Opwarming vóór het lesgeven of een presentatie

Opwarming vóór een presentatie
geeuwen – zuchten
- Adem in op een geeuw. Voel de lucht aan de achterkant van je keel. Laat je kaak laag
hangen en je tong ontspannen liggen op de mondbodem. Controleer of je schouders laag
en ontspannen zijn.
- Adem uit. Je hoofd en schouders mogen niet bewegen maar moeten ontspannen zijn.
- Herhaal het inademen via geeuwen. Geef nu stem als je uitademt. Doe dit nog eens maar
varieer nu de toonhoogte.
- Doe deze oefening nog eens maar tel nu bij het uitademen van 1 tot 5 .
lippen-r
- Plaats je lippen zacht op elkaar en adem uit terwijl je je lippen laat trillen met een
motorgeluid. Geef geen stem.
- Doe nu hetzelfde maar geef stem.
- Doe nog eens de oefening en varieer in toonhoogte. Als je lippen en neus beginnen te
tintelen doe je het correct !
kaatsen
- Neem een correcte houding aan en adem traag en diep in en uit
- Adem uit op ha – ha – ha –ha . Gebruik weinig uitademingslucht voor elke ’ha’. Controleer
met je hand. Je mag niet veel lucht voelen !
- Doe hetzelfde maar varieer in toonhoogte.
Tongtrillen
- Plaats je tongpunt net achter de boventanden en laat je tong trillen terwijl je uitademt (dit
is een tongpunt-r zonder stem !).
- ‘Geeuw in’ en laat je tong nu trillen met stem (= tongpunt-r).
- Doe hetzelfde maar varieer in toonhoogte.
losmaken van de kaak
- Neem een correcte houding aan.
- Masseer met je handen je wangen in kringbewegingen.
- Blijf masseren terwijl je je kaak op en neer beweegt.
- Blijf masseren terwijl je uitademt op mamamamamama en wawawawawa. De spanning in
de lippen moet beperkt blijven !
zoemen
- Adem uit op mmmmm waarbij je je kaak laat zakken maar je mond dicht houdt. Ga van
mmmmm langzaam over op aaaaaaaaaaaa. Probeer buiten de mondopening niets te
veranderen (de aaaa klinkt dus nasaal)
- Doe nu dezelfde oefening maar varieer in toonhoogte.
- Adem uit op moemoela, moemoela, moemoela .... . Voel met je hand de trilling aan je
voorhoofd, neus en lippen. Concentreer je daarna op de l, probeer die pittig uit te spreken
waarbij je de ontspannening van de mmmm-klank behoudt. Concentreer je daarna op de
eind-klank aaaaaa. Probeer die nu ontspannen te zeggen maar niet door de neus.
- Doe dezelfde oefening maar varieer de toonhoogte.
Articulatie
Spreek eerst traag met overdreven mond-, tong- en lipbewegingen uit.
Herhaal ze daarna vlug en met een pittige articulatie. Controleer je ademhaling en druk niet
op je stem. Je strottehoofd moet laag blijven !
- Acht aardige aardmannetjes aten achtentachtig aardappels achter allerlei appelbomen.
- Zeven Schotse schalkse schaatsers schaatsen scheef.
- Rik Craps raspt rap rode ronde radijsjes.
- Trillend trippelde de tandeloze tante Trien naar de treiterende tandarts toe.
- De koetsier poetst met roestpoets zijn roestige postkoets.
- Knappe kappers kappen knap, maar de knecht van de knappe kapper kapt nog
knapper dan de knappe kapper kappen kan.
- De domme dokter duwde de dikke dame door de draaiende draaideur.
- Pieter Blomme bakt een plak bakbloedworst.
- Zeven zwemmers zwommen zes zonnige zondagen zonder zwarte zwembroek aan