Vmemo Fotosynthese Eva Lems 10582509 27-5-2014 Oriëntatie op onderwerp In de onderstaande tabel staat mijn perspectievenassociatie (Janssen, 2006) op het onderwerp fotosynthese. Vergelijkend Wat zijn verschillen en overeenkomsten tussen fotosynthese en dissimilatie (glycolyse/citroenzuurcyclus) . Wat is het verschil tussen een cyanobacterie en een bladgroenkorrel? Hoe doen verschillende soorten planten het? Oorzakelijk Hoe komt het dat planten zuurstof produceren? Waarom planten wel en dieren niet? Waarom vindt fotosynthese plaats in bladgroenkorrel? Hoe werkt fotosynthese? Wat heeft de bouw van een plant te maken met fotosynthese? Waar in een plant gebeurt fotosynthese? Is het fotosyntheseproces in alle planten het hetzelfde? Wat hebben planten nodig voor fotosynthese? In welke omstandigheden is er maximale fotosynthese? Is het broeikaseffect (meer CO2) juist goed voor planten? Vanaf welk moment in de ontwikkeling van een plant (van zaadje tot plantje) vindt er fotosynthese plaats Hoe is fotosynthese geëvolueerd? Het eerste leven + eerste organisme dat fotosynthese deed ontstond in zee…is fotosynthese proces geëvolueerd in huidige landplanten? Welke biotische en abiotische factoren hebben gezorgd voor selectiedruk? Hoe verzorg je planten? Hoe zorg ik voor maximale oogst op mijn balkon? Welke planten hebben geneeskrachtige werking? Kan je fotosynthese nabouwen in een laboratorium? Hoe kan je plantenkweken met LED-licht? Hoe kan je planten laten groeien in de ruimte, zodat er leven kan komen op mars? Is het oké om planten genetische te modificeren zodat ze meer oogst opleveren? Functioneel Bouw & Werking Omgeving Ontwikkeling Evolutionair Zorg Medisch Technologisch Ethisch Persoonlijk Na een brainstrom met de perspectieven heb ik gekozen voor het Omgeving en Evolutionair perspectief. Ook komt het Bouw en Werking Perspectief en het Vergelijkende perspectief aanbod. Het Omgevingsperspectief en Bouw en Werking perspectief sluit aan bij de casus die ik gebruik. Leerlingen gaan Carlos, een sinaasappelboer uit Venezuela die last heeft van een slechte oost, helpen bij het kiezen voor een nieuw gewas (ananas of mais). Hoe verloopt fotosynthese in deze planten in verschillende omstandigheden? Wat heeft een plant nodig? Hoe werkt fotosynthese in verschillende typen planten (C3, C4, CAM)? (Deze laatste vraag zou je ook onder het vergelijkende perspectief kunnen hangen) Door de verschillende typen planten te gebruiken, komt ook het evolutieperspectief aan bod. ? Hoe zijn de verschillende typen planten (C3, C4, CAM) ontstaan? Fotosynthese leent zich naar mijn idee goed om vanuit het evolutieperspectief te benaderen. Dit idee ontstond na het lezen van een artikel in de NRCnext (22-1-2014) over het boek ‘Oxygen. A Four Billion Year History. In het artikel werd o.a. beschreven hoe de eerste zuurstof-producerende organismen zijn ontstaan. Dit riep bij mijzelf verwondering op (wow, fotosynthese is echt een bijzonder proces, hoe werkt dat). Het evolutieperspectief komt bovendien weinig terug in het huidige biologieonderwijs en het leuk me leuk om er een les mee te proberen. Onderwerpen met een evolutiebril bekijken leidt immers niet alleen in inzichten in evolutie van het onderwerp, maar ook tot inzicht in functie, werking en omgeving (Janssen, 2006). Tot slot, omdat in de les van Inez de citroenzuurcyclus aan bod kwam en ik toevallig net las dat leerlingen het lastig vinden om het verband te zijn tussen assimilatie-dissimilatie (Ummels, Kamp, Kroon, & Boersma, 2013) heb ik ook nog een beetje het vergelijkende perspectief ingebouwd in de huiswerkopdracht (welke verschillen en overeenkomsten zie je tussen fotosynthese en dissimilatie, tabel 68 en 69 in Binas) . Ook onderzoeken leerlingen onderzoeken de verschillen tussen de verschillende typen planten . Conceptmap 1. De relatie tussen fotosynthese en dissimilatie en voorgezette assimilatie: 2. Een mindmap/conceptmap van de drie typen planten: Lesplan Lesplan Vdemo Fotosynthese Docent: Eva Lems Lesonderwerp Beginsituatie Datum: 15-5-2014 Tijd: 13.30 14.20 Klas: Biolio’s Aantal lln: 8 Fotosynthese Biologieleraren in opleiding. 2 medisch biologen, de rest ‘groen’. Twee weken terug les over citroenzuurcyclus (dissimilatie) gehad. huiswerkopdrachten gemaakt waarin de basiskennis van fotosynthese is opgefrist In Google forms, stuur ik deze vragen, zodat ik vooraf weet wat voorkennis is. Huiswerk Leskern Fotosynthese ( 2 H2O + 6 CO2 → C6H12O6 + 6 H2O + 6 O2) is de basis voor het leven op aarde. Fotosynthese ontstond voor het eerst in micro-organismen in water. Landplanten tegenwoordig staan op het land, dat heeft voor en nadelen. C3, C4 en CAM planten zijn op verschillende manieren aangepast aan het leven op het land. Niet alleen hun bouw, maar ook de manier waarop fotosynthese gebeurt verschilt. 1. 2. Leerdoelen Bekijk in je Binas tabel 68 (dissimilatie, denk weer even terug aan de les van Inez) en 69 (fotosynthese). Welke verschillen en overeenkomsten zie je? Wat gebeurt er in de lichtreactie? (wat gaat er in, wat gaat er uit) Wat gebeurt er in de donkerreactie (Calvin Cyclus)? (wat gaat er in, wat gaat er uit) Wat is de functie van Rubisco in de donkerreactie? Ik weet wat de endosymbiosetheorie is: ja/nee 3. 4. 5. Je kan met behulp van je Binas de licht- en donkerrectie van de fotosynthese uitleggen Je kan verschillen uitleggen in het verloop van fotosynthese bij C3, C4 en CAM planten Je kan verklaren hoe fotosynthese in C3, C4 en CAM planten is geëvolueerd Je kan voordelen en nadelen noemen van fotosynthese in C4 en CAM planten in vergelijking tot fotosynthese in C3 planten Je kan voorspellen welke type planten het beste bestand is tegen klimaat veranderingen (meer CO2, warmer, extreem droog of extreem nat) Docentdoelen Motiveren, duidelijk instructie geven, timemanagement, differentiëren Kopieën uit ‘Brandstof van het leven’, info over C3, C4, CAM en endosymbiose Ananas, mais, sinaasappel, twee krantenartikelen NRC Materiaal 4 x A3 + kopie met normale fotosynthese, stiften/potloden Kopieën uit Campbell H10 over fotosynthese Media, spullen, hulp Bord, powerpoint, laptops, Binas Tijd Les fase Lee r doe l Wat ik doe en zeg Wat leerlingen doen (werkvorm) Leeractiviteit Introductie van de casus/context: Niet alleen het Spaanse Valencia, maar ook de gelijknamige stad in Venezuela is bekend om de sinaasappels. Een belangrijke bron van inkomsten voor deze stad. Carlos, een sinaasappelkweker in Valencia (Venezuela) zit met zijn handen in het haar. Al drie jaar mislukt zijn oogst. Volgens de kweker zelf door de hete zomers. Hij vraagt jullie als biologen van ‘BioLio advies bv.’ om advies. Hoe komt het dat zijn oogst mislukt en die van zijn buurman, die ananaskweker is niet? Moet hij soms mais gaan verbouwen net als zijn Mexicaanse kennis? Welk gewas is het beste bestand tegen klimaat veranderingen? 13.30 Help Carlos met jullie kennis over fotosynthese en evolutieprocessen 13.35 1 13.40 2-4 Leerdoelen + korte terugkoppeling huiswerk. In conceptmap laten zien assimilatie en dissimilatie, checken of leerlingen licht en donkerreactie snappen en eventueel uitleggen Vragen stellen Kies voor mais of ananas. En geef advies aan Carlos. Beantwoord de vragen en zorg dat je over 10 minuten kan presenteren aan je collega’s. Gebruik Binas, Internet en informatie op de tafels. Als je er niet uit komt kan je een hulp aan mij vragen. Verdelen over groepjes Rondlopen en vragen beantwoorden, eventueel extra materiaal aan bieden Opdracht maken in 3-4 tallen Benoemen, vergelijken Toepassen, Integreren, vergelijken, analyseren, voorspellen Wissel nu met twee mensen van de andere groep. Presenteer je poster/plant in 3 minuten. Laat zien wat jouw plant te bieden. Zorg dat je straks allemaal kan vertellen hoe de fotosynthese in beide planten werkt. 1 iemand wordt straks aangewezen om te presenteren. Aan elkaar uitleggen Vergelijken, integreren Hulpvragen: Welke eigenschappen moet een ideale plant hebben? Denk aan hoge opbrengst per m2 (vanwege voedsel tekort). Kan goed tegen hogere temperaturen, hogere CO2 concentratie en extreme nattigheid en droogte (El Nino komt eraan, dit betekent waarschijnlijk oogsten gaan mislukken door extra regenval, in andere jaren is het weer extra droog) Ontwerpen Creëren, Vergelijken, integreren 14.05 Vragen stellen, samenvatten 2x2 minuten presenteren Creëren, integreren, benoemen, 14.10 Overzicht uitleggen van C3, C4, CAM plant + conceptmap vanuit evolutie perspectief. Hoe zijn deze verschillen ontstaan? 13.50 Je weet nu van alles over verschillende type planten. Maak een overzicht C3, C4, CAM plant. Wat zijn de voor en nadelen? Geef een advies aan Carlos, welke plant kan hij het beste gaan verbouwen volgend jaar? S,A of M? 14.00 5 1-5 Vragen stellen en beantwoorden Vragen stellen en beantwoorden vragen Evolutie eerste organisme met fotosynthese/ endosymbiose theorie Eerste 2.2 miljard jaar geen zuurstof. Tot 500 miljoen jaar geleden 1-10% huidige O2. Nu 21% lucht O2. Welke organisme produceerden voor het eerste zuurstof? Wat waren de omstandigheden toen? Water, geen O2 Hoe ziet de omgeving van een gemiddelde landplant er tegenwoordig Vragen beantwoorden en stellen Integreren, toepassen, uit? Veel O2, Weinig Co2, Weinig water Wat is het nadeel daarvan? Rubsico werkt niet goed, bindt met o2 ipv Co2, fotorespiratie rubisco als soort blinde darm, niet heel handig overblijfsel uit evolutie C4 planten doen het lekker, maar waarom denk je dat er niet zoveel C4 planten zijn in NL? – veel energie (uit zonlicht) nodig voor Pep + Co2 binden 14.30 Afsluiten en checken leerdoelen met paar vragen met Socrative - Figuur 1. Gebruikt materiaal Vragen maken Toepassen Gemaakte keuzes en hoe het uitpakte Inhoudelijk De nadruk van de les ligt bij de volgende onderwerpen: Hoe is fotosynthese geëvolueerd in verschillende typen planten (C3, C4, CAM)? Hoe verloopt fotosynthese in deze planten in verschillende omstandigheden? Fotorespiratie bij C3 planten komt onder andere aan bod en verschillen tussen C3, C4 en CAM planten. Door te kijken naar de verschillen tussen de planten, krijgen leerlingen meer inzicht in hoe fotosynthese in elkaar zit en wat de functie is van verschillende stappen in het fotosynthese proces. Ik koos voor de C3, C4, CAM planteninsteek omdat dit eigenlijk net boven VWO stof zit en een goed begrip van de normale fotosynthese vereist. Zie bijlage voor opdracht. Het bleek dat deze insteek iets te moeilijk was. Ik had verwacht dat iedereen de normale fotosynthese wel goed onder de knie zou hebben en de verschillende typen planten een beetje zouden kennen. Dit omdat er veel groene-biologen in de groep zitten en Jeffrey en Jordi hun plantfysiologie tentamen al geleerd hadden. Wel was ik van plan om deze voorkennis nog even te checken aan het begin van de les en dan eventueel nog extra uitleg te geven, zodat iedereen op een gelijk niveau aan de opdracht kon beginnen. Helaas vergat ik dat te doen , ik ben wel heel even op de relatie tussen assimilatie een dissimilatie in gegaan, maar niet meer op het fotosyntheseproces zelf. Het gevolg was dat leerlingen eigenlijk te weinig kennis hadden om aan de eerste ronde te beginnen. Didactisch De les starten met een context Plantfysiologie/verschillende typen fotosynthese is niet het meest spannende onderwerp voor veel leerlingen. Waarom zou je daar iets van willen weten? Om leerling wel te motiveren start de les daarom met de introductie van een context/casus. (Ummels, Kamp, Kroon, & Boersma, 2013; Janssen, 2006; Boersma K. T., 2005): ‘Niet alleen het Spaanse Valencia, maar ook de gelijknamige stad in Venezuela is bekend om de sinaasappels. Een belangrijke bron van inkomsten voor deze stad. Carlos, een sinaasappelkweker in Valencia (Venezuela) zit met zijn handen in het haar. Al drie jaar mislukt zijn oogst. Volgens de kweker zelf door de hete zomers. Hij vraagt jullie als biologen van ‘BioLio advies bv.’ om advies. Hoe komt het dat zijn oogst mislukt en die van zijn buurman, die ananaskweker is niet? Moet hij soms mais gaan verbouwen net als zijn Mexicaanse kennis? Welk gewas is het beste bestand tegen klimaat veranderingen? Help Carlos met jullie kennis over fotosynthese en evolutieprocessen Gekozen is voor een voedselproductie casus omdat dit onderdeel is van het eindexamenprogramma Subdomein B3 (Taminiau, Schalk, & Legierse, 2012). Een echte sinaasappel, ananas en mais kleedden te les aan en werken als aandachtrichter. Het starten met de context pakte heel goed uit. Iedereen zat gelijk in het onderwerp en werd enthousiast. Ik vond het zelf ook erg leuk om de les zo te beginnen! Na de introductie volgden de leerdoelen. Dit ging eigenlijk iets te snel, het waren teveel leerdoelen voor één les. Voorkennis checken Na de leerdoelen volgde het bespreken van het huiswerk. Het idee was om voorkennis in de huiswerkopdracht op te halen. Doordat het huiswerk digitaal ingeleverd moest worden, was voor mij duidelijk wie op welk niveau iedereen zat (en wie het huiswerk niet gemaakt had) en kon ik alvast nadenken over aanknopingspunten om in de les de normale licht- en donkerreactie te bespreken. Dit pakte een beetje anders uit dan verwacht. Iedereen had het huiswerk gemaakt en het was fijn om dat voor de les nog even te kunnen lezen; het leek er op dat iedereen een redelijke voorkennis had. Echter bleek tijdens de les dat de kennis toch een beetje tegen te vallen. Ook vergat ik om het huiswerk even goed te bespreken en kennis te checken. (Het huiswerk kon je immers makkelijk even snel van internet of Binas halen, maar dat wil nog niet zeggen dat het echt begrepen is). Aan de slag Na het huiswerk verdeelde iedereen zich over de twee groepen en ging aan de slag met de opdracht waarbij leerlingen in de huid van adviseur kropen. Hierbij moeten ze jojoën tussen de verschillende organisatieniveaus van de biologie: molecuul (inzoomen op fotosynthese proces)-, cel (waar in de cel gebeurt wat)-, organisme (hoe ziet de plant eruit?)- en ‘ecosysteem/wereld’ niveau (nadenken over invloed van klimaat op oogst). Dit jojoën helpt beter begrip te krijgen van de stof (Knippels, 2002). In de ronde 2 en 3 leggen leerlingen aan elkaar uit, een effectieve manier van leren (Ebbens, 2009). Het bleek dat het de opdracht te moeilijk en teveel was. Er was te weinig tijd voor de verschillende rondes. Ik probeerde de rondes een beetje samen te voegen en leerlingen toch aan de ‘deadline’ te houden. En aanwijzingen te geven aan de groepjes. Sander leek het echt helemaal niet te begrijpen, hem heb ik extra uitleg gegeven. Sande gaf echter achteraf aan het ook helemaal niet te begrijpen, maar omdat hij in de les wel druk bezig was en veel praatte over de stof met Inez was dit mj niet opgevallen. Jeffrey en Jordi hebben uiteindelijk ‘het advies’ gepresenteerd. Dit ging wel goed, maar het bleek wel dat er nog een heel hoop vragen waren en dat niet alles begrepen werd. Synthese en nieuwe context Daarna wordt de stof door mij samengevat geplaatst vanuit het evolutieperspectief (hoe zijn de drie typen planten geëvolueerd na het ontstaan van de eerste bladgroenkorrel (endosymbiose theorie). Dit kwam niet helemaal lekker uit de verf. Het leverde eerder verwarring op dan duidelijkheid. Wel was het overzicht op de sheets van de verschillende typen planten duidelijk en kon ik vragen goed beantwoorden. Daarna wilde ik de kennis nog in een nieuwe context plaatsen. Door het geleerde in een tweede context te plaatsen (recontextualiseren) en samen te vatten wordt de stof nog beter eigen gemaakt door leerlingen (Oers, 1998; Dam, Jansen & van Driel, 2013). Het idee was om leerlingen na te laten denken over C4 planten in Nederland. Deze overgang ging niet helemaal lekker. Ik had de eerste context niet helemaal netjes afgerond en zei niet duidelijk dat we nu naar het volgende gingen. Ook was de gekozen tweede context eigenlijk helemaal een nieuwe context, omdat het weer over C4 planten ging en het klopte het inhoudelijk niet helemaal wat ik zei. Feedback Hieronder volgt de belangrijkste feedback, gevolgd door een overzicht van de feedback van de formulieren (zie Bijlage 2). Wat ging goed, wat maakt trots De les was activerend en ik heb een goede context bedacht. Carlos maakte het persoonlijk en leuk. Ik ben blij dat mijn performance goed was, hier ben ik voor de klas nog al eens onzeker over. Verder kreeg ik veel complimenten over het (echte) materiaal wat ik mee had genomen en de verzorging van de presentatie . En ondanks dat het niet helemaal lekker uitpakte, was het idee om te recontextualiseren goed. Ook waren de gekozen werkvormen goed. Al met al was de les leuk en motiverend en riep een hoop vragen op. Tot slot ben ik er toch wel trots op dat ik deze les heb kunnen geven, aan het begin van het jaar had ik echt bijzonder weinig kaas gegeten van fotosynthese en de ‘groene biologie’ in het algemeen. Ik voelde me hier erg onzeker over. Nu, door het remediëringsprogramma, vakdidactiek en het lesgeven, voel ik me een stuk bekwamer over deze onderwerpen! Wat kon beter Voorkennischeck en begripsvorming Ik heb de voorkennis niet goed gecheckt (zie beschouwing). De bedoeling was om dit huiswerk te bespreken om zo te zorgen dat iedereen genoeg basis kennis van fotosynthese zou hebben om de opdracht te kunnen maken. Nu hadden veel leerlingen te weinig kennis met als gevolg dat degene die weinig wisten, niet mee kwamen. Het gevoel niet genoeg kennis te hebben kan leiden tot angst of afhaken. Meeliften kon makkelijk. Daarbij had ik teveel stof, teveel leerdoelen voor één les en het was te moeilijk. Er was te weinig tijd in het voor de eerste opdracht, te weinig tijd geven voor zelfstandigheid. Als ik de les over zou doen, dan had ik na het introduceren van de context, meer tijd genomen om voor kennis te checken en op niveau te brengen, door bijvoorbeeld een korte uitleg over de fotosynthese gevolgd door een of twee vragen en die via het Denken, Delen, Uitwisselen behandelen. Daarna had ronde1 kunnen starten (20 minuten) gevolgd door een presentatie per groep (2x3 minuten) en daarna een klassengesprek om tot een gezamenlijk advies te komen en overgebleven vragen te beantwoorden. En belangrijk punt van aandacht is voor mij, om niet teveel te willen in een les en het voor mijn gevoel simpel te houden. Recontexualiseren De overgang van context 1 naar concept 2 ging niet helemaal soepel (zie beschouwing les). Ik had beter voor een echt nieuwe context kunnen kiezen, waarin leerlingen hun nieuwe fotosynthese kennis in een nieuwe context hadden kunnen loslaten. Bijvoorbeeld; Als kweker bij Plantlab (binnen met TL licht groenten verbouwen) zoek je naar de ideale omstandigheden om verschillende planten te kweken. Evalueren Mijn idee was om met Socrative te checken welke leerdoelen behaald waren en of leerlingen het idee hadden dat hun kennis over fotosynthese vooruit was gegaan. Echter had ik de vraag niet goed ingesteld, waardoor je maar één leerdoel kon aanklikken. Niet heel nuttig, ik had beter klassikaal kunnen vragen aan leerlingen om bijvoorbeeld een leerdoel uit te leggen of een toets-achtige vraag kunnen stellen Differentiëren Het idee was om te differentiëren door het aanbieden van verschillend extra materiaal, van middelbare schoolniveau tot wetenschappelijk niveau op een ‘bronnentafel’ en het kunnen vragen van hulp/aanwijzingen van mij. Dit kwam niet helemaal lekker uit de verf. Ik heb de voorkennis niet goed gecheckt in de les, waardoor ik niet goed wist wie wat wist. Wel heb ik Sander extra kunnen helpen. Overzicht feedback Voorbereiding : De voorbereiding was voldoende. Hier ben ik het mee eens. De conceptmap was ruim voldoende. Organisatie: De doelen waren volgens iedereen ruim voldoende/ goed. Het checken van de voorkennis had beter gekund evenals de tijdsbewaking. Het grootse verbeterpunt ligt bij de tijdsplanning. Het was teveel Performance: Mijn performance werd op alle punten als ruimvoldoende/goed beoordeeld. Stemgebruik en non-verbaal gedrag was goed ik ging flexibel om met vragen. Vakdidactiek: De gekozen werkvormen, visualisering en de contexten werden als goed beoordeeld. Het benoemen en aanpakken van begripsproblemen werd door een aantal als onvoldoende/voldoende beoordeeld. Vakkennis: Mijn vakkennis (hoog als vo) was ruim voldoende. Wendbaar gebruik, samenhang en jojo en inhoudelijk juist waren voldoende/ruim voldoende. Evaluatie: De evaluatie werd door één iemand beoordeeld als onvoldoende, anderen beoordeelden het als voldoende of goed. Overige opmerkingen: - Geweldig begin, mooie presentatie, een 8! - Veel vragen en veel doelen, de geven de burger echter minder moede gedurende het proces (was te moeilijk, instapniveau niet gecheckt) - Goed voorbereid, mooi materiaal, leuke stof - Teveel voor één les - Context 1—Context 2: niet soepel - Leuke les, zou hem zo doen, maar zou er langer over doen - Instapniveau was te hoog en met huiswerk is weinig tot niets gedaan - 10 minuten voor opdracht 1 was te kort, omdat ik belangrijke kennis mistte - Performance was top, heb het idee dat je het onderdeel je eigen hebt gemaakt - Leuk verschillende bronnen, wetenschappelijk en krant - Evaluatie ging niet zo lekker, quiz niet zo’n nuttige vorm Subdomeinen Zelf heb ik een hoop geleerd over de volgende onderwerpen: - B2.3 Assimilatie en dissimilatie. Deelconcepten: fotosynthese, hertrotroof, cloroplast, lichten donkerreactie, ADP en ATP, NADH, bouwstoffen, brandstoffen, enzymen, B3.2 Fotosynthese. Deelconcepten: netto fotosynthesereactie, voortgezette assimilatie, beperkende factoren B8.2 Kringloop. Deelconcepten: fotosynthese, biomassa, broeikaseffect F1. Selectie. Deelconcepten: selectie, populatie, diversiteit F4. Ontstaan van het leven. Deelconcepten: endosymbiose theorie Suggesties voor verbetering Ik vond dit zeker een leuk en leerzaam onderdeel van de opleiding. Ik heb veel geleerd van (veel kennis opgefrist!) door de demo’s van anderen en van mijn eigen demo heb ik echt veel geleerd. Ik zou nu zonder twijfel V5 les durven geven over fotosynthese. Wat mij betreft zou er in de opleiding meer tijd voor de demo’s ingebouwd mogen worden, je werkt aan je kennis én je krijgt feedback op je didactische vaardigheden in een vertrouwde, veilige groep. Ik denk dat dat heel waardevol is. Ik zou wel aanraden om dit onderdeel eerder te starten. In deze laatste periode is het eigenlijk te druk. Misschien kunnen er in het eerste half jaar een soort light-versies van de demo’s ingebouwd worden in de vakdidactiek, zoals de 5-minuten biologie waar we ooit mee begonnen (jammer dat we daar mee gestopt zijn trouwens), maar dan verplicht over onderwerpen waar je niet goed in bent. Bronnen voor de inhoud: 1. Campbell, Chapter 10 (Reece, Urry, Cain, Wasserman, Minorsky, & Jackson, 2011) 2. Een aantal filmpjes op Youtube van biologie leraar Mark Koren (geraadpleegd op 08-05-2014: - Overzicht: https://www.youtube.com/watch?v=kHoeYxizOfk Lichtreactie energie: https://www.youtube.com/watch?v=SGqP7QE4Q3M Lichtreactie fysiek: https://www.youtube.com/watch?v=20OMyr_y1O8 Dissimilatie – assimilatie: https://www.youtube.com/watch?v=wBtIhXrWchk Fotorespiratie 1: https://www.youtube.com/watch?v=yOVAQ7roZNE Fotorespiratie 2: https://www.youtube.com/watch?v=kyZH7CaL-PU 3. De NLT Module Brandstof voor het Leven (Wageningen Universiteit, 2013) via http://betavak-nlt.nl/lesmateriaal/modules/gecertificeerde_vwo_modules/modules/00023 (geraadpleegd op 01-05-2014) Overige bronnen Boersma, K. (2004, 30 09). Didactiek van systeemdenken in de biologie. Amsterdam: Symposium Biologische Raad. Boersma, K. T. (2005). Heen-en-weer denken tussen concepten en contexten. NVOX, 536-539. Boersma, K., Graft, M. v., Harteveld, A., Hullu, E. d., & Knecht-van Eekelen, A. d. (2007). Leerlijn Biologie van 4 tot 18 jaar. Utrecht: CVBO. Bruning, L. (2010). CoCo in de tweede fase - Wisselwerking tussen concepten. Opgeroepen op 27 02 2014 van Ecent: http://www.ecent.nl/servlet/supportBinaryFiles?referenceId=5&supportId=1390 Ebbens, S. &. (2009). Effectief leren. Groningen: Wolters-Noordhoff. Janssen, F. (2006). Biologen Denkgereedschap voor het Biologieonderwijs. Leiden: ICLON Universiteit Leiden, geproduceerd door Espresso Book Machine American Book Center Amsterdam. Knippels, M. (2002). Heen en weer en op en neer. Niche, 509. Krathwohl, D. (2002). A Revision of Bloom's Taxonomy: An Overview. Theory into practice, 212-218. Dam,M., Jansen, F., & J. H, D. v. (2013). Concept-contaxtonderwijs leren ontwerpen en uitvoedereen onderwijsvernieuwing praktisch bruikbaar maken voor docenten. Pedagogische studien, 63-77. Oers, v. B. (1998). The fallacy of decontextualisation. Mind, Culture and activity, 135-142. Reece, J., Urry, L., Cain, M., Wasserman, S., Minorsky, P., & Jackson, R. (2011). Campbell Biology. San Fransco: Pearson. Taminiau, A., Schalk, H., & Legierse, A. (2012). Handreiking schoolexamen biologie havo/vwo. Enschede: SLO. Ummels, M. H., Kamp, M. J., Kroon, H. d., & Boersma, K. T. (2013). De ontwikkeling van conceptuele samenhang binnen concept-contextonderwijs. Een case study voor het vak biologie in 4havo. Pedagogische studien, 9-32. Wageningen Universiteit. (2013). Brandstof voor het leven. Opgeroepen op 01 05, 2014, van BetavakNLT: http://betavaknlt.nl/lesmateriaal/modules/gecertificeerde_vwo_modules/modules/00023/ Westhoff, G. (1981). Inleiding en model didactische analyse. Bijlage 1: Opdracht stencil Ronde 1: Verkenning: mais/ananas Gebruik Binas, Internet en informatie op de tafels. Als je er niet uit komt kan je een hulp vragen. 1. Verklaar waarom de oogsten van Carlos tegenvallen. Gebruik hiervoor je kennis over de fotosynthese (Binas 69 + aanvullende info + internet) Raad je Carlos aan om mais/ananas te gaan kweken in plaats van sinaasappels? Beantwoord de volgende vragen: 2. Verzamel gegevens over mais/ananas a. Hoe ziet de plant er uit (wat valt je op?) en waar komt de plant voor (wat voor klimaat?) b. Hoe verloopt de fotosynthese in deze plant? Hoe noem je dit type planten? Beschrijf/teken het op het A3 en geef verschillen aan met de fotosynthese bij sinaasappels 3. Hoe is deze plant zo ontwikkeld? a. Welke biotische en abiotische factoren hebben waarschijnlijk gezorgd voor selectiedruk? b. Wat zijn de voordelen en nadelen van deze manier van fotosynthese vergeleken met fotosynthese in een sinaasappel plant? 4. Wat is het waarschijnlijk effect van ‘global warming/broeikaseffect’ op deze plant? Ronde 2: Synthese Wissel nu met twee mensen van de andere groep. Presenteer je poster/plant in maximaal 5 minuten aan elkaar. Laat zien wat jouw plant te bieden heeft en of je Carlos adviseert deze plant te gaan kweken. 1. Welke verschillen en overeenkomsten bij de fotosynthese zien jullie tussen de ananas en mais? 2. Wat is jullie advies aan Carlos? Mais, ananassen of sinaasappels? Of..? Ronde 3: presenteer Een persoon wordt aangewezen om jullie advies aan de groep in 2 minuten. Bijlage 2: Scores