DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING LATIJNSE TAAL EN CULTUUR FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN 2016-2017 Deel B Onderwijs- en Examenregeling Bachelor Latijnse taal en cultuur 2016-2017 Deel B: opleidingsspecifiek deel 1. Algemene bepalingen Artikel 1.1 Begripsbepalingen Artikel 1.2 Gegevens opleiding Artikel 1.3 Hardheidsclausule 2. Doelstellingen en eindtermen van de opleiding Artikel 2.1 Doelstelling opleiding Artikel 2.2 Algemene eindtermen Artikel 2.3 Opleidingsspecifieke eindtermen 3. Nadere toelatingseisen Artikel 3.1 Nadere vooropleidingseisen Artikel 3.2 Colloquium doctum Artikel 3.3 Taaleisen Nederlands Artikel 3.4 Vrij programma 4. Opbouw van het curriculum Artikel 4.1 Samenstelling opleiding Artikel 4.2 Academische vorming Artikel 4.3 Taaltoets en beheersing Nederlands Artikel 4.4 Verplichte onderwijseenheden Artikel 4.5 Opleidingsgebonden keuzevak Artikel 4.6 Ingangseisen onderdelen postpropedeuse Artikel 4.7 Nadere regels vrijstelling 5. Keuzeruimte Artikel 5.1 Minoren Artikel 5.2 Keuzeruimte 6. Overgangs- en slotbepalingen Artikel 6.1 Wijziging en periodieke beoordeling deel B Artikel 6.2 Overgangsbepalingen Artikel 6.3 Bekendmaking Artikel 6.4 Inwerkingtreding Bijlage 1: overzicht verplichte onderwijseenheden Bijlage 2: overzicht opleidingsgebonden keuzevakken Bijlage 3: overgangsregeling onderwijseenheden Pagina 2 Deel B Onderwijs- en Examenregeling Bachelor Latijnse taal en cultuur 2016-2017 1. Algemene bepalingen Artikel 1.1 Begripsbepalingen a. basisvak: een verplicht vak uit de postpropedeutische fase; b. feedback: terugkoppeling door de docent op een studieprestatie, die de student inzicht verschaft in de mate waarin hij zich de juiste kennis en vaardigheden heeft eigen gemaakt; c. minor: een als zodanig aangeboden samenhangend pakket van vakken met een gezamenlijke studielast van 24 of 30 studiepunten; d. opleidingsgebonden keuzevak: keuzevak dat door de opleiding als zodanig is aangewezen en dat inhoudelijk op de opleiding aansluit. Het kan, maar hoeft niet noodzakelijkerwijs te worden verzorgd door docenten van de eigen opleiding; e. postpropedeuse: de fase van de bacheloropleiding die volgt op de propedeutische fase; f. propedeuse: de propedeutische fase van de opleiding, zoals bedoeld in artikel 7.8 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW); g. Regels en richtlijnen van de examencommissie: het reglement van de examencommissie dat jaarlijks door de examencommissie wordt vastgesteld en gepubliceerd en dat een aanvulling vormt op de onderwijs- en examenregeling; h. semester: een aaneensluitend gedeelte van het studiejaar dat, na aftrek van eventuele vakantieperioden in dat gedeelte van het jaar, twintig weken omvat; i. specialistische minor: een in artikel 5.1, lid 6, als zodanig aangewezen minor; j. student: degene die is ingeschreven aan de universiteit voor het volgen van het onderwijs en/of het afleggen van de examens van de opleiding; k. studiehandleiding: de handleiding met alle informatie die relevant is voor het onderwijs en de toetsing van het vak. De studiehandleiding is uiterlijk twee weken voor aanvang van het vak beschikbaar; l. tutor: een docent die belast is met de taak om de academische vorming en keuzes van de student met betrekking tot het programma en de studievoortgang met de student te evalueren. m. voertaal: de taal die wordt gebruikt in het onderwijs en bij de tentaminering van een vak. De voertaal van de opleiding is vermeld in artikel 1.2, lid 1. Artikel 1.2 Gegevens opleiding 1. De opleiding Latijnse taal en cultuur, CROHO-nummer 56816 wordt in voltijdse vorm verzorgd, en in het Nederlands uitgevoerd. 1a. De opleiding kan ook in deeltijd worden gevolgd. De deeltijdse vorm heeft een nominale studieduur van 4,5 jaar. Artikel 1.3 Hardheidsclausule De examencommissie van het College of Humanities is bevoegd in uitzonderlijke gevallen bij gemotiveerd besluit van hiernavolgende bepalingen af te wijken. Betreft het een afwijking die gevolgen heeft voor meer dan 10 studenten, dan doet de examencommissie voordat zij het besluit neemt, van het voornemen daartoe mededeling aan de decaan en de opleidingscommissie. Pagina 3 Deel B Onderwijs- en Examenregeling Bachelor Latijnse taal en cultuur 2016-2017 2. Doelstellingen en eindtermen van de opleiding Artikel 2.1 Doelstelling opleiding Met de opleiding wordt beoogd de student zodanige kennis en vaardigheden en een zodanig inzicht bij te brengen op het gebied van de opleiding dat de afgestudeerde gekwalificeerd is voor een vervolgopleiding op masterniveau en in staat is tot het uitoefenen van een beroep waarvoor academische kennis en vaardigheden vereist zijn. Artikel 2.2 Algemene eindtermen 1. De student heeft kennis van en inzicht in algemeen wetenschapsfilosofische achtergronden van geesteswetenschappelijk onderzoek en is in staat deze kennis en inzichten toe te passen op het vakgebied van de opleiding en zich een oordeel te vormen over de plaats van dit vakgebied als onderdeel van geesteswetenschappelijke disciplines en ten opzichte van andere verwante disciplines. 2. De student is in staat om (vooral op het vakgebied van de opleiding) op een academisch niveau relevante gegevens te verzamelen en te interpreteren met het doel zich een oordeel te vormen dat mede gebaseerd is op het afwegen van relevante wetenschappelijke en - voor zover van toepassing – sociaal-maatschappelijke en/of ethische aspecten. 3. De student is in staat om op een academisch niveau in schriftelijke en mondelinge vorm informatie, ideeën en oplossingen over te brengen op een publiek van aankomende specialisten op het vakgebied van de opleiding. 4. De student heeft aantoonbare kennis van en inzicht in een ander vakgebied dan het vakgebied van de opleiding, waarbij – voor zover dit vakgebied tevens in het voortgezet onderwijs aan de orde is geweest – is voortgebouwd op het niveau bereikt in het voortgezet onderwijs en dit is overtroffen. De student is in staat om op dit vakgebied op een academisch niveau relevante gegevens te verzamelen en te interpreteren met het doel zich een oordeel te vormen dat mede gebaseerd is op het afwegen van relevante wetenschappelijke aspecten. 5. De student heeft kennis van en inzicht in enkele specialistische onderdelen van het vakgebied van de opleiding en/of onderdelen van (andere) vakgebieden. 6. De student is in staat om zijn/haar kennis en inzicht op dusdanige wijze toe te passen op vakspecifieke vraagstukken, dat dit een professionele benadering van de aan de opleiding gerelateerde werkvelden/beroepen laat zien, en beschikt verder over competenties voor het opstellen en verdiepen van argumentaties en het oplossen van problemen op het vakgebied van de opleiding. 7. De student is in staat om publicaties op het vakgebied van de opleiding die zijn opgesteld in het Nederlands, Engels of de doeltaal van de opleiding correct te interpreteren en in zijn/haar oordeelsvorming te betrekken. 8. De student bezit de leervaardigheden die noodzakelijk zijn om een vervolgstudie aan te gaan die een hoog niveau van autonomie veronderstelt. 9. De student heeft ervaring opgedaan met het werken in groepsverband en is op basis daarvan in staat over het eigen functioneren in een groep te reflecteren. 10. De student heeft er blijk van gegeven de leer- en planningsvaardigheden te bezitten die noodzakelijk zijn om vakken en de opdrachten die daarvan deel uitmaken binnen de daarvoor gestelde termijn af te ronden. 11. De student is in staat om relevante ontwikkelingen in het vakgebied te verbinden aan een eigen onderzoeksopzet en kan een beperkt aantal analysetechnieken en onderzoeksmethoden zelfstandig toepassen. Artikel 2.3 Opleidingsspecifieke eindtermen 1. De student heeft aantoonbare kennis van en inzicht in het vakgebied van de opleiding Latijnse taal en cultuur waarbij – voor zover dit vakgebied tevens in het voortgezet onderwijs aan de orde is geweest – is voortgebouwd op het niveau bereikt in het voortgezet onderwijs en dit is overtroffen; de student beschikt meer in het bijzonder over de kennis en inzichten die hieronder omschreven zijn. Pagina 4 Deel B Onderwijs- en Examenregeling Bachelor Latijnse taal en cultuur 2016-2017 2. 3. 4. De student heeft aantoonbare kennis van en inzicht in de grondbeginselen van de belangrijkste vakgebieden/disciplines van de opleiding Latijnse taal en cultuur, te weten Latijnse taalkunde (synchroon en diachronisch) , Griekse en Latijnse letterkunde en Griekse en Latijnse cultuurkunde. Vakken op het gebied van taalkunde: - Latijn 1: vormleer & Latijn in de Europese cultuur - Latijn 2: [syntaxis & lectuur en] Middeleeuws & Neolatijn - Latijnse taalkunde (synchroon en diachronisch) - Wetenschapsfilosofie Grieks en Latijn - Classics Seminar Vakken op het gebied van letterkunde: - Latijn 1: vormleer & Latijn in de Europese cultuur - Latijn 2: [syntaxis & lectuur en] Middeleeuws & Neolatijn - Latijnse lectuur en klassieke cultuurkunde 1 - Latijnse lectuur en klassieke cultuurkunde 2 - Highlights uit de klassieke literatuur & inleiding literatuurwetenschap - Lectuur Late Oudheid - Latijnse Literatuur uit de Lage Landen - Klassiek Latijnse Historiografie en Filosofie & Theologie in het Latijn na de Oudheid - Zelfstandige lectuur Middeleeuws en Neolatijn - Grote denkers: inleiding antieke filosofie - Filosofische teksten - Latijnse taalkunde (synchroon en diachronisch) - Wetenschapsfilosofie Grieks en Latijn - Classics Seminar Vakken op het gebied van cultuurkunde: - Latijn 1: vormleer & Latijn in de Europese cultuur - Latijnse lectuur en klassieke cultuurkunde 1 - Latijnse lectuur en klassieke cultuurkunde 2 - Grote denkers: inleiding antieke filosofie - Filosofische teksten - Classics Seminar De student heeft aantoonbare kennis van en inzicht in de wetenschapsfilosofische achtergronden van onderzoek binnen de vakgebieden/disciplines van de opleiding Latijnse taal en cultuur. Vak: Wetenschapsfilosofie De student heeft aantoonbare kennis van en inzicht in belangrijke thema's in de wetenschapsbeoefening en/of het wetenschappelijke debat binnen de vakgebieden/disciplines van de opleiding Latijnse taal en cultuur. Vakken: - Latijn 1: vormleer & Latijn in de Europese cultuur - Latijnse lectuur en klassieke cultuurkunde 1 - Latijnse lectuur en klassieke cultuurkunde 2 - Lectuur Late Oudheid - Highlights uit de klassieke literatuur & inleiding literatuurwetenschap - Latijnse Literatuur uit de Lage Landen - Klassiek Latijnse Historiografie en Filosofie & Theologie in het Latijn na de Oudheid - Grote denkers: inleiding antieke filosofie - Filosofische teksten - Latijnse taalkunde (synchroon en diachronisch) - Wetenschapsfilosofie Grieks en Latijn - Classics Seminar - Bachelorscriptie Latijnse taal en cultuur Pagina 5 Deel B Onderwijs- en Examenregeling Bachelor Latijnse taal en cultuur 2016-2017 5. 6. 7. De student heeft aantoonbare kennis van het begrippenapparaat en de belangrijkste onderzoeksmethoden en -technieken binnen de vakgebieden/disciplines van de opleiding Latijnse taal en cultuur. Vakken: - Latijnse lectuur en klassieke cultuurkunde 1 - Latijnse lectuur en klassieke cultuurkunde 2 - Latijn 1: vormleer & Latijn in de Europese cultuur - Highlights uit de klassieke literatuur & inleiding literatuurwetenschap - Latijnse Literatuur uit de Lage Landen - Klassiek Latijnse Historiografie en Filosofie & Theologie in het Latijn na de Oudheid - Latijnse taalkunde (synchroon en diachronisch) - Classics Seminar - Bachelorscriptie Latijnse taal en cultuur De student is in staat om de tijdens de opleiding verworven kennis (praktisch) toe te passen in een context die typisch is voor de vakgebieden/disciplines van de opleiding Latijnse taal en cultuur. Vakken: - Latijnse taalkunde (synchroon en diachronisch) - Bachelorscriptie Latijnse taal en cultuur De student beschikt over aantoonbare vaardigheden die essentieel zijn voor de beoefening van de vakgebieden / disciplines van de opleiding Latijnse taal en cultuur, te weten onderzoeksvaardigheden, receptieve beheersing van de Latijnse taal. Ook geeft de student er blijk van in correct schriftelijk en mondeling Nederlands verslag te kunnen leggen van deze leerresultaten. Vakken: - Latijn 1: vormleer & Latijn in de Europese cultuur - Latijn 2: [syntaxis & lectuur en] Middeleeuws & Neolatijn - Latijnse lectuur en klassieke cultuurkunde 1 - Latijnse lectuur en klassieke cultuurkunde 2 - Highlights uit de klassieke literatuur & inleiding literatuurwetenschap - Lectuur Late Oudheid - Latijnse Literatuur uit de Lage Landen - Klassiek Latijnse Historiografie en Filosofie & Theologie in het Latijn na de Oudheid - Zelfstandige lectuur Middeleeuws en Neolatijn - Filosofische teksten - Latijnse taalkunde (synchroon en diachronisch) - Wetenschapsfilosofie Grieks en Latijn - Classics Seminar - Bachelorscriptie Latijnse taal en cultuur 3. Nadere toelatingseisen Artikel 3.1 Nadere vooropleidingseisen Degene die niet voldoet aan de vooropleidingseisen, maar wel het propedeutisch examen van een hogere beroepsopleiding heeft behaald, verkrijgt op basis van dat examen geen toelating tot de opleiding. Artikel 3.2 Colloquium doctum 1. Het toelatingsonderzoek, bedoeld in artikel 2.3 (deel A), heeft betrekking op de volgende vakken op het eindexamenniveau VWO: • Nederlands • Duits • Latijn Pagina 6 Deel B Onderwijs- en Examenregeling Bachelor Latijnse taal en cultuur 2016-2017 2. Nadere bepalingen ten aanzien van het toelatingsonderzoek zijn opgenomen in het Colloquium doctum reglement van de faculteit. Artikel 3.3 Taaleisen Nederlands De student die zijn/haar vooropleiding niet in een Nederlandstalig land heeft genoten, toont aan dat hij/zij het Nederlands voldoende beheerst om het wetenschappelijk onderwijs met succes te kunnen volgen. Aan de eis kan worden voldaan door het met goed gevolg afleggen van één van de volgende examens: - het staatsexamen Nederlands Tweede Taal, examen II (NT2 II); - CNaVT (Certificaat Nederlands als Vreemde Taal) examens PAT en PTHO; - door UvA aangewezen buitenlandse examens, waarvan Nederlands deel uitmaakte]. Artikel 3.4 Vrij programma 1. De student heeft de mogelijkheid om, onder bepaalde voorwaarden, een eigen onderwijsprogramma samen te stellen dat afwijkt van de door de opleiding voorgeschreven onderwijsprogramma’s. 2. De samenstelling van een dergelijk programma behoeft de voorafgaande goedkeuring van de examencommissie. 3. Het vrije programma wordt door de student samengesteld uit de onderwijseenheden die door de Universiteit van Amsterdam worden verzorgd en heeft ten minste de omvang, breedte en diepgang van een reguliere bacheloropleiding. De student zorgt er voor dat het voorgestelde programma toelating tot in elk geval één masteropleiding mogelijk maakt. Hij/zij verplicht zich hiermee niet die masteropleiding daadwerkelijk te gaan volgen. 4. Om in aanmerking te komen voor de bachelorgraad dient in ieder geval voldaan te zijn aan de volgende voorwaarden: a. de bachelorscriptie (12 studiepunten) is in het vrije programma opgenomen; b. het vrije programma bevat tenminste 108 studiepunten op postpropedeutisch niveau; c. het vrije programma bevat in ieder geval de vakken waarin het voor alle studenten verplichte vaardighedenonderwijs (onderzoeksvaardigheden en Wetenschappelijk schrijven) in een van zijn varianten is geïntegreerd, alsmede het vak Wetenschapsfilosofie in een van zijn varianten. 4. Opbouw van het curriculum Artikel 4.1 Samenstelling opleiding De opleiding omvat de volgende onderdelen: a. Propedeuse (60 studiepunten) b. Basisvakken (42 studiepunten) c. Wetenschapsfilosofie (12 studiepunten) d. Opleidingsgebonden keuzevakken (12 studiepunten) e. Keuzeruimte (42 studiepunten) f. Bachelorscriptie (12 studiepunten) Artikel 4.2 Academische vorming Onderdeel van de opleiding is de academische vorming. Hieronder wordt begrepen: a. Wetenschapsfilosofie b. Wetenschappelijk schrijven c. Onderzoeksvaardigheden Artikel 4.3 Taaltoets en beheersing Nederlands 1. Iedere student van een Nederlandstalige bacheloropleiding legt bij aanvang van zijn eerste studiejaar aan de faculteit de diagnostische taaltoets Nederlands af. 2. De student die geen voldoende behaalt voor deze toets, wordt eenmalig kosteloos een remediëringscursus aan het Instituut voor Nederlands Taalonderwijs en Taaladvies van de UvA Pagina 7 Deel B Onderwijs- en Examenregeling Bachelor Latijnse taal en cultuur 2016-2017 aangeboden. Bij een bezwaar tegen een negatief bindend studieadvies op grond van studiegeschiktheid kan de uitslag van de diagnostische toets schrijfvaardigheid en het al dan niet gevolgd hebben van de remediëringscursus door de examencommissie worden meegewogen. Artikel 4.4 Verplichte onderwijseenheden De verplichte onderwijseenheden staan vermeld in Bijlage 1 bij dit Deel B van de OER. Artikel 4.5 Opleidingsgebonden keuzevak De opleidingsgebonden keuzevakken die de opleiding aanbiedt, staan vermeld in Bijlage 2 bij dit Deel B van de OER. In Bijlage 3 staat vermeld welke modules uit 2015-2016 en eerder de verplichte modules vervangen Artikel 4.6 Ingangseisen onderdelen postpropedeuse 1. Voor alle postpropedeutische onderdelen geldt als ingangseis dat ten minste 48 EC van de propedeuse moet zijn behaald. Eventuele aanvullende ingangseisen worden vermeld in de studiegids. 2. In bijzondere gevallen kan de examencommissie op gemotiveerd verzoek van de student al dan niet onder voorwaarden afwijken van de in het eerste lid of in de studiegids genoemde volgorde. Artikel 4.7 Nadere regels vrijstelling De volgende onderwijseenheden zijn uitgezonderd van de mogelijkheid tot vrijstelling, zoals vermeld in Deel A, artikel 4.9.2: - Niet van toepassing. 5. Keuzeruimte Artikel 5.1 Minoren 1. Binnen de keuzeruimte kan een minor worden gevolgd. De minor kan worden gekozen uit het totale minoraanbod van de Universiteit van Amsterdam. 2. Voor toelating tot een minoronderdeel gelden de ingangseisen van het betreffende vak. Een student kan pas aan het minoronderdeel beginnen, als hij/zij aan deze ingangseisen voldoet. 3. Indien een basisvak of propedeusevak van de eigen opleiding onderdeel uitmaakt van de gevolgde minor, dan dient ter compensatie een ander vak gevolgd te worden. De student dient de Examencommissie hier vooraf toestemming voor te vragen. 4. De student die de minor Educatie Geesteswetenschappen met goed gevolg heeft afgelegd (vast te stellen door de Examencommissie), ontvangt bij voltooiing van de bacheloropleiding een beperkte lesbevoegdheid van de Interfacultaire Lerarenopleidingen (ILO) van de Universiteit van Amsterdam. Als de student een andere educatieve minor (van de Universiteit van Amsterdam of een andere universiteit) met goed gevolg heeft afgelegd, besluit de Examencommissie of hem/haar de beperkte lesbevoegdheid kan worden toegekend door de ILO. 5. Het aanbod minoren van het College of Humanities is te vinden in de studiegids. 6. De volgende minoren gelden voor studenten van deze bacheloropleiding als specialistische minor: • Minor Klassieke Cultuurkunde Artikel 5.2 Keuzevakken 1. Voor de invulling van de opleidingsgebonden keuzevakken is per opleiding een limitatieve lijst van keuzemogelijkheden opgenomen in Bijlage 2. Studenten volgen in hun programma 12 EC van het 24 EC aanbod aan opleidingsbonden keuzevakken die alternerend worden aangeboden. In 2016-2017 worden de modules Filosofische teksten en Grote denkers: inleiding antieke filosofie aangeboden. In het eraan voorafgaande en daaropvolgende studiejaar worden de modulen De receptie van de klassieke oudheid en de excursiemodule aangeboden. Pagina 8 Deel B Onderwijs- en Examenregeling Bachelor Latijnse taal en cultuur 2016-2017 2. Voor de invulling van de overige keuzeruimte kan gekozen worden uit het aanbod van vakken van universiteiten, zowel binnen als buiten Nederland. Voor vakken die worden aangeboden door een andere instelling dan de Universiteit van Amsterdam dient toestemming verleend te worden door de Examencommissie. 3. Ten hoogste 12 studiepunten van de keuzeruimte mogen gevolgd worden op niveau 1 (propedeuseniveau). 4. Indien de student een erkende minor van de Universiteit van Amsterdam volgt die meer studiepunten op propedeuseniveau bevat of indien de student taalverwervingsvakken volgt waarvan alle 24 studiepunten in het eerste jaar aangeboden worden, mogen ten hoogste 24 studiepunten van de keuzeruimte worden gevolgd op niveau 1 (propedeuseniveau). Ten minste 24 studiepunten van de keuzeruimte moeten worden ingevuld met vakken buiten de opleiding. In afwijking hiervan geldt dat indien een student een specialistische minor (zoals aangewezen in Deel B, artikel 5.1) volgt, hij/zij ten minste 12 studiepunten van de keuzeruimte dient in te vullen met vakken buiten de opleiding. Voor de opleiding Latijnse taal en cultuur geldt dat in de keuzeruimte van het derde jaar ook de alternerende vakken uit het tweede jaar kunnen worden gevolgd (met oog op toelatingseisen voor ILO i.v.m. leraarschap klassieke talen). De alternerende vakken gelden als vakken binnen de eigen opleiding. Een student die hiervoor kiest dient in afwijking van het hierboven gestelde ten minste 12 EC van de keuzeruimte in te vullen met vakken buiten de eigen opleiding. 5. Talencursussen aan een buitenlandse universiteit die geen onderdeel zijn van een wetenschappelijke opleiding maar die zich richten op het verbeteren van de taalvaardigheid van de (uitwisselings)student kunnen niet als keuzevak gevolgd worden. 6. De keuzeruimte kan (gedeeltelijk) worden gebruikt voor het volgen van maximaal één stage van ten hoogste 12 studiepunten. Stages worden gerekend tot vakken buiten de opleiding. De procedure voor het volgen van een stage is beschreven in het Stagereglement van de faculteit. 7. Het aanbod van keuzevakken van het College of Humanities wordt jaarlijks gepubliceerd in de studiegids. 6. Overgangs- en slotbepalingen Artikel 6.1 Wijziging en periodieke beoordeling deel B 1. Een wijziging van deel B van de onderwijs- en examenregeling wordt door de decaan vastgesteld na advies van de desbetreffende opleidingscommissie. Het advies wordt in afschrift verzonden aan het bevoegde medezeggenschapsorgaan. 2. Een wijziging van deel B van de onderwijs- en examenregeling behoeft de instemming van de facultaire medezeggenschap op de onderdelen die niet de onderwerpen van artikel 7.13, tweede lid onder a t/m g , alsmede het vierde lid WHW betreffen. Onderdelen die onderwerpen van artikel 7.13, tweede lid, onder v bevatten dienen ter advisering voorgelegd te worden aan de facultaire medezeggenschap. 3. Een wijziging van de onderwijs- en examenregeling kan slechts betrekking hebben op een lopend studiejaar, indien de belangen van de studenten daardoor aantoonbaar niet worden geschaad. Artikel 6.2 Overgangsregeling voor studenten die met de opleiding gestart zijn vóór 1 september 2012 1. Geldigheidsduur resultaten (Deel A, artikel 4.11) • Tentamens van de postpropedeuse behaald vóór 1 september 2012 hebben een geldigheidsduur van tien jaar. 2. In individuele gevallen, waarbij de toepassing van de overgangsregelingen tot onbillijke situaties zou kunnen leiden, kan een beroep worden gedaan op de hardheidsclausule. De examencommissie beslist of het beroep gegrond is. Pagina 9 Deel B Onderwijs- en Examenregeling Bachelor Latijnse taal en cultuur 2016-2017 Artikel 6.3 Bekendmaking 1. De decaan draagt zorg voor een passende bekendmaking van deel A en B van deze regeling, alsmede van elke wijziging daarvan. 2. De onderwijs- en examenregeling wordt geplaatst op de website van de faculteit en wordt geacht te zijn opgenomen in de studiegids. Artikel 6.4 Inwerkingtreding Deel B van deze regeling treedt in werking met ingang van 1 september 2016. Aldus vastgesteld door de decaan op 30 augustus 2016. Advies opleidingscommissie, d.d. 10 maart 2016. Advies bevoegd medezeggenschapsorgaan, d.d. 11 augustus en 23 augustus 2016. Pagina 10 Bijlage 1 - Verplichte onderwijseenheden Naam onderwijseenheid Opleiding Latijnse taal en cultuur Aantal studiepunten Periode Niveau Latijnse lectuur en klassieke cultuurkunde 1 6 Semester 1, blok 1 Propedeuse Latijn 1: vormleer & Latijn in de Europese cultuur 12 Semester 1, blok 1-2 Propedeuse Latijnse lectuur en klassieke cultuurkunde 2 12 Semester 1, blok 2-3 Propedeuse Lectuur Late Oudheid 6 Semester 2, blok 1 Propedeuse Latijn 2: [syntaxis & lectuur en] Middeleeuws & Neolatijn 12 Semester 2, blok 1-2 Propedeuse Highlights uit de klassieke literatuur & Inleiding literatuurwetenschap 12 Semester 2, blok 2-3 Propedeuse Latijnse Literatuur uit de Lage Landen Klassiek Latijnse Historiografie en Filosofie & Theologie in het Latijn na de Oudheid 6 Semester 1, blok 1 Postpropedeuse 12 Semester 1, blok 2-3 Postpropedeuse Zelfstandige lectuur Middeleeuws en Neolatijn 6 Semester 2, blok 1 Postpropedeuse Latijnse taalkunde (synchroon en diachronisch) 12 Semester 2, blok 2-3 Postpropedeuse Wetenschapsfilosofie Grieks en Latijn 12 Semester 1, blok 1-2 Postpropedeuse Classics Seminar 6 Semester 2, blok 1 Postpropedeuse Bachelorscriptie Latijnse taal en cultuur 12 Semester 2, blok 2-3 BA-Scriptie Jaar 1 Jaar 2 Jaar 3 Jaar 2 en 3 keuzevakken 42 opleidingsgebonden keuzevakken 12 Semester 2, blok 1-2 *Het vormleer & lectuuronderdeel (6 EC)wordt op beginners- en eindexamenniveau aangeboden, omdat ook VWO-ers zonder eindexamen Latijn aan de bacheloropleiding LTC mogen beginnen. **Deze module alterneert met de module Latijnse lectuur: Vergilius, die in 2017-2018 als basisvak wordt aangeboden. ***Deze module alterneert met de module Griekse & Latijnse lectuur: lyriek, die in 2017-2018 als basisvak wordt aangeboden. Bijlage 2 - Opleidingsgebonden keuzevakken Naam onderwijseenheid Opleiding Latijnse taal Aantal studiepunten Grote denkers: inleiding antieke filosofie* Filosofische teksten** Periode 6 semester 2, blok 1 6 semester 2, blok 2 *Deze module alterneert met de Excursie, die in 2017-2018 wordt aangeboden. **Deze module alterneert met de De receptie van de klassieke oudheid, die in 2017-2018 wordt aangeboden. Niveau postpropedeuse postpropedeuse Bijlage 3 - Overgangsregeling onderwijseenheden Bijlage bij DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING Latijnse taal en cultuur Opleidingsspecifieke overgangsregeling voor studenten die met de opleiding gestart zijn vóór 1 september 2016 Schema overgangsregeling BA Latijnse taal en cultuur : Vak uit oude programma, t/m 2015-2016 Latijnse lecuur: Vergilius (6 EC) Latijnse lyriek: Klassieke, Middeleeuwse en Neolatijnse lyriek (12 EC) Latijn 1: vormleer & Lectuur Late Oudheid (12 EC) Vak uit oude programma, t/m 2014-2015 Latijnse taalkunde & Inleiding Taalwetenschap (18 EC) te vervangen door vak in programma 2016-2017 Latijnse literatuur uit de Lage Landen (6 EC) Klassiek Latijnse historiografie en filosofie & theologie in het Latijn na de Oudheid (12 EC) Latijn 1: vormleer & Latijn in de Europese cultuur (12 EC)* + Lectuur Late Oudheid (6 EC) te vervangen door vak in programma 2016-2017 Latijnse taalkunde (12 EC) plus Zelfstandige lectuur Middeleeuws en Neolatijn (6 EC) *Als Latijn in de Europese cultuur (6 EC, keuzevak in 2016-2017) al met goed gevolg is afgerond dan vrijstelling voor dit onderdeel binnen Latijn 1.