Cyclohexatrieen Benzol C6H6 Molecuulmassa: 78.1 ICSC nr: 0015 CAS nr: 71-43-2 RTECS nr: CY1400000 VN nr : 1114 EG nr : 601-020-00-8 06.05.2003 Goedgekeurd in vergadering van experten SOORTEN GEVAAR/ BLOOTSTELLING BRAND ONMIDDELLIJK GEVAAR/ SYMPTOMEN VOORKOMEN EERSTE HULP/ BRANDBLUSSEN Zeer ontvlambaar. GEEN open vuur, GEEN vonken en NIET roken. Poeder, AFFF, schuim, koolzuurgas. Damp/lucht mengsels zijn ontplofbaar. Branden ontploffingsgevaar: zie Chemische gevaren. Gesloten systeem, verluchting en een electrische uitrusting en verlichting die geen ontploffing kunnen teweeg brengen. Gebruik GEEN perslucht voor het vullen, aftappen of behandelen. Gebruik vonkvrij handgereedschap. Voorkom het opbouwen van electrostatische ladingen (bijvoorbeeld door te aarden). In geval van brand: vaten, enz., koel houden door te besproeien met water. ONTPLOFFING VOORKOM ALLE CONTACT! BLOOTSTELLING Inademing Duizeligheid. Verluchting, plaatselijke Frisse lucht, rust. Slaperigheid. Hoofdpijn. afzuiging of Raadpleeg een arts. Misselijkheid. ademhalingsbescherming. Kortademigheid. Stuiptrekkingen. Bewusteloosheid. Huid KAN DOOR DE HUID Beschermende OPGENOMEN handschoenen. WORDEN! Droge huid. Beschermende kledij. Roodheid. Pijn. (Verder: Zie Inademing). Verwijder besmette kledij. Spoel de huid met veel water of neem een douche. Raadpleeg een arts. Roodheid. Pijn. Eerst gedurende verschillende minuten spoelen met veel water (indien mogelijk contactlenzen wegnemen), dan naar een (oog)arts brengen. Ogen Gelaatsscherm of oogbescherming in combinatie met ademhalingsbescherming . Inslikken Buikpijn. Keelpijn. Braken. (Verder: Zie Inademing). OPRUIMEN VAN GEMORSTE STOF Niet eten, drinken of roken Spoel de mond. NIET tijdens het werk. laten braken. Raadpleeg een arts. VERPAKKING & ETIKETTERING OPSLAG Verwijder alle ontstekingsbronnen. Vang voor zover mogelijk de weglekkende en de gemorste vloeistof op in afsluitbare vaten. De overblijvende vloeistof in zand of inert materiaal laten opslorpen en naar een veilige plaats voeren. NIET in de riool spoelen. Deze stof NIET in het milieu laten terecht komen. Persoonlijke bescherming: volledig beschermende kledij met onafhankelijk werkend ademhalingsapparaat. Brandveilig. Gescheiden van voeding en voedingsmiddelen , oxiderende stoffen en halogenen . Niet samen met voeding en voedingsmiddelen vervoeren. Nota: E Symbool F Symbool T R: 45-46-11-36/38-48/23/24/2565 S: 53-45 VN Gevarenklasse: 3 VN Verpakkingsgroep: II LEES BELANGRIJKE INFORMATIE OP DE ACHTERZIJDE ICSC: 0015 Gemaakt binnen het kader van de samenwerking tussen het Internationaal Programma over Chemische Veiligheid en de Commissie van de Europese Gemeenschappen (C) IPCV, CEG 2002 International Chemical Safety Cards ICSC: 0015 BENZEEN B E L A N G R I J K E G E G E V E N S FYSISCHE TOESTAND; VOORKOMEN: KLEURLOZE VLOEISTOF , MET KENMERKENDE GEUR. WIJZE VAN OPNAME: De stof kan in het lichaam worden opgenomen door inademing , doorheen de huid en door inslikken . FYSISCHE GEVAREN: De damp is zwaarder dan lucht en kan zich langs de grond verspreiden; ontsteking op afstand is mogelijk. Ten gevolge van stroming, beweging, enz., kan electrostatische lading worden opgewekt. INADEMINGSRISICO: Een voor de gezondheid schadelijke verontreiniging van de lucht, kan zeer snel worden bereikt bij verdamping van deze stof bij 20°C. EFFECTEN BIJ KORTSTONDIGE BLOOTSTELLING: CHEMISCHE GEVAREN: De stof is irriterend voor de ogen , de Reageert hevig met oxiderende huid en de luchtwegen . Als deze stoffen, salpeterzuur, zwavelzuur en vloeistof wordt ingeslikt en daarna in halogenen waardoor brand- en de luchtwegen terecht komt, kan ontploffingsgevaar ontstaat. Tast chemische longontsteking ontstaan. kunststof en rubber aan. De stof kan effecten hebben op het centraal zenuwstelsel , met als BLOOTSTELLINGSGRENZEN: gevolg verminderd bewustzijn . Drempelwaarde: 0.5 ppm als Blootstelling ver boven de TIJDGEWOGEN GEMIDDELDE; 2.5 toegestane blootstellingsgrenzen kan ppm als drempelwaarde voor korte bewusteloosheid en de dood tijd; (huid); A1; BEI vastgesteld; veroorzaken . (ACGIH 2004). FYSISCHE EIGENSCHAPPEN MAK: H; Groep van kankerverwekkende stoffen: 1; Groep m.b.t. genetische veranderingen in geslachtscellen: 3A; (DFG 2004). EFFECTEN BIJ LANGDURIGE OF HERHAALDE BLOOTSTELLING: De vloeistof ontvet de huid. De stof kan effecten hebben op het beenmerg en het immuun systeem , met als gevolg een vermindering van het aantal bloedcellen. Deze stof is kankerverwekkend bij de mens. Kookpunt: 80°C Smeltpunt: 6°C Relatieve dichtheid (water = 1): 0.88 Oplosbaarheid in water, g/100 ml bij 25°C: 0.18 Dampspanning, kPa bij 20°C: 10 Relatieve dampdichtheid (lucht = 1): 2.7 Relatieve dampdichtheid van het damp/lucht-mengsel bij 20°C (lucht = 1): 1.2 Vlampunt: -11 °C (gesloten vat) Zelfontbrandingstemperatuur: 498°C Ontploffingsgrenzen, vol% in lucht: 1.2-8.0 Octanol/water verdelingscoëfficiënt als log Pow: 2.13 De stof is zeer giftig voor waterorganismen. MILIEUGEGEVENS NOTA'S Gebruik van alcoholische dranken versterkt de schadelijke werking. Afhankelijk van de mate van blootstelling, is regelmatig medisch onderzoek aangewezen. Bij het overschrijden van de blootstellingsgrenswaarde is er onvoldoende waarschuwing door de geur. Deze kaart werd gedeeltelijk aangepast in october 2004. Zie hoofdstukken: Blootstellingsgrenzen, EG classificatie en Noodgevallen. Kaart met gegevens voor noodgevallen tijdens het vervoer: TREMCARD (R)-30S1114/30GF1-II . NFPA gevarencode: H2; F3; R0. BIJKOMENDE INFORMATIE Grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling die in België van toepassing zijn ICSC: 0015 BENZEEN (c) IPCV, CEG 2002 WETTELIJKE KENNISGEVING: Noch de CEG, noch het IPCV, noch de vertalers, noch enige persoon die optreedt voor de CEG of het IPCV zijn verantwoordelijk voor het gebruik dat van deze informatie zou kunnen worden gemaakt. Deze kaart geeft de visie weer van de groep van experten die in het kader van het International Programme on Chemical Safety de kaarten samenstellen en evalueren en kan afwijken van de door nationale wetgeving gedane aanbevelingen of verplichtingen. De gebruiker wordt dus verzocht om de voorschriften in zijn land te raadplegen en op te volgen. (c) IPCV, CEG 2002