Vissoorten en herkenning.

advertisement
ater Vissoorten
DE VOORBEELDVIS
In het volgende schema worden de belangrijkste kenmerken voor de meeste
vissoorten nader toegelicht . De cijfers verwijzen naar onderstaande afbeelding.
1. De bekdraden
Het bezit van bekdraden is een belangrijk kenmerk, Vooral het aantal
bekdraden en de lengte ervan, helpen mee om een vissoort snel op naam te
brengen.
Tot de bekdraden worden gerekend alle aanhangsels naast, op en onder de
bek.
2. De stand van de bek
Er zijn drie standen te onderscheiden:
o bovenstandig: de bek wijst naar boven
o eindstandig: de bek wijst naar voren
o onderstandig: de bek wijst naar beneden
3. De schubben op de zijlijn
Deze zijn van de andere schubben te onderscheiden, doordat het lijkt alsof er
een klein, horizontaal streepje op staat. Om het aantal schubben op de zijlijn
te bepalen, moeten alle schubben van de kop tot aan de staartvin worden
geteld.
4. Aantal, vorm en plaats van de rugvin(nen)
Een aantal vissoorten heeft twee rugvinnen, die al dan niet aanéén gegroeid
zijn. Bij deze soorten voelt de voorste rugvin vaak stekelig aan Bij enkele
soorten is de achterste rugvin zeer lang. Ook de vorm van een rugvin is vaak
een belangrijk kenmerk, deze is dan bolrond of hol.
5. De vetvin
Tussen de rug- en staartvin komt bij een aantal vissoorten een kleine vin
voor: de vetvin.
6. Vorm en plaats van de anaalvin.
Van een aantal vissoorten is de anaalvin hol ingesneden Bij enkele andere
soorten is de anaalvin juist bolrond van vorm, Sommige soorten bezitten een
zeer lange anaalvin.
De Brasem
De brasem is een sterk zijdelings afgeplatte vis met een kleine kop en bek. Rugvin
is vrij kort en de anaalvin vrij lang.
Deze vis kan een lengte van 80 cm. bereiken.
Eenjarige brasem is nagenoeg egaal zilverachtig gekleurd met een iets donkerde
rug en doorzichtige vinnen.
Oudere brasems, vooral mannetjes zijn geheel bronsbruin met zeer donkergrijze
vinnen.
Het oudere vrouwtje is lichter van kleur.
Brasem wordt vaak verward met kolblei maar bij brasem zijn de schubben kleiner,
er zijn van de zijlijn tot de rugvin 12 tot 14 schubben (1).
De oogdiameter is kleiner dan de afstand van het oog tot de punt van de bek(2).
De bek is onderstandig d.w.z. het bovenste gedeelte langer dan het onderste
gedeelte, en ver uitstulpbaar (3).
De brasem komt zeer algemeen voor in stilstaand en rustig stromend water.
Grote brasems vindt men in ruim diep water met een modderbodem en weinig
plantengroei. In de winter zoeken de brasems in grote groepen rustplaatsen op in
diep water .
Rivierprik
Herkenning: De zuigbek is voorzien van een raspschijf, deze is bezet met een klein aantal
tandjes. Er zijn aan elke zijde 7 kieuwopeningen. De zijden en de buik zij zilverkleurig. Bij
geslachtsrijpe dieren is de rug egaal zwart.
Verspreiding: Vrij zeldzaam. Komt in gering aantal voor in de rivieren en beken. Wordt in
zoetwater geboren maar trekt na 3 a 4 jaar naar zee en groeit daar verder op. Keert na enkele
jaren weer terug naar het zoete water om zich daar voort te planten.
Voedsel: Volwassen prik leeft als parasiet op andere vissen in brak en zout water.
Lengte afgebeelde vis: 39cm
Lengte to circa: 40cm
Zeeprik
Herkenning: De zuigbek is voorzien van een raspschijf, deze is bezet met een klein aantal
tandjes. Er zijn aan elke zijde 7 kieuwopeningen. Het lichaam is licht/donker gevlekt.
Verspreiding: Zeldzaam. Trekt vanuit de zee de rivieren op om te gaan paaien.
Voedsel: Volwassen prik leeft als parasiet op andere vissen in brak en zout water.
Lengte afgebeelde vis: 80cm
Lengte to circa: 90cm
Beekprik
Herkenning: De zuigbek van een volwassen beekprik is voorzien van een raspschijf, deze is
bezet met een klein aantal, nauwelijks zichtbare tandjes. Er zijn aan elke zijde 7
kieuwopeningen. De beide rugvinnen zijn vrijwel aaneengegroeid.
Verspreiding: Zeldzaam. Komt plaatselijk voor in beken. De larve van de beekprik
(herkenbaar door het ontbreken van de ogen) leeft vrijwel geheel ingegraven in de bodem.
Voedsel: Larven en andere kleine voedseldeeltjes, die ze uit het langsstromende water
filteren. Volwassen exemplaren voeden zich niet en leven slechts enkele maanden.
Lengte afgebeelde vis: 14cm
Lengte to circa: 16cm
Steur
Herkenning: 4 Bekdraden bij de uitstulpbare, onderstandige bek In plaats van schubben zijn
er 5 rijen beenplaten aanwezig. De bovenste staartlob is groter an de onderste.
Verspreiding: Zeer zeldzaam. Leeft als trekvis in zoet en zout water, maar is uit onze
binnenwateren als populatie verdwenen. In de Noordzee wordt nog zeer sporadisch een steur
gevangen. In de binnenwateren worden regelmatig ontsnapte of uitgezette exemplaren van
gekweekte steursoorten aangetroffen. (Sterlet, Siberische en Russische steur) (Het
onderscheid is moeilijk)
Voedsel: Hoofdzakelijk kleine bodemdiertjes.
Lengte to circa: 4m
Aal - Paling
Herkenning: Het lichaam is slangachtig van vorm. De borstvinnen bevinden zich direct
achter de kop. Op het achterste deel van het lichaam is, zowel onder als boven, een vinzoom
aanwezig die uitloopt in de staartpunt. Buikvinnen ontbreken.
Verspreiding: Algemeen. Trekt meestal als glasaal van ca. 6 cm lengte vanuit zee de
binnenwateren in. Volwassen exemplaren trekken terug naar zee om zich voort te planten. De
glasaalintrek is tegenwoordig sterk verminderd.
Voedsel: het voorkeursvoedsel bestaat uit insectenlarven en kleine kreeftachtigen. Grote
exemplaren eten ook wel visjes en weekdieren..
Lengte afgebeelde vis: 35cm
Lengte to circa: 125cm
Fint
Herkenning: Lijkt veel op de Elft. Zwarte schoudervlek, vaak gevolgd door een aantal zwarte
stippen. De ogen zijn bedekt met een doorzichtig vlies.
Verspreiding: Zeldzaam. Komt soms voor in zoete wateren die (via sluizen) in zee
uitmonden.
Voedsel: Bestaat voornamelijk uit dierlijk plankton en kleine vis
Lengte afgebeelde vis: 38cm
Lengte to circa: 55cm
Elft
Herkenning: Kan worden verward met de Fint. Zwarte schoudervlek, soms nog gevolgd door
1 of 2 zwarte vlekken. De ogen zijn bedekt met een doorzichtig vlies. Het lichaam is hoger
gebouwt dan dat van een Fint
Verspreiding: Zeer zeldzaam. Deze trekvis is uit onze wateren verdwenen.
Voedsel: Voornamelijk dierlijk plankton
Lengte to circa: 70cm
Regenboogforel
Herkenning: De bovenkaak loopt door tot ver achter het oog. De voorrand van de buik-,
borst- en anaalvinnen is lichtgekleurd met zwarte omranding. De staartvin is eveneens zwart
omrand. Er is een vetvin aanwezig. De rug is gemarmerd licht/donker getekend.
Verspreiding: Uitheems. Komt oorspronkelijk uit Noord Amerika.
Voedsel: Voornamelijk insecten, insectenlarven, kreeftachtigen en soms kleine vissen
Lengte afgebeelde vis: 30cm
Lengte to circa: 5cm
Beekforel
Herkenning: Op het lichaam komen rode en zwarte vlekken voor, die meestal blauw of wit
zijn omzoomd. Bovengenoemde vlekken ontbreken op de staartvin. Er is een vetvin
aanwezig.
Verspreiding: Zeldzaam. In verschillende beken wordt getracht door uitzettingen een
natuurlijke forellenstand terug te krijgen. Ook komt beekforel door uitzettingen voor.
Voedsel: Voornamelijk insecten, insectenlarven, kreeftachtigen en soms kleine vissen
Lengte afgebeelde vis: 28cm
Lengte to circa: 100cm
Bronforel
Herkenning: Over het gehele lichaam verspreid, inclusief de vinnen maar uitgezonderd de
buik, komen zwarte stippen voor.Over beide zijden loopt een horizontale purperen band. Er is
een vetvin aanwezig.
Verspreiding: Uitheems, vrij zeldzaam. Komt oorspronkelijk uit Noord Amerika. Uitzetting
vindt ook plaats in kleine intensief beviste hengelwateren.
Voedsel: Voornamelijk insecten, insectenlarven, kreeftachtigen en soms kleine vissen
Lengte afgebeelde vis: 60cm
Lengte to circa: 100cm
Zeeforel
Herkenning: Kan worden verward met de zalm. Heeft een vetvin. Tussen de achterkant van
de vetvin en de zijlijn liggen 14-17 rijen schubben. De bovenkaak loopt door tot achter het
oog. Op het lichaam komen zwarte, min of meer kruisvormige, vlekjes voor.
Verspreiding: Zeldzaam. Komt meer voor langs de Noordzeekust en de Wadden.
Voedsel: Voornamelijk insectenlarven, kreeftachtigen en vis
Lengte afgebeelde vis: 60cm
Lengte to circa: 120cm
Zalm
Herkenning: Er is een vetvin aanwezig. Tussen de achterkant van de vetvin en de zijlijn
liggen 10-13 rijen schubben. De bovenkaak loopt door tot achter het oog.
Verspreiding: Zeldzaam. Zalm trekt vanuit zee de rivieren op om zich in de beken aan de
bovenloop voort te planten. Uit de rivieren is de zalmstand verdwenen.
Voedsel: Voornamelijk insecten, insectenlarven, kreeftachtigen en vis
Lengte to circa: 150cm
Vlagzalm
Herkenning: De rugvin (vlag) is zeer lang en hoog. Op het lichaam komen zwarte stippen
voor. Er is een vetvin aanwezig. De vis ruikt naar tijm.
Verspreiding: Zeer zeldzaam.
Voedsel: Voornamelijk insecten, insectenlarven, en kleine vis
Lengte afgebeelde vis: 28cm
Lengte to circa: 50cm "
Houting
Herkenning: Lange vlezige neus boven kleine onderstandige bek. 80-90 schubben op de
zijlijn. Er is een vetvin aanwezig.
Verspreiding: Zeer zeldzaam. Kwam vroeger voor in de grote rivieren, maar is nu verdwenen
uit de binnenwateren.
Voedsel: Dierlijke organismen, met voorkeur voor dierlijk plankton
Lengte afgebeelde vis: 37cm
Lengte to circa: 50cm
Grote marene
Herkenning: Er is een vetvin aanwezig. De bek is vrijwel onderstandig, de bovenkaak steekt
voor de onderkaak uit. Op de zijlijn liggen 95-98 schubben.
Verspreiding: Uitheems, zeer zeldzaam. Wordt zo nu en dan in de Nederlandse wateren
aangetroffen..
Voedsel: Voornamelijk dierlijk plankton
Lengte to circa: 70cm
Kleine marene
Herkenning: Er is een vetvin aanwezig. Op de zijlijn liggen 82-84 schubben. De bek is
bovenstandig.
Verspreiding: Uitheems, zeer zeldzaam.
Voedsel: Voornamelijk dierlijk plankton
Lengte to circa: 30cm
Spiering
Herkenning: Er is een vetvin aanwezig. De bek is bovenstandig. De spiering heeft een
kenmerkende komkommmergeur.
Verspreiding: Vrij zeldzaam.Ook in de kustwateren leeft Spiering.
Voedsel: Dierlijk plankton en kleine kreeftachtigen. Grote Spiering eet ook wel vis, meestal
kleine soortgenoten.
Lengte afgebeelde vis: 14cm
Lengte to circa: 20cm
Snoek
Herkenning: Anaalvin en rugvin bevinden zich ver achterwaarts op het lichaam. De kop
loopt uit in een platte brede bek. Het lichaam is getekend met goudkleurige stippen of strepen.
Verspreiding: Algemeen. De snoek heeft een voorkeur voor heldere wateren, omgeven door
plantenrijke oeverzones.
Voedsel: Zijn prooi bestaat hoofdzakelijk uit vis.
Lengte afgebeelde vis: 80cm
Lengte to circa: 140cm
Amerikaanse hondvis
Herkenning: Over de staartwortel loopt een donkere band. De vinnen bij de staartvin zijn
bolrond. De rugvin ligt ver naar achteren.
Verspreiding: Uitheems zeldzaam. Komt oorspronkelijk uit Noord Amerika. Is goed bestand
tegen verzuring van het water.
Voedsel: Voornamelijk insectenlarven, wormpjes, kleine kreeftachtigen en visbroed.
Lengte afgebeelde vis: 7cm
Lengte to circa: 15cm
Blankvoorn
Herkenning: De bek is eindstandig. Boven in het oog bevind zich een rode vlek. Voorzijde
rugvin boven voorzijde buikvinnen. Op de zijlijn liggen 43-47 schubben.
Verspreiding: Algemeen. Komt voor in allerlei watertypen.
Voedsel: Voornamelijk slakjes en insectenlarven, soms plantdelen.
Lengte afgebeelde vis: 16cm
Lengte to circa: 45cm
Ruisvoorn
Herkenning: De bek is bovenstandig. Voorzijde rugvin duidelijk achter voorzijde
buikvinnen.
Verspreiding: Algemeen. Komt voor in ondiepe plantenrijke wateren.
Voedsel: Voornamelijk insecten en insectenlarven, soms plantdelen.
Lengte afgebeelde vis: 35cm
Lengte to circa: 45cm
Brasem
Herkenning: Kleine exemplaren kunnen verward worden met de kolblei. Aantal rijen
schubben boven de zijlijn bedraagt 12 tot 14. De oogdiameter is kleiner dan de afstand van het
oog tot de punt van de bek. De bek is onderstandig en ver uitstulpbaar.
Verspreiding: Algemeen. Komt voor in allerlei watertypen.
Voedsel: Voornamelijk insectenlarven, kleine kreeftachtigen en wormpjes
Lengte afgebeelde vis: 40cm
Lengte to circa: 80cm
Kolblei
Herkenning: Wordt vaak verward met kleine exemplaren van de brasem. Aantal rijen
schubben boven de zijlijn bedraagt 8 tot 10. De oogdiameter is groter dan de afstand van het
oog tot de punt van de bek.
Verspreiding: Algemeen. Komt voor in allerlei watertypen.
Voedsel: Voornamelijk insectenlarven, kleine kreeftachtigen, wormpjes en dierlijk plankton
Lengte afgebeelde vis: 16cm
Lengte to circa: 35cm
Blauwneus
Herkenning: De blauwneus heeft een vlezige snuit. Het voorste gedeelte van de kop heeft
een donkere, blauwachtige schijn. De anaalvin is langer dan bij de sneep, er zijn 20 tot 25
vinstralen. De onderstandige bek is hoefijzervormig. In de paaitijd heeft de blauwneus een
blauwzwarte bovenzijde en buik en vinnen worden oranjerood.
Verspreiding: Uitheems, zeer zeldzaam. Uit Oost-Europa afkomstige riviervis.
Voedsel: Allerlei bodemdiertjes.
Lengte to circa: 50cm
(Schub)Karper
Herkenning: In de wateren komen van de karper 4 verschillende beschubbingstypen voor.
Deze typen worden aangeduid als schubkarper, spiegelkarper, rijenkarper en naaktkarper. Er
zijn 4 bekdraden aanwezig, waarvan 2 in de hoeken van de bek en 2 kortere op de bovenlip.
De rand van de rugvin is hol ingesneden. De voorste vinstraal van de rugvin is stevig en
getand.
De rijenkarper is van de andere karpertypen to onderscheiden door het voorkomen van een
enkele rij grote schubben op de zijlijn.
De naaktkarper is van de andere karpertypen te onderscheiden doordat geen of slechts
enkele schubben aanwezig zijn.
Verspreiding: Ingeburgerd, algemeen. Komt door uitzettingen in veel wateren voor.
Voedsel: Voornamelijk insectenlarven, kleine kreeftachtigen, weekdieren en wormpjes.
Lengte afgebeelde vis: 60cm
Lengte to circa: 120cm
Spiegelkarper
Herkenning: De spiegelkarper is van de andere karpertypen te onderscheiden doordat over
het gehele lichaam een aantal onregematig geplaatste schubben van verschillende grootte
voorkomen.
Verspreiding: Ingeburgerd, algemeen. Komt door uitzettingen in veel wateren voor.
Voedsel: Voornamelijk insectenlarven, kleine kreeftachtigen, weekdieren en wormpjes.
Lengte afgebeelde vis: 40cm
Lengte to circa: 120cm
Graskarper
Herkenning: Kan verward worden met de kopvoorn. Onder de zijlijn liggen 5 rijen schubben.
Onderscheid zich van de karper door het ontbreken van bekdraden aan de stevige
onderstaande bek en door de korte rugvin.
Verspreiding: Uitheems, vrij zeldzaam. Oorspronkelijk afkomstig uit China. Naar hier
gehaald ten behoeve van waterplantenbeheer. Plant zich in ons land niet voort.
Voedsel: Bij voorkeur (zachte) waterplanten.
Lengte afgebeelde vis: 70cm
Lengte to circa: 120cm
Zilverkarper
Herkenning: De zilverkarper lijkt sterk op grootkopkarper.
Verspreiding: Uitheems. Deze van oorsprong uit China afkomstige karper kan in ons land
worden aangetroffen. Via de grote rivieren komt een enkele maal een uitgezet exemplaar van
dit soort ons land binnen.
Voedsel: Voornamelijk algen.
Lengte afgebeelde vis: 70cm
Lengte to circa: 100cm
Grootkopkarper
Herkenning: De grootkopkarper lijkt sterk op spiegelkarper. De grootkopkarper heeft een
kortere kiel onder de buik.
Verspreiding: Uitheems. Deze van oorsprong uit China afkomstige karper kan in ons land
worden aangetroffen. Via de grote rivieren komt een enkele maal een uitgezet exemplaar van
dit soort ons land binnen.
Voedsel: Voornamelijk algen.
Lengte to circa: 100cm
Kroeskarper
Herkenning: Op de zijlijn liggen 33-36 schubben. De rugvin is bolrond. De 5e of de 6e
vinstraal is het langst. Bekdraden ontbreken.
Verspreiding: Vrij zeldzaam. Komt voor in stilstaande wateren met veel plantengroei en een
zachte bodem.
Voedsel: Voornamelijk insectenlarven, plantendelen, dierlijk plankton en slakjes.
Lengte afgebeelde vis: 30cm
Lengte to circa: 50cm
Zeelt
Herkenning: De iris van het oog is oranje gekleurd. De vinnen zijn bolrond. Er zijn 2 korte
bekdraden aanwezig. Onder de dikke slijmhuid bevinden zich op de zijlijn 95-120 kleine
schubben.
Verspreiding: Algemeen. Komt voor in wateren met veel plantengroei en een zachte bodem.
Voedsel: Voornamelijk insectenlarven, wormen en slakjes.
Lengte afgebeelde vis: 40cm
Lengte to circa: 60cm
Giebel
Herkenning: Op de zijlijn van de giebel of wilde goudvis komen 28-31 schubben voor. De
eerste vinstraal is tamelijk hard en getand. De rand van de rugvin is hol ingesneden. De
gekweekte goudvis is een kleurvariëteit van de giebel.
Verspreiding: Ingeburgerd, vrij zeldzaam. De giebel wordt in ons land plaatselijk
aangetroffen in allerlei wateren.
Voedsel: Voornamelijk kleine diertjes en plantaardig materiaal.
Lengte afgebeelde vis: 20cm
Lengte to circa: 45cm
Goudvis
Herkenning: Op de zijlijn van de goudvis komen 28-31 schubben voor. De eerste vinstraal is
tamelijk hard en getand. De rand van de rugvin is hol ingesneden. De gekweekte goudvis is
een kleurvariëteit van de giebel.
Verspreiding: Uitheems. Werd oorspronkelijk in China en Japan gekweekt. Komt in ons land
voornamelijk als siervis voor in tuin- en parkvijvers. Ook vormvariëteiten zoals sluierstaarten,
worden veelvuldig als siervis gehouden. Vaak losgelaten of ontsnapt.
Voedsel: Voornamelijk kleine diertjes en plantaardig materiaal.
Lengte afgebeelde vis: 9cm
Lengte to circa: 30cm
Alver
Herkenning: De bek is bovenstandig. Op de zijlijn liggen 48-55 schubben. De kleur is
opvallend zilverachtig.
Verspreiding: Vrij zeldzaam. Komt met name in de rivieren meer algemeen voor.
Voedsel: insecten, insectenlarven en dierlijk plankton.
Lengte afgebeelde vis: 13cm
Lengte to circa: 25cm
Gestippelde alver
Herkenning: De bek is eindstandig. De zijlijn is gebogen en aan weerszijden omgeven door
zwarte streepjes.
Verspreiding: Zeer zeldzaam. Reeds lang uit de wateren (riviertjes en beken) verdwenen.
Voedsel: insecten, insectenlarven, kleine kreeftachtigen en wormpjes.
Lengte afgebeelde vis: 12cm
Lengte to circa: 15cm
Roofblei
Herkenning: De punt van de onderkaak valt in een kuiltje van de bovenkaak. De brede,
schuin omhoog gerichte, bek loopt door tot onder het oog.
Verspreiding: Uitheems, zeldzaam. Komt van oorsprong uit het stroomgebied van de Donau
en Oost-Europa. Wordt steeds vaker in de grote rivieren en daarmee verbonden wateren
gevangen.
Voedsel: insecten, insectenlarven en vis.
Lengte afgebeelde vis: 35cm
Lengte to circa: 100cm
Serpeling
Herkenning: Kan worden verward met de blankvoorn. De bek is onderstandig. De rand van
de rug- en anaalvin is hol ingesneden. De iris is geelachtig.
Verspreiding: Vrij zeldzaam. Komt voor in rivieren en beken, maar is daar sterk achteruit
gegaan.
Voedsel: insecten, insectenlarven en andere kleine diertjes.
Lengte afgebeelde vis: 18cm
Lengte to circa: 30cm
Winde
Herkenning: De kleine bek is eindstandig. De rand van de anaalvin is ingesneden. Op de
zijlijn liggen 56-61 schubben.
Verspreiding: Algemeen. Kan door uitzetting ook voorkomen in afgesloten wateren.
Voedsel: insecten, kleine kreeftachtigen en soms ook kleine witvis.
Lengte afgebeelde vis: 35cm
Lengte to circa: 80cm
Kopvoorn
Herkenning: Kan worden verward met de graskarper. Onder de zijlijn liggen 3-4 rijen
schubben. Het lichaam is cilindrisch, de kop tamelijk plat en breed. De anaalvin is bolrond.
Verspreiding: Vrij zeldzaam. Komt ook elders in de grote rivieren en een aantal beken voor.
Voedsel: insecten, insectenlarven, weekdieren, soms plantendelen en kleine vis.
Lengte afgebeelde vis: 40cm
Lengte to circa: 65cm
Sneep
Herkenning: De bek is onderstandig en ligt onder een vooruitstekende neus. De hoornig,
hard aanvoelende lippen vormen een vrijwel rechte spleet. Op de zijlijn liggen 56-61
schubben.
Verspreiding: Zeldzaam.
Voedsel: De sneep schraapt het voedsel, bestaande uit algen en kleine diertjes, met zijn bek
van de stenen.
Lengte afgebeelde vis: 18cm
Lengte to circa: 50cm
Barbeel
Herkenning: De bek is onderstandig met dikke uitstulpbare lippen. Er zijn 4 bekdraden
aanwezog, waarvan 2 op de bovenlip en 1 in elke hoek van de bek. De rand van de rugvin is
hol ingesneden.
Verspreiding: Zeldzaam. Maar komt in andere grote rivieren ook voor.
Voedsel: Vooral insectelarven, wormpjes en weekdieren.
Lengte afgebeelde vis: 40cm
Lengte to circa: 70cm
Riviergrondel
Herkenning: De bek is onderstandig. Er zijn 2 bekdraden aanwezig, 1 in elke hoek van de
bek
Verspreiding: Algemeen. Komt niet alleen voor, in rivieren, maar ook plaatselijk in diverse
stilstaande wateren.
Voedsel: Voornamelijk insectenlarven en wormpjes.
Lengte afgebeelde vis: 9cm
Lengte to circa: 20cm
Vetje
Herkenning: Op het zichtbare gedeelte van de zeer korte zijlijn liggen 7-13 schubben. De bek
is bovenstandig.
Verspreiding: Vrij zeldzaam. Komt plaatselijk in groter aantal voor, zowel in kleine
stilstaande wateren als in grote plassen. Wordt ook gevonden in beken en kleine rivieren. De
aanwezigheid van het vetje wordt vaak niet opgemerkt.
Voedsel: Voornamelijk dierlijk plankton en plantaardig materiaal.
Lengte afgebeelde vis: 7cm
Lengte to circa: 12cm
bittervoorn
Herkenning:Op de korte, onvolledige zijlijn liggen 34-38 schubben. Op de achterzijde van
het lichaam bevindt zich een horizontale blauw-groene streep. In het voorjaar zijn de
vrouwtjes in het bezit van een zogenaamde legbuis.
Verspreiding: Vrij zeldzaam. Komt plaatselijk in groter aantal voor in schone stilstaande
wateren. De bittervoorn is voor de voortplanting afhankelijk van de aanwezigheid van grote
zoetwatermosselen.
Voedsel: Voornamelijk plantaardig materiaal, dierlijk plankton en insectenlarven.
Lengte afgebeelde vis: 8cm
Lengte to circa: 10cm
Elrits
Herkenning: De bek is eindstandig. Op de zijden bevinden zich donkere vlekken. De
mannetjes tonen in de paartijd een felgekleurd paaikleed.
Verspreiding: Zeer zeldzaam.
Voedsel: Voornamelijk insectenlarven en kleine kreeftachtigen.
Lengte afgebeelde vis: 12cm
Lengte to circa: 13cm
Blauwband
Herkenning: De bek is bovenstandig. Er is een, niet altijd goed zichtbare, donkere band van
de neus tot aan de staart. Mannetjes zijn donkerder van kleur, in de paaitijd staalblauw. Kop
en kieuwdeksels zijn dan violet en roodachtig.
Verspreiding: Uitheems, zeer zeldzaam. Vissoort uit oost-Azië. Breidt zich naar het westen
uit.
Voedsel: Kleine kreeftachtigen, slakjes en algen.
Lengte to circa: 7cm
Grote modderkruiper
Herkenning: 10 bekdraden aanwezig, waarvan 4 op de onderlip, 2 in de hoeken van de bek
en 4 op de bovenlip. Over het lichaam lopen donkere banden in lengterichting.
Verspreiding: Vrij zeldzaam. Komt voor in vele wateren maar is zelden talrijk.
Voedsel: Voornamelijk bodemdiertjes zoals wormpjes en insectenlarven.
Lengte afgebeelde vis: 18cm
Lengte to circa: 25cm
Kleine modderkruiper
Herkenning: Er zijn 6 korte bekdraden, waarvan 4 op de bovenlip en 2 in de hoeken van de
bek. Op de flanken ligt een rij grote donkerbruine vlekken. Ook de kop, de rug en de rug- en
staartvin zijn gevlekt. Onder het oog bevindt zich een gevorkt stekeltje .
Verspreiding: Vrij zeldzaam. Komt plaatselijk, soms talrijk, voor in uiteenlopende
watertypen, maar heeft een voorkeur voor schone, heldere wateren.
Voedsel: Voornamelijk kleine diertjes zoals insectenlarven en wormpjes.
Lengte afgebeelde vis: 12cm
Lengte to circa: 13cm
Bermpje
Herkenning: Er zijn 6 bekdraden van ongelijke lengte aanwezig, waarvan 4 op de bovenlip
en 2 in de hoeken van de bek. Lichaam en vinnen zijn onregelmatig vaag gevlekt. De
voorzijde van de rugvin bevindt zich vóór de voorzijde van de buikvinnen.
Verspreiding: Vrij zeldzaam. Het bermpje komt in veel beken op zandgrond vrij talrijk voor.
Voedsel: Voornamelijk kleine diertjes zoals insectenlarven en wormpjes.
Lengte afgebeelde vis: 9cm
Lengte to circa: 15cm
Meerval
Herkenning: Er zijn 6 bekdraden aanwezig, waarvan 2 op de onderkaak, 2 in de hoeken van
de zeer brede bek en 2 lange sprieten op de kop vóór de zeer kleine ogen. De opvallend kleine
rugvin bevind zich ver naar voren op het lichaam. Op het achterste deel van het lichaam is aan
de onderzijde een vinzoom aanwezig.
Verspreiding: Zeldzaam.
Voedsel: Voornamelijk vis.
Lengte afgebeelde vis: 80cm
Lengte to circa: 250cm
Bruine Amerikaanse dwergmeerval
Herkenning: Kan worden verward met de zwarte Amerikaanse dwergmeerval. Er zijn 8
bekdraden aanwezig, waarvan 4 op de onderkaak, 2 in de hoeken van de bek en 2 op de kop.
De stekels van de borstvinnen zijn aan de binnenkant sterk getand. Er is een vetvin aanwezig.
Verspreiding: Ingeburgerd, zeldzaam. Oorspronkelijk afkomstig uit Noord-Amerika. Wordt
soms vrijgelaten uit aquaria.
Voedsel: Voornamelijk insectenlarven, slakjes, visjes en soms plantendelen.
Lengte afgebeelde vis: 24cm
Lengte to circa: 45cm
Zwarte Amerikaanse dwergmeerval
Herkenning: Kan worden verward met de bruine Amerikaanse dwergmeerval. De buitenste
rand van de anaalvin steekt donker af bij de rest van de anaalvin. Er zijn 8 bekdraden
aanwezig, waarvan 4 op de onderkaak, 2 in de hoeken van de bek en 2 op de kop. De stekels
van de borstvinnen zijn aan de binnenkant niet of zwak getand. Er is een vetvin aanwezig.
Verspreiding: Uitheems, zeer zeldzaam. Oorspronkelijk afkomstig uit Noord-Amerika.
Voedsel: Insectenlarven, slakjes, visjes en plantendelen.
Lengte afgebeelde vis: 22cm
Lengte to circa: 35cm
Afrikaanse Meerval
Herkenning: De afgeplatte kop telt 8 bekdraden aanwezig.
Verspreiding: Uitheems. Wordt op enkele plaatsen in ons land gekweekt. Is in het recente
verleden in een aantal wateren terecht gekomen. De overlevingskans in de winter is nihil.
Lengte afgebeelde vis: 35cm
Lengte to circa: 130cm
Kwabaal
Herkenning: Onder de bek bevindt zich 1 kindraad. er zijn 2 rugvinnen waarvan de achterste
(vinzoom) doorloopt totaan de staartvin. De buikvinnen bevinden zich voor de borstvinnen.
Verspreiding: Zeldzaam. Voedsel: Kreeftachtigen en kleine vis.
Lengte afgebeelde vis: 35cm
Lengte to circa: 60cm
Gup
Herkenning: Vorm en kleur van de gup zijn vooral bij mannetjes zeer variabel.
Verspreiding: Uitheems, zeer zeldzaam. Oorspronkelijk afkomstig uit Zuid-Amerika. In ons
land ingevoerd als aquariumvis. Losgelaten exemplaren handhaven zich door koelwater
verwarmde wateren bij enkele industrieën en elektriciteitscentrales.
Lengte afgebeelde vis: 4cm
Lengte: mannetjes tot ca. 3cm, vrouwtjes tot ca. 6cm
Driedoornige stekelbaars
Herkenning: Vóór de rugvin bevinden zich 2-4 stekels. Rug- en anaalvin bevinden zich ver
naar achteren. De mannetjes hebben in de paaitijd een rode keel en buik en een blauw oog.
Verspreiding: Algemeen. Komt voor in zoete, brakke en zoute wateren. Een deel van de
driedoornige stekelbaarzen zwemt vanuit zee het binnenland in om te paaien.
Voedsel: Voornamelijk dierlijk plankton.
Lengte afgebeelde vis: 5cm
Lengte tot ca.: 10cm
Tiendoornige stekelbaars
Herkenning: Vóór de rugvin bevinden zich 9-11 stekels. De buik is zilverkleurig. Rug- en
anaalvin bevinden zich ver naar achteren.
Verspreiding: Algemeen. Heeft een voorkeur voor kleine, plantenrijke wateren.
Voedsel: Voornamelijk dierlijk plankton.
Lengte afgebeelde vis: 4cm
Lengte tot ca.: 7cm
Baars
Herkenning:De 2 rugvinnen zijn gescheiden, waarvan de voorste uitsluitend harde stekels
heeft. Op de achterzijde van de voorste rugvin bevindt zich een zwarte vlek. Over het lichaam
lopen een aantal verticale, donker banden.
Verspreiding: Algemeen. Komt voor in niet te troebele wateren.
Voedsel: Eet allerlei dierlijk voedsel, maar boven een lengte van 15cm vooral vis.
Lengte afgebeelde vis: 25cm
Lengte tot ca.: 50cm
Snoekbaars
Herkenning: De 2 rugvinnen zijn gescheiden, waarvan de voorste rugvin uitsluitend harde
stekels heeft. De bovenkaak loopt door tot achter het violet oplichtende oog.
Verspreiding: Ingeburgerd, algemeen. Komt voor in troebele en diepe heldere wateren. Heeft
daarbij voorkeur voor een stevige bodem.
Voedsel: Hoofdzakelijk kleine vis.
Lengte afgebeelde vis: 50cm
Lengte tot ca.: 120cm
Pos
Herkenning: De rugvin bestaat uit een gedeelte met harde stekels en een gedeelte met zachte
stekels. Het lichaam, inclusief de staart- en rugvin is getekend met donkere vlekjes.
Verspreiding: Algemeen. Komt met name in de grotere wateren voor.
Voedsel: Hoofdzakelijk insectenlarven en kleine kreeftachtigen.
Lengte afgebeelde vis: 15cm
Lengte tot ca.: 20cm
Zonnebaars
Herkenning: Op het kieuwdeksel bevindt zich vaak een oranje-rode, zwart omrande vlek. De
rugvin bestaat uit één geheel, waarin echter een gedeelte met harde stekels en een hoger
gedeelte met zachte stekels zijn te onderscheiden. Het lichaam is opvallend getekend met
blauwachtige flanken, bezet met geelbruine en rode vlekjes.
Verspreiding: Ingeburgerd, zeldzaam. Komt oorspronkelijk uit Noord Amerika. Wordt in ons
land voornamelijk aangetroffen in vennen en plantenrijke wateren.
Voedsel: Hoofdzakelijk dierlijk plankton, insecten(larven) en visbroed.
Lengte afgebeelde vis: 14cm
Lengte tot ca.: 15cm
Rivierdonderpad
Herkenning: De 2 rugvinnen grenzen aan elkaar, het achterste deel is beduidend langer dan
het voorste deel. Op het kieuwdeksel bevindt zich een omhoog wijzend stekeltje. De ogen
liggen dicht bij elkaar boven op de kop. Schubben ontbreken.
Verspreiding: Vrij zeldzaam. Komt in geringe aantallen voor in beken. Heeft een voorkeur
voor een harde, stenige bodem. In groter aantal te vinden in grote rivieren en meren met
stenen oevers.
Voedsel: Hoofdzakelijk insectenlarven, wormpjes en kleine kreeftachtigen.
Lengte afgebeelde vis: 12cm
Lengte tot ca.: 15cm
Bot
Herkenning: De bek en de ogen van deze platvis staan scheef op de kop. De rug- en anaalvin
zijn zeer lang. Op de zijlijn en op de basis van de rug- en anaalvin komen kleine
beenknobbeltjes voor, die ruw aanvoelen als men hierover van staart naar kop strijkt.
Verspreiding: Vrij zeldzaam. Komt voor in zee en in brakke tot zoete wateren, die in zee
uitmonden. Trekt als een- of tweejarige vis de zeeopeningen in.
Voedsel: Hoofdzakelijk kleine kreeftachtigen, wormpjes en kleine vis.
Lengte tot ca.: 50cm
(Diklip)harder
Herkenning: Er zijn drie hardersoorten: De diklip-, de dunlip- en de goudharder. De drie
soorten vertonen een grote gelijkenis. Er zijn 2 korte gescheiden rugvinnen, waarvan de
voorste 4 stekels heeft. De brede bek is eindstandig.
Verspreiding: Harders, waarvan de diklip het meest algemeen is, komen vooral in de
kustwateren voor. De minder algemene dunlip wordt ook wel sporadisch in het zoete water
aangetroffen.
Voedsel: Hoofdzakelijk algen.
Beschermde vissoorten
Een aantal zeldzame vissoorten genieten een strikte bescherming. Slaat u toevallig toch zo'n
vis aan de haak, haak hem dan voorzichtig los en zet de vis terug.
Grote modderkruiper
Rivierprik
Kleine modderkruiper
Zeeprik
Bermpje
Kwabaal
Rivierdonderpad
Bittervoorn
Zalm
Beekprik
Download