vragen. Het is onmogelijk een effectieve christelijke getuige te zijn, tenzij de Heilige Geest je niet leidt en door je werkt. 5 Volwassen theologie Mensen zullen vanuit verschillende achtergronden je nieuwe gemeente bezoeken en het is daarom belangrijk dat je als stichter een volwassen en evenwichtig begrip hebt van de theologie, zodat je een eenheid kunt bewerkstellingen. 6 De kosten berekend Omdat het stichten van gemeenten pionierswerk is, zullen de stichter en zijn gezin vaak verzeild raken in moeilijke en stressvolle situaties. Het stichten van nieuwe gemeenten kan soms om een grote mate van opofferingsgezindheid van de kant van de stichter en zijn gezin vragen. Wat gaat het kosten? Jezus zei: “Als iemand van u een toren wil bouwen, maakt hij eerst rustig een kostenberekening, om te zien of hij voldoende geld heeft om de bouw te voltooien.” (Lucas 14:28) Paulus wilde dat de Kerk zou begrijpen wat het kostte om een gemeentestichter te zijn. “U mag gerust weten, broeders en zusters, hoeveel moeilijkheden we in de provincie Asia ondervonden hebben. We kregen zo veel meer te dragen dan we konden, dat we zelfs wanhoopten aan ons leven. (2 Korintiërs 1:8) Steve Addison heeft voor de stichter (en zijn echtgenote) een overzicht gemaakt waaraan zij de hoeveelheid stress kunnen aflezen die zij kunnen verwachten en hun bereidheid om de volgende kosten te aanvaarden. 1 De prijs van verandering in de levenssituatie Wordt er van je verlangd je huidige werkkring of bediening op te geven? 2 De prijs van financiële onzekerheid (indien van toepassing) Wie gaat en in je levensonderhoud voorzien? 3 De prijs van het verhuizen (indien van toepassing) Moet je verhuizen en een nieuwe kennissenkring opbouwen? Wat zullen de gevolgen voor je gezinsleden zijn? 51 4 De prijs van veel werk Het stichten van een nieuwe gemeente betekent vaak lange dagen maken zonder onmiddellijke resultaten. 5 De prijs van een mogelijk “falen” Zoals Paulus al ondervond, hebben gemeentestichters geen garantie op onmiddellijk succes. Welke gevoelens roept het bij je op om te falen in de ogen van anderen? 6 De prijs van de strijd Het stichten van gemeenten betekent geestelijke oorlogvoering. Satan kent onze zwakke plekken. Ook al is het de strijd van de Heer, aan de overwinning hangt wel een prijskaartje, zoals Jezus ons heeft laten zien. 7 De prijs van onzekerheid Het leven van een gemeentestichter is vol van onzekerheden en onderhevig aan voortdurende veranderingen. Ben je bereid een langdurige turbulente tijd in te gaan? 8 De prijs van eenzaamheid De gemeentestichter heeft geen bestaande gemeente die hem ondersteunt en bevestigt. Aan het begin van zijn opdracht bestaat de meest voorkomende reactie van de mensen die je wilt bereiken waarschijnlijk uit afwijzing of onverschilligheid. Even checken… Heb je ooit wel eens met een gemeentestichter gesproken over de prijs die het stichten van nieuwe gemeente met zich meebrengt? Als je getrouwd bent, heb je dan open en eerlijk met elkaar gepraat over elkaars angsten? Als je kinderen hebt, heb je dan de zaak met ze doorgepraat en ze de tijd gegund alles te verwerken? Welke conclusies trek je over je bereidheid de prijs voor het gemeenstichten te betalen? Geestelijke gaven Er bestaat niet zoiets als hét profiel van een goede gemeentestichter. De praktijk heeft echter geleerd, dat de volgende geestelijke gaven belangrijk zijn voor de stichter en zijn team. De belangrijkste zijn geloof en leiderschap. 1 Geloof Geen twee nieuwe gemeenten zijn hetzelfde en dus moet de stichter in het geloof aan de slag gaan en God vragen: “Hoe wilt U dat deze nieuwe gemeente zal worden? Geloof is de vaardigheid waarmee je in vertrouwen de wil en de doelstelling van God kunt zien voor de nieuwe gemeente en deze visie aan anderen kunt doorgeven. 52 2 Leiderschap Een uiterst belangrijk kenmerk van een leider is het hebben van visie. De stichter moet een vooruitziende blik hebben om te onderkennen wat God met deze nieuwe gemeente aanwil. 3 Onderscheid Iedere gemeentestichter moet in staat zijn de gaven van anderen te herkennen en ze te betrekken bij bedieningen. Onderscheid heeft ook te maken met het aandragen van alternatieve oplossingen voor problemen en evaluatieprocessen. 4 Evangelisatie Het doel van het stichten van een nieuwe gemeente is het bereiken van buitenkerkelijke en verloren mensen voor Jezus Christus. Een predikant moet daarom bereid zijn het werk van een evangelist te doen en er voor te zorgen dat alle leden toegerust zijn om te evangeliseren en te getuigen van hun geloof. Bryant zegt: “In de nieuwe gemeente moet evangelisatie krachtig gepraktiseerd, onderwezen en besproken worden, wil de gemeente aan haar doel beantwoorden.” Het is waardevol wanneer de stichter de gave van evangelisatie heeft. 5 Onderwijzen en prediken De eredienst is de etalage van de nieuwe gemeente. Bryant schrijft: “Als de predikant van de nieuwe gemeente de gave van prediking heeft en in staat is zijn mensen te bewegen een eredienst te creëren die beantwoordt aan de behoeften van de gemeenschap, en hen geen schaamtegevoel geeft, zullen de mensen zich aangetrokken voelen tot de gemeente en de God die wij aanbidden.” Het is van essentieel belang dat de predikant een leraar is, want hij is geroepen om leden toe te rusten voor hun bediening om Gods Koninkrijk op te bouwen. 6 Bestuur Het is belangrijk dat de stichter in staat is de korte – en lange termijn doelen van de jonge gemeente te bevatten en plannen te maken en door te voeren om deze doelen te verwezenlijken. 7 Raad geven In de huidige complexe samenleving lopen veel mensen gefrustreerd rond met problemen waarvoor geen eenvoudige oplossingen voor handen zijn. Zonder helemaal op te gaan in lange termijn counseling, moet de stichter toch voorbereid en in staat zijn in een veelheid van verschillende situaties wijze raad te geven. Het is van belang dat er een duidelijk strategie voor doorverwijzing is opgezet. Persoonlijkheid & stijl van leidinggeven Inzicht in je eigen persoonlijkheid en stijl van leiding geven zal je helpen bij het bepalen van je geschiktheid om gemeenten te stichten. Steve Addison heeft een vragenlijst opgesteld, aangepast aan die van Bob Phillips, getiteld “The Delicate Art of Dancing with Porcupines” (De delicate kunst van dansen met stekelvarkens) om je te helpen in te zien wat voor type persoonlijkheid je hebt. De stichter zal de neiging hebben een aandrijver te zijn (resultaatgericht, ongeduldig, besluitvaardig en een risiconemer) en eerder expressief (sociaal vaardig, impulsief, hartelijk en motiverend) dan analytisch (opgeruimd, nadenkend, behoedzaam en perfectionistisch) of beminnelijk (ondersteunend, loyaal, niet gek te krijgen en teamlid ). 53 Steve Addison zet uiteen dat je stijl van leiding geven op een natuurlijke manier voortvloeit uit je persoonlijkheidstype. Bij sommige leiders ligt het zwaartepunt op werken aan wat er is (ontwikkelaars), terwijl anderen juist zweren bij het scheppen van nieuwe dingen (vernieuwers). ONTWIKKELAAR VERNIEUWER (beminnelijk en/of analytisch) (aandrijvend en/of expressief) Gaat uit van bestaande structuren en helpt die te verbeteren/ontwikkelen. Consequent & degelijk. Vindt het fijn om deel uit te maken van een team. Bouwt iets van de grond af op. Pionier, initiator en organisator van verandering. Geeft graag leiding aan een team. Voorkeursfuncties: Herder-predikant, leraar, raadgever, lid van predikantenteam Voorkeursfuncties: Leider-predikant, gemeentestichter, leider van de organisatie, hoofdpredikant Zelfs al ben je geen VERNIEUWER, dan nog kan God je roepen om een gemeente te stichten. Hij kan werken met allerlei persoonlijkheden en leiders. Maar het is wel van belang dat de stichter de volgende kenmerken heeft: 1 Diep gemotiveerd Het is belangrijk dat een stichter in staat is om te werken met een duidelijk doel voor ogen zonder enig toezicht. Zo iemand is sterk gemotiveerd, doortastend, op een positieve manier agressief en neemt initiatieven. 2 Een toerustende leider Leiders van groeiende gemeenten concentreren zich op het toerusten van andere christenen voor dienstwerk. Zij gebruiken de leken niet hulpjes om hun doelen te bereiken en hun visie in vervulling te zien gaan. Liever zetten zij de hiërarchie op zijn kop, zodat de leider christenen bijstaat om het hun door God gegeven geestelijke potentieel te bereiken. Deze predikanten rusten toe, ondersteunen, motiveren en begeleiden de enkelingen en stellen hen in staat al datgene te worden wat God wil dat ze zullen zijn. 3 Mensgericht – effectief in het opbouwen van relaties Om een nieuwe gemeente op te bouwen moet de stichter een mensenvriend zijn met maar één doel voor ogen. Het is belangrijk dat hij met allerlei soorten mensen relaties aangaat die gekenmerkt worden door aanvaarding en inleving. Hij moet iemand zijn die grote zorg betoont en mensen bevestigt en opbouwt. 4 Flexibel en plooibaar Het stichten van een gemeente brengt enorme veranderingen met zich mee. Bryant zegt: “Methoden moeten aan iedere afzonderlijk project van gemeentestichting aangepast worden. Prioriteiten en nadrukken moeten gedurende de verschillende stadia van stichting en groei veranderd worden. Dat houdt in dat de stichter flexibel en plooibaar moet zijn. 5 Ondersteund door gezin Het is onmogelijk een effectieve gemeentestichter te zijn als je niet de volledige medewerking geniet van je wederhelft en je gezin. 54 Even checken… ● ● Wat vertellen jouw type persoonlijkheid en je stijl van leiding geven jou over je roeping tot gemeentestichter? Als je een gemeente gaat stichten, wat voor soort mensen heb je dan in je team nodig om jouw type persoonlijkheid en je stijl van leiding in balans te brengen? Compe- tentie 1 Spreekt de buitenkerkelijken aan De gemeentestichter moet de mentaliteit, waarden, behoeften en het taalgebruik van de buitenkerkelijken begrijpen en in staat zijn te communiceren op een voor hen gemakkelijk te begrijpen manier. De erediensten moeten zo worden ingericht, dat ieder onderdeel en de boodschap de Bijbel verbinden met het dagelijkse leven. Ook moet hij er alles aan doen om godsdienstig jargon te weren uit zijn vocabulaire en de erediensten. 2 Speelt in op de gemeenschap Niet alleen moet de stichter de cultuur en de behoeften van de gemeenschap begrijpen, hij/zij moet tevens hieraan tegemoet komen door binnen en buiten de gemeente hiertoe diensten in het leven te roepen. Tegelijkertijd zal de stichter niet op dezelfde manier aan die behoeften tegemoet komen zoals de overheid dat zou doen. De gemeente reageert op een verlossende manier op behoeften. 3 Stelt mensen in staat hun gaven te gebruiken De effectieve gemeentestichter richt zich op het toerusten, in staat stellen en vrijmaken van mensen voor bediening. Zij onderkennen geestelijke gaven in anderen om ze vervolgens toe te rusten en op te bouwen en ze de kans te geven om hun gaven te gebruiken. De stichter moet altijd proberen om te vermijden te veel van mensen te eisen of ze onder te waarderen als het gaat om hun gaven. 4 Schept verlangen om deel te hebben aan bedieningen Om de nieuwe gemeente te doen slagen dan moet de gemeentestichter zij anderen helpen zich verantwoordelijk te voelen voor de groei en het succes van de bediening. Dit impliceert dat christenen en nieuwe leden voor de visie gewonnen moeten worden door hen die visie minstens éénmaal per maand voor te houden. De stichter moet er altijd voor waken de gemeente onhaalbare doelen voor te spiegelen. Zijn de doelen haalbaar, dan zullen mensen ervoor gaan. 5 Streeft naar geestelijke en numerieke groei De stichter zoekt naar voor een voortdurende groei. Daartoe stelt hij/zij doelen en ijkpunten vast en doet hij/zij er alles aan, om ervoor te zorgen dat de gemeente niet terugvalt tot een houding van alleen maar overleven of de zaak ‘bijhouden’. 6 Bouwt een samenhangend gemeentelichaam Een aantal factoren zijn van belang voor het bouwen van een samenhangende gemeente. Het is belangrijk dat de stichter in staat is groepen mensen te vormen die nieuwkomers snel opnemen en zich thuis laten voelen. Bryant stelt voor een proces in het leven te roepen om het moreel van de mensen in de gaten te houden, zodat de stichter voeling houdt met de behoeften van de gemeente en zo de eensgezindheid van de gemeente in stand kan houden. 55 Kenmerken van effectieve gemeentestichters Analyseer je overtuiging dat God je heeft geroepen om een gemeente te stichten met dit werkblad als leidraad voor een biddende overweging en discussie. Je kunt het ook gebruiken als basis om anderen te ontdekken die God geroepen heeft en die je moet toerusten en ondersteunen als gemeentestichters. Dit werkblad is enigszins aangepast, maar afkomstig uit Steve Addisons “How to Know if You Should Plant a Church’ (Church Resource Ministries Australia, 1993), pag. 8-11. Maak een beoordeling van jezelf op grond van je ervaringen uit het verleden. Geef specifieke voorbeelden van jouw handelen om je oordeel te rechtvaardigen. Laat ook anderen die jou door en door kennen een kopie van deze vragenlijst voor jou invullen. Nooit 1 1 Zelden 2 Soms Vaak 3 4 Altijd 5 Vaardigheid om visie over te brengen 1 2 3 4 5 Ik ben in staat geweest duidelijk te zien wat God van mij in mijn bediening verwachtte en kon ook anderen in die richting voeren. Geef specifieke voorbeelden: 2 Zelfmotivatie 1 2 3 4 5 Ik heb me altijd ingezet om de zaken goed aan te pakken ondanks het daarbij behorend prijskaartje. Ik kan zonder strikt toezicht hard en lang werken. Geef specifieke voorbeelden: 3 Verantwoording nemen in de bediening 1 2 3 4 5 Ik ben in staat geweest anderen te inspireren samen een doel na te streven dat de moeite waard is. Geef specifieke voorbeelden: 4 Relaties onderhouden met buitenkerkelijken 1 2 3 4 5 Ik heb een goede relatie met buitenkerkelijken en ik kan het evangelie op hun leven toepassen op een voor hen begrijpelijke manier. Geef specifieke voorbeelden: 5 Medewerking van echtgenoot m/v (indien van toepassing) 1 2 3 4 5 Mijn man/vrouw/verloofde begrijpt, aanvaardt en ondersteunt mijn verbintenis aan het stichten van nieuwe gemeenten en is bereid mij te ondersteunen. Geef specifieke voorbeelden: 6 Relaties ontwikkelen 1 2 3 4 5 Ik kan goed met anderen overweg en voel hun behoeften aan. Geef specifieke voorbeelden: 7 Gemeentegroei 1 Ik leg met toe op de numerieke groei van de gemeente. Geef specifieke voorbeelden: 56 2 3 4 5 8 Reagerend op de gemeenschap 1 2 3 4 5 Ik voel de aard en behoeften van de mensen die we proberen te bereiken aan en kan toepasselijke bedieningen op poten zetten om tegemoet te komen aan die behoeften. Geef specifieke voorbeelden: 9 Gebruikmaken van de gaven van anderen 1 2 3 4 5 Ik heb getoond dat ik goed ben in het werven, trainen, begeleiden en ondersteunen van anderen in hun bedieningen, overeenkomstig hun gaven. Geef specifieke voorbeelden: 10 Flexibiliteit/aanpassingsvermogen 1 2 3 4 5 Ik heb getoond, dat ik flexibel ben en voordeel kan trekken uit plotseling opkomende veranderingen en onzekerheden. Geef specifieke voorbeelden: 11 Bouwen van een eensgezind gemeentelichaam 1 2 3 4 5 Ik heb mensen samengebracht in teams die zich bezighouden met zinvolle bedieningen. Ik ben in staat geweest hen te helpen problemen die opgekomen waren het hoofd te bieden. Geef specifieke voorbeelden: 12 Veerkracht 1 2 3 4 5 1 2 3 4 5 Ik ben sterk teruggekomen na tegenslagen, teleurstellingen en mislukkingen. Geef specifieke voorbeelden: 13 Geloof Ik geloof dat God mij geroepen heeft om een gemeente te stichten en dat Hij in al het nodige zal voorzien om het karwei te klaren. Geef specifieke voorbeelden: 57 58 Verschillende fasen We gebruiken in dit hoofdstuk de beeldspraak van de levenscyclus van een gemeente, omdat een aantal zeer behulpzame materialen deze metafoor gebruiken. Hier volgt een opsomming van de dingen die gedaan moeten worden als we een nieuwe gemeente willen opstarten. 1 De bevruchtingsfase (Wat te doen voor je een nieuwe gemeente aankondigt.) 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 2 De prenatale ontwikkeling (De 6-9 maanden voorafgaande aan de erediensten!) 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 3 Maak de nieuwe gemeente bekend. Begin met de erediensten. Begin met kinderwerk. Breng de nazorgstrategie in praktijk. De groeifase 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 5 Zet de kerngroep aan het werk. Kies een naam voor de nieuwe gemeente. Leg contacten in de omgeving en begin met evangelisatie. Stel opnieuw het tijdspad vast Leg de structuur voor de bedieningen en de organisatie en hun onderlinge relaties vast. De geboortefase 3.1 3.2 3.3 3.4 4 Kies en benoem een gemeentestichter. Stel ondersteunende teams samen, een stuurgroep, een gebedsgroep en een kerngroep. Stel het projectplan op. Verricht een demografisch - en haalbaarheidsonderzoek en bepaal de doelgroep. Stel duidelijk de bijbelse doelstelling, visie en strategie vast. Zet het voorstel voor de nieuwe gemeente op papier. Ontwikkel het netwerk van kleine groepen en vermenigvuldig ze. Benoem nieuwe leiders en rust ze toe. Ontwikkel doelgerichte bedieningen. Verbeter het effect van de evangelisatie. Neem nieuwkomers op en zet hen in. Verbeter en/of vervang bestaande bedieningen. Het vermenigvuldigingsfase 5.1 5.2 5.3 Probeer de leden warm te maken voor het stichten van weer een nieuwe gemeente. Stel een strategie voor het stichten van nieuwe gemeenten starten (jullie ouderschapsstrategie). Begin met de stichting van een nieuwe gemeente. 59 1 De bevruchtingsfase (Wat te doen voor je een nieuwe gemeente aankondigt.) 1.1 Kies en benoem een gemeentestichter Het werk van een gemeentestichter omvat van alles: ● leider van de eredienst (het merendeel van de succesvolle stichters is musicus) ● prediker van hoog gehalte ● evangelist (kan buitenkerkelijken aanspreken) ● kiest de juiste mensen uit en zet ze aan het werk ● leider van kleine groepen ● herder en zorgverlener ● goed met financiën ● geestelijk– en gebedsleider Jezus heeft de discipelen twee aan twee uitgezonden. Het is altijd het beste een team aan te stellen: de stichter en zijn medewerker/assistent. 1.2 Stel de ondersteunende teams samen Men zegt dat ondernemingen die als maatschap begonnen zijn vier keer zoveel succes hebben als een éénmanszaak. Jezus had een team en Paulus ook. In een team zitten mensen die elkaar aanvullen en een team zorgt voor een onbewust proces van verantwoording afleggen. De eerste teams die moeten worden samengesteld zijn: A Stuurgroep Deze kan bestaan uit de gemeentestichter, één of twee vertegenwoordigers uit de moedergemeente en indien mogelijk een paar mensen die ook deel gaan uitmaken van de kerngroep. B Gebedsgroep Vertegenwoordigers uit de moedergemeente en anderen die deel gaan uitmaken van de kerngroep van de nieuwe gemeente. C Kerngroep De mensen die de kern gaan vormen van de nieuwe gemeente. 60 Ontwikkel het projectplan Het projectplan bevat een kalender met daarop alle activiteiten die hun beslag moeten krijgen voordat de eerste eredienst plaatsvindt. Ook kunnen daarop alle gebeurtenissen gedurende het jaar volgend op de eerste eredienst vermeld worden. Tijdspad & planning Laat de kerngroep in een “brainstormsessie” een lijst samenstellen van activiteiten en belangrijke mijlpalen. Stel de lijst op in de voltooid verleden tijd. Het is hierbij handig een videoprojector te gebruiken met een spreadsheet programma, zodat de leden van de kerngroep mee kunnen doen aan het vaststellen van een tijdspad voor activiteiten. Je kunt ook de activiteiten op memoblaadjes schrijven en ze chronologisch rangschikken op een groot bord. Let op dat voor verschillende activiteiten en stappen verschillende tijden staan. Zorg voor voldoende tijd voor iedere stap. Op de lijst zullen de volgende zaken voorkomen: ● Stichter & medewerker – benoemd. ● Gebedsgroep – samengesteld en actief. ● Stuurgroep – samengesteld en actief. ● Demografische – & haalbaarheidsstudie – afgerond. ● Doelgebied & doelgroep – vastgesteld. ● Bijbelse doelstelling, visie, waarden, strategielijst – afgerond. ● Kerngroep – samengesteld. ● Naam van de nieuwe gemeente – gekozen. ● Financieel plan & budget – klaar. ● Verantwoordelijkheden & verhouding met het Uniebestuur – vastgelegd. ● Voorstel aangaande de nieuwe gemeente – gepresenteerd aan de betreffende commissie. ● Kerngroep – opleiding & studies voltooid. ● Ruimte voor samenkomst belangstellenden – besproken. ● Telefoon, bankrekening – aangesloten en geopend. ● Logo & briefpapier – klaar. ● Netwerken van contacten voor evangelisatie – vastgesteld. ● Bedieningen (evangelisatie & vervolgtraject methoden voor buitenkerkelijken) – vastgelegd. ● Leiding, medewerkers & structuren – vastgelegd. ● Taakomschrijvingen – vastgelegd. ● Doelen – vastgesteld. ● Beoordelingstrajecten – iedereen mee eens. ● Leiders – uitgekozen en toegerust. ● Reclame voor de eerste samenkomst voor belangstellenden – voorbereid. ● Samenkomst voor belangstellenden – geadverteerd. ● Samenkomst voor belangstellenden – gehouden. ● Contacten – bezocht. ● Evangelisatie en erediensten voor een jaar – gepland. ● Eerste bedieningen – gestart. ● Ruimte voor de eredienst – besproken. ● Eerste eredienst – gepland. ● Eerste eredienst – geadverteerd. ● Eerste eredienst – gehouden. 61 Voorbeeld van een tijdsplan (voor het eerste jaar) Januari Februari □ Start demografische – & haalbaarheidsstudie □ □ □ □ □ □ Maart April □ Bijbelse doelstelling, visie, waarden, Strategielijst – afgerond □ Naam van de nieuwe gemeente – gekozen □ Financieel plan & budget – klaar □ Verantwoordelijkheden & verhouding met het Uniebestuur – vastgelegd □ Kerngroep – samengesteld □ Kerngroep – opleiding & studies voltooid Mei Juni □ Voorstel nieuwe gemeente – gepresenteerd aan de betreffende commissie □ Ruimte voor samenkomst belangstellenden – besproken □ Telefoon, bankrekening – aangesloten en geopend □ Logo & briefpapier – ontwikkeld □ Netwerken van contacten voor evangelisatie – Vastgesteld □ Netwerken van contacten voor evangelisatie – vastgesteld □ Leiding, medewerkers & structuren – vastgelegd □ Taakomschrijvingen – vastgelegd Juli Augustus □ Doelen – vastgesteld □ Beoordelingstrajecten – iedereen mee eens □ Leiders – benoemd en toegerust □ Reclame voor de eerste samenkomst voor belangstellenden – voorbereid □ Samenkomst voor belangstellenden – geadverteerd □ Samenkomst voor belangstellenden – gehouden □ Contacten – bezocht September Oktober □ Evangelisatieactiviteiten en erediensten voor een jaar – gepland □ Eerste bedieningen – gestart □ Ruimte voor de eredienst – besproken □ Eerste eredienst – gepland November December □ Tweejaren plan – uitgewerkt □ Data vastgesteld voor de eerste evangelisatieen eredienstactiviteiten, enz. 62 Stichter & medewerker – benoemd Gebedsgroep – samengesteld en actief Stuurgroep – samengesteld en actief Haalbaarheidsonderzoek – afgerond Doelgebied & doelgroep – vastgesteld Doelstelling, visie & strategie - begonnen 1.3 Verricht een demografisch- en haalbaarheidsonderzoek en bepaal het doelgebied en de doelgroep Denk strategisch: ● Welke bevolkingsgroepen wonen in de buurt? ● Wie zijn er het minst bereikt? ● Wie staan het meest open? ● Welke openingen zijn er? ● Wie hebben de zeggenschap over die openingen? ● Waar halen zij hun informatie vandaan? ● Wie vertrouwen zij? ● Hoe zit hun dag/weekindeling eruit? ● Hoe kun je contact met hen leggen? ● Hoe zij hun wereldbeschouwing, geloofsovertuiging, waarden en gedragingen? Gedrag is gebaseerd op overtuiging, overtuiging op waarden en waarden op wereldbeschouwing. Vraag je ook af: ● Wie zijn wij? ● Waar zijn wij? ● Waarom zijn wij hier? ● Wat zijn onze huidige bediening, doelstellingen en gebedsvragen? ● Wie wil God door ons bereiken? ● Wat voor mensen zijn dat? ● Wie zou hen moeten bereiken? ● Hoe moeten zij bereikt worden? ● Hoe zal het resultaat eruit zien? 1.4 Stel duidelijk de bijbelse doelstelling, visie en strategie vast De elementen waar we rekening mee moeten houden zijn: Het vaststellen van de visie: (strategische planning) 1 Bijbels mandaat: wat is Gods wil? 2 Visie: welke toekomst heeft God voor ogen? 3 Opdracht: waartoe dient de nieuwe gemeente? 4 Waarden: welke cultuur en waarden zullen van belang zijn in de nieuwe gemeente? 5 Doelgroep: wie moet door de nieuwe gemeente aangesproken worden? 6 Strategie: welke stappen gaan mensen nemen om volgeling te worden? Actieplannen: (operationele planning) 7 Bedieningen: welke bedieningen zullen de strategie laten werken? 8 Doelen: waaraan kunnen wij de voortgang afmeten? 9 Medewerkers & structuren: wie doen het werk en op welke manier? Beoordeling: (voortdurende terugkoppeling) 10 Evaluatie: doen we wat God van ons verwacht? 63 1.6 Schrijf het voorstel Steve Addison schrijft: “Het schrijven van een voorstel zal je helpen alle zaken te overdenken waar je mee te maken krijgt bij het stichten van een nieuwe gemeente. Het is niet het uiteindelijke werkschema, maar het begin van een voortdurend proces van planning.” Hij heeft zeven hoofdvragen op een rijtje gezet. Ze zijn zeer bruikbaar bij het opstellen van een voorstel. 1 Waarom met een nieuwe gemeente beginnen? ● Beschrijf je roeping. ● Wat is je visie? ● Wat zijn de redenen voor je nieuwe gemeente? ● Waarom zijn nieuwe gemeenten nodig? 2 Wat is de doelgroep die je wilt bereiken? ● Wat voor soort mensen wil je bereiken? ● In hoeverre staan zij open voor het evangelie? ● Hoe effectief ben je als je met hen in contact treedt? ● Wat zijn hun behoeften? ● Voeg toepasselijke demografische diagrammen toe. ● Beschrijf de voorgestelde locatie die je op het oog hebt en waarom je die gekozen hebt. 3 Wat voor soort gemeente wil je stichten? ● Wat zijn je kernwaarden en je uitgangspunten voor bediening? ● Wat is je zendingsopdracht? ● Met welke soorten van bediening ga je werken? ● Maak een doorstroomschema van hoe je mensen wilt aantrekken, overtuigen en inzetten. 4 Met wie ga hierbij je samenwerken? ● Beschrijf je ideale kerngroep. ● Beschrijf de specifieke functies die ingevuld moeten worden. ● Hoe ga je teamleden rekruteren? ● Wie staat financieel garant voor de activiteiten en/of ondersteunt jouw inkomen? ● Aan wie leg je verantwoording af t.a.v. ondersteuning, opleiding en terechtwijzing, zowel in je privé leven als in de ontwikkeling van je bediening? 5 Hoe en wanneer wil je deze gemeente stichten? ● Wat zijn je strategische plannen voor de eerste 18 maanden? ● Wat is de tijdlijn voor wat je verwezenlijkt wil zien? ● Volgens welk model voor het stichten van gemeenten ga je te werk? ● Hoe ga je de eerste 30 – 40 mensen bereiken? ● Wat zijn de essentiële bedieningen die je van de grond moet krijgen? 6 Hoe ziet het kostenplaatje eruit? ● Wat zijn je budgetvooruitzichten? ● Waar komt het geld vandaan? Heb je een vriendenkring die je ondersteunt? word je parttime stichter of vrijwilliger? word je gesponsord door gemeente/kerkgenootschap? een combinatie van hierboven genoemde zaken? ● Hoe en aan wie ga je financieel rapporteren? 64 7 Hoe kun je anderen erbij betrekken? ● Voorbede ● Vrijwilligers. ● Mogelijke contacten. ● Instrumentaria. ● Financiën. Als je eenmaal je voorstel op papier hebt, bespreek het dan met anderen, inclusief een ervaring gemeentestichter of een supervisor voor gemeentestichting. Gegeven aan: Opmerkingen: 1.___________________ _______________________________________________________ _______________________________________________________ _______________________________________________________ 2.___________________ _______________________________________________________ _______________________________________________________ _______________________________________________________ 3.___________________ _______________________________________________________ _______________________________________________________ _______________________________________________________ 65 2 De prenatale fase (De 6-9 maanden voorafgaande aan de eerste eredienst!) De meeste ontwikkeling vindt plaats vóór de geboorte. Als een baby eenmaal geboren is, wordt hij alleen maar groter. Een jonge gemeente moet een zekere mate van organisatie ontwikkeld hebben en een minimaal aantal leden bezitten voor de eerste eredienst gehouden kan worden (of de geboorte kan plaats vinden). Een vroeggeboorte betekent meestal problemen voor de gezondheid van de gemeente. 2.1 Zet de kerngroep aan het werk De kerngroep bestaat uit degenen die de kern van de nieuwe gemeente zullen vormen. Het kiezen van de kerngroepleden: Het is moeilijk een kerngroep te vormen uit: 1. mensen die zich niet willen hechten aan een gemeente 2. mensen die veel aandacht nodig hebben 3. grote aantallen mensen van een ander kerkgenootschap. Bezoek allen die hiervoor in het doelgebied aanmerking komen en bespreek op individuele basis de visie, doelstelling en waarden. Daag ieder afzonderlijk uit lid te worden van de nieuwe gemeente en getrouw te zijn in opkomst, tienden en gaven. Vraag mensen om lid te worden van de kerngroep. Bryant zegt: “Het is aan te raden dat de kerngroep uit minstens zes gezinnen bestaat, voordat de eerste eredienst gehouden wordt.” De kwaliteiten waar je op moet letten zijn: ● Een actief gebedsleven. ● Een verlangen om buitenkerkelijken te bereiken met het evangelie. ● Een verlangen om een trouwe volgeling te zijn en trouwe volgelingen te maken. ● Overeenstemming met de visie van de gemeente. ● Toewijding aan Gods Woord. ● Een vast voornemen om betrokken te zijn bij de nieuwe gemeente. ● Volharding. ● Potentiële leiderskwaliteiten. ● Sterke verbondenheid met het kerkgenootschap. Wekelijkse samenkomsten: Bepaal tijd en plaats van de samenkomst en kom iedere week samen. Vaste ingrediënten zijn: ● Aanbidding ● Gebed ● Planning ● Toerusting en gemeenschapszin om eenheid en een gemeenschappelijke doelstelling te ontwikkelen. ● Tienden & gaven. Het is van vitaal belang dat kernleden volledig toegewijd zijn. Kerngroep studies: Zie Appendix C hierover. Het doel van deze studies is om de kerngroep samen te smeden tot één geheel door toerusting en de studie van doelstelling, visie, zending, waarden en strategie van de nieuwe gemeente. Op het moment dat de nieuwe gemeente een feit is en een begin is gemaakt met de erediensten mag de kerngroep nooit meer samenkomen als kerngroep, want de leden moeten zich mengen onder de nieuwe bezoekers. 2.2 Kies een naam voor de nieuwe gemeente 1. Ontwerp een logo dat iets weergeeft van de identiteit van de gemeente. 2. Zorg voor een telefoonaansluiting, E-mail(adres), postadres, enz. 66 2.3 Leg contacten in de omgeving en begin met evangelisatie 1. Leg contacten in de omgeving: ● Voer een huis-aan-huis enquête uit: - Neem na 10 dagen weer contact op met mensen die vriendelijk waren. - Maak een lijst voor een derde en verdere bezoeken. ● Begin activiteiten die in een behoefte voorzien, bijvoorbeeld: - ‘Welkom thuis’ service - Kinderclub - Jouw predikant voor als je geen predikant hebt - Workshop voor ouders, omgaan met stress, enz. 2. Begin met evangelisatieactiviteiten: ● Begin kleine groepen: - Rust de leiders toe met methoden die voor iedereen bruikbaar zijn. - Gebruik materiaal dat voor handen is en pas het eventueel aan. - Leer al doende: Ik doe voor – zij kijken Ik doe voor – zij helpen Zij doen het – ik help Zij doen het – ik kijk ● Begin met bijbelstudies aan huis: Rust mensen met gaven van onderwijs en verkondiging toe om evangelische bijbelstudies te geven. ● Begin met evangelische seminars en samenkomsten: De gemeentestichter moet deze programma’s zelf leiden, leden toerusten om dit te doen of een gastspreker uitnodigen om programma ’s te houden die de doelgroep(en) aanspreken. Deze evangelisatieactiviteiten moeten deel uitmaken van een overkoepelend jaarlijks gemeenteplan. 3. Installeer teams voor bedieningen. 2.4 Stel opnieuw het tijdspad vast 1. Bestaan er duidelijke evangelisatieplannen voor de komende 1 – 2 jaren? 2. Liggen de onderdelen van het tijdspad in een logische volgorde en zijn zij haalbaar? 3. Staan er voldoende medewerkers en hulpbronnen ter beschikking? 67 2.5 Leg de structuren voor de bedieningen en de organisatie en hun onderlinge relaties vast 1.Bedieningenstructuren ● Hoe gaan de nieuwe bedieningen opgestart en beoordeeld worden? ● Wie beslist of ze eventueel beëindigd moeten worden? ● Welke benaderingsstrategie voor buitenkerkelijken wordt gevolgd? ● Welke contacten proberen wij bewust te leggen? 2. Het assimilatieproces ● Hoe gaan we met mensen om die voor het eerst komen? - Hoe komen wij aan hun naam en adres? - Wat doen we met ze? ● Hoe wordt iemand lid? - Langs welk traject wordt iemand lid? - Welke cursussen/klassen voor toekomstige leden zullen er zijn? ● Hoe worden leden toegerust om hun bediening te kunnen uitvoeren? - Op welke wijze worden de geestesgaven ontdekt? 3. Organisatiestructuren en financiën ● Houd de structuren zo eenvoudig mogelijk. ● Bepaal hoe de onderlinge relaties zullen lopen. ● Installeer een voorlopige leiding voor de komende 2 – 3 jaar. ● Leg gezonde financiële procedures en afwikkelingen vast. ● Maak een inschatting van de geldstromen. 4 Rust de voornaamste bedieningenteams toe ● ● ● ● Kinderwerk. Liturgiecommissie. PR. Enz. 68 3 De geboortefase 3.1 Maak de nieuwe gemeente bekend 3.2 Begin met de erediensten 1. Wordt de eredienst zoeker gericht of rekening houdend met bezoekers? 2. Welke uitgangspunten zijn van belang voor een aansprekende eredienst? ● In de cultuur van de doelgroep. ● Leiders geven het voorbeeld: bijvoorbeeld knielen/staan. ● Duidelijke bijbelse thema ’s met reactiedoelen. ● Vloeiende overgangen. ● Bekendmakingen geïntegreerd in de dienst. ● Maximale deelname in de voorbereiding en de presentatie. 3.3 Begin kinderwerk 1. Zijn de ruimten veilig en schoon? 2. Zal dit werk voor fijne ervaringen zorgen? -Ouders zullen vragen: “Vond je het leuk?” -Is het antwoord “Nee”, dan komen de ouders niet meer terug. -Ouders zullen vragen: “Wat hebben jullie gedaan en wat heb je geleerd?” -Geef altijd papier mee waarop de ouders dit kunnen zien. 3.4 Voer de opnamestrategie uit 1. Bied nazorg aan iedere bezoeker volgens het ”assimilatieproces” 69 4 De groeifase 4.1 Ontwikkel en vermenigvuldig een netwerk van kleine groepen 4.2 Stel nieuwe leiders aan en rust ze toe 4.3 Ontwikkel gerichte bedieningen De jonge gemeente groeit omdat er een duidelijke strategie gevolgd wordt om buitenkerkelijken te bereiken. De tijd is nu aangebroken om speciale bedieningen te ontwikkelen die tegemoet komen aan de speciale behoeften en pijnen van de nieuwe gelovigen. 1 Bedieningen met een sociaal doel: eten huisvesting, enz. 2 Ondersteuning/herstel groepen: ouders met teenagers, alcohol/drugs verslaving, enz. 4.4 Vergroot het effect van de evangelisatie 1 Blijf werken aan het vergroten van het aantal contacten. 2 Geef meer toerusting op het gebied van evangelisatie. 3 Moedig allerlei activiteiten met niet-christenen aan. 4.5 Neem nieuwkomers op en zet hen in We moeten een duidelijk systeem hebben waardoor mensen relaties en bedieningen kunnen vinden: 1 Het maken van nieuwe vrienden. (Zie de statistieken van gemeentegroei) 2 Het vinden van een kleine groep. 3 Betrokken raken bij een zinvolle bediening. (Bediening is geen benoemde taak) 4.6 Verbeter en/of vervang bestaande bedieningen Snoeien is bijbels. Het brengt meer vruchten voort. 1 Evalueer ieder jaar alles. 2 Herzie de plannen voor het volgende jaar. 3 Evalueer de administratieve processen. Wees eerlijk. Hoe effectief zijn we? 70 5 De vermenigvuldigingsfase Plaatselijke gemeenten wachten in de regel te lang met het stichten van dochtergemeenten. Als een gemeente daar niet binnen 3 – 4 jaar mee begint, komt het er gewoonlijk niets meer van. 5.1 Probeer de leden warm te maken voor het stichten van weer een nieuwe gemeente Maak mensen door je eigen enthousiasme warm voor het stichten van nieuwe gemeenten en stoom leiders klaar die gedreven zijn om door te gaan met het stichten van nieuwe gemeenten. 5.2 Stel een strategie vast voor het stichten van nieuwe gemeenten (jouw ouderschapsstrategie) Stel binnen de gemeente een team samen dat zich gaat bezighouden met het stichten van een dochtergemeente. Zorg voor ondersteuning en bemoediging voor het team en de nieuwe gemeenten die zij stichten. ● Zorg voor coaching en maak gebruik van bijv. dit werkboek. Robert Logan zegt: “Ieder effectief overkoepelend systeem voor de ontwikkeling van nieuwe gemeenten moet voortdurend steun bieden aan stichters, hun echtgenoten en lekenleiders op sleutelposten. Veronachtzaming van één van deze drie groepen vermindert drastisch de effectiviteit van gemeentestichting en vergroot de kansen op mislukte projecten. Voor deze ondersteuning heeft Logan de “New Chruch Incubators” ontwikkeld. ●Leer van de ouder-kind relatie en de daarmee samenhangende processen: -De opwinding en angst bij de verwachting van het eerste kind. -De moeite en pijn bij de geboorte. -De zorgen en werk die het opgroeien met zich meebrengen. -Het weggeven van de jonge bruid: -dochter gemeenten willen en moeten volwassen zijn. -geef niet te lang financiële ondersteuning – dat maakt afhankelijk. 5.3 Sticht een nieuwe gemeente 71 Appendix A Centrale waarden Deze appendix bevat een overzicht en de bijbelse onderbouwing van de 10 centrale waarden van Willow Creek. Daarnaast vind je hier “Waarden peiling” en de erbij horende “Waarden omschrijving” uit het Church Planting Workbook van Philip Bryant. Centrale waarden Willow Creeks centrale waarden Deze lijst van waarden is ontstaan uit een aantal discussies tussen stafleden van Willow Creek Community Church en de Willow Creek Association. Toen meer en meer gemeenten wilden weten wat we geloofden, hebben Dan Webster, Sharon Wells, Wendy Guthrie en Russ Robinson acht “centrale waarden” op een rijtje gezet als een poging om antwoord te geven op de vraag: “Wat maakt Willow Creek anders?” Bill Hybels heeft de oorspronkelijke lijst later verduidelijkt en tot 10 waarden aangevuld. Deze vormden de basis voor de hoofdlezing bij de inwijdingsconferentie van de Willow Creek Association en de eerste aanzet voor een serie artikelen die verscheen in het maandblad van de Willow Creek Association. Hier komen ze, een blauwdruk van wat Willow Creek maakt tot wat het is. 1 Wij geloven dat bijbels onderricht in de kracht en onder leiding van de Heilige Geest verandering tot stand brengt in individuele gelovigen en in de kerk (Romeinen 2:7; 2 Timoteüs 3:16-17; Jakobus 1:23-25). De nadruk ligt hierbij op het onderricht tot discipelschap en levensverandering. 2 Wij geloven dat verloren mensen God ter harte gaan en daarom ook de kerk ter harte moeten gaan (Lucas 5:30-32; Lucas 15; Matteüs 18:14). De nadruk ligt hierbij op evangelisatie door relaties als onderdeel van evangelisatie als een gemeentelijk proces. 3 Wij geloven dat de kerk cultureel relevant moet zijn, zonder daarbij de zuivere bijbelse leer prijs te geven (1 Korintiërs 9:13-23). De nadruk ligt hierbij op het gevoelig omgaan met vormen van multi-media (zoals muziek, beeld- en woordgebruik, kunstvormen, etc.) die aanslaan bij (post)moderne mensen in ons land. 4 Wij geloven dat volgelingen van Jezus Christus echtheid uitstralen en voortdurend verlangen naar geestelijke groei (Efeziërs 4:25-26; Hebreeërs 12:1; Filippenzen 1:6). De nadruk ligt hierbij op persoonlijkheidsstructuren en karakter, doorzettingsvermogen en geestelijke volwassenheid. 5 Wij geloven dat de kerk haar werk moet doen als een hechte gemeenschap van mensen, mannen en vrouwen, die dienen naar gelang zij daartoe de geestelijke gaven hebben ontvangen (1 Korintiërs 12,14; Romeinen 12; Efeziërs 4; Psalm 133). De nadruk ligt hierbij op eenheid, dienstbaarheid in verscheidenheid van gave en roeping tot bediening binnen het lichaam van de gemeente. 6 Wij geloven dat liefdevolle onderlinge relaties het belangrijkste kenmerk zijn van alle activiteiten in het kerkelijke leven (1 Korintiërs 13; Nehemia 3; Lucas 10:1; Johannes 13:3435). De nadruk ligt hierbij op zorg dat gemeentelijke activiteiten uit liefde voortkomen, naast aandacht voor teambuilding in bediening en opbouw van onderlinge relaties. 72 7 Wij geloven dat mensenlevens het beste tot verandering komen in kleinere groepsverbanden (groeigroepen, celgroepen, enz.) (Lucas 6:12-13; Handelingen 2:44-47). De nadruk ligt hierbij op discipelschap, maar ook op kwetsbaarheid, vertrouwelijkheid en verantwoordelijkheid. 8 Wij geloven dat hoge kwaliteit God eert en mensen inspireert (Kolossenzen 3:17; Maleachi 1:6-14; Spreuken 27:17). De nadruk ligt hierbij op evaluatie, een kritische blik en oog voor detail, intensiteit en streven naar het beste. 9 Wij geloven dat kerken geleid zouden moeten worden door hen die de gaven van leiderschap hebben ontvangen (Nehemia 1,2; Romeinen 12:8; Handelingen 6:2-5). De nadruk ligt hierbij op delegatie van verantwoordelijkheden, dienend leiderschap, strategische keuzes en bewuste doelmatigheid. 10 Wij geloven dat het nastreven van volledige toewijding aan Christus hoort bij het leven van elke gelovige (1 Koningen 11:4; Filippenzen 2:1-11; 2 Korintiërs 8:1-7). De nadruk ligt hierbij op goed rentmeesterschap, dienstbaarheid en verantwoordelijkheid aan de samenleving. De missie van Willow Creek (wat we doen) Het is onze opdracht verloren mensen te bereiken en tot volledig toegewijde volgelingen van Jezus Christus te maken. De visie van Willow Creek (wat we willen worden) Het is onze visie een volgens de bijbel functionerende gemeenschap van gelovigen te zijn zodat de verlossende doelstellingen van Christus in deze wereld vervuld kunnen worden. 73 Vragenlijst over waarden Beantwoord de vragen in overeenstemming met wat je voelt en denkt. (Philip Bryant – “Church Planting Workbook”). eens – neutraal – oneens 1 2 3 4 5 √ Voorbeeld: Ik geloof dat Jezus het hoofd van de kerk is. 1. 2. 3. 4. 5. De Bijbel is een goede gids voor een christelijke levenswandel, maar het is niet de definitieve bron van gezag voor de kerk. De prediking in onze gemeente zal aangeven hoe het Woord van God van toepassing kan zijn op alle noden van het dagelijkse leven. Deze gemeente gelooft dat alle gaven van de Heilige Geest die in de Bijbel genoemd worden nu door de gemeente gebruikt zouden moeten worden. Ik vind dat deze gemeente haar leden zou moeten toestaan om naar eigen believen te komen en te gaan. Onze eredienst moet als doel hebben dat zij de christenen opbouwen. We zullen het meest effectief mensen voor Christus winnen als we tegemoet komen aan hun emotionele, lichamelijke, intellectuele en geestelijke behoeften. 7. We geloven dat wanneer iemand een christen wordt, God hem/haar in staat zal stellen om te groeien door zijn Woord. 8. De kerk moet programma’s ontwikkelen die tegemoet komen aan de behoeften van de gemeenschap. 9. Een gemeente is pas goed, wanneer zij mensen niet aanspoort om geld te geven, maar God in staat stelt de mensen te vertellen wat ze moeten geven. 10. De gemeente moet zich richten op een speciale groep binnen de samenleving. 6. 11. Een gemeente die biddend plannen maakt voor de toekomst weet waarschijnlijk waar ze naar toe wil. Iedere gemeente moet zich beperken tot haar eigen gebied en zich niet inlaten met andere 12. kerkgenootschappen. 13. Ik geloof dat de gemeente zich allereerst moet richten op de mensen buiten de kerk. 14. De meeste beslissingen binnen de gemeente zullen gebaseerd worden op wat logisch lijkt en niet op bijbelse beginselen. 15. Gedurende de erediensten zal de prediking er altijd op gericht zijn christenen te helpen te groeien in hun relatie met God. 16. Alle in de Bijbel genoemde gaven van de Heilige Geest gelden vandaag ook nog, behalve die van tekenen en wonderen, die niet meer nodig zijn omdat we het geschreven Woord van God hebben. 17. Lidmaatschap van deze gemeente betekent een verbintenis tot aanbidding en deelname aan een bediening. 18. De erediensten moeten aantrekkelijk zijn en gemakkelijk te begrijpen voor een buitenstaander. 19. Het belangrijkste voor deze gemeente is het aantal mensen dat zij wint voor Christus. 20. Deze gemeente heeft een traject uitgewerkt waardoor nieuwe christenen kunnen groeien in hun geloof en effectief kunnen worden in het dienen van anderen. 21. Effectieve gemeenten ontwikkelen programma’s waarmee haar leden opgebouwd worden, zodat zij als christen kunnen overleven. 22. Leden van deze gemeente zullen aangemoedigd worden gul te geven d.m.v. tienden en gaven. 23. Dit is een gemeente die aan iedereen in de gemeenschap iets te bieden heeft. 24. Deze gemeente zal zich drukker maken over het klaren van haar opdracht dan over het maken van plannen. 25. Deze gemeente gaat anderen ondersteunen bij hun evangeliewerk in ons gebied. 26. De enige taak van deze gemeente is het opbouwen van de heiligen. 74 Uitleg van de vragenlijst Ook al worden de waarden nogal zwart-wit omschreven, in de praktijk blijkt dat de gemeente zich vaak opstelt in het midden of bij een van de beide uiterste posities. Het nu volgende is bedoeld om je aan het denken te zetten over de waarden op dit gebied. 1 Gezag 2 Verkondiging 3 De heilige Geest 4 Betrokkenheid van de leden Bijbels versus menselijk, vragen 1 en 14 Waarop moet de gemeente haar structuren, waarvoor zij rekenschap aflegt en alles wat zij doet, bouwen? Groeiende kerken hebben een sterke bijbelse grondslag voor al hun doen en laten. Gericht op: Zoekenden versus gelovigen, vragen 2 en 15 In de preek kan de nadruk op veel verschillende zaken liggen.Terwijl een gemeente zich in het bijzonder kan richten op de behoeften van een bepaalde groep, zal zij toch ook aandacht aan algemene behoeften moeten schenken, wil zij groeien en zich ontwikkelen. Zichtbaar actief versus onzichtbaar niet-actief, vragen 3 en 16 De uitleg van de rol die de Heilige Geest speelt zal per gemeente verschillend zijn en kan variëren tussen twee uitersten of in het midden liggen. Het is verstandig dit goed te omschrijven, zodat de leer en de praktijk van de gemeente duidelijk is voor ieder die zich erbij aansluit. De rol die de heilige Geest in de eredienst speelt kan van cruciaal belang zijn. Hoge verwachting versus vrijwillige inzet, vragen 4 en 17 Het niveau van betrokkenheid dat van de leden verwacht wordt moet duidelijk zijn. Gemeenten die van de leden een grote betrokkenheid en deelname verwachten, groeien in de regel. Eredienst 5 Gericht op: zoekenden versus christenen, vragen 5 en 18 6 Holistisch versus alleen de “ziel”, vragen 6 en 19 7 De eredienst is de etalage van de kerk. Rekening houden met de buitenkerkelijken is één ding, een afweging tussen traditioneel en hedendaags is een ander. De gemeenschap die je wilt bereiken moet de doorslag geven. Evangelisatie Bij evangelistatie zijn vele benaderingen mogelijk, variërend van het benaderen van een mens in zijn totaliteit tot het andere uiterste, waarbij een belangstellende als een te winnen trofee wordt beschouwd. Groeiende gemeenten neigen ertoe de bewogenheid van Christus te tonen in een holistische benadering. Toerusting In het wilde weg versus planmatig, vragen 7 en 20 Er zijn mensen die er van uitgaan, dat iemand die christen is geworden automatisch zal groeien. Dit komt echter zelden voor en de meeste gemeenten zullen dan ook een toerustingtraject moeten uitzetten waarin de bekeerling zijn vaardigheden en gaven kan ontwikkelen. Als mensen actief zijn in een bediening is hun toewijdingniveau gewoonlijk hoog. 75 8 Programma’s Voor de behoeften van de gemeenschap versus de christelijke, vragen 8 en 21 De meeste gemeenten ontwikkelen programma’s die inspelen op de behoeften die zij opmerken. Sommige worden bepaald door de gemeenschap, anderen door christelijke behoeften. Beide zijn nodig, maar een groeiende gemeente zal de balans laten doorslaan ten gunste van de behoeften van de gemeenschap. 9 Bijdragen 10 Doelgroep 11 Vrijwillig versus tienden en meer, vragen 9 en 22 Deze waarde kan een strijdpunt opleveren. Het is belangrijk dat de gemeente hierin stelling neemt, want veranderen is bijna onmogelijk. Als de gelovigen tienden afdragen aan de Gods gemeente, zal zijn werk nooit geld te kort komen en de mensen zullen Gods zegen ervaren. Specifiek versus algemeen, vragen 10 en 23 Veel gemeenten proberen alle mensen te bereiken en zullen in de regel ervaren, dat zij slechts enkelen bereiken, in het bijzonder als er geen oog is voor individuele behoeften. Als een gemeente zich richt op een bepaalde doelgroep, maar open staat voor iedereen, zal dat vaak tot een gestage groei leiden. Toekomstplannen Algemeen versus specifiek, vragen 11 en 24 Er zijn mensen die het maken van plannen niet geestelijk vinden. Maar Gods heeft vanaf de schepping plannen gemaakt. Een gemeente die geen plannen maakt, bereikt zelden veel en mocht dat wel zo zijn, dan wordt dat vaak niet opgemerkt. Zendingsgebied 12 Wereldrijk versus Koninkrijk, vragen 12 en 25 13 Buitenkerkelijk versus kerkelijk, vragen 13 en 26 Jezus is het hoofd van de universele Kerk maar ook van de plaatselijke gemeente. Hoewel het onverstandig is je te laten opslokken in samenwerkingsprojecten die ver boven je kunnen uitgaan, moet je als plaatselijke gemeente toch alles blijven bezien vanuit Gods Koninkrijk. Dit kan variëren van het bijstaan van andere plaatselijke gemeenten bij het stichten van nieuwe gemeenten tot zending in het buitenland. Gerichtheid De algemene gerichtheid van de gemeente vormt de basis voor alle waarden. Ga je je richten op de kerkelijke of de onkerkelijke mensen? Dat wil niet zeggen dat de andere groep wordt buitengesloten. 76 Appendix B Geestelijke indicatoren: Adventisten – Moslim relaties Dit proces is ontwikkeld door Dr Jerald Whitehouse, de directeur voorzitter van het Global Centre for Adventist – Muslim Relations. 77 Tabel 1 Voorgestelde geestelijke, sociale en economische doelen voor ieder werkniveau: Snelle tijdslijn Langzame tijdslijn Maanden 0 - 6 7 - 12 13 - 18 19 - 24 25 - 30 31 - 36 Maanden 0 - 24 25 - 36 37 - 48 49 – 60 61 - 72 73 - 84 1. Opbouwen van geloofwaardigheid Geestelijke doelen voor ieder niveau 1. Bewerk een besef en een aanvaarding van de “middelaar” als iemand die een goddelijk leven in al zijn facetten laat zien door een ingeleefde bediening m.b.t de ervaren behoeften. De doelen van dit niveau worden behandeld in deel 1 van de Bakarat Allah studies. 1. Versterk de wens om Allah beter te leren kennen en Hem zinvoller te aanbidden. 2. Ontwikkel een vertrouwen in alle heilige Boeken. 2. Bewerk interesse voor 3. Schep een verlangen naar gesprekken over persoonlijke een “nieuw hart” van Allah. geestelijke zaken. Bekwaamheid vergroten Sociale en economische doelen (het van toepassing zijn hiervan zal van de omstandigheden afhangen) 2. Geestelijke gesprekken Samenwerking voor zelfvertrouwen 1. Geletterdheid naar__ % Hetzelfde als niveau 1. plus: 2. Plaatselijke vermogen om buurtproblemen op te lossen verhoging van het gezinsover de hele linie neemt toe. inkomen. 3. Plaatselijk bestuur komt regelmatig bijeen om plaatselijke problemen op te lossen. 4. Verbetering van de gezondheidszorg voor moeder en kind. 5. Voedselvoorziening verbeterd. 6. In bepaalde ervaren behoeften wordt voorzien doordat het plaatselijke vermogen om in behoeften te voorzien is toegenomen. 3. Bewust onderzoek 4. Verlossend geloof 5. Godsdienstig leven en praktijk 6. Volledig lidmaaschap De doelen van dit niveau worden behandeld in deel 2 van de Bakarat Allah studies. 1. Ontwikkel een vertrouwen in Allah voor bevrijding van angst voor duistere machten. 2. Inspireer het vertrouwen in Isa als middelaar. 3. Ontwikkel een toewijding aan goddelijk leven ter voorbereiding op de jongste dag. De doelen van dit niveau worden behandeld in deel 3 van de Bakarat Allah studies. 1. Bewerk een aanvaarding van het geweldige offer als Allah ’s gave aan de mens om hem met Zichzelf te verzoenen. 2. Bewerk een aanvaarding van Isa als het geweldige offer, Allah ’s gave voor de overwinning over de zonde. 3. Ontlok een geloofsbelijdenis als nieuw gelovige. De doelen van dit niveau worden behandeld in deel 4 van de Bakarat Allah studies. 1. Ontwikkel de praktijk van goed rentmeesterschap in de nieuwe gelovige. 2. Breng de kennis, houding en praktijk van sabbatvieren bij. 3. Laat nieuwe gelovigen hun geloof delen met anderen. De doelen van dit niveau worden behandeld in deel 5 van de Bakarat Allah studies. 1. Lidmaatschap van Allah ’s volk van de eindtijd. 2. Leden brengen anderen tot geloof. Samenwerking voor zelfvertrouwen Consolidatie Structuur en duurzaamheid Relatie met de wereldkerk Hetzelfde als niveau 1. plus: 1. Plaatselijke groep van gelovigen georganiseerd. 2. Inkomen en kredietwaardigheid van de kleine bedrijfjes gerealiseerd. 3. Rentmeesterschap van de gelovigen duidelijk. 1. Formele of informele band met de wereldkerk Hetzelfde als niveau 1en 2. kleine bedrijfscoöperaties. 78 Tabel 2 Indicatoren om voor ieder niveau de verwezenlijking te meten: Niveau ‘s Algemene geestelijke indicatoren 1. Opbouwen van geloofwaardigheid 1. Middelaar aanvaard als “medegelovige”. 2. Middelaar neemt deel aan belangrijke sociale gebeurtenissen (feesten, bruiloften, begrafenissen, etc.) Indicatoren van geloof in Isa Sociale en economische indicatoren 2. Geestelijke gesprekken 1. Regelmatige deelname aan een studiegroep voor zoekenden. 2. Bestudering van alle Heilige Boeken. 3. Geeft de wens te kennen Allah te kennen. 4. Begrijpt dat zonde een gebroken toestand van opstand is. 5. Geeft de behoefte en de wens te kennen voor een nieuw hart van Allah. 3. Deelname aan persoonlijke geestelijke gesprekken. 4. De middelaar deelt literatuur uit die interesse opwekt. 5. De middelaar wordt door de gemeenschap beschouwd als een zorgdragend, goddelijk iemand. 1. Isa als profeet. 1. Isa als profeet. De indicatoren die bij deze initiatieven horen worden ingevoerd. idem 3. Bewust onderzoek 4. Verlossend geloof 5. Godsdienstig leven en praktijk 6. Volledig lidmaatschap 1. Verminderd vertrouwen in de macht van voorwerpen, plaatsen en mensen. 2. Geloof in Allah tot bevrijding van angst voor kwade machten. 3. Wens om te behoren tot Allah ’s speciale volk dat zich voorbereidt op de jongste dag. 4. Een dagelijks betekenisvol gebedsleven. 1 Het offer is Allah ’s gave aan de mens, een symbool dat Hij onze zonde bedekt. 2. Eerherstel in Allah ’s gezin betekent eenoffer voor verzoening en geen geweld of wraak. 3. Belijdenis van geloof in Isa ’s geweldige offer. 1. Geloof in de Heilige Geest als de tegenwoordigheid van Allah voor een “Gode” welgevallige leefwijze en getuigenis. 2. Praktisch rentmeesterschap inzake tienden en “zakat”. 3. Onthouding van praktijken die voor de gezondheid schadelijk zijn. 4. Sabbatviering. 1. Het grote panorama van de grote strijd. 2. Doel van de oordeelsdag. 3. De Eliaboodschap – “gaat uit van haar.” 4. Eindtijdprofeten. 5. Gemeenschap met Allah ’s wereldwijde volk van de eindtijd. 6. Doop. 1.Vertrouwen in Isa voor macht over kwade krachten. 2. Vertrouwen in Isa als middelaar op de oordeelsdag. 3. Uitzien naar Isa als de komende Messias. 4. Isa als macht voor een “Gode” welgevallige leefwijze. 1. Isa is de Enige die mij een nieuw hart kan geven. 2. Isa is degene die de familieëer herstelt door Zichzelf te geven. Doordat Hij zondaren aanvaardt en vergeeft, vergeeft Hij ook mijn zonden. 3. Isa is het geweldige offer, dat Hij vrijwillig gebracht heeft. 4. Isa is de overwinnaar over de dood. 5. Isa is de Heer van mijn leven. idem 1. Isa is de Heer van de sabbat, het symbool van de schepping, de herschepping en de eeuwige rust. 1. Allah is één, maar wij ervaren Hem in Isa als onze Middelaar en Verlosser, en we ervaren zijn tegenwoordigheid in de Heilige Geest. 1. Gelovigen opgenomen in plaatselijke gemeente, of 2. een bestuur van een georganiseerde groep gelovigen. 3. Groep gelovigen voorziet zelf in geestelijk voedsel, verkondiging en zorg voor de misdeelden. 1. Groep gelovigen draagt op een of andere manier bij aan de wereldkerk. 2. Groep gelovigen heeft op een of andere manier voeling met de wereldkerk. idem 79 Appendix C Kerngroep studies Als de kerngroep is samengesteld is haar belangrijkste doel het vormen van de kern van een nieuwe gemeente. Zij zullen vaak verschillen in afkomst en levenservaring, en daarom moeten zij proberen eenheid te ontwikkelen temidden van de gemeenschap. De kerngroepstudies zijn bedoeld als leidraad voor de stichter om van de kerngroep een hechte groep te maken die het doel, de waarden en de visie van de nieuwe gemeente deelt. Tegelijkertijd kunnen de studies ook gebruikt worden als een oefenmoment als mensen teruggaan naar de fundamenten die in de studie opgetekend staan. De stichter is vrij om praktische oefeningen toe te voegen en ze aan te passen aan zijn/haar situatie. De kerngroepbijeenkomsten zijn ook een gelegenheid om de nieuwe gemeente op poten te zetten en verantwoordelijkheden te delegeren aan haar leden. Er moet ook aan gedacht worden, dat wanneer de gemeente met haar erediensten begint, de kerngroep nooit meer als zodanig bijeen mag komen. Kerngroepleden worden eenvoudig deel van de gemeente. Zij moeten zich mengen onder de nieuwkomers, hen welkom heten en hun levens met hen delen. Op deze manier worden zij het “zuurdesem” dat de nieuwe gemeente verenigt. Deze studieschema’s komen uit Philip Bryant’s Church Planting Workbook, te verkrijgen bij de Baptist Union of Victoria, Australië. 80 Het Koninkrijk van God & de nieuwe gemeente Bijbelstudie 1 1 In het juiste perspectief 1.1 1.2 Waarom zijn wij hier? Waar gaan we heen? Hoe komen we daar? Vandaag de dag worden er veel ideeën/betekenissen gekoppeld aan het begrip “kerk/gemeente”. Wat stond Jezus voor ogen toen Hij zei: “Op deze rots zal ik mijn gemeente bouwen, en de macht van het dodenrijk zal het tegen haar moeten afleggen.” (Matteüs 16:18). 1.3 2 Het Koninkrijk van God 2.1 Het voornaamste richtpunt van Jezus was het Koninkrijk van God. ● Marcus 1:14-15 ● Matteüs 26:64 ● Lucas 13:18-21 ● Lucas 11:2-4, Matteüs 6:9-15 Definitie van Gods Koninkrijk: zowel een tegenwoordige als een toekomstige realiteit. Tegenwoordig in Jezus en in al diegenen die zich aan Hem hebben overgegeven. Toekomstig, omdat het pas werkelijkheid zal worden bij de wederkomst van Christus. Onze verbintenis is met de Koning (Jezus) en het Koninkrijk (Matteüs 7:21). 2.2 2.3 3 De Kerk en de gemeenten De Kerk is onderdeel van Gods opdracht, met als doel het openbaren van Gods Koninkrijk, anderen uit te nodigen om deel te hebben door geloof in Christus, en te waarschuwen voor de komende heerschappij van God die aanbreekt bij de komst van Christus. 3.3 Universele Kerk – het totale lichaam van alle gelovigen van alle eeuwen en alle plaatsen, (Efeziërs 1:22, 3:20-21, Kolossenzen 1:2). Plaatselijke gemeenten – specifieke, plaatselijke georganiseerde groepen christenen, (Romeinen 16:5, 1 Korintiërs 1:2, 4:17). Kerk = Ekklesia (komt 114 keer voor in het Nieuwe Testament). 5 keer als aanduiding van een fysieke bijeenkomst van mensen, normaal een politieke bijeenkomst. 19 keer als aanduiding van de gemeenschap van alle gelovigen, de universele Kerk. 90 keer als aanduiding van een fysieke, plaatselijke vergadering van gelovigen in Christus – een plaatselijke gemeente. 4 De samenhang van dit alles 4.1 4.2 4.3 Het Koninkrijk van God is de voornaamste doelstelling. De Kerk is het geestelijke lichaam van christenen van alle eeuwen in heel de wereld. De gemeenten zijn plaatselijke groepen christenen, die op vrijwillige basis de opdracht van God uitvoeren, n.l. het uitbreiden van zijn Koninkrijk in heel de wereld en onder alle volken. 5 Waartoe zijn wij hier? Wat heeft dit alles ons te vertellen? 5.1 5.2 Wij zijn hier als een verlengstuk van Gods Koninkrijk. Wij zijn hier om een plaatselijke gemeenschap van christenen te zijn, op vrijwillige basis vergaderd en op een bijbelse manier georganiseerd, samenkomend om God te aanbidden en onder leiding van de Heilige Geest zowel hier als elders de grote opdracht van Jezus Christus uit te voeren. Wij zijn hier om een onzelfzuchtige, dienende en getuigende gemeenschap te zijn. 3.1 3.2 5.3 81 Gebed & de nieuwe gemeente Bijbelstudie 2 1 1.1 1.2 1.3 Een plaatselijke gemeente is Gods schepping en Jezus Christus is haar hoofd. Het leven en de groei van een plaatselijke gemeente komt van God en is niet het gevolg van menselijke inspanning. (1 Korintiërs 3:5-9) “Als de Heer het huis niet bouwt, bouwen de mensen voor niets”. (Psalm 127:1). Dit gaat ook op voor een gemeente. Tenzij de Here de gemeente bouwt, werken zij die organiseren, programmeren en financieren voor niets. We moeten goed in de gaten houden wat God doet en wat wij doen. (1 Korintiërs 3:10-15). Wij zijn hoogstens stichters, organisatoren of bouwers. Maar we moeten altijd voor ogen houden, dat God het leven en de groei schenkt. 2 Hoe hangt dit samen met gebed? 2.1 Jezus, het Hoofd van de Kerk, heeft zijn volledige aardse bediening gebaseerd op gebed. (Lucas 5:16, 6:12, 9:18, 28-29, 11:1, 22:41-46). Als wij de vaste overtuiging hebben, dat God leven en groei brengt in de plaatselijke gemeente, moeten we in contact met God blijven. (Johannes 15:1-17) Zonder Jezus kunnen wij niets doen. De eerste gemeente was een biddende gemeente. (Handelingen 1:14, 2:42, 4:31, 8:15, 13:3 en 16:25 zijn enkele van de vele voorbeelden hiervan.) Ook Paulus moedigde het gebed aan. (Efeze 6:18, Filippenzen 4:6, Kolossenzen 4:2, 1 Tessalonisenzen 5:17, 1 Timoteüs 2:8). We moeten in alles wat we doen op God vertrouwen. Onze geschiktheid komt van God. Het punt is niet wat wij kunnen doen, maar wat God kan doen (2 Korintiërs 3:4-6). Hoeveel wij bidden geeft aan hoe afhankelijk we ons voelen van God en hoe vast we ervan overtuigd zijn dat Hij de bron is van alle leven en groei binnen de gemeente. 2.2 2.3 2.4 3 Door het gebed worden mensen tot geloof in Jezus Christus gebracht en ingeburgerd in de gemeente. 3.1 Bid voor mensen die Christus nog niet persoonlijk kennen opdat de Geest hen tot overtuiging en bekering zal brengen (Johannes 16:8-11, Titus 15). Bid dat christenen een onweerstaanbaar verlangen krijgen om uit te gaan en hun geloof uit te dragen (Matteüs 9:35-38). Bid voor kansen, moed en de juiste woorden om andere mensen te bereiken met het goede nieuws van Christus (Efeziërs 6:19, Kolossenzen 4:3,4). 3.2 3.3 4 Door gebed blijft de kerk groeien en leven. 4.1 De God die mensen tot geloof in Christus brengt en die de gemeente vestigt, is tevens de bron voor onafgebroken leven en aanhoudende groei (Filippenzen 1:16). We moeten bidden voor de voortdurende groei van individuele christenen en de gemeente als geheel (Efeziërs 3:14-19). 4.2 5 De plaats van het gebed in de nieuwe gemeente. 5.1 5.2 Gebed is de sleutel voor evangelisatie, leven en groei van de gemeente. Het gebed moet de grootste prioriteit hebben zowel voor de individuele christen als voor de gezamenlijke beleving van de gemeente als geheel. Het gebed moet gepaard gaan met een actief geloofsleven. ● We moeten bidden maar ook bereid zijn te handelen. ● We moeten in ons gebed doelgericht zijn, d.w.z. we moeten in het geloof onze doelstelling bepalen en daar naar toewerken. 5.3 82 De heilige Geest & de nieuwe gemeente Bijbelstudie 3 1 1.1 1.2 1.3 2 2.1 2.2 2.3 De Heilige Geest brengt de gemeente tot leven; Hij geeft vitaliteit en zin. Handelingen 1 & 2 – De aanwezigheid van de Heilige Geest was van wezenlijk belang bij het begin van de gemeente en bij het vervullen van haar taak: getuigen van Jezus en de wereld doordesemen met de boodschap van een nieuw leven. (Zie ook Lucas 24:49). De aanwezigheid van de Geest binnen de gemeente maakte haar vooral tot een zendingsbeweging. (Handelingen 2:37-47). De aanwezigheid van de Heilige Geest binnen de eerste gemeente was bedoeld voor zending en niet zozeer voor persoonlijke bevrediging. De hoofdfunctie van de Geest in de gemeente was haar te stimuleren en haar aan te zetten tot groei. (Handelingen 8:14, 10:1-48, 13:1-4, 15:12-35, 20:22, 28:23-31). Wie is de Heilige Geest? Vandaag de dag bestaan er zoveel misverstanden over de Geest, dat we een ogenblik aandacht moeten schenken aan de persoon en het werk van de Heilige Geest. God maakt Zichzelf aan ons bekend in drie personen: Vader, Zoon en Geest. Ze zijn wel apart, maar delen een gemeenschappelijke identiteit. We kunnen geen star onderscheid maken tussen God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest. Wat waar is voor Eén geldt ook voor de andere Twee. De Heilige Geest is de tegenwoordigheid van Jezus (2 Korintiërs 3:17) en Hij is aanwezig in de individuele gelovige en in de gemeente. Het werk van Jezus is op zijn beurt is het werk van God de Vader. De voornaamste functie van de Heilige Geest is het leiden van de individuele christen en de gemeente bij de uitvoering van de opdracht, het bereiken van mensen met de boodschap van Christus en het dienen van anderen in zijn naam (Johannes 14:5-27). 3 Wat is de rol van de Heilige Geest in het leven van de christen? 3.1 De Geest is aan de gelovige gegeven als een zegel, (Efeziërs 1:13-14, 2 Korintiërs 1:21-22), om de vrucht van de Geest voort te brengen (Galaten 5:13-26), om de gelovige te leiden in het dagelijkse leven (Romeinen 8:14), om de christen toe te rusten voor zending en dienstbetoon (Efeziërs 4:1-16) en om kracht te verlenen voor de zendingstaak (Handelingen 1:8). Er zijn twee soorten christenen. De een is vervuld met de Geest en laat zich leiden door Christus, de ander is egocentrisch. 3.2 eigen Ik eigen Ik Vervuld met de Geest & geleid door Christus Egocentrisch (1 Korintiërs 3:1-3) (Romeinen 8:5-17) 83 3.3 3.4 Als christenen worden wij aangemoedigd een leven te leiden vervuld met de Geest en met Jezus als Leidsman (Efeziërs 5:18, Galaten 5:16-26, Romeinen 8:1-17, 1 Tessalonisenzen 5:19, 2 Timoteüs 1:7). Om een dergelijk leven te leiden moet je: ● Iedere bekende zonden belijden en haar nalaten (Kolossenzen 2:13-15, 1 Johannes 1:9). ● Jezelf volledig aan Jezus Christus overgeven (Romeinen 6:14, 12:1-2). ● Vragen om vervuld te worden (1 Johannes 5:14-15). ● Leven door het geloof, steeds je zonden belijden en dagelijks nauw samenleven met Jezus. 4 Wat is de rol van de Heilige Geest in de gemeente? 4.1 De voornaamste rol van de Geest is de gemeente visie te geven en haar te leiden om een zendingsbeweging te zijn (Johannes 16:8-11, Handelingen, Efeziërs 4:7-13). De Heilige Geest voorziet in de kracht voor de zendingsopdracht (Handelingen 1:8). De Heilige Geest voorziet in de drijfveer voor de zendingsopdracht (Handelingen 13:1-3). De Heilige Geest voorziet in de geestesgaven voor de zendingsopdracht (1 Korintiërs 12:1-31, Efeziërs 4:11-16). De Heilige Geest voorziet in de oogst (Romeinen 15:17-22). 4.2 4.3 4.4 4.5 5 De plaats van de Heilige Geest in de nieuwe gemeente. 5.1 De jonge gemeente moet onderwijzen in de persoon en het werk van de Heilige Geest (op grond van een solide schriftuurlijke uitleg) en iedere christen aanmoedigen een leven te leiden dat is vervuld met de Geest en waarin Jezus Leidsman is. De gemeente moet zich verlaten op de Geest voor haar zendingsvisie, haar motivatie voor zending, haar middelen voor het bedrijven van zending en de oogstresultaten. Boven alles moeten wij als volk en gemeente vervuld met de Geest in alles wat wij doen gericht zijn op de opdracht die God ons heeft gegeven om de naam van Jezus te verbreiden. 5.2 5.3 84 Discipelschap & de nieuwe gemeente Bijbelstudie 4 1 1.1 1.2 1.3 De plaatselijke gemeente bestaat om alle volken tot discipelen te maken. (Matteüs 28:18-20) Het enige rechtstreekse bevel in de grote opdracht luidt: “Maak discipelen”. (Matteüs 28:19a) Het “maken van discipelen” betekent mensen te leiden tot een relatie met God door geloof in Christus en ze te laten groeien naar zijn beeld (Efeziërs 4:1-16, Filippenzen 3:12-21) De eerste christenen stonden bekend als mensen van de Weg omdat zij hun leven inrichtten naar het voorbeeld van de Weg van Christus (Handelingen 16:17, 18:25-26, 19:23). 2 Wat betekent het een discipel te zijn? (Het hele Nieuwe Testament heeft het hierover, 2.1 2.2 2.3 maar we zullen bij één tekstgedeelte stilstaan – Lucas 14:25-35). Jezus is belangrijker dan wie ook (Lucas 14:26). Jezus is belangrijker dan welk bezit ook (Lucas 14:33). Jezus is belangrijker dan welk doel ook (Lucas 14:27). 3 3.1 3.2 3.3 Hoe gaat “discipelen maken” in zijn werk? (2 Timoteüs 1:3-2:7). We moeten uitleven wat we geloven. We moeten leven om van het evangelie thuis en op ons werk te getuigen (2 Timoteüs 1:3-13). We moeten ons zelf vermenigvuldigen door anderen tot discipel te maken (2 Timoteüs 2:1-2). We moeten deel hebben aan een bediening (2 Timoteüs 2:3-7). 4 De plaatselijke gemeente is Gods methode om de grote opdracht (Matteüs 28:1820) uit te voeren, namelijk het “maken van discipelen”. 4.1 We moeten bidden voor mensen en hen leiden tot geloof in Christus en hen helpen te groeien naar zijn beeld (Efeziërs 3:14-19). Geestesgaven moeten beoefend worden, zodat de gemeente opgebouwd kan worden en groeien “door de werkzaamheid van ieder lichaamsdeel” (Efeziërs 4:16). We moeten voor elkaar zorg dragen zoals de Schrift leert (Romeinen 12:3-13, (Efeziërs 4:2, 25, 32, 1Petrus 1:22, 3:8, 4:9). Het is deze wederzijdse zorg die een sfeer van discipelschap schept. 4.2 4.3 5 Wat moeten we doen om een discipelen-makende gemeente te bouwen? 5.1 Het is onze prioriteit om discipelen te maken. (Mensen leiden tot een relatie met God door geloof in Christus en ze laten groeien naar zijn beeld). In onze gemeente moet een klimaat van discipelschap geschapen worden. (Discipelschap is niet zo maar één van de vele programmaonderdelen. Alles wat de gemeente doet moet in principe bijdrage aan het discipelschap van mensen). Programma ’s en organisatieonderdelen, zoals eredienst, huisgroepen, Sabbatschool, dienstverlening, diaconaat, huishoudelijke vergaderingen, enz., moeten zo ingekleed worden, dat ze “discipelschap” bevorderen en aanmoedigen. 5.2 5.3 85 De leken & de nieuwe gemeente Bijbelstudie 5 Het leiden van jouw groep Voorbereiding ● Bid om Gods leiding. ● Bestudeer vooraf de aantekeningen en de teksten voor de bijbelstudie, zodat de Geest je eigen gedachten kan voorbereiden. ● Maak aantekeningen van alles wat je wilt benadrukken, becommentariëren of vragen. ● Vraag op zijn minst twee anderen voor je te bidden als je de groep leidt. Het leiden van jouw groep ● Zorg ervoor, dat mensen zich op hun gemak voelen en verzeker ze, dat hun vragen commentaar, enz. welkom zijn. ● Maak een paar inleidende opmerkingen over de studie over lekeninbreng in de gemeente. ● Doorloop ieder onderdeel van de studie, lees de bijbelteksten en benadruk de hoofdpunten (iedere christen heeft een gave, de rol van de voorganger als leider en toeruster, en de gezondheid van de jonge gemeente hangt af van de toegewijde betrokkenheid van de leden). ● Gebruik de discussievragen om mensen te stimuleren gedachten uit te wisselen. ● Houd je tijd in de gaten, wijk niet te veel van het onderwerp af en probeer te voorkomen dat iemand de discussie gaat overheersen. Het afsluiten van de groepsbijeenkomst ● Zorg er voor dat er aan het einde van de bijeenkomst genoeg tijd overblijft voor gebed. ● Of je nu alleen voorgaat of anderen uitnodigt mee te bidden, vraag God om iedere aanwezige zijn/haar speciale gaven te laten ontdekken om zo meer toegewijde leden te worden van de plaatselijke gemeente van Christus. Christenen menen vaak dat zij de predikant inhuren om het werk van bediening (ministry) te doen. Dat woord komt zelfs terug in het engelse woord dat de leider van een gemeente aanduidt, n.l. ‘minister’. Maar in feite is het zo, dat het deelnemen van elk lid aan een zinvolle bediening een duidelijke bijbelse leerstelling is. Deze leerstelling negeren wij regelmatig of we zijn er niet van op de hoogte. Predikanten proberen al het werk uit te voeren met een paar toegewijde werkpaarden; en de rest van het kerkvolk figureert als toeschouwer. Maar Gods Koninkrijk en de Kerk van Jezus Christus kennen geen toeschouwers, alleen deelnemers! De kernteksten voor deze studie kunnen we vinden in 1 Korintiërs 12-14 en Efeziërs 4:1-16. 1 Iedere christen draagt de verantwoording zijn/haar persoonlijke door God gegeven gaven in te zetten. 1.1 Iedereen heeft een persoonlijke gave (iets wat zij kunnen doen om het lichaam van Christus op te bouwen en te bemoedigen) 1 Korintiërs 12:7, 11, 18. Deze ‘gaven’ worden gegeven voor het algeheel welzijn en voor opbouw van de gehele gemeente. (1 Korintiërs 12:7, 20, 25 en 1 Korintiërs 14:26). Alleen als we ieder ons steentje bijdragen kan de gemeente zowel in aantal als in kwaliteit groeien. (Efeziërs 4:16). Nalaten om je volledig in te zetten in overeenstemming met je gaven, doet afbreuk aan de gemeenschap als geheel (1 Korintiërs 12:21-26). 1.2 1.3 1.4 86 Discussievragen: A. Ben je ervan overtuigd, dat iedere christen een ‘gave’ (iets te doen) heeft binnen de kerk? B. Is het verkeerd als een lid helemaal geen of een schijnbijdrage levert aan de bedieningen binnen de gemeente? C. Hoe kan de gemeente betere hulp aan mensen bieden bij het vinden van een bediening om zijn/haar gaven in te zetten? D. Wat kan jij doen om je gaven te ontdekken en ze in te zetten? 2 De rol van de predikant is het geven van leiding en toerusting. 2.1 2.2 God heeft in begaafde mensen voorzien om de gemeente te leiden (Efeziërs 4:11). De voornaamste taak van een predikant is het geven van leiding (1 Petrus 5:2-3), zonder de baas te spelen (Marcus 10:41-44). Gemeenteleiders/predikanten moeten ook Gods volk toerusten en voorbereiden tot dienstwerk (Efeziërs 4:12). De rol van de predikant is die van leider/toeruster. Hij moet leiden, opdat hij weet hoe de mensen toegerust moeten worden en hij moet hen toerusten om ze te leiden waar God gaat. Met andere woorden, de predikant is de manager die voorziet in de bronnen en de opleiding om de leden in staat te stellen te dienen. 2.3 2.4 Discussievragen: A. Hoe zie jij de rol van de predikant als leider/toeruster? B. Hoe kan de gemeenteleider/predikant je helpen meer om God beter te dienen? C. Als God mensen heeft geroepen om leiding te geven, dan moeten er ook mensen zijn die bereid zijn te volgen. Hoe kun je als volgeling en dienaar meer toegewijd worden? 3 De gezondheid van iedere gemeente is afhankelijk van de betrokkenheid van de leden in de bedieningen van die gemeente. Hier volgen enkele praktische wegen die je kunt leren om je gaven te gebruiken en te dienen. 3.1 3.2 Bestudeer wat de Schrift leert over geestesgaven en dienstwerk. Neem tijd om de gaven te ontdekken die God jou heeft gegeven. (Wat zou je het liefst doen voor de Heer? Bij welke activiteit krijg je van anderen de meeste bijval? Bid God je te helpen! Neem je voor bewust iets voor God te doen! Lees een goed boek over geestesgaven). Bied je gaven en vaardigheden aan de Heer en aan de gemeente aan. Raak betrokken bij een of andere bediening. Je zult nooit ontdekken wat God van je wil, tot je bereid bent betrokken te raken. Het kan zijn dat je verschillende dingen moet uitproberen, voordat je het gevoel hebt “dit is het”. Iedere christen moet proberen minstens één taak te hebben die bijdraagt aan het leven en de bediening van de plaatselijke gemeente! 3.3 3.4 87 Evangelisatie & de nieuwe gemeente Bijbelstudie 6 1 1.1 1.2 1.3 Het is Gods wens dat alle mensen tot een persoonlijke en eeuwige relatie met Hem komen door geloof in Christus. Alle mensen zijn zondaars en schieten naar Gods maatstaven tekort (2 Petrus 3:8-9, Johannes 6:28-29). Wij komen met God in het reine door een persoonlijke relatie met en vertrouwen in Christus (Romeinen 3:21-22, 5:6-11, Handelingen 4:12). Er zijn twee categorieën: Degenen die tegen God gezegd hebben: “Uw wil geschiede”. En degenen tegen wie God zal zeggen: “Jouw wil geschiede” (Matteüs 7:21-23, 25:31-46). 2 Onze opdracht bestaat uit de verspreiding van het “evangelie” (de boodschap van het goede nieuws over wat God heeft gedaan in Christus) aan de wereld buiten de muren van de kerk. 2.1 De nadruk in het boek Handelingen ligt op de invloed die de gemeente in steeds grotere kringen uitoefende, totdat de hele wereld de uitwerking voelde (Handelingen 1:8). Paulus spreekt zijn dank uit over de manier waarop de gemeente te Tessalonica haar geloof in een steeds grotere kring heeft verbreid (1 Tessalonisenzen 1:2-10). Wij zijn, als christenen en als plaatselijke gemeente, geroepen om deel te hebben aan het verspreiden van de evangelieboodschap aan een steeds groter wordende kring van bekenden (2 Korintiërs 5:17-20). 2.2 2.3 3 Evangelisatie is het proces waarbij God iemand die zijn vijand is ertoe brengt zijn vriend te worden (Kolossenzen 1:21-23). 3.1 Overtuiging is de eerste stap in het proces, dat een bovennatuurlijk bewustwordingsproces van God is waardoor in iemands leven een verlangen naar Hem ontstaat (Johannes 16:7-11). Bekering is de vrucht van de overtuiging. Het is het moment dat God iemand van de duisternis in het licht brengt (Kolossenzen 1:13). Groei is het eindstadium van het proces (1 Petrus 2:2). Net zoals de natuurlijke geboorte door groei wordt gevolgd is dat ook bij de geestelijke geboorte het geval. Als er geen groei is, kan dat erop wijzen dat er geen wedergeboorte heeft plaatsgevonden. 3.2 3.3 4 Gods methode van evangelisatie is mensen die samenkomen in een plaatselijke gemeente te gebruiken als instrumenten om andere mensen te bereiken. 4.1 Jezus heeft zijn volgelingen meermalen uitgezonden om te prediken en te getuigen (Lucas 10:1-17, Matteüs 28:18-20, Johannes 17:18). De eerste gemeente had een evangelistische inslag, waardoor ze steeds meer mensen bereikte (Handelingen 2:47,13:1-3, 28:30). Evangelisatie was niet zozeer een programma, maar meer een audiovisueel proces, waarbij het goede nieuws met anderen werd geleefd en gedeeld (Johannes 13:34-35, 1 Korintiërs 15:11). Iedere christen zou aan iemand anders moeten kunnen uitleggen hoe je een christen wordt (1 Petrus 3:15-16), maar sommige christenen hebben een speciale gave om dat te doen, de gave van evangelisatie (Efeziërs 4:11, Handelingen 21:8; 2 Timoteüs 4:5). 4.2 4.3 4.4 5 Wat zijn de gevolgen als evangelisatie een speerpunt is voor de nieuwe gemeente? 5.1 Ons voornaamste verlangen zou moeten zijn dat mensen een persoonlijke en eeuwige relatie met God aangaan door geloof in Jezus Christus. We moeten ieder lid van de gemeente toerusten en trainen om in woord en daad een actieve getuige van Christus te zijn. We moeten bedieningen en evenementen plannen die ons buiten onze eigen grenzen en die van de gemeente laten werken. We moeten een aanstekelijke gemeente worden! (Als leden echt enthousiast zijn over wat er in en door hun gemeente gebeurt, zal het moeilijk zijn om niet-christenen buiten te houden). 5.2 5.3 5.4 88 Groei & de nieuwe gemeente Bijbelstudie 7 Een basisprincipe van alle leven is dat levende organismen groeien. Groei is een natuurlijke spontane uitdrukking van leven. De enige dingen die het groeiproces kunnen stoppen zijn ziekte en dood. 1 1.1 1.2 1.3 De gemeente is allereerst een levend organisme en dan pas een organisatie. De gemeente is opgebouwd uit mensen die geestelijk tot leven zijn gekomen als gevolg van hun wedergeboorte door een persoonlijke geloofsrelatie met Jezus Christus (Johannes 3:31, Efeziërs 2:1-3). De gemeente wordt bewoond door een levende Geest, zowel individueel als in haar totaliteit (Johannes 14, 1Korintiërs 3:16-17) en wordt bestuurd door een levend boek (Hebreeërs 4:12). Omdat het leven van Christus het kloppende hart van de gemeente is, kunnen we van de gemeente verwachten dat ze groeit, tenzij dat geremd wordt door ziekte of dood. Groei is de enige optie, omdat levende dingen nu eenmaal groeien. Een besluit om niet te groeien is de doodsteek voor een gemeente. 2 In het Nieuwe Testament zien we de gemeente op drie vlakken groeien en zich ontwikkelen: in aantal, in kwaliteit en in organisatorische kracht. 2.1 Numerieke groei wordt vaak genoemd in het Nieuwe Testament. (Handelingen 1:15, 2:41-47, 4:4, 5:36, 6:1, 7, 11:21, 16:5). De Grote Opdracht houdt numerieke groei in omdat we worden geroepen om ‘discipelen te maken’ (Matteüs 28:18-20). De relatie van de eerste christenen met Christus groeide kwalitatief net als hun onderlinge relaties (Handelingen 2:42-43, 18:23). Christenen worden aangespoord te groeien in eenheid en in gelijkenis met Christus (Efeziërs 4:6, Filippenzen 2:1-18, 3:12-16). Toen de kerk in aantal en kwaliteit groeide, moest ze nieuwe organisatiestructuren ontwikkelen om een gezonde groei te handhaven (Handelingen 2:42-46, 4:32-35, 6:1-7, 11:1-3, Efeziërs 4:7-13, 1 Korintiërs 3:10-11, 1Timoteüs 11-16, 1Petrus 5:1-11). ● De sleutel tot een gezonde gemeentegroei is een balans in groei qua aantal, kwaliteit en organisatiestructuur. 2.2 2.3 3 Sommige veel voorkomende ziektes die gemeentegroei belemmeren: 3.1 3.2 3.3 Mensenblindheid –behoeften van mensen om je heen niet kunnen opmerken en lenigen. Ontstoken gemeenschapszin. “Ik houd van een kleine gemeente en wil dat zo houden.” Etnisch elitarisme – Niet in staat in te zien dat de gemeente een grote groep mensen uit één cultuur in zich bergt, zodat ze geen afspiegeling meer is van de maatschappij. Schijntoewijding – naamchristenen, die geen leven met Christus kennen. Achtergebleven geestelijke ontwikkeling – gemeenten die niet goed gevoed worden met Gods Woord. (Om te groeien moeten we leren). “Onderhoud” complex – Laten we houden wat we hebben. Overbevolking – Gebrek aan voldoende zitplaatsen, parkeergelegenheid, huisgroepen, enz. Structuurstress – de organisatiestructuur belemmert een gezonde ontwikkeling. Structuren moeten voortdurend geëvalueerd en herzien worden voor maximale groeimogelijkheden . Verkrampte leiding – gebrek aan eenheid in de leiding of een totaal gebrek aan leiding. Faalangst – gebrek aan visie en te weinig oog voor mogelijkheden. Ouderdom – wanneer een gemeente zich in een verpauperende/veranderende buurt bevindt en niet wil verhuizen of de bedieningen aanpassen. 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 3.10 3.11 4 Als nieuwe gemeente moeten we gezonde groei nastreven. (Als de gemeente met 4.1 4.2 4.3 Christus leeft, zal ze groeien. Het is onze taak te zorgen dat we gezond blijven, zodat groei kan plaatsvinden). We moeten willen groeien en we moeten leiders vinden die naar groei leiden. We moeten de prijs voor groei betalen – tijd, geld, offers, bereid zijn te veranderen, enz. Ontwikkeling van organisatie moet plaats vinden om groei te vergemakkelijken. (Het scheppen van nieuwe “units” om nieuwe mensen te bereiken, uitbreiding van de staf, ontwikkeling van lekenleiders, uitbreiding van de faciliteiten, lange termijn planning, enz.) 89 Gemeenschapszin & de nieuwe gemeente Bijbelstudie 8 Gemeenschap is datgene waar de meeste mensen in een gemeente naar zoeken. Zoals ieder levend organisme voor zijn groei afhankelijk is van zijn leefklimaat, is de gemeente afhankelijk van gemeenschap. Gemeenschap is het klimaat van “vriendschap” en “kameraadschap” in de gemeente. Zonder goede gemeenschap zal de gemeente kwijnen. In het andere geval zal ze bloeien. Gemeenschap kan niet geprogrammeerd worden, maar als ze afwezig is zal de gemeente verdorren en afsterven. 1 1.1 1.2 1.3 Definitie van gemeenschap. Gemeenschap is de combinatie van factoren, die bepaalt hoe het voelt deel van de gemeente te zijn. Een bezoeker vindt warmte, aanvaarding en bezieling belangrijk. Voor het gemeentelid maakt een gevoel van liefde, zingeving, erbij horen en betrokkenheid het verschil uit. Gemeenschap is het “klimaat” van de gemeente en kan zowel positief als negatief zijn. Het kan zowel aantrekken als afstoten. De nadruk ligt niet op uiterlijkheden, maar op de geest van (opr)echtheid en het werkelijke leven van de leden. De eerste gemeente had een positief gemeenschapsklimaat, dat de groei bevorderde: “Ze stonden in de gunst bij het hele volk” (Handelingen 2:42-47), “Ze waren één van hart en ziel”, (Handelingen 4:32-35), “”Het volk sprak waarderend over hen”, (Handelingen 5:12-16). 2 Er zijn drie vlakken waarop zinvolle gemeenschap moet voorkomen. 2.1 Viering – dit is de eredienst waar mensen voelen dat tegemoet gekomen wordt aan de behoefte om te aanbidden. Je lenigt de behoefte van mensen om deel uit te maken van iets dat groter is dan zijzelf – gemeenschap met hun Schepper. Deelgemeenten – dit vlak bestaat uit groepen van tussen de 12 en 60 mensen die betrokken zijn bij een tak van dienst of een speciale taak. Op dit niveau ervaren mensen zinvolle sociale gemeenschap. Mensen kennen elkaars voornaam en gaan graag met elkaar om. Deze groepen zijn belangrijk voor het werk naar buiten toe en het opnemen van nieuwe leden. Kleine groepen –groepen van 6 – 12 personen die regelmatig bij elkaar komen om te delen in een gemeenschap van hart tot hart. Er heerst binnen de groep zowel een gevoel van intimiteit als van wederzijdse verantwoordelijkheid. De groep besteedt tijd aan aanbidding, leren, bidden, delen en zending. 2.2 2.3 3 Drie factoren die voor een gezond gemeenschapsklimaat kunnen zorgen 3.1 Liefde – (Johannes 13:35, 1 Korintiërs 13) We zullen door onze liefde herkend worden als Jezus‘ volgelingen. Liefde is geen gevoel maar een daad. Liefde moet getoond worden door: ● De leiding van de gemeente. ● De leden, die de “elkaar”-relaties uitleven. (1 Korintiërs 12:25 voor elkaar zorgen; Hebreeërs 10:24 elkaar aansporen; 1 Tessalonicenzen 5:11 elkaar bemoedigen; Kolossenzen 3:13 elkaar vergeven). ● Het verwelkomen van en zorgdragen voor bezoekers. ● Onvoorwaardelijke aanvaarding van elkaar (Galaten 3:26vv, Jacobus 2:1-13). Visie/Geloof – In Matteüs 16:13-20 kondigde Jezus de gemeente aan. Hij gaf haar een geweldig doel en visie. Enkele factoren dragen hiertoe bij binnen de Kerk. ● Gevoel van doel: Mensen worden aangetrokken door groepen met een doel. ● Gevoel van verwachting: mensen moeten erop vertrouwen dat God met hen aan de slag gaat om hun levens en dat van anderen te veranderen. ● Een positieve geest: Mensen worden aangetrokken door een positieve houding. Het N.T. benadrukt blijdschap, dankbaarheid en soortgelijke houdingen (Filippenzen 4:8-9). Betrokkenheid – In het N.T. bouwt iedereen aan de gemeente (1 Korintiërs 12:12-31). ● Mensen zij het meest tevreden en positief als zij daadwerkelijk meewerken. ● Bezoekers zijn onder de indruk wanneer leden toegewijd en betrokken zijn. 3.2 3.3 4 Twee vragen die voortdurend gesteld moeten worden: 4.1 4.2 Hoe “voelt” een bezoeker zich als hij in onze gemeente komt? Hoe “voelt” het een lid van onze gemeente te zijn? 90 Aanbidding & de nieuwe gemeente Bijbelstudie 9 Een gemeente kan plannen maken zonder te groeien en, programma ‘s maken zonder te groeien. Maar ze zal nooit waarlijk aanbidden en hetzelfde blijven. De dienst van aanbidding en onderricht moeten uitnodigend zijn. Tijd, inspanning en geld moeten geïnvesteerd worden om de eredienst tot een aantrekkelijk onderdeel van het gemeenteleven te maken. Niets bepaalt zo sterk het groeiklimaat of de atmosfeer van een gemeente als de eredienst. De eredienst speelt een centrale rol bij onze doelstelling om Jezus Christus te verheffen en God te verheerlijken. 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 Bijbelse definitie van aanbidding/eredienst. Er zijn minstens zes Griekse woorden in het Nieuwe Testament die vertaald kunnen worden met aanbidding. Ieder woord openbaart een aspect van aanbidding. Ze hebben alle te maken met dienen. Aanbidding is een manier van leven. ● Proskuneo : toekussen, vereren, de knie buigen (Matteüs 4:10, 1 Korintiërs14:2). ● Sebazormai : vereren, een daad van eerbiedig ontzag of vrees (Romeinen 1:25). ● Eusebeo : duidt op vroomheid of eerbied (Handelingen 17:23). ● Sebomai : vereren (Markus 7:7, Handelingen 16:14). ● Latreuo : eredienst door allen voor God gebracht (Filippenzen 3:3). ● Leitourgeo : eredienst door een voorganger voor God gebracht. De N.T. betekenis van aanbidding is God bewonderen vergezeld door een dienst voor God, dus zowel God vereren als Hem dienen in ons dagelijks leven (Romeinen 12:1-2). Aanbidding houdt drie dingen in (zie Matteüs 8:14, het verhaal van de melaatse): ● Beseffen dat Jezus Christus Heer is ● Erkenning van zijn soevereine wil ● Erkenning en onderwerping aan zijn macht. Het patroon van christelijke aanbidding zoals onderwezen in 1 Korintiërs 14:6vv. ● Gefundeerd op de waarheid die door God is geopenbaard (vs. 26) ● Deelname van de gelovigen (vs. 26) ● Alles moet duidelijk begrepen worden (vs33) ● Een ordelijk verloop (vs. 27) ● De reactie op de boodschap (vs. 29) De Heilige Geest en aanbidding (Johannes 4:23, 1 Korintiërs 14). ● De Geest zet de gelovige aan en rust hem toe tot aanbidding. ● Ware aanbidding is pas mogelijk wanneer de aanbidder wordt geleid door de Geest (Johannes 4:23) en gebruik maakt van de gaven van de Geest (1 Korintiërs 14:26). 2 Belemmeringen voor ware aanbidding 2.1 Er zijn verschillende culturele obstakels die een ware aanbidding belemmeren. We zijn: ● Te gehaast. Niet vol hoop en verwachting kunnen wachten op God (Jesaja 40:31). ● Niet voorbereid. We leven in een kant en klaar-tijd met makkelijke en snelle oplossingen. ● Te egocentrisch. Weerspiegelt in het commentaar: “Ik word niets wijzer van de kerk”. In aanbidding is er vaak geen evenwicht tussen verstand, hart en wil. ● We moeten God leren kennen met ons verstand. ● We moeten God heel diep ervaren met onze emoties. ● We moeten met onze wil praktische beslissingen nemen, die gevolgen hebben voor onze relatie met God in ons dagelijks leven. Gebrek aan persoonlijke aanbidding weerhoudt ons van groepsaanbidding. ● We moeten in ons dagelijks leven dankbare, lofprijzende en aanbiddende mensen zijn. ● Je gaat niet naar de kerk om daar aanbidding te vinden, je neemt het met je mee uit je dagelijks leven (Romeinen 12:1-21, Kolossenzen 3:15-4:6). 2.2 2.3 91 3 De nieuwe gemeente en een zinvolle dienst van aanbidding en onderricht 3.1 De ingrediënten van ware aanbidding zijn: ● Het Woord van God (Kolossenzen 3:16, Efeziërs 5:19). ● Muziek (Kolossenzen 3:16, Psalm 100:2). Bid dat je creatief en zorgvuldig de eredienst plant, zodat tegemoet gekomen wordt aan de behoeften van verstand, hart en wil. Kom tegemoet aan de verwachtingen/behoeften van een verscheidenheid aan mensen: ● Oude gelovigen ● Jonge gelovigen ● Nieuwe gelovigen ● Ongelovige bezoekers ● Gelovige bezoekers We moeten de mensen leren, uitleggen en begeleiden om ware aanbidding in de praktijk te brengen. Het ligt niet in onze aard om God te aanbidden, maar we kunnen het wel leren. We kunnen een atmosfeer scheppen die aanbidding binnen onze cultuur bevordert. (Er bestaan geen plaatsen die heiliger zijn dan andere. Toch is er een behoefte aan gezamenlijke aanbidding en deze wordt beïnvloed door de atmosfeer van die plaats). 3.2 3.3 3.4 3.5 Echte aanbidding In Johannes 4:23-24 zei Jezus: “Maar er komt een tijd – en die is er al – dat wie echt aanbidden, de Vader aanbidden in geest en waarheid. Want de Vader wil mensen die Hem zo aanbidden. God is geest en wie Hem aanbidden, moeten Hem aanbidden in geest en waarheid”. Je zou kunnen zeggen dat de Bijbel gaat over de strijd om mensen zo ver te krijgen, dat zij de enige ware en levende God gaan aanbidden in plaats van dode, valse goden. Aanbidding neemt een centrale plaats in de Schrift in. Het uitgangspunt schijnt altijd te zijn, zoals Jezus zei in de eerder aangehaalde tekst, dat zij die een echte relatie met God en de wereld rondom hen hebben, mensen zijn die weten wat aanbidding is. Aanbidding moet in ons leven als christen de hoogste prioriteit hebben. De kerkvader Augustinus zei vele jaren geleden al dat het doel van de mensheid was om “God te verheerlijken en voor eeuwig in Hem verblijd te zijn.” Op het ogenblijk hebben veel mensen iedere behoefte aan aanbidding opgegeven, of zijn in ieder geval van mening, dat zij dat kunnen. Vaak hoor je – “Houd op met dat kerkgedoe, ik heb meer behoefte aan iets praktisch iets wat me helpt het leven aan te kunnen.” En toch schijnen overal om ons heen personen, gezinnen en de maatschappij in grote nood te verkeren. Als mensen een leven zonder aanbidding leiden, schijnt hun leven vaak in te storten. Jezus schijnt aan te willen geven, dat er ware en valse aanbidding bestaat. “Ware” aanbidding is er als we God tot middelpunt van ons leven maken. Valse aanbidding houdt in, dat we de goden van deze tijd tot middelpunt maken, zoals plezier, materialisme, bezit, thuis, gezin, sociale leven, enz. Wat er in de eredienst op sabbat gebeurt vormt de sleutel tot het gemeenteleven! Aanbidding staat centraal in alles wat we doen. We kunnen en zullen ons geloof niet op een praktische manier uitleven tenzij we God aanbidden in “Geest en in Waarheid”. We moeten aanbidding zien als een zaak van vitaal belang. We moeten proberen te begrijpen hoe wij in “Geest en Waarheid” kunnen aanbidden. We moeten leren begrijpen hoe onze houding, vaardigheden en handelingen voor anderen een aansporing kunnen zijn om God oprecht te aanbidden. We mogen verwachten dat God ons leven en dat van anderen zal veranderen doordat we samen aanbidden. 92 Wat houdt aanbidding in? Warren Wiersbe zet in zijn boek Ware aanbidding drie dingen uiteen die essentieel zijn voor aanbidding. Het zijn: 1 Aanbidding behelst verwondering: Aanbidding is een gelegenheid waarop we de grootheid van God erkennen. We zijn niet gekomen voor vermaak. We zijn gekomen om God te prijzen voor wat Hij is: God. We zijn gekomen omdat we het wonder van het leven beseffen – dat we niet alles weten. Iemand heeft eens gezegd: “Wanneer de verwondering sterft, wordt de ziel een verdord doodsbeen”. We aanbidden met ontzag en eerbied. 2 Aanbidding behelst getuigenis: We gaan niet naar de kerk om God in ons eentje te aanbidden, maar we doen dat openlijk en als groep. Als we aanbidden getuigen we aan de Here Jezus, aan de gemeente en aan de wereld. Door middel van gebed, zang, offergaven, bijbellezen, prediking en avondmaal getuigen we dat God in ons midden is. Door onze zorg, onze liefde, ons dienen en ons bemoedigen van elkaar getuigen we dat Gods liefde in ons is. 3 Aanbidding behelst strijd: We zijn in een oorlog verwikkeld. Het is een kosmische strijd, zoals aangegeven in Efeziërs 6:12-18. Mensen komen met pijn, gebroken en bezorgd en zoeken naar een overwinning in hun leven. Aanbidding is het vieren van de overwinning. We houden de dagelijkse strijd voor ogen, maar ook de ware aard van een overwinnend leven dat we in Jezus Christus hebben. Praktische tips voor aanbidding 1 Zorg voor jouw persoonlijke aanbidding. De eredienst is vooral een zinvolle ervaring als die voortvloeit uit je eigen liefde voor en een dagelijkse overgave aan Jezus. 2 Maak de eredienst tot een prioriteit in je leven. Dit is vaak lastig in onze gehaaste wereld. Onszelf op een gedisciplineerde manier aan iets overgeven gaat ons niet gemakkelijk af. Aanbidding moet echter voorop staan. Dat kan offers betekenen! 3 Kom vroeg. Je kunt je niet op aanbidding voorbereiding als je op het laatste moment binnen komt stormen. 4 Begroet anderen en heet ze welkom in de eredienst. De Schrift moedigde de vroege christenen aan om elkaar “te begroeten met de heilige kus”. Dat past misschien niet in onze cultuur, maar een vette glimlach, een warm welkom en een ferme hand doen het net zo goed. 5 Kom vol verwachting. Als we niet verwachten, dat God iets zal doen gedurende de eredienst dan zal dat waarschijnlijk ook niet gebeuren. We moeten geloven dat God door de eredienst levens en mensen zal veranderen. We moeten er vanuit gaan, dat mensen tijdens de eredienst volgelingen van Christus zullen worden en zich aan Hem over zullen geven. 6 Bid voor de dienst. We moeten niet alleen vooraf aan de dienst bidden, maar ook tijdens de dienst. 7 Nodig anderen uit voor de eredienst. Ieder van ons komt gedurende zijn leven in contact met mensen, die open staan om naar een eredienst te komen. Het enige waar ze op zitten te wachten is een uitnodiging. Nodig eens iemand uit. Je zult verbaasd staan. 93 8 Bied je diensten aan in de eredienst. Misschien vind je het leuk een tekst te lezen, de collecte op te halen, te bidden, te dirigeren, te getuigen, mee te helpen met de koffiedienst of alles klaar te zetten. Er zijn altijd duizend en één dingen om je in de eredienst verdienstelijk te maken. Bij veel dingen kun je daarbij op de achtergrond blijven. 9 Blijf na voor het koffie&thee uurtje. Sommige belangrijke zaken gebeuren na de dienst. 10 Maak kennis met een nieuw iemand. Na de dienst is het de geschikte tijd om iemand te ontmoeten en te leren kennen.Veel mensen komen naar de kerk met bepaalde behoeften. Misschien ben jij wel de juiste persoon om hulp te bieden. Dat kan iets praktisch zijn, zoals het repareren van iets bij iemand thuis, maar het kan ook iets emotioneels of geestelijks zijn; waarbij een geschikte praatpaal nodig is. Wees gevoelig voor mensen – luister , zorg, en wees bereid om er te zijn voor de ander. 94 Rentmeesterschap & de nieuwe gemeente Bijbelstudie 10 Rentmeesterschap heeft te maken met al het bezit van een christen – tijd en talenten, maar ook zijn vermogen. In deze studie gaat het over geld en materiele overvloed. Als we de Bijbel bestuderen, is het voor velen een verrassing dat God veel te zeggen heeft over geld en bezittingen. 1 De essentie van de bijbelse leer over rentmeesterschap kan teruggebracht worden tot drie eenvoudige maar belangrijke uitspraken. 1.1 1.2 1.3 Alles wat we bezitten is ons door God gegeven (2 Korintiërs 4:7). Wat God ons geeft is echt van ons om te gebruiken naar eigen inzicht (Handelingen 5:4). Aangezien God ons vrijelijk gegeven heeft, moeten wij ook vrijelijk geven aan God en degenen die minder hebben (Matteüs 10:8, 1 Johannes 3:17). 2 Uit 2 Korintiërs 8 & 9 kunnen we een paar grondregels destilleren over het geven in de nieuwtestamentische gemeente. 2.1 2.2 2.3 2.4 De basis van het rentmeesterschap is dat God overvloedig geeft aan zijn volk. De belangrijkste gave is wanneer iemand zijn leven aan God wijdt (8:9). Al het christelijk geven moet vrijwillig, volgaarne en blijmoedig zijn (9:7). Het geven moet in overeenstemming zijn met iemands vermogen en de behoeften van anderen (8:11-14). Het geven kan mogelijk een offer inhouden (8:1-3). Het vrijwillig en blijmoedig geven mondt uit in het prijzen van God en het schept een gemeenschapsband. (9:13-14). We oogsten wat we zaaien (9:6-11). 2.5 2.6 2.7 3 Iedere christen is als rentmeester verantwoordelijkheid. 3.1 Iedere christen moet nijver werken en vrijwillig besluiten een blijmoedig gever te worden (1 Tessalonisenzen 4:11-12, Efeziërs 4:28). Het geven van tienden is een bijbels beginsel en een effectieve en praktische manier om de gemeente te ondersteunen. Jezus sprak zich uit voor het geven van tienden, zolang het maar geen afkoopsom was voor het dienen van God met heel je leven (Matteüs 23:23-24). Een christen moet regelmatig en overvloedig geven via de bedieningen van de plaatselijke gemeente. Iedere gelovige wordt aangemoedigd een plan te ontwikkelen waardoor hij een blijmoedig gever wordt. (1 Korintiërs 16:1,2). 3.2 3.3 4 Als gemeente kunnen we het volgende doen om een gezond, blij en systematisch rentmeesterschap aan te moedigen. 4.1 Ontwikkel een budget dat van een creatieve investering in het werk van Gods Koninkrijk getuigt. Voorzie alle gelovigen van informatie en materiaal dat hen aanmoedigt een overvloedig en regelmatig rentmeesterschap te beoefenen. Ontwikkel een programma van geven via de kerk, wat zou het gebruik van envelopjes en wekelijkse collectes kan inhouden. Als gemeente moeten we verstandig met onze middelen omgaan en het bredere werk van Gods Koninkrijk ondersteunen voor programma ’s buiten ons gebied, zoals zending in de derde wereld, ADRA, en evangelisatiecampagnes. 4.2 4.3 4.4 95 Leiderschap & de nieuwe gemeente Bijbelstudie 11 Een kerk heeft leiding nodig! Of een bediening faalt of slaagt hangt mede af van haar leiding. Een gemeente is nooit sterker dan haar leiders. Maar we moeten altijd beseffen, dat er een verschil is tussen leiders en leiderschap. Er kunnen veel leiders zijn zonder dat er sprake is van leiderschap. Een leider is iemand, die als zodanig erkend wordt vanwege zijn/haar leidinggevende persoonlijkheid of positie. Leiderschap is de vaardigheid mensen te motiveren, te organiseren te leiden naar gezamenlijke doelen. 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5.1 Leiderschap speelde een hoofdrol bij de uitbreiding, groei en ontwikkeling van de eerste gemeente. Jezus heeft een aantal mannen die getuige waren geweest van de opstanding opgeleid tot de leiders van een nieuwe beweging (Handelingen 1:15-26). Na verloop van tijd werden anderen aangewezen om verschillende leidinggevende taken op zich te nemen (Handelingen 6:1-7, 11:19-30, 13:1-3, 15:1-19). Minstens vijf soorten leiderschap worden in het Nieuwe Testament genoemd. ● Apostel ● Profeet ● Evangelist ● Herder (ouderling, opzichter, bisschop) ● Diaken/diakones Specifieke leidersfuncties in de eerste gemeente bestonden uit: ● Het besturen van de gemeente (1 Timoteüs 5:17, 1 Petrus 5:3) ● De bediening van het Woord van God (Handelingen 20:28, 1 Petrus 5:2) ● Het toerusten van de gelovigen zodat zij het lichaam konden dienen en opbouwen (Efeziërs 4:11) ● Het beschermen van de gemeente tegen valse leraren (Handelingen 20:28-30) ● Het bezoeken van en zorgdragen voor de behoeftigen (Jacobus 5:14) De kenmerken waaraan de leiders van de plaatselijke gemeenten moesten voldoen worden in de Schrift omschreven als: Herders (ouderlingen, opzichters) In de Schrift worden de kenmerken opgedeeld in vier gebieden, nl. die van karakter, geestelijke staat, gezinssituatie en gaven Karakter Onberispelijk – hem kan niets verweten worden Nuchter – geen buitensporige wijndrinker Zelfbeheersing – verstandig, eerlijk Ordelijk – niet wanordelijk Gastvrij Vriendelijk – niet opvliegend of ruziezoekend Edelmoedig – niet gierig of geldzuchtig Goede getuige naar ongelovigen toe Liefhebber van het goede Onzelfzuchtig Seksueel rein Rechtvaardig Geestelijke staat Volwassen christen Godvruchtig Gezinssituatie Echtgenoot van één vrouw Het gezin is op orde – de kinderen zijn gehoorzaam en respectvol De kinderen leven geen verloren/opstandig leven Geestesgaven 96 Onderwijs In staat om valse leer te weerleggen Diakenen en diakonessen Net als bij de herders worden de bijbelse kenmerken opgedeeld in vier gebieden, nl. die van karakter, geestelijke staat, gezinssituatie en gaven (Handelingen 6:1-7, 1 Timoteüs 3:8-12). Karakter Goede reputatie bij de ongelovigen Waardig Waarachtig – niet spreken met en dubbele tong Nuchter – geen buitensporige wijndrinker Gastvrij Eerlijk in zaken – geen liefhebber van smeergeld Leeft het christelijke geloof uit Geen roddelaar Betrouwbaar Partner Respectabel Geen roddelaar/ster Waardig Betrouwbaar Geestelijke staat Vol van de Heilige Geest Vol van de wijsheid Gods Een sterk persoonlijk geloof Volwassen christen Gezinssituatie Echtgenoot van één man/vrouw Een goed gezinshoofd Geestesgaven Bekwaam in bestuur 2 We kunnen veel leren van relevant onderzoek en studies aangaande leiderschap. 2.1 Er zijn vier soorten leiderschap ● Geërfd – aangeboren leiderschap ● Bureaucratisch – leiderschap op grond van ervaring en leeftijd ● Charismatisch – uniek leiderschap dat bij sommigen opborrelt in tijden van crisis ● Representatief – gekozen door volgelingen, op basis van consensus of verkiezing Er is een verschil tussen natuurlijk en geestelijk leiderschap. 2.2 De natuurlijke leider ● Zelfvertrouwen ● Mensenkenner ● Neemt zelf beslissingen ● Ambitieus ● Komt met eigen aanpak ● Houdt ervan om anderen opdrachten te geven ● Motivatie op basis van eigen opvattingen ● Onafhankelijk De geestelijke leider ● ● ● ● ● ● ● ● Vertrouwt op God Mensenkenner en God kenner Probeert Gods wil te achterhalen Zichzelf wegcijferend Ontdekt en volgt Gods methoden Schept genoegen in het gehoorzamen van God Gedreven door liefde voor God en mensen Afhankelijk van God 97 2.3 Onderzoek laat bepaalde factoren zien die het potentieel voor gemeentegroei relateren aan de leidinggevende of de uitvoerende rol van de predikant: De rol van de pastor als leider De rol van de pastor als uitvoerder Gemeentegroeipotentie Gemeentegroeipotentie Predikant als leider Predikant als uitvoerder Gemeente als leider 2.4 Gemeente als uitvoerder Het piramidebeginsel: Voordat het totale aantal leden en aanhangers van een gemeente kan groeien, moet eerst de basis van het leiderschap verbreed worden: 120+ 90+ 50-60 ● Als er meer mensen binnen de gemeente gebracht worden, moeten er ook meer bedieningen komen en dat betekent noodzakelijkerwijze dat er meer leiding nodig is. 3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 Het leiderschap in de plaatselijke gemeente moet zo georganiseerd worden, dat het zowel functioneel als relevant is voor de mensen. Als Adventisten organiseren we het leiderschap in de plaatselijke gemeente op de volgende manier: Christus is het hoofd – Hij is de ware leider van zijn lichaam. (Wij zijn geen democratische, autonome lichamen). Predikant/herder – inclusief het gegeven van de ouderling/opzichter, die als representatief leider van de gemeente zorgt voor een geestelijke/praktische visie, motivatie en georganiseerd leiderschap om de gemeente te helpen haar goddelijke opdracht uit te voeren. Diaken m/v – treedt op als vertegenwoordiger van de gemeente om samen te werken met de pastorale leiding en haar bij te staan en te ondersteunen om ervoor te zorgen dat de gemeente haar opdracht uitvoert. (Diakenen m/v voorzien zowel in geestelijke als bestuurlijke leiding). Functionele leider – leiders die benoemd zijn voor een bepaalde activiteit bijv. (vakantie) bijbelschool, huisgroepen, kinderclub, jeugdclub, koor, dramagroepen, enz. De gemeente als leider – de hoogste instantie voor besluitvorming wordt gevormd door de leden gezamenlijk. Dit kan gedaan worden door de methode van “bespreken en dan stemmen”, of via het doeltreffender model van “consensus”. Het is net zo belangrijk dat de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor het uitvoeren van haar opdracht bij de gemeente als geheel ligt. Noot: Binnen dit organisatiemodel is er een ruime mate van flexibiliteit, zodat iedere gemeente vormen van leiderschap kan ontwikkelen die zowel functioneel zijn met het oog op de opdracht van de gemeente en tegelijkertijd passen zijn in verschillende culturen. 98 Appendix D Kadervorming Het kiezen, toerusten & mobiliseren van leiders Definitie Een geestelijke leider is iemand die zowel onder gezag staat als gezag draagt. Hij is hoogstwaarschijnlijk de “vertegenwoordigende leider” in de maatschappij omdat de basis van zijn gezag niet ligt in aangeboren leiderskwaliteiten (alhoewel hij ze best kan hebben), maar in het feit dat hij door God is toegerust en verkozen door zijn gemeenteleden, die zich hebben laten leiden door de Heilige Geest. Fergal Gerber zegt het zo: “Iemand kan normaal gesproken pas gezag uitoefenen in de gemeente als dat gezag door de kerk onderkend is.” Als het zo moet gaan, is het noodzakelijk dat de leden onderwezen worden in de bijbelse kwalificaties voor leiderschap binnen de plaatselijke gemeente. Deze moeten de leden voor ogen gehouden worden, zodat zij een maatstaf hebben voor het aflezen van geestelijke groei. Niet alle leden zullen leider worden, want niet iedereen heeft de juiste combinatie van geestesgaven en vaardigheden. Maar wel moet iedereen streven naar de hoogste mate van godsvrucht in zijn leven en zij die daarin slagen mogen als zodanig erkend worden en bekleed met speciale verantwoordelijkheden en gezag. Vereisten voor leiders De Bijbel somt vereisten op voor twee afzonderlijke groepen van leiders in de gemeente. 1 Degenen die: ● Besturen door hun voorbeeld (1 Timoteüs 5:17-20). ● Het Woord van God bedienen (Handelingen 20:28, Efeziërs 4:11). ● Herders zijn over Gods kudde (1 Petrus 5:2). ● Leden toerusten/opleiden (Efeziërs 4:12). ● De gemeente beschermen tegen valse leraren (Handelingen 20:28-30). ● De zieken bezoeken en voor hen bidden (Jacobus 5:14). Het Nieuwe Testament verwijst naar deze mensen als herders, oudsten of opzichters. De nadruk ligt hier echter niet op de naam, maar op de functie van de betreffende mensen en daarom worden er kenmerken opgesomd voor hen die deze functies uitoefenen. Herders (ouderlingen, opzichters) In de Schrift worden de vereisten opgedeeld in vier gebieden, nl. die van karakter, geestelijke staat, gezinssituatie en geestesgaven Karakter Onberispelijk – hem kan niets verweten worden Nuchter – geen buitensporige wijndrinker Zelfbeheersing – verstandig, eerlijk Ordelijk – niet wanordelijk Gastvrij Vriendelijk – niet opvliegend of ruziezoekend Edelmoedig – niet gierig of geldzuchtig Goede getuige naar ongelovigen toe Liefhebber van het goede Onzelfzuchtig Seksueel rein Rechtvaardig 99 Geestelijke staat Volwassen christen Godvruchtig Gezinssituatie Echtgenoot van één vrouw Het gezin is op orde – de kinderen zijn gehoorzaam en respectvol De kinderen leven geen verloren/opstandig leven Geestesgaven Onderwijs In staat om valse leer te weerleggen 2 Degenen die: ● De tafel bedienden. ● De kerkfondsen beheerden. ● Andere noodzakelijke taken verrichtten zodat de bediening van Gods Woord kon voortgaan. (Handelingen 6:1-6). Deze groep werd in de Schrift gewoonlijk aangeduid als diakenen of diakonessen. Hier volgt een opsomming van de Schriftuurlijke kenmerken voor deze groep. Karakter Goede reputatie bij de ongelovigen Waardig Waarachtig – niet spreken met en dubbele tong Nuchter – geen buitensporige wijndrinker Gastvrij Eerlijk in zaken – geen liefhebber van smeergeld Leeft het christelijke geloof uit Geen roddelaar Betrouwbaar Partner Respectabel Geen roddelaar/ster Waardig Betrouwbaar Geestelijke staat Vol van de Heilige Geest Vol van de wijsheid Gods Een sterk persoonlijk geloof Volwassen christen Gezinssituatie Echtgenoot van één man/vrouw Een goed gezinshoofd Geestesgaven Bekwaam in bestuur Er is een algemene tendens om trouwe leden binnen een organisatie te promoveren, zonder te letten op hun bekwaamheid om te presteren op een hoog niveau van verantwoordelijkheid. Wanneer iemand wordt verhoogd tot een niveau boven zijn kunnen, raakt zo iemand gefrustreerd en onproductief. Geschiktheid voor een functie houdt niet automatisch geschiktheid in voor een andere functie met grotere en andere verantwoordelijkheden. Natuurlijk moeten gemeenten trouw, bekwaamheid en goed uitgevoerde projecten waarderen. Desondanks moet er bij het aanmoedigen en kiezen van leiders in de gemeente rekening gehouden worden met hun geestesgaven en natuurlijke aanleg. Alleen zij die kunnen preken moeten gevraagd worden te preken. Alleen aan diegenen die de gave van onderwijs hebben moeten gevraagd worden te onderwijzen. Alleen diegenen die de gave van bestuur hebben moeten gevraagd worden te besturen. 100 Begaafdheid van leiders Er moet een onderscheid gemaakt worden tussen leiderschap in de maatschappij en leiderschap binnen de gemeente. Alleen het feit dat iemand een natuurlijke aanleg heeft om leiding te geven maakt hem/haar nog niet geschikt om leiding te geven binnen de gemeente. Het is voorgekomen dat niet-bekeerde mensen de gemeente zijn binnengekomen en bevorderd zijn tot leidinggevende posities, alleen op grond van hun ervaring in hun zakelijke leven of maatschappelijke leven. De gevolgen voor de gemeente waren niet minder dan rampzalig. Een geestelijke gemeente heeft geestelijke leiders nodig, wil zij doelmatig zijn in het volvoeren van Gods plannen met deze wereld. De natuurlijke leider Zelfvertrouwen Mensenkenner Neemt zelf beslissingen Ambitieus Komt met eigen aanpak Houdt ervan anderen opdrachten te geven Motivatie op basis van eigen opvattingen Onafhankelijk De geestelijke leider Vertrouwt op God Mensenkenner en God kenner Probeert Gods wil te achterhalen Zichzelf wegcijferend Ontdekt en volgt Gods methoden Schept genoegen in het gehoorzamen van God Gedreven door liefde voor God en mensen Afhankelijk van God In Efeziërs 4, Romeinen 12 en 1 Korintiërs 12 vinden we een lijst met geestesgaven. Iedere gelovige ontvangt één of meer gaven zodat hij/zij kan bijdragen aan het welzijn van de gemeente. Hoogstwaarschijnlijk zijn dit niet de enige geestelijke gaven. Velen zijn van mening, dat Paulus voorbeelden van geestesgaven gebruikt in zijn brieven aan de gemeenten. Eén gave die genoemd wordt is die van leiderschap en het is deze gave die we in mensen moeten ontdekken, willen wij ze als leider binnen de gemeente kunnen uitkiezen en opleiden. Het kiezen van leiders Bij het zoeken naar mensen die wellicht geschikt zouden zijn als leider moeten we letten op diegenen, die getoond hebben toegewijd te zijn aan de Heer van de Kerk en het leven van de gemeente. Dit kan herkend worden aan het trouw aanwezig zijn, het vervullen van eenvoudige taken binnen het gemeenteleven en hun karakter en houding. Het is ook nuttig uit te zien naar mensen die bereid zijn zichzelf weg te cijferen voor de vooruitgang van de gemeente. Het spreekt vanzelf dat geestesgaven van leiderschap alleen aan het licht kunnen komen als we mensen in actie zien in het leven van de gemeente. Het toerusten van leiders Het is niet genoeg dat predikanten bepaalde leden opmerken die het in zich hebben leiding te gaan geven. Als er aanwijzingen van geestelijke groei zijn, moet hen de kans gegeven worden hun talenten als gemeentelijke leiders te ontwikkelen. Dit houdt ook opleiding in. Vaak is het zo, dat in gevestigde gemeenten de meeste leidinggevenden verantwoordelijkheden krijgen die te maken hebben de christelijke gezinnen, zorg dragen voor de behoeften van de gemeenteleden, het onderhoud van de gemeentefaciliteiten en het vlotjes laten lopen van de organisatie. Hoewel dit alles noodzakelijk is kan het een obstakel vormen voor geestelijke groei en het is zeker een hinderpaal voor numerieke groei. Het is de taak van de gemeente verloren schapen te vinden, niet alleen om de reeds gevonden schapen te voeden. Als de nieuwe gemeente het voorbeeld volgt van 101 de gemiddelde gevestigde gemeente, zal zij spoedig ontdekken dat de aandacht en de inspanning van haar leiders naar binnen gericht zijn en dat maar weinig leiders zich richten op de verlorenen. Dit mondt uit in een stagnatie op een tijdstip dat de gemeente zich dat helemaal niet kan veroorloven. Leiders moeten ontdekt en ontwikkeld worden. Dit betekent dat we oog moeten hebben voor de kwaliteiten en kenmerken van leiderschap, zowel geestelijk als natuurlijk. Wanneer gemeentestichters en plaatselijke leden zich bewust zijn van deze kenmerken zullen zij ook het leiderschap ontdekken, waar de Heer van de Kerk de nieuwe gemeente van voorziet. Door prioriteit te geven aan de ontwikkeling van geestelijke kwaliteiten kunnen deze leiders een zegen voor de hele gemeente worden. Het “master plan” houdt drie stappen in: 1 Neem je voor in preek en onderricht aandacht te schenken aan het verschil tussen de kenmerken van natuurlijk en geestelijk leiderschap en dat het laatste de norm is voor een geestelijke man of vrouw. 2 Kies diegenen uit wier bekwaamheid en getuigenis als resultaat heeft gehad dat de leden vertrouwen in ze hebben gekregen. Dit gaat vaak automatisch. Er bestaat echter een natuurlijke neiging om diegenen die in de maatschappij een leidersrol vervullen ook leider in de gemeente te laten worden. Daarom moeten de geestelijke kenmerken top prioriteit hebben in de selectie procedure. De nieuwe gemeente vraagt om moeilijkheden als dit niet gebeurt. 3 Een speciale opleiding en verantwoordelijkheden moeten gegeven worden aan hen die erkend worden als (potentiële) leiders. Kader- vorming Hier volgt een voorbeeld van hoe je leiders kunt toerusten. 1 Jij doet het alleen. De enige persoon die geschikt is om een ander op te leiden om leiding te geven in een bediening is degene die al leiding geeft. Het doet er niet toe hoe het opleidingsschema eruit ziet, degene die opleidt moet al actief betrokken zijn in het werk, want anders zal het opleidingstraject hoogst waarschijnlijk nooit verder komen dan de theoretische fase. Als de predikant op een bepaald gebied de gaven niet heeft, moet er iemand anders gevonden worden om de opleiding te geven. 2 Jij doet het terwijl de stagiair(e) toekijkt. Wil een opleiding effectief zijn dan is voordoen heel belangrijk. Als een stagiair(e) zich wil bekwamen in het leidinggeven dan is het belangrijk dat hij/zij de kunst van iemand afkijkt die leiding geeft. Als de stagiair bijvoorbeeld moet leren hoe hij van zijn geloof kan getuigen, neem hem dan mee naar een moment waarop jij dat gaat doen, en laat het hem zien. Het maakt niet over welke verantwoordelijkheden we het hebben, een goede ontwikkeling van begint met het goed voor te doen. 3 Laat de stagiair(e) meedoen terwijl jij het doet. De stagiair(e) neemt een stukje van jouw taak over. Bij het bovengenoemde voorbeeld geeft hij bijvoorbeeld op een bepaald punt zijn getuigenis. 4 Laat de stagiair(e) het doen terwijl jij toekijkt. Dit is de “coaching” fase binnen het leerproces. Geef de stagiair(e) de teugels van een bepaald project in handen en zorg ervoor dat het beide teugels zijn. Laat hem/haar een programma of een samenkomst leiden en geef ruimte om fouten te maken. In deze fase biedt een uitglijder een uitstekende kans om te leren, zolang er maar ruimte is om fouten te maken. De zo opgedane ervaring kan een fout van vandaag veranderen in vele successen van morgen. 102 5 Laat de stagiair(e) het alleen doen en evalueer samen later. Dit is de “consultatie” fase. De stagiair(e) heeft niet alleen beide teugels in handen, hij heeft de hele weg tot zijn beschikking. Hij staat er helemaal alleen voor. Enige tijd later doet de stagiair(e) verslag van wat er gebeurd is. De successen en datgene wat moeizaam ging worden doorgesproken. De coach geeft daarop informatie, advies en een nieuwe opdracht. Naarmate de stagiair(e) meer ervaring opdoet zal dit minder en minder nodig zijn en uiteindelijk zal de voormalige stagiair(e) zelf nieuwe stagiaires gaan opleiden. Evaluatie van de stagiair(e) Na het beëindigen van het opleidingstraject moeten van iedere nieuwe leider de leiderscapaciteiten geëvalueerd worden. Het volgende formulier kan van nut zijn bij het vaststellen van de sterke en nog bij te spijkeren kanten van de nieuwe leiders. 103 Naam ___________________________________________________________________________ Datum ___________________________________________________________________________ Sterke punten _____________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ Aandachtspunten __________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ Verder opleidingstraject Aandachtsgebieden ________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ Mogelijke docenten/programma’s ______________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ 104 Mobilisatie Als we mensen aan het werk willen zetten binnen de gemeente, dat moeten we eraan denken, dat zij eerst opdrachten krijgen en pas nadat zij in die taken gegroeid zijn, ze de leiding krijgen over een bediening. Delegeren is het sleutelwoord als het gaat om mensen in te zetten. Als leiders zijn opgeleid en voorzien van taken en daarna bedieningen, moeten zij vervolgens wel de vrije hand krijgen. Ik heb nog steeds goede herinneringen aan de hoofdpredikant die mij de verantwoording gaf over een aantal bedieningen als zijn partner en vervolgens iedereen naar mij verwees die iets wilde weten over de mij toebedeelde bedieningen, zelfs al wist hij het antwoord. De reden was dat hij bepaalde zaken aan mij had overgedragen en dat hij wilde, dat ik daarin goed zou functioneren. Hij wilde ook aan de gemeente duidelijk maken dat hij vertrouwen in mij had. Het spreekt vanzelf, dat ik in deze bedieningen een collega pastor was met de bedoeling, dat hij van een aantal taken verlost zou zijn en zich kon gaan richten op andere dingen. Hoe mensen in te zetten Maak een lijst van alle taken die je op dit moment verricht en die noodzakelijk zijn voor het gemeenteleven. Het kan zijn dat je weer even stilstaat bij de doelen die je voor jezelf gesteld had en de taken die deze in de (nabije) toekomst met zich mee zullen brengen. _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ Noem de activiteiten van hierboven die helemaal niet gedaan hoeven te worden. _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ Maak een lijst van activiteiten die door iemand anders dan de predikant gedaan kunnen worden. _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ 105 Delegeringsformulier Taak _________________________________________________________________________________ Datum _________________________________________________________________________________ Doel _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ Plan van aanpak Per wanneer Door wie _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ Resultaat _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ 106 Appendix E Drie kenmerken van een gemeente De vraag is: “Wat is een nieuwtestamentische gemeente en hoe weten we of we er één op poten gezet hebben?” Dit is een onderwerp dat de grenzen van deze verhandeling ver overschrijdt. Ik ben echter van mening, dat uit het Nieuwe Testament drie voorwaarden gedestilleerd kunnen worden, waaraan voldaan moet zijn wil een gemeentestichter kunnen zeggen: “We hebben er een nieuwe gemeente bij”. 1 2 3 Er moet een “kritische massa” aanwezig zijn, met andere woorden een minimaal aantal mensen met een sociale samenhang. Een groep van drie vrijgezellen is geen gemeente. Een gemeenschap van vijftien volwassenen met kinderen zou het wel kunnen zijn. Het Nieuwe Testament geeft ons geen magisch aantal, maar dat komt waarschijnlijk omdat die “kritische massa” van geval tot geval verschillend zou kunnen zijn. Er moeten twee of meer personen zijn die voldoen aan de eisen van het ouderlingschap en die bereid zijn in die hoedanigheid te dienen. Ik zeg twee omdat ik geloof dat het Nieuwe Testament uitgaat van meer dan één ouderling in een gemeente. En opnieuw wordt er geen aantal aangegeven, terwijl drie of meer in de regel veel beter is dan twee. Deze ouderlingen worden aangesteld en dragen het gezag en de verantwoordelijkheid van de gemeente. Als de gelovigen hun orders nog steeds van buiten de groep verwachten, is er nog geen sprake van een nieuwe gemeente. Nu de Kerk zich twee millennia ingespannen heeft om de Grote Zendingsopdracht uit te voeren, kunnen we stellen dat zij nog niet klaar is. Toch zijn er tekenen, dat God zijn genade uitstort over steeds meer onbereikte bevolkingsgroepen en pionier teams van gemeentestichters zien nu resultaten die voorheen ondenkbaar waren. We zijn ervan overtuigd dat het stichten van nieuwe gemeenten de drijvende kracht van de Kerk moet zijn om het nieuws van het evangelie te brengen aan hen “aan wie nog niet over Hem verteld is en hen die nog niet gehoord hebben”. Materiaal als bijv. “De zeven fases van het stichten van gemeenten” kunnen hierbij van dienst zijn. 107 Appendix F 7 Fasen van het stichten van gemeenten: fase & activiteitenlijst (Het stichten van een gemeente in een islamitische context) Door Dick Scoggins en Dan Brown Fase 1 Het team gaat aan de slag Definitie: Het team samenstellen. Inleidende plannen en strategieën voor een nieuwe gemeente. \Wanneer te beginnen: Zodra de beschikbare teamcoördinator officiëel is aangesteld. ● Bestudeer de best beschikbare informatie over de taal, geschiedenis en cultuur van de doelgroep. ● Beschrijf je visie in een “Vision Statement”. ● Stel een intentieverklaring op. ● Zorg vanuit de gemeente voor goedkeuring en ondersteuning voor ieder teamlid. ● Maak een plan van aanpak. ● Elk teamlid zorgt voor voldoende voorbede en financiële ondersteuning. ● Stel het team samen. ● Zorg dat het team zich de visie en de strategie voor het stichten van de nieuwe gemeente eigen maakt. ● Voltooi de controlelijst voor de teamleider. Fase 2 Voorbereiden op het zaaien Definitie: M.b.t. de doelgroep: Leer de taal, pas jezelf aan de cultuur aan, wordt één van “hen” Wanneer te beginnen: Het leeuwendeel van het team is ter plaatse (en gewoonlijk druk bezig de taal te leren). ● De teamleden komen aan, zorgen voor huisvesting en voeren hun aankomststrategie uit. ● Lossen thuis opkomende conflicten op. ● Bieden teamconflicten het hoofd. ● Ontwikkelen een teamleven dat geestelijke steun biedt aan de teamleden. ● Het team stelt doelen en plannen vast. Aanpassingen aan taal en cultuur. ● De teamleden werken hard om de doeltaal onder de knie te krijgen. ● Het programma om de taal te leren en daarop gecheckt te worden werkt. ● Leer overleven in het gekozen gebied, raak op je gemak en geniet van het land. ● Stel het gezin in staat hetzelfde doen. ● Begin het inburgeringtraject op basis van de strategie. ● Knoop een aantal relaties met verschillende diepgang aan met leden van de doelgroep. ● Laat gezinsleden (vrouw en kinderen) hetzelfde doen. ● Introduceer elementen van verlossing in die relaties. ● Versterk je karakter door de stress van persoonlijke aanpassing en die van je gezin en je team aan de plaatselijke cultuur. ● Zoek naar en ontwikkel instrumenten om te evangeliseren in de doeltaal. 108 Fase 3 Zaaien Definitie: Het edele werk van evangelisatie. Wanneer te beginnen: Het leeuwendeel van het team besteedt het grootste deel van de beschikbare tijd aan evangelisatie en niet meer aan het leren van de taal. ● Leer stukken uit de Bijbel (bijv. gelijkenissen en wonderen) in de doeltaal uit het hoofd. ● Leer bijbelse waarheden te vertellen in de doeltaal. ● Ontwikkel bij vrienden een sympathie voor het evangelie. ● Ontwikkel een strategie om ontvankelijke mensen en de mensen in hun onmiddellijke omgeving (familie of vrienden) als groep te benaderen. ● Begin met evangelisch bijbelonderricht (bijv. met behulp van ESDA-cursussen). ● Moedig contactpersonen aan toegewijde kennissen mee te nemen. ● Evalueer al biddend of je vrienden ‘mannen van vrede’ (Lucas 10:6) zouden kunnen worden: Kunnen zij anderen meevoeren? ● Bepaal onder gebed wie van je kennissen de ‘mannen van vrede’ zijn. (Het kan zijn dat je hiervoor eerder vrouwen aantreft, vooral als mannen niet reageren en vrouwen wel.) ● Probeer iemand ertoe te brengen dat hij/zij Jezus wil volgen. Fase 4 Start het traject van discipelschap Definitie: Een of meer gelovigen vanuit een moslimachtegrond (MAG) begeleiden op het pad van discipelschap. Beide partijen moeten erkennen, dat dit een proces is waarin de MAG’s groeien in hun karakter en in hun dienstbaarheid aan Christus. Wanneer te beginnen: Begin de weg van het volgen van Christus met de MAG ongeacht hoe hij/zij tot Christus is gekomen. ● Daag een of meer gelovigen uit (zo mogelijk “mannen en/of vrouwen van vrede”) om door jou of een ander teamlid begeleid te worden op het pad van discipelschap om zo tot volle wasdom in Christus te komen. ● Laat deze persoon en zijn kennissenkring in de praktijk zien wat een christelijke levenswandel inhoudt. ● Laat de gelovige proberen andere personen te betrekken bij zijn pad van discipelschap. Oefen de gelovige(n) om: ● Volledig zijn nieuwe identiteit te begrijpen als een kind van God door het geloof en niet door werken. (Is er een neiging om terug te keren tot de “werkheiligheid” van de Islam?) ● Het doel van de doop te begrijpen als een uitwendig teken van het afsterven van het eigen ik en een wedergeboorte in Christus. ● Bijbelverhalen te vertellen die invloed hebben op het leven van alledag. ● De gewoonte te ontwikkelen de Schrift te raadplegen als oplossing voor problemen. ● Zonde in zijn leven te herkennen en daarop te reageren met berouw, belijdenis en het ontwikkelen van nieuwe levenspatronen. ● Het leven van Christus na te leven in het grotere familieverband (Matteüs 5-7). ● Godvruchtige huwelijksbanden te ontwikkelen, bijv. in het oplossen van conflicten, in vergevingsgezindheid, verzoening. ● Godvruchtige manieren te ontwikkelen bij het opvoeden van de kinderen. ● Godvruchtige patronen van conflictbeheersing naar anderen toe aan te leren. ● De plaats en de functie van het lijden in het leven van de gelovige te begrijpen en in staat te zijn dat op zijn/haar eigen leven toe te passen. 109 ● Op een godvruchtige manier op vijandigheid t.o.v. zijn nieuwe geloof te reageren (van bijv. overheid, familie, werkgever, vrienden). ● De bijbelse leer te begrijpen aangaande plaatselijke occulte praktijken en het antwoord daarop en de alternatieven die God biedt. ● Van hun geloof rekenschap te kunnen afleggen op een standvastige, niet provocerende, maar doordachte manier. ● Het goede nieuws met familie en vrienden te delen. ● Zijn gaven en roeping te ontdekken. ● Bekend te raken met Gods plan voor de uitbreiding van zijn Koninkrijk in het boek Handelingen. ● Vrouwelijke teamleden onderwijzen vrouwen in de vaardigheden uit Titus 2:3-5 bij het onderdanig zijn aan hun echtgenoten. Fase 5 De gemeente begint vorm te krijgen Definitie: De bediening van het vergaderen van gelovigen met een moslimachtergrond (MAGs). Het groepje tot een gemeente laten groeien, of meerdere groepen tegelijk begeleiden. Gedurende deze fase heeft de gemeentestichter een grote invloed op de gemeenschap. Wanneer te beginnen: Drie of meer MAGs beginnen op een regelmatige basis samen te komen voor gemeenschap met Christus, onderwijs, gebed, enz. (met tenminste twee personen uit de doelgroep). ● Familie en vrienden beginnen het goede nieuws samen te onderzoeken. ● Drie of meer gelovigen stemmen toe Christus in een toegewijde gemeenschap te volgen. ● De gemeentestichter vertelt over Gods plan om koninkrijksgemeenschappen te vormen onder familie en vrienden. ● De gelovigen gaan met dit plan akkoord en stellen samen met de gemeentestichter een cultureel zinvol schema op voor regelmatige samenkomsten. ● De gelovigen beginnen hun geestelijke gaven te herkennen en te gebruiken binnen de groeiende geloofsgemeenschap. ● De oudere gelovigen begrijpen de “elkaar” verzen uit de Bijbel en hoe deze de christelijke gemeenschap bepalen. ● De oudere gelovigen zijn het eens geworden over een toepasselijke manier waarop lidmaatschap van hun leefgemeenschap vastgelegd wordt (bijv. verbond). ● De gemeenschap der gelovigen heeft een gezicht gekregen (bijv. door verbond). ● De gemeenschap viert het Heilig Avondmaal. ● De gemeenschap komt regelmatig bijeen voor zinvolle aanbidding, onderwijs en gebed. ● De gelovigen evangeliseren. ● De samenkomsten zijn cultureel relevant . De gemeentestichters beginnen zich terug te trekken. ● De verantwoordelijkheden tussen de gemeentestichter en de leiders worden vastgelegd. ● De meeste gemeentestichters trekken zich terug uit de samenkomsten. ● Zij richten zich op het beginnen van nieuwe groepen gelovigen (Fase 4). ● De achtergebleven gemeentestichters blijven op de achtergrond in de samenkomsten. Fase 6 Kadervorming Definitie: Laatste stappen voordat de MAG gemeenschap een compleet nieuwe gemeente wordt. De leiders worden opgeleid en geïnstalleerd. In deze fase richten de overgebleven gemeentestichters zich voornamelijk op de uitbouw van het leiderschap. Wanneer te beginnen: Het ontwikkelen van leiderschap is nu het voornaamste werk van het team. Het team verwacht binnen zes maanden haar rol af te kunnen ronden na de aanstelling van verscheidene bijbels gekwalificeerde ouderlingen. Iedere ouderling die daarna wordt aangesteld, wordt aangesteld 110 onder de verantwoording van de bestaande ouderlingen, ongeacht het besluitvormende model waarvoor ze hebben gekozen. Leiders staan op ● Oudere gelovigen hebben nieuwe gelovigen gedoopt. ● Oudere gelovigen begeleiden nieuwe gelovigen op het pad van discipelschap. ● Oudere vrouwen onderwijzen jongere vrouwen de vaardigheden uit Titus 2. ● Oudere, meer volwassen mannen worden opgeleid om in de bijeenkomsten voor te gaan. ● Gelovigen nemen de verantwoordelijkheid voor het geven van bijbels onderricht. ● Oudere gelovigen gaan voor bij het Heilig Avondmaal. ● Oorspronkelijke leiders gaan dienen als herders. ● Groei in godsvrucht bij hen thuis zijn anderen tot voorbeeld. ● Gaven worden bemoedigd en ontwikkeld voor opbouw. Vrede bevorderende vaardigheden beoefend door de gemeenschap. ● Elkaar verdragen en vergeven. ● Dwalende leden het hoofd bieden, vermanen en terechtwijzen. ● Mensen die volharden in zonden schrappen als lid en mijden. Opleiden en erkennen van leiders. ● Karakterontwikkeling binnen het huwelijk. ● De ideeën van het teamleiderschap onderwezen en toegepast. ● Het onderkennen van Gods wil wordt door de leiders en de gemeenschap onderwezen en in de praktijk gebracht. ● De rol van de leiders bij conflicten en het bewerkstelligen van de vrede binnen de gemeenschap wordt onderwezen en toegepast. ● Opkomende ouderlingen worden als zodanig erkend (provisioneel leiderschap). ● Geestelijk volwassen vrouwen worden erkend in hun bedieningen. ● Conflicten bij het aanstellen van leiders worden opgelost. ● Leiders worden herders en passen kerkelijke tucht toe. ● Leiders zoeken nieuwe mensen met leiderschapscapaciteiten. ● Leiders gaan nieuwe leiders trainen. ● De gemeentestichter vaak afwezig bij samenkomsten: de leiders leiden. ● De gemeentestichter trekt zich steeds meer terug uit vergaderingen van de leiding. ● Ouderlingen worden officieel ingezegend. Fase 7 Vermenigvuldigen en verblijden Definitie: Het ontwikkelen van vermenigvuldiging van de gemeente. De pioniers zien het niet als hun taak in hun nieuw gestichte gemeente te blijven werken, maar werken samen met plaatselijke gelovigen om nieuwe gemeenten van de grond te krijgen. Wanneer te beginnen: Een aantal bijbels gekwalificeerde ouderlingen zijn ingezegend in de nieuwe gemeente met een voldoende aantal leden om in eigen onderhoud te kunnen voorzien. Alle verantwoordelijkheden binnen de nieuwe gemeenten liggen in handen van de eigen plaatselijke leiders. De vermenigvuldiging begint ● Veel aandacht voor onderwijs over gemeentevermenigvuldiging. ● De gemeenschap omarmt de doelstelling van vermenigvuldiging. ● Leden beginnen uit te zien naar nieuwe personen van vrede, die de kern kunnen vormen van een nieuwe gemeente. ● Nieuwe bijbelstudiegroepen worden opgestart, of ondersteund als andere planters deze gestart zijn. ● Leiders leggen contact met opkomende nieuwe leiders binnen de nieuwe groepen en dragen zorg voor hun training. ● De leiders erkennen formeel de nieuw opgekomen leiders als voorlopige ouderlingen. ● De leiders van de twee gemeenschappen komen regelmatig samen. ● Ouderlingen bemoeien zich meer met de opleiding van de leiders in de nieuwe gemeenschap. ● Bijeenkomsten van de nieuwe gemeenschap beginnen. 111 ● De gemeenschappen hebben zorg voor elkaar en delen in de hulpbronnen. ● Vrede bevorderende vaardigheden geoefend door leiders van de verschillende gemeenschappen. ● De nieuwe ouderlingen van de nieuwe gemeenschap worden de handen opgelegd door ouderlingen, eventueel met de gemeentestichter. ● De relatie tussen de gemeenschappen en de leiders wordt uitgewerkt en vastgelegd in een overeenkomst. ● Vrede bevorderende vaardigheden beoefend door leiders en andere gemeenschappen. ● De gemeentestichter draagt de oude gemeente aan God op en verlaat de gemeente, al komt hij natuurlijk zo nu en dan langs. ● De gemeentestichter start een nieuwe relatie met de leiders van de gemeente, hij wordt hun coach. Hij bezoekt hun vergaderingen alleen nog als hij daartoe wordt uitgenodigd. ● Nieuwe gemeenten ontstaan zonder gemeentestichter. De grote opdrachtvisie ● Er wordt een visie ontwikkeld om gemeenten buiten de regio te stichten. ● Die visie houdt ondermeer het opleiden en zenden van plaatselijke pioniers naar andere steden en landen in. ● Deze visie wordt door de leiders aan de gemeente voorgelegd. ● Fondsen ontwikkeld voor de ondersteuning van uitgezonden teams van zendelingen. ● Gemeentestichters worden uitgezonden met een groep pioniers. ● Nieuwe groepen van gemeenschappen gesticht. ● Nationale groepen gemeentestichters uitgezonden. Dick Scoggins heeft zes jaar lang teams van gemeentestichters opgeleid in Islamitische landen. Zijn materialen worden in meer dan twaalf talen gebruikt. Hij heeft vier boeken over gemeentestichting geschreven. 112