Wmo-beleidsplan Waterland Inspraakversie Gemeente Waterland Mei 2008 Inleiding De invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) in 2007 heeft in Waterland vooral in het teken gestaan van de invoering van nieuwe taken. Er werd een Wmo loket geopend dat steeds beter wordt toegerust voor de dienstverlening aan de burger. De hulp bij het huishouden is aanbesteed. Ook hebben we nu meer inzicht in de gevolgen van de Wmo dan een jaar geleden. Nu de nieuwe dienstverlening is geregeld, willen we nadenken over de Wmo en beleid maken voor de komende jaren. De kernpunten van de Wmo in Waterland. Meedoen Het maatschappelijke doel van de Wmo is “meedoen”. Meedoen van álle inwoners aan de samenleving, al of niet met hulp van vrienden, familie of bekenden. Als deze onderlinge betrokkenheid van mensen wegvalt of beperkt beschikbaar is, dan biedt de gemeente ondersteuning. Waterland kent veel actieve bewoners en veel vrijwilligers. Inwoners voelen zich bij elkaar betrokken en door de beperkte schaal kennen veel mensen elkaar. Voor het uitvoeren van het Wmo beleid is de inzet van bewoners hard nodig. Signaleren van problemen Dat bewoners in de kernen elkaar goed kennen heeft voordelen maar ook nadelen. Het kan het lastig maken om met persoonlijke problemen naar voren te komen. Schaamte en de angst dat er over gepraat wordt, zodat iedereen er van op de hoogte is kan er toe leiden dat mensen problemen vaak lang verborgen houden. Omdat er geen vroegtijdige hulp wordt gevraagd, kunnen de problemen verder doorgroeien. De invoering van de Wmo is een kans om meer samenhang in de ondersteuning voor inwoners te brengen. En hoe eerder lichte hulp kan worden geboden, hoe beter de preventieve werking is. De Wmo richt zich op alle inwoners, niet alleen op de kwetsbare of oudere mensen. In het leven van iedereen kan zich een situatie voordoen waarin hij op een bepaald terrein ondersteuning nodig heeft en een beroep moet doen op de Wmo. Wmo-nota De Wmo beleidsnota geeft mogelijke richtingen voor het beleid aan. We noemen dit aandachtsgebieden. De Wmo-beleidsnota biedt aanknopingspunten voor verdere beleidsontwikkeling de komende vier jaar. In de dagelijkse praktijk blijkt dat uitvoering van het ene beleid niet of onvoldoende mogelijk is zonder andere beleidsterreinen daarbij te betrekken. Zo is plezierig wonen in al zijn facetten alleen mogelijk als het veilig en schoon is in de omgeving, er voldoende woningen zijn en er sport en culturele activiteiten plaatsvinden. Maar daarvoor is het ook nodig dat de reiniging en handhaving goed functioneert, er adequaat onderwijs gegeven wordt, aandacht is voor jeugd en jongeren en voor de volksgezondheid. Tot slot is een leefbaar Waterland zeker niet mogelijk zonder de inzet van de vele actieve inwoners. Als vrijwilligers leveren ze een onmisbare bijdrage aan het sportieve en (sociaal) culturele voorzieningenniveau in de gemeente. Als mantelzorgers bieden ze belangeloos zorg voor familie of buren in de omgeving. Waarom een inspraakversie? Participatie is een belangrijk thema van de Wmo. De Wmo wordt ook wel een participatiewet genoemd. Burgers worden gestimuleerd de regie over hun eigen leven en hun eigen zorg in de hand te nemen en om zich in te zetten voor anderen, als mantelzorger of vrijwilliger. En ook omdat mensen invloed kunnen uitoefenen op het beleid en op de maatregelen rond zorg en welzijn die daaruit voortvloeien. Via inspraakmethoden, maar ook 2 via tevredenheids- en behoefteonderzoek en de Wmo-raad kunnen burgers laten weten wat ze willen en vinden. Daarom is deze inspraakversie van de beleidsnota opgesteld. De gemeente zet hierin in hoofdlijnen het beleid en de ontwikkelingen uiteen. Ronde tafelgesprekken Er wordt een bijeenkomst voor de burgers georganiseerd. Tijdens de ronde tafelgesprekken wordt aan de hand van stellingen met elkaar gesproken over vier thema’s. De thema’s lopen dwars door de gemeentelijke beleidsterreinen en de Wmo-prestatievelden1 heen. De thema’s zijn: Leefbaarheid Opgroeien en opvoeden Vrijwilligerswerk Wonen met zorg De uitkomsten van de gesprekken worden gebruikt voor het opstellen van een concept Wmo-beleidsplan. Dit plan wordt voor advies voorgelegd aan de Wmo-raad. 1 Zie bijlage. 3 1. Thema Leefbaarheid. (Prestatievelden 1, 4, 6.) Algemene omschrijving Prettig en veilig samenleven in de kernen en wijken/buurten is een voorwaarde voor mensen om zo goed en “gewoon mogelijk” mee te kunnen doen in de Waterlandse samenleving. In de verschillende dorpskernen is traditioneel een sterke sociale samenhang; de inwoners zijn bij elkaar betrokken en er is een rijk verenigingsleven. Waterland is een gemeente met veel kernen (van verschillende omvang). Een belangrijk aandachtspunt is dan ook de bereikbaarheid van voorzieningen voor inwoners in het algemeen en voor de verschillende doelgroepen. Onder voorzieningen verstaan we ook winkels, postkantoren en openbaar vervoer. Bereikbaarheid betekent niet alleen dat inwoners voorzieningen kunnen bereiken, maar ook dat voorzieningen (kwetsbare) bewoners bereiken. De onderlinge sociale contacten staan onder druk door maatschappelijke ontwikkelingen als de vergrijzing, de toegenomen arbeidsparticipatie en de grote verscheidenheid aan mogelijkheden voor vrije tijdsbesteding. Maar nog steeds zoeken de meeste mensen als vanzelfsprekend eerst in eigen kring naar oplossingen voor problemen Visie en uitgangspunten Met de Wmo zoekt Waterland meer aansluiting bij de eigen kracht van burgers. Zorg gaat immers niet alleen over het bieden van individuele hulp bij het oplossen van een probleem, maar ook om het mobiliseren en ondersteunen van de eigen kracht van mensen en hun netwerken. Huidig aanbod Educatie Educatie probeert het scholingsniveau van volwassenen te verhogen, zodat zij daarmee beter in de samenleving functioneren. Het kan betrekking hebben op zowel persoonlijke ontplooiing als op het vinden en het behouden van een baan. Volwasseneneducatie omvat geen activiteiten op het niveau van hoger onderwijs. De gemeente zet de educatiemiddelen in om volwassenen de mogelijkheid te bieden om hun deelname aan het maatschappelijke leven te versterken. Daarbij kan het gaan om kwetsbare groepen, maar ook om cursussen voor vrijwilligers. Integratie en inburgering Sinds 1 januari 2007 is de Wet inburgering (Wi) van kracht. Inburgering wordt gezien als noodzakelijk onderdeel voor de integratie van migranten. Deze integratie kent drie fasen: immigratie – inburgering – participatie. De inburgering begint na de immigratie bij vestiging (inschrijving) in een gemeente. Na de fase van inburgering start de fase van participatie, waarin wordt toegewerkt naar daadwerkelijke deelname aan werk en/of zelfstandige deelname aan het maatschappelijke verkeer. Het doel van integratie is sociale en economische zelfstandigheid. Cultuurbeleid De gemeente heeft de intentie cultuurbeleid te ontwikkelen omdat culturele activiteiten zowel een bijdrage kunnen leveren aan de persoonlijke ontwikkeling van inwoners als aan de sociale contacten tussen mensen. 4 Sport De mogelijkheid te sporten en te recreëren bepaalt ook de waardering van de leefomgeving en draagt bij aan de sociale samenhang. De gemeente stimuleert deelname aan verenigingssporten. De gemeente faciliteert breedtesportprojecten zoals Whozznext en de jeugdsportpas. Zorg en/of overlast Waterland kent een Meldpunt Extreme Overlast. Burgers en hulpverleners kunnen er terecht als zij zich storen aan een buurtbewoner of zich zorgen maken over iemand. Achter het meldpunt functioneert een samenwerkingsverband van Gemeente, GGD, politie, instellingen voor geestelijke gezondheidszorg, maatschappelijk werk en verslavingszorg. 5 2. Thema opgroeien en opvoeden. (Prestatieveld 2) Algemene omschrijving In november 2007 heeft de gemeenteraad de “Jeugdnota 2007-2009” vastgesteld. Deze nota vormt het kader waarbinnen de gemeente werkt aan voorzieningen voor kinderen, hun ouders en de mensen die met jeugdigen werken. Met de meeste kinderen in Waterland gaat het goed. Maar voor de groep die problemen ondervindt bij het opgroeien, zal de gemeente extra hulp moeten bieden. Veel kinderen en jongeren die in de problemen dreigen te komen, zijn geholpen met een lichte vorm van hulp, als die maar op tijd komt. Het op te richten centrum voor Jeugd en gezin krijgt een belangrijke taak in het signaleren van problemen bij de opvoeding en de ontwikkeling van een kind. Bovendien wordt hier een aanbod ontwikkeld voor opvoed- en opgroei ondersteuning. Visie en uitgangspunten van de gemeente De gemeente Waterland vindt het belangrijk dat kinderen en jongeren gezond en evenwichtig opgroeien zodat zij als mondige en zelfredzame burgers in het leven staan en een bijdrage aan de -lokale- samenleving zullen leveren. De gemeente ziet het als haar verantwoordelijkheid om voorwaarden te scheppen voor de ontwikkeling voor een aantrekkelijke leer-, leef-, en woonomgeving met sport, cultuur en vrije tijdsvoorzieningen. De gemeente ontwikkelt een aanbod voor ouders die daar behoefte aan hebben, zodat zij hun kinderen optimaal kunnen opvoeden, onder meer door middel van opvoedingsondersteuning. De gemeente zorgt voor ondersteuning van de jeugd, door zorg te dragen voor een sluitend netwerk waarin problemen in een vroeg stadium worden gesignaleerd en aangepakt en zorg te dragen, voor regie ten aanzien van samenwerking en afstemming tussen betrokken instellingen. Huidig aanbod Jeugdgezondheidszorg De GGD Zaanstreek-Waterland is verantwoordelijk voor de jeugdgezondheidszorg van kinderen tussen de 0 tot 19 jaar. Basisschoolleeftijd Voor kinderen in de basisschoolleeftijd zijn op alle scholen zorgteams actief. Deze teams letten op leerlingen tussen 4 en 12 jaar. Het zorgteam kan ook opvoedingsondersteuning of Bureau Jeugdzorg inschakelen als het zich zorgen maakt over de ontwikkeling van een kind op school. Voortgezet onderwijs Voor leerlingen in het voortgezet onderwijs bieden scholen een zorgadviesteam. Deze teams buigen zich over de leer- en gedragsproblemen van jongeren vanaf 12 jaar. Ze hebben een directe link met Bureau Jeugdzorg en met de GGD. 6 3.Thema: vrijwilligerswerk. (Prestatieveld 4) Algemene omschrijving Vrijwilligerswerk is werk door mensen dat een algemeen maatschappelijk belang dient, zonder winstoogmerk en zonder dat het concurrent is met betaald werk of betaald werk verdringt. Landelijke onderzoeksgegevens. Diverse maatschappelijke ontwikkelingen wijzen erop dat vrijwilligerswerk aan het veranderen is. Van de Nederlandse bevolking verricht nu 32% wel eens vrijwilligerswerk2. Dit percentage is stabiel. De hoeveelheid tijd die mensen besteden aan vrijwilligerswerk is sinds 2002 met 40% gedaald. Het aantal jongeren tussen de 15 en 19 jaar dat vrijwilligerswerk doet is gedaald van 16% in 2000 tot 11% in 2006. De situatie in Waterland In de regionale Omnibusenquête 2006 is een aantal vragen opgenomen over vrijwilligerswerk. Van de inwoners van de gemeente Waterland doet 30% regelmatig vrijwilligerswerk. Gemiddeld besteedt men ongeveer 4,5 uur per week aan het vrijwilligerswerk. Het soort werk dat men doet is vaak het uitvoeren van activiteiten, werk als bestuurslid of hulp aan anderen. Het populairste vrijwilligerswerk is hulp aan anderen. Spontaan genoemd vrijwilligerswerk dat men zou willen doen is werk met dieren, werken met ouderen of bij sportverenigingen. Visie en uitgangspunten Vrijwilligers zijn onmisbaar in Waterland. Tal van activiteiten stoppen zonder hen. Toch staat de vrijwillige inzet onder druk. Dat vraagt om een ander beleid voor vrijwillige inzet, gericht op het zo goed mogelijk ondersteunen en stimuleren van de mensen die zich vrijwillig inzetten voor hun buurt, de sportclub of voor andere mensen die extra zorg en aandacht goed kunnen gebruiken. De ondersteuning zal zoveel mogelijk lokaal georganiseerd worden. Huidig aanbod De Vrijwilligerscentrale Purmerend geeft informatie en advies aan vrijwilligers en aan organisaties met vrijwilligers in dienst. 2 Trendrapport vrijwillige inzet 2008 7 4.Thema Wonen met zorg. (Prestatievelden 1 en 3) Algemene omschrijving De gemeente stimuleert mensen om zo lang mogelijk zelfstandig te blijven wonen. Wat heb je nodig om zelfstandig te wonen als je ouder wordt of een handicap hebt? Een aangepast huis en de garantie dat er iemand komt als je valt? Misschien een avondmaaltijd of iemand die je huis schoonmaakt? Al deze voorzieningen zijn beschikbaar in Waterland. In veel gevallen zijn het familie of buren die er voor zorgen dat mensen met een beperking thuis kunnen blijven wonen. Deze vorm van zorg noemen we mantelzorg. Mantelzorg is zorg die mensen vrijwillig en onbetaald verlenen aan mensen in hun familie, huishouden of sociale netwerk; het gaat dan om zorg die meer omvat dan in een persoonlijke relatie gebruikelijk is. Het verschil met vrijwilligerswerk is dat mantelzorg geen keuze is. Het overkomt iemand. Mantelzorgers ervaren over het algemeen voldoening aan het verlenen van zorg. Hun motieven om te helpen zijn vaak liefde en genegenheid en de vanzelfsprekendheid van het zorgen voor de mensen die hun nabij zijn. Burenhulp, het verzorgen van familieleden en vrijwilligerswerk zijn in Waterland vanzelfsprekende vormen van zorgen voor elkaar. Nieuw is wel dat maatschappelijke ontwikkelingen hun invloed doen gelden op de belasting van mantelzorgers en de inzet van vrijwilligers. Het aantal mantelzorgers groeit door de vergrijzing. Omdat mensen langer thuis blijven wonen, wordt de zorg zwaarder. Mantelzorgers wonen verder van hun familie en hebben soms lange reistijden. Het aanbod voor mantelzorgers vanuit het Steunpunt Mantelzorg in Purmerend bereikt de Waterlandse mantelzorgers niet altijd en het aanbod wordt niet altijd als passend ervaren bij de cultuur en de omstandigheden in Waterland. De mantelzorgers willen niet met hun problemen te koop lopen. Er zijn wel cursussen voor mantelzorgers, maar veel van hen kunnen eigenlijk niet weg. Purmerend lijkt ver weg. Men vindt het beter als de ondersteuning dichtbij wordt georganiseerd zodat mensen een uurtje weg kunnen, zonder veel reistijd. Met de komst van de Wmo, per 1 januari 2007, heeft de gemeente de verplichting gekregen mantelzorgondersteuning vorm te geven. De wijze waarop die verplichting moet worden ingevuld wordt niet in de wet geregeld. Dat betekent dat de gemeente beleidsvrijheid heeft om daar zelf richting aan te geven. Visie en uitgangspunten Een uitgangspunt bij dit thema is dat inwoners in een zo vroeg mogelijk stadium, zo dicht mogelijk bij huis, de zo licht mogelijke vorm van ondersteuning krijgen die ze nodig hebben. Daarmee kan worden bereikt dat inwoners thuis blijven wonen en de regie over hun eigen leven blijven voeren. Een tweede uitgangspunt van de Wmo is dat mensen de zorg voor elkaar op zich nemen en gebruikmaken van hun netwerk en pas als dat niet toereikend is een beroep doen op professionele zorg. Om die zorg voor elkaar zo lang mogelijk vol te kunnen houden is een aanbod van mantelzorgondersteuning noodzakelijk. 8 Huidig aanbod Wmo-loket. De Wmo gaat er van uit dat de gemeente de toegang tot de voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning regelt. De gemeente Waterland regelt deze functies in een Wmo loket op het gemeentehuis. Dit loket is telefonisch en fysiek bereikbaar. Het is een smal loket dat zich richt op de kerntaken informatie, advies en toeleiding naar de Wmo-voorzieningen. Uit het oogpunt van beheersbaarheid is ervoor gekozen om in eerste instantie te starten met een smal loket dat nauw aansloot bij het Wvg-voorzieningen loket. De eenvoudige indicaties voor voorzieningen worden sinds 1 juli 2007 in het Wmo-loket gedaan. Het centrum Indicatiestelling Zaanstreek-Waterland doet nog wel de complexe indicaties. Het loket regelt de toegang tot Wmo-voorzieningen. De doelgroepen van het loket zijn personen met een lichamelijke, psychische of verstandelijke handicap eventueel uit te breiden met mantelzorgers en vrijwilligers Het loket is gevestigd in het gemeentehuis en wordt later uitgebreid tot in de wijksteunpunten. Mantelzorgondersteuning Ook vóór de komst van de Wmo waren er diverse diensten en producten waar mantelzorgers gebruik van konden maken. Vanuit het steunpunt Mantelzorg in Purmerend verzorgt Evean de ondersteuning aan mantelzorgers, tot 2007 gefinancierd vanuit de AWBZ. Voorbeelden van die ondersteuning zijn: Vrijwilligershulp voor mantelzorgers, die taken overnemen. Mantelzorgsalons met ontspanningsactiviteiten Individuele ondersteuning 9 1. Bijlage WMO prestatievelden Door de Wmo wordt de gemeente verantwoordelijk voor de maatschappelijke ondersteuning van haar inwoners. De maatschappelijke ondersteuning bestaat uit negen taken: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. De leefbaarheid van de gemeente vergroten Jongeren en ouders ondersteunen Informatie en advies geven Ondersteunen van vrijwilligers en mantelzorgers Zorgen dat mensen met een beperking mee kunnen doen Voorzieningen voor mensen met een beperking Opvang van mensen met problemen Openbare geestelijke gezondheidszorg Zorg voor mensen met een verslaving Voor de prestatievelden 7,8 en 9 wordt in samenwerking met andere gemeenten een aanbod ontwikkeld. 10