MS-onderzoeksdagen 2015 In aansluiting op Wereld MS Dag vonden in mei 2015 de MS-onderzoeksdagen plaats. Bijna 150 onderzoekers uit Nederland en België (vooral Vlaanderen) reisden af naar Corpus Oegstgeest. START Prof.dr. Frederik Barkhof trapte de onderzoeksdagen af met een keynote lecture over de resultaten van 35 jaar MS Research. In ‘Onder professoren’ wordt hij geïnterviewd en geeft hij zijn visie op verleden, heden èn toekomst van het MS onderzoek. De dagen vonden plaats onder de enthousiaste leiding van Dr. Jan Meilof van het MS-Centrum Noord Nederland en Prof.dr. Jeroen Geurts van het VUmc MS-Centrum Amsterdam. Naast presentaties, gegroepeerd rondom tien thema’s, vonden poster presentaties plaats met een diversiteit aan onderwerpen. Sessies Tien senior onderzoekers waren gevraagd een sessie in te vullen. Zij gaven een korte inleiding waarna de presentaties binnen de sessies werden verzorgd door veelal jonge onderzoekers (promovendi en postdocs). De sessies hadden betrekking op de volgende thema’s (in het Engels) met tussen haakjes de onderzoekers die de sessies inluidden: What drives the T- and B-cells in the CNS? (Prof.dr. Rogier Hintzen) From microglia to lymphocyte (Prof.dr. Jon Laman) Microglia: How the brain talks back to the immune system (Dr. Jeffrey Bajramovic) Inflammation at the barriers of the central nervous system in MS (Prof.dr. Elga de Vries) Progressive MS Alliance (Ceri Angood Napier uit het Verenigd Koninkrijk) Remyelination in MS: From basic science to therapy (Dr. Wia Baron) Imaging (Dr.Ir. Hugo Vrenken) 1 Cognition in MS: From molecules and imaging towards cognitive interventions (Prof.dr. Jeroen Geurts) Latest insights from UHasselt (Prof.dr. Jack van Horssen) Grey Matter tissue in MS (Dr. Inge Huitinga) In het Wetenschapskatern 2015 dat begin 2016 verschijnt, komen de onderzoeksverhalen terug en voor u belangrijk, de onderzoekers zijn specifiek gevraagd om stil te staan bij wat het onderzoek voor u, mensen met MS, betekent. Soms is dat nog ver weg maar tijdens de onderzoeksdagen bleek dat het goed is om de resultaten op langere termijn te benoemen. Het motiveert niet alleen om het dagelijkse onderzoekswerk in een breder perspectief te plaatsen maar het helpt het onderzoek sneller vooruit. Dit is mijn leven Tessa, spreekster tijdens de MS-onderzoeksdagen, onderstreepte eens te meer het belang om de mens met MS centraal te stellen. Weten wat mensen met MS mee moeten maken, begrijpen wat het voor hen betekent, kan het onderzoek alleen meer versterken en onderzoekers extra stimuleren hun uiterste best te doen om de oplossing voor de ziekte dichterbij te brengen. MS-Interactief Er is veel kennis uitgewisseld, ook in een debat waar jong en oud met elkaar de degens kruiste. Waar staan we nu, wat zijn dé onderzoeksvragen van de toekomst en hoe bereiken we dat met elkaar. Een samenvatting van het debat treft u verderop in dit nummer aan. Onderzoeksfinanciering Onderzoek staat of valt met financiering. In 35 jaar tijd heeft MS Research met uw financiële steun ruim 54 miljoen euro uit kunnen geven aan meer dan 150 meerjarige projecten, 110 pilotprojecten, aan substantiële ondersteuning van drie MS-centra, de MS Hersenbank, 6 fellows (veelbelovend onderzoekers die in staat zijn gesteld hun eigen onderzoekslijn op te zetten) en diverse stages, reisstipendia voor met name jonge startende onderzoekers. Keynotes Tijdens het onderdeel Keynotes vertelde dr. Joep Killestein over therapieën nu en in de toekomst. “De snelheid van de ontwikkelingen rondom nieuwe medicijnen stemt hoopvol. Meer inzicht in de ziekte maakt een betere behandeling mogelijk. Medicijnen worden steeds doelgerichter”. Dr. Barend van der Meulen, van het Rathenau Instituut, vertelde over de vooruitzichten van onderzoekers in opleiding. “Ga niet alleen af op het oordeel van je directe begeleider. Hij of zij wil jou altijd behouden. Kijk om je heen. Laat je breed informeren. Kies rolmodellen binnen en buiten de wetenschap. Kies je eigen weg.” Speeddates Om de onderzoekers uit te nodigen tot samenwerking en bundeling van kennis, vonden speeddates plaats met collega-onderzoekers uit andere MS-centra en de MS Hersenbank. Waar is het VUmc MScentrum Amsterdam mee bezig, wat loopt er in het ErasMS en wat kunnen onderzoekers doen om zo snel mogelijk resultaat te bereiken. Dr. Wia Baron uit het UMCG begeleidde het speeddaten. Tijdens het speeddaten bleken de onderzoeks-interesses van 8 collega-onderzoekers sterk overeen te komen. Zij gingen nog tijdens de onderzoeksdagen aan de slag om hun onderzoeks-ideeën uit te werken. Drie koppels zijn aan het eind van de tweede onderzoeksdag uitgenodigd om hun 2 gezamenlijke idee te presenteren. Na presentatie werd het onderzoek van het koppel bestaande uit Inge Werkman (NL) en Jo Mailleux (BE) door een 3-koppige jury uitgeroepen tot het meest veelbelovende onderzoek. (Zie A. onderaan deze pagina.) Prijzen Niet alleen het bovengenoemde speeddate koppel viel in de prijzen. Voor de beste presentatie werd Marjan Vanheusden van de Universiteit van Hasselt gekozen. Hieronder licht zij haar onderzoek “Cytomegalovirus zorgt voor een hogere MS ziektegraad” toe. (Zie B. op pagina 4) En Mustafa Hamada viel in de prijzen met zijn poster waarin hij op heldere wijze het onderwerp “Myeline verlies verhoogt excitatie in de hersenen” besprak. Hieronder vertelt hij waar zijn onderzoek over gaat en wat hij hoopt te bereiken (Zie C. op pagina 4). Diner op 28 mei 2015 Speciaal voor het 35 jarig bestaan van de Stichting waren alle deelnemers aan de MS-onderzoeksdagen uitgenodigd voor een gesponsord diner, tevens in CORPUS. De Wetenschappelijke Raad, verantwoordelijk voor de beoordeling van de onderzoeksprojecten bij de Stichting, werd in het zonnetje gezet en de avond werd opgeluisterd door optredens en speeches. Van de voorzitter van de Wetenschappelijke Raad, Prof.dr. Jan Sixma die van 2007 tot 2015 de voorzittershamer hanteerde, werd afscheid genomen, net als van Prof.dr. Rogier Hintzen (2001 - 2013) en van Prof.dr. Jan Verschuuren (2010 - 2014). In het kader van het 35 jarig bestaan van de Stichting werd een cheque uitgereikt voor een veelbelovend onderzoeksproject. Dr.Ir. Hugo Vrenken en Dr. Petra Pouwels ontvingen geld om hun project over “Afbraak van grijze stof bij beschadigde witte stof”, te mogen uitvoeren. Na de introductie van het zgn. “Onderzoeksparcours” door Dorinda Roos, directeur van Stichting MS Research, was het aan Prof.dr. René van Lier om als kersverse voorzitter van de Wetenschappelijke Raad het Parcours toe te lichten, waarin voor de onderzoekers schematisch, op een cartooneske manier is aangegeven hoe het indienen, beoordelen en toekennen van onderzoeksprojecten verloopt. A: Grijze en witte stof remyelinisatie: de rol van het eiwit LXRβ In Multiple Sclerose (MS) wordt myeline, de isolerende vetstof rondom zenuwbanen, in aangetaste gebieden (MS laesies) afgebroken. Het lichaam kan dat myeline echter herstellen via een proces dat remyelinisatie (het opnieuw aanmaken van myeline) wordt genoemd. Interessant genoeg verloopt dit proces beter in de grijze stof dan in de witte stof, maar waarom is nog onduidelijk. De aanmaak van myeline vergt grote hoeveelheden vetstoffen waaronder cholesterol, die o.a. worden aangeleverd door astrocyten. Activatie van bepaalde genen en eiwitten is nodig voor dit transport. Een van die eiwitten, de liver X receptor beta (LXRβ), controleert de ‘uitscheiding’ van cholesterol. Voor het goed functioneren van LXRβ is het nodig dat het eiwit in de celkern aanwezig is. Opvallend genoeg blijkt het eiwit LXRβ niet aanwezig te zijn in de celkern van astrocyten die zich in de witte stof bevinden, maar juist wel in de celkern van grijze stof astrocyten. Daarom denken we dat de grijze stof astrocyten wel, maar de witte stof astrocyten niet de nodige vetstoffen kunnen aanleveren en dat daarom remyelinisatie in grijze stof laesies efficiënter verloopt. Als dit klopt dan kunnen we ons 3 richten op effectievere manieren om het aanleveren van vetstoffen in witte stof MS laesies te stimuleren. Door Inge Werkman en Jo Mailleux B: Cytomegalovirus zorgt voor een hogere MS ziektegraad In mijn promotieonderzoek probeer ik te achterhalen of CMV (cytomegalovirus) het verloop van MS verergert. CMV is een herpesvirus dat, eens je besmet bent, altijd aanwezig zal blijven in je lichaam. Ons afweersysteem zal voortdurend proberen om dit virus te onderdrukken, waardoor mogelijk speciale immuuncellen ontstaan om deze respons te onderhouden, namelijk de killer CD4+ T-cellen. Om dit te bewijzen, hebben we gezonde of CMV geïnfecteerde mensen en modellen onderzocht. De killer CD4+ T-cellen werden enkel teruggevonden in mensen die drager zijn van CMV. Bij modellen die een CMV infectie kregen, zagen we een toename van de killer CD4+ T-cellen in de tijd. Naast de rol van killer CD4+ T-cellen in de afweerreactie tegen CMV, lijken zij ook de hersenschade en bijgevolg de ziektesymptomen te verergeren in MS patiënten. Uit mijn onderzoek blijkt dat een infectie met cytomegalovirus (CMV), en dus de vorming van killer CD4+ T-cellen, de ziektegraad van MS kan verhogen. Verder onderzoek is nodig, maar in de toekomst zou CMV vaccinatie mogelijk de verergering ten gevolge van het virus kunnen voorkomen. Door Marjan Vanheusden C: Myeline verlies verhoogt excitatie in de hersenen Bij meer dan de helft van de mensen met MS ontstaan er naast beschadigingen in de witte stof ook laesies in de grijze stof. In tegenstelling tot laesies in de witte stof is het nog onbekend wat de precieze gevolgen zijn van myeline verlies in de grijze stof. Alle elektrische signalen beginnen in het eerste gedeelte van de zenuwuitloper, dicht bij het cellichaam van neuronen, gelegen in de grijze stof van de hersenen. Wat is het effect van myeline verlies op de werking van zenuwcellen en hun complexe netwerken? De onderzoekers Hamada en Kole van het Nederlands Herseninstituut (KNAW) presenteerden hun resultaten van een nieuwe studie waarbij ze een toxische stof toedienden in een model voor MS, genaamd Cuprizone. Deze stof lijdt tot een tijdelijk verlies van de myelinerende cellen genaamd oligodendrocyten. Ze vonden dat het verlies van myeline de excitatie van zenuwcellen verhoogt. Een deel van deze verhoogde zenuwcel excitatie werd veroorzaakt doordat de zenuwuitlopers compenseren voor het myeline verlies door ion kanalen opnieuw aan te brengen in het membraan. Echter, deze adaptaties kunnen ook tot een overcompensatie leiden. De resultaten van het onderzoek van Hamada en Kole zijn relevant voor cognitieve klachten, een veel voorkomend probleem bij mensen met MS. Gedetailleerde metingen van zenuwcel activiteit is een noodzakelijke voorwaarde om te voorspellen welke farmacologische therapieën het beste ingezet kunnen worden ter behandeling van deze klachten in de nabije toekomst. Door Mustafa Hamada 4