Mini informatie nr. 192

advertisement
Mini informatie nr. 192
LEES EN KIJK
1a. Dit boekje heet:
b. Het is nummer:
c. Het is geschreven door:
d. Het is getekend door:
2. Op bladzijde
zie ik ook een poppetje op het raam.
3. De jongen
4. Het meisje met het hartje heeft een rood hoofd omdat
5a. Als je inademt, wordt je buik
b. Als je uitademt, wordt je buik
6a. In de lucht die je inademt, zit
b. In de lucht die je uitademt, zit
7. Trilharen in je neus zijn om
8. Het meisje
9. Ik zie
ballonnen.
10a. In je longen zit
b. Je ademt steeds
liter lucht.
liter lucht uit.
11. Een ander woord voor sneller ademen is
12. Je hijgt door
13. Mensen kunnen onder water ademhalen door
14. Bossen noemt men soms
WAT DENK JE ZELF ?
1. Het kind moest eerst
2a. De krokodil in zee is wel/niet echt.
b. Dat denk ik omdat
3. Ik vind het prettigst om te ademen door mijn
4. Het leukst om met mijn adem te doen vind ik
5. Ik heb wel/nooit blaasbal gespeeld.
6. Ik kan wel/niet zo fluiten.
7. Als ik praat, adem ik
8. De jongen
9. Ik heb wel/nooit gesnorkeld.
10. Mond-op-mond-beademing is
11. Het dier dat blaast als hij boos is, is de
DOE ER WAT MEE.
Hou een spreekbeurt over adem.
Lees het boek: De griezels van Roald Dahl.
Download