19/05/2009 Geloof en politiek. Een vis op een fiets? Is er plaats voor geloof (in zijn religieuze betekenis) in de politiek? MARK VAN DE VOORDE heeft er een boek over geschreven dat vandaag wordt voorgesteld. 'Als de bezieling uit de politiek verdwijnt, wordt haar plaats ingenomen door het populisme.' Marc Herremans Als een vis op een fiets. Met een knipoog naar de Amerikaanse feministe Gloria Steinem (die een vrouw zonder man een vis zonder fiets noemde) zou je de relatie tussen geloof en politiek zo kunnen omschrijven. In die vergelijking staat de fiets voor de politiek en de vis voor het geloof. Een vis heeft geen voeten om de trappers te bewegen. Is geloof trouwens niet per definitie op stilstand gericht?, vraagt de onwetende. Met geloof krijg je de boel niet in beweging, zegt de secularist. En bewegen moet ze, de politiek. Daarom gelijkt de politiek op een fiets: als je te lang balanceert, val je om. De Amsterdamse burgemeester Job Cohen als radicale secularist en de Limburgse gouverneur Steve Stevaert als niet-gelovige politicus mogen dan wel begrepen hebben dat religie 'nuttig' is 'om de boel bij elkaar te houden', het merendeel van de niet-gelovige politici kan maar niet geloven dat religie nuttig kan zijn om 'de boel op gang te trekken'. Niet alleen niet-christelijke politici trouwens. Nogal wat mandatarissen (en leden) van partijen met een C in hun naam denken er misschien net zo over, maar ze zeggen het (nog) niet hardop. Als ze dit zouden doen, moeten ze de C in de naam van hun partij in vraag stellen, en die is ondanks alles nog steeds een unique selling proposition (uit een enquête van een Antwerps reclamebureau eind 2008 bleek het christelijke geloof 'een sterk merk'te zijn). Ik weet wel dat veel politici zich een beetje ongemakkelijk voelen bij die referentie. Niet alleen omdat deze derde letter van het politieke alfabet door de tegenstanders gelezen wordt als 'conservatief' (hét scheldwoord vandaag, waarvan 'christelijk' en 'christen' dan de synoniemen zouden zijn). Maar ook omdat ze niet weten waar die C eigenlijk voor staat. Kortom, hij staat in de weg. In de weg van de autonomie bijvoorbeeld. Alsof autonomie zou betekenen dat iemand die zelfstandig wil denken, geen bronnen mag bekennen. Dat iemand die verantwoordelijk wil zijn, zich niet mag beroepen op het gezag van waarden uit een cultuurscheppende traditie. Alsof politiek een bezigheid is die louter volgens zakelijke wetmatigheden draait. Helaas is dat vaak het geval - we noemen dit dan goedkeurend realpolitik. Realpolitik zonder ideaalpolitiek is evenwel ontzielde politiek. Als de bezieling uit de politiek verdwijnt, wordt haar plaats ingenomen door het populisme. Politiek is nu eenmaal een zaak die niemand 'uitsluit', in de letterlijke betekenis dat niemand buiten de invloed van de politiek staat. Ook al meende Guy Verhofstadt ooit (in de tijd van zijn Burgermanifesten) dat de burger het recht had om uit de staat te stappen, hij wist wel beter. Trouwens, tegelijk cultiveerde hij het primaat van de politiek zozeer dat voor hem de staat samen met de markt het (verzuilde, gekleurde, geïnspireerde) middenveld moest uitschakelen. Politiek dringt binnen in het hart van het menselijke samenleven. Politieke bezieling beweegt de warme gevoelens van solidariteit, populisme speelt in op de koude reflexen van egoïsme. Bij ontstentenis van de bezieling krijgt het populisme vrij baan. Je zou dus denken dat bezieling welkom is in de politiek, maar spijts bewondering voor het bezielde betoog van Obama, zou elke politicus van bij ons zich schamen voor zo veel geëtaleerde bewogenheid. Daardoor laten ze de zeepkist van de Speakers' Corner bestijgen door de populisten. Een vis op een fiets: met de fiets als metafoor van de politiek? Hij moet in beweging blijven opdat degene die erop zit, de samenleving, niet om zou vallen. Bovendien, zonder politiek valt ook de dynamo, de economie, stil. Het is een illusie te denken dat het economische leven zonder de politiek kan. Dat was de grote illusie van het neoliberalisme, dat heeft geleid tot een schandalige arrogantie van het kapitalisme en een desastreuze afbraak van de ethische regels (op alle gebied). 'Staat, je staat in mijn zon, ga weg!', zo klonk de 'moraal' van een bekende Duitse ondernemer een half jaar vóór de bancaire en financiële crisis in de herfst van 2008 uitbrak. In oktober van dat jaar werd diezelfde ondernemer (toevallig?) een van de grootste pleitbezorgers van staatsinterventie om de economie (en 'zijn' centen) te redden. De situatie van Congo op haar beurt maakt duidelijk dat bij ontstentenis van enig staatsgezag de chaos uitbreekt, de barbarij meester wordt en het economische leven stilvalt, hoe rijk de ondergrond ook mag zijn. De fiets mag dan wel een leuke metafoor zijn voor de politiek, de vis is ook geen onaardig beeld voor het geloof. Het kan niet met de voetjes aan de trappers. En dat is maar best ook. Het geloof is geen ideologie. De Duitse minister van Onderwijs en Vorming, Annette Schavan, zegt: 'Uit het christelijke geloof is geen politiek programma af te leiden. Het politieke en het christelijke zijn voor elkaar pas vruchtbaar, als ze zich van elkaar onderscheiden. Door dat onderscheid kunnen ze impuls zijn voor elkaar.' Uitkomen voor zijn gelovige inspiratie gebeurt in de politieke kringen weinig openlijk, veeleer sluiks, met het schaamrood op de wangen en met de excuses binnen handbereik. Het geloof in de politieke wereld gedraagt zich inderdaad als een vis. Niet in de biologische, maar in de Bijbelse zin. De eerste christenen maakten zich aan elkaar bekend door een vis in het zand te tekenen of op de muur te krassen. Vandaag hoeven we geen geheime tekens van herkenning te kalken, want geloven is niet verboden en het kan in onze samenleving publiekelijk beleden worden (tot ergernis van sommige liberalen). Toch passen we al te vaak voor een publieke manifestatie van het geloof, omdat het niet vanzelfsprekend is en we bevreesd zijn om op meewarige blikken onthaald te worden. Geloven is vandaag meer gedoogd dan aanvaard. Het is dan ook begrijpelijk dat C-politici niet zoals Obama voluit durven getuigen van de revolutionaire kracht van hun geloof. Ze werpen elkaar kleine visjes toe: woorden en uitdrukkingen, zorgen en bekommeringen die wij herkennen als christelijk. Geloof en politiek, een vis op een fiets: een verborgen vertrouwen in een bewegende tijd. Die bewegende tijd kan de inspiratie van het christelijke mensbeeld best gebruiken. De ware geest van de laïciteit (het lekenkarakter van de staat) wil niet het geloof terugdringen tot een loutere privé-aangelegenheid, zoals sommige liberalen het graag zouden hebben. De ware laïciteit geeft aan het geloof de vrijheid om zich uit te spreken over de samenleving en om de broederlijkheid te beleven zonder de openbare orde te verstoren. De politieke kracht van het geloof ligt precies in het feit dat het geloof geen ideologie is. De boodschap van de Bijbel is geen ideologisch of politiek verhaal, maar een ethisch en bovenal metafysisch verhaal over God en mens, over goed en kwaad, over vrijheid en verantwoordelijkheid, over dromen en toekomst. Het is een perspectief. Haar humanisme is uit dat perspectief afgeleid. De speelruimte om vanuit christelijk oogpunt aan politiek te doen ten voordele van iedereen wordt bepaald door de grenzen van de rechtsstaat. Politiek kan dus nooit gericht zijn op medegelovigen, zij is gericht op iedereen, bestemd voor mensen van alle geloven en ook voor mensen zonder geloof. Ook christelijk geïnspireerde politiek is per definitie seculiere politiek. Maar politiek is soms ook moed. De moed die een mens doet besluiten om zijn verantwoordelijkheid te nemen, is echter pas lovenswaardig als hij gericht is op een 'macht om te dienen', zoals de Duitse theoloog en filosoof Romano Guardini het noemde. Er zijn mensen nodig die deze moed kunnen opbrengen. Want geen samenleving kan zonder politieke macht (alleen anarchisten kunnen daarvan dromen). Daarom is het noodzakelijk dat er mensen zijn die de moed én het karakter hebben om in het politieke bedrijf te stappen, wetende dat politiek nooit een volkomen aparte business mag worden. En vooral beseffend dat de politiek een bedrijvigheid is waarvan het resultaat nooit voorspelbaar is. Desillusie is de keerzijde van succes, verraad de keerzijde van camaraderie. De politieke medaille valt snel om, want zij staat altijd op haar kant. Soms denkt de buitenwereld dat politiek buiten de werkelijkheid staat. Sommige politici voelen zich inderdaad boven de mensheid verheven, maar ze zijn eigenlijk ook maar doodgewone mensen. Die vaak klungelen. Geloof en Politiek. Een vis op een fiets? Davidsfonds, 96 blz., 15,95 euro