Eerherstel voor de vis. Dat onze voorouders zich voornamelijk met vis voedden, was geen toeval: er bestaan 20.000 soorten op aarde en die bewezen hun nut tijdens perioden van hongersnood. De oudste fossielen zijn 380.000 jaar oud. Recenter was er Jezus Christus die de vissen, net zoals het brood trouwens, vermenigvuldigde en hen daarmee een onvergankelijke geschiedenis meegaf. In de Middeleeuwen ontstond een befaamd dictaat: “de vleesloze dagen die werden vastgelegd op 166 per jaar”. Momenteel is de Belg een ongeëvenaarde visverbruiker en bevindt zich met zijn 17 kg per persoon per jaar boven het Europese gemiddelde. De viseiwitten zijn gelijkwaardig aan die van vlees, maar zijn makkelijker verteerbaar, aangezien onze waterbewoner minder bindweefsel heeft. Bovendien hebben vissen een hoge biologische voedingswaarde. Ze bevatten alle aminozuren die ons lichaam nodig heeft, zoals de eiwitten van melk, maar zonder de vetstoffen van dit voedingsmiddel. Er bestaat geen enkel gevaar voor overmatig visgebruik. Mineralen vormen ook een belangrijk bestanddeel van vis. Kalium en niet fosfor is het beste vertegenwoordigd. IJzer is overvloedig aanwezig in sardines, mosselen en jakobsschelpen. Zink vinden we in grote hoeveelheden in sardines, zalm en zeewolf. Koper is zowat in alle vis te vinden, evenals alle vitaminen met vitamine PP op kop. Vitamine C vinden we ook in schelpdieren en visolie bevat vitamine A. Let op: rauwe vis bevat een enzym dat de werking van vitamine B1 vernietigt. Een groot verbruik van rauwe vis veroorzaakt bijgevolg een verlies van vitamine B1 in het organisme.