Wat heeft dat te maken met het stichten van nieuwe gemeenten?

advertisement
Het stichten van nieuwe gemeenten
Het stichten van nieuwe gemeenten is de meest effectieve manier om buitenkerkelijke en seculiere
mensen te bereiken. Paulus heeft het grootste deel van zijn tijd besteed aan het stichten van nieuwe
gemeenten. Gemeentegroei-autoriteit Peter Wagner gelooft dat dit nog steeds ‘de manier’ is die we
moeten volgen. “De enige en meest effectieve methode onder de hemel is het stichten van nieuwe
gemeenten.”
We moedigen een verscheidenheid van benaderingen aan bij het stichten van gemeenten - zoals
ook wordt weergegeven in het Nieuwe Testament. In sommige gebieden is het beter te spreken over
het beginnen van kleine groepen, nodig voor het uitdragen van het evangelie, dienstbaarheid,
gemeenschap en aanbidding - terwijl andere gemeenschappen effectiever kunnen worden bereikt met
nieuwe buurtgemeenten. Onze doelstelling is bijbelse gemeenten te vestigen die cultureel relevant zijn.
We ondersteunen zowel spontane als geplande nieuwe gemeenten. Een studie van nieuwe
gemeenten in het Nieuwe Testament geeft aan dat er grofweg twee benaderingen zijn:
1. Spontaan ontstane gemeenten: Hierover spreekt Handelingen 3-8, waar we lezen over leden die
spontaan hun geloof doorgeven aan de mensen in Jeruzalem, Judea en Samaria. De gemeente had
invloed op het leven van vele mensen en groeide zeer snel. Gemeenten brachten nieuwe
gemeenten voort. Vandaag de dag zien we dit gebeuren waar we sterke levende gemeenten
hebben – groepen worden uitgezonden met het doel nieuwe gemeenten op te starten.
2. Geplande nieuwe gemeenten: Dit wordt weerspiegeld in het werk van de apostel Paulus en zijn
metgezellen - waar we lezen over gemeenten die gesticht werden in heidense (buitenkerkelijke)
steden. Het is duidelijk dat Paulus een strategie volgde in het vestigen van nieuwe gemeenten. We
moeten meer doelgericht en strategisch te werk gaan in het bereiken van steden waar we weinig of
geen leden hebben.
We willen niet de indruk wekken dat we bestaande gemeenten zouden moeten verwaarlozen. Wat we
echter wel hebben verwaarloosd is het stichten van nieuwe gemeenten. Philip Bryant heeft gelijk: “Het
gaat niet om de tegenstelling tussen het stichten van nieuwe gemeenten en het onderhouden van
bestaande gemeenten. Beiden zijn heel belangrijk.” Er zijn echter dringende redenen voor het stichten
van gemeenten. Welke zijn die redenen?
Na uitvoerig onderzoek naar het verband tussen het stichten van gemeenten en gemeentegroei, zegt
Lyle Schaller: “De hoofdprioriteit van de strategie van ieder kerkgenootschap moet liggen bij het
organiseren van nieuwe gemeenten.” Waarom?
Nieuwe gemeenten
1
Waarom?
Het is bijbels
Matteüs 28:18-20
De grote opdracht stelt dat we volgelingen (discipelen) maken van “iedere groep
mensen op planeet aarde” - niet zozeer van iedere staat. (Openbaring 14:6).
1 Johannes 1:3
Verkondiging is niet een doel op zich. We verkondigen Christus, opdat er een
nieuwe gemeenschap van volgelingen ontstaat.
Romeinen15:20
Paulus was een gemeentestichter. Dit is de nieuwtestamentische manier om het
evangelie te verkondigen.
1
Handelingen 13:1-5 Gemeenten stichtten gemeenten. Ellen White benadrukte: “Plaats na plaats moet
bezocht worden; gemeente na gemeente gesticht.”
2
Het is efficiënt & effectief
De natuur leert ons dat het veel makkelijker is kinderen te krijgen dan doden op te wekken. Het is
eenvoudiger nieuwe evangeliserende gemeenten te beginnen dan bestaande en gevestigde
gemeenten om te turnen. En het is veel effectiever.
Voor bestaande gemeenten is het vaak moeilijk nieuwe mensen te bereiken, terwijl pas opgerichte
gemeenten veel effectiever zijn in het bereiken van buitenkerkelijke mensen. Zij hebben vaak een
vitaliteit en een visie die aantrekkelijk is voor buitenkerkelijken - en die eerste aantrekkingskracht leidt
vaak tot een blijvende relatie met Jezus Christus. Al in de jaren tachtig werd aangetoond, dat het
stichten van Adventgemeenten in de westerse landen positief effect heeft op de verbreiding van Gods
koninkrijk. Roger Dudley en Clarence Gruesbeck ontdekten dat tussen 1977 en 1984 de gemiddelde
jaarlijkse groei van alle adventgemeenten in Noord Amerika, inclusief de nieuwe, 2,8 procent bedroeg.
Gedurende dezelfde periode was de gemiddelde jaarlijkse groei van nieuwe gemeenten 31,2 procent.
Bob Logan gelooft dat de Zevende-dags Adventisten in de westerse landen ook zullen groeien als we
nieuwe gemeenten stichten. Hij zegt: “Er zijn hele horden mensen daarbuiten die bereikt kunnen
worden door een ander soort dienstwerk, terwijl de fundamentele geloofswaarheden van de Adventkerk
bewaard kunnen blijven.”
3
Het is nodig voor leven & vitaliteit
Lyle Schaller, gemeentegroei expert, zegt: “Ieder kerkgenootschap dat een toename van het aantal
gemeenten meldt, meldt ook een toename in ledental. Iedere geloofsrichting die een afname van het
aantal gemeenten meldt, meldt ook een afname in ledental.” Gemeenten stichten is dus nodig voor het
overleven van een kerkgenootschap. Nieuwe gemeenten geven nieuw leven, vitaliteit en groei aan een
kerkgenootschap.
Russell Burrill, voorzitter van het Instituut voor Evangelisatie van de Noord Amerikaanse Divisie
(NADEI), stemt hiermee in. Hij zegt: “Ieder kerkgenootschap dat een gemeentegroeistrategie ontwikkelt
is een groeiend kerkgenootschap. De conferenties die groeien zijn degenen die gemeenten stichten.
De conferenties die geen gemeenten stichten zijn tot stilstand gekomen of nemen af in ledental.”
We zien hier een duidelijk voorbeeld van in het zeer geseculariseerde Australië. In vijf jaar tijd (19861991) hadden de Baptistengemeenten een groei van 42% - terwijl de Zevende-dags Adventisten
slechts 0,03% groeiden per jaar. In 1986 begonnen de Baptisten met een programma van vijftien jaar,
gericht op het stichten van gemeenten met een plan, om alleen al in de staat Victoria 76 nieuwe
gemeenten en 10.000 nieuwe leden toe te voegen.
4
Het getuigt van visie
Er zijn mensen die de vraag stellen: Waarom hebben we nieuwe gemeenten nodig, terwijl we ruimte
genoeg hebben in de bestaande gemeenten? Of: Waarom een gemeente stichten in een stad waar we
al een adventgemeente hebben?
Feit is: veel gemeenten in stedelijke gebieden hebben al tientallen jaren geen groei ondervonden. Zij
kunnen amper hun ledenaantal handhaven. Ze richten zich niet meer op de gemeenschap. En een
gemeente die zich niet missionair opstelt kan de missie van Christus niet vervullen.
De natuurlijke levenscyclus van organisaties – ook die van gemeenten - leidt tot verval. Dus wanneer
buitenkerkelijke mensen niet naar onze gemeenten komen of wanneer het ons niet lukt bepaalde
groepen mensen te bereiken - wordt het tijd dat wij er op uitgaan om hen te ontmoeten. Dat is wat
Jezus deed. Dit wordt incarnatie denken genoemd. En dit impliceert tevens het stichten van gemeenten
in.
Onderzoek geeft aan dat wanneer gemeenten ouder worden, ze minder effectief worden in het
bereiken van nieuwe mensen. Eén onderzoek toonde aan dat gemeenten die al 50 jaar of langer
2
bestaan tenminste 100 leden nodig hadden om één nieuwe bekeerling te dopen, terwijl gemeenten die
10 jaar of minder oud zijn maar 10 leden nodig hadden voor iedere nieuwe bekeerling.
Het getuigt van visie van bestaande gemeenten om nieuwe gemeenten te stichten, want:
1. Het trekt nieuwe buitenkerkelijke mensen aan
2. Het ontwikkelt nieuwe leden en pastorale leiders
3. Het boort nieuwe bronnen aan - nieuwe mensen met energie, tijd, talenten, financiën en
dromen.
Waarom hebben nieuwe gemeenten geen prioriteit gehad?
1
Geen besef
Predikanten en kerkleiders zijn zich niet bewust geweest van het potentieel aan groeimogelijkheden.
Maar onderzoek dat het verband toont tussen nieuwe gemeenten en groei is vandaag de dag direct
beschikbaar.
2
Beperkte financiële mogelijkheden
In veel gebieden is de kerk aan het reorganiseren krimpt zij in. Maar kunnen we het ons wel
veroorloven geen nieuwe gemeenten te stichten? Nieuwe gemeenten brengen nieuw geld binnen. We
hebben een strategisch plan nodig voor het stichten van nieuwe gemeenten, dat tevens een regelingen
bevat voor:


3
De zorg voor slecht functionerende en stervende gemeenten. Veel gemeenten zijn vastgeroest op
een ledental beneden de 20. Niemand moet kritiek hebben op de predikanten en leden die vele
jaren geprobeerd hebben deze gemeenten vooruit te helpen, maar kunnen lekenleiders voor deze
kleine gemeenten geen zorg dragen?
De invoering van het concept van parttime stichters. We moeten jonge volwassenen met visie
kansen geven, aanmoedigen en ondersteunen. Zij kunnen plannen ontwikkelen t.a.v. nieuwe
gemeenten met nieuwe benaderingen. Sommigen zullen professionals zijn, die zowel zichzelf als
een nieuwe gemeente volledig kunnen onderhouden.
Negatieve ervaringen
Soms denken we aan nieuwe groepen die ontstaan zijn doordat een paar ontevreden leden hun
gemeente verlaten hebben en voor zichzelf begonnen zijn. Groepen die conflicten als basis hadden,
zullen ook vaak conflicten hebben met de leiders van de unie/conferentie. Dan zijn er ook de paar
families die samenkomen en een gebouw willen met een predikant - wat het Uniebudget onder druk zet
en weinig groei belooft. In sommige kringen heerst de stellige overtuiging, dat nieuwe gemeenten klein
zijn en moeten vechten om te overleven, en dat de aanloopkosten hoog zijn.
Het moet duidelijk worden dat niet alle nieuwe groepen een nieuwe gemeente genoemd kunnen
worden. In feite zijn sommige groepen die we gemeenten noemen (en zelfs zo zijn georganiseerd) nooit
een gemeente geweest naar de bijbelse norm, want zij hebben nooit in hun eigen leiders en financiën
kunnen voorzien. Alhoewel het geld kost nieuwe gemeenten te stichten die zichzelf kunnen bedruipen,
hebben McGavran en Arn al twintig jaar geleden aangetoond, dat dit de meest voordelige vorm van
evangelisatie is. We hebben ook ontdekt, dat erg weinig nieuwe gemeenten, die afhankelijk blijven van
fondsen van buitenaf (voor het salaris van de predikanten of hun organisatie en evangelisatie), groeien
en sterk worden.
3
4
Geen snelle resultaten
Sommige leiders aarzelen om het stichten van nieuwe gemeenten te ondersteunen, aangezien de
groeistatistieken niet hoog lijken te zijn in vergelijking met de traditionele methoden van publieke
evangelisatie. Een nieuwe gemeente stichten geeft niet altijd de snelste groeiontwikkeling in
vergelijking met een evangelisatieactie van 5-6 weken.
Er zijn echter enkele andere voordelen:


Nieuwe gemeenten kunnen de buitenkerkelijken bereiken. Het is mogelijk gloednieuwe
benaderingen voor de eredienst, evangelisatie en relatiemodellen te ontwikkelen. Om dit te
beginnen in bestaande gemeenten is ontzettend moeilijk, en vaak net zo desastreus als nieuwe
wijn in oude zakken doen.
Nieuwe gemeenten kunnen nieuw leven geven aan de randleden. Velen zijn wel lichamelijk
aanwezig maar niet in de geest. Dit is zeker waar voor veel jongeren en jong volwassenen. Om
verschillende redenen wordt in de gemeenten die ze bezoeken niet tegemoet gekomen aan hun
geestelijke behoeften. Deze mensen zouden blij zijn met een nieuwe gemeente met een nieuwe
benadering.
Waarom nieuwe gemeenten stichten die anders zijn?
Vaak is het zo, dat wanneer we nieuwe gemeenten stichten, ze sterk lijken op de gemeenten die er al
zijn. Het gemeentelijke werk wordt met meer geestdrift gedaan, maar... onze aanpak en methoden zijn
dezelfde... De vraag moet gesteld worden: Als de moedergemeenten het moeilijk vinden de
gemeenschap te bereiken, waarom zou je dan gemeenten stichten die qua benadering en karakter op
hen lijken?
Ron Gladden gaat nog een stap verder in een artikel in Ministry van september 1996 met de titel: ‘Het
Denny’s dilemma’. “We kunnen het veel, veel beter doen. We kunnen duizenden mensen meer
bereiken, die hongeren naar Christus, door een verscheidenheid aan gemeenten met een verschillend
karakter die geestelijk voedsel voorbereiden en aanbieden, speciaal gericht op een specifieke
doelgroep binnen een bepaalde cultuur. Dat betekent, dat we doelbewust gemeenten stichten die
anders zijn dan onze traditionele gemeenten - niet qua theologie, inhoud, of essentiële waarden, maar
qua benadering en uiterlijk. Zonder concessies te doen aan de kwaliteit van het geestelijke voedsel,
kunnen we een verscheidenheid aan gemeenten stichten, waarin het geestelijke voedsel speciaal
geserveerd wordt om jongeren, buitenkerkelijken, alleenstaanden, christenen van andere richtingen, en
jonge ouders aan te trekken tot het ‘Brood des levens’.“
Russell Burrill schrijft. “Het evangelie brengen aan verloren mensen is de reden voor het stichten van
nieuwe gemeenten binnen iedere culturele groep.” Gemeenten stichten voor verschillende etnische en
culturele groepen of generaties vereist veel training en gevoel.
1
Benader de doelgroep in haar eigen taal of dialect
Het is onmogelijk een cultuur volledig te begrijpen tenzij we haar taal spreken. Om buitenkerkelijken te
bereiken moeten we ook hun taal begrijpen.
2
Behandel de doelgroep met liefde en respect
Er wordt wel eens beweerd dat een christen pas toegerust is een moslim te bereiken met het evangelie,
als hij/zij de Islam zo grondig kent, dat hij/zij er bijna zelf tot bekeerd wordt. Op vergelijkbare wijze zal
een diepgaand inzicht aangaande het ‘waarom buitenkerkelijken buitenkerkelijk zijn’ liefde, respect, en
een verlangen hen in hun verloren staat te bereiken opwekken.
4
3
Ontwikkel specifieke strategieën voor de doelgroep
●
●
●
4
Uniek: Begrijpen we de mensen die we willen bereiken?
Relevant: Wat denken en voelen die mensen?
Vruchtbaar: Zijn ze afhankelijk van middelen, mensen en geld van buiten?
Respecteer de cultuur van de doelgroep
Dit vraagt om transculturele toerusting. Het wordt algemeen erkend dat wanneer christenen en
gemeenten effectief zijn in het bereiken van wereldlijke mensen, ze enige kennis hebben van de
geschiedenis, het verloop en de gevolgen van het secularisatieproces.
Een doelgroep hebben,
mag dat?
Wanneer we terugkijken naar ons werk in de Westerse wereld, kun je zeggen dat de eerste golf van
nieuwe gemeenten een territoriale aangelegenheid betrof. Dat is 130 jaar zo gebleven. De afgelopen
25 jaar was er weinig sprake van nieuwe gemeenten. Vandaag echter ontwikkelt zich een nieuwe golf.
Bij deze golf is er sprake van doelgroepen – er worden gemeenten gesticht rekening houdend met
verschillen in opleiding, sociale en etnische achtergrond, cultuur en generatie en afgestemd zijn op het
begripsniveau en de behoeften van de mensen.
Sommigen voelen zich hier niet bij op hun gemak. Maar het is bijbels - en Ellen White geloofde in het
stichten van gemeenten voor bepaalde doelgroepen.
1
De Bijbel
In 1 Korintiërs 9:19-23 daagt de apostel Paulus ons uit met het begrip contextualisatie, de idee van
rekening houden met ieders achtergrond - een Jood zijn om Joden te winnen en een heiden om de
heidenen te winnen. Hij schrijft over zijn grote verantwoordelijkheid tegenover mensen in zijn cultuur en
mensen in andere culturen, de hoger opgeleiden en de lager opgeleiden. Romeinen 1:14.
Paulus’ toewijding aan contextualisatie was een wonder dat werd geboren uit zijn bekering. In
navolging van zijn eigen ervaring op de weg naar Damascus, bereidde Paulus zich jarenlang voor op
zijn werk als een apostel voor de heidenen. De eerste jaren verbleef hij in de Arabische woestijn. Ellen
White schrijft, “Hier, in de eenzaamheid van de woestijn, had Paulus volop gelegenheid voor studie en
meditatie. Hij overdacht rustig zijn recente ervaringen en maakte serieus werk van zijn bekering. Hij
zocht God met heel zijn hart, en rustte niet totdat hij zeker wist dat zijn bekering aanvaard was en zijn
zonden vergeven. Hij verlangde naar de verzekering dat Jezus met hem zou zijn in zijn komende
bediening. Hij ontdeed zich van zijn vooroordelen en tradities, die tot dusver zijn leven hadden
gevormd, en ontving onderricht van de Bron van waarheid. Jezus had een nauw contact met hem en
bevestigde hem in het geloof, door hem een rijke mate van wijsheid en genade te verlenen.” Acts of the
Apostels p. 125.
2
Ellen White
Ellen White heeft de Adventkerk aangeraden zich aan te passen aan de verschillende culturen
(Getuigenissen aan predikanten, TM.213). Ze zette, lang voordat Donald McGavran dat deed, dit idee
van kerkgroei uiteen: “De mensen van ieder land hebben hun eigen typische zeden en gewoonten en
er is wijsheid voor nodig om te weten hoe je je aan kunt passen aan de typische ideeënwereld van
anderen, om de waarheid op zo’n manier te brengen, dat ze er wat aan hebben. We moeten in staat
zijn om hun behoeften te begrijpen en eraan tegemoet te komen.”
Er zijn verschillende benaderingen nodig om voor verschillende mensen effectief te kunnen werken.
Ellen White schreef: “Daarom varieerde de apostel zijn manier van werken en paste hij zijn boodschap
aan de verschillende omstandigheden waarin hij geplaatst werd aan.... werkers voor God moeten
zorgvuldig de juiste methode kiezen, zodat zij geen vooroordelen of tegenstand oproepen. Dát is waar
5
sommigen hebben gefaald. Door aan hun aangeboren opwellingen toe te geven hebben ze deuren
gesloten waar ze mogelijk, door een andere aanpak, toegang hadden kunnen vinden tot harten, en via
hen tot andere harten. Gods werkers moeten veelzijdig zijn; dat betekent dat ze breed georiënteerd
moeten zijn. Ze moeten niet eenzijdig vastgeroest zijn in hun manier van werken, niet in staat in te zien,
dat hun wijze van verkondiging van de waarheid moet afhangen van de bevolkingsgroep waaronder zij
hun werk doen en de omstandigheden waarmee ze te maken krijgen.”
Vervolgens, in een hoofdstuk “Verkondiging van de waarheid te midden van rassentegenstellingen,”
vertelt Ellen White over haar verlangen om Afro-Amerikanen te bereiken, terwijl zij ook de realiteit van
de vooroordelen erkent:
“Op veel plaatsen bestaat er onder de blanken een sterk vooroordeel tegen de gekleurde bevolking.
We kunnen dit vooroordeel wel ontkennen, maar dat leidt tot niets. Wanneer we dit vooroordeel zouden
negeren, zouden we het licht niet aan de blanke bevolkingsgroep kunnen brengen. We moeten de
situatie nemen zoals die is en er verstandig en wijs mee omgaan.”
We zullen falen als we denken dat mensen cultureel precies als ons moeten worden om gered te
worden door Jezus Christus. We zullen falen als we niet kunnen erkennen dat God altijd heeft
gesproken binnen de cultuur van een bepaalde tijd. We zullen falen in de evangelieopdracht als we
geen gemeenten stichten, die effectief alle bevolkingsgroepen aanspreken. Donald McGavran zei:
“Mensen willen graag christen worden, als ze maar binnen hun ras, taal of sociale klasse kunnen
blijven.
6
Bijbelse
Veel mensen, die zonder het christelijke geloof zijn opgevoed, worden toch door nieuwe gemeenten en
groepen aangetrokken om de aanspraken van Jezus Christus te overdenken. Hoe zien gemeenten
eruit, die buitenkerkelijke wereldlijke mensen bereiken?
Enkele radicale
bijbelse begrippen
Schrijf op hoe de belangrijkste ideeën in deze verzen jouw visie op de gemeente zouden kunnen
veranderen:

Matteüs 5:13

Handelingen 2:42-47

Handelingen 15:19

Romeinen 15:20

1 Korintiërs 9:19-23

Romeinen 1:14

Kolossencen 4:2-6

Titus 2:10,11
Gemeenten voor
buitenkerkelijke mensen
Gemeenten die de buitenkerkelijke seculiere mensen bereiken zijn anders. Ze spannen zich in om te
voldoen aan een bijbelse visie op de gemeente - en tegelijkertijd streven ze ernaar eigentijds te zijn.
Met andere woorden: zij hebben geen moeite met verandering.
Het is verbazingwekkend dat christenen en gemeenten zoveel moeite hebben met verandering. Jezus
zei: “Je moet opnieuw geboren worden.” Onze verlosser Jezus Christus is gestorven, opgestaan en
leeft in ons door zijn Heilige Geest… om verandering te weeg te brengen. Adventistische christenen
moeten daar zijn waar verandering is! We hebben onszelf beschouwd als “Elia de profeet” voor de tijd
van het einde. Elia, een man vol van Gods Heilige Geest, sprak binnen zijn cultuur - over de zaken van
zijn tijd. Als we de bediening en vormen van aanbidding van de negentiende eeuw overnemen - en we
nog steeds spreken over dingen die op onze pioniers afkwamen – dan geven we de mantel van Elia
aan anderen. Gemeenten die spreken met buitenkerkelijke en verloren mensen - inclusief de
adventistische gemeenten - streven ernaar zowel bijbels als relevant te zijn.
Hoe zien die gemeenten eruit?
7
1
Ze hebben leiders met visie
Ze geloven dat Jezus gelijk had toen hij zei: “De oogst is groot.” (Matteüs 9:37). Ze geloven dat ze
geroepen zijn als onderaannemers van de Grote Meester bij het project om de hel te ontvolken.
(Matteüs 16:16-19). Ze laten zich niet volledig in beslag nemen door het alleen maar draaiend houden
van de gemeente, want zij weten dat het kennen van Jezus een verschil uitmaakt. Hij heeft het doel van
de gemeente aangegeven in het grote Gebod en de grote Opdracht (Matteüs 22:37-39; 28:18-20). Zij
zien geestelijke en numerieke groei als Gods plan voor zijn gemeente.
2
Ze geloven dat het evangelie verschil uitmaakt
Een naamchristen zijn of een stoelwarmer is zinloos voor de leden van die gemeenten. Ze weten dat
Jezus Christus voor hen is gestorven en opgestaan en ook dat dit evangelie het enige goede nieuws is
dat telt. (1 Korintiërs 15:1-4, 14,17,18).
Christenen die vandaag de dag van betekenis zijn, zijn ‘theologisch behoudend’ - met andere woorden,
zij geloven in wonderen. Zij geloven dat Jezus is gestorven en opgestaan uit het graf. Dat is het ultieme
wonder. En zij begrijpen, dat wanneer iemand niet in Jezus gelooft, hij/zij verloren zal gaan.
3
Het zijn biddende gemeenten
In zijn boek ‘20/20 visie’ merkte Dale Galloway op, dat de gemiddelde kerkganger minder dan drie
minuten per dag bidt. Hij zegt: “Ieder onderzoek van groeiende (effectieve) gemeenten toont aan, dat
dynamische gemeenten - waar de dingen gebeuren - gemeen hebben, dat gebed een centrale plaats in
hun bediening inneemt.”
Matteüs beschrijft dat Jezus zijn volgelingen vertelde: “De oogst is groot maar de arbeiders zijn weinig.
Vraag en bid de Heer van de oogst... om werkers te sturen naar het oogstveld.” (Matteüs 9:37,38). En
na zijn opstanding droeg Jezus zijn volgelingen op te wachten en te bidden om de komst en de kracht
van de Heilige Geest om hen te versterken als getuigen van zijn opstanding. (Handelingen 1:4-8).
4
Ze geloven in de doop met de heilige Geest
De leiders en leden van een effectieve gemeente veronachtzamen de heilige Geest niet. Jezus
Christus sprak graag over Hem (Johannes 14-16). En vlak voor zijn hemelvaart zei Hij tegen zijn
volgelingen: “Verlaat Jeruzalem niet, maar wacht op de gave die mijn Vader beloofd heeft en waarover
jullie Mij hebben horen spreken. Want Johannes doopte met water, maar over een paar dagen zullen
jullie gedoopt worden met de heilige Geest.... Jullie zullen kracht ontvangen, wanneer de heilige Geest
over jullie uitgestort zal worden; en jullie zullen mijn getuigen zijn in Jeruzalem, en in geheel Judea en
Samaria, tot aan de einden der aarde.” (Handelingen 1:4,5,8) Leden van effectieve gemeenten vinden
het gewoon om op een normale en natuurlijke wijze over Jezus Christus en hun gemeenschap met de
heilige Geest te spreken.
5
Zij hebben een strategie voor het bereiken van buitenkerkelijken
Deze strategie is gebaseerd op vier uitgangspunten (Handelingen 8:14-17; Efeziërs 4:11-13):




Iedere gelovige in Jezus Christus is geroepen tot dienstwerk.
De doop (zalving) met de Heilige Geest blijkt uit hun getuigenis.
De Heilige Geest geeft degenen die Hij doopt minstens één bruikbare geestelijke gave.
De primaire rol van predikanten is om leden toe te rusten tot dienstbetoon.
Dale Galloway’s ‘New Hope’ buurtgemeente heeft één getrainde lekenprediker voor elke tien gelovigen.
Deze lekenpredikers komen wekelijks samen met hun kleine groep - het kleinste onderdeel binnen de
8
christelijke kerk. Vriendschappen worden ontwikkeld met buren; activiteiten die beantwoorden aan de
behoeften in de buurt worden georganiseerd door de gemeente en buitenkerkelijken worden
uitgenodigd een kleine groep te bezoeken met hun vrienden. Er komt een vaste stroom van bezoekers
naar de kerkdiensten.
6
Zij moedigen vriendschappen met buitenkerkelijken aan
Jezus ging met mensen om uit alle lagen van de maatschappij - als iemand die het goede met hun
voorhad. Hij kwam aan hun behoeften tegemoet, won hun vertrouwen en nodigde hen uit Hem te
volgen (Johannes 1:35-39; 4:1-38; 1 Korintiërs 5:9-11).
De strategieën van alle effectieve gemeenten zijn gebaseerd op dit uitgangspunt: leden moeten
aangemoedigd worden oprechte vriendschappen aan te gaan met buitenkerkelijke buren en kennissen.
Jim Dethmer heeft de ‘Grace Fellowship’ gemeente gesticht en is haar predikant geweest. Als
hoofdpredikant vereiste zijn taakomschrijving dat hij 40% van zijn tijd besteedde aan het opbouwen van
vriendschappen met buitenkerkelijken. Mensen die een Willow Creek Conferentie bezoeken krijgen van
Bill Hybels de vraag: “Hoeveel goede vrienden heb je onder de buitenkerkelijken?”
Gemeenten die buitenkerkelijken bereiken bestaan in meerderheid uit leden die hun best doen
vriendschappen te ontwikkelen. Zij kijken uit naar nieuwelingen die diensten of programma’s bezoeken.
Zij ruimen voor deze mensen bewust een plaats in hun leven in.
7
Zij hebben kleine groepen die zich vermenigvuldigen
In ‘20/20 Visie’ schreef Dale Galloway: Hoe hoog de kwaliteit van je preken, je muziek, of wat ook maar
in je gemeente is, als je de mensen niet in kleine vertrouwelijke groepen onderbrengt, zul je velen van
hen binnen een periode van twee jaar weer kwijt zijn.
Je zult geen groeiende of effectieve gemeente vinden, zonder dat daar kleine groepen aanwezig zijn.
Dat is de fundamentele bouwsteen van de christelijke gemeente - niet de individuele gelovige. Dit
kunnen gebedsgroepen, bijbelstudiegroepen, gezelligheidsclubs of groepen zijn, die zich richten op een
tak van dienst binnen de gemeente. Willen ze echter succesvol zijn en zich terecht een kleine groep
noemen, dan moeten ze :
(1) regelmatig samenkomen (meestal eens per week)
(2) ondersteunend en herderlijk zijn, d.w.z geestelijke ondersteuning en pastorale zorg kunnen
bieden
(3) ze moeten evangelistisch zijn. Hier kunnen de buitenkerkelijken warmte en vriendschap vinden
en kennis maken met Jezus Christus.
8
Zij hebben creatieve erediensten met praktische bijbelse boodschappen
Voordat hij met de buurtgemeente ‘Saddleback Valley’ begon, heeft Rick Warren 300 buitenkerkelijke
bewoners van de wijk huis aan huis geënquêteerd. De meest voorkomende reden die de mensen
gaven om niet meer naar de kerk te gaan was, zo meldde hij, dat de kerk saai was. Andere redenen
waren: kerkmensen zijn onvriendelijk, de kerk is meer geïnteresseerd in geld dan in mensen, en er is
geen goede opvang voor de kinderen aanwezig. Een algemene vraag die veel gesteld wordt door
buitenkerkelijke ouders is: “Zijn de kinderopvang en de ruimten veilig en schoon?”
Iedere kerkdienst moet cultureel relevant zijn voor de buitenkerkelijken. We moeten luisteren naar wat
zij zeggen. Als we goed naar ze luisteren, zullen ze ons bij wijze van spreken zelf vertellen hoe we ze
tot Jezus kunnen brengen. Dit is een bijbels beginsel.
In Handelingen 6 moest de eerste christengemeenschap de spanningen die zich ontwikkelden tussen
de Grieks en de Hebreeuws sprekende Joden in Jeruzalem oplossen. Ze probeerden niet de cultuur of
etnische achtergrond van de mensen te veranderen. De Heilige Geest moedigde hen aan voor iedere
groep apart een zorgsysteem te ontwikkelen. Wat was het resultaat? Het woord van God verspreidde
zich als een olievlek en het aantal discipelen in Jeruzalem groeide snel (Handelingen 6:7).
9
In Handelingen 15 wordt verteld hoe de Joods-christelijke kerkleiders geconfronteerd werden met vele
cultuurverschillen toen zij aan de heidense wereld het evangelie brachten en zij voor de vraag gesteld
werden of zij verschillende manieren van gemeente-zijn konden accepteren. Tot welke conclusie leidde
de Heilige Geest hen? Ze stelden vast: “We moeten het de heidenen die in God willen geloven niet
moeilijk maken” (Handelingen 15:19).
De Bijbel stelt duidelijk dat volwassen christenen verschillen ruimhartig moeten accepteren. Een
volwassen christen kan bijvoorbeeld aanvaarden dat een andere christen niet zijn smaak van muziek
heeft of zijn geloof op een andere wijze uit. Het is echter makkelijker mensen tot Christus en hun
verlossing te leiden als we hen niet vragen eerst hun culturele-, generatie- en taalgrenzen te
overschrijden. Wat wij de mensen te bieden hebben, moet relevant zijn. Maar dat niet alleen, het moet
mensen tot Jezus brengen.
Voor ons getuigen en onze aanbidding moeten we vormen en methoden gebruiken die bijbels én
relevant voor buitenkerkelijken zijn. Als dat niet het geval is, moeten we ermee ophouden en van
aanpak veranderen. Als onze activiteiten om anderen te bereiken - zoals aerobics, seminars,
evangelisatie samenkomsten, enz. - mensen niet naar Jezus Christus voeren, moeten we dingen
proberen die dat wel doen! Paulus benadrukte dit lastige beginsel in
1 Korintiërs 9:19-23.
Natuurlijke gemeenteontwikkeling
kwaliteitskenmerken
Jezus heeft vaak gelijkenissen uit de natuur en de landbouw gebruikt om de aard van Gods Koninkrijk
en de gemeente te illustreren. Natuurlijke gemeentegroei is een proces dat kijkt naar de manier waarop
God, de schepper, werkt in de natuur en de gemeente - en hoe we de groeikracht die God in iedere
gemeente heeft gesteld vrij kunnen maken, zodat er groei ontstaat.
Jezus vroeg zijn volgelingen te kijken hoe de leliën van het veld groeiden (Matteüs 6:28). Uit dergelijke
waarnemingen, studie en onderzoek kunnen we de beginselen leren begrijpen van Gods Koninkrijk.
Daarna vertelde Jezus een verhaal over een boer die uitging om te zaaien en verklaarde dat, “de grond
helemaal zelfstandig graan voortbrengt” (Marcus 4:26-29). De apostel Paulus beschreef dit zelfstandig
groeiproces door te zeggen, “Ik plantte het zaad, Apollos gaf het water, maar God gaf de groei” (1
Korintiers 3:6-9).
Tussen 1994 en 1996 heeft Christian Schwarz een uitgebreid onderzoek uitgevoerd in meer dan 1000
gemeenten op vijf continenten om kenmerken van gezonde gemeenten te achterhalen. Deze
kwaliteitskenmerken gaan op, ongeacht de cultuur of theologische overtuiging.
1
De kwaliteitskenmerken
Christian Schwarz’ project resulteerde in de objectieve vaststelling van acht kwaliteitskenmerken. Deze
acht kenmerken zijn niet nieuw en ze zouden ons niet moeten verrassen, want we vinden ze terug in de
beschrijvingen van de nieuwtestamentische gemeente.
1. Hartstochtelijke geloofsleven
2. Inspirerende samenkomsten
3. Liefdevolle relaties
4. Behoeftegerichte evangelisatie
5. Toerustend leiderschap
6. Gavengerichte bedieningen
7. Doelmatige structuren
8. Groeizame kleine groepen
Matteüs 22:34-38
Matteüs 22:37
Matteüs 22:39; Johannes 13:34,35
Matteüs 28:18-20
Efeziërs 4:8-11
1 Korintiërs 12:1; Romeinen 12:1-8
Handelingen 2:42-47
Handelingen 2:46; Handelingen 2:42-47
De zelfstandige naamwoorden geven aan waar het om gaat, de bijvoeglijke naamwoorden hartstochtelijk, inspirerend, liefdevol, behoeftegericht, toerustend, gavengericht, doelmatig, en
groeizaam - vormen deel van de biotische beginselen.
Christian Schwarz kon aantonen dat al deze kenmerken wezenlijk zijn voor een gezonde gemeente.
Niet één kan veronachtzaamd worden.
10
2
De beginselen
Natuurlijke Gemeentegroei brengt beginselen aan het licht – met het oog gericht op de kwaliteit of
gezondheid van het gemeentelijke leven als sleutel tot gemeenteontwikkeling. De nadruk ligt op het
onderkennen en vrijmaken van het natuurlijke groeipotentieel waarmee God zijn kerk bouwt. Er zijn
twee kardinale beginselen:
1. Het groeipotentieel beginsel: Een levend organisme heeft het aangeboren vermogen om zich
voort te planten en te overleven. Dit gaat ook voor de kerk op. Daarom is het doel Gods natuurlijke
groeikracht te laten floreren, in plaats van het verspillen van energie aan menselijke programma’s.
We moeten niet proberen zelf gemeentegroei te bewerkstelligen, maar meer ons richten op vrij
maken van het groeipotentieel, dat God in iedere gemeente heeft geplaatst.
2. Het ‘zelfstandigheids’ beginsel: Groei lijkt op een proces dat vanzelf gebeurt. De planten op het
land groeien. De gemeente groeit. Maar dit is het werk dat God geheel zelf doet. We moeten ons
afvragen wat we kunnen doen om het groeipotentieel vrij te maken, waardoor God zijn gemeente
laat groeien. Wat kunnen we doen om hinderpalen uit de weg te ruimen, die het werk van God
belemmeren?
3
De minimum factor - een baanbrekende idee
Christian Schwarz heeft een onderzoeksproces ontwikkeld, waarmee de kwaliteit van het
gemeenteleven gemeten kan worden. Dit onderzoek leverde een puntentelling op voor elk van de acht
kwaliteitskenmerken van gezonde gemeenten. Gemeenten met een score van minstens 65 punten voor
alle acht kwaliteitskenmerken zijn altijd groeiende gemeenten – waarmee wordt aangetoond dat
gezonde gemeenten groeiende gemeenten zijn.
Het kwaliteitskenmerk met de laagste score is de minimum factor van die gemeente, of de zwakste
schakel. Aangetoond is, dat een gemeente die zich toelegt op het versterken van haar zwakste schakel
uiteindelijk zal groeien. De gemeente moet zich eerder concentreren op het versterken van haar
zwakste schakels dan op haar sterke kanten. Dat is een baanbrekende idee, want gewoonlijk (zoals in
de geestelijke gaven en de bedieningen) wordt aanbevolen dat een gemeente en christenen zich
moeten concentreren op hun sterke kanten.
4
Gemeentestichters
Omdat alle acht kwaliteitskenmerken wezenlijk zijn voor een gezonde gemeente en groei, moeten
gemeentestichters er naartoe werken deze kwaliteiten vast te leggen in het DNA van een nieuwe
gemeente. Deze kunnen samen met de groeibeginselen voor Natuurlijke Gemeenteontwikkeling
ingebouwd worden in de strategische plannen of waarden van een nieuwe gemeente.
Als je niet valt, dan leer je niet!
Dit geldt niet alleen bij het skiën. Het is ook waar voor een effectieve gemeente. Het is goed ideeën uit
te proberen die niet blijken te werken. Minstens drie van de vier werkideeën mislukken. Maar dat
betekent ook, dat in ieder geval één idee geslaagd is en mensen tot het heil heeft gebracht. We moeten
leren van onze fouten, meer doen wat God zegent, en klaar staan om de aanpak in de gemeente te
veranderen, terwijl we geleid door de Heilige Geest verder gaan. We zullen niet wegkwijnen omdat we
nieuwe methoden uitproberen om buitenkerkelijken te bereiken, ook al mislukken deze pogingen.
Integendeel, we zullen wegkwijnen als we geen visie hebben en weigeren nieuwe methoden uit te
proberen.
11
12
Het succesvol stichten
Philip Bryant, de gemeentestichter die aan de wieg stond van het baptistische “nieuwe gemeenten
plan” in de Australische staat Victoria, heeft alle opgedane ervaringen op papier gezet in een artikel
getiteld “Church Planting – A Denominational Perspective” in een bulletin van de Australische
“Fellowship for Church Growth” in juli 1993. Aan zijn oorspronkelijke lijst heb ik ervaringen toegevoegd
die we hebben overgenomen uit “Adventist Churches for the Unchurched” om uiteindelijk uit te komen
tot een lijst van twaalf factoren die van vitaal belang zijn, wil je succes hebben in het stichten van
nieuwe gemeenten.
Twaalf
1
Factoren
Kies een stichter
Hij/zij is de sleutelfiguur en ligt niet voor het oprapen. Sommigen zullen het naast hun gewone werk
doen en maar een beperkte theologische opleiding hebben. De meeste (waaronder predikanten), zullen
opgeleid moeten worden in de vaardigheden die nodig zijn voor het stichten van gemeenten.
Het zijn vaak jong volwassenen die hun sporen al verdiend hebben in de plaatselijke gemeente, die
blijk geven van een christelijke volwassenheid en die beschikken over de noodzakelijke visie,
voortvarendheid en creativiteit. De stichter moet goed met mensen kunnen omgaan, visie kunnen
overdragen en anderen kunnen motiveren. Stichters zijn meestal ondernemende types, energiek en
gedreven, want het is een moeilijke taak die al je tijd in beslag neemt. Stichters hebben goede
communicatieve vaardigheden nodig als leraren en predikers.
Bij het kiezen van stichters, of als je wilt weten of God jou roept om een gemeentestichter te zijn,
moeten zorgvuldig de kenmerken van effectieve gemeentestichters overwogen worden: zijn/haar
geestelijke volwassenheid, geestesgaven, praktische vaardigheden, karakter, persoonlijkheid en
vakbekwaamheid.
2
Maak een goed plan
Een goede planning zal de kansen op succes vergroten. Deze planning omvat ook het maken van een
profielschets van de doelgroep d.m.v. demografische gegevens en de omgang met mensen uit de
omgeving. Het is belangrijk om een Projectplan te ontwikkelen, dat de volgende onderdelen zal
bevatten:
● Een lijst van alle dingen die gedaan moeten worden voor het stichten van een nieuwe gemeente.
● Een tijdlijn, die aangeeft wanneer bepaalde zaken afgerond dienen te zijn.
Dit Projectplan zal de nieuwe gemeente helpen om (a) te starten met een duidelijke bestaansreden en
(b) in moeilijke tijden het doel voor ogen te houden.
Dit Projectplan moet ontwikkeld worden door de stichter en zoveel mogelijk leden van de kerngroep.
Een stuurgroep bestaande uit de gemeentestichter en één of twee vertegenwoordigers van de
moedergemeente kunnen zorgen voor adviezen en bemoediging.
13
3
Stel een sterke kerngroep samen
Dit is van wezenlijk belang bij het opzetten van een nieuwe gemeente. Het is belangrijk dat deze
kerngroep betrokken is bij de toerusting, de planning en het gebed. Zoveel mogelijk mensen moeten
betrokken zijn bij het maken van het projectplan samen met de gemeentestichter, want dit levert een
gemeenschappelijke visie op. De kerngroep moet een bijzonder gevoel van verantwoording hebben
voor de doelgroep en zich kunnen inleven in de omgeving van de nieuwe gemeente.
Dit zal gewoonlijk betekenen dat de leden van de kerngroep in het doelgebied wonen – en zelfs bereid
zullen zijn daar naartoe te verhuizen om aan de roep van de Heilige Geest te beantwoorden om een
nieuwe gemeente te stichten. Het is belangrijk dat de leden van de kerngroep en de stichter deelnemen
aan buurtwerk en het leven van alledag in het doelgebied en tenminste 50% van de tijd die zij aan de
gemeente wijden besteden aan contacten met buitenkerkelijken.
4
Houd vast aan behoudende theologische uitgangspunten
Als je vasthoudt aan behoudende theologische uitgangspunten, wil dat niet zeggen, dat je traditioneel
en onveranderlijk bent. Het gaat veel meer over een onveranderlijke toewijding aan het Woord van God
en Jezus Christus, mensen oproepen zich volledig te wijden aan Jezus en de gemeenschap van de
plaatselijke gemeente. Het houdt de erkenning in dat Jezus Christus en de Heilige Geest een verschil
uitmaken. Het betekent een toewijding aan het gegeven dat de Bijbel is geïnspireerd en dat God
vandaag actief is. Hij doet wonderen omdat Jezus Christus is opgestaan en zal wederkomen.
De vragen zijn dus: Spreken de leden van de nieuwe gemeente vaak en op een natuurlijke manier over
Jezus en de doop met de Heilige Geest? Is gebed een belangrijk onderdeel van de agenda van de
gemeente? Wordt de leden geleerd te bidden? Wordt er voldoende tijd genomen voor het gebed in
leiderschaps- en huishoudelijke vergaderingen? Bestaat er een uitgestippeld traject aangaande de
groei in discipelschap en nemen alle leden hun taken binnen de gemeente serieus? Ontvangt ieder lid
regelmatig toerusting voor zijn bediening? Zijn ze betrokken bij een getuigenis waarbij ze gebruik
maken van hun geestesgaven? Ontvangen de leiders regelmatig bijscholing on-the-job? Nemen de
leden deel aan huisgroepen?
Buitenkerkelijke mensen voelen zich aangetrokken tot gemeenten die deze zaken serieus nemen. Zij
worden aangetrokken tot bijbelse gemeenten, waarin de Geest merkbaar aanwezig is. Ze hebben
regels en normen, maar die moeten wel bijbels zijn en zin hebben. Sommige van onze regels zeggen
onze eigen leden niets, laat staan buitenkerkelijke mensen. Behoudend zijn is iets anders dan leven in
het verleden!
5
Wees niet star – Pas je manier van aanbidding aan je gehoor aan
De stijl van de eredienst is van fundamenteel belang. Behoudende theologische uitgangspunten
betekenen niet automatisch een traditionele eredienst of gemeentelijke organisatie. De stijl van de
eredienst moet zowel bijbels zijn, maar ook tegemoet komen aan de behoeften van de gemeenschap
die je wilt bereiken. Het is bijvoorbeeld relevant een gezinsdienst te organiseren, als er kinderen in de
buurt wonen. Het is niet relevant, als er geen kinderen wonen. Deze behoeften worden vanzelf duidelijk
in de aanloopfase.
De stijl van de eredienst bepaalt mede of een gemeente zal groeien. Dit is fundamenteel.
Buitenkerkelijke mensen en ook hedendaagse christenen zien uit naar erediensten die ontspannend
zijn, met moderne gemakkelijk in het oor liggende vlotte muziek. Een heel scala van instrumenten –
keyboards, drums, saxofoons, etc. zijn gewild. Kerkorgels niet. Moderne mensen zullen eerder klappen
dan “amen” roepen. Mensen zijn visueel ingesteld en dus hebben video’s en toneel hun plaats naast
lezingen, voordrachten en preken. De muziek en de presentaties moeten zo professioneel mogelijk
gebracht worden. Dat betekent dat je de moeite moet nemen te oefenen.
Maar vergeet niet dat buitenkerkelijke mensen een goede bijbelse preek van minstens 35 minuten
verwachten. De dienst moet niet langer duren dan 60 – 75 minuten en rekening houden met zoekende
mensen. De mededelingen moeten kort zijn en de hele groep aangaan en niet alleen bijvoorbeeld de
14
ouderlingen. Het is verstandig de kinderen bezig te houden op dezelfde tijd als de eredienst, zodat de
ouders zich daarop kunnen concentreren.
Drie punten zijn van belang om het kerkbezoek te laten groeien:
● Huisbezoek – door ouderlingen en diakenen.
● Kleine groepen
● Diensten met relevante muziek en een dynamische Bijbelverkondiging, die betrekking heeft
op het leven van alledag.
Een van de duidelijkste boodschappen van de gemeentegroeibeweging van de laatste tien jaar is dit:
mensen willen een boodschap horen uit Gods Woord en deze nadruk op het evangelie moet gepaard
gaan aan de bereidheid om mensen op te roepen tot een toewijding aan Jezus Christus en aan de
gemeenschap en het doel van de plaatselijke gemeente.
6
Probeer om binnen 2 – 4 jaar financieel onafhankelijk te zijn
Meestal zullen nieuwe gemeenten financieel ondersteund moeten worden door een moedergemeente
en/of de unie/conferentie. Gemeenten worden gesticht door plaatselijke gemeenten en niet door
kerkgenootschappen. Moedergemeenten hebben als taak: voorbede, het leveren van interim leiders en
leden van de kerngroep, toezicht en bemoediging en ook, indien nodig, financiële hulp. De rol van het
kerkgenootschap bij het stichten van nieuwe gemeenten is promotie, het leveren van een visie ,
ondersteuning, helpen met het maken van plannen en, indien nodig, ook financieel bijspringen .
Sommige waarnemers suggereren dat de twee grootste bedreigingen voor het succes van het stichten
van nieuwe ZDA gemeenten zijn:
● De financiële zekerheid van de predikant – dit vermindert de motivatie om succesvol te
stichten.
● De financiële afhankelijkheid van de nieuwe gemeente – dit vermindert het gevoel voor eigen
verantwoordelijkheid en effectiviteit.
Zowel Bob Logan als Steve Addison hebben het feit benadrukt, dat ZDA-predikanten zo verzekerd zijn
van hun inkomen, dat ze geen mensen hoeven te dopen of tot volgelingen te maken, om zeker van hun
baan te zijn. Het systeem zorgt voor hen.
Het is onze ervaring echter, dat wanneer een stichter of een kerngroep er niet naar streven de nieuwe
gemeente op eigen benen te laten staan, die gemeente waarschijnlijk minder effectief zal zijn in haar
getuigenis en groei. Het Projectplan moet aangeven wanneer de gemeente financieel levensvatbaar zal
zijn. Hiermee bedoelen wij, dat de plaatselijke leden voldoende tienden zullen afdragen aan de
conferentie om de kosten van hun predikant en andere stafleden te dekken. De gaven van de nieuwe
groep moeten de kosten van alle takken van dienst dekken en ook moet er een bijdrage zijn voor de
verkondiging van het evangelie elders.
Als de nieuwe gemeente in een gebied ligt met voldoende bevolking om levensvatbaar te zijn ( meer
dan 20.000 mensen) en er toch niet voldoende groei is in ledental en tienden in een redelijke tijd (zo’n 3
– 5 jaar), moet het project als mislukt worden beschouwd. In ieder geval moeten die gemeenten, die
niet volledig de kosten kunnen dekken van een predikant, geen eigen predikant verwachten.
7
Neem je voor (en word daarin opgeleid) om vriendelijk te zijn
Onderzoeken hebben aangetoond, dat veel buitenkerkelijke mensen christenen en kerken als
afstandelijk ervaren. In sommige gevallen klopt dat. De kerngroep en de predikant moeten opgeleid
worden innemend te zijn en daarin een voorbeeldfunctie te vervullen.
Roy Adams schrijft: “Ik heb het idee, dat hoe bijbels onze leerstellingen ook zijn, hoe juist onze rustdag
ook is, hoe gefundeerd onze opvattingen over waarheid ook zijn, hoe oprecht ook onze aanspraak het
overblijfsel te zijn, als we niet weten hoe we op een hoffelijke manier met mensen moeten omgaan, zal
dat een blok aan het evangeliebeen zijn”. Ellen White zegt, dat “als wij nederig zouden zijn . . . . en
vriendelijk en voorkomend en meevoelend en meelevend, er honderd bekeerlingen zouden zijn, waar
er nu maar één is.” (9 T 189)
15
Het is belangrijk dat er planmatig gewerkt wordt aan de ontwikkeling van vriendelijkheid. De teamleiding
en de kerngroep moeten daar regelmatig op terugkomen. Het houdt de volgende punten in:
● Kritisch nadenken over ieder woord dat vanaf het podium wordt geuit.
● Een zorgstrategie voor mensen die eten, woonruimte, noodhulp, etc nodig hebben
● Een welkomstprocedure, die geen inbreuk maakt op iemand’s privacy of die iemand in
verlegenheid brengt.
● Duidelijke bewegwijzering – vanaf de parkeerplaatsen tot elke plaats van bijeenkomst en
faciliteit
● Een opzet waarin alle leiders zich direct na de dienst over nieuwkomers ontfermen.
● Een hint van de predikant/stichter aan het einde van iedere dienst – “Heb oog voor elkaar!”
● Iemand die er op toeziet dat leden aan nieuwkomers worden voorgesteld.
● Een “afscheidsgroep”, die zegt: “Fijn, dat je er was vandaag! Hopelijk tot ziens!”.
8
Maak jezelf bekend
De ervaring heeft geleerd, dat je niet alleen moet vertrouwen op gesproken mededelingen. Een
maandelijkse nieuwsbrief, met de onderwerpen van de preek en de bijbelklas en andere activiteiten
voor de mensen uit de omgeving, is het absolute minimum voor een gemeente die de buurt wil
bereiken. Deze nieuwsbrief hoeft meestal niet groter te zijn dan een dubbelgevouwen tweezijdig
bedrukt A-4tje.
De nieuwsbrief moet eenvoudig zijn met een herkenbare kop met daarin het logo, de buurtvriendelijke
naam van de gemeente, data, tijden en adressen. Bedenk, dat dit adverteren is en niet zo maar een
nieuwsbrief. Het moet verstuurd worden aan ieder waarmee je contact hebt gehad of die interesse
heeft getoond. Een aantal moeten huis aan huis worden bezorgd in de buurt. Leden moeten er een
aantal meenemen voor hun vrienden.
Andere mogelijkheden van adverteren zijn: teletekst en de uitgaanspagina’s van kranten. Bedenk dat
het weinig zin heeft voor buitenkerkelijke mensen te adverteren op kerknieuwspagina’s.
Het wekelijkse gemeentenieuws moet geschreven worden met de buitenkerkelijken in het achterhoofd.
Kies je woorden zorgvuldig en maak preekonderwerpen minstens een maand van te voren bekend. Als
een liturgiecommissie zorgvuldig wil plannen, moeten de te behandelen onderwerpen 6 – 12 maanden
van te voren bekend zijn. Sommige gemeenten verwachten dat de grove preekschets minstens zes
weken van te voren beschikbaar is voor de liturgiecommissie of het worship team.
De onderwerpen en titels zijn heel erg belangrijk. Bill Hybels zegt daarover: “Buitenkerkelijke mensen
zijn vandaag de dag de ultieme consumenten. Of we het nu leuk vinden of niet, bij iedere preek die we
houden vragen zij zich af ‘ben ik in dit onderwerp geïnteresseerd of niet?’ En als ze dat niet zijn, dan
haken ze af, hoe geweldig onze presentatie ook is.
Hybels bekent: “Soms werk ik uren alleen al aan de titel. Ik doe dat omdat ik weet, dat buitenkerkelijke
mensen alleen maar komen of terugkomen als ze kunnen zeggen: “Dat is nu iets waarover ik meer wil
horen”. De titel moet niet alleen leuk of pakkend zijn; hij moet inhaken op een behoefte of interesse.
9
Ga een langdurige verbintenis aan
Het beginnen van een nieuwe gemeente is een hele klus en het vraagt een langdurige verbintenis van
de kant van de stichter en de ondersteunende gemeente of organisatie. In de meeste geseculariseerde
landen is het niet verstandig wanneer het conferentiebestuur de stichter binnen 8 – 10 jaar zou
overplaatsen en zelfs dan zou het ‘t beste voor de stichter zijn om nieuwe groepen en gemeenten te
beginnen vanuit de eerste nieuwe gemeente. Dit wil niet zeggen, dat de stichter predikant wordt over
een gemeente. Verwacht mag worden, dat een stichter een gemeente zal opstarten met een duidelijke
visie om nog een gemeente te stichten en in deze lijn door te gaan. In harmonie met het model voor
gemeentevermenigvuldiging van Antiochië (Handelingen 11-15), zou van de kernleiders van een
nieuwe gemeente verwacht mogen worden, dat ze doorgaan met het stichten van nieuwe gemeenten
zodra er leraren, leiders en herders in de nieuwe gemeente aangesteld zijn. (Handelingen 13:1-4).
16
In grote stedelijke gebieden kan een gemeentestichter zijn leven lang werkzaam zijn – ofwel met steeds
weer nieuwe gemeenten te stichten ofwel het gebruiken van de eerste nieuwe gemeente als thuisbasis
om nieuwe teams toe te rusten die uitgezonden worden om nieuwe gemeenten te stichten en nieuwe
groepen mensen of gebieden te bereiken.
de nieuwe gemeente gedurende de ambtsperiode van de
10 Organiseer
zittende leiders van de unie/conferentie
De ervaring heeft geleerd, dat wanneer een unie/conferentieleider de oprichting van een nieuwe
gemeente ondersteunt en nauw samenwerkt met de gemeentestichters, dat hij het beste hun groep tot
de status van gemeente brengt binnen zijn ambtstermijn. Het is het beste wanneer een nieuwe
gemeente de ruimte krijgt uit te groeien tot een levensvatbare gemeente – voor wat betreft leiderschap
en financiële middelen – voordat ze officieel georganiseerd wordt. De ervaring heeft echter geleerd, dat
er een balans moet zijn. Er zijn stichters die de teleurstelling hebben ervaren van een leiderswisseling
op unie/conferentieniveau, die uitliep op een verlies van steun voor een creatieve jonge gemeente,
zodat de nieuwe gemeente geen mogelijkheden meer had uit te groeien tot een adventgemeente,
omdat ze niet officieel als zodanig geïnstalleerd werd gedurende de ambtstermijn van de eerste
ondersteunende leiders. Dit betekende ook een grote teleurstelling voor de
unie/conferentiemedewerkers, die zo veel tijd en energie hadden gestoken in het ondersteunen van
deze initiatieven om Gods Koninkrijk uit te breiden om te ervaren, dat deze projecten niet dezelfde
steun kregen van hun opvolgers.
11 Hoed je voor “kapers op de kust”
Dit zijn mensen met theologische stokpaardjes; mensen, die teleurgesteld zijn in hun vorige gemeente;
of mensen, die in hun vorige gemeente een leidersrol wilden vervullen, terwijl niemand zich ooit van
hun leiderscapaciteiten bewust is geweest, behalve zij zelf dan.
Dit is de reden waarom het belangrijk is, dat het doel, de visie, de zending en de waarden van de
nieuwe gemeente vastgelegd worden door de kerngroep, voordat de gemeente op poten gezet wordt.
Als de “kaper” de ingeslagen richting van de nieuwe gemeente niet bevalt, zegt Philip Bryant, kan hem
duidelijk gemaakt worden dat er vast wel een andere gemeente is, waarin hij zich wel thuis zal voelen.
voor rand-adventisten winnen geen buitenkerkelijke
12 Gemeenten
mensen
Ook ontdekt is, dat adventgemeenten die adventjeugd of afgedwaalde adventisten als doelgroep
hebben, geen aantrekkingskracht hebben voor de buitenkerkelijken. Het omgekeerde is wel waar, n.l.
dat gemeenten die de buitenkerkelijke mensen als doelgroep hebben, wel aantrekkelijk zijn voor
adventjeugd en randleden.
17
Wat is
een gemeente?
Het woord kerk betekent Gods geroepen volk. Een gemeente is dus een verzameling van Gods volk.
Het woord heeft echter nog andere betekenissen en Philip Jensen stelt voort, dat we er goed aan doen
om het begrip kerk te verduidelijken door een serie misverstanden te verduidelijken. Deze zijn:
1
Het gebouw verwarren met de kerk
Het idee dat kerk synoniem is met een gebouw schept verwachtingen. Sommigen willen pas een
eredienst als er een geschikt gebouw is. En als dat gebouw vol is, denkt men een gemeente te hebben.
En als het drie keer afgeladen is, dan denken ze, dat ze echt de status van kerk hebben verdiend. Maar
450 (of zelfs 1000) mensen in een stad met 520.000 inwoners stelt niets voor.
Onze visie wordt bepaald door wat er in ons leven en in ons kerkgebouw omgaat. Als we om 9.30 uur
een bijbelstudie hebben en een eredienst om 11.00 uur en een gezellige avond om 17.30 uur, dan
denken we dat dat de kerk/gemeente is.
We laten het gebouw onze visie bepalen. Kerkgebouwen zijn de sterkste beperkende factor voor
kerkgroei. We zijn zelfs afgedaald naar het niveau, dat we denken een gemeente in de stad te hebben
als er een gebouw van ons staat!
Het tragische is, dat we in veel plaatsen wel een gebouw bezitten, maar geen gemeente hebben. De
paar mensen in die gebouwen hebben historische rechten. Het is hun gebouw. Maar ze zijn niet
geïnteresseerd in het bereiken van verloren medemensen met het evangelie. Ze weten ook niet hoe ze
dat zouden moeten doen. En wat erger is, ze zijn er niet zeker van, dat ze die mensen in hun gebouw
willen hebben. Ze heten mensen niet welkom. Ga maar eens gemeenten bezoeken en ontdek dat je
eigenlijk niet welkom bent.
2
Het kerkgenootschap verwarren met de kerk
We geloven dat God ons heeft geroepen met een speciaal doel en dat is waar. Dat wil echter nog niet
zeggen, dat de kerk niet aanwezig is in een stad waar ons kerkgenootschap niet vertegenwoordigd is.
Maar een zo mogelijk nog gevaarlijker misvatting is de idee dat, omdat we in de stad vertegenwoordigd
zijn, we daarom een kerk/gemeente hebben. Ik heb mensen horen zeggen: “Nou ja, we hebben maar
drie leden daar – maar we hebben tenminste een gemeente.”
3
Het parochie-idee verwarren met de kerk
De idee van gemeenteterritorium komt uit een vorig tijdperk. Vandaag de dag reizen mensen van de
buurt waar zij wonen naar andere plaatsen voor onderwijs, werk, boodschappen en uitgaan. Velen
hebben geen echte band met de omgeving waarin zij wonen. Dit kan betekenen, dat de kerkgangers
van een gemeente in een bepaalde stad allemaal komen uit andere steden. Het kan ook betekenen,
dat alle kerkgangers van een stad naar ander steden gaan om te kerken.
18
Wanneer is een groep
een nieuwe gemeente?
In een artikel met de titel Is het stichten van nieuwe gemeenten in de Moslimwereld een onmogelijke
zaak? Stelt Dan Brown de belangrijke vraag: “Wat is een nieuwtestamentische gemeente en hoe weten
we of we er eentje gesticht hebben?” Wanneer kan een gemeentestichter zeggen: “Ik heb daar een
gemeente gesticht”? Waar zal het eindresultaat op lijken?
1
Er moet een “kritische massa” zijn
– een levensvatbare grootte en samenstelling
Het Nieuwe Testament geeft geen exact aantal aan. Het zal afhangen van de situatie. Een groep van 3
of 4 waarvan de interesses ergens anders liggen is geen gemeente. Een gemeenschap van 15
volwassenen plus kinderen kan een gemeente zijn.
Een gemeente moet genoeg mensen hebben die leider en/of leraar kunnen zijn. Zij moet haar
activiteiten zelf financieel kunnen bedruipen. Een groep kan geen gemeente genoemd worden, als al
het les- en leiding geven, of zelfs de financiële zekerheid allemaal van één persoon afhangen.
2
Er moeten minstens twee ouderlingen zijn
Een gemeente heeft minstens twee mensen nodig, die de kwaliteiten hebben en bereid zijn als
ouderling te functioneren. Als niemand die daaraan voldoet, is er geen nieuwe gemeente gesticht.
Omdat het Nieuwe Testament samenwerking leert (het twee aan twee gaan) lijkt het redelijk dat er
minstens twee personen in staat en bereid moeten zijn om te dienen als ouderling. En drie is altijd beter
dan twee.
3
De ouderlingen hebben de leiding en de verantwoordelijkheid
Als de gelovigen voor hun programma en financiën voor predikanten en leraren nog steeds leunen op
anderen (b.v. de conferentie), functioneert de groep nog niet als gemeente.
4
Het evangelie moet bijbels onderwezen worden
Het is mogelijk om gemeenten te bouwen die niet christelijk zijn. Als een groep een christelijke
gemeente wil zijn moet er bijbels verkondigd en onderwezen worden.
5
Zij vermenigvuldigen zich door nieuwe gemeenten te stichten
Een studie van nieuwtestamentische gemeenten toont aan, dat plaatselijke gemeenten nieuwe
gemeenten stichtten. Dit is duidelijk een kenmerk van een gezonde gemeente. Een gemeentestichter
zal niet tevreden over een nieuw opgezette gemeente, tenzij duidelijk is dat de nieuwe groep een plan
heeft en bezig is op zijn beurt ook weer nieuwe groepen en gemeenten op te starten.
19
Biotische beginselen:
Gods groeiplan
We hebben de acht kwaliteitskenmerken van een gezonde groeiende gemeente opgenoemd, zoals
onderkend door het onderzoek van Christian Schwarz. We hebben ook de gemeenschappelijke
kenmerken onderzocht van gemeenten die seculiere buitenkerkelijke mensen bereiken en de lessen
die we geleerd hebben bij het stichten van nieuwe gemeenten. Hier volgt een opsomming van deze
kwaliteiten, kenmerken en lessen.
Natuurlijke gemeenteontwikkeling – acht kwaliteitskenmerken
1
2
3
4
5
6
7
8
Hartstochtelijk geloofsleven.
Inspirerende samenkomsten.
Liefdevolle relaties.
Behoeftegerichte evangelisatie.
Toerustend leiderschap.
Gavengerichte taakvervulling.
Doelmatige structuren.
Groeizame kleine groepen.
Gemeenten voor de buitenkerkelijken:
1
2
3
4
5
6
7
8
Hebben leiders met een visie
Geloven dat het evangelie verschil maakt
Zijn biddende gemeenten
Geloven in de doop met de heilige Geest
Hebben een uitgewerkt plan om de buitenkerkelijken te bereiken
Moedigen vriendschappen met buitenkerkelijke mensen aan
Vermenigvuldigen kleine groepen
Hebben creatieve erediensten – met praktische bijbelse boodschappen
Geleerde lessen – twaalf factoren
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Kies de stichter.
Maak goede plannen.
Ontwikkel een sterke kerngroep.
Houd vast aan behoudende theologische uitgangspunten.
Wees bereid om te veranderen – pas je manier van aanbidding aan je gehoor aan.
Probeer binnen 2 – 4 jaar financiëel onafhankelijk te worden.
Neem je voor (en oefen) om vriendelijk te zijn.
Adverteer.
Ga een langdurige verbintenis aan.
Wordt een officiële gemeente in de ambtstermijn van de conferentieleiders.
Pas op voor “kapers”.
Gemeenten voor randadventisten winnen geen buitenkerkelijke mensen.
Zes biotische principes
Bij een natuurlijke gemeentegroei ligt de nadruk op het onderkennen en gebruiken van de natuurlijke
groeikrachten waarmee God zijn gemeente bouwt. Schwartz schrijft: “We moeten niet proberen
gemeentegroei te forceren, maar eerder het groeipotentieel vrijmaken dat God in iedere gemeente
heeft gelegd.”
De vraag is dan ook wat kunnen wij doen om dat te bewerkstelligen. Hoe kunnen wij hinderpalen
verwijderen die Gods werk zouden kunnen ophouden?
Christian Schwartz heeft zes biotische principes onderkend. Deze natuurlijke beginselen zijn in iedere
nieuwe gemeente te vinden. Zij houden alle verband met elkaar.
20
1
Netwerken: alles is een deel van het grotere geheel
De gemeente van Jezus Christus is een complex organisme. Alle segmenten zijn volgens Gods plan op
elkaar betrokken. Schwartz schrijft: “Het biotisch netwerkprincipe komt hier op neer: De manier waarop
alle delen in het geheel geïntegreerd zijn, is belangrijker dan die delen zelf.” Als er een probleem is in
het geestelijke leven van de kerngroepleden, zal dat gevolgen hebben voor alle gebieden. Als er één
persoon binnen de kerngroep verandert, verandert de hele kerngroep. Gezonde holistische kleine
groepen zullen een inspirerende uitwerking hebben op de eredienst etc.
Wat heeft dit te maken met het stichten van nieuwe gemeenten?
●
●
2
Iedere beslissing heeft invloed op andere gebieden (personeel, bedieningen, etc.)
Vergader regelmatig met alle leiders om een positieve netwerkfunctie te bevorderen.
Vermenigvuldiging: een normale zaak
Iedere vorm van organisch leven bereikt uiteindelijk zijn uiterste groeigrens. Een boom blijft niet
oneindig doorgroeien maar brengt nieuwe bomen voort. De ware vrucht van een kleine groep is niet
een nieuwe christen, maar een nieuwe groep; de ware vrucht van een gemeente is niet een nieuwe
groep, maar een nieuwe gemeente; de ware vrucht van een leider is niet zijn volgeling, maar nieuwe
leiders; de ware vrucht van een evangelist is niet een bekeerling, maar nieuwe evangelisten….
Reproductie door vermenigvuldiging is domweg een levensbeginsel van alle door God geschapen
organismen, inclusief de gemeente van Jezus Christus.
Wat heeft dit te maken met het stichten van nieuwe gemeenten?
● Iedere leider van een gemeenteonderdeel moet nieuwe leiders opleiden, want bedieningen zullen
zich vermenigvuldigen
● Veranker in de nieuwe gemeente de wens nieuwe gemeenten te planten.
3
Omzetting van energie: Alle energie moet in goede banen geleid worden
De surfer probeert vernietigende kracht van de golven niet te bestrijden, maar aan te wenden voor zijn
eigen doel. De ervaring van Paulus op de heuvel van Mars, waarbij hij het altaar van de onbekende
God gebruikte om de gedachten te richten op de ware God, illustreert dit beginsel.
Wat heeft dit te maken met het stichten van nieuwe gemeenten?
● De niet-geestelijke behoeften en interesses van niet-christenen worden serieus genomen en deze
zorgen voor energie om God te dienen.
● Het meeste van Gods geld en zijn werkers ligt nog steeds op het oogstveld. Een wijze
gemeentestichter zal deze middelen en mensen inzetten om een bediening in de buurt op te starten.
4
Recycling: de natuur gebruikt alles opnieuw
De natuur kent geen verspilling. De bladeren die vallen leveren voedingsstoffen voor de boom waar zij
vanaf zijn gevallen. Dit beginsel komt tot uiting in het meervoudig gebruik van dezelfde ruimten, of de
preek die de basis vormt voor het gesprek in de kleine groepen. Waar het bij dit beginsel om gaat is,
dat het resultaat van een bepaalde arbeid wordt omgezet in energie, die weer ten goede komt aan de
voortzetting van het werk. Deze grondbetekenis van meervoudig gebruik wordt het beste geïllustreerd
door het beginsel van het assistent-leiderschap. Jezus deed het voor aan Zijn discipelen. Leiders laten
het hun assistent-leiders al doende leren in plaats van (1) zelf leiding te geven en (2) een aparte
trainingsklas te organiseren waarin mensen opgeleid worden om later leider te worden.
Wat heeft dat te maken met het stichten van nieuwe gemeenten?
● Leer van de ervaring van alle leden.
● Werk altijd in teamverband om nieuwe leiders op te leiden.
21
Symbiose: Verschillende leden (volgelingen van Christus)
werken samen
5
Symbiose in de natuur is niets anders dan het samenleven van verschillende soorten die elkaar
wederzijds tot nut zijn. Competitie gaat ook uit van verschillende soorten, maar zij doen elkaar meer
kwaad dan goed. Een monocultuur veronderstelt de overheersing van één soort en een gebrek aan
verscheidenheid. Dit werkt niet in de natuur. We hebben verschillende soorten nodig. We worden
geroepen tot eenheid en niet tot eenvormigheid.
Wat heeft dat te maken met het stichten van nieuwe gemeenten?
● Op welke manier kunnen de noden van alledag en de interesses van de individuele christen (“Wat
vind ik leuk?” – voorbeeld: winkelen) en de behoeften van de gemeente (“Wat bevordert de groei
van mijn gemeente?”) elkaar aanvullen?
● We werken in teamverband.
6
Doelmatigheid: God heeft ons geschapen om vrucht te dragen
Alle levende organismen zijn ontworpen om vrucht te dragen. Vruchten houden de soort in stand.
Vruchten zijn altijd zichtbaar. Het ontbreken van vruchten duidt er op dat er iets mis is. De kwaliteit van
een organisme blijkt uit de vruchten.
Wat heeft dat te maken met het stichten van nieuwe gemeenten?
●
●
●
Het doel van iedere gemeentestichter, leider en lid is: vrucht dragen.
Hij heeft ons geschapen om mensen tot de Heer te leiden.
Er is een oogstseizoen.
Leer deze levensbeginselen te gebruiken – tien stappen
Deze zes levensprincipes zijn alle variaties van een enkel beginsel: “Hoe kun je de voorwaarden
scheppen die ertoe leiden dat er nog meer ruimte komt voor de groeiautomatismen waarmee God zijn
gemeente bouwt?” Telkens wanneer je een beslissing neemt of een uitdaging aangaat, vraag jezelf dan
af: “Hoe gaat deze beslissing of oplossing deze zes biotische principes beïnvloeden of bevorderen?”
Christian Schwarz stelt 10 actiestappen voor.
1
2
3
4
5
6
Versterk de geestelijke motivatie.
Bepaal de minimumfactoren.
Stel kwalitatieve doelen vast.
Breng de hindernissen in kaart.
Pas de biotische principes toe.
Maak gebruik van je sterkten – de maximum factor, de geestelijke cultuur, contextuele factoren
en geestelijke gaven.
7 Schakel de biotische materialen in – zaken die biotisch denken bevorderen.
8 Controleer de vorderingen – door regelmatige Natuurlijke Gemeentegroei onderzoeken in je
gemeente.
9 Schenk aandacht aan de nieuwe minimumfactor.
10 Vermenigvuldig je gemeente.
22
Verschillende manieren
1
Overhevelen
Een groep onder leiding van een stichter vertrekt om een nieuwe gemeente te stichten. De mensen
hebben mogelijk al enige tijd in het doelgebied gewoond. Soms ontstaat de kerngroep vanwege een
bepaalde interesse, b.v. eigentijdse aanbidding, de wens om een speciale etnische of leeftijdsgroep te
bereiken of de buitenkerkelijken.
2
Koloniseren
Hier is sprake van wanneer leden vanuit een bestaande gemeente verhuizen naar een nieuw gebied
om daar te gaan wonen en werken met het speciale doel in dat gebied een nieuwe gemeente te
stichten.
3
Evangelisatie
Veel nieuwe gemeenten worden gesticht als gevolg van een bewuste evangelisatiecampagne,
bestaande uit o.m. openbare lezingen, seminars en bijbelstudies. Vanuit de buurt wordt een nieuwe
kern van mensen gevormd.
Een variatie van deze benadering is een gemeentestichter die met één of twee gezinnen nieuwe
mensen probeert te vinden om een nieuwe gemeente te stichten. Zij kunnen kleine groepen vormen.
Als er voldoende vermenigvuldigd zijn, kunnen de groepen wekelijks samenkomen voor eredienst en
bedieningen.
4
Satellieten
Nieuwe gemeenten worden gesticht, maar er blijft een band met de moedergemeente. De predikant
van de centrale gemeente is ook de predikant van de satellieten. Soms is er maandelijks een
gemeenschappelijke eredienst. Dit model kan een aantal vormen aannemen, ofwel in hetzelfde gebouw
of op verschillende plaatsen:
-
5
Verschillende groepen wat betreft taal, cultuur, leeftijd, of etnische afkomst.
Een verscheidenheid aan vormen van eredienst.
Meervoudige eredienst
Deze benadering houdt simpelweg in, dat dezelfde eredienst meermalen gehouden wordt en dat de alle
andere activiteiten gezamenlijk gedaan worden. Het kan ook inhouden dat een verscheidenheid aan
erediensten gehouden wordt voor verschillende doelgroepen, terwijl iedere deelgemeente haar eigen
bedieningen voor haar doelgroep heeft. De ervaring heeft geleerd, dat het tegelijkertijd houden van
verschillende diensten in hetzelfde gebouw verdeeldheid kan veroorzaken.
6
Gemeentesplitsing
Gemeenten kunnen zich splitsen vanwege een conflict over bijv. theologie, een bepaalde persoon,
leiderschap of een bepaalde nadruk. Soms scheidt een partij zich af en begint met een nieuwe
gemeente. Dit is niet de meest ideale manier om een nieuwe gemeente te beginnen, maar soms
ontstaat er op die manier een gemeente met een nieuwe zendingsgeest.
23
Essentiële bestanddelen
Iedere gemeente wordt ergens door gedreven. Er is een uitgangspunt, een stelling, een overtuiging die
alles wat er gebeurt aanstuurt. Sommige gemeenten worden gedreven door tradities en andere door
sterke persoonlijkheden. Weer andere worden duidelijk beheerst door geld. De enige vraag die gesteld
wordt is: “Wat gaat het kosten?” Ook zijn er gemeenten waar programma’s centraal staan en bij weer
andere staat het gebouw centraal. Sommige schijnen als enige doel te hebben bezig te zijn; zij hebben
opeenvolgende gebeurtenissen als leidraad. Bij weer andere gemeenten staan de behoeften van de
ongelovigen centraal. Maar als de gemeente Gods gemeente is met Jezus aan het hoofd, dan doet het
er alleen maar toe, wat zijn doel en visie is.
Bouwen aan adventgemeenten
met een doel en een visie
Hier volgt een stappenplan dat zijn diensten heeft bewezen bij het stichten van gemeenten die werken
vanuit een bijbels mandaat of doel en een door God gegeven visie. Dit stappenplan kan ook gebruikt
worden op andere kerkelijke niveau ’s: conferenties, unies en divisies. Houd voor ogen dat de
gemeente van God is met Jezus aan het hoofd. Daarom gaat het er om wat zijn doel en visie is voor
jouw gemeente. Uiteraard begint alles met gebed. Dat houdt ook een biddend nadenken in over de
bijbelse doelen van de gemeente. Het stappenplan heeft tien bestanddelen:
1
De bijbelse opdracht - Welk doel staat God voor ogen met Zijn gemeente?
2
Visie - Wat wil God? Welke toekomst heeft Hij voor ogen?
3
Opdracht - Waartoe bestaan we? Wat verwacht God van een nieuwe gemeente?
4
Waarden - Wat moeten we nooit prijsgeven? Welke waarden zijn van belang voor onze
5
Doelgroep - Wie zijn wij en wie proberen we te bereiken?
6
Strategie - Met welk stappen proberen wij onze doelgroep te bereiken?
7
Bedieningen - Wat doen we om mensen te bereiken?
8
Doelen - Wat zijn onze criteria om de voortgang op korte en lange termijn te meten?
9
Menskracht & structuren - Wie gaan we waar en hoe inzetten?
10
Evaluatie - Hebben we gedaan wat God van ons wil?
omgangsvormen?
24
Waarom
Een doelstelling en een visie?
Waarom is het zo belangrijk dat gemeenten zich concentreren op iets dat is gebaseerd op een bijbels
doel en een geïnspireerde visie? Het antwoord is eenvoudig. De gemeente die weet wat God wil wat
die gemeente zal doen, weet ook waar ze heen wil. Maar “indien openbaring ontbreekt, verwildert het
volk” Spreuken 29:18.
Een duidelijk bijbels mandaat en visie:
1
…geven geestkracht
Paulus schreef: “Wees allen eenstemmig en laten er geen scheuringen onder u zijn …..
wees één van zin en één van gevoelen”. 1 Korintiërs 1:10.
2
…verminderen frustraties
Jesaja schreef: “Standvastige zin bewaart Gij in volkomen vrede, omdat men op U vertrouwt”
Jesaja 26:3. Paulus vermaande de gelovigen om “vast te staan in één geest”
Filippenzen 1:27. Een innerlijk verdeeld mens zal een zwalkend gedrag vertonen
Jakobus 1:8.
3
…helpen je te concentreren
Paulus zegt: “….één ding doe ik: vergetende hetgeen achter mij ligt en mij uitstrekkende naar
hetgeen vóór mij ligt” Filippenzen 3:13.
Efficiënt zijn is de dingen juist doen. Effectief zijn is de juiste dingen te doen.
4
…zorgen voor samenwerking
“Wie het goede nastreeft staat bij God in de gunst” Spreuken11:27. Paulus spreekt over de
broeders die hij inspireerde om het woord Gods te spreken Filippenzen 1:14.
5
…helpen bij het evalueren
“Stel uzelf op de proef en onderzoek of u leeft uit het geloof” 2 Korintiërs 13:5.
Veel leiders, gemeenten en predikanten worstelen met zaken als gebouwen en vormen van eredienst,
voordat ze eerst Gods doel en visie voor hun gemeente vastgesteld hebben. Verandering omwille van
de verandering veroorzaakt onnodig leed. Als we ons echter hebben voorgenomen om echt bijbels te
handelen in het volbrengen van Gods doelstellingen, zal elke verandering doelgericht zijn. En houd je
zelf niet voor de gek, God zal je vragen te veranderen. Het evangelie en de ‘drie-engelen boodschap’
dagen ons uit te veranderen tot op het scherpst van de snede om zijn Koninkrijk te bouwen. Gods
doelstelling en visie geven de richting aan bij deze veranderingen en onze bedieningen.
25
Iedere stap
begrijpen
Hier volgt een overzicht van waar we naar toe willen. Stel deze vragen bij iedere stap in dit schema.
●
●
●
●
Hoe komen we aan de nodige informatie?
Wie gaat de informatie verzamelen?
Wanneer beginnen we?
Wat gaan we doen?
Stel de visie vast: (Strategische planning)
1 Het bijbelse mandaat: Welk doel staat God voor ogen voor zijn gemeente?
2 Visie: Wat wil God dat we doen? Welke toekomst wenst Hij?
3 Opdracht: Waartoe bestaan we?
4 Waarden: Welke cultuur en waarden zijn belangrijk in onze omgang?
5 Doelgroep: Wie proberen we te bereiken?
6 Strategie: Hoe denken wij onze doelgroep te bereiken?
Actieplannen: (Operationele planning)
7 Bedieningen: Welke bedieningen zij nodig om onze strategie te laten werken?
8 Doelen: Wat zijn onze voortgangscriteria voor de korte en lange termijn?
9 Menskracht & structuren: Wie gaan we waar en hoe inzetten?
Beoordeling: (Terugkoppeling)
10 Evaluatie: Hebben we Gods doelstelling en visie volbracht? Bereiken we ons doel?
26
Hoe ontwikkel je
een ‘projectplan’
Veel onderdelen van dit stappenplan worden eerder naast elkaar dan na elkaar ontwikkeld. Voorgesteld
wordt, dat de gemeentestichter dit hele concept doorwerkt - het ontwikkelen van een visie en een
projectplan. Neem daarna minstens vier volledige dagen de tijd om met de hele kerngroep het hele
concept door te werken.
Het is belangrijk dat je zoveel mogelijk ideeën verwerkt van zoveel mogelijk mensen. Gebruik de
vragen van de volgende pagina’s om ideeën op te doen van zo veel mogelijk deelnemers. Laat dan een
kleine selecte groep voor de hele groep een projectplan opstellen (met het bijbelse mandaat, de visie,
de opdracht, etc.) om te bespreken. Als eenmaal het bijbelse mandaat, de doelstelling en een door de
heilige Geest geïnspireerde visie zijn vastgesteld, probeer dan die visie te verwezenlijken tot eer van
God. Houdt dit doel hierna altijd voor ogen.
Bij het samenstellen van een werkdocument is het van wezenlijk belang dat zoveel mogelijk mensen
betrokken zijn bij het bestuderen van bijbelse verwijzingen naar Gods doelstelling voor zijn gemeente,
bij de voorbede en bij de bespreking van de mogelijkheden. Het zou verstandig zijn deze zaken te
doordenken en er over te bidden in een serie samenkomsten met de kerngroep. Het uiteindelijke plan
kan samengesteld worden door een groepje van twee of drie personen. Het moet echter wel
teruggekoppeld worden naar een zo groot mogelijke groep voor verduidelijking en herziening, zodat er
een door gebed gedragen overeenstemming is, dat de Geest van God de uiteindelijke leiding heeft. Dit
is een belangrijk document, want het verschaft de nieuwe gemeente een duidelijk richtpunt voor gebed,
besluitvorming en bediening.
1
Het bijbelse mandaat: De bijbelse bedoeling beschrijven
Jezus is het hoofd van de gemeente en zijn mandaat voor haar doeltreffendheid en groei moet onze
leidraad zijn. Betrek daarom zoveel mogelijk mensen in een studie van bijbelteksten over de
doelstelling van de gemeente, zoals weerspiegeld door Christus’ dienstwerk op aarde, beelden van
het begrip ‘kerk’, het leven van nieuwtestamentische gemeenten en de geboden van Christus.
De doelgerichte gemeente moet toegewijd zijn aan de taken die Christus op zijn gemeente heeft
gelegd. Rick Warren omschrijft die vijf taken als:
1
2
3
4
5
Heb de Here God lief met heel je hart
Heb je naaste lief als jezelf
Ga heen en maak discipelen
Doop ze
Leer ze te gehoorzamen
De eerste gemeente in Jeruzalem was duidelijk toegewijd aan deze doelstelling (Handelingen 22:147). De gemeente bestaat om op te bouwen, te bemoedigen, te aanbidden, toe te rusten en te
evangeliseren. Paulus had zich aan deze doelstellingen verbonden. Hij verklaart ze vanuit Efeziërs
4:1-16. Als adventistische christenen geloven wij dat God ons geroepen heeft dit doel te
verwezenlijken binnen de context van de eindtijd – mensen voor te bereiden op de glorieuze
wederkomst van Jezus Christus.
1
Bespreek de 5 doelstellingen van de gemeente uiteengezet door Jezus in:
●
●
Het grote gebod
De grote opdracht
Matteüs 22:36-40
Matteüs 28:19-20
27
2
Bespreek de volgende verzen die betrekking hebben op het mandaat
van de gemeente
Matteüs 5:13-16
Matteüs 9:35
Matteüs 11:28-30
Matteüs 16:15-19
Matteüs 18:19-20
Matteüs 22:36-40
Matteüs 24:14
Matteüs 25:34-40
Matteüs 28:18-20
Marcus 10:43-45
Lucas 4:18-19
Lucas 4:43-44
Johannes 4:23
Johannes 10:14-18
Johannes 13:34-35
Johannes 20:21
Handelingen 1:8
Handelingen 2:41-47
Handelingen 4:32-35
Handelingen 5:42
Handelingen 6:1-7
28
Handelingen 14:21-15:21
Romeinen 12:1-8
Romeinen 15:1-7
1 Korintiërs 9:20-23
1 Korintiërs 12:12-31
2 Korintiërs 5:17-6 :1
Galaten 5:13-15
Galaten 6:1-2
Efeziërs 1:22-23
Efeziërs 2:19-22
Efeziërs 3:6, 14-21
Efeziërs 4:11-16
Efeziërs 5:19-21, 23-24
Kolossenzen 1:24-28
Kolossenzen 3:15-16,
Kolossenzen 4:2-6
1 Tessalonisenzen 1:3
1 Tessalonisenzen 5:11
Hebreeërs 10:24-25
Hebreeërs 13:7,17
1 Petrus 2 :9-10
1 Johannes 1:5-7; 4:7-21
Openbaring 14:6-12
29
3
Welke gedachten uit deze verzen leveren het mandaat voor jullie nieuwe
gemeente?
1.
2.
3.
4.
5.
30
2
Visie: Ontdek de visie van de heilige Geest
Wat wil God dat we doen? Waar richten we ons op? Denk niet zomaar aan een uitbreiding van de
huidige situatie. Bid dat de Geest van God een visie helpt ontwikkelen aangaande zijn wil, want: “indien
de openbaring ontbreekt, verwildert het volk” Spreuken 29:18.
God heeft beloofd: “Ik zal mijn Geest uitstorten op al wat leeft, en uw zonen en uw dochters zullen
profeteren; uw ouden zullen dromen dromen; uw jongelingen zullen gezichten zien” Joël 2:28. we willen
hierbij twee belangrijke dingen opmerken: (1) een door de Geest ingegeven visie zal nooit in
tegenspraak zijn met Gods doel voor zijn gemeente en (2) de jeugd heeft vaak een visie. Hoe ouder we
worden, hoe meer we worden geplaagd door de idee dat dingen onmogelijk zijn. Jongeren staan open
voor nieuwe mogelijkheden, geïnspireerd door de heilige Geest, want ze hebben vaak niet in de gaten,
dat het “niet kan”.
Wat is de visie van God?
Durf. Bid samen en laat de kerngroep zich indenken dat ze een groep verslaggevers zijn die de
gemeente 10-20 jaar na nu bezoeken. Hoe zou God willen, dat de gemeente er dan uitziet? Wat is
Gods visie voor zijn gemeente?
1
Volgens mij is het meest belangrijke dat God wil dat onze nieuwe gemeente doet. . . . .
2
Aangezien God veel meer kan doen dan ik kan bidden of beseffen (Efeziërs 3:20,21), denk
ik dat het belangrijkste wat Hij wil dat ik doe het volgende is . . . . .
3
Stel jezelf voor als verslaggever die een artikel gaat schrijven over je nieuwe gemeente 10
jaar verder. Bidt over de mogelijkheden. Wat zou je willen melden?
Welke rol speelt jouw gemeente in de buurt?
Hoe zou je de opstelling van de mensen in jouw gemeente omschrijven?
Hoe worden verloren mensen bereikt?
● Hoe benaderen we groepen verloren mensen?
● Leren verloren mensen Jezus kennen en worden er nieuwe gemeenten gesticht?
31
Hoe steekt de zorg voor de leden in elkaar en hoe zijn ze betrokken bij
bedieningen?
● Welke rol spelen kleine huisgroepen voor gemeenschap, bijbellezen en geestelijke
zorg?
● Worden leden toegerust in overeenstemming met hun geestelijke gaven en zijn zij
betrokken bij bedieningen?
● Wat voor soort eredienst kun je je voorstellen? Zou er om je visie te verwezenlijken
meer dan één eredienst per week zijn en in welke vormen?
Hoe zou je de gezondheid van de gemeente omschrijven in het licht van de
acht kwaliteitskenmerken uit de Natuurlijke Gemeente Ontwikkeling
Hoe zien de gebouwen eruit die deel uitmaken van je visie?
32
3
Opdracht: Het waarom van een nieuwe gemeente
Waarom moet deze gemeente er komen?
Een goede zendingsopdracht:
1
…is bijbels: Wat verwacht God dat je doet? (zie het bijbelse mandaat)
2
..is specifiek: Waarom moet je gemeente er komen?
A Wat zou er verloren zijn als je gemeente er niet zou zijn?
B Waarin zal je gemeente verschillen van andere gemeenten en wat springt eruit?
C Wat verwacht God dat je gemeente zal doen?
D Wat is je allerbelangrijkste taak?
3
…is helder: Een goede zendingsopdracht is gemakkelijk te onthouden en over te dragen.
A Schrijf volledig uit wat er gezegd moet worden (en schrap dan het niet noodzakelijke).
B Vat je antwoorden in één zin samen:
C Bevat je zendingsopdracht de bijbelse doelstellingen voor de gemeente?
4
Schrijf je zendingsopdracht uit:
De gemeente _____________ bestaat om . . . . .
33
4
Waarden: Vaststelling van belangrijke uitgangspunten
De idee van de cultuur van een organisatie heeft de laatste tijd veel aandacht gekregen. De ervaring
van gemeenten die zich richten op revitalisatie en het stichten van nieuwe gemeenten bevestigen de
noodzaak tijd vrij te maken om de bijbelse overtuigingen aan te geven die de houding en het gedrag
van een gemeenschap van gelovigen kenmerken. We hebben het hierbij niet over de verschillen in
leerstellingen van kerkgenootschappen en ook niet over wat vaak wordt aangeduid als de kerkelijke
normen.
De waarden omschrijven hoe de gemeenteleden omgaan met mensen binnen en buiten de
gemeente, want zij weerspiegelen het gedrag van de gemeenschap. De Willow Creek Community
Church kent bijvoorbeeld tien kernwaarden. Deze kunnen al dan niet een afspiegeling zijn van je
eigen overtuigingen, maar zij illustreren in ieder geval waar Willow Creek voor staat en waarom ze
doet wat ze doet. Deze waarden zijn:
1
Wij geloven dat bijbels onderricht in de kracht en onder leiding van de heilige Geest
verandering tot stand brengt in individuele gelovigen en in de kerk.
2
Wij geloven dat verloren mensen God ter harte gaan en daarom ook de kerk ter harte moeten
gaan.
3
Wij geloven dat de gemeente cultureel relevant hoort te zijn zonder daarbij de zuiver bijbelse
leer prijs te geven.
4
Wij geloven dat volgelingen van Jezus Christus waarachtigheid en echtheid aan de dag moten
leggen naast een vurig verlangen naar geestelijke groei.
5
Wij geloven dat de kerk haar werk moet doen als een hechte gemeenschap van mensen die
dienen en daarbij hun geestelijke gaven gebruiken.
6
Wij geloven dat liefdevolle onderlinge relaties het belangrijkste kenmerk zijn van alle
activiteiten in het kerkelijk leven.
7
Wij geloven dat mensenlevens het beste tot verandering komen in kleine groepen.
8
Wij geloven dat hoge kwaliteit tot eer van God is en mensen inspireert.
9
Wij geloven dat kerken geleid moeten worden door hen die gaven van leiderschap hebben.
10
Wij geloven dat volledige toewijding aan Christus normaal is voor elke gelovige.
(Voor meer details over de Willow Creek Community Church - en over hoe je de waarden van je nieuwe
gemeente bepaalt– zie appendix A.)
Om onze waarden boven water te krijgen stellen we vragen als: Welke eigenschappen zoeken we in de
mensen van onze gemeente en wat verwachten we van ze? Welke opstelling en waarden zijn volgens
ons het belangrijkste voor God? Wat zijn onze huidige houding en opstelling? Hoe beïnvloeden ze onze
manier van doen? Hoe zou datgene wat voor God het belangrijkste is het doen en laten van onze
gemeente beïnvloeden?
1. Welke kenmerken zoek je in de mensen van je gemeente en wat
verwacht je van ze?
34
2. Welke opstellingen en waarden zijn volgens jou het belangrijkste
voor hen die het beleid bepalen en bij de bedieningen en activiteiten
van de gemeente betrokken zijn (evangelisatie, eredienst, etc.)?
3. Beschrijf wat jij ziet als de drie belangrijkste houdingen of
opstellingen bij het reilen en zeilen van je nieuwe gemeente. Hoe
zullen de biotische principes van Natuurlijke gemeenteontwikkeling
deze nieuwe gemeente beïnvloeden?
35
5
Doelgroep: Bepaal wie je wilt bereiken
Jezus zei: “Kijk eens goed rond en let eens op de velden; ze staan wit, rijp voor de oogst!” Johannes
4:35. Veel mensen die rijp zijn om geoogst te worden hebben wellicht geen positieve gedachten over
de gemeente en haar instellingen.
1
Doorgrond je nieuwe gemeente:
De bedieningen zullen vooral het soort mensen bereiken dat al in je gemeente is.
2
A
Wat voor soort mensen zitten er in je kerngroep?
B
Op welke groep in de wijk lijken je huidige gemeenteleden het meest?
C
Zijn je huidige gemeenteleden bereid te veranderen, zodat een andere groep bereikt
kan worden?
Doorgrond je omgeving:
Beschrijf je doelgroep aardrijkskundig
● Hoeveel mensen wonen er binnen het bereik van je gemeente?
Beschrijf je doelgroep demografisch
● Wat voor soort mensen wonen er in de omgeving?
Leeftijd
:
Huwelijkse staat
:
Inkomen
:
Opleiding
:
Beroep
:
Etnische afkomst
:
Waarden, interesses
:
Beschrijf je doelgroep in geestelijk opzicht
● Hoe staat men tegenover godsdienst en spiritualiteit?
● Zijn de mensen al dan niet buitenkerkelijk?
36
3
Doorgrond je specifieke doelgroep:
Als je iedereen probeert te bereiken, bereik je wellicht niemand.
● Wie heeft de heilige Geest jou in het bijzonder opgedragen om te benaderen en tot discipelen
te maken?
● Voor wie heb jij de mogelijkheden en de mankracht om te benaderen en tot een volgeling te
maken?
● Op welke buitenkerkelijke groepen moet de gemeente volgens jou haar bedieningen richten?
37
6
Strategie: Een plan voor je nieuwe gemeente
De strategie laat de weg zien die iemand uit onze doelgroep zou volgen, zodat hij gaat beantwoorden
aan Gods doelstellingen voor zijn leven. Het is het plan dat gevolgd zal worden om onze doelgroep te
bereiken. Het is een stap-voor-stap uitleg van hoe we het gaan doen. De methoden en bedieningen
vormen de actieplannen voor iedere stap in de strategie. Door de strategie worden de sleutelbedieningen en actieplannen bepaald.
De bediening van Paulus illustreert hoe Gods doelstelling voor zijn gemeente een inspiratiebron
vormde voor het plan om te contextualiseren. Hij was bereid zijn werkwijzen aan te passen om
hindernissen tegen het geloof af te breken. (zie Handelingen 17:16-34; 1 Korintiërs 9:19-23.)
1
Wie wil je gemeente proberen te bereiken, te dienen en te laten
groeien in discipelschap?
2
Bij het ontwikkelen van een strategie moet je beginnen met het
begrijpen van:
(a) de mensen die je wil bereiken en (b) waar je hen wilt brengen.
1. Schrijf een naam op van een verloren individu uit je doelgroep
2. Neem 10 minuten de tijd om voor die persoon te bidden.
3. Vraag de heilige Geest om je te leiden om te begrijpen:
● welke houding en gedrag voor hem/haar het belangrijkste zijn
● waardoor hij/zij gemotiveerd wordt om deel te nemen aan programma’s of activiteiten
● hoe hij/zij het besluit om al dan niet deel te nemen – en wanneer
● hoe hij/zij het christendom ziet
● waar en wanneer je vriend(in) in aanraking gebracht zou kunnen worden met
christenen
4. Welke stappen zou hij/zij volgens jou kunnen nemen om een reddende relatie met
Jezus Christus
aan te gaan en een toegewijd volgeling te worden?
●
●
●
●
●
●
●
38
7
Bedieningen: Actieplannen
De kernbediening wordt bepaald door het antwoord op de vraag: HOE?, of de strategische stappen.
Welke bedieningen en activiteiten zijn nodig om te voorzien in training en het scheppen van
mogelijkheden voor iedere strategische stap die je gemeente doet om de doelgroep te bereiken?
Bedieningen zijn de dingen die we gaan doen. Doe niet teveel tegelijk. Doe die dingen die werkelijk
verschil uitmaken. Wat is goed nieuws voor je doelgroep? Hoe zullen er nieuwe bedieningen
ontwikkeld worden? Hoe zullen bedieningen eventueel beëindigd worden, als ze hun doel eenmaal
bereikt hebben? Methoden veranderen. Als we het goede nieuws van verlossing aan de nieuwe
generatie willen brengen worden we geconfronteerd met de realiteit dat we op een andere manier
gemeente moeten zijn.
1
Welke activiteiten zijn nodig om je strategie te laten werken? Maak een
lijst van strategische stappen en koppel daaraan de mogelijke
bedieningen die zullen zorgen voor evangelisatie en training.
Strategische stappen
Bedieningen
●
●
●
●
●
2
Actieplannen: Wat gaan we de eerste twee jaar doen?
Bedieningen
Activiteiten (dit jaar)
Activiteiten (volgend jaar)
●
●
●
●
3
Hoe gaan nieuwe bedieningen ontwikkeld worden?
39
8
Doelen: Wat bereikt moet worden
Om doeltreffend te zijn moeten de gestelde doelen:
(1) duidelijk en meetbaar zijn
(2) een uitdaging vormen
(3) uitvoerbaar zijn en
(4) gedragen worden door de meerderheid van de deelnemers. Hier wordt de visie vertaald in
duidelijke doelstellingen op het gebied van houding en numerieke doelen.
Houd de beginselen voor ogen die Jezus onderwees door zijn gelijkenissen over het Koninkrijk, die
Hij haalde uit het landleven. Doelstellingen die betrekking hebben op de gezondheid van een jonge
gemeente brengen de vruchten voort! Het is daarom verstandig je te concentreren op specifieke en
meetbare doelen die betrekking hebben op de kenmerken van een gezonde gemeente.
1
Wat zijn je doelen op de lange termijn?
Vertaal de visie op je gemeente in duidelijke jaarlijkse doelstellingen. Concentreer je op doelen die de
gezondheid van de gemeente bevorderen. Hier volgen een paar voorbeelden van uitstekende
uitgangspunten:
● Het aantal kleine groepen, dat wekelijks bijeenkomt:
● Het bepalen van een duidelijk traject en schema van discipelschap:
● Het aantal mensen dat deelneemt aan het traject van discipelschap:
● Het aantal nieuwe gelovigen dat is toegerust en dient in overeenstemming met hun geestelijke
gaven:
● Het aantal bedieningen en activiteiten dat zich bezighoudt met en tegemoetkomt aan de
behoeften van de omgeving
●
●
2
Wat zijn je jaarlijkse doelstellingen voor de komende tien jaar?
Bedieningen
jaar 1 jaar 2 jaar 3 jaar 4 etc
●
●
●
●
40
9
Medewerkers, structuren & faciliteiten -- die werken!
Het is belangrijk om hierin heel duidelijk te zijn. Hoe worden actieplannen geïmplementeerd? Wie
gaat de plannen uitvoeren? Welk soort medewerkers is nodig? Welke ondersteuning krijgen die
medewerkers?
1
Medewerkers
● Welke medewerkers heb je t.a.v. je activiteiten om visie te leveren en uit te voeren?
● Wat zijn de geestelijke gaven en talenten binnen de kerngroep?
● Welke vaardigheden en geestelijke gaven zijn nodig in de bedieningen, die nu niet aanwezig
zijn in de kerngroep? (Jezus zei dat we moesten bidden tot de Heer van de oogst om nieuwe
“arbeiders”. De meeste leiders van de nieuwe gemeente staan nu nog op de akker.)
● Aan welke opleidingsmogelijkheden hebben de kerngroep en/of stafleden behoefte?
2
Structuren
● Zijn de juiste processen in werking gezet om de visie te verwezenlijken?
● Welke veranderingen in de structuur zouden een grotere betrokkenheid en bredere
participatie mogelijk kunnen maken?
3
Faciliteiten
● Welke faciliteiten heb je nodig om te beginnen?
● Maak een lijst van technische zaken die van invloed zijn op:
a. Je zendingsopdracht:
b. De behoeften waaraan je tegemoet wilt komen:
c. De dienstverlening/programma’s die je gaat aanbieden:
d. De strategieën die je gaat toepassen:
● Hoe ga je zorgen voor de faciliteiten en de technologie om je bedieningen te ondersteunen?
● Welke processen zorgen voor faciliteiten voor zich ontwikkelende bedieningen?
41
10 Evaluatie: Kan God tevreden zijn?
1
Bereiken we ons doel?
● In welke fase vragen wij ons af of we ons doel bereiken?
● Wie gaat evalueren?
● Welke normen gaan we hanteren we om succes of falen aan af te meten?
Hoe?
Wanneer?
Wie?
Waar?
maandelijks
per kwartaal
jaarlijks
● Hoe scoren we t.o.v. de “acht kwaliteitskenmerken” van Natuurlijke gemeenteontwikkeling?
● Wat is onze minimumfactor? Volgen we de biotische beginselen?
2
Kan God tevreden zijn?
● Heiligt het doel de middelen?
● Gaan we op een morele, christelijke manier te werk?
● Hebben we gebeden?
● Hebben we groei gezien?
3
Belangrijke vragen!
● Wat is het afgelopen jaar de voortgang geweest?
● Wat is de afgelopen 10 jaar de voortgang geweest?
● Welke tendensen zijn er in de gemeente waar te nemen?
● Hoe goed dienen wij:
Onze doelgroep?
Onze plaatselijke gemeenschap?
Onze gemeente?
Onze nieuwkomers of gasten?
Anderen die we zouden moeten dienen?
42
● Wat zijn onze sterke kanten? (Wat zijn onze voornaamste bronnen ter ondersteuning?)
● Wat zijn onze zwakke kanten? (Wat moeten we veranderen?)
● Hoe promoten en implementeren we onze waarden?
4
Plannen maken voor de toekomst
● Welk planningsproces hebben we voor de toekomst?
● Wat moeten we veranderen?
● Welke bediening moeten we stoppen of afbouwen?
43
Het plan van aanpak
Nu is het moment aangebroken om een plan van aanpak op te stellen dat de nieuwe gemeente zal
voorzien van een duidelijk richtpunt voor gebed, besluitvorming en bediening. In de praktijk is het
volgende nuttig gebleken:
1
Een kleine bekwame werkgroep
Kies twee of drie mensen die samen met een adviseur een blauwdruk opstellen, gebruik makend van al
het verzamelde materiaal afkomstig van zoveel mogelijk mensen door middel van de antwoorden op de
vragen op de voorgaande bladzijden.
2
Een vergadering met de leiders
Geef de blauwdruk aan de stuurgroep, de gebedsgroep en de kerngroep. Het is aan te bevelen meer
mensen uit te nodigen om deel te nemen aan de bespreking van de blauwdruk. Maak gebruik van
zoveel mogelijk input om dit plan van aanpak tot een helder document te maken.
3
Houd de visie vast
Wees moedig. Leg voortdurend de nadruk op je bijbels mandaat, visie en opdacht. De ervaring heeft
geleerd, dat er bijna altijd wel een paar zijn die de richting, waar de meesten zich aan verbonden
hebben, proberen te blokkeren. (Het komt voor, dat zij zullen proberen de gemeente te “gijzelen” door
dreigementen, manipulatie en beloften, dat zij de leiders of predikant zullen laten overplaatsen). Dan is
het de tijd voor christelijke moed. Als de ingeslagen richting gebaseerd is op de bijbelse doelstelling
voor Gods gemeente en een visie die door de heilige Geest geïnspireerd is, moeten jij en je gemeente
de “saboteurs” opvang verlenen en tegelijkertijd doorgaan met het bouwen aan Gods Koninkrijk.
Eén van de voornaamste taken van de gemeentestichter is om voortdurend de visie naar voren te
brengen in gebed, verhalen, beelden en in de levens van medegelovigen. Dat is een van de
voornaamste functies van mensen met de geestelijke gave van leiderschap. Mensen kunnen binnen
een maand hun visie uit het oog verliezen. Natuurlijk, “Indien openbaring (visie) ontbreekt, verwildert
het volk” (Spreuken 29: 18), want ze hebben geen doel. Dit wil niet zeggen dat de gemeente ophoudt te
bestaan. Zij beantwoordt gewoon niet meer aan de doelstelling van God. Zij zal niet meer effectief
meewerken aan het uitbreiden van Gods Koninkrijk.
Philip Bryant brengt enkele belangrijke punten naar voren aangaande leiders en hoe zij hun visie
doorgeven en promoten. Hij stelt, dat iedere leider:
● een duidelijke visie voor ogen moet hebben.
● zich volledig moet binden aan de verwezenlijking van die visie.
● de visie aan God moet voorleggen in gebed, totdat hij er zeker van is dat dit de wil van God is
voor zijn leven.
● zich moet concentreren op de verwezenlijking van de visie.
● praktisch naar die visie moet toewerken.
● mislukkingen moet zien als een leerervaring op weg naar het slagen van de verwezenlijken
van die visie.
Bryant schrijft: “De visie moet telkens opnieuw levend gehouden worden. Met alle informatie die
mensen vandaag de dag te verwerken krijgen, zullen ze de visie binnen een maand uit het oog
verliezen als die niet voortdurend levend gehouden wordt.” Hij stelt zeven manieren voor, om dat te
bereiken.
44
1
Vertel verhalen. Moedig de leiders en de gemeenteleden aan de visie voor ogen te
houden door voorvallen te verhalen die de visie ondersteund hebben. Dit kan in de
eredienst of via een wekelijkse nieuwsbrief.
2
3
4
5
6
Volg korte termijn doelen op de voet. Laat zien hoe zij het grote geheel (de visie)
beïnvloeden en maak aan de gemeente en de leiders bekend wanneer ze gehaald zijn.
7
Geef blijken van waardering. Bemoedig de mensen door kleine blijken van waardering als
zij een bijdrage hebben geleverd aan de verwezenlijking van de visie.
Erken mensen openlijk. Erken openlijk die mensen in de gemeente die helpen het
gestelde doel te bereiken.
Bouw aan een leidersgemeenschap. Roep regelmatig (bij voorkeur maandelijks) de
leiders bijeen om gevoed en opgefrist te worden en de visie aan te scherpen.
Stuur iedere maand een speciale brief – aan de sleutelfiguren. Dit is geen algemene
nieuwsbrief, maar hij concentreert zich op de bedieningen die een rol spelen in het bereiken
van het grote doel. Hij geeft de laatste info over deze bedieningen.
Voorzie je leiders van boeken en artikelen. Voorzie je leiders van een constante stroom
literatuur die de geloofwaardigheid van de visie doel versterken.
Kan God
tevreden zijn?
Natuurlijk leert de ervaring, dat er altijd wel een kleine groep is, die elk doel of plan zal proberen te
blokkeren. Soms zullen zij proberen de gemeente te “gijzelen” door dreigementen en manipulatie. Maar
als de ingeslagen richting gebaseerd is op de bijbelse doelstellingen voor Gods gemeente en een visie
die door de heilige Geest geïnspireerd is, toon dan liefde en zorg voor de tegenstrevers. Maar ga
ondertussen krachtig door met het bouwen aan Gods Koninkrijk. Stel doelen vast. Rust mensen toe en
moedig ze aan hun geestelijke gaven in de praktijk toe te passen. En stel voortdurend de vraag: “Kan
God tevreden zijn?” Geen visie, plan of strategie heeft waarde als ze niet meehelpen zijn doel te
bereiken.
45
46
Verschillende stappen
Het is zinvol na te denken over de opeenvolgende stappen die buitenkerkelijke mensen kunnen nemen
bij het worden van een volgeling van Jezus Christus. De methoden die Jezus gebruikte zullen effectief
blijken te zijn en succesvol bij het benaderen van mensen.
Jezus
Een strategie van 5 stappen
“De Heiland begaf zich onder de mensen als iemand die het beste met hen voorhad. Hij toonde hen zijn
medeleven, ging in op hun behoeften en won hun vertrouwen. Daarna vroeg Hij: Volg Mij.” (Ellen White,
The Ministry of Healing, blz. 143.
●
●
●
●
●
Onder mensen te begeven
Medeleven betonen
Behoeften vervulling
Vertrouwen winnen
Uitnodiging om Jezus te volgen
De Willow Creek Community Church
Een strategie van 7 stappen
De Willow Creek Community Church bouwt al haar bedieningen rond een strategie van 7 stappen. De
fasen variëren in lengte, maar moeten niet als kortlopend worden gezien. Het kan wel twee jaar duren
voor er enige vorm van overgave aan Jezus Christus plaats vindt. Velen doen er zes tot zeven jaar over
om alle fasen te doorlopen.Uitgangspunt is, dat mensen geseculariseerd zijn en er totaal niet aan
denken naar de kerk te gaan. Gemeenteleden worden toegerust geoefend om:
●
●
●
●
een echte relatie op met een buitenkerkelijk persoon aan te gaan
hun persoonlijk getuigenis te vertellen
die persoon uit te nodigen voor een zoekersdienst
hem/haar uit te nodigen voor de doordeweekse dienst, de
New Community.
● je buitenkerkelijke vrienden te betrekken bij een kleine groep
● mensen op het pad van discipelschap en dienstbaarheid te leiden,
daarbij gebruik makend van hun scala aan geestelijke gaven
● trouwe rentmeesters te worden qua tijd, lichaam en geld en
anderen tot Jezus te brengen
47
Geestelijke indicatoren
Adventist-Moslim relaties
Dr Jerald Whitehouse heeft een proces ontwikkeld dat aantoont hoe Moslims geestelijk kunnen
groeien. Dit proces verschaft waardevolle inzichten voor christenen die deze weg ook willen gaan. En
opnieuw, dit is een proces dat vele jaren van contacten en gesprekken vergt. (Zie appendix B)
●
●
●
●
●
●
Een traject voor
geloofwaardigheid tot stand brengen
geestelijke gesprekken voeren
serieuze studie
zaligmakend geloof
godsdienstig leven / praktijk.
volledig lidmaatschap
nieuwe contacten
De hamvraag is: Hoeveel mensen werken er aan ieder niveau? Het is gebleken dat mensen tot
verlossing in Jezus Christus komen gedurende de eerste drie stappen.
1
2
3
4
5
Wat je wilt bereiken
Wat je daarvoor moet doen
Contact krijgen
Relaties aangaan
Bezoeken en kijken
Pakkende activiteiten – sport, seminars, bijbelstudie
Bijwonen & overwegen
Eredienst
Lid worden & dienen
Kleine groepen & bediening
Netwerken
Evangeliseren – anderen betrekken
Wat je favoriete werkwijze ook mag zijn, het is niet nodig die keer op keer op dezelfde manier te
herhalen. God wil dat we nieuwe wegen bedenken en bewandelen. Overdonder mensen, verras ze.
Natuurlijke gemeenteontwikkeling
Een strategie
van 8 stappen
De acht kwaliteitskenmerken van de Natuurlijke Gemeente Ontwikkeling kunnen zo gerangschikt
worden, dat er een traject van 8 stappen uit komt, dat buitenkerkelijke mensen zouden kunnen volgen.
●
●
●
●
●
●
●
●
Liefdevolle relaties.
Behoeften-georiënteerde evangelisatie.
Allesomvattende kleine groepen.
Vurig geestelijk leven.
Inspirerende erediensten.
Gaven-georiënteerde bediening.
Kennisoverdragend leiderschap.
Functionele structuren.
48
Hoe je kunt weten je of je een nieuwe
gemeente
Steve Addison heeft een werkboek geschreven voor diegenen die willen weten of God hen roept om
gemeenten te stichten, getiteld: ‘How to Know if You Should Plant a Church. Daar komt de titel voor dit
gedeelte vandaan. En Philip Bryant heeft een uitstekend deel geschreven over het kiezen van een
gemeentestichter in zijn Church Planting Workbook. Het materiaal voor dit hoofdstuk komt hoofdzakelijk
uit deze twee bronnen.
God heeft jou geroepen om ofwel een nieuwe gemeente te stichten ofwel een gemeentestichter te
ondersteunen, want alle plaatselijke gemeenten zijn in het leven geroepen om nieuwe gemeenten voort
te brengen. Daarom is dit gedeelte van belang voor jou als stichter ofwel zal het je helpen diegenen te
herkennen die God roept om een gemeente te stichten met jouw (financiële) steun.
Het succes van een nieuwe gemeente hangt voornamelijk af van degene die we aanstellen als
gemeentestichter. Hun leider vormt een wezenlijke factor binnen succesvolle jonge gemeenten.
Dit hoofdstuk biedt de gelegenheid belangrijke kwaliteiten en de roeping van een aankomende
gemeentestichter te bespreken.
Het zoeken
van Gods wil
“Er waren in de gemeente in Antiochië profeten en leraren … toen zij aan het vasten waren en een
dienst hielden ter ere van de Heer, sprak de heilige Geest: ‘Maak Barnabas en Saulus vrij voor de taak
waartoe ik hen geroepen heb.’ Na gevast en gebeden te hebben, legden ze hun de handen op en lieten
hen gaan.” (Handelingen 13:1-4).
God leidt iedere persoon op een andere manier, maar bepaalde beginselen gaan voor iedereen op die
probeert Gods wil te begrijpen.
Paulus noemt de kwaliteiten die voor een ouderling van een gemeente en niemand kan als een
gemeentestichter beschouwd worden (ongeacht zijn diploma ‘s) als hij/zij niet voldoet aan deze
essentiële vereisten.
●
Marcus 8:34, 35
●
1 Timoteüs 3:1-7; 2 Timoteüs 2:2
●
Titus 1:5-9
1
Overdenk deze bijbelse vereisten voor het leiden in de gemeente en win
informatie bij anderen in om vast te stellen of je bereid bent helemaal te
voldoen aan deze kenmerken
Eisen voor leiders van de gemeente
Mijn leven daarbij vergeleken
_______________________________________ _________________________________
_______________________________________ _________________________________
_______________________________________ _________________________________
_______________________________________ _________________________________
49
2
3
4
5
6
Is er iets in je leven dat je ongeschikt zou kunnen doen zijn voor een
pastorale of evangelie bediening?
Noem de van namen van leiders en mentoren met wie je je gedachten
aangaande het stichten van gemeenten hebt gedeeld. Hebben zij jou
roeping hiervoor bevestigd?
Waarom denk je dat God jou heeft geroepen tot de bediening die je op
dit ogenblik vervult?
Wat zou je beweegreden kunnen zijn om die te verlaten?
Wat moet je nog leren en bereiken voor je er klaar voor bent je huidige
taak op te zeggen?
Geestelijke
vereisten
Philip Bryant benadrukt zes belangrijke geestelijke vereisten voor een gemeentestichter:
1
Een persoon van gebed
De Kerk is eigendom van God en daarom moet een gemeentestichter voortdurend met God in gesprek
zijn aangaande de bouw van zijn Kerk. Gebed moet consequent, ingeroosterd, specifiek en gericht zijn
op zowel het persoonlijke leven alsook op de bediening.
2
Geroepen
Het is noodzakelijk, dat je er volkomen van overtuigd bent, dat je geroepen bent tot het stichten van
een nieuwe gemeente. Bryan zegt hierover ondermeer: “Het is ook buitengewoon praktisch wanneer de
stichter een idee heeft of hij/zij een roeping heeft voor een bepaald gebied. Dat kan een gevoel van
optimisme en vertroosting geven als de stichter te maken krijgt met de spanningen die het pionierswerk
gewoonlijk met zich mee brengt. Het gevoel van roeping voor een bepaald gebied leidt vaak tot een
langdurige verbintenis met de nieuwe gemeente. Dit besef van roeping moet ook door anderen
onderkend worden.
50
3
Vrucht van de Geest
Het is belangrijk dat de gemeentestichter blijk geeft van geestelijke volwassenheid (zie Galaten
5:22-23) want in het wordingsproces van de jonge gemeente moet hij/zij het hoofd bieden aan tal van
moeilijke situaties die te maken hebben met mensen met verschillende achtergronden.
4
Je verlaten op de Heilige Geest
Wanneer je de Heilige Geest als een “persoon” kent, kan je vol vertrouwen op Hem steunen en Hem
om raad vragen. Het is onmogelijk een effectieve christelijke getuige te zijn, tenzij de Heilige Geest je
niet leidt en door je werkt.
5
Volwassen theologie
Mensen zullen vanuit verschillende achtergronden je nieuwe gemeente bezoeken en het is daarom
belangrijk dat je als stichter een volwassen en evenwichtig begrip hebt van de theologie, zodat je een
eenheid kunt bewerkstellingen.
6
De kosten berekend
Omdat het stichten van gemeenten pionierswerk is, zullen de stichter en zijn gezin vaak verzeild raken
in moeilijke en stressvolle situaties. Het stichten van nieuwe gemeenten kan soms om een grote mate
van opofferingsgezindheid van de kant van de stichter en zijn gezin vragen.
Wat gaat
het kosten?
Jezus zei: “Als iemand van u een toren wil bouwen, maakt hij eerst rustig een kostenberekening, om te
zien of hij voldoende geld heeft om de bouw te voltooien.” (Lucas 14:28) Paulus wilde dat de Kerk zou
begrijpen wat het kostte om een gemeentestichter te zijn. “U mag gerust weten, broeders en zusters,
hoeveel moeilijkheden we in de provincie Asia ondervonden hebben. We kregen zo veel meer te
dragen dan we konden, dat we zelfs wanhoopten aan ons leven. (2 Korintiërs 1:8)
Steve Addison heeft voor de stichter (en zijn echtgenote) een overzicht gemaakt waaraan zij de
hoeveelheid stress kunnen aflezen die zij kunnen verwachten en hun bereidheid om de volgende
kosten te aanvaarden.
1
De prijs van verandering in de levenssituatie
Wordt er van je verlangd je huidige werkkring of bediening op te geven?
2
De prijs van financiële onzekerheid (indien van toepassing)
Wie gaat en in je levensonderhoud voorzien?
3
De prijs van het verhuizen (indien van toepassing)
Moet je verhuizen en een nieuwe kennissenkring opbouwen? Wat zullen de gevolgen voor je
gezinsleden zijn?
51
4
De prijs van veel werk
Het stichten van een nieuwe gemeente betekent vaak lange dagen maken zonder onmiddellijke
resultaten.
5
De prijs van een mogelijk “falen”
Zoals Paulus al ondervond, hebben gemeentestichters geen garantie op onmiddellijk succes. Welke
gevoelens roept het bij je op om te falen in de ogen van anderen?
6
De prijs van de strijd
Het stichten van gemeenten betekent geestelijke oorlogvoering. Satan kent onze zwakke plekken. Ook
al is het de strijd van de Heer, aan de overwinning hangt wel een prijskaartje, zoals Jezus ons heeft
laten zien.
7
De prijs van onzekerheid
Het leven van een gemeentestichter is vol van onzekerheden en onderhevig aan voortdurende
veranderingen. Ben je bereid een langdurige turbulente tijd in te gaan?
8
De prijs van eenzaamheid
De gemeentestichter heeft geen bestaande gemeente die hem ondersteunt en bevestigt. Aan het begin
van zijn opdracht bestaat de meest voorkomende reactie van de mensen die je wilt bereiken
waarschijnlijk uit afwijzing of onverschilligheid.
Even checken…
Heb je ooit wel eens met een gemeentestichter gesproken over de prijs die het stichten van nieuwe
gemeente met zich meebrengt?
Als je getrouwd bent, heb je dan open en eerlijk met elkaar gepraat over elkaars angsten?
Als je kinderen hebt, heb je dan de zaak met ze doorgepraat en ze de tijd gegund alles te verwerken?
Welke conclusies trek je over je bereidheid de prijs voor het gemeenstichten te betalen?
Geestelijke
gaven
Er bestaat niet zoiets als hét profiel van een goede gemeentestichter. De praktijk heeft echter geleerd,
dat de volgende geestelijke gaven belangrijk zijn voor de stichter en zijn team. De belangrijkste zijn
geloof en leiderschap.
1
Geloof
Geen twee nieuwe gemeenten zijn hetzelfde en dus moet de stichter in het geloof aan de slag gaan en
God vragen: “Hoe wilt U dat deze nieuwe gemeente zal worden? Geloof is de vaardigheid waarmee je
in vertrouwen de wil en de doelstelling van God kunt zien voor de nieuwe gemeente en deze visie aan
anderen kunt doorgeven.
52
2
Leiderschap
Een uiterst belangrijk kenmerk van een leider is het hebben van visie. De stichter moet een
vooruitziende blik hebben om te onderkennen wat God met deze nieuwe gemeente aanwil.
3
Onderscheid
Iedere gemeentestichter moet in staat zijn de gaven van anderen te herkennen en ze te betrekken bij
bedieningen. Onderscheid heeft ook te maken met het aandragen van alternatieve oplossingen voor
problemen en evaluatieprocessen.
4
Evangelisatie
Het doel van het stichten van een nieuwe gemeente is het bereiken van buitenkerkelijke en verloren
mensen voor Jezus Christus. Een predikant moet daarom bereid zijn het werk van een evangelist te
doen en er voor te zorgen dat alle leden toegerust zijn om te evangeliseren en te getuigen van hun
geloof. Bryant zegt: “In de nieuwe gemeente moet evangelisatie krachtig gepraktiseerd, onderwezen en
besproken worden, wil de gemeente aan haar doel beantwoorden.” Het is waardevol wanneer de
stichter de gave van evangelisatie heeft.
5
Onderwijzen en prediken
De eredienst is de etalage van de nieuwe gemeente. Bryant schrijft: “Als de predikant van de nieuwe
gemeente de gave van prediking heeft en in staat is zijn mensen te bewegen een eredienst te creëren
die beantwoordt aan de behoeften van de gemeenschap, en hen geen schaamtegevoel geeft, zullen de
mensen zich aangetrokken voelen tot de gemeente en de God die wij aanbidden.” Het is van essentieel
belang dat de predikant een leraar is, want hij is geroepen om leden toe te rusten voor hun bediening
om Gods Koninkrijk op te bouwen.
6
Bestuur
Het is belangrijk dat de stichter in staat is de korte – en lange termijn doelen van de jonge gemeente te
bevatten en plannen te maken en door te voeren om deze doelen te verwezenlijken.
7
Raad geven
In de huidige complexe samenleving lopen veel mensen gefrustreerd rond met problemen waarvoor
geen eenvoudige oplossingen voor handen zijn. Zonder helemaal op te gaan in lange termijn
counseling, moet de stichter toch voorbereid en in staat zijn in een veelheid van verschillende situaties
wijze raad te geven. Het is van belang dat er een duidelijk strategie voor doorverwijzing is opgezet.
Persoonlijkheid &
stijl van leidinggeven
Inzicht in je eigen persoonlijkheid en stijl van leiding geven zal je helpen bij het bepalen van je
geschiktheid om gemeenten te stichten. Steve Addison heeft een vragenlijst opgesteld, aangepast aan
die van Bob Phillips, getiteld “The Delicate Art of Dancing with Porcupines” (De delicate kunst van
dansen met stekelvarkens) om je te helpen in te zien wat voor type persoonlijkheid je hebt.
De stichter zal de neiging hebben een aandrijver te zijn (resultaatgericht, ongeduldig, besluitvaardig en
een risiconemer) en eerder expressief (sociaal vaardig, impulsief, hartelijk en motiverend) dan
analytisch (opgeruimd, nadenkend, behoedzaam en perfectionistisch) of beminnelijk (ondersteunend,
loyaal, niet gek te krijgen en teamlid ).
53
Steve Addison zet uiteen dat je stijl van leiding geven op een natuurlijke manier voortvloeit uit je
persoonlijkheidstype. Bij sommige leiders ligt het zwaartepunt op werken aan wat er is
(ontwikkelaars), terwijl anderen juist zweren bij het scheppen van nieuwe dingen (vernieuwers).
ONTWIKKELAAR
VERNIEUWER
(beminnelijk en/of analytisch)
(aandrijvend en/of expressief)
Gaat uit van bestaande structuren en helpt die te
verbeteren/ontwikkelen. Consequent & degelijk.
Vindt het fijn om deel uit te maken van een team.
Bouwt iets van de grond af op.
Pionier, initiator en organisator van verandering.
Geeft graag leiding aan een team.
Voorkeursfuncties:
Herder-predikant, leraar, raadgever, lid van
predikantenteam
Voorkeursfuncties:
Leider-predikant, gemeentestichter, leider van de
organisatie, hoofdpredikant
Zelfs al ben je geen VERNIEUWER, dan nog kan God je roepen om een gemeente te stichten. Hij kan
werken met allerlei persoonlijkheden en leiders. Maar het is wel van belang dat de stichter de volgende
kenmerken heeft:
1
Diep gemotiveerd
Het is belangrijk dat een stichter in staat is om te werken met een duidelijk doel voor ogen zonder enig
toezicht. Zo iemand is sterk gemotiveerd, doortastend, op een positieve manier agressief en neemt
initiatieven.
2
Een toerustende leider
Leiders van groeiende gemeenten concentreren zich op het toerusten van andere christenen voor
dienstwerk. Zij gebruiken de leken niet hulpjes om hun doelen te bereiken en hun visie in vervulling te
zien gaan. Liever zetten zij de hiërarchie op zijn kop, zodat de leider christenen bijstaat om het hun
door God gegeven geestelijke potentieel te bereiken. Deze predikanten rusten toe, ondersteunen,
motiveren en begeleiden de enkelingen en stellen hen in staat al datgene te worden wat God wil dat ze
zullen zijn.
3
Mensgericht – effectief in het opbouwen van relaties
Om een nieuwe gemeente op te bouwen moet de stichter een mensenvriend zijn met maar één doel
voor ogen. Het is belangrijk dat hij met allerlei soorten mensen relaties aangaat die gekenmerkt worden
door aanvaarding en inleving. Hij moet iemand zijn die grote zorg betoont en mensen bevestigt en
opbouwt.
4
Flexibel en plooibaar
Het stichten van een gemeente brengt enorme veranderingen met zich mee. Bryant zegt: “Methoden
moeten aan iedere afzonderlijk project van gemeentestichting aangepast worden. Prioriteiten en
nadrukken moeten gedurende de verschillende stadia van stichting en groei veranderd worden. Dat
houdt in dat de stichter flexibel en plooibaar moet zijn.
5
Ondersteund door gezin
Het is onmogelijk een effectieve gemeentestichter te zijn als je niet de volledige medewerking geniet
van je wederhelft en je gezin.
54
Even checken…
●
●
Wat vertellen jouw type persoonlijkheid en je stijl van leiding geven jou over je roeping tot
gemeentestichter?
Als je een gemeente gaat stichten, wat voor soort mensen heb je dan in je team nodig om jouw
type persoonlijkheid en je stijl van leiding in balans te brengen?
Compe- tentie
1
Spreekt de buitenkerkelijken aan
De gemeentestichter moet de mentaliteit, waarden, behoeften en het taalgebruik van de
buitenkerkelijken begrijpen en in staat zijn te communiceren op een voor hen gemakkelijk te begrijpen
manier. De erediensten moeten zo worden ingericht, dat ieder onderdeel en de boodschap de Bijbel
verbinden met het dagelijkse leven. Ook moet hij er alles aan doen om godsdienstig jargon te weren uit
zijn vocabulaire en de erediensten.
2
Speelt in op de gemeenschap
Niet alleen moet de stichter de cultuur en de behoeften van de gemeenschap begrijpen, hij/zij moet
tevens hieraan tegemoet komen door binnen en buiten de gemeente hiertoe diensten in het leven te
roepen. Tegelijkertijd zal de stichter niet op dezelfde manier aan die behoeften tegemoet komen zoals
de overheid dat zou doen. De gemeente reageert op een verlossende manier op behoeften.
3
Stelt mensen in staat hun gaven te gebruiken
De effectieve gemeentestichter richt zich op het toerusten, in staat stellen en vrijmaken van mensen
voor bediening. Zij onderkennen geestelijke gaven in anderen om ze vervolgens toe te rusten en op te
bouwen en ze de kans te geven om hun gaven te gebruiken. De stichter moet altijd proberen om te
vermijden te veel van mensen te eisen of ze onder te waarderen als het gaat om hun gaven.
4
Schept verlangen om deel te hebben aan bedieningen
Om de nieuwe gemeente te doen slagen dan moet de gemeentestichter zij anderen helpen zich
verantwoordelijk te voelen voor de groei en het succes van de bediening. Dit impliceert dat christenen
en nieuwe leden voor de visie gewonnen moeten worden door hen die visie minstens éénmaal per
maand voor te houden.
De stichter moet er altijd voor waken de gemeente onhaalbare doelen voor te spiegelen. Zijn de doelen
haalbaar, dan zullen mensen ervoor gaan.
5
Streeft naar geestelijke en numerieke groei
De stichter zoekt naar voor een voortdurende groei. Daartoe stelt hij/zij doelen en ijkpunten vast en
doet hij/zij er alles aan, om ervoor te zorgen dat de gemeente niet terugvalt tot een houding van alleen
maar overleven of de zaak ‘bijhouden’.
6
Bouwt een samenhangend gemeentelichaam
Een aantal factoren zijn van belang voor het bouwen van een samenhangende gemeente. Het is
belangrijk dat de stichter in staat is groepen mensen te vormen die nieuwkomers snel opnemen en zich
thuis laten voelen. Bryant stelt voor een proces in het leven te roepen om het moreel van de mensen in
de gaten te houden, zodat de stichter voeling houdt met de behoeften van de gemeente en zo de
eensgezindheid van de gemeente in stand kan houden.
55
Kenmerken van
effectieve gemeentestichters
Analyseer je overtuiging dat God je heeft geroepen om een gemeente te stichten met dit werkblad als
leidraad voor een biddende overweging en discussie. Je kunt het ook gebruiken als basis om anderen
te ontdekken die God geroepen heeft en die je moet toerusten en ondersteunen als gemeentestichters.
Dit werkblad is enigszins aangepast, maar afkomstig uit Steve Addisons “How to Know if You Should
Plant a Church’ (Church Resource Ministries Australia, 1993), pag. 8-11.
Maak een beoordeling van jezelf op grond van je ervaringen uit het verleden. Geef specifieke
voorbeelden van jouw handelen om je oordeel te rechtvaardigen. Laat ook anderen die jou door en
door kennen een kopie van deze vragenlijst voor jou invullen.
Nooit
1
1
Zelden
2
Soms Vaak
3
4
Altijd
5
Vaardigheid om visie over te brengen
1
2
3
4
5
Ik ben in staat geweest duidelijk te zien wat God van mij in mijn bediening verwachtte en kon ook
anderen in die richting voeren.
Geef specifieke voorbeelden:
2
Zelfmotivatie
1
2
3
4
5
Ik heb me altijd ingezet om de zaken goed aan te pakken ondanks het daarbij behorend prijskaartje. Ik
kan zonder strikt toezicht hard en lang werken.
Geef specifieke voorbeelden:
3
Verantwoording nemen in de bediening
1
2
3
4
5
Ik ben in staat geweest anderen te inspireren samen een doel na te streven dat de moeite waard is.
Geef specifieke voorbeelden:
4
Relaties onderhouden met buitenkerkelijken
1
2
3
4
5
Ik heb een goede relatie met buitenkerkelijken en ik kan het evangelie op hun leven toepassen op een
voor hen begrijpelijke manier.
Geef specifieke voorbeelden:
5
Medewerking van echtgenoot m/v (indien van toepassing) 1
2
3
4
5
Mijn man/vrouw/verloofde begrijpt, aanvaardt en ondersteunt mijn verbintenis aan het stichten van
nieuwe gemeenten en is bereid mij te ondersteunen.
Geef specifieke voorbeelden:
6
Relaties ontwikkelen
1
2
3
4
5
Ik kan goed met anderen overweg en voel hun behoeften aan.
Geef specifieke voorbeelden:
7
Gemeentegroei
1
Ik leg met toe op de numerieke groei van de gemeente.
Geef specifieke voorbeelden:
56
2
3
4
5
8
Reagerend op de gemeenschap
1
2
3
4
5
Ik voel de aard en behoeften van de mensen die we proberen te bereiken aan en kan toepasselijke
bedieningen op poten zetten om tegemoet te komen aan die behoeften.
Geef specifieke voorbeelden:
9
Gebruikmaken van de gaven van anderen
1
2
3
4
5
Ik heb getoond dat ik goed ben in het werven, trainen, begeleiden en ondersteunen van anderen in hun
bedieningen, overeenkomstig hun gaven.
Geef specifieke voorbeelden:
10
Flexibiliteit/aanpassingsvermogen
1
2
3
4
5
Ik heb getoond, dat ik flexibel ben en voordeel kan trekken uit plotseling opkomende veranderingen en
onzekerheden.
Geef specifieke voorbeelden:
11
Bouwen van een eensgezind gemeentelichaam
1
2
3
4
5
Ik heb mensen samengebracht in teams die zich bezighouden met zinvolle bedieningen. Ik ben in staat
geweest hen te helpen problemen die opgekomen waren het hoofd te bieden.
Geef specifieke voorbeelden:
12
Veerkracht
1
2
3
4
5
1
2
3
4
5
Ik ben sterk teruggekomen na tegenslagen, teleurstellingen en mislukkingen.
Geef specifieke voorbeelden:
13
Geloof
Ik geloof dat God mij geroepen heeft om een gemeente te stichten en dat Hij in al het nodige zal
voorzien om het karwei te klaren.
Geef specifieke voorbeelden:
57
58
Verschillende fasen
We gebruiken in dit hoofdstuk de beeldspraak van de levenscyclus van een gemeente, omdat een
aantal zeer behulpzame materialen deze metafoor gebruiken. Hier volgt een opsomming van de dingen
die gedaan moeten worden als we een nieuwe gemeente willen opstarten.
1
De bevruchtingsfase (Wat te doen voor je een nieuwe gemeente aankondigt.)
1.1
1.2
1.3
1.4
1.5
1.6
2
De prenatale ontwikkeling (De 6-9 maanden voorafgaande aan de erediensten!)
2.1
2.2
2.3
2.4
2.5
3
Maak de nieuwe gemeente bekend.
Begin met de erediensten.
Begin met kinderwerk.
Breng de nazorgstrategie in praktijk.
De groeifase
4.1
4.2
4.3
4.4
4.5
4.6
5
Zet de kerngroep aan het werk.
Kies een naam voor de nieuwe gemeente.
Leg contacten in de omgeving en begin met evangelisatie.
Stel opnieuw het tijdspad vast
Leg de structuur voor de bedieningen en de organisatie en hun onderlinge relaties vast.
De geboortefase
3.1
3.2
3.3
3.4
4
Kies en benoem een gemeentestichter.
Stel ondersteunende teams samen, een stuurgroep, een gebedsgroep en een
kerngroep.
Stel het projectplan op.
Verricht een demografisch - en haalbaarheidsonderzoek en bepaal de doelgroep.
Stel duidelijk de bijbelse doelstelling, visie en strategie vast.
Zet het voorstel voor de nieuwe gemeente op papier.
Ontwikkel het netwerk van kleine groepen en vermenigvuldig ze.
Benoem nieuwe leiders en rust ze toe.
Ontwikkel doelgerichte bedieningen.
Verbeter het effect van de evangelisatie.
Neem nieuwkomers op en zet hen in.
Verbeter en/of vervang bestaande bedieningen.
Het vermenigvuldigingsfase
5.1
5.2
5.3
Probeer de leden warm te maken voor het stichten van weer een nieuwe gemeente.
Stel een strategie voor het stichten van nieuwe gemeenten starten (jullie
ouderschapsstrategie).
Begin met de stichting van een nieuwe gemeente.
59
1
De
bevruchtingsfase
(Wat te doen voor je een nieuwe gemeente aankondigt.)
1.1 Kies en benoem een gemeentestichter
Het werk van een gemeentestichter omvat van alles:
● leider van de eredienst (het merendeel van de succesvolle stichters is musicus)
● prediker van hoog gehalte
● evangelist (kan buitenkerkelijken aanspreken)
● kiest de juiste mensen uit en zet ze aan het werk
● leider van kleine groepen
● herder en zorgverlener
● goed met financiën
● geestelijk– en gebedsleider
Jezus heeft de discipelen twee aan twee uitgezonden. Het is altijd het beste een team aan te stellen: de
stichter en zijn medewerker/assistent.
1.2
Stel de ondersteunende teams samen
Men zegt dat ondernemingen die als maatschap begonnen zijn vier keer zoveel succes hebben als een
éénmanszaak. Jezus had een team en Paulus ook. In een team zitten mensen die elkaar aanvullen en
een team zorgt voor een onbewust proces van verantwoording afleggen. De eerste teams die moeten
worden samengesteld zijn:
A Stuurgroep
Deze kan bestaan uit de gemeentestichter, één of twee vertegenwoordigers uit de
moedergemeente en indien mogelijk een paar mensen die ook deel gaan uitmaken van de
kerngroep.
B Gebedsgroep
Vertegenwoordigers uit de moedergemeente en anderen die deel gaan uitmaken van de
kerngroep van de nieuwe gemeente.
C Kerngroep
De mensen die de kern gaan vormen van de nieuwe gemeente.
60
Ontwikkel het projectplan
Het projectplan bevat een kalender met daarop alle activiteiten die hun beslag moeten krijgen voordat
de eerste eredienst plaatsvindt. Ook kunnen daarop alle gebeurtenissen gedurende het jaar volgend op
de eerste eredienst vermeld worden.
Tijdspad & planning
Laat de kerngroep in een “brainstormsessie” een lijst samenstellen van activiteiten en belangrijke
mijlpalen. Stel de lijst op in de voltooid verleden tijd. Het is hierbij handig een videoprojector te
gebruiken met een spreadsheet programma, zodat de leden van de kerngroep mee kunnen doen aan
het vaststellen van een tijdspad voor activiteiten. Je kunt ook de activiteiten op memoblaadjes schrijven
en ze chronologisch rangschikken op een groot bord. Let op dat voor verschillende activiteiten en
stappen verschillende tijden staan. Zorg voor voldoende tijd voor iedere stap. Op de lijst zullen de
volgende zaken voorkomen:
● Stichter & medewerker – benoemd.
● Gebedsgroep – samengesteld en actief.
● Stuurgroep – samengesteld en actief.
● Demografische – & haalbaarheidsstudie – afgerond.
● Doelgebied & doelgroep – vastgesteld.
● Bijbelse doelstelling, visie, waarden, strategielijst – afgerond.
● Kerngroep – samengesteld.
● Naam van de nieuwe gemeente – gekozen.
● Financieel plan & budget – klaar.
● Verantwoordelijkheden & verhouding met het Uniebestuur – vastgelegd.
● Voorstel aangaande de nieuwe gemeente – gepresenteerd aan de betreffende commissie.
● Kerngroep – opleiding & studies voltooid.
● Ruimte voor samenkomst belangstellenden – besproken.
● Telefoon, bankrekening – aangesloten en geopend.
● Logo & briefpapier – klaar.
● Netwerken van contacten voor evangelisatie – vastgesteld.
● Bedieningen (evangelisatie & vervolgtraject methoden voor buitenkerkelijken) – vastgelegd.
● Leiding, medewerkers & structuren – vastgelegd.
● Taakomschrijvingen – vastgelegd.
● Doelen – vastgesteld.
● Beoordelingstrajecten – iedereen mee eens.
● Leiders – uitgekozen en toegerust.
● Reclame voor de eerste samenkomst voor belangstellenden – voorbereid.
● Samenkomst voor belangstellenden – geadverteerd.
● Samenkomst voor belangstellenden – gehouden.
● Contacten – bezocht.
● Evangelisatie en erediensten voor een jaar – gepland.
● Eerste bedieningen – gestart.
● Ruimte voor de eredienst – besproken.
● Eerste eredienst – gepland.
● Eerste eredienst – geadverteerd.
● Eerste eredienst – gehouden.
61
Voorbeeld van een tijdsplan
(voor het eerste jaar)
Januari
Februari
□ Start demografische – & haalbaarheidsstudie
□
□
□
□
□
□
Maart
April
□ Bijbelse doelstelling, visie, waarden,
Strategielijst – afgerond
□ Naam van de nieuwe gemeente – gekozen
□ Financieel plan & budget – klaar
□ Verantwoordelijkheden & verhouding met het
Uniebestuur – vastgelegd
□ Kerngroep – samengesteld
□ Kerngroep – opleiding & studies voltooid
Mei
Juni
□ Voorstel nieuwe gemeente – gepresenteerd
aan de betreffende commissie
□ Ruimte voor samenkomst belangstellenden –
besproken
□ Telefoon, bankrekening – aangesloten en
geopend
□ Logo & briefpapier – ontwikkeld
□ Netwerken van contacten voor evangelisatie –
Vastgesteld
□ Netwerken van contacten voor evangelisatie –
vastgesteld
□ Leiding, medewerkers & structuren –
vastgelegd
□ Taakomschrijvingen – vastgelegd
Juli
Augustus
□ Doelen – vastgesteld
□ Beoordelingstrajecten – iedereen mee eens
□ Leiders – benoemd en toegerust
□ Reclame voor de eerste samenkomst voor
belangstellenden – voorbereid
□ Samenkomst voor belangstellenden –
geadverteerd
□ Samenkomst voor belangstellenden –
gehouden
□ Contacten – bezocht
September
Oktober
□ Evangelisatieactiviteiten en erediensten voor
een jaar – gepland
□ Eerste bedieningen – gestart
□ Ruimte voor de eredienst – besproken
□ Eerste eredienst – gepland
November
December
□ Tweejaren plan – uitgewerkt
□ Data vastgesteld voor de eerste evangelisatieen eredienstactiviteiten, enz.
62
Stichter & medewerker – benoemd
Gebedsgroep – samengesteld en actief
Stuurgroep – samengesteld en actief
Haalbaarheidsonderzoek – afgerond
Doelgebied & doelgroep – vastgesteld
Doelstelling, visie & strategie - begonnen
1.3
Verricht een demografisch- en haalbaarheidsonderzoek en
bepaal het doelgebied en de doelgroep
Denk strategisch:
● Welke bevolkingsgroepen wonen in de buurt?
● Wie zijn er het minst bereikt?
● Wie staan het meest open?
● Welke openingen zijn er?
● Wie hebben de zeggenschap over die openingen?
● Waar halen zij hun informatie vandaan?
● Wie vertrouwen zij?
● Hoe zit hun dag/weekindeling eruit?
● Hoe kun je contact met hen leggen?
● Hoe zij hun wereldbeschouwing, geloofsovertuiging, waarden en gedragingen? Gedrag is
gebaseerd op overtuiging, overtuiging op waarden en waarden op wereldbeschouwing.
Vraag je ook af:
● Wie zijn wij?
● Waar zijn wij?
● Waarom zijn wij hier?
● Wat zijn onze huidige bediening, doelstellingen en gebedsvragen?
● Wie wil God door ons bereiken?
● Wat voor mensen zijn dat?
● Wie zou hen moeten bereiken?
● Hoe moeten zij bereikt worden?
● Hoe zal het resultaat eruit zien?
1.4
Stel duidelijk de bijbelse doelstelling, visie en strategie vast
De elementen waar we rekening mee moeten houden zijn:
Het vaststellen van de visie: (strategische planning)
1 Bijbels mandaat: wat is Gods wil?
2 Visie: welke toekomst heeft God voor ogen?
3 Opdracht: waartoe dient de nieuwe gemeente?
4 Waarden: welke cultuur en waarden zullen van belang zijn in de nieuwe gemeente?
5 Doelgroep: wie moet door de nieuwe gemeente aangesproken worden?
6 Strategie: welke stappen gaan mensen nemen om volgeling te worden?
Actieplannen: (operationele planning)
7 Bedieningen: welke bedieningen zullen de strategie laten werken?
8 Doelen: waaraan kunnen wij de voortgang afmeten?
9 Medewerkers & structuren: wie doen het werk en op welke manier?
Beoordeling: (voortdurende terugkoppeling)
10 Evaluatie: doen we wat God van ons verwacht?
63
1.6
Schrijf het voorstel
Steve Addison schrijft: “Het schrijven van een voorstel zal je helpen alle zaken te overdenken waar je
mee te maken krijgt bij het stichten van een nieuwe gemeente. Het is niet het uiteindelijke werkschema,
maar het begin van een voortdurend proces van planning.” Hij heeft zeven hoofdvragen op een rijtje
gezet. Ze zijn zeer bruikbaar bij het opstellen van een voorstel.
1
Waarom met een nieuwe gemeente beginnen?
● Beschrijf je roeping.
● Wat is je visie?
● Wat zijn de redenen voor je nieuwe gemeente?
● Waarom zijn nieuwe gemeenten nodig?
2
Wat is de doelgroep die je wilt bereiken?
● Wat voor soort mensen wil je bereiken?
● In hoeverre staan zij open voor het evangelie?
● Hoe effectief ben je als je met hen in contact treedt?
● Wat zijn hun behoeften?
● Voeg toepasselijke demografische diagrammen toe.
● Beschrijf de voorgestelde locatie die je op het oog hebt en waarom je die gekozen hebt.
3
Wat voor soort gemeente wil je stichten?
● Wat zijn je kernwaarden en je uitgangspunten voor bediening?
● Wat is je zendingsopdracht?
● Met welke soorten van bediening ga je werken?
● Maak een doorstroomschema van hoe je mensen wilt aantrekken, overtuigen en inzetten.
4
Met wie ga hierbij je samenwerken?
● Beschrijf je ideale kerngroep.
● Beschrijf de specifieke functies die ingevuld moeten worden.
● Hoe ga je teamleden rekruteren?
● Wie staat financieel garant voor de activiteiten en/of ondersteunt jouw inkomen?
● Aan wie leg je verantwoording af t.a.v. ondersteuning, opleiding en terechtwijzing, zowel in je
privé leven als in de ontwikkeling van je bediening?
5
Hoe en wanneer wil je deze gemeente stichten?
● Wat zijn je strategische plannen voor de eerste 18 maanden?
● Wat is de tijdlijn voor wat je verwezenlijkt wil zien?
● Volgens welk model voor het stichten van gemeenten ga je te werk?
● Hoe ga je de eerste 30 – 40 mensen bereiken?
● Wat zijn de essentiële bedieningen die je van de grond moet krijgen?
6
Hoe ziet het kostenplaatje eruit?
● Wat zijn je budgetvooruitzichten?
● Waar komt het geld vandaan?
Heb je een vriendenkring die je ondersteunt?
word je parttime stichter of vrijwilliger?
word je gesponsord door gemeente/kerkgenootschap?
een combinatie van hierboven genoemde zaken?
● Hoe en aan wie ga je financieel rapporteren?
64
7
Hoe kun je anderen erbij betrekken?
● Voorbede
● Vrijwilligers.
● Mogelijke contacten.
● Instrumentaria.
● Financiën.
Als je eenmaal je voorstel op papier hebt, bespreek het dan met anderen, inclusief een ervaring
gemeentestichter of een supervisor voor gemeentestichting.
Gegeven aan:
Opmerkingen:
1.___________________
_______________________________________________________
_______________________________________________________
_______________________________________________________
2.___________________
_______________________________________________________
_______________________________________________________
_______________________________________________________
3.___________________
_______________________________________________________
_______________________________________________________
_______________________________________________________
65
2
De prenatale
fase
(De 6-9 maanden voorafgaande aan de eerste eredienst!)
De meeste ontwikkeling vindt plaats vóór de geboorte. Als een baby eenmaal geboren is, wordt hij
alleen maar groter. Een jonge gemeente moet een zekere mate van organisatie ontwikkeld hebben en
een minimaal aantal leden bezitten voor de eerste eredienst gehouden kan worden (of de geboorte kan
plaats vinden). Een vroeggeboorte betekent meestal problemen voor de gezondheid van de gemeente.
2.1 Zet de kerngroep aan het werk
De kerngroep bestaat uit degenen die de kern van de nieuwe gemeente zullen vormen.
Het kiezen van de kerngroepleden: Het is moeilijk een kerngroep te vormen uit:
1. mensen die zich niet willen hechten aan een gemeente
2. mensen die veel aandacht nodig hebben
3. grote aantallen mensen van een ander kerkgenootschap.
Bezoek allen die hiervoor in het doelgebied aanmerking komen en bespreek op individuele basis de
visie, doelstelling en waarden. Daag ieder afzonderlijk uit lid te worden van de nieuwe gemeente en
getrouw te zijn in opkomst, tienden en gaven. Vraag mensen om lid te worden van de kerngroep.
Bryant zegt: “Het is aan te raden dat de kerngroep uit minstens zes gezinnen bestaat, voordat de
eerste eredienst gehouden wordt.”
De kwaliteiten waar je op moet letten zijn:
● Een actief gebedsleven.
● Een verlangen om buitenkerkelijken te bereiken met het evangelie.
● Een verlangen om een trouwe volgeling te zijn en trouwe volgelingen te maken.
● Overeenstemming met de visie van de gemeente.
● Toewijding aan Gods Woord.
● Een vast voornemen om betrokken te zijn bij de nieuwe gemeente.
● Volharding.
● Potentiële leiderskwaliteiten.
● Sterke verbondenheid met het kerkgenootschap.
Wekelijkse samenkomsten: Bepaal tijd en plaats van de samenkomst en kom iedere week samen.
Vaste ingrediënten zijn:
● Aanbidding
● Gebed
● Planning
● Toerusting en gemeenschapszin om eenheid en een gemeenschappelijke doelstelling te
ontwikkelen.
● Tienden & gaven. Het is van vitaal belang dat kernleden volledig toegewijd zijn.
Kerngroep studies: Zie Appendix C hierover. Het doel van deze studies is om de kerngroep samen te
smeden tot één geheel door toerusting en de studie van doelstelling, visie, zending, waarden en
strategie van de nieuwe gemeente. Op het moment dat de nieuwe gemeente een feit is en een begin is
gemaakt met de erediensten mag de kerngroep nooit meer samenkomen als kerngroep, want de leden
moeten zich mengen onder de nieuwe bezoekers.
2.2
Kies een naam voor de nieuwe gemeente
1. Ontwerp een logo dat iets weergeeft van de identiteit van de gemeente.
2. Zorg voor een telefoonaansluiting, E-mail(adres), postadres, enz.
66
2.3
Leg contacten in de omgeving en begin met evangelisatie
1. Leg contacten in de omgeving:
● Voer een huis-aan-huis enquête uit:
- Neem na 10 dagen weer contact op met mensen die vriendelijk waren.
- Maak een lijst voor een derde en verdere bezoeken.
● Begin activiteiten die in een behoefte voorzien, bijvoorbeeld:
- ‘Welkom thuis’ service
- Kinderclub
- Jouw predikant voor als je geen predikant hebt
- Workshop voor ouders, omgaan met stress, enz.
2. Begin met evangelisatieactiviteiten:
● Begin kleine groepen:
- Rust de leiders toe met methoden die voor iedereen bruikbaar zijn.
- Gebruik materiaal dat voor handen is en pas het eventueel aan.
- Leer al doende:
Ik doe voor – zij kijken
Ik doe voor – zij helpen
Zij doen het – ik help
Zij doen het – ik kijk
● Begin met bijbelstudies aan huis:
Rust mensen met gaven van onderwijs en verkondiging toe om evangelische
bijbelstudies te geven.
● Begin met evangelische seminars en samenkomsten:
De gemeentestichter moet deze programma’s zelf leiden, leden toerusten om
dit te doen of een gastspreker uitnodigen om programma ’s te houden die de
doelgroep(en) aanspreken.
Deze evangelisatieactiviteiten moeten deel uitmaken van een overkoepelend
jaarlijks gemeenteplan.
3. Installeer teams voor bedieningen.
2.4
Stel opnieuw het tijdspad vast
1. Bestaan er duidelijke evangelisatieplannen voor de komende 1 – 2 jaren?
2. Liggen de onderdelen van het tijdspad in een logische volgorde en zijn zij haalbaar?
3. Staan er voldoende medewerkers en hulpbronnen ter beschikking?
67
2.5
Leg de structuren voor de bedieningen en de organisatie en
hun onderlinge relaties vast
1.Bedieningenstructuren
● Hoe gaan de nieuwe bedieningen opgestart en beoordeeld worden?
● Wie beslist of ze eventueel beëindigd moeten worden?
● Welke benaderingsstrategie voor buitenkerkelijken wordt gevolgd?
● Welke contacten proberen wij bewust te leggen?
2. Het assimilatieproces
● Hoe gaan we met mensen om die voor het eerst komen?
- Hoe komen wij aan hun naam en adres?
- Wat doen we met ze?
● Hoe wordt iemand lid?
- Langs welk traject wordt iemand lid?
- Welke cursussen/klassen voor toekomstige leden zullen er zijn?
● Hoe worden leden toegerust om hun bediening te kunnen uitvoeren?
- Op welke wijze worden de geestesgaven ontdekt?
3. Organisatiestructuren en financiën
● Houd de structuren zo eenvoudig mogelijk.
● Bepaal hoe de onderlinge relaties zullen lopen.
● Installeer een voorlopige leiding voor de komende 2 – 3 jaar.
● Leg gezonde financiële procedures en afwikkelingen vast.
● Maak een inschatting van de geldstromen.
4 Rust de voornaamste bedieningenteams toe
●
●
●
●
Kinderwerk.
Liturgiecommissie.
PR.
Enz.
68
3
De
geboortefase
3.1
Maak de nieuwe gemeente bekend
3.2
Begin met de erediensten
1. Wordt de eredienst zoeker gericht of rekening houdend met bezoekers?
2. Welke uitgangspunten zijn van belang voor een aansprekende eredienst?
● In de cultuur van de doelgroep.
● Leiders geven het voorbeeld: bijvoorbeeld knielen/staan.
● Duidelijke bijbelse thema ’s met reactiedoelen.
● Vloeiende overgangen.
● Bekendmakingen geïntegreerd in de dienst.
● Maximale deelname in de voorbereiding en de presentatie.
3.3
Begin kinderwerk
1. Zijn de ruimten veilig en schoon?
2. Zal dit werk voor fijne ervaringen zorgen?
-Ouders zullen vragen: “Vond je het leuk?”
-Is het antwoord “Nee”, dan komen de ouders niet meer terug.
-Ouders zullen vragen: “Wat hebben jullie gedaan en wat heb je geleerd?”
-Geef altijd papier mee waarop de ouders dit kunnen zien.
3.4
Voer de opnamestrategie uit
1. Bied nazorg aan iedere bezoeker volgens het ”assimilatieproces”
69
4
De
groeifase
4.1 Ontwikkel en vermenigvuldig een netwerk van kleine groepen
4.2 Stel nieuwe leiders aan en rust ze toe
4.3 Ontwikkel gerichte bedieningen
De jonge gemeente groeit omdat er een duidelijke strategie gevolgd wordt om buitenkerkelijken te
bereiken. De tijd is nu aangebroken om speciale bedieningen te ontwikkelen die tegemoet komen aan
de speciale behoeften en pijnen van de nieuwe gelovigen.
1 Bedieningen met een sociaal doel: eten huisvesting, enz.
2 Ondersteuning/herstel groepen: ouders met teenagers, alcohol/drugs verslaving, enz.
4.4
Vergroot het effect van de evangelisatie
1 Blijf werken aan het vergroten van het aantal contacten.
2 Geef meer toerusting op het gebied van evangelisatie.
3 Moedig allerlei activiteiten met niet-christenen aan.
4.5
Neem nieuwkomers op en zet hen in
We moeten een duidelijk systeem hebben waardoor mensen relaties en bedieningen kunnen
vinden:
1 Het maken van nieuwe vrienden. (Zie de statistieken van gemeentegroei)
2 Het vinden van een kleine groep.
3 Betrokken raken bij een zinvolle bediening. (Bediening is geen benoemde taak)
4.6
Verbeter en/of vervang bestaande bedieningen
Snoeien is bijbels. Het brengt meer vruchten voort.
1 Evalueer ieder jaar alles.
2 Herzie de plannen voor het volgende jaar.
3 Evalueer de administratieve processen. Wees eerlijk. Hoe effectief zijn we?
70
5
De
vermenigvuldigingsfase
Plaatselijke gemeenten wachten in de regel te lang met het stichten van dochtergemeenten. Als een
gemeente daar niet binnen 3 – 4 jaar mee begint, komt het er gewoonlijk niets meer van.
5.1
Probeer de leden warm te maken voor het stichten van weer
een nieuwe gemeente
Maak mensen door je eigen enthousiasme warm voor het stichten van nieuwe gemeenten en stoom
leiders klaar die gedreven zijn om door te gaan met het stichten van nieuwe gemeenten.
5.2
Stel een strategie vast voor het stichten van nieuwe
gemeenten (jouw ouderschapsstrategie)
Stel binnen de gemeente een team samen dat zich gaat bezighouden met het stichten van een
dochtergemeente. Zorg voor ondersteuning en bemoediging voor het team en de nieuwe gemeenten
die zij stichten.
● Zorg voor coaching en maak gebruik van bijv. dit werkboek.
Robert Logan zegt: “Ieder effectief overkoepelend systeem voor de ontwikkeling van nieuwe
gemeenten moet voortdurend steun bieden aan stichters, hun echtgenoten en lekenleiders op
sleutelposten. Veronachtzaming van één van deze drie groepen vermindert drastisch de effectiviteit van
gemeentestichting en vergroot de kansen op mislukte projecten. Voor deze ondersteuning heeft Logan
de “New Chruch Incubators” ontwikkeld.
●Leer van de ouder-kind relatie en de daarmee samenhangende processen:
-De opwinding en angst bij de verwachting van het eerste kind.
-De moeite en pijn bij de geboorte.
-De zorgen en werk die het opgroeien met zich meebrengen.
-Het weggeven van de jonge bruid:
-dochter gemeenten willen en moeten volwassen zijn.
-geef niet te lang financiële ondersteuning – dat maakt afhankelijk.
5.3
Sticht een nieuwe gemeente
71
Appendix A
Centrale waarden
Deze appendix bevat een overzicht en de bijbelse onderbouwing van de 10 centrale waarden
van Willow Creek. Daarnaast vind je hier “Waarden peiling” en de erbij horende “Waarden
omschrijving” uit het Church Planting Workbook van Philip Bryant.
Centrale waarden
Willow Creeks
centrale waarden
Deze lijst van waarden is ontstaan uit een aantal discussies tussen stafleden van Willow Creek
Community Church en de Willow Creek Association. Toen meer en meer gemeenten wilden weten wat
we geloofden, hebben Dan Webster, Sharon Wells, Wendy Guthrie en Russ Robinson acht “centrale
waarden” op een rijtje gezet als een poging om antwoord te geven op de vraag: “Wat maakt Willow
Creek anders?”
Bill Hybels heeft de oorspronkelijke lijst later verduidelijkt en tot 10 waarden aangevuld. Deze vormden
de basis voor de hoofdlezing bij de inwijdingsconferentie van de Willow Creek Association en de eerste
aanzet voor een serie artikelen die verscheen in het maandblad van de Willow Creek Association. Hier
komen ze, een blauwdruk van wat Willow Creek maakt tot wat het is.
1
Wij geloven dat bijbels onderricht in de kracht en onder leiding van de Heilige Geest
verandering tot stand brengt in individuele gelovigen en in de kerk (Romeinen 2:7; 2
Timoteüs 3:16-17; Jakobus 1:23-25).
De nadruk ligt hierbij op het onderricht tot discipelschap en levensverandering.
2
Wij geloven dat verloren mensen God ter harte gaan en daarom ook de kerk ter harte
moeten gaan (Lucas 5:30-32; Lucas 15; Matteüs 18:14).
De nadruk ligt hierbij op evangelisatie door relaties als onderdeel van evangelisatie als een
gemeentelijk proces.
3
Wij geloven dat de kerk cultureel relevant moet zijn, zonder daarbij de zuivere bijbelse leer
prijs te geven (1 Korintiërs 9:13-23).
De nadruk ligt hierbij op het gevoelig omgaan met vormen van multi-media (zoals muziek,
beeld- en woordgebruik, kunstvormen, etc.) die aanslaan bij (post)moderne mensen in ons
land.
4
Wij geloven dat volgelingen van Jezus Christus echtheid uitstralen en voortdurend
verlangen naar geestelijke groei (Efeziërs 4:25-26; Hebreeërs 12:1; Filippenzen 1:6).
De nadruk ligt hierbij op persoonlijkheidsstructuren en karakter, doorzettingsvermogen en
geestelijke volwassenheid.
5
Wij geloven dat de kerk haar werk moet doen als een hechte gemeenschap van mensen,
mannen en vrouwen, die dienen naar gelang zij daartoe de geestelijke gaven hebben
ontvangen (1 Korintiërs 12,14; Romeinen 12; Efeziërs 4; Psalm 133).
De nadruk ligt hierbij op eenheid, dienstbaarheid in verscheidenheid van gave en roeping
tot bediening binnen het lichaam van de gemeente.
6
Wij geloven dat liefdevolle onderlinge relaties het belangrijkste kenmerk zijn van alle
activiteiten in het kerkelijke leven (1 Korintiërs 13; Nehemia 3; Lucas 10:1; Johannes 13:3435).
De nadruk ligt hierbij op zorg dat gemeentelijke activiteiten uit liefde voortkomen, naast
aandacht voor teambuilding in bediening en opbouw van onderlinge relaties.
72
7
Wij geloven dat mensenlevens het beste tot verandering komen in kleinere
groepsverbanden (groeigroepen, celgroepen, enz.) (Lucas 6:12-13; Handelingen 2:44-47).
De nadruk ligt hierbij op discipelschap, maar ook op kwetsbaarheid, vertrouwelijkheid en
verantwoordelijkheid.
8
Wij geloven dat hoge kwaliteit God eert en mensen inspireert (Kolossenzen 3:17; Maleachi
1:6-14; Spreuken 27:17).
De nadruk ligt hierbij op evaluatie, een kritische blik en oog voor detail, intensiteit en
streven naar het beste.
9
Wij geloven dat kerken geleid zouden moeten worden door hen die de gaven van
leiderschap hebben ontvangen (Nehemia 1,2; Romeinen 12:8; Handelingen 6:2-5).
De nadruk ligt hierbij op delegatie van verantwoordelijkheden, dienend leiderschap,
strategische keuzes en bewuste doelmatigheid.
10
Wij geloven dat het nastreven van volledige toewijding aan Christus hoort bij het leven van
elke gelovige (1 Koningen 11:4; Filippenzen 2:1-11; 2 Korintiërs 8:1-7).
De nadruk ligt hierbij op goed rentmeesterschap, dienstbaarheid en verantwoordelijkheid
aan de samenleving.
De missie van Willow Creek (wat we doen)
Het is onze opdracht verloren mensen te bereiken en tot volledig toegewijde volgelingen van Jezus
Christus te maken.
De visie van Willow Creek (wat we willen worden)
Het is onze visie een volgens de bijbel functionerende gemeenschap van gelovigen te zijn zodat de
verlossende doelstellingen van Christus in deze wereld vervuld kunnen worden.
73
Vragenlijst over
waarden
Beantwoord de vragen in overeenstemming met wat je voelt en denkt.
(Philip Bryant – “Church Planting Workbook”).
eens – neutraal – oneens
1
2
3
4
5
√
Voorbeeld: Ik geloof dat Jezus het hoofd van de kerk is.
1.
2.
3.
4.
5.
De Bijbel is een goede gids voor een christelijke levenswandel, maar het is niet de
definitieve bron van gezag voor de kerk.
De prediking in onze gemeente zal aangeven hoe het Woord van God van
toepassing kan zijn op alle noden van het dagelijkse leven.
Deze gemeente gelooft dat alle gaven van de Heilige Geest die in de Bijbel genoemd
worden nu door de gemeente gebruikt zouden moeten worden.
Ik vind dat deze gemeente haar leden zou moeten toestaan om naar eigen believen te
komen en te gaan.
Onze eredienst moet als doel hebben dat zij de christenen opbouwen.
We zullen het meest effectief mensen voor Christus winnen als we tegemoet komen
aan hun emotionele, lichamelijke, intellectuele en geestelijke behoeften.
7. We geloven dat wanneer iemand een christen wordt, God hem/haar in staat zal stellen
om te groeien door zijn Woord.
8. De kerk moet programma’s ontwikkelen die tegemoet komen aan de behoeften van de
gemeenschap.
9. Een gemeente is pas goed, wanneer zij mensen niet aanspoort om geld te geven, maar
God in staat stelt de mensen te vertellen wat ze moeten geven.
10. De gemeente moet zich richten op een speciale groep binnen de samenleving.
6.
11. Een gemeente die biddend plannen maakt voor de toekomst weet waarschijnlijk waar
ze naar toe wil.
Iedere
gemeente moet zich beperken tot haar eigen gebied en zich niet inlaten met andere
12.
kerkgenootschappen.
13. Ik geloof dat de gemeente zich allereerst moet richten op de mensen buiten de kerk.
14. De meeste beslissingen binnen de gemeente zullen gebaseerd worden op wat logisch lijkt en niet op
bijbelse beginselen.
15. Gedurende de erediensten zal de prediking er altijd op gericht zijn christenen te helpen te groeien in
hun relatie met God.
16. Alle in de Bijbel genoemde gaven van de Heilige Geest gelden vandaag ook nog, behalve die van
tekenen en wonderen, die niet meer nodig zijn omdat we het geschreven Woord van God hebben.
17. Lidmaatschap van deze gemeente betekent een verbintenis tot aanbidding en deelname aan een
bediening.
18. De erediensten moeten aantrekkelijk zijn en gemakkelijk te begrijpen voor een buitenstaander.
19. Het belangrijkste voor deze gemeente is het aantal mensen dat zij wint voor Christus.
20. Deze gemeente heeft een traject uitgewerkt waardoor nieuwe christenen kunnen groeien in hun
geloof en effectief kunnen worden in het dienen van anderen.
21. Effectieve gemeenten ontwikkelen programma’s waarmee haar leden opgebouwd worden, zodat zij
als christen kunnen overleven.
22. Leden van deze gemeente zullen aangemoedigd worden gul te geven d.m.v. tienden en gaven.
23. Dit is een gemeente die aan iedereen in de gemeenschap iets te bieden heeft.
24. Deze gemeente zal zich drukker maken over het klaren van haar opdracht dan over het maken van
plannen.
25. Deze gemeente gaat anderen ondersteunen bij hun evangeliewerk in ons gebied.
26. De enige taak van deze gemeente is het opbouwen van de heiligen.
74
Uitleg van de vragenlijst
Ook al worden de waarden nogal zwart-wit omschreven, in de praktijk blijkt dat de gemeente zich
vaak opstelt in het midden of bij een van de beide uiterste posities. Het nu volgende is bedoeld
om je aan het denken te zetten over de waarden op dit gebied.
1
Gezag
2
Verkondiging
3
De heilige Geest
4
Betrokkenheid van de leden
Bijbels versus menselijk, vragen 1 en 14
Waarop moet de gemeente haar structuren, waarvoor zij rekenschap aflegt en alles wat zij
doet, bouwen? Groeiende kerken hebben een sterke bijbelse grondslag voor al hun doen
en laten.
Gericht op: Zoekenden versus gelovigen, vragen 2 en 15
In de preek kan de nadruk op veel verschillende zaken liggen.Terwijl een gemeente zich
in het bijzonder kan richten op de behoeften van een bepaalde groep, zal zij toch ook
aandacht aan algemene behoeften moeten schenken, wil zij groeien en zich ontwikkelen.
Zichtbaar actief versus onzichtbaar niet-actief, vragen 3 en 16
De uitleg van de rol die de Heilige Geest speelt zal per gemeente verschillend zijn en kan
variëren tussen twee uitersten of in het midden liggen. Het is verstandig dit goed te
omschrijven, zodat de leer en de praktijk van de gemeente duidelijk is voor ieder die zich
erbij aansluit. De rol die de heilige Geest in de eredienst speelt kan van cruciaal belang
zijn.
Hoge verwachting versus vrijwillige inzet, vragen 4 en 17
Het niveau van betrokkenheid dat van de leden verwacht wordt moet duidelijk zijn.
Gemeenten die van de leden een grote betrokkenheid en deelname verwachten, groeien
in de regel.
Eredienst
5
Gericht op: zoekenden versus christenen, vragen 5 en 18
6
Holistisch versus alleen de “ziel”, vragen 6 en 19
7
De eredienst is de etalage van de kerk. Rekening houden met de buitenkerkelijken is één
ding, een afweging tussen traditioneel en hedendaags is een ander. De gemeenschap die
je wilt bereiken moet de doorslag geven.
Evangelisatie
Bij evangelistatie zijn vele benaderingen mogelijk, variërend van het benaderen van een
mens in zijn totaliteit tot het andere uiterste, waarbij een belangstellende als een te
winnen trofee wordt beschouwd. Groeiende gemeenten neigen ertoe de bewogenheid van
Christus te tonen in een holistische benadering.
Toerusting
In het wilde weg versus planmatig, vragen 7 en 20
Er zijn mensen die er van uitgaan, dat iemand die christen is geworden automatisch zal
groeien. Dit komt echter zelden voor en de meeste gemeenten zullen dan ook een
toerustingtraject moeten uitzetten waarin de bekeerling zijn vaardigheden en gaven kan
ontwikkelen. Als mensen actief zijn in een bediening is hun toewijdingniveau gewoonlijk
hoog.
75
8
Programma’s
Voor de behoeften van de gemeenschap versus de christelijke, vragen 8 en
21
De meeste gemeenten ontwikkelen programma’s die inspelen op de behoeften die zij
opmerken. Sommige worden bepaald door de gemeenschap, anderen door christelijke
behoeften. Beide zijn nodig, maar een groeiende gemeente zal de balans laten doorslaan
ten gunste van de behoeften van de gemeenschap.
9
Bijdragen
10
Doelgroep
11
Vrijwillig versus tienden en meer, vragen 9 en 22
Deze waarde kan een strijdpunt opleveren. Het is belangrijk dat de gemeente hierin
stelling neemt, want veranderen is bijna onmogelijk. Als de gelovigen tienden afdragen
aan de Gods gemeente, zal zijn werk nooit geld te kort komen en de mensen zullen Gods
zegen ervaren.
Specifiek versus algemeen, vragen 10 en 23
Veel gemeenten proberen alle mensen te bereiken en zullen in de regel ervaren, dat zij
slechts enkelen bereiken, in het bijzonder als er geen oog is voor individuele behoeften.
Als een gemeente zich richt op een bepaalde doelgroep, maar open staat voor iedereen,
zal dat vaak tot een gestage groei leiden.
Toekomstplannen
Algemeen versus specifiek, vragen 11 en 24
Er zijn mensen die het maken van plannen niet geestelijk vinden. Maar Gods heeft vanaf
de schepping plannen gemaakt. Een gemeente die geen plannen maakt, bereikt zelden
veel en mocht dat wel zo zijn, dan wordt dat vaak niet opgemerkt.
Zendingsgebied
12
Wereldrijk versus Koninkrijk, vragen 12 en 25
13
Buitenkerkelijk versus kerkelijk, vragen 13 en 26
Jezus is het hoofd van de universele Kerk maar ook van de plaatselijke gemeente.
Hoewel het onverstandig is je te laten opslokken in samenwerkingsprojecten die ver
boven je kunnen uitgaan, moet je als plaatselijke gemeente toch alles blijven bezien
vanuit Gods Koninkrijk. Dit kan variëren van het bijstaan van andere plaatselijke
gemeenten bij het stichten van nieuwe gemeenten tot zending in het buitenland.
Gerichtheid
De algemene gerichtheid van de gemeente vormt de basis voor alle waarden. Ga je je richten
op de kerkelijke of de onkerkelijke mensen? Dat wil niet zeggen dat de andere groep wordt
buitengesloten.
76
Appendix B
Geestelijke indicatoren: Adventisten – Moslim relaties
Dit proces is ontwikkeld door Dr Jerald Whitehouse, de directeur voorzitter van het Global
Centre for Adventist – Muslim Relations.
77
Tabel 1
Voorgestelde geestelijke, sociale en economische doelen voor ieder werkniveau:
Snelle tijdslijn
Langzame tijdslijn
Maanden 0 - 6
7 - 12
13 - 18
19 - 24
25 - 30
31 - 36
Maanden 0 - 24
25 - 36
37 - 48
49 – 60
61 - 72
73 - 84
1. Opbouwen van
geloofwaardigheid
Geestelijke doelen
voor ieder niveau
1. Bewerk een besef en een
aanvaarding van de
“middelaar” als iemand die
een goddelijk leven in al zijn
facetten laat zien door een
ingeleefde bediening m.b.t
de ervaren behoeften.
De doelen van dit niveau
worden behandeld in deel 1
van de Bakarat Allah studies.
1. Versterk de wens om Allah
beter te leren kennen en
Hem zinvoller te aanbidden.
2. Ontwikkel een vertrouwen
in alle heilige Boeken.
2. Bewerk interesse voor
3. Schep een verlangen naar
gesprekken over persoonlijke een “nieuw hart” van Allah.
geestelijke zaken.
Bekwaamheid
vergroten
Sociale en
economische doelen
(het van toepassing
zijn hiervan zal van
de omstandigheden
afhangen)
2. Geestelijke
gesprekken
Samenwerking voor
zelfvertrouwen
1. Geletterdheid naar__ %
Hetzelfde als niveau 1. plus:
2. Plaatselijke vermogen om
buurtproblemen op te lossen verhoging van het gezinsover de hele linie neemt toe. inkomen.
3. Plaatselijk bestuur komt
regelmatig bijeen om
plaatselijke problemen op te
lossen.
4. Verbetering van de
gezondheidszorg voor
moeder en kind.
5. Voedselvoorziening
verbeterd.
6. In bepaalde ervaren
behoeften wordt voorzien
doordat het plaatselijke
vermogen om in behoeften te
voorzien is toegenomen.
3. Bewust onderzoek 4. Verlossend geloof
5. Godsdienstig
leven en praktijk
6. Volledig
lidmaaschap
De doelen van dit niveau
worden behandeld in deel 2
van de Bakarat Allah studies.
1. Ontwikkel een vertrouwen
in Allah voor bevrijding van
angst voor duistere machten.
2. Inspireer het vertrouwen in
Isa als middelaar.
3. Ontwikkel een toewijding
aan goddelijk leven ter
voorbereiding op de jongste
dag.
De doelen van dit niveau
worden behandeld in deel 3
van de Bakarat Allah studies.
1. Bewerk een aanvaarding
van het geweldige offer als
Allah ’s gave aan de mens
om hem met Zichzelf te
verzoenen.
2. Bewerk een aanvaarding
van Isa als het geweldige
offer, Allah ’s gave voor de
overwinning over de zonde.
3. Ontlok een geloofsbelijdenis als nieuw gelovige.
De doelen van dit niveau
worden behandeld in deel 4
van de Bakarat Allah studies.
1. Ontwikkel de praktijk van
goed rentmeesterschap in de
nieuwe gelovige.
2. Breng de kennis, houding
en praktijk van sabbatvieren
bij.
3. Laat nieuwe gelovigen hun
geloof delen met anderen.
De doelen van dit niveau
worden behandeld in deel 5
van de Bakarat Allah studies.
1. Lidmaatschap van Allah ’s
volk van de eindtijd.
2. Leden brengen anderen
tot geloof.
Samenwerking voor
zelfvertrouwen
Consolidatie
Structuur en
duurzaamheid
Relatie met de
wereldkerk
Hetzelfde als niveau 1. plus:
1. Plaatselijke groep van
gelovigen georganiseerd.
2. Inkomen en
kredietwaardigheid van de
kleine bedrijfjes gerealiseerd.
3. Rentmeesterschap van de
gelovigen duidelijk.
1. Formele of informele band
met de wereldkerk
Hetzelfde als niveau 1en 2.
kleine bedrijfscoöperaties.
78
Tabel 2
Indicatoren om voor ieder niveau de verwezenlijking te meten:
Niveau ‘s
Algemene geestelijke
indicatoren
1. Opbouwen van
geloofwaardigheid
1. Middelaar aanvaard als
“medegelovige”.
2. Middelaar neemt deel aan
belangrijke sociale gebeurtenissen (feesten, bruiloften,
begrafenissen, etc.)
Indicatoren van
geloof in Isa
Sociale en
economische
indicatoren
2. Geestelijke
gesprekken
1. Regelmatige deelname
aan een studiegroep voor
zoekenden.
2. Bestudering van alle
Heilige Boeken.
3. Geeft de wens te kennen
Allah te kennen.
4. Begrijpt dat zonde een
gebroken toestand van
opstand is.
5. Geeft de behoefte en de
wens te kennen voor een
nieuw hart van Allah.
3. Deelname aan
persoonlijke geestelijke
gesprekken.
4. De middelaar deelt
literatuur uit die interesse
opwekt.
5. De middelaar wordt door
de gemeenschap beschouwd
als een zorgdragend,
goddelijk iemand.
1. Isa als profeet.
1. Isa als profeet.
De indicatoren die bij deze
initiatieven horen worden
ingevoerd.
idem
3. Bewust onderzoek 4. Verlossend geloof
5. Godsdienstig
leven en praktijk
6. Volledig
lidmaatschap
1. Verminderd vertrouwen in
de macht van voorwerpen,
plaatsen en mensen.
2. Geloof in Allah tot
bevrijding van angst voor
kwade machten.
3. Wens om te behoren tot
Allah ’s speciale volk dat zich
voorbereidt op de jongste
dag.
4. Een dagelijks betekenisvol
gebedsleven.
1 Het offer is Allah ’s gave
aan de mens, een symbool
dat Hij onze zonde bedekt.
2. Eerherstel in Allah ’s gezin
betekent eenoffer voor
verzoening en geen geweld
of wraak.
3. Belijdenis van geloof in
Isa ’s geweldige offer.
1. Geloof in de Heilige Geest
als de tegenwoordigheid van
Allah voor een “Gode”
welgevallige leefwijze en
getuigenis.
2. Praktisch rentmeesterschap inzake tienden en
“zakat”.
3. Onthouding van praktijken
die voor de gezondheid
schadelijk zijn.
4. Sabbatviering.
1. Het grote panorama van
de grote strijd.
2. Doel van de oordeelsdag.
3. De Eliaboodschap –
“gaat uit van haar.”
4. Eindtijdprofeten.
5. Gemeenschap met Allah ’s
wereldwijde volk van de
eindtijd.
6. Doop.
1.Vertrouwen in Isa voor
macht over kwade krachten.
2. Vertrouwen in Isa als
middelaar op de
oordeelsdag.
3. Uitzien naar Isa als de
komende Messias.
4. Isa als macht voor een
“Gode” welgevallige
leefwijze.
1. Isa is de Enige die mij een
nieuw hart kan geven.
2. Isa is degene die de
familieëer herstelt door
Zichzelf te geven. Doordat
Hij zondaren aanvaardt en
vergeeft, vergeeft Hij ook
mijn zonden.
3. Isa is het geweldige offer,
dat Hij vrijwillig gebracht
heeft.
4. Isa is de overwinnaar over
de dood.
5. Isa is de Heer van mijn
leven.
idem
1. Isa is de Heer van de
sabbat, het symbool van de
schepping, de herschepping
en de eeuwige rust.
1. Allah is één, maar wij
ervaren Hem in Isa als onze
Middelaar en Verlosser, en
we ervaren zijn
tegenwoordigheid in de
Heilige Geest.
1. Gelovigen opgenomen in
plaatselijke gemeente, of
2. een bestuur van een
georganiseerde groep
gelovigen.
3. Groep gelovigen voorziet
zelf in geestelijk voedsel,
verkondiging en zorg voor de
misdeelden.
1. Groep gelovigen draagt op
een of andere manier bij aan
de wereldkerk.
2. Groep gelovigen heeft op
een of andere manier voeling
met de wereldkerk.
idem
79
Appendix C
Kerngroep studies
Als de kerngroep is samengesteld is haar belangrijkste doel het vormen van de kern van een nieuwe
gemeente. Zij zullen vaak verschillen in afkomst en levenservaring, en daarom moeten zij proberen
eenheid te ontwikkelen temidden van de gemeenschap.
De kerngroepstudies zijn bedoeld als leidraad voor de stichter om van de kerngroep een hechte groep
te maken die het doel, de waarden en de visie van de nieuwe gemeente deelt. Tegelijkertijd kunnen
de studies ook gebruikt worden als een oefenmoment als mensen teruggaan naar de fundamenten die
in de studie opgetekend staan. De stichter is vrij om praktische oefeningen toe te voegen en ze aan te
passen aan zijn/haar situatie.
De kerngroepbijeenkomsten zijn ook een gelegenheid om de nieuwe gemeente op poten te zetten en
verantwoordelijkheden te delegeren aan haar leden.
Er moet ook aan gedacht worden, dat wanneer de gemeente met haar erediensten begint, de kerngroep nooit meer als zodanig bijeen mag komen. Kerngroepleden worden eenvoudig deel van de
gemeente. Zij moeten zich mengen onder de nieuwkomers, hen welkom heten en hun levens met hen
delen. Op deze manier worden zij het “zuurdesem” dat de nieuwe gemeente verenigt.
Deze studieschema’s komen uit Philip Bryant’s Church Planting Workbook, te verkrijgen bij de Baptist
Union of Victoria, Australië.
80
Het Koninkrijk van God
& de nieuwe gemeente
Bijbelstudie 1
1
In het juiste perspectief
1.1
1.2
Waarom zijn wij hier? Waar gaan we heen? Hoe komen we daar?
Vandaag de dag worden er veel ideeën/betekenissen gekoppeld aan het begrip
“kerk/gemeente”.
Wat stond Jezus voor ogen toen Hij zei: “Op deze rots zal ik mijn gemeente bouwen, en de
macht van het dodenrijk zal het tegen haar moeten afleggen.” (Matteüs 16:18).
1.3
2
Het Koninkrijk van God
2.1
Het voornaamste richtpunt van Jezus was het Koninkrijk van God.
● Marcus 1:14-15
● Matteüs 26:64
● Lucas 13:18-21
● Lucas 11:2-4, Matteüs 6:9-15
Definitie van Gods Koninkrijk: zowel een tegenwoordige als een toekomstige realiteit.
Tegenwoordig in Jezus en in al diegenen die zich aan Hem hebben overgegeven. Toekomstig,
omdat het pas werkelijkheid zal worden bij de wederkomst van Christus.
Onze verbintenis is met de Koning (Jezus) en het Koninkrijk (Matteüs 7:21).
2.2
2.3
3
De Kerk en de gemeenten
De Kerk is onderdeel van Gods opdracht, met als doel het openbaren van Gods Koninkrijk,
anderen uit te nodigen om deel te hebben door geloof in Christus, en te waarschuwen voor de
komende heerschappij van God die aanbreekt bij de komst van Christus.
3.3
Universele Kerk – het totale lichaam van alle gelovigen van alle eeuwen en alle plaatsen,
(Efeziërs 1:22, 3:20-21, Kolossenzen 1:2).
Plaatselijke gemeenten – specifieke, plaatselijke georganiseerde groepen christenen,
(Romeinen 16:5, 1 Korintiërs 1:2, 4:17).
Kerk = Ekklesia (komt 114 keer voor in het Nieuwe Testament).
5 keer als aanduiding van een fysieke bijeenkomst van mensen, normaal een politieke
bijeenkomst.
19 keer als aanduiding van de gemeenschap van alle gelovigen, de universele Kerk.
90 keer als aanduiding van een fysieke, plaatselijke vergadering van gelovigen in Christus –
een plaatselijke gemeente.
4
De samenhang van dit alles
4.1
4.2
4.3
Het Koninkrijk van God is de voornaamste doelstelling.
De Kerk is het geestelijke lichaam van christenen van alle eeuwen in heel de wereld.
De gemeenten zijn plaatselijke groepen christenen, die op vrijwillige basis de opdracht van
God uitvoeren, n.l. het uitbreiden van zijn Koninkrijk in heel de wereld en onder alle volken.
5
Waartoe zijn wij hier? Wat heeft dit alles ons te vertellen?
5.1
5.2
Wij zijn hier als een verlengstuk van Gods Koninkrijk.
Wij zijn hier om een plaatselijke gemeenschap van christenen te zijn, op vrijwillige basis
vergaderd en op een bijbelse manier georganiseerd, samenkomend om God te aanbidden en
onder leiding van de Heilige Geest zowel hier als elders de grote opdracht van Jezus Christus
uit te voeren.
Wij zijn hier om een onzelfzuchtige, dienende en getuigende gemeenschap te zijn.
3.1
3.2
5.3
81
Gebed
& de nieuwe gemeente
Bijbelstudie 2
1
1.1
1.2
1.3
Een plaatselijke gemeente is Gods schepping en Jezus Christus is haar hoofd.
Het leven en de groei van een plaatselijke gemeente komt van God en is niet het gevolg van
menselijke inspanning. (1 Korintiërs 3:5-9)
“Als de Heer het huis niet bouwt, bouwen de mensen voor niets”. (Psalm 127:1). Dit gaat ook
op voor een gemeente. Tenzij de Here de gemeente bouwt, werken zij die organiseren,
programmeren en financieren voor niets.
We moeten goed in de gaten houden wat God doet en wat wij doen. (1 Korintiërs 3:10-15). Wij
zijn hoogstens stichters, organisatoren of bouwers. Maar we moeten altijd voor ogen houden,
dat God het leven en de groei schenkt.
2
Hoe hangt dit samen met gebed?
2.1
Jezus, het Hoofd van de Kerk, heeft zijn volledige aardse bediening gebaseerd op gebed.
(Lucas 5:16, 6:12, 9:18, 28-29, 11:1, 22:41-46).
Als wij de vaste overtuiging hebben, dat God leven en groei brengt in de plaatselijke
gemeente, moeten we in contact met God blijven. (Johannes 15:1-17) Zonder Jezus kunnen
wij niets doen. De eerste gemeente was een biddende gemeente. (Handelingen 1:14, 2:42,
4:31, 8:15, 13:3 en 16:25 zijn enkele van de vele voorbeelden hiervan.) Ook Paulus moedigde
het gebed aan. (Efeze 6:18, Filippenzen 4:6, Kolossenzen 4:2, 1 Tessalonisenzen 5:17,
1 Timoteüs 2:8).
We moeten in alles wat we doen op God vertrouwen. Onze geschiktheid komt van God. Het
punt is niet wat wij kunnen doen, maar wat God kan doen (2 Korintiërs 3:4-6).
Hoeveel wij bidden geeft aan hoe afhankelijk we ons voelen van God en hoe vast we ervan
overtuigd zijn dat Hij de bron is van alle leven en groei binnen de gemeente.
2.2
2.3
2.4
3
Door het gebed worden mensen tot geloof in Jezus Christus gebracht en
ingeburgerd in de gemeente.
3.1
Bid voor mensen die Christus nog niet persoonlijk kennen opdat de Geest hen tot overtuiging
en bekering zal brengen (Johannes 16:8-11, Titus 15).
Bid dat christenen een onweerstaanbaar verlangen krijgen om uit te gaan en hun geloof uit te
dragen (Matteüs 9:35-38).
Bid voor kansen, moed en de juiste woorden om andere mensen te bereiken met het goede
nieuws van Christus (Efeziërs 6:19, Kolossenzen 4:3,4).
3.2
3.3
4
Door gebed blijft de kerk groeien en leven.
4.1
De God die mensen tot geloof in Christus brengt en die de gemeente vestigt, is tevens de
bron voor onafgebroken leven en aanhoudende groei (Filippenzen 1:16).
We moeten bidden voor de voortdurende groei van individuele christenen en de gemeente als
geheel (Efeziërs 3:14-19).
4.2
5
De plaats van het gebed in de nieuwe gemeente.
5.1
5.2
Gebed is de sleutel voor evangelisatie, leven en groei van de gemeente.
Het gebed moet de grootste prioriteit hebben zowel voor de individuele christen als voor de
gezamenlijke beleving van de gemeente als geheel.
Het gebed moet gepaard gaan met een actief geloofsleven.
● We moeten bidden maar ook bereid zijn te handelen.
● We moeten in ons gebed doelgericht zijn, d.w.z. we moeten in het geloof onze
doelstelling bepalen en daar naar toewerken.
5.3
82
De heilige Geest
& de nieuwe gemeente
Bijbelstudie 3
1
1.1
1.2
1.3
2
2.1
2.2
2.3
De Heilige Geest brengt de gemeente tot leven; Hij geeft vitaliteit en zin.
Handelingen 1 & 2 – De aanwezigheid van de Heilige Geest was van wezenlijk belang bij het
begin van de gemeente en bij het vervullen van haar taak: getuigen van Jezus en de wereld
doordesemen met de boodschap van een nieuw leven. (Zie ook Lucas 24:49).
De aanwezigheid van de Geest binnen de gemeente maakte haar vooral tot een zendingsbeweging. (Handelingen 2:37-47).
De aanwezigheid van de Heilige Geest binnen de eerste gemeente was bedoeld voor zending
en niet zozeer voor persoonlijke bevrediging. De hoofdfunctie van de Geest in de gemeente
was haar te stimuleren en haar aan te zetten tot groei. (Handelingen 8:14, 10:1-48, 13:1-4,
15:12-35, 20:22, 28:23-31).
Wie is de Heilige Geest?
Vandaag de dag bestaan er zoveel misverstanden over de Geest, dat we een ogenblik
aandacht moeten schenken aan de persoon en het werk van de Heilige Geest.
God maakt Zichzelf aan ons bekend in drie personen: Vader, Zoon en Geest. Ze zijn wel
apart, maar delen een gemeenschappelijke identiteit. We kunnen geen star onderscheid
maken tussen God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest. Wat waar is voor Eén
geldt ook voor de andere Twee.
De Heilige Geest is de tegenwoordigheid van Jezus (2 Korintiërs 3:17) en Hij is aanwezig in
de individuele gelovige en in de gemeente. Het werk van Jezus is op zijn beurt is het werk van
God de Vader.
De voornaamste functie van de Heilige Geest is het leiden van de individuele christen en de
gemeente bij de uitvoering van de opdracht, het bereiken van mensen met de boodschap van
Christus en het dienen van anderen in zijn naam (Johannes 14:5-27).
3
Wat is de rol van de Heilige Geest in het leven van de christen?
3.1
De Geest is aan de gelovige gegeven als een zegel, (Efeziërs 1:13-14, 2 Korintiërs 1:21-22),
om de vrucht van de Geest voort te brengen (Galaten 5:13-26), om de gelovige te leiden in het
dagelijkse leven (Romeinen 8:14), om de christen toe te rusten voor zending en dienstbetoon
(Efeziërs 4:1-16) en om kracht te verlenen voor de zendingstaak (Handelingen 1:8).
Er zijn twee soorten christenen. De een is vervuld met de Geest en laat zich leiden door
Christus, de ander is egocentrisch.
3.2
eigen
Ik
eigen
Ik
Vervuld met de Geest &
geleid door Christus
Egocentrisch
(1 Korintiërs 3:1-3)
(Romeinen 8:5-17)
83
3.3
3.4
Als christenen worden wij aangemoedigd een leven te leiden vervuld met de Geest en met
Jezus als Leidsman (Efeziërs 5:18, Galaten 5:16-26, Romeinen 8:1-17, 1 Tessalonisenzen
5:19, 2 Timoteüs 1:7).
Om een dergelijk leven te leiden moet je:
● Iedere bekende zonden belijden en haar nalaten (Kolossenzen 2:13-15,
1 Johannes 1:9).
● Jezelf volledig aan Jezus Christus overgeven (Romeinen 6:14, 12:1-2).
● Vragen om vervuld te worden (1 Johannes 5:14-15).
● Leven door het geloof, steeds je zonden belijden en dagelijks nauw samenleven
met Jezus.
4
Wat is de rol van de Heilige Geest in de gemeente?
4.1
De voornaamste rol van de Geest is de gemeente visie te geven en haar te leiden om een
zendingsbeweging te zijn (Johannes 16:8-11, Handelingen, Efeziërs 4:7-13).
De Heilige Geest voorziet in de kracht voor de zendingsopdracht (Handelingen 1:8).
De Heilige Geest voorziet in de drijfveer voor de zendingsopdracht (Handelingen 13:1-3).
De Heilige Geest voorziet in de geestesgaven voor de zendingsopdracht (1 Korintiërs 12:1-31,
Efeziërs 4:11-16).
De Heilige Geest voorziet in de oogst (Romeinen 15:17-22).
4.2
4.3
4.4
4.5
5
De plaats van de Heilige Geest in de nieuwe gemeente.
5.1
De jonge gemeente moet onderwijzen in de persoon en het werk van de Heilige Geest (op
grond van een solide schriftuurlijke uitleg) en iedere christen aanmoedigen een leven te leiden
dat is vervuld met de Geest en waarin Jezus Leidsman is.
De gemeente moet zich verlaten op de Geest voor haar zendingsvisie, haar motivatie voor
zending, haar middelen voor het bedrijven van zending en de oogstresultaten.
Boven alles moeten wij als volk en gemeente vervuld met de Geest in alles wat wij doen
gericht zijn op de opdracht die God ons heeft gegeven om de naam van Jezus te
verbreiden.
5.2
5.3
84
Discipelschap
& de nieuwe gemeente
Bijbelstudie 4
1
1.1
1.2
1.3
De plaatselijke gemeente bestaat om alle volken tot discipelen te maken.
(Matteüs 28:18-20)
Het enige rechtstreekse bevel in de grote opdracht luidt: “Maak discipelen”. (Matteüs 28:19a)
Het “maken van discipelen” betekent mensen te leiden tot een relatie met God door geloof in
Christus en ze te laten groeien naar zijn beeld (Efeziërs 4:1-16, Filippenzen 3:12-21)
De eerste christenen stonden bekend als mensen van de Weg omdat zij hun leven inrichtten
naar het voorbeeld van de Weg van Christus (Handelingen 16:17, 18:25-26, 19:23).
2
Wat betekent het een discipel te zijn? (Het hele Nieuwe Testament heeft het hierover,
2.1
2.2
2.3
maar we zullen bij één tekstgedeelte stilstaan – Lucas 14:25-35).
Jezus is belangrijker dan wie ook (Lucas 14:26).
Jezus is belangrijker dan welk bezit ook (Lucas 14:33).
Jezus is belangrijker dan welk doel ook (Lucas 14:27).
3
3.1
3.2
3.3
Hoe gaat “discipelen maken” in zijn werk? (2 Timoteüs 1:3-2:7).
We moeten uitleven wat we geloven. We moeten leven om van het evangelie thuis en op ons
werk te getuigen (2 Timoteüs 1:3-13).
We moeten ons zelf vermenigvuldigen door anderen tot discipel te maken (2 Timoteüs 2:1-2).
We moeten deel hebben aan een bediening (2 Timoteüs 2:3-7).
4
De plaatselijke gemeente is Gods methode om de grote opdracht (Matteüs 28:1820) uit te voeren, namelijk het “maken van discipelen”.
4.1
We moeten bidden voor mensen en hen leiden tot geloof in Christus en hen helpen te groeien
naar zijn beeld (Efeziërs 3:14-19).
Geestesgaven moeten beoefend worden, zodat de gemeente opgebouwd kan worden en
groeien “door de werkzaamheid van ieder lichaamsdeel” (Efeziërs 4:16).
We moeten voor elkaar zorg dragen zoals de Schrift leert (Romeinen 12:3-13, (Efeziërs 4:2,
25, 32, 1Petrus 1:22, 3:8, 4:9). Het is deze wederzijdse zorg die een sfeer van discipelschap
schept.
4.2
4.3
5
Wat moeten we doen om een discipelen-makende gemeente te bouwen?
5.1
Het is onze prioriteit om discipelen te maken. (Mensen leiden tot een relatie met God door
geloof in Christus en ze laten groeien naar zijn beeld).
In onze gemeente moet een klimaat van discipelschap geschapen worden. (Discipelschap is
niet zo maar één van de vele programmaonderdelen. Alles wat de gemeente doet moet in
principe bijdrage aan het discipelschap van mensen).
Programma ’s en organisatieonderdelen, zoals eredienst, huisgroepen, Sabbatschool,
dienstverlening, diaconaat, huishoudelijke vergaderingen, enz., moeten zo ingekleed worden,
dat ze “discipelschap” bevorderen en aanmoedigen.
5.2
5.3
85
De leken
& de nieuwe gemeente
Bijbelstudie 5
Het leiden van jouw groep
Voorbereiding
● Bid om Gods leiding.
● Bestudeer vooraf de aantekeningen en de teksten voor de bijbelstudie, zodat de Geest je
eigen gedachten kan voorbereiden.
● Maak aantekeningen van alles wat je wilt benadrukken, becommentariëren of vragen.
● Vraag op zijn minst twee anderen voor je te bidden als je de groep leidt.
Het leiden van jouw groep
● Zorg ervoor, dat mensen zich op hun gemak voelen en verzeker ze, dat hun vragen
commentaar, enz. welkom zijn.
● Maak een paar inleidende opmerkingen over de studie over lekeninbreng in de gemeente.
● Doorloop ieder onderdeel van de studie, lees de bijbelteksten en benadruk de hoofdpunten
(iedere christen heeft een gave, de rol van de voorganger als leider en toeruster, en de
gezondheid van de jonge gemeente hangt af van de toegewijde betrokkenheid van de
leden).
● Gebruik de discussievragen om mensen te stimuleren gedachten uit te wisselen.
● Houd je tijd in de gaten, wijk niet te veel van het onderwerp af en probeer te voorkomen dat
iemand de discussie gaat overheersen.
Het afsluiten van de groepsbijeenkomst
● Zorg er voor dat er aan het einde van de bijeenkomst genoeg tijd overblijft voor gebed.
● Of je nu alleen voorgaat of anderen uitnodigt mee te bidden, vraag God om iedere
aanwezige zijn/haar speciale gaven te laten ontdekken om zo meer toegewijde leden te
worden van de plaatselijke gemeente van Christus.
Christenen menen vaak dat zij de predikant inhuren om het werk van bediening (ministry) te doen. Dat
woord komt zelfs terug in het engelse woord dat de leider van een gemeente aanduidt, n.l. ‘minister’.
Maar in feite is het zo, dat het deelnemen van elk lid aan een zinvolle bediening een duidelijke bijbelse
leerstelling is. Deze leerstelling negeren wij regelmatig of we zijn er niet van op de hoogte.
Predikanten proberen al het werk uit te voeren met een paar toegewijde werkpaarden; en de rest van
het kerkvolk figureert als toeschouwer. Maar Gods Koninkrijk en de Kerk van Jezus Christus kennen
geen toeschouwers, alleen deelnemers!
De kernteksten voor deze studie kunnen we vinden in 1 Korintiërs 12-14 en Efeziërs 4:1-16.
1
Iedere christen draagt de verantwoording zijn/haar persoonlijke door
God gegeven gaven in te zetten.
1.1
Iedereen heeft een persoonlijke gave (iets wat zij kunnen doen om het lichaam van Christus
op te bouwen en te bemoedigen) 1 Korintiërs 12:7, 11, 18.
Deze ‘gaven’ worden gegeven voor het algeheel welzijn en voor opbouw van de gehele
gemeente. (1 Korintiërs 12:7, 20, 25 en 1 Korintiërs 14:26).
Alleen als we ieder ons steentje bijdragen kan de gemeente zowel in aantal als in kwaliteit
groeien. (Efeziërs 4:16).
Nalaten om je volledig in te zetten in overeenstemming met je gaven, doet afbreuk aan de
gemeenschap als geheel (1 Korintiërs 12:21-26).
1.2
1.3
1.4
86
Discussievragen:
A. Ben je ervan overtuigd, dat iedere christen een ‘gave’ (iets te doen) heeft binnen de kerk?
B. Is het verkeerd als een lid helemaal geen of een schijnbijdrage levert aan de bedieningen
binnen de gemeente?
C. Hoe kan de gemeente betere hulp aan mensen bieden bij het vinden van een bediening
om zijn/haar gaven in te zetten?
D. Wat kan jij doen om je gaven te ontdekken en ze in te zetten?
2
De rol van de predikant is het geven van leiding en toerusting.
2.1
2.2
God heeft in begaafde mensen voorzien om de gemeente te leiden (Efeziërs 4:11).
De voornaamste taak van een predikant is het geven van leiding (1 Petrus 5:2-3), zonder de
baas te spelen (Marcus 10:41-44).
Gemeenteleiders/predikanten moeten ook Gods volk toerusten en voorbereiden tot dienstwerk
(Efeziërs 4:12).
De rol van de predikant is die van leider/toeruster. Hij moet leiden, opdat hij weet hoe de
mensen toegerust moeten worden en hij moet hen toerusten om ze te leiden waar God gaat.
Met andere woorden, de predikant is de manager die voorziet in de bronnen en de opleiding
om de leden in staat te stellen te dienen.
2.3
2.4
Discussievragen:
A. Hoe zie jij de rol van de predikant als leider/toeruster?
B. Hoe kan de gemeenteleider/predikant je helpen meer om God beter te dienen?
C. Als God mensen heeft geroepen om leiding te geven, dan moeten er ook mensen zijn die
bereid zijn te volgen. Hoe kun je als volgeling en dienaar meer toegewijd worden?
3
De gezondheid van iedere gemeente is afhankelijk van de betrokkenheid van de
leden in de bedieningen van die gemeente. Hier volgen enkele praktische
wegen die je kunt leren om je gaven te gebruiken en te dienen.
3.1
3.2
Bestudeer wat de Schrift leert over geestesgaven en dienstwerk.
Neem tijd om de gaven te ontdekken die God jou heeft gegeven. (Wat zou je het liefst doen
voor de Heer? Bij welke activiteit krijg je van anderen de meeste bijval? Bid God je te helpen!
Neem je voor bewust iets voor God te doen! Lees een goed boek over geestesgaven).
Bied je gaven en vaardigheden aan de Heer en aan de gemeente aan.
Raak betrokken bij een of andere bediening. Je zult nooit ontdekken wat God van je wil, tot
je bereid bent betrokken te raken. Het kan zijn dat je verschillende dingen moet uitproberen,
voordat je het gevoel hebt “dit is het”. Iedere christen moet proberen minstens één taak te
hebben die bijdraagt aan het leven en de bediening van de plaatselijke gemeente!
3.3
3.4
87
Evangelisatie
& de nieuwe gemeente
Bijbelstudie 6
1
1.1
1.2
1.3
Het is Gods wens dat alle mensen tot een persoonlijke en eeuwige relatie met Hem
komen door geloof in Christus.
Alle mensen zijn zondaars en schieten naar Gods maatstaven tekort (2 Petrus 3:8-9,
Johannes 6:28-29).
Wij komen met God in het reine door een persoonlijke relatie met en vertrouwen in Christus
(Romeinen 3:21-22, 5:6-11, Handelingen 4:12).
Er zijn twee categorieën: Degenen die tegen God gezegd hebben: “Uw wil geschiede”. En
degenen tegen wie God zal zeggen: “Jouw wil geschiede” (Matteüs 7:21-23, 25:31-46).
2
Onze opdracht bestaat uit de verspreiding van het “evangelie” (de boodschap
van het goede nieuws over wat God heeft gedaan in Christus) aan de wereld
buiten de muren van de kerk.
2.1
De nadruk in het boek Handelingen ligt op de invloed die de gemeente in steeds grotere
kringen uitoefende, totdat de hele wereld de uitwerking voelde (Handelingen 1:8).
Paulus spreekt zijn dank uit over de manier waarop de gemeente te Tessalonica haar geloof
in een steeds grotere kring heeft verbreid (1 Tessalonisenzen 1:2-10).
Wij zijn, als christenen en als plaatselijke gemeente, geroepen om deel te hebben aan het
verspreiden van de evangelieboodschap aan een steeds groter wordende kring van bekenden
(2 Korintiërs 5:17-20).
2.2
2.3
3
Evangelisatie is het proces waarbij God iemand die zijn vijand is ertoe brengt
zijn vriend te worden (Kolossenzen 1:21-23).
3.1
Overtuiging is de eerste stap in het proces, dat een bovennatuurlijk bewustwordingsproces
van God is waardoor in iemands leven een verlangen naar Hem ontstaat (Johannes 16:7-11).
Bekering is de vrucht van de overtuiging. Het is het moment dat God iemand van de
duisternis in het licht brengt (Kolossenzen 1:13).
Groei is het eindstadium van het proces (1 Petrus 2:2). Net zoals de natuurlijke geboorte door
groei wordt gevolgd is dat ook bij de geestelijke geboorte het geval. Als er geen groei is, kan
dat erop wijzen dat er geen wedergeboorte heeft plaatsgevonden.
3.2
3.3
4
Gods methode van evangelisatie is mensen die samenkomen in een plaatselijke
gemeente te gebruiken als instrumenten om andere mensen te bereiken.
4.1
Jezus heeft zijn volgelingen meermalen uitgezonden om te prediken en te getuigen (Lucas
10:1-17, Matteüs 28:18-20, Johannes 17:18).
De eerste gemeente had een evangelistische inslag, waardoor ze steeds meer mensen
bereikte (Handelingen 2:47,13:1-3, 28:30).
Evangelisatie was niet zozeer een programma, maar meer een audiovisueel proces, waarbij
het goede nieuws met anderen werd geleefd en gedeeld (Johannes 13:34-35, 1 Korintiërs
15:11).
Iedere christen zou aan iemand anders moeten kunnen uitleggen hoe je een christen wordt
(1 Petrus 3:15-16), maar sommige christenen hebben een speciale gave om dat te doen, de
gave van evangelisatie (Efeziërs 4:11, Handelingen 21:8; 2 Timoteüs 4:5).
4.2
4.3
4.4
5
Wat zijn de gevolgen als evangelisatie een speerpunt is voor de nieuwe
gemeente?
5.1
Ons voornaamste verlangen zou moeten zijn dat mensen een persoonlijke en eeuwige relatie
met God aangaan door geloof in Jezus Christus.
We moeten ieder lid van de gemeente toerusten en trainen om in woord en daad een actieve
getuige van Christus te zijn.
We moeten bedieningen en evenementen plannen die ons buiten onze eigen grenzen en die
van de gemeente laten werken.
We moeten een aanstekelijke gemeente worden! (Als leden echt enthousiast zijn over wat er
in en door hun gemeente gebeurt, zal het moeilijk zijn om niet-christenen buiten te houden).
5.2
5.3
5.4
88
Groei
& de nieuwe gemeente
Bijbelstudie 7
Een basisprincipe van alle leven is dat levende organismen groeien. Groei is een natuurlijke spontane
uitdrukking van leven. De enige dingen die het groeiproces kunnen stoppen zijn ziekte en dood.
1
1.1
1.2
1.3
De gemeente is allereerst een levend organisme en dan pas een organisatie.
De gemeente is opgebouwd uit mensen die geestelijk tot leven zijn gekomen als gevolg van
hun wedergeboorte door een persoonlijke geloofsrelatie met Jezus Christus (Johannes 3:31,
Efeziërs 2:1-3).
De gemeente wordt bewoond door een levende Geest, zowel individueel als in haar totaliteit
(Johannes 14, 1Korintiërs 3:16-17) en wordt bestuurd door een levend boek (Hebreeërs 4:12).
Omdat het leven van Christus het kloppende hart van de gemeente is, kunnen we van de
gemeente verwachten dat ze groeit, tenzij dat geremd wordt door ziekte of dood. Groei is de
enige optie, omdat levende dingen nu eenmaal groeien. Een besluit om niet te groeien is de
doodsteek voor een gemeente.
2
In het Nieuwe Testament zien we de gemeente op drie vlakken groeien en zich
ontwikkelen: in aantal, in kwaliteit en in organisatorische kracht.
2.1
Numerieke groei wordt vaak genoemd in het Nieuwe Testament. (Handelingen 1:15, 2:41-47,
4:4, 5:36, 6:1, 7, 11:21, 16:5). De Grote Opdracht houdt numerieke groei in omdat we worden
geroepen om ‘discipelen te maken’ (Matteüs 28:18-20).
De relatie van de eerste christenen met Christus groeide kwalitatief net als hun onderlinge
relaties (Handelingen 2:42-43, 18:23). Christenen worden aangespoord te groeien in eenheid
en in gelijkenis met Christus (Efeziërs 4:6, Filippenzen 2:1-18, 3:12-16).
Toen de kerk in aantal en kwaliteit groeide, moest ze nieuwe organisatiestructuren
ontwikkelen om een gezonde groei te handhaven (Handelingen 2:42-46, 4:32-35, 6:1-7,
11:1-3, Efeziërs 4:7-13, 1 Korintiërs 3:10-11, 1Timoteüs 11-16, 1Petrus 5:1-11).
● De sleutel tot een gezonde gemeentegroei is een balans in groei qua aantal, kwaliteit en
organisatiestructuur.
2.2
2.3
3
Sommige veel voorkomende ziektes die gemeentegroei belemmeren:
3.1
3.2
3.3
Mensenblindheid –behoeften van mensen om je heen niet kunnen opmerken en lenigen.
Ontstoken gemeenschapszin. “Ik houd van een kleine gemeente en wil dat zo houden.”
Etnisch elitarisme – Niet in staat in te zien dat de gemeente een grote groep mensen uit één
cultuur in zich bergt, zodat ze geen afspiegeling meer is van de maatschappij.
Schijntoewijding – naamchristenen, die geen leven met Christus kennen.
Achtergebleven geestelijke ontwikkeling – gemeenten die niet goed gevoed worden met
Gods Woord. (Om te groeien moeten we leren).
“Onderhoud” complex – Laten we houden wat we hebben.
Overbevolking – Gebrek aan voldoende zitplaatsen, parkeergelegenheid, huisgroepen, enz.
Structuurstress – de organisatiestructuur belemmert een gezonde ontwikkeling. Structuren
moeten voortdurend geëvalueerd en herzien worden voor maximale groeimogelijkheden .
Verkrampte leiding – gebrek aan eenheid in de leiding of een totaal gebrek aan leiding.
Faalangst – gebrek aan visie en te weinig oog voor mogelijkheden.
Ouderdom – wanneer een gemeente zich in een verpauperende/veranderende buurt bevindt
en niet wil verhuizen of de bedieningen aanpassen.
3.4
3.5
3.6
3.7
3.8
3.9
3.10
3.11
4
Als nieuwe gemeente moeten we gezonde groei nastreven. (Als de gemeente met
4.1
4.2
4.3
Christus leeft, zal ze groeien. Het is onze taak te zorgen dat we gezond blijven, zodat groei
kan plaatsvinden).
We moeten willen groeien en we moeten leiders vinden die naar groei leiden.
We moeten de prijs voor groei betalen – tijd, geld, offers, bereid zijn te veranderen, enz.
Ontwikkeling van organisatie moet plaats vinden om groei te vergemakkelijken. (Het scheppen
van nieuwe “units” om nieuwe mensen te bereiken, uitbreiding van de staf, ontwikkeling van
lekenleiders, uitbreiding van de faciliteiten, lange termijn planning, enz.)
89
Gemeenschapszin
& de nieuwe gemeente
Bijbelstudie 8
Gemeenschap is datgene waar de meeste mensen in een gemeente naar zoeken. Zoals ieder levend
organisme voor zijn groei afhankelijk is van zijn leefklimaat, is de gemeente afhankelijk van
gemeenschap. Gemeenschap is het klimaat van “vriendschap” en “kameraadschap” in de gemeente.
Zonder goede gemeenschap zal de gemeente kwijnen. In het andere geval zal ze bloeien.
Gemeenschap kan niet geprogrammeerd worden, maar als ze afwezig is zal de gemeente verdorren
en afsterven.
1
1.1
1.2
1.3
Definitie van gemeenschap.
Gemeenschap is de combinatie van factoren, die bepaalt hoe het voelt deel van de gemeente
te zijn. Een bezoeker vindt warmte, aanvaarding en bezieling belangrijk. Voor het gemeentelid
maakt een gevoel van liefde, zingeving, erbij horen en betrokkenheid het verschil uit.
Gemeenschap is het “klimaat” van de gemeente en kan zowel positief als negatief zijn. Het
kan zowel aantrekken als afstoten. De nadruk ligt niet op uiterlijkheden, maar op de geest van
(opr)echtheid en het werkelijke leven van de leden.
De eerste gemeente had een positief gemeenschapsklimaat, dat de groei bevorderde: “Ze
stonden in de gunst bij het hele volk” (Handelingen 2:42-47), “Ze waren één van hart en ziel”,
(Handelingen 4:32-35), “”Het volk sprak waarderend over hen”, (Handelingen 5:12-16).
2
Er zijn drie vlakken waarop zinvolle gemeenschap moet voorkomen.
2.1
Viering – dit is de eredienst waar mensen voelen dat tegemoet gekomen wordt aan de
behoefte om te aanbidden. Je lenigt de behoefte van mensen om deel uit te maken van iets
dat groter is dan zijzelf – gemeenschap met hun Schepper.
Deelgemeenten – dit vlak bestaat uit groepen van tussen de 12 en 60 mensen die betrokken
zijn bij een tak van dienst of een speciale taak. Op dit niveau ervaren mensen zinvolle sociale
gemeenschap. Mensen kennen elkaars voornaam en gaan graag met elkaar om. Deze
groepen zijn belangrijk voor het werk naar buiten toe en het opnemen van nieuwe leden.
Kleine groepen –groepen van 6 – 12 personen die regelmatig bij elkaar komen om te delen in
een gemeenschap van hart tot hart. Er heerst binnen de groep zowel een gevoel van intimiteit
als van wederzijdse verantwoordelijkheid. De groep besteedt tijd aan aanbidding, leren,
bidden, delen en zending.
2.2
2.3
3
Drie factoren die voor een gezond gemeenschapsklimaat kunnen zorgen
3.1
Liefde – (Johannes 13:35, 1 Korintiërs 13) We zullen door onze liefde herkend worden als
Jezus‘ volgelingen. Liefde is geen gevoel maar een daad. Liefde moet getoond worden door:
● De leiding van de gemeente.
● De leden, die de “elkaar”-relaties uitleven. (1 Korintiërs 12:25 voor elkaar zorgen;
Hebreeërs 10:24 elkaar aansporen; 1 Tessalonicenzen 5:11 elkaar bemoedigen;
Kolossenzen 3:13 elkaar vergeven).
● Het verwelkomen van en zorgdragen voor bezoekers.
● Onvoorwaardelijke aanvaarding van elkaar (Galaten 3:26vv, Jacobus 2:1-13).
Visie/Geloof – In Matteüs 16:13-20 kondigde Jezus de gemeente aan. Hij gaf haar een
geweldig doel en visie. Enkele factoren dragen hiertoe bij binnen de Kerk.
● Gevoel van doel: Mensen worden aangetrokken door groepen met een doel.
● Gevoel van verwachting: mensen moeten erop vertrouwen dat God met hen aan de slag
gaat om hun levens en dat van anderen te veranderen.
● Een positieve geest: Mensen worden aangetrokken door een positieve houding. Het N.T.
benadrukt blijdschap, dankbaarheid en soortgelijke houdingen (Filippenzen 4:8-9).
Betrokkenheid – In het N.T. bouwt iedereen aan de gemeente (1 Korintiërs 12:12-31).
● Mensen zij het meest tevreden en positief als zij daadwerkelijk meewerken.
● Bezoekers zijn onder de indruk wanneer leden toegewijd en betrokken zijn.
3.2
3.3
4
Twee vragen die voortdurend gesteld moeten worden:
4.1
4.2
Hoe “voelt” een bezoeker zich als hij in onze gemeente komt?
Hoe “voelt” het een lid van onze gemeente te zijn?
90
Aanbidding
& de nieuwe gemeente
Bijbelstudie 9
Een gemeente kan plannen maken zonder te groeien en, programma ‘s maken zonder te groeien.
Maar ze zal nooit waarlijk aanbidden en hetzelfde blijven. De dienst van aanbidding en onderricht
moeten uitnodigend zijn. Tijd, inspanning en geld moeten geïnvesteerd worden om de eredienst tot
een aantrekkelijk onderdeel van het gemeenteleven te maken. Niets bepaalt zo sterk het groeiklimaat
of de atmosfeer van een gemeente als de eredienst. De eredienst speelt een centrale rol bij onze
doelstelling om Jezus Christus te verheffen en God te verheerlijken.
1
1.1
1.2
1.3
1.4
1.5
Bijbelse definitie van aanbidding/eredienst.
Er zijn minstens zes Griekse woorden in het Nieuwe Testament die vertaald kunnen worden
met aanbidding. Ieder woord openbaart een aspect van aanbidding. Ze hebben alle te maken
met dienen. Aanbidding is een manier van leven.
● Proskuneo : toekussen, vereren, de knie buigen (Matteüs 4:10, 1 Korintiërs14:2).
● Sebazormai : vereren, een daad van eerbiedig ontzag of vrees (Romeinen 1:25).
● Eusebeo : duidt op vroomheid of eerbied (Handelingen 17:23).
● Sebomai : vereren (Markus 7:7, Handelingen 16:14).
● Latreuo : eredienst door allen voor God gebracht (Filippenzen 3:3).
● Leitourgeo : eredienst door een voorganger voor God gebracht.
De N.T. betekenis van aanbidding is God bewonderen vergezeld door een dienst voor God,
dus zowel God vereren als Hem dienen in ons dagelijks leven (Romeinen 12:1-2).
Aanbidding houdt drie dingen in (zie Matteüs 8:14, het verhaal van de melaatse):
● Beseffen dat Jezus Christus Heer is
● Erkenning van zijn soevereine wil
● Erkenning en onderwerping aan zijn macht.
Het patroon van christelijke aanbidding zoals onderwezen in 1 Korintiërs 14:6vv.
● Gefundeerd op de waarheid die door God is geopenbaard (vs. 26)
● Deelname van de gelovigen (vs. 26)
● Alles moet duidelijk begrepen worden (vs33)
● Een ordelijk verloop (vs. 27)
● De reactie op de boodschap (vs. 29)
De Heilige Geest en aanbidding (Johannes 4:23, 1 Korintiërs 14).
● De Geest zet de gelovige aan en rust hem toe tot aanbidding.
● Ware aanbidding is pas mogelijk wanneer de aanbidder wordt geleid door de Geest
(Johannes 4:23) en gebruik maakt van de gaven van de Geest (1 Korintiërs 14:26).
2
Belemmeringen voor ware aanbidding
2.1
Er zijn verschillende culturele obstakels die een ware aanbidding belemmeren. We zijn:
● Te gehaast. Niet vol hoop en verwachting kunnen wachten op God (Jesaja 40:31).
● Niet voorbereid. We leven in een kant en klaar-tijd met makkelijke en snelle
oplossingen.
● Te egocentrisch. Weerspiegelt in het commentaar: “Ik word niets wijzer van de
kerk”.
In aanbidding is er vaak geen evenwicht tussen verstand, hart en wil.
● We moeten God leren kennen met ons verstand.
● We moeten God heel diep ervaren met onze emoties.
● We moeten met onze wil praktische beslissingen nemen, die gevolgen hebben voor
onze relatie met God in ons dagelijks leven.
Gebrek aan persoonlijke aanbidding weerhoudt ons van groepsaanbidding.
● We moeten in ons dagelijks leven dankbare, lofprijzende en aanbiddende mensen
zijn.
● Je gaat niet naar de kerk om daar aanbidding te vinden, je neemt het met je mee uit
je dagelijks leven (Romeinen 12:1-21, Kolossenzen 3:15-4:6).
2.2
2.3
91
3
De nieuwe gemeente en een zinvolle dienst van aanbidding en onderricht
3.1
De ingrediënten van ware aanbidding zijn:
● Het Woord van God (Kolossenzen 3:16, Efeziërs 5:19).
● Muziek (Kolossenzen 3:16, Psalm 100:2).
Bid dat je creatief en zorgvuldig de eredienst plant, zodat tegemoet gekomen wordt aan de
behoeften van verstand, hart en wil.
Kom tegemoet aan de verwachtingen/behoeften van een verscheidenheid aan mensen:
● Oude gelovigen
● Jonge gelovigen
● Nieuwe gelovigen
● Ongelovige bezoekers
● Gelovige bezoekers
We moeten de mensen leren, uitleggen en begeleiden om ware aanbidding in de praktijk te
brengen. Het ligt niet in onze aard om God te aanbidden, maar we kunnen het wel leren.
We kunnen een atmosfeer scheppen die aanbidding binnen onze cultuur bevordert. (Er
bestaan geen plaatsen die heiliger zijn dan andere. Toch is er een behoefte aan gezamenlijke
aanbidding en deze wordt beïnvloed door de atmosfeer van die plaats).
3.2
3.3
3.4
3.5
Echte aanbidding
In Johannes 4:23-24 zei Jezus: “Maar er komt een tijd – en die is er al – dat wie echt aanbidden, de
Vader aanbidden in geest en waarheid. Want de Vader wil mensen die Hem zo aanbidden. God is
geest en wie Hem aanbidden, moeten Hem aanbidden in geest en waarheid”.
Je zou kunnen zeggen dat de Bijbel gaat over de strijd om mensen zo ver te krijgen, dat zij de enige
ware en levende God gaan aanbidden in plaats van dode, valse goden. Aanbidding neemt een
centrale plaats in de Schrift in. Het uitgangspunt schijnt altijd te zijn, zoals Jezus zei in de eerder
aangehaalde tekst, dat zij die een echte relatie met God en de wereld rondom hen hebben, mensen
zijn die weten wat aanbidding is. Aanbidding moet in ons leven als christen de hoogste prioriteit
hebben. De kerkvader Augustinus zei vele jaren geleden al dat het doel van de mensheid was om
“God te verheerlijken en voor eeuwig in Hem verblijd te zijn.”
Op het ogenblijk hebben veel mensen iedere behoefte aan aanbidding opgegeven, of zijn in ieder
geval van mening, dat zij dat kunnen. Vaak hoor je – “Houd op met dat kerkgedoe, ik heb meer
behoefte aan iets praktisch iets wat me helpt het leven aan te kunnen.” En toch schijnen overal om
ons heen personen, gezinnen en de maatschappij in grote nood te verkeren. Als mensen een leven
zonder aanbidding leiden, schijnt hun leven vaak in te storten.
Jezus schijnt aan te willen geven, dat er ware en valse aanbidding bestaat. “Ware” aanbidding is er als
we God tot middelpunt van ons leven maken. Valse aanbidding houdt in, dat we de goden van deze
tijd tot middelpunt maken, zoals plezier, materialisme, bezit, thuis, gezin, sociale leven, enz.
Wat er in de eredienst op sabbat gebeurt vormt de sleutel tot het gemeenteleven! Aanbidding
staat centraal in alles wat we doen. We kunnen en zullen ons geloof niet op een praktische manier
uitleven tenzij we God aanbidden in “Geest en in Waarheid”. We moeten aanbidding zien als een zaak
van vitaal belang. We moeten proberen te begrijpen hoe wij in “Geest en Waarheid” kunnen
aanbidden. We moeten leren begrijpen hoe onze houding, vaardigheden en handelingen voor
anderen een aansporing kunnen zijn om God oprecht te aanbidden. We mogen verwachten dat God
ons leven en dat van anderen zal veranderen doordat we samen aanbidden.
92
Wat houdt aanbidding in?
Warren Wiersbe zet in zijn boek Ware aanbidding drie dingen uiteen die essentieel zijn voor
aanbidding. Het zijn:
1
Aanbidding behelst verwondering: Aanbidding is een gelegenheid waarop we de
grootheid van God erkennen. We zijn niet gekomen voor vermaak. We zijn gekomen om God te
prijzen voor wat Hij is: God. We zijn gekomen omdat we het wonder van het leven beseffen – dat we
niet alles weten. Iemand heeft eens gezegd: “Wanneer de verwondering sterft, wordt de ziel een
verdord doodsbeen”. We aanbidden met ontzag en eerbied.
2
Aanbidding behelst getuigenis: We gaan niet naar de kerk om God in ons eentje te
aanbidden, maar we doen dat openlijk en als groep. Als we aanbidden getuigen we aan de Here
Jezus, aan de gemeente en aan de wereld. Door middel van gebed, zang, offergaven, bijbellezen,
prediking en avondmaal getuigen we dat God in ons midden is. Door onze zorg, onze liefde, ons
dienen en ons bemoedigen van elkaar getuigen we dat Gods liefde in ons is.
3
Aanbidding behelst strijd: We zijn in een oorlog verwikkeld. Het is een kosmische strijd,
zoals aangegeven in Efeziërs 6:12-18. Mensen komen met pijn, gebroken en bezorgd en zoeken naar
een overwinning in hun leven. Aanbidding is het vieren van de overwinning. We houden de dagelijkse
strijd voor ogen, maar ook de ware aard van een overwinnend leven dat we in Jezus Christus hebben.
Praktische tips voor aanbidding
1
Zorg voor jouw persoonlijke aanbidding.
De eredienst is vooral een zinvolle ervaring als die voortvloeit uit je eigen liefde voor en een
dagelijkse overgave aan Jezus.
2
Maak de eredienst tot een prioriteit in je leven.
Dit is vaak lastig in onze gehaaste wereld. Onszelf op een gedisciplineerde manier aan iets
overgeven gaat ons niet gemakkelijk af. Aanbidding moet echter voorop staan. Dat kan offers
betekenen!
3
Kom vroeg.
Je kunt je niet op aanbidding voorbereiding als je op het laatste moment binnen komt stormen.
4
Begroet anderen en heet ze welkom in de eredienst.
De Schrift moedigde de vroege christenen aan om elkaar “te begroeten met de heilige kus”.
Dat past misschien niet in onze cultuur, maar een vette glimlach, een warm welkom en een
ferme hand doen het net zo goed.
5
Kom vol verwachting.
Als we niet verwachten, dat God iets zal doen gedurende de eredienst dan zal dat
waarschijnlijk ook niet gebeuren. We moeten geloven dat God door de eredienst levens en
mensen zal veranderen. We moeten er vanuit gaan, dat mensen tijdens de eredienst
volgelingen van Christus zullen worden en zich aan Hem over zullen geven.
6
Bid voor de dienst.
We moeten niet alleen vooraf aan de dienst bidden, maar ook tijdens de dienst.
7
Nodig anderen uit voor de eredienst.
Ieder van ons komt gedurende zijn leven in contact met mensen, die open staan om naar een
eredienst te komen. Het enige waar ze op zitten te wachten is een uitnodiging. Nodig eens
iemand uit. Je zult verbaasd staan.
93
8
Bied je diensten aan in de eredienst.
Misschien vind je het leuk een tekst te lezen, de collecte op te halen, te bidden, te dirigeren, te
getuigen, mee te helpen met de koffiedienst of alles klaar te zetten. Er zijn altijd duizend en
één dingen om je in de eredienst verdienstelijk te maken. Bij veel dingen kun je daarbij op de
achtergrond blijven.
9
Blijf na voor het koffie&thee uurtje.
Sommige belangrijke zaken gebeuren na de dienst.
10
Maak kennis met een nieuw iemand.
Na de dienst is het de geschikte tijd om iemand te ontmoeten en te leren kennen.Veel mensen
komen naar de kerk met bepaalde behoeften. Misschien ben jij wel de juiste persoon om hulp
te bieden. Dat kan iets praktisch zijn, zoals het repareren van iets bij iemand thuis, maar het
kan ook iets emotioneels of geestelijks zijn; waarbij een geschikte praatpaal nodig is. Wees
gevoelig voor mensen – luister , zorg, en wees bereid om er te zijn voor de ander.
94
Rentmeesterschap
& de nieuwe gemeente
Bijbelstudie 10
Rentmeesterschap heeft te maken met al het bezit van een christen – tijd en talenten, maar ook zijn
vermogen. In deze studie gaat het over geld en materiele overvloed. Als we de Bijbel bestuderen, is
het voor velen een verrassing dat God veel te zeggen heeft over geld en bezittingen.
1
De essentie van de bijbelse leer over rentmeesterschap kan teruggebracht
worden tot drie eenvoudige maar belangrijke uitspraken.
1.1
1.2
1.3
Alles wat we bezitten is ons door God gegeven (2 Korintiërs 4:7).
Wat God ons geeft is echt van ons om te gebruiken naar eigen inzicht (Handelingen 5:4).
Aangezien God ons vrijelijk gegeven heeft, moeten wij ook vrijelijk geven aan God en
degenen die minder hebben (Matteüs 10:8, 1 Johannes 3:17).
2
Uit 2 Korintiërs 8 & 9 kunnen we een paar grondregels destilleren over het
geven in de nieuwtestamentische gemeente.
2.1
2.2
2.3
2.4
De basis van het rentmeesterschap is dat God overvloedig geeft aan zijn volk.
De belangrijkste gave is wanneer iemand zijn leven aan God wijdt (8:9).
Al het christelijk geven moet vrijwillig, volgaarne en blijmoedig zijn (9:7).
Het geven moet in overeenstemming zijn met iemands vermogen en de behoeften van
anderen (8:11-14).
Het geven kan mogelijk een offer inhouden (8:1-3).
Het vrijwillig en blijmoedig geven mondt uit in het prijzen van God en het schept een
gemeenschapsband. (9:13-14).
We oogsten wat we zaaien (9:6-11).
2.5
2.6
2.7
3
Iedere christen is als rentmeester verantwoordelijkheid.
3.1
Iedere christen moet nijver werken en vrijwillig besluiten een blijmoedig gever te worden (1
Tessalonisenzen 4:11-12, Efeziërs 4:28).
Het geven van tienden is een bijbels beginsel en een effectieve en praktische manier om de
gemeente te ondersteunen. Jezus sprak zich uit voor het geven van tienden, zolang het maar
geen afkoopsom was voor het dienen van God met heel je leven (Matteüs 23:23-24).
Een christen moet regelmatig en overvloedig geven via de bedieningen van de plaatselijke
gemeente. Iedere gelovige wordt aangemoedigd een plan te ontwikkelen waardoor hij een
blijmoedig gever wordt. (1 Korintiërs 16:1,2).
3.2
3.3
4
Als gemeente kunnen we het volgende doen om een gezond, blij en systematisch rentmeesterschap aan te moedigen.
4.1
Ontwikkel een budget dat van een creatieve investering in het werk van Gods Koninkrijk
getuigt.
Voorzie alle gelovigen van informatie en materiaal dat hen aanmoedigt een overvloedig en
regelmatig rentmeesterschap te beoefenen.
Ontwikkel een programma van geven via de kerk, wat zou het gebruik van envelopjes en
wekelijkse collectes kan inhouden.
Als gemeente moeten we verstandig met onze middelen omgaan en het bredere werk van
Gods Koninkrijk ondersteunen voor programma ’s buiten ons gebied, zoals zending in de
derde wereld, ADRA, en evangelisatiecampagnes.
4.2
4.3
4.4
95
Leiderschap
& de nieuwe gemeente
Bijbelstudie 11
Een kerk heeft leiding nodig! Of een bediening faalt of slaagt hangt mede af van haar leiding. Een
gemeente is nooit sterker dan haar leiders. Maar we moeten altijd beseffen, dat er een verschil is
tussen leiders en leiderschap. Er kunnen veel leiders zijn zonder dat er sprake is van leiderschap. Een
leider is iemand, die als zodanig erkend wordt vanwege zijn/haar leidinggevende persoonlijkheid of
positie. Leiderschap is de vaardigheid mensen te motiveren, te organiseren te leiden naar
gezamenlijke doelen.
1
1.1
1.2
1.3
1.4
1.5.1
Leiderschap speelde een hoofdrol bij de uitbreiding, groei en ontwikkeling van de
eerste gemeente.
Jezus heeft een aantal mannen die getuige waren geweest van de opstanding opgeleid tot de
leiders van een nieuwe beweging (Handelingen 1:15-26).
Na verloop van tijd werden anderen aangewezen om verschillende leidinggevende taken op
zich te nemen (Handelingen 6:1-7, 11:19-30, 13:1-3, 15:1-19).
Minstens vijf soorten leiderschap worden in het Nieuwe Testament genoemd.
● Apostel
● Profeet
● Evangelist
● Herder (ouderling, opzichter, bisschop)
● Diaken/diakones
Specifieke leidersfuncties in de eerste gemeente bestonden uit:
● Het besturen van de gemeente (1 Timoteüs 5:17, 1 Petrus 5:3)
● De bediening van het Woord van God (Handelingen 20:28, 1 Petrus 5:2)
● Het toerusten van de gelovigen zodat zij het lichaam konden dienen en opbouwen
(Efeziërs 4:11)
● Het beschermen van de gemeente tegen valse leraren (Handelingen 20:28-30)
● Het bezoeken van en zorgdragen voor de behoeftigen (Jacobus 5:14)
De kenmerken waaraan de leiders van de plaatselijke gemeenten moesten voldoen worden in
de Schrift omschreven als:
Herders (ouderlingen, opzichters)
In de Schrift worden de kenmerken opgedeeld in vier gebieden, nl. die van karakter, geestelijke
staat, gezinssituatie en gaven
Karakter
Onberispelijk – hem kan niets verweten worden
Nuchter – geen buitensporige wijndrinker
Zelfbeheersing – verstandig, eerlijk
Ordelijk – niet wanordelijk
Gastvrij
Vriendelijk – niet opvliegend of ruziezoekend
Edelmoedig – niet gierig of geldzuchtig
Goede getuige naar ongelovigen toe
Liefhebber van het goede
Onzelfzuchtig
Seksueel rein
Rechtvaardig
Geestelijke staat
Volwassen christen
Godvruchtig
Gezinssituatie
Echtgenoot van één vrouw
Het gezin is op orde – de kinderen zijn gehoorzaam en respectvol
De kinderen leven geen verloren/opstandig leven
Geestesgaven
96
Onderwijs
In staat om valse leer te weerleggen
Diakenen en diakonessen
Net als bij de herders worden de bijbelse kenmerken opgedeeld in vier gebieden, nl. die van
karakter, geestelijke staat, gezinssituatie en gaven (Handelingen 6:1-7, 1 Timoteüs 3:8-12).
Karakter
Goede reputatie bij de ongelovigen
Waardig
Waarachtig – niet spreken met en dubbele tong
Nuchter – geen buitensporige wijndrinker
Gastvrij
Eerlijk in zaken – geen liefhebber van smeergeld
Leeft het christelijke geloof uit
Geen roddelaar
Betrouwbaar
Partner
Respectabel
Geen roddelaar/ster
Waardig
Betrouwbaar
Geestelijke staat
Vol van de Heilige Geest
Vol van de wijsheid Gods
Een sterk persoonlijk geloof
Volwassen christen
Gezinssituatie
Echtgenoot van één man/vrouw
Een goed gezinshoofd
Geestesgaven
Bekwaam in bestuur
2
We kunnen veel leren van relevant onderzoek en studies aangaande
leiderschap.
2.1
Er zijn vier soorten leiderschap
● Geërfd – aangeboren leiderschap
● Bureaucratisch – leiderschap op grond van ervaring en leeftijd
● Charismatisch – uniek leiderschap dat bij sommigen opborrelt in tijden van crisis
● Representatief – gekozen door volgelingen, op basis van consensus of verkiezing
Er is een verschil tussen natuurlijk en geestelijk leiderschap.
2.2
De natuurlijke leider
● Zelfvertrouwen
● Mensenkenner
● Neemt zelf beslissingen
● Ambitieus
● Komt met eigen aanpak
● Houdt ervan om anderen opdrachten te geven
● Motivatie op basis van eigen opvattingen
● Onafhankelijk
De geestelijke leider
●
●
●
●
●
●
●
●
Vertrouwt op God
Mensenkenner en God kenner
Probeert Gods wil te achterhalen
Zichzelf wegcijferend
Ontdekt en volgt Gods methoden
Schept genoegen in het gehoorzamen van God
Gedreven door liefde voor God en mensen
Afhankelijk van God
97
2.3
Onderzoek laat bepaalde factoren zien die het potentieel voor gemeentegroei relateren aan de
leidinggevende of de uitvoerende rol van de predikant:
De rol van de pastor als leider
De rol van de pastor als uitvoerder
Gemeentegroeipotentie
Gemeentegroeipotentie
Predikant als leider
Predikant als uitvoerder
Gemeente als leider
2.4
Gemeente als uitvoerder
Het piramidebeginsel: Voordat het totale aantal leden en aanhangers van een gemeente kan
groeien, moet eerst de basis van het leiderschap verbreed worden:
120+
90+
50-60
● Als er meer mensen binnen de gemeente gebracht worden, moeten er ook meer
bedieningen komen en dat betekent noodzakelijkerwijze dat er meer leiding nodig is.
3
3.1
3.2
3.3
3.4
3.5
Het leiderschap in de plaatselijke gemeente moet zo georganiseerd worden, dat
het zowel functioneel als relevant is voor de mensen.
Als Adventisten organiseren we het leiderschap in de plaatselijke gemeente op de volgende
manier:
Christus is het hoofd – Hij is de ware leider van zijn lichaam. (Wij zijn geen democratische,
autonome lichamen).
Predikant/herder – inclusief het gegeven van de ouderling/opzichter, die als representatief
leider van de gemeente zorgt voor een geestelijke/praktische visie, motivatie en
georganiseerd leiderschap om de gemeente te helpen haar goddelijke opdracht uit te voeren.
Diaken m/v – treedt op als vertegenwoordiger van de gemeente om samen te werken met de
pastorale leiding en haar bij te staan en te ondersteunen om ervoor te zorgen dat de
gemeente haar opdracht uitvoert.
(Diakenen m/v voorzien zowel in geestelijke als bestuurlijke leiding).
Functionele leider – leiders die benoemd zijn voor een bepaalde activiteit bijv. (vakantie)
bijbelschool, huisgroepen, kinderclub, jeugdclub, koor, dramagroepen, enz.
De gemeente als leider – de hoogste instantie voor besluitvorming wordt gevormd door de
leden gezamenlijk. Dit kan gedaan worden door de methode van “bespreken en dan
stemmen”, of via het doeltreffender model van “consensus”. Het is net zo belangrijk dat de
uiteindelijke verantwoordelijkheid voor het uitvoeren van haar opdracht bij de gemeente als
geheel ligt.
Noot: Binnen dit organisatiemodel is er een ruime mate van flexibiliteit, zodat iedere gemeente
vormen van leiderschap kan ontwikkelen die zowel functioneel zijn met het oog op de
opdracht van de gemeente en tegelijkertijd passen zijn in verschillende culturen.
98
Appendix D
Kadervorming
Het kiezen,
toerusten &
mobiliseren
van
leiders
Definitie
Een geestelijke leider is iemand die zowel onder gezag staat als gezag draagt. Hij is
hoogstwaarschijnlijk de “vertegenwoordigende leider” in de maatschappij omdat de basis van zijn
gezag niet ligt in aangeboren leiderskwaliteiten (alhoewel hij ze best kan hebben), maar in het feit dat
hij door God is toegerust en verkozen door zijn gemeenteleden, die zich hebben laten leiden door de
Heilige Geest. Fergal Gerber zegt het zo: “Iemand kan normaal gesproken pas gezag uitoefenen in de
gemeente als dat gezag door de kerk onderkend is.”
Als het zo moet gaan, is het noodzakelijk dat de leden onderwezen worden in de bijbelse kwalificaties
voor leiderschap binnen de plaatselijke gemeente. Deze moeten de leden voor ogen gehouden
worden, zodat zij een maatstaf hebben voor het aflezen van geestelijke groei. Niet alle leden zullen
leider worden, want niet iedereen heeft de juiste combinatie van geestesgaven en vaardigheden. Maar
wel moet iedereen streven naar de hoogste mate van godsvrucht in zijn leven en zij die daarin slagen
mogen als zodanig erkend worden en bekleed met speciale verantwoordelijkheden en gezag.
Vereisten
voor leiders
De Bijbel somt vereisten op voor twee afzonderlijke groepen van leiders in de gemeente.
1
Degenen die:
● Besturen door hun voorbeeld (1 Timoteüs 5:17-20).
● Het Woord van God bedienen (Handelingen 20:28, Efeziërs 4:11).
● Herders zijn over Gods kudde (1 Petrus 5:2).
● Leden toerusten/opleiden (Efeziërs 4:12).
● De gemeente beschermen tegen valse leraren (Handelingen 20:28-30).
● De zieken bezoeken en voor hen bidden (Jacobus 5:14).
Het Nieuwe Testament verwijst naar deze mensen als herders, oudsten of opzichters. De nadruk ligt
hier echter niet op de naam, maar op de functie van de betreffende mensen en daarom worden er
kenmerken opgesomd voor hen die deze functies uitoefenen.
Herders (ouderlingen, opzichters)
In de Schrift worden de vereisten opgedeeld in vier gebieden, nl. die van karakter, geestelijke staat,
gezinssituatie en geestesgaven
Karakter
Onberispelijk – hem kan niets verweten worden
Nuchter – geen buitensporige wijndrinker
Zelfbeheersing – verstandig, eerlijk
Ordelijk – niet wanordelijk
Gastvrij
Vriendelijk – niet opvliegend of ruziezoekend
Edelmoedig – niet gierig of geldzuchtig
Goede getuige naar ongelovigen toe
Liefhebber van het goede
Onzelfzuchtig
Seksueel rein
Rechtvaardig
99
Geestelijke staat
Volwassen christen
Godvruchtig
Gezinssituatie
Echtgenoot van één vrouw
Het gezin is op orde – de kinderen zijn gehoorzaam en respectvol
De kinderen leven geen verloren/opstandig leven
Geestesgaven
Onderwijs
In staat om valse leer te weerleggen
2
Degenen die:
● De tafel bedienden.
● De kerkfondsen beheerden.
● Andere noodzakelijke taken verrichtten zodat de bediening van Gods Woord kon voortgaan.
(Handelingen 6:1-6).
Deze groep werd in de Schrift gewoonlijk aangeduid als diakenen of diakonessen. Hier volgt
een opsomming van de Schriftuurlijke kenmerken voor deze groep.
Karakter
Goede reputatie bij de ongelovigen
Waardig
Waarachtig – niet spreken met en dubbele tong
Nuchter – geen buitensporige wijndrinker
Gastvrij
Eerlijk in zaken – geen liefhebber van smeergeld
Leeft het christelijke geloof uit
Geen roddelaar
Betrouwbaar
Partner
Respectabel
Geen roddelaar/ster
Waardig
Betrouwbaar
Geestelijke staat
Vol van de Heilige Geest
Vol van de wijsheid Gods
Een sterk persoonlijk geloof
Volwassen christen
Gezinssituatie
Echtgenoot van één man/vrouw
Een goed gezinshoofd
Geestesgaven
Bekwaam in bestuur
Er is een algemene tendens om trouwe leden binnen een organisatie te promoveren, zonder te
letten op hun bekwaamheid om te presteren op een hoog niveau van verantwoordelijkheid.
Wanneer iemand wordt verhoogd tot een niveau boven zijn kunnen, raakt zo iemand gefrustreerd en
onproductief. Geschiktheid voor een functie houdt niet automatisch geschiktheid in voor een andere
functie met grotere en andere verantwoordelijkheden.
Natuurlijk moeten gemeenten trouw, bekwaamheid en goed uitgevoerde projecten waarderen.
Desondanks moet er bij het aanmoedigen en kiezen van leiders in de gemeente rekening gehouden
worden met hun geestesgaven en natuurlijke aanleg. Alleen zij die kunnen preken moeten gevraagd
worden te preken. Alleen aan diegenen die de gave van onderwijs hebben moeten gevraagd
worden te onderwijzen. Alleen diegenen die de gave van bestuur hebben moeten gevraagd worden
te besturen.
100
Begaafdheid
van leiders
Er moet een onderscheid gemaakt worden tussen leiderschap in de maatschappij en leiderschap
binnen de gemeente. Alleen het feit dat iemand een natuurlijke aanleg heeft om leiding te geven
maakt hem/haar nog niet geschikt om leiding te geven binnen de gemeente. Het is voorgekomen dat
niet-bekeerde mensen de gemeente zijn binnengekomen en bevorderd zijn tot leidinggevende
posities, alleen op grond van hun ervaring in hun zakelijke leven of maatschappelijke leven. De
gevolgen voor de gemeente waren niet minder dan rampzalig. Een geestelijke gemeente heeft
geestelijke leiders nodig, wil zij doelmatig zijn in het volvoeren van Gods plannen met deze wereld.
De natuurlijke leider
Zelfvertrouwen
Mensenkenner
Neemt zelf beslissingen
Ambitieus
Komt met eigen aanpak
Houdt ervan anderen opdrachten te geven
Motivatie op basis van eigen opvattingen
Onafhankelijk
De geestelijke leider
Vertrouwt op God
Mensenkenner en God kenner
Probeert Gods wil te achterhalen
Zichzelf wegcijferend
Ontdekt en volgt Gods methoden
Schept genoegen in het gehoorzamen van God
Gedreven door liefde voor God en mensen
Afhankelijk van God
In Efeziërs 4, Romeinen 12 en 1 Korintiërs 12 vinden we een lijst met geestesgaven. Iedere gelovige
ontvangt één of meer gaven zodat hij/zij kan bijdragen aan het welzijn van de gemeente.
Hoogstwaarschijnlijk zijn dit niet de enige geestelijke gaven. Velen zijn van mening, dat Paulus
voorbeelden van geestesgaven gebruikt in zijn brieven aan de gemeenten. Eén gave die genoemd
wordt is die van leiderschap en het is deze gave die we in mensen moeten ontdekken, willen wij ze als
leider binnen de gemeente kunnen uitkiezen en opleiden.
Het kiezen
van leiders
Bij het zoeken naar mensen die wellicht geschikt zouden zijn als leider moeten we letten op diegenen,
die getoond hebben toegewijd te zijn aan de Heer van de Kerk en het leven van de gemeente. Dit kan
herkend worden aan het trouw aanwezig zijn, het vervullen van eenvoudige taken binnen het
gemeenteleven en hun karakter en houding.
Het is ook nuttig uit te zien naar mensen die bereid zijn zichzelf weg te cijferen voor de vooruitgang
van de gemeente. Het spreekt vanzelf dat geestesgaven van leiderschap alleen aan het licht kunnen
komen als we mensen in actie zien in het leven van de gemeente.
Het toerusten
van leiders
Het is niet genoeg dat predikanten bepaalde leden opmerken die het in zich hebben leiding te gaan
geven. Als er aanwijzingen van geestelijke groei zijn, moet hen de kans gegeven worden hun talenten
als gemeentelijke leiders te ontwikkelen. Dit houdt ook opleiding in.
Vaak is het zo, dat in gevestigde gemeenten de meeste leidinggevenden verantwoordelijkheden
krijgen die te maken hebben de christelijke gezinnen, zorg dragen voor de behoeften van de
gemeenteleden, het onderhoud van de gemeentefaciliteiten en het vlotjes laten lopen van de
organisatie.
Hoewel dit alles noodzakelijk is kan het een obstakel vormen voor geestelijke groei en het is zeker een
hinderpaal voor numerieke groei. Het is de taak van de gemeente verloren schapen te vinden, niet
alleen om de reeds gevonden schapen te voeden. Als de nieuwe gemeente het voorbeeld volgt van
101
de gemiddelde gevestigde gemeente, zal zij spoedig ontdekken dat de aandacht en de inspanning
van haar leiders naar binnen gericht zijn en dat maar weinig leiders zich richten op de verlorenen. Dit
mondt uit in een stagnatie op een tijdstip dat de gemeente zich dat helemaal niet kan veroorloven.
Leiders moeten ontdekt en ontwikkeld worden. Dit betekent dat we oog moeten hebben voor de
kwaliteiten en kenmerken van leiderschap, zowel geestelijk als natuurlijk.
Wanneer gemeentestichters en plaatselijke leden zich bewust zijn van deze kenmerken zullen zij ook
het leiderschap ontdekken, waar de Heer van de Kerk de nieuwe gemeente van voorziet. Door
prioriteit te geven aan de ontwikkeling van geestelijke kwaliteiten kunnen deze leiders een zegen voor
de hele gemeente worden. Het “master plan” houdt drie stappen in:
1
Neem je voor in preek en onderricht aandacht te schenken aan het verschil tussen de
kenmerken van natuurlijk en geestelijk leiderschap en dat het laatste de norm is voor een
geestelijke man of vrouw.
2
Kies diegenen uit wier bekwaamheid en getuigenis als resultaat heeft gehad dat de leden
vertrouwen in ze hebben gekregen. Dit gaat vaak automatisch. Er bestaat echter een
natuurlijke neiging om diegenen die in de maatschappij een leidersrol vervullen ook leider in
de gemeente te laten worden. Daarom moeten de geestelijke kenmerken top prioriteit hebben
in de selectie procedure. De nieuwe gemeente vraagt om moeilijkheden als dit niet gebeurt.
3
Een speciale opleiding en verantwoordelijkheden moeten gegeven worden aan hen die
erkend worden als (potentiële) leiders.
Kader-
vorming
Hier volgt een voorbeeld van hoe je leiders kunt toerusten.
1
Jij doet het alleen.
De enige persoon die geschikt is om een ander op te leiden om leiding te geven in een bediening is
degene die al leiding geeft. Het doet er niet toe hoe het opleidingsschema eruit ziet, degene die
opleidt moet al actief betrokken zijn in het werk, want anders zal het opleidingstraject hoogst
waarschijnlijk nooit verder komen dan de theoretische fase. Als de predikant op een bepaald gebied
de gaven niet heeft, moet er iemand anders gevonden worden om de opleiding te geven.
2
Jij doet het terwijl de stagiair(e) toekijkt.
Wil een opleiding effectief zijn dan is voordoen heel belangrijk. Als een stagiair(e) zich wil bekwamen
in het leidinggeven dan is het belangrijk dat hij/zij de kunst van iemand afkijkt die leiding geeft. Als de
stagiair bijvoorbeeld moet leren hoe hij van zijn geloof kan getuigen, neem hem dan mee naar een
moment waarop jij dat gaat doen, en laat het hem zien. Het maakt niet over welke
verantwoordelijkheden we het hebben, een goede ontwikkeling van begint met het goed voor te doen.
3
Laat de stagiair(e) meedoen terwijl jij het doet.
De stagiair(e) neemt een stukje van jouw taak over. Bij het bovengenoemde voorbeeld geeft hij
bijvoorbeeld op een bepaald punt zijn getuigenis.
4
Laat de stagiair(e) het doen terwijl jij toekijkt.
Dit is de “coaching” fase binnen het leerproces. Geef de stagiair(e) de teugels van een bepaald project
in handen en zorg ervoor dat het beide teugels zijn. Laat hem/haar een programma of een
samenkomst leiden en geef ruimte om fouten te maken.
In deze fase biedt een uitglijder een uitstekende kans om te leren, zolang er maar ruimte is om fouten
te maken. De zo opgedane ervaring kan een fout van vandaag veranderen in vele successen van
morgen.
102
5
Laat de stagiair(e) het alleen doen en evalueer samen later.
Dit is de “consultatie” fase. De stagiair(e) heeft niet alleen beide teugels in handen, hij heeft de hele
weg tot zijn beschikking. Hij staat er helemaal alleen voor. Enige tijd later doet de stagiair(e) verslag
van wat er gebeurd is. De successen en datgene wat moeizaam ging worden doorgesproken. De
coach geeft daarop informatie, advies en een nieuwe opdracht. Naarmate de stagiair(e) meer ervaring
opdoet zal dit minder en minder nodig zijn en uiteindelijk zal de voormalige stagiair(e) zelf nieuwe
stagiaires gaan opleiden.
Evaluatie
van de stagiair(e)
Na het beëindigen van het opleidingstraject moeten van iedere nieuwe leider de leiderscapaciteiten
geëvalueerd worden. Het volgende formulier kan van nut zijn bij het vaststellen van de sterke en nog
bij te spijkeren kanten van de nieuwe leiders.
103
Naam ___________________________________________________________________________
Datum ___________________________________________________________________________
Sterke punten _____________________________________________________________________
_________________________________________________________________________________
_________________________________________________________________________________
_________________________________________________________________________________
_________________________________________________________________________________
Aandachtspunten __________________________________________________________________
_________________________________________________________________________________
_________________________________________________________________________________
_________________________________________________________________________________
_________________________________________________________________________________
Verder opleidingstraject
Aandachtsgebieden ________________________________________________________________
_________________________________________________________________________________
_________________________________________________________________________________
_________________________________________________________________________________
_________________________________________________________________________________
Mogelijke docenten/programma’s ______________________________________________________
_________________________________________________________________________________
_________________________________________________________________________________
_________________________________________________________________________________
_________________________________________________________________________________
104
Mobilisatie
Als we mensen aan het werk willen zetten binnen de gemeente, dat moeten we eraan denken, dat zij
eerst opdrachten krijgen en pas nadat zij in die taken gegroeid zijn, ze de leiding krijgen over een
bediening.
Delegeren is het sleutelwoord als het gaat om mensen in te zetten. Als leiders zijn opgeleid en
voorzien van taken en daarna bedieningen, moeten zij vervolgens wel de vrije hand krijgen. Ik heb
nog steeds goede herinneringen aan de hoofdpredikant die mij de verantwoording gaf over een aantal
bedieningen als zijn partner en vervolgens iedereen naar mij verwees die iets wilde weten over de mij
toebedeelde bedieningen, zelfs al wist hij het antwoord.
De reden was dat hij bepaalde zaken aan mij had overgedragen en dat hij wilde, dat ik daarin goed
zou functioneren. Hij wilde ook aan de gemeente duidelijk maken dat hij vertrouwen in mij had. Het
spreekt vanzelf, dat ik in deze bedieningen een collega pastor was met de bedoeling, dat hij van een
aantal taken verlost zou zijn en zich kon gaan richten op andere dingen.
Hoe mensen in te zetten
Maak een lijst van alle taken die je op dit moment verricht en die noodzakelijk zijn voor het
gemeenteleven. Het kan zijn dat je weer even stilstaat bij de doelen die je voor jezelf gesteld had en
de taken die deze in de (nabije) toekomst met zich mee zullen brengen.
_________________________________________________________________________________
_________________________________________________________________________________
_________________________________________________________________________________
_________________________________________________________________________________
Noem de activiteiten van hierboven die helemaal niet gedaan hoeven te worden.
_________________________________________________________________________________
_________________________________________________________________________________
Maak een lijst van activiteiten die door iemand anders dan de predikant gedaan kunnen worden.
_________________________________________________________________________________
_________________________________________________________________________________
_________________________________________________________________________________
_________________________________________________________________________________
105
Delegeringsformulier
Taak
_________________________________________________________________________________
Datum
_________________________________________________________________________________
Doel
_________________________________________________________________________________
_________________________________________________________________________________
Plan van aanpak
Per wanneer
Door wie
_________________________________________________________________________________
_________________________________________________________________________________
_________________________________________________________________________________
_________________________________________________________________________________
Resultaat
_________________________________________________________________________________
_________________________________________________________________________________
_________________________________________________________________________________
_________________________________________________________________________________
106
Appendix E
Drie kenmerken
van een gemeente
De vraag is: “Wat is een nieuwtestamentische gemeente en hoe weten we of we er één op poten
gezet hebben?” Dit is een onderwerp dat de grenzen van deze verhandeling ver overschrijdt. Ik ben
echter van mening, dat uit het Nieuwe Testament drie voorwaarden gedestilleerd kunnen worden,
waaraan voldaan moet zijn wil een gemeentestichter kunnen zeggen: “We hebben er een nieuwe
gemeente bij”.
1
2
3
Er moet een “kritische massa” aanwezig zijn, met andere woorden een minimaal aantal
mensen met een sociale samenhang. Een groep van drie vrijgezellen is geen gemeente. Een
gemeenschap van vijftien volwassenen met kinderen zou het wel kunnen zijn. Het Nieuwe
Testament geeft ons geen magisch aantal, maar dat komt waarschijnlijk omdat die “kritische
massa” van geval tot geval verschillend zou kunnen zijn.
Er moeten twee of meer personen zijn die voldoen aan de eisen van het ouderlingschap en
die bereid zijn in die hoedanigheid te dienen. Ik zeg twee omdat ik geloof dat het Nieuwe
Testament uitgaat van meer dan één ouderling in een gemeente. En opnieuw wordt er geen
aantal aangegeven, terwijl drie of meer in de regel veel beter is dan twee.
Deze ouderlingen worden aangesteld en dragen het gezag en de verantwoordelijkheid van de
gemeente. Als de gelovigen hun orders nog steeds van buiten de groep verwachten, is er nog
geen sprake van een nieuwe gemeente.
Nu de Kerk zich twee millennia ingespannen heeft om de Grote Zendingsopdracht uit te voeren,
kunnen we stellen dat zij nog niet klaar is. Toch zijn er tekenen, dat God zijn genade uitstort over
steeds meer onbereikte bevolkingsgroepen en pionier teams van gemeentestichters zien nu resultaten
die voorheen ondenkbaar waren. We zijn ervan overtuigd dat het stichten van nieuwe gemeenten de
drijvende kracht van de Kerk moet zijn om het nieuws van het evangelie te brengen aan hen “aan wie
nog niet over Hem verteld is en hen die nog niet gehoord hebben”. Materiaal als bijv. “De zeven fases
van het stichten van gemeenten” kunnen hierbij van dienst zijn.
107
Appendix F
7 Fasen van het stichten van gemeenten: fase & activiteitenlijst
(Het stichten van een gemeente in een islamitische context)
Door Dick Scoggins en Dan Brown
Fase 1
Het team gaat aan de slag
Definitie: Het team samenstellen. Inleidende plannen en strategieën voor een nieuwe gemeente.
\Wanneer te beginnen: Zodra de beschikbare teamcoördinator officiëel is aangesteld.
● Bestudeer de best beschikbare informatie over de taal, geschiedenis en cultuur van de doelgroep.
● Beschrijf je visie in een “Vision Statement”.
● Stel een intentieverklaring op.
● Zorg vanuit de gemeente voor goedkeuring en ondersteuning voor ieder teamlid.
● Maak een plan van aanpak.
● Elk teamlid zorgt voor voldoende voorbede en financiële ondersteuning.
● Stel het team samen.
● Zorg dat het team zich de visie en de strategie voor het stichten van de nieuwe gemeente eigen
maakt.
● Voltooi de controlelijst voor de teamleider.
Fase 2
Voorbereiden op het zaaien
Definitie: M.b.t. de doelgroep: Leer de taal, pas jezelf aan de cultuur aan, wordt één van “hen”
Wanneer te beginnen: Het leeuwendeel van het team is ter plaatse (en gewoonlijk druk bezig de taal
te leren).
● De teamleden komen aan, zorgen voor huisvesting en voeren hun aankomststrategie uit.
● Lossen thuis opkomende conflicten op.
● Bieden teamconflicten het hoofd.
● Ontwikkelen een teamleven dat geestelijke steun biedt aan de teamleden.
● Het team stelt doelen en plannen vast.
Aanpassingen aan taal en cultuur.
● De teamleden werken hard om de doeltaal onder de knie te krijgen.
● Het programma om de taal te leren en daarop gecheckt te worden werkt.
● Leer overleven in het gekozen gebied, raak op je gemak en geniet van het land.
● Stel het gezin in staat hetzelfde doen.
● Begin het inburgeringtraject op basis van de strategie.
● Knoop een aantal relaties met verschillende diepgang aan met leden van de doelgroep.
● Laat gezinsleden (vrouw en kinderen) hetzelfde doen.
● Introduceer elementen van verlossing in die relaties.
● Versterk je karakter door de stress van persoonlijke aanpassing en die van je gezin en je team aan
de plaatselijke cultuur.
● Zoek naar en ontwikkel instrumenten om te evangeliseren in de doeltaal.
108
Fase 3
Zaaien
Definitie: Het edele werk van evangelisatie.
Wanneer te beginnen: Het leeuwendeel van het team besteedt het grootste deel van de beschikbare
tijd aan evangelisatie en niet meer aan het leren van de taal.
● Leer stukken uit de Bijbel (bijv. gelijkenissen en wonderen) in de doeltaal uit het hoofd.
● Leer bijbelse waarheden te vertellen in de doeltaal.
● Ontwikkel bij vrienden een sympathie voor het evangelie.
● Ontwikkel een strategie om ontvankelijke mensen en de mensen in hun onmiddellijke omgeving
(familie of vrienden) als groep te benaderen.
● Begin met evangelisch bijbelonderricht (bijv. met behulp van ESDA-cursussen).
● Moedig contactpersonen aan toegewijde kennissen mee te nemen.
● Evalueer al biddend of je vrienden ‘mannen van vrede’ (Lucas 10:6) zouden kunnen worden:
Kunnen zij anderen meevoeren?
● Bepaal onder gebed wie van je kennissen de ‘mannen van vrede’ zijn. (Het kan zijn dat je hiervoor
eerder vrouwen aantreft, vooral als mannen niet reageren en vrouwen wel.)
● Probeer iemand ertoe te brengen dat hij/zij Jezus wil volgen.
Fase 4
Start het traject van discipelschap
Definitie: Een of meer gelovigen vanuit een moslimachtegrond (MAG) begeleiden op het pad van
discipelschap. Beide partijen moeten erkennen, dat dit een proces is waarin de MAG’s groeien in hun
karakter en in hun dienstbaarheid aan Christus.
Wanneer te beginnen: Begin de weg van het volgen van Christus met de MAG ongeacht hoe hij/zij tot
Christus is gekomen.
● Daag een of meer gelovigen uit (zo mogelijk “mannen en/of vrouwen van vrede”) om door jou of
een ander teamlid begeleid te worden op het pad van discipelschap om zo tot volle wasdom in
Christus te komen.
● Laat deze persoon en zijn kennissenkring in de praktijk zien wat een christelijke levenswandel
inhoudt.
● Laat de gelovige proberen andere personen te betrekken bij zijn pad van discipelschap.
Oefen de gelovige(n) om:
● Volledig zijn nieuwe identiteit te begrijpen als een kind van God door het geloof en niet door werken.
(Is er een neiging om terug te keren tot de “werkheiligheid” van de Islam?)
● Het doel van de doop te begrijpen als een uitwendig teken van het afsterven van het eigen ik en een
wedergeboorte in Christus.
● Bijbelverhalen te vertellen die invloed hebben op het leven van alledag.
● De gewoonte te ontwikkelen de Schrift te raadplegen als oplossing voor problemen.
● Zonde in zijn leven te herkennen en daarop te reageren met berouw, belijdenis en het ontwikkelen
van nieuwe levenspatronen.
● Het leven van Christus na te leven in het grotere familieverband (Matteüs 5-7).
● Godvruchtige huwelijksbanden te ontwikkelen, bijv. in het oplossen van conflicten, in
vergevingsgezindheid, verzoening.
● Godvruchtige manieren te ontwikkelen bij het opvoeden van de kinderen.
● Godvruchtige patronen van conflictbeheersing naar anderen toe aan te leren.
● De plaats en de functie van het lijden in het leven van de gelovige te begrijpen en in staat te zijn dat
op zijn/haar eigen leven toe te passen.
109
● Op een godvruchtige manier op vijandigheid t.o.v. zijn nieuwe geloof te reageren (van bijv. overheid,
familie, werkgever, vrienden).
● De bijbelse leer te begrijpen aangaande plaatselijke occulte praktijken en het antwoord daarop en
de alternatieven die God biedt.
● Van hun geloof rekenschap te kunnen afleggen op een standvastige, niet provocerende, maar
doordachte manier.
● Het goede nieuws met familie en vrienden te delen.
● Zijn gaven en roeping te ontdekken.
● Bekend te raken met Gods plan voor de uitbreiding van zijn Koninkrijk in het boek Handelingen.
● Vrouwelijke teamleden onderwijzen vrouwen in de vaardigheden uit Titus 2:3-5 bij het onderdanig
zijn aan hun echtgenoten.
Fase 5
De gemeente begint vorm te krijgen
Definitie: De bediening van het vergaderen van gelovigen met een moslimachtergrond (MAGs). Het
groepje tot een gemeente laten groeien, of meerdere groepen tegelijk begeleiden. Gedurende deze
fase heeft de gemeentestichter een grote invloed op de gemeenschap.
Wanneer te beginnen: Drie of meer MAGs beginnen op een regelmatige basis samen te komen voor
gemeenschap met Christus, onderwijs, gebed, enz. (met tenminste twee personen uit de doelgroep).
● Familie en vrienden beginnen het goede nieuws samen te onderzoeken.
● Drie of meer gelovigen stemmen toe Christus in een toegewijde gemeenschap te volgen.
● De gemeentestichter vertelt over Gods plan om koninkrijksgemeenschappen te vormen onder
familie en vrienden.
● De gelovigen gaan met dit plan akkoord en stellen samen met de gemeentestichter een cultureel
zinvol schema op voor regelmatige samenkomsten.
● De gelovigen beginnen hun geestelijke gaven te herkennen en te gebruiken binnen de groeiende
geloofsgemeenschap.
● De oudere gelovigen begrijpen de “elkaar” verzen uit de Bijbel en hoe deze de christelijke
gemeenschap bepalen.
● De oudere gelovigen zijn het eens geworden over een toepasselijke manier waarop lidmaatschap
van hun leefgemeenschap vastgelegd wordt (bijv. verbond).
● De gemeenschap der gelovigen heeft een gezicht gekregen (bijv. door verbond).
● De gemeenschap viert het Heilig Avondmaal.
● De gemeenschap komt regelmatig bijeen voor zinvolle aanbidding, onderwijs en gebed.
● De gelovigen evangeliseren.
● De samenkomsten zijn cultureel relevant
.
De gemeentestichters beginnen zich terug te trekken.
● De verantwoordelijkheden tussen de gemeentestichter en de leiders worden vastgelegd.
● De meeste gemeentestichters trekken zich terug uit de samenkomsten.
● Zij richten zich op het beginnen van nieuwe groepen gelovigen (Fase 4).
● De achtergebleven gemeentestichters blijven op de achtergrond in de samenkomsten.
Fase 6
Kadervorming
Definitie: Laatste stappen voordat de MAG gemeenschap een compleet nieuwe gemeente wordt. De
leiders worden opgeleid en geïnstalleerd. In deze fase richten de overgebleven gemeentestichters
zich voornamelijk op de uitbouw van het leiderschap.
Wanneer te beginnen: Het ontwikkelen van leiderschap is nu het voornaamste werk van het team. Het
team verwacht binnen zes maanden haar rol af te kunnen ronden na de aanstelling van verscheidene
bijbels gekwalificeerde ouderlingen. Iedere ouderling die daarna wordt aangesteld, wordt aangesteld
110
onder de verantwoording van de bestaande ouderlingen, ongeacht het besluitvormende model
waarvoor ze hebben gekozen.
Leiders staan op
● Oudere gelovigen hebben nieuwe gelovigen gedoopt.
● Oudere gelovigen begeleiden nieuwe gelovigen op het pad van discipelschap.
● Oudere vrouwen onderwijzen jongere vrouwen de vaardigheden uit Titus 2.
● Oudere, meer volwassen mannen worden opgeleid om in de bijeenkomsten voor te gaan.
● Gelovigen nemen de verantwoordelijkheid voor het geven van bijbels onderricht.
● Oudere gelovigen gaan voor bij het Heilig Avondmaal.
● Oorspronkelijke leiders gaan dienen als herders.
● Groei in godsvrucht bij hen thuis zijn anderen tot voorbeeld.
● Gaven worden bemoedigd en ontwikkeld voor opbouw.
Vrede bevorderende vaardigheden beoefend door de gemeenschap.
● Elkaar verdragen en vergeven.
● Dwalende leden het hoofd bieden, vermanen en terechtwijzen.
● Mensen die volharden in zonden schrappen als lid en mijden.
Opleiden en erkennen van leiders.
● Karakterontwikkeling binnen het huwelijk.
● De ideeën van het teamleiderschap onderwezen en toegepast.
● Het onderkennen van Gods wil wordt door de leiders en de gemeenschap onderwezen en in de
praktijk gebracht.
● De rol van de leiders bij conflicten en het bewerkstelligen van de vrede binnen de gemeenschap
wordt onderwezen en toegepast.
● Opkomende ouderlingen worden als zodanig erkend (provisioneel leiderschap).
● Geestelijk volwassen vrouwen worden erkend in hun bedieningen.
● Conflicten bij het aanstellen van leiders worden opgelost.
● Leiders worden herders en passen kerkelijke tucht toe.
● Leiders zoeken nieuwe mensen met leiderschapscapaciteiten.
● Leiders gaan nieuwe leiders trainen.
● De gemeentestichter vaak afwezig bij samenkomsten: de leiders leiden.
● De gemeentestichter trekt zich steeds meer terug uit vergaderingen van de leiding.
● Ouderlingen worden officieel ingezegend.
Fase 7
Vermenigvuldigen en verblijden
Definitie: Het ontwikkelen van vermenigvuldiging van de gemeente. De pioniers zien het niet als hun
taak in hun nieuw gestichte gemeente te blijven werken, maar werken samen met plaatselijke
gelovigen om nieuwe gemeenten van de grond te krijgen.
Wanneer te beginnen: Een aantal bijbels gekwalificeerde ouderlingen zijn ingezegend in de nieuwe
gemeente met een voldoende aantal leden om in eigen onderhoud te kunnen voorzien. Alle
verantwoordelijkheden binnen de nieuwe gemeenten liggen in handen van de eigen plaatselijke
leiders.
De vermenigvuldiging begint
● Veel aandacht voor onderwijs over gemeentevermenigvuldiging.
● De gemeenschap omarmt de doelstelling van vermenigvuldiging.
● Leden beginnen uit te zien naar nieuwe personen van vrede, die de kern kunnen vormen van een
nieuwe gemeente.
● Nieuwe bijbelstudiegroepen worden opgestart, of ondersteund als andere planters deze gestart zijn.
● Leiders leggen contact met opkomende nieuwe leiders binnen de nieuwe groepen en dragen zorg
voor hun training.
● De leiders erkennen formeel de nieuw opgekomen leiders als voorlopige ouderlingen.
● De leiders van de twee gemeenschappen komen regelmatig samen.
● Ouderlingen bemoeien zich meer met de opleiding van de leiders in de nieuwe gemeenschap.
● Bijeenkomsten van de nieuwe gemeenschap beginnen.
111
● De gemeenschappen hebben zorg voor elkaar en delen in de hulpbronnen.
● Vrede bevorderende vaardigheden geoefend door leiders van de verschillende gemeenschappen.
● De nieuwe ouderlingen van de nieuwe gemeenschap worden de handen opgelegd door
ouderlingen, eventueel met de gemeentestichter.
● De relatie tussen de gemeenschappen en de leiders wordt uitgewerkt en vastgelegd in een
overeenkomst.
● Vrede bevorderende vaardigheden beoefend door leiders en andere gemeenschappen.
● De gemeentestichter draagt de oude gemeente aan God op en verlaat de gemeente, al komt hij
natuurlijk zo nu en dan langs.
● De gemeentestichter start een nieuwe relatie met de leiders van de gemeente, hij wordt hun coach.
Hij bezoekt hun vergaderingen alleen nog als hij daartoe wordt uitgenodigd.
● Nieuwe gemeenten ontstaan zonder gemeentestichter.
De grote opdrachtvisie
● Er wordt een visie ontwikkeld om gemeenten buiten de regio te stichten.
● Die visie houdt ondermeer het opleiden en zenden van plaatselijke pioniers naar andere steden en
landen in.
● Deze visie wordt door de leiders aan de gemeente voorgelegd.
● Fondsen ontwikkeld voor de ondersteuning van uitgezonden teams van zendelingen.
● Gemeentestichters worden uitgezonden met een groep pioniers.
● Nieuwe groepen van gemeenschappen gesticht.
● Nationale groepen gemeentestichters uitgezonden.
Dick Scoggins heeft zes jaar lang teams van gemeentestichters opgeleid in Islamitische landen. Zijn
materialen worden in meer dan twaalf talen gebruikt. Hij heeft vier boeken over gemeentestichting
geschreven.
112
Download