Het onderzoek heeft als doel dat we erachter komen of muziek op

advertisement
Onderzoek: Kan achtergrondmuziek in het lokaal de
motivatie van leerlingen tijdens de praktijkles
bevorderen?
Vak: ABV
Docent: Abdu Idrissi
Studenten: Danny van Beek en Jeroen Colijn
Stage school: Hubertus Vakschool te Amsterdam
Studentnummer: 500632827, 500652905
Opleiding: 2e jaar Horeca & Voeding deeltijd
Datum: 19 april 2013 versie 1
Inhoud
Hoofdstuk 1........................................................................................................................................ 2
1.1 Inleiding: ...................................................................................................................................... 2
1.2 Aanleiding voor het onderzoek ( verlegenheid situatie) ....................................................... 3
1.3 Doel van onderzoek doen ......................................................................................................... 3
1.4 Doel van dit onderzoek: ............................................................................................................ 3
1.5 Verwachting van het onderzoek: ............................................................................................. 3
1.6 Verantwoording onderzoeksopzet ........................................................................................... 4
Hoofdstuk 2........................................................................................................................................ 5
2.1 Hoofdvraag van het onderzoek ................................................................................................ 5
2.2 Deelvragen .................................................................................................................................. 5
Hoofdstuk 3 theoretisch kader ........................................................................................................ 6
3.1 Kenmerken vmbo scholier ........................................................................................................ 6
3.2 Interesses VMBO leerling ......................................................................................................... 8
3.3 Is een praktijklokaal wel geschikt voor muziek? .................................................................... 9
3.4 Wat motiveert de leerling ........................................................................................................ 10
Hoofdstuk 4...................................................................................................................................... 11
4.1 Onderzoeksopzet ..................................................................................................................... 11
........................................................................................................................................................... 11
4.2 Resultaten naar aanleiding van het enquête/ reflectie formulier: ..................................... 12
4.3 Observatie verslag n.a.v. gegeven les op donderdag 30 mei j.l. ...................................... 15
Hoofdstuk 5...................................................................................................................................... 18
5.1 Conclusie en aanbevelingen .................................................................................................. 18
Reflectie en ontwikkeling ............................................................................................................... 19
Nawoord: .......................................................................................................................................... 20
Bijlage : 1 ......................................................................................................................................... 21
Bijlage:2 ............................................................................................................................................ 22
Bronvermeldingen: ......................................................................................................................... 23
1
Hoofdstuk 1
1.1 Inleiding:
“Sint Hubertus’ De naam van de school :
De naam van de school is genoemd naar de heilige Hubertus van Luik, die leefde van 655
tot 726. Over zijn leven zijn verschillende beschrijvingen gemaakt en daaruit is de legende
van Sint Hubertus ontstaan.
Op goede vrijdag van het jaar 683 ging hij op jacht, hoewel dat een oneerbiedige activiteit
was op de die dag. Toen Hubertus bijna een groot hert te pakken had, keerde het dier zich
naar hem toe en verscheen een lichtende kruis tussen zijn gewei. Een stem zei dat Hubertus
naar Lambertus in Maastricht moest gaan, de bisschop van die stad. Daar ging hij in de leer
en Hubertus zou de bisschop later ook opvolgen. Later verhuisde hij de bisschoppelijke zetel
naar Luik
De VMBO school waar ik sinds 2011 werkzaam ben is een vakschool speciaal gericht op
Horeca onderwijs. De school staat ook wel bekend als ” De lekkerste school van Nederland”.
De Hubertus Vakschool heeft een lange traditie als leerschool voor horeca, bakkerij en
toerisme.
Binnen de school zijn er 4 typen opleidingen.
1) VM2
2) Basis bakken en horeca
3) Kader bakken en horeca
4) Kader Toerisme
Vanaf leerjaar 1 zijn de lessen gericht op zelfstandigheid en ouderwets vakmanschap.
De basis- en kaderopleidingen duren 4 jaar vanaf het 1e leerjaar. Het VM2-traject duurt 5 tot
6 jaar. De keuze basis-kader-VM2 wordt na leerjaar 2 gemaakt. Ook geven leerlingen na
leerjaar 2 aan of ze de specifiek toeristische opleiding willen volgen.
Na de derde periode van leerjaar 3 kiezen leerlingen of ze bakken of horeca willen gaan
volgen. Dit heeft te maken met de specifieke doorstroming naar het MBO toe.
Vanwege het feit dat het een kleine school betreft met 250 leerlingen is er veel aandacht
voor de individuele leerling. De nadruk op school ligt vooral op gedrag, inzet en motivatie om
te “leren”
Maar hoe leren studenten op het VMBO en wat nog meer van belang is op wat voor manier
doen ze dit eigenlijk? Dat is een vraag die al vele jaren speelt binnen het onderwijs. Wanneer
je docent zou zijn zou je deze vraag meteen moeten kunnen beantwoorden, anders wordt
het erg moeilijk een leerling iets nieuws aan te leren. Wat een betere manier is om op deze
vraag antwoord te krijgen. Is om aan tien verschillende collega docenten dezelfde vraag te
stellen, wat blijkt is dat er dan ineens 10 verschillende antwoorden zijn in plaats van 1
pasklaar antwoord. Maar hoe komt dat nu waar gaat het nu niet goed? Is het zo dat de
docenten niet goed zijn opgeleid of speelt er wellicht iets anders? Om antwoord op deze
vraag te krijgen is onderzoek nodig binnen de doelgroep van deze VMBO studenten.
In deze module van de opleiding docent Horeca en Voeding middels het vak ABV wordt er
van de student verwacht dat hij/ zij een willekeurig onderzoek doet. Dit onderzoek moet
gebeuren op een school onder leerlingen van de school waar hij/ zij stage loopt. Daar een
mede studie genoot van mij zijn stage al heeft afgerond voeren we samen dit onderzoek uit.
2
1.2 Aanleiding voor het onderzoek ( verlegenheid situatie)
Het probleem richt zich op het feit dat er vaak aan het begin van de les door leerlingen
herhaaldelijk wordt gevraagd of zij muziek mogen draaien tijdens de les.
Bij een ontkennend antwoord gaan de leerlingen in discussie met de docent waarom dit niet
mag en raken zij teleurgesteld.
Omdat zij teleurgesteld zijn in het antwoord vormen de leerlingen coalities om hun
ongenoegen bij elkaar te uitten. Vervolgens is de docent 10 minuten van zijn lestijd kwijt om
de orde weer te herstellen. Leerlingen worden gevraagd hun oortjes uit te doen en er wordt
gemaand stil te zijn. Hetgeen voor de docent maar ook voor de leerling een vervelend begin
is van de les.
Een mogelijke oplossing die het onderzoeken waard zou kunnen zijn is dat in de klas
achtergrondmuziek toegestaan wordt.
1.3 Doel van onderzoek doen
Het doel van een onderzoek is dat de onderzoeker iets te weten wil komen, hier zijn
verschillende manieren voor om tot deze kennis te komen. Wat in alle gevallen kenmerkend
is voor een onderzoek is dat men via systematische werkwijze tot kennis komt. Voordat je
onderzoek gaat doen, formuleer je een precieze vraag. Dit is de onderzoeksvraag. Deze kun
je beantwoorden door bepaalde typen onderzoek uit te voeren. Denk bijvoorbeeld aan het
houden van interviews of het afnemen van enquêtes.
Tijdens het uitvoeren van een onderzoek doorloop je verschillende fasen. Dit zorgt er
uiteindelijk voor dat je na afloop van het onderzoek onderzoeksresultaten hebt die ook een
waarde kunnen opleveren.
Onderzoek doen lijdt vaak tot betere inzichten en men kan beter en adequater handelen.
Onze theoretische kaders kunnen we deels onderbouwen met het boek van :
(J. van der Wal, 2006) identiteitsontwikkeling en leerlingbegeleiding, daarnaast zullen we ons
moeten gaan verdiepen in aanverwante literatuur die verwijst naar kenmerken en muziek
Maar voordat het zover is zullen we ons eerst gaan richten op de onderzoeksvraag.
1.4 Doel van dit onderzoek:
Het onderzoek heeft als doel dat we erachter komen of muziek op de achtergrond de
motivatie kan bevorderen tijdens een praktijkles.
1.5 Verwachting van het onderzoek:
Wij verwachten van dit onderzoek dat de leerlingen de orde zelf reguleren doordat men
elkaar aanspreekt, omdat de leerling bang is voor de consequentie dat er geen muziek meer
aan gaat tijdens de praktijkles.
3
1.6 Verantwoording onderzoeksopzet
Omdat onderzoek doen tijd vergt is het van belang om schematisch in kaart te brengen
wanneer welke onderdelen af zijn. Dit voorkomt namelijk dat een deadline niet gehaald
wordt. Daarnaast is het een mooi instrument om stap voor stap onderdelen af te ronden van
het onderzoek.
Week 14
Week 15
Week 18
Week 20 en 21
Week 22
Week 23
Week 24, 25
Week 25
4
Onderwerp bepalen
Plan van aanpak maken in de les
Lay out bepalen van onderzoeksrapport
Enquête interesses en motivatie van leren
samenstellen en uitprinten
Leerstijlentest Kolb maken en uitprinten
Theoretisch kader schrijven
Theoretisch kader eventueel aanpassen na
feedback op elkaars kader.
Afnemen enquête d.m.v. een kort
vragenlijstje
Observatie tijdens de les
Theoretisch kader afronden
Onderzoek resultaten verwerken
Conclusie en aanbevelingen schrijven
Presenteren onderzoek in 5 minuten aan de
klas tijdens de les ABV
Laatste controle onderzoek tekstueel en
inhoudelijk
Inleveren onderzoek op BSCW
Hoofdstuk 2
2.1 Hoofdvraag van het onderzoek
Kan achtergrondmuziek in het lokaal de motivatie van leerlingen tijdens de praktijkles
bevorderen?
2.2 Deelvragen
Om beter te onderzoeken hebben we ook een aantal deelvragen opgesteld om de
hoofdvraag beter te kunnen beantwoorden.




5
Wie zijn deze leerlingen?
Wat zijn de kenmerken en interesses van deze leerlingen?
Is het praktijklokaal wel geschikt voor achtergrondmuziek?
Wat bevordert de motivatie van de leerlingen?
Hoofdstuk 3 theoretisch kader
3.1 Kenmerken vmbo scholier
Vanuit het onderzoek van (Hiteq, 2010) is het volgende gepubliceerd:
60% van de leerlingen in Nederland is vertegenwoordigd binnen het VMBO. Een groot aantal
scholieren in het voortgezet onderwijs volgt dus een vorm van VMBO. De andere 40% volgt
een Havo of VWO opleiding. In het algemeen is de VMBO leerling een meer praktisch
ingestelde leerling. Het theoretisch niveau is niet zo hoog. Daarnaast zijn de VMBO
leerlingen minder geconcentreerd en is het abstract denkvermogen nog niet genoeg
ontwikkeld. Er is wel een groot verschil tussen de leerwegen.
Binnen het VMBO is een onderscheid te maken in 3 groepen leerlingen:
Leerlingen uit de basisberoepsgerichte leerweg
Leerlingen uit de kaderberoepsgerichte leerweg
Leerlingen uit de gemengd/theoretische leerweg
Kenmerken binnen de groepen leerlingen
Basisberoepsgerichte
Kaderberoepsgerichte
leerweg
leerweg
Theoretisch zwak
Theoretisch gemiddeld
Meer praktisch ingesteld
Zowel praktisch als
theoretisch ingesteld
Korte spanningsboog
Beperkte spanningsboog
Weinig concentratie
Beperkte concentratie
Visueel ingesteld
Visueel ingesteld
Krijgt 15 uur beroepsgerichte
vakken
Lopen beroepsgerichte stage
Abstract denkvermogen
zwak
Gemengd/theoretische
leerweg
Theoretisch sterker
Meer theoretisch ingesteld
Redelijke spanningsboog
Redelijke concentratie
Zowel visueel als auditief
ingesteld
Krijgt 12 uur beroepsgerichte Gemengd krijgt 4 uur
vakken
beroepsgerichte vakken
Theoretisch: geen
beroepsgerichte vakken
Lopen beroepsgerichte stage Lopen maatschappelijke
stage
Abstract denkvermogen
Abstract denkvermogen
sterker
redelijk
Tussen leerlingen uit klas 3 en 4 zijn ook weer algemene verschillen.
Klas 3
Klas 4
Leeftijd 14 - 15 jaar
Leeftijd 15 - 16 jaar
Voorexamenjaar
Examenjaar
Begint in dit leerjaar met het beroepsgerichte Werkt al een jaar met het beroepsgerichte
vak/afdeling
vak/afdeling
Stage karakter van snuffelstage
Stage gericht op de beroepspraktijk
Nog minder bezig met vervolgopleidingen
Moet in dit jaar kiezen voor een MBO
vervolgopleiding
Beroepsbeeld nog niet uit ontwikkeld
Beroepsbeeld helderder
Gericht op leeftijdsgenoten
Meer gericht op eigen situatie
6
Het komt er in het kort op neer dat de VMBO’er:
- een voorkeur heeft voor niet-tekstueel rechtlijnig leren;
- heeft behoefte aan structuur en instructie in stap- voor- stap;
- wil een aardige, betrokken docent met goede didactische vaardigheden en vakkennis;
- werkt graag samen omdat dat gezellig is, maar niet omdat dat meer leerrendement
oplevert;
- geeft de voorkeur aan beeld boven tekst.
Heeft moeite met:
- lezen
- het omgaan met grote hoeveelheden informatie
- het verklaren van lesstof en de samenhang plaatsen van woorden en zinnen
- het beoordelen van de toepasbaarheid en de relatie van lesstof
- het combineren van taken.
Naast de typische kenmerken over het leren van de VMBO scholier heeft hij/ zij ook een
aantal gedragskenmerken waaronder:
Positief:
 Enthousiast
 Leergierig
 Slim
 Hard willen werken in de praktijk
 Ontdekken
 In voor iets nieuws
Negatief:
 Vaak in discussie willen
 Onderhandelen
 Geen verantwoording nemen voor eigen daden
 Grote mond ( sommigen)
7
3.2 Interesses VMBO leerling
Vanuit het onderzoekrapport van (Prins, 2008) getiteld “de deugd van tegenwoordig” Is
onderzocht wat jongeren buiten school doen. Uit dit onderzoek komt onder andere naar
voren dat jongeren veel aan sport doen. De helft van de onderzochte jongeren zegt zelf
meerdere keren per week te sporten, waarbij voetbal en fitness de populairste sporten zijn.
Een enkeling geeft aan niks aan sport te doen. Naast het beoefenen van sport kijken
jongeren veel televisie maar liefst 2,4 uur per dag.
Favoriete televisieprogramma’s zijn GTST, talentenshows en sportprogramma’s..
Meisjes hebben meer dan jongens een voorkeur voor GTST, terwijl jongens Southpark vaker
waarderen.
De huidige generatie jongeren is doorgaans niet meer geïnteresseerd in één soort muziek.
Deze jongeren hebben juist meer behoefte aan muziek die ontstaan is uit meerdere
achtergronden en culturen. Hetgeen onderstreept wordt door een publicatie in het boek :
Identiteitsontwikkeling en leerlingbegeleiding van (J. van der Wal, 2006). Hierin staat het
volgende citaat over de FunX jongeren:
“geïnspireerd door de Urban lifestyle worden FunX jongeren van Turkse, Marokkaanse,
Nigeriaanse, Nederlandse en Surinaamse komaf bijeengebracht. Hun idolen rappen in het
Engels, Spaans, Arabisch, Nederlands of combi taal.
8
3.3 Is een praktijklokaal wel geschikt voor muziek?
Volgens de internetpublicatie “akoestiek” op de internetsite www.gezondescholen.eu zijn
lokalen met harde vlakke wandoppervlakken tegenover elkaar, zeer vatbaar voor de
zogenaamde flutterecho. Een storende echo die veel stress kan veroorzaken bij de docenten
en leerlingen.
Het wetenschappelijk onderzoek genaamd: “Akoestiek in Moderne Onderwijsgebouwen over
pedagogische trends, ruimte akoestiek, gezondheid leraren en gedrag leerlingen”
geschreven door: (Dr. Markus Oberdörster)
Concludeert over lawaai in de onderwijsgebouwen het volgende: Ruim 80% van de docenten
gaven aan dat lawaai veroorzaakt door leerlingen stress oplevert. Tijdens de lesuren worden
in de lokalen een geluidsniveau van gemiddeld 65 dB gemeten. Communicatie wordt bij dit
geluidsniveau ernstig bemoeilijkt. Het geluid is niet alleen het geluid die de leerling of docent
maakt maar is het totale geluid geproduceerd in de klas. Het gevolg is dat de docent
voortdurend met een verhoogd stemniveau moet spreken aangezien het spraakniveau van
een volwassenen op 50-55 dB ligt. Daarbij komt dat kinderen nog moeten leren horen en
verstaan. Dit horen en verstaan ligt idealiter 15 dB boven het storingsgeluid. Een extra
moeilijkheid is dat het storingsgeluid gelijkmatig verdeeld is over het lokaal terwijl de docent
vanuit één positie spreekt en de leerling achterin met zes meter afstand moet zien te
bereiken. Dit houd dus in dat een toegenomen stembelasting van de leerkracht op den duur
gevolgen heeft voor zijn of haar gezondheid, en dat een gestoorde informatiestroom naar
leerlingen
die verder weg zitten, een negatief effect heeft op hun leerprestaties.
In een inspectieverslag van het project “lichamelijke belasting en geluid in de voeding- en
genotmiddelen sector ”van de arbeidsinspectie uit 2005 staat dat het gemiddelde indicatieve
geluidsniveau in de voeding- en genotmiddelensector is vastgesteld op 80 dB.
Conclusie:
Een praktijklokaal bestaat uit harde, vlakke, tegenover elkaar liggende, wanden. Het harde
materiaal dat hiervoor gebruikt is zijn tegels en roestvaststalen delen. In het praktijklokaal
zou dus sprake zijn van een flutterecho (de weerkaatsing van geluid via de harde
oppervlakken) tevens kunnen we concluderen dat het geluidsniveau in klaslokalen alsook in
de voedingsindustrie bovengemiddeld hoog liggen. Het praktijklokaal is te vergelijken met de
ruimtes die ook in de voedingsindustrie gebruikt worden met de bijbehorende apparatuur.
Theoretisch gezien is een praktijklokaal niet geschikt is om muziek af te spelen. Om een
definitieve conclusie te trekken in het betreffende praktijklokaal waar wij ons onderzoek op
richten gaan we dit door middel van een observatie tijdens de les zelf ervaren.
9
3.4 Wat motiveert de leerling
Om antwoord te vinden op onze deelvraag wat motiveert de leerling? Zijn wij gestuit op een
artikel genaamd “De gemotiveerde leerling” van (Emonds, 2011). Het artikel omschrijft, dat
buiten het juiste pedagogische contact tussen de docent en de leerling de extrinsieke en
intrinsieke motivatie een rol spelen op de motivatie van de leerling. Het pedagogische
contact tussen de docent en de leerling is essentieel voor de motivatie. De leerling is bezig
zichzelf te ontwikkelen. Een ontwikkeling die een onvoorspelbaar, dynamisch en individueel
verloop heeft. Een ontwikkeling die de talenten en uitdagingen van de leerling bloot legt. Die
ontwikkeling kan de leerling echter niet alleen doorlopen. Daar is onder ander de hulp van de
docent bij nodig. Hulp die is gebaseerd op vertrouwen en respect voor de capaciteiten van
de leerling. Goed kijken naar leerlingen is dan ook een vereiste wanneer de school haar
leerlingen gemotiveerd wil houden.
Het artikel geeft aan dat Intrinsieke motivatie en extrinsieke motivatie een onderdeel zijn van
de totale motivatie van de leerling. Maar wat is nu het verschil tussen de intrinsieke en
extrinsieke motivatie? Uit de bachelor thesis van (Maas, 2011) genaamd intrinsieke motivatie
van kinderen in sport en spelsituaties komt de volgende definitie van intrinsieke motivatie.
Intrinsieke motivatie komt voort uit het individu zelf . Het zijn innerlijke drijfveren van de
leerling die de leerlingen aanzetten om bepaald gedrag te vertonen. Zo kunnen ze aan
zichzelf bewijzen dat ze bepaalde vaardigheden bezitten.
Extrinsieke motivaties zijn motivaties waarbij de wil om een taak uit te voeren niet ligt in het
plezier hebben vanuit jezelf, maar omdat je op termijn een bepaalde beloning verwacht te
bereiken.
Vanuit deze gedachte zou muziek een intrinsieke en extrinsieke waarde kunnen hebben.
Intrinsiek omdat muziek vanuit de persoonlijke interesse van de leerling komt en extrinsiek
omdat muziek als belonend middel toegepast kan worden. Wordt er goed gewerkt dan
belonen we extrinsiek de intrinsieke motivatie.
10
Hoofdstuk 4
4.1 Onderzoeksopzet
Het doel van dit onderzoek moet uitwijzen of achtergrondmuziek in het lokaal de motivatie
van leerlingen tijdens de praktijkles kan bevorderen.
We willen voor dit onderzoek de volgende methode van dataverzameling gebruiken,
namelijk:
 De kwantitatieve dataverzameling die we middels een enquête/
reflectieformulier gaan inzetten.
Het enquête/ reflectie formulier gaan we afnemen onder 10 leerlingen van klas 3E. Het
enquête/ reflectieformulier bevat 8 vragen die betrekking hebben op muziek tijdens de les.
 De tweede manier van dataverzameling is de kwalitatieve dataverzameling.
Dit wordt vanuit een observatie tijdens de les gedaan. We willen weten elke invloed muziek
heeft op de motivatie van de leerlingen tijdens de verschillende fases van de les. Daarnaast
zal tijdens de observatie duidelijk worden wat de voorkeur heeft aan muziek keuze onder de
leerlingen van klas 3E.
In de onderzoeksfase is tevens gebruik gemaakt van deskresearch van bestaande
gegevens in de vorm van algemene literatuur, voorgaande onderzoeken of databases. Het
theoretisch kader maakt de probleemstelling inzichtelijk. Het biedt een kader waarbinnen
eventuele overlap en samenhang voorkomen of waar zaken ontbreken. Op deze wijze kan
de onderzoeker bewustere keuzes maken voor de invulling van het probleem.
11
4.2 Resultaten naar aanleiding van het enquête/ reflectie formulier:
1) Ik vond de les met muziek leuker.
100%
ja
50%
nee
geen mening
0%
Onder de geënquêteerde wordt dus als positief ervaren wanneer er muziek op de
achtergrond hoorbaar is. Maar liefst alle 10 de ondervraagde geeft aan dat de les leuker was
met muziek aan.
2) Ik ging meteen aan de slag na de uitleg van de docent.
100%
80%
60%
40%
ja
nee
geen mening
20%
0%
Er was van tevoren verteld wat de spelregels waren tijdens de les. Uit dit resultaat komt naar
voren dat ook iedereen daadwerkelijk begrepen heeft wat er van hem/ haar werd verlangd.
Deze bevinding is ook gemeten tijdens de observatie.
3) Ik was geconcentreerder door de muziek.
100%
80%
60%
40%
20%
ja
nee
geen mening
0%
De uitkomst laat duidelijk zien dat de leerling geconcentreerder waren door de muziek die op
de achtergrond hoorbaar was. Ook dit is terug te lezen in het observatie verslag tijdens de
verschillende fases van de les.
12
4) Door de muziek leidden we elkaar minder af.
50%
40%
30%
20%
10%
ja
nee
geen mening
0%
Vanuit het resultaat is af te lezen dat maar liefst de helft van de leerlingen elkaar niet van
hun werk heeft gehouden, terwijl er ook leerlingen zijn geweest die dit wel hebben gedaan
(20%). Van de geënquêteerde zegt 30% geen mening hierover kwijt te willen.
5) Het was voor mij duidelijk dat als de muziek uitging de docent wat wilde
vertellen.
80%
60%
ja
40%
nee
20%
geen mening
0%
Deze uitkomst scoort hoog maar liefst 80% van de leerlingen wisten wat het inhield als de
muziek uitging. De andere 20% heeft hier geen mening over.
6) Ik heb meer geleerd en onthouden tijdens de les met muziek.
80%
60%
ja
40%
nee
20%
geen mening
0%
Deze uitkomst van 70% laat zien dat er meer onthouden en geleerd is tijdens de les terwijl er
muziek op de achtergrond hoorbaar was. 30% zegt hier geen mening over te hebben.
13
7) Wanneer ik muziek hoor heb ik meer zin om mij in te zetten voor mijn eigen
werk en ben ik meer bereid om de andere te helpen.
80%
60%
40%
ja
nee
geen mening
20%
0%
Gezien de uitkomst van deze vraag is het wel duidelijk dat de voorkeur uitgaat om muziek
aan te hebben zodat de focus ligt bij het product die ze moeten leveren. Dit heeft dan ook
zijn weerslag op de anderen zodat de bereidheid ontstaat om de medeleerlingen te helpen.
Maar liefst 80% geeft dit aan, terwijl 10% aangeeft geen motivatie te vinden met muziek. De
andere 10% heeft hier geen mening over.
8) Ik zou tijdens elke les wel muziek willen horen.
60%
50%
40%
ja
30%
nee
20%
geen mening
10%
0%
Uit alle andere resultaten die uit deze enquête zijn voortgekomen is duidelijk de voorkeur dat
er muziek hoorbaar moet zijn op de achtergrond. Van de leerlingen geven 60% aan deze
voorkeur te hebben, de andere 10% geeft aan dit niet te willen, terwijl 30% hier geen mening
over geeft.
1. Geef een duidelijke reden waarom jij vindt dat er muziek afgespeeld moet
worden in de klas.
Het is veel gezelliger
Je kunt je veel beter op je eigen werk
concentreren
Het zou gewoon bij elke les moeten mogen
om muziek aan te hebben staan.
Door de muziek voel ik me een stuk vrolijker
en gaat alles veel sneller.
De les word veel leuker als er muziek aan
mag.
14
2x
4x
2x
1x
1x
2. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat er geen discussies ontstaat voor het begin
van de les of er muziek aan mag?
Door dit van te voren aan te geven bij het
begin van de les
Gewoon luisteren naar de docent
Niet discussiëren
5x
3x
2x
4.3 Observatie verslag n.a.v. gegeven les op donderdag 30 mei j.l.
Is een praktijklokaal wel geschikt voor muziek? Werkt muziek motiverend op de leerling? En
welke muziek is het meest motiverend? Drie vragen die we gaan beantwoorden in het
kwalitatieve onderzoekdeel, namelijk de observatie. Middels een observatieformulier gaat de
observant een vier uur durende praktijkles bijwonen. De leerlingen zijn vooraf op de hoogte
gebracht van dit onderzoek. Allereerst hebben de leerlingen een reguliere praktijkles gehad
zonder muziek. Twee weken later is er opnieuw een praktijkles gegeven aan dezelfde
leerling door dezelfde docent. De observant heeft tijdens de les met muziek gelet op non
verbale communicatie en verbale communicatie bij de leerling en de docent. Na de les
spreekt de docent zich uit of hij een verschil merkt in de les met muziek en de reguliere les
zonder muziek. De observaties van de observant en de opmerkingen van betreffende
docent zijn in de vijf fases hierna omschreven.
Fase 1, mise en place*, Q Music top 40 muziek
-
-
-
-
15
Leerlingen komen binnen zonder muziek om hun oren.
Vragen direct of de eigen zender op kan maar accepteren ook direct dat de zender
voor ze bepaald wordt.
Een aantal leerlingen beginnen direct zachtjes in zichzelf te zingen
De stemming is vrolijk en iedereen lijkt er zin in te hebben
Associaties met de muziek en een leerling “He Richard je bent op de radio”
Surveillerend door de klas merk ik het verschil in volume op. Bij 3 meter van de radio
af is het goed hoorbaar maar achterin op ongeveer 8 meter afstand is de muziek
nauwelijks hoorbaar.
De muziek wordt harder gezet 1/3e van het vermogen. Weerkaatsing van het geluid
via de wanden is hoorbaar de zogenaamde flutterecho. Muziek is nu hoorbaar op 8
meter van de bron.
Leerling loopt naar docent om iets te overleggen, vanaf 3 meter afstand probeert een
andere leerling al roepend de docent te bereiken. De muziek die op dat moment te
horen is rockmuziek met gitaren en luidde stem. Duidelijk waarneembaar is een
betrekkend gezicht van de docent die later verklaarde stress te ervaren van twee
leerlingen en een radio die de communicatielijn verstoord. Bij een Dance nummer
met vele intermezzo’s keert de rust bij de docent terug.
Leerlingen zijn zeer geconcentreerd met hun werk bezig en hebben geen behoefte
om bij een andere leerling langs te gaan.
De observant gaat bij een gesprek tussen de docent en de leerling staan. Op
ongeveer 1,5 meter afstand is het gesprek niet meer hoorbaar.
Overall zijn de leerlingen geconcentreerd en zingen vrolijk de liedjes mee.
Fase 2, mise en place, de muziek gaat in één keer uit.
-
De leerlingen werken nog zo’n 20 seconde onverstoorbaar door totdat ineens wordt
opgemerkt dat er geen muziek meer te horen is en kijken massaal naar de bron waar
op dat moment ook de docent staat. De leerlingen hebben ineens aandacht van de
docent. Die direct zijn instructie kan geven.
Fase 3, mise en place, opnieuw muziek aan maar nu met Sublime FM, jazz en easy
listening
-
Minder herkenning van muziek bij leerlingen omdat er minder meegezongen wordt
Het volume is net zo hard als fase 1
Er wordt meer rondgelopen door de leerlingen.
Een leerling wordt wat baldadig door haar koksmuts verkeerd op te zetten
De sfeer is wat rustiger omdat de muziek wat rustiger is.
Fase 4 Klassiek, mise en place, sommige leerlingen zijn al klaar
-
Rustige en vrolijke sfeer
De leerlingen blijven geconcentreerd
Toch lijkt het alsof de leerling een versnelling langzamer gaan
Schouders gaan meer hangen er wordt rustiger gelopen
Sfeer slaat een beetje om opmerkingen als; “ik word depressief van die muziek” “wat
is het eentonig” en “die muziek werkt op mijn zenuwen”.
Er wordt meer geklaagd over de muziek en de motivatie neemt wat af. De leerlingen
zoeken elkaar meer op.
Fase 5, einde mise en place, schoonmaak Q Music
-
-
Herhaling van fase 1 men is opgewekter hoort herkenbare liederen, zingen zachtjes
mee en er wordt zelfs niet geklaagd tijdens het schoonmaken dat er schoongemaakt
moet worden.
Als er een leerling wat baldadig wordt dan wordt deze direct gecorrigeerd door een
mede leerling de observant hoort de opmerking “niet te hard meezingen anders gaat
de muziek uit”.
Conclusie
Is een praktijklokaal geschikt voor muziek? Het antwoord luidt nee en wel om de volgende
motivatie. Bij de bron is de radio goed hoorbaar maar als de muziek in het gehele lokaal te
horen moet zijn dan moet de radio vrij hard staan. Door dit volume ontstaat er inderdaad een
weerkaatsing van geluid door de harde wandoppervlakken in het praktijklokaal de
zogenaamde flutterecho zoals die te lezen is in het theoretisch kader. Opvallend hierbij is dat
dit geen extra stress oplevert bij de leerling maar wel bij de docent. De docent verklaarde dat
de muziek irriteerde als hij iets aan de leerling moest uitleggen, een vraag moest
beantwoorden of een instructie moest geven. Non verbaal was bij de docent af te lezen dat
de wenkbrauwen begonnen te fronsen, de ogen meer dichtgeknepen werden de oren meer
richten naar de vragende leerling. Alsof de docent boos keek. De observant merkte
eveneens op dat de communicatie als deze indirect gegeven werd, dus via de zijlijn, op
anderhalve meter niet meer hoorbaar was. Alleen een directe communicatie, dicht tegenover
16
elkaar, maakte de instructie hoorbaar. De docent moest hierbij wel voortdurend de stem
verheffen.
Waarom geen stress voor de leerling? Op het moment dat de leerling zijn instructies helder
heeft en dus weet wij hij of zij moet gaan doen was men door de muziek opvallend gefocust
op hetgeen zij moesten doen. De leerling vond geen aanleiding om andere leerlingen te
storen men was meer op zichzelf. De docent die deze klas normaliter begeleid beaamde dit
gegeven.
Het leek wel of de muziek de werkplek van de leerling inkaderde en daardoor de
concentratie hoog was. De leerling reageerde opgewekt door muziek en toonde veel inzet.
In dit geval kan de conclusie getrokken worden dat muziek op de leerling een motiverende
factor is.
Welke muziek motiveerde de leerling meer? De test werd uitgevoerd met meerdere
muziekstijlen. Uit de observatie blijkt dat de meest motiverende muziek bij de leerling de top
40 muziek is en in dit geval was de zender Q music veruit de populairste. De andere
muzieksoorten zorgde weliswaar voor meer muzikale rust in het lokaal maar had ook
hetzelfde effect op de motivatie van de leerling. De leerling werd langzamer begon meer
contact te zoeken met andere leerlingen en de klassieke variant zorgde zelfs voor irritaties bij
de leerling. Deze conclusie zorgt wel voor een impasse omdat de top 40 muziek veruit de
meest onrustige muziek is die bij de docenten juist meer stress opleverde. Terwijl rustige
muziek voor de docent juist prettiger is om instructie en sturing te geven aan de leerling maar
bij de leerling juist weer voor afname van motivatie zorgde.
Al met al valt wel te concluderen dat er in het begin van de les totaal geen ordeprobleem is
als het gaat om de muziek die de leerling vanuit zijn eigen speler nog aan heeft staan. Iedere
leerling kwam zonder oortelefoon de klas in er werd niet naar de telefoon gekeken, de
docent kon direct beginnen en hoefde niet te vragen om de eigen muziekspelers af te zetten.
Hetgeen een tijdwinst oplevert van vijf tot tien minuten
* mise en place: voorbereidende keukenwerkzaamheden zoals bijvoorbeeld het snijden van groenten, het bakken
van cake of het maken van een bavaroise.
17
Hoofdstuk 5
5.1 Conclusie en aanbevelingen
Alvorens we tot de conclusie overgaan rest ons te zeggen dat dit onderzoek zo zijn
beperkingen heeft. Zo is de doelgroep relatief klein, maar ons inziens geeft deze doelgroep
wel een duidelijk beeld van wat er leeft onder de adolescenten. Alhoewel één observatie ons
veel nieuwe inzichten heeft gegeven zou het, voor het onderzoek, nog beter zijn geweest als
er gedurende een jaar meerdere observaties uitgevoerd zouden worden. Door meerdere
observaties kunnen we ontdekken of de variabele invloed hebben op het gedrag van de
leerling en de muziek. Echter, wij zijn met deze eerste resultaten al zeer content en het biedt
ons een fundament voor eventuele verdieping van het onderzoek.
Als we alle resultaten bekijken kunnen we concluderen dat er voldoende raakvlakken zijn
tussen de literatuur genoemd in ons theoretisch kader en de resultaten van ons onderzoek.
Zo bleek het praktijklokaal niet geschikt omdat er door de harde wandoppervlakken
daadwerkelijk een flutterecho waarneembaar was. Dit leverde voor de docent een extra
stress factor op omdat hij zijn stem continu moest verheffen bij het geven van instructies
naar de leerlingen. Maar het onderzoek geeft ons ook nieuwe inzichten. Opvallend van het
gebruik van muziek is dat deze zeker een extrinsieke motivatie geeft aan de intrinsieke
motivatie van de leerling. Dit wordt ook nog eens onderstreept vanuit de kenmerken
omschreven in het theoretisch kader. De spanningsboog zou kort of redelijk kort zijn maar
het lijkt alsof de muziek de spanningsboog helpt te verlengen waardoor de leerling meer
geconcentreerd op de eigen werkplek aan het werk blijft. Het humeur wordt ook nog eens
positief gestimuleerd gezien de geobserveerde opgewektheid. Dit alles blijkt uit het
observatie verslag waarbij de leerling wel beter acteert bij top 40 muziek. Hetgeen ook de
muziek soort is die de persoonlijke voorkeur geniet van alle leerlingen blijkens de enquête en
de onderbouwing in het theoretisch kader, de FUNX generatie. Omdat de leerlingen wisten
dat er muziek gefaciliteerd werd in het lokaal was er aan het begin van de les geen orde
probleem. Geen van de leerlingen droeg namelijk een eigen muziek apparaat waardoor de
docent direct met zijn les kon beginnen. Er was zelfs zelfregulerend gedrag onder de
leerlingen waarneembaar omdat de leerlingen zich bewust waren van de spelregel dat de
muziek uitging als afspraken werden geschonden
Aanbeveling:
Kijkend naar de conclusie zou muziek een goede optie kunnen zijn om de leerling
geconcentreerder en gemotiveerder aan het werk te houden. Het ordeprobleem aan het
begin van de les verdwijnt helemaal als sneeuw voor de zon. Echter dit moet wel op
momenten dat de leerling zelfstandig aan het werk is zonder dat er een instructie nodig is
van de docent. Omdat het praktijklokaal en de muziek een onevenredige belasting geeft aan
de docent. Er zijn dus twee fases in de les waar muziek een toegevoegde waarde heeft. De
fase van het zelfstandig werken waarbij elke leerling vooraf weet wat hij/ zij moet doen. En
in de fase waarbij schoongemaakt dient te worden. Om de variabele zoals,
temperatuurverschillen, moment van de dag, moment van de week, niveau van de leerling
etc en de invloed van muziek hierop verder te onderzoeken is het aan te bevelen dit
onderzoek te verdiepen en te verbreden over langere periode.
18
Reflectie en ontwikkeling
Naar aanleiding van dit onderzoek is een deel van de opdracht om een reflectie te schrijven.
De reflectie zal gaan over de samenwerking de inhoud het resultaat en overige zaken.
Samenwerking
De samenwerking is goed gegaan. En wat is goed? Goed is het nakomen van afspraken. We
namen beide dit onderzoek zeer serieus en besefte de deadline die nadert. We wilde niets
afdoen aan de kwaliteit en hebben dus gewerkt volgens schema en de discipline opgebracht
om deze te volgen. Als er een moment van verslapping was in het schema of een van ons
beidde had het gewoonweg te druk met andere zaken dan nam de ander automatisch uit
loyaliteit de taak over. Zo gaf je elkaar de ruimte en het gevoel dat er ook een moment mag
zijn dat je even minder presteert. Lastig was wel de motivatie aan het einde van dit jaar. Hoe
interessant het onderzoek ook is we voelde beide dat het jaar op zijn einde liep en wij op ons
laatste tandvlees. Desalniettemin zijn we er echt goed in geslaagd om elkaar er doorheen te
slepen en ons aan het credo ‘afspraak is afspraak, te houden. Kwaliteit leveren en geleverde
stukken voor het onderzoek kritisch bekijken was voor ons een basisvoorwaarde. We
durfden kritische vragen te stellen aan elkaar en hielpen met suggesties. Vaak zaten we op
dezelfde lijn en dat was prettig. Een verbeterpunt in de samenwerking kunnen we eigenlijk
niet bedenken. Soms was de planning wat te rooskleurig wat de druk verhoogde. Wellicht is
het een verbeterpunt om de planning nog meer SMART te maken.
Inhoud en resultaat
Inhoudelijk moesten we even zoeken naar de juiste richting. Er is zo veel over muziek
geschreven dat we echt moesten oppassen om niet te verzanden in de onderzoeken. Het
risico dat ons eigen onderzoek te breed werd was daarom ook groot. Dit konden we
voorkomen door af en toe even uit het proces te stappen en met een helikopterview te kijken
naar de richting die we op waren gegaan. Terug naar de basis zogezegd en het heeft er voor
gezorgd dat we bepaalde aangeleverde stukken in met name het theoretisch kader moesten
schrappen omdat deze minder relevant waren voor de hoofd en de deelvragen. De vragen
hebben ons dus echt in de goede richting gehouden waardoor we beide opmerkte dat een
goede hoofd en deelvraag essentieel zijn voor het uitvoeren van een onderzoek. Het bracht
ons in ieder geval weer steeds terug naar de basis. De opzet van de gekozen
dataverzameling waren terugkijkend hele leuke en interessante vormen. Met name de
observatie die onafhankelijk van de enquête was uitgevoerd gaf hele leuke en interessante
inzichten die ook nog eens voor een deel overeenkomen. We zijn dan ook blij en trots met
het gegeven resultaat. Die we ook daadwerkelijk praktisch willen gebruiken. Wat ons
leermoment hieruit is, is dat we vooraf meer het theoretisch kader moeten inkaderen door
gerichte afspraken hierover te maken met elkaar. Wat willen we echt uitzoeken en is relevant
en wat willen we per definitie niet uitzoeken en uitwerken. Dit had ons de geschrapte stukken
gescheeld die we nu wel moesten schrappen en dus kostbare tijd kostte.
Overige zaken.
Persoonlijk vonden we het opzetten en uitvoeren van dit onderzoek behoorlijk belastend
gezien de rest van het studieschema. Het gevaar van afraffelen lag daarom ook echt op de
loer. Door elkaar scherp te houden is dat gelukkig niet gebeurt. We vonden het ook fijn dat
onze docent wat meer begeleiding gaf in het goed formuleren van een hoofd en deelvragen
en het opzetten van een theoretisch kader. Jammer was wel dat het daarbij bleef. Onderzoek
doen is toch een vak apart hebben we gemerkt en wat ons betreft zou daar zelfs een aparte
module over gegeven mogen worden. Het is immers een heel belangrijk onderdeel in het
vierde jaar.
Desalniettemin was het wel een leuk project waarin we merkte dat we vooruitgang boeken in
het opzetten opstellen en uitvoeren van een project.
19
Nawoord:
Een intensieve maar vooral een boeiende klus. Het zijn de eerste gedachte die uitgaan naar
deze opdracht. Met zijn tweeën, een onderzoeken opstarten en uitvoeren vonden wij toch
een behoorlijke belasting in een hoog tempo, ondanks dat de school bij één van ons al
bekend was. Het resultaat mag er echter zijn. We zijn er in geslaagd om een goed
geargumenteerd onderzoek te produceren met een doordachte conclusie en aanbeveling.
Tevredenheid heerst omdat we goed in staat waren de verbindingen tussen de hoofdstukken
te maken en het onderzoek zo te leiden naar de kern. Op de vraag of we antwoord hebben
gekregen op de hoofd en de deelvragen kunnen we zeggen dat verdere verdieping
noodzakelijk blijkt omdat we nu slechts één observatie hebben gedaan.
Voor ons was de onderzoeksopzet duidelijk, met de daarbij behorende richtlijnen, en
uitvoering. De grootste uitdaging en leermomenten van deze module lagen toch wel in het
verwoorden van een theoretisch kader wat gebaseerd is vanuit de hoofd en deelvragen.
Belangrijk hierin was toch de hoofd van de bijzaken te onderscheiden. De samenwerking
tussen ons tweeën verliep probleemloos. Hoewel de vermoeidheid op den duur toesloeg
wisten we elkaar te motiveren of zelfs even de taak van elkaar over te nemen waardoor de
ander in wat rustiger vaarwater kwam. Op deze manier bleven we elkaar motiveren om het
tot een goed einde te brengen..
We zijn daarom blij en trots dat we een mooi document kunnen overhandigen aan onze
docent samen met de resultaten en aanbevelingen. Wellicht dat de school wat met deze
informatie kan doen, maar dat is aan de school zelf om te bepalen.
20
Bijlage : 1
Reflectie/ enquête formulier:
Voor mijn opleiding als docent Horeca & Voeding ben ik bezig met een onderzoek naar de invloed
van muziek tijdens de les. Ik wil graag weten of een les met muziek motiverend werkt, of juist storend
is. De bedoeling is dat de komende 2 weken tijdens de praktijkles er 1 les zal zijn waarbij muziek op
de achtergrond hoorbaar is. De 2e les zal er geen muziek hoorbaar zijn op de achtergrond.
Nu wil ik graag weten of het effect heeft op je leerprestatie wanneer de muziek aanstaat. En dat er
geen discussie ontstaat over het wel / niet inhebben van een oortje.
Vul de vragen hieronder in door het juiste antwoord aan te kruisen.
Vraag
Ja
nee
Geen
mening
Ik vond de les met muziek leuker
Ik ging meteen aan de slag na de uitleg van de
docent.
Ik was geconcentreerder door de muziek.
Door de muziek leidden we elkaar minder af.
Het was voor mij duidelijk dat als de muziek
uitging. De docent wat wilde vertellen.
Ik heb meer geleerd en onthouden tijdens de les
met muziek.
Wanneer ik muziek hoor heb ik meer zin om mij
in te zetten voor mijn eigen werk en ben ik meer
bereid om de andere te helpen.
Ik zou tijdens elke les wel muziek willen horen.
3. Geef een duidelijke reden waarom jij vindt dat er muziek afgespeeld moet worden in de klas.
4. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat er geen discussies ontstaat voor het begin van de les of er
muziek aan mag?
Bedankt voor het invullen van de enquête.
21
Bijlage:2
Observatielijst tijdens de les
22
Verschil in aandacht en
concentratie.
Met muziek
Zonder muziek
Hoe is de akoestiek in een
praktijklokaal?
echo
Geen echo, muziek is goed
hoorbaar
Werkt dit stress verhogend
wanneer er veel echo
aanwezig is?
ja
nee
Bronvermeldingen:
Dr. Markus Oberdörster, D. G. (sd). ecophon.com. Opgeroepen op juni woensdag, 2013, van www.
ecophon.com:
http://www.ecophon.com/documents/01.ecophon%20master/acoustics/Education/NL_Ako
estiek_moderne_onderwijsgebouwen.pdf
Emonds, E. (2011). de gemotiveerde leerling. egoscoop, 5.
Hiteq. (2010). Kenmerkend vmbo, mbo, havo en vwo. Hilversum: Hiteq.
J. van der Wal, I. d. (2006). Identiteitsontwikkeling en leerlingbegeleiding. Bussum: Uitgeverij
Coutinho.
Lanen, C. v. (2009). Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Uitgeverij Coutinho.
Maas, H. (2011). Intrinsieke motivatie van kinderen in sport en spelsituaties. Tilburg: Universiteit.
Prins, d. M. (2008, mei). de deugd van tegenwoordig. Nijmegen: Radboud Universiteit.
23
Download