sociaal fonds architectenbranche Oudere werknemers zijn anders, of niet? Sinds 17 december 2003 kennen we de Wet Gelijke Behandeling op grond van Leeftijd bij arbeid (WGBL). Die wet verbiedt onderscheid op leeftijd. Voorrechten van oudere werknemers ten opzichte van jongere collega's zonder meer zijn daarmee uit den boze. In de dagelijkse praktijk duurt het verleden voort, uit de rechtspraak blijkt inmiddels wel dat het kan schuren tussen die twee. De vraag komt op hoe we dat in onze branche denken te regelen, hoe gaan architectenbureaus er nu en in de toekomst mee om. Het is een onderwerp dat in een bredere context past, oudere werknemers staan onder druk, jongere werkenden voelen zich miskend, vaste banen worden flexibel, arbeidsvoorwaardenland is in beweging gekomen. Spanningsveld Als de omzet blijft tegenvallen, kan de spanning tussen een ondernemer/werkgever en zijn oudere werknemer oplopen. In zo'n situatie komt beleving ook onder druk. Bij de werkgever bijvoorbeeld, die vindt dat de oudere werknemer duur is of moeite heeft met innovatie, met bijblijven. Dat is overigens niet de standaardsituatie, het gaat altijd om individuele cases en er zijn veel oudere werknemers met meerwaarde ten opzichte van jongere collega’s. Dat neemt niet weg dat oudere werknemers bevoordeeld zijn ten opzichte van jongere collega's. Extra verlofdagen, geen overwerkplicht en een hoger salaris. De beschikbare loonruimte neemt af op bureaus en daardoor zijn startsalarissen ook nog eens lager dan voorheen. De WGBL is bedoeld om bevoordeling op grond van leeftijd weg te halen, maar zonder een leeftijdsbreed arbeidsvoorwaardenbeleid belandt de oudere werknemer ongewild in een isolement, hij wordt een eilandbewoner. Een feit is dat de oudere werknemer steeds langer nog een poosje door moet, werken schuift op naar 67 jaar. Werkgevers hebben te maken met forse omzetdalingen, zij bezuinigen op van alles en kijken soms met pijn in de portemonnee naar de hogere kosten van salaris en extra verlofdagen van de oudere werknemer. De vanzelfsprekendheid van ontzie-maatregelen neemt af in de maatschappelijke beleving. De kans op frictie neemt daarmee toe, want het is een domein van verworven rechten dat zich niet zo maar laat afbreken. Werkgevers sturen zeker in een economische storm - op harde parameters, zoals flexibiliteit, prestaties en vaardigheid ( met BIM bijvoorbeeld). Oudere werknemers koersen meer op zachte kwaliteiten als loyaliteit, mentale weerbaarheid en betrouwbaarheid. ( terzijde, maar wellicht de moeite waard om verder te onderzoeken, het is opvallend dat de oudere werkgevers als zodanig zelden in beeld komt in leeftijdsopleidingsprogramma's. Het verdient in algemene zin aandacht om het opleidingsbeleid in architectenland nader toe te spitsen op leeftijdscategorieën, bijvoorbeeld met een doelgericht 'seven years itch' programma om per zeven jaar toe te werken naar de volgende fase, ook interessant voor werkgevers) Patstelling Het is simpel gezegd een rot probleem waar werkgever en werknemer vaak niets aan kunnen doen. Als dat niet in een goed gesprek met een bevredigende uitkomst voor beide partijen wordt opgelost, is de kans op het barricaderen van de deur groot. Werknemer verkeert in onzekerheid over zijn toekomst, heeft zijn opgebouwde rechten, zet een extra slot op de deur. Werkgever worstelt met de bedrijfsvoering en zoekt de uitgang. Er zijn oudere werknemers die er van uit gaan dat hun ontslag zo duur is, dat de ontslagstorm wel aan hen voorbij zal gaan. Dat werkt zelden positief op de stemming binnen de organisatie, er ontstaat eilandvorming en de communicatie daarover hapert. In onze branche zijn bureaus inmiddels een stuk kleiner dan een paar jaar geleden, iedereen heeft wel iets in moeten leveren of niet powered by bond van nederlandse architecten cnv dienstenbond de unie fnv bondgenoten 1 sociaal fonds architectenbranche meer gekregen, de gevoeligheid wordt groter de noodzaak van duidelijke spelregels en afspraken groeit. Jongere werknemers denken dat hun in- of doorstroming door die oudere collega's wordt belemmerd, niet in de laatste plaats 'omdat die oudjes zo duur zijn'. U weet overigens dat een werknemer op dit speelveld al knap oud begint te worden vanaf zijn 46e. Door hem is er geen ruimte meer om jongeren te betalen, anders dan op basis van korte contracten ( soms ook nog op basis van het minimumloon als het om recent afgestudeerde architecten gaat, die praktijkervaring op willen doen) of een zzp-klus. Dat is een speelveld waar niemand graag op wil ballen en toch wordt daar een wedstrijd op gespeeld. Het aantal spelers is in vijf jaar gehalveerd tot nog geen 7.000 werknemers in de branche. Hoe gaat de wereld buiten onze branche hier mee om? Er is nu ruim tien jaar een wettelijk verbod op leeftijdsonderscheid. Dan is het fascinerend te zien dat er na 2010 110 Cao’s zijn afgesproken waarvan er 96 toch een leeftijdsonderscheid maken, dat is meer dan 87%i. Dat onderscheid spitst zich toe op extra vakantiedagen en het af kunnen zien van overwerk. (Het salarisvraagstuk behandel ik apart in een vervolg op dit artikel) Het verbod is niet absoluut. Als cao-partijen bepalingen over een levensfasebewust personeelsbeleid in de cao hebben opgenomen, is een onderscheid op leeftijd wel degelijk mogelijk. In zo'n regeling worden per levensfase faciliteiten aangeboden, voor oudere werknemers kunnen dat bijvoorbeeld extra vrije dagen zijn. Bepalend voor de acceptatie is dan een bredere inbedding in de cao. Van die 110 Cao’s is dat in 2 gevallen gebeurd. Het verleden krijgt de tijd om uit te faden. Zo iets als denk om uw lichten, het bordje dat men ziet bij het uitrijden van een tunnel, een vriendelijk attenderen dat al twintig jaar niet meer relevant is, maar dat nog steeds doet. Een verklaring is dat arbeidsvoorwaardenland in een transitiefase verkeert, dat de gemiddelde leeftijd van vakbondsleden de 46+ nadert, een omgeving dus waarin het begrijpelijk is dat afscheid nemen van het verleden in ieder geval tijd kost. Veel jongeren komen als freelancer of op basis van korte contracten niet eens in aanraking met faciliteiten en secundaire arbeidsvoorwaarden, zij beschikken nog niet over machtige belangenbehartiging. (De Wet Werk en Inkomen verkleint overigens per 1 juli 2014 de verschillen tussen vast en flex, maar dat is vooralsnog een klein beetje). De rechtspraak Het Gerechtshof Arnhem heeft in 2010 de vraag beantwoord of het een werkgever was toegestaan eenzijdig een seniorenverlofregeling in te trekken, zonder dat een eenzijdig wijzigigingsbeding in de arbeidsovereenkomst was opgenomen. Het Hof concludeerde dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar was om de werkgever te houden aan de seniorenregeling, omdat - en nou komt het - het onderscheid dat in de regeling werd gemaakt niet objectief te rechtvaardigen was. De regeling stond op zichzelf en maakte geen onderdeel uit van een breder levensfasebewust personeelsbeleid. De ontsnapping als je dat zo zou mogen formuleren zit in de duur. Als de regeling tijdelijk van aard is, een overgangsregeling bijvoorbeeld, is het maken van onderscheid wel mogelijk en niet in strijd met de WGBL. Een cao waarin een levensfasebewust beleid is opgenomen voor de verschillende leeftijdsgroepen, voldoet aan die eis en maakt het daarmee voor werkgevers moeilijker om zo'n regeling voor oudere werknemers eenzijdig op te zeggen, zeker als die cao algemeen verbindend is verklaard. Er zijn ook uitspraken van kantonrechters waarin werknemers in het gelijk werden gesteld toen werkgever eenzijdig afspraken met oudere werknemers opzegde. Ook hier werd gekeken op basis van (1) de criteria van redelijkheid en billijkheid, (2) het aanwezig zijn of onderweg van een leeftijdsfasebewust beleid en (3) de tijdelijkheid van de afspraken. powered by bond van nederlandse architecten cnv dienstenbond de unie fnv bondgenoten 2 sociaal fonds architectenbranche Je zou kunnen stellen dat deze drie criteria werkgever en werknemer(s) helpen om er open met elkaar over te praten en met elkaar tot een oplossing te komen. Streep erdoor Wat gebeurt er als een werkgever een streep trekt door 'voordelen' van oudere werknemers ten opzichte van jongere collega's? Voordelen vastgelegd in arbeidsovereenkomst en cao. Juridisch gezien is dat het eenzijdig aanpassen door werkgever van een overeenkomst die door werkgever en werknemer is gesloten. In weinig arbeidsovereenkomsten is een wijzigingsbeding opgenomen, waardoor er wat de overeenkomst zelf betreft geen ingang tot wijziging bestaat. Als er geen objectieve (wet en/of cao) rechtvaardiging bestaat voor deze ingreep kijkt een kantonrechter of die ingreep onderbouwd c.q. gerechtvaardigd kan worden door redelijkheid en billijkheid. Daarmee wordt het een onderwerp van casuïstiek. De specifieke omstandigheden gaan bepalen of het al dan niet gerechtvaardigd is, getoetst aan algemene rechtsbeginselen. In algemene zin valt er te constateren dat werknemers moeten accepteren dat regelingen die (1) in strijd zijn met de WGBL en (2) waarvoor door een CAO geen aanvullende randvoorwaarden zijn opgenomen door werkgevers worden afgeschaft. De werkgever kan kiezen tussen (a) het intrekken van de regeling ( zelfs als er geen eenzijdig wijzigingsbeding is opgenomen in de arbeidsovereenkomst) of (b) de regeling handhaven tot dat een levensfasebewust personeelsbeleid is ontwikkeld en overeengekomen. Hiermee is de weg (verder) vrijgemaakt voor het afschaffen van regelingen specifiek voor oudere werknemers. Gek genoeg ontstaat nu het omgekeerde van wat de wetgever bedoeld heeft met de WBGL, namelijk het voorkomen van leeftijdsdiscriminatie en het behouden van ouderen voor het arbeidsproces. Wat is de relatie met de huidige architectencao? In 2009 hebben BNA en de vakbonden de cao ingrijpend gemoderniseerd. Ingrijpend ten opzichte van het verleden, want de crisis die arbeidsvoorwaardenland ongeveer tegelijkertijd op zijn kop zette, is niet voorzien. De vakantierechten van oudere (niet de oudste) werknemers werden bekort, ook is een overgangsregeling gemaakt voor afspraken die voor een deel van de werknemers - afhankelijk van leeftijdsdata - werden gehandhaafd. Daarmee werd voldaan aan de eis van tijdelijkheid voor ontzie-maatregelen. De sociale partners hebben ook drastisch ingegrepen in het bijzonder verlof. Veel bovenwettelijke uren zijn uit de cao geschrapt en omgezet in een persoonlijk urenbudget dat voor alle werknemers gelijk is als invulling van een leeftijdsfase bewust personeelsbeleid. (beoordelingscriterium voor WBGL en rechtspraak). Dat urenbudget is vorig jaar met tien uur verhoogd tot 30 uur per medewerker, waarvan minimaal tien uur besteed moeten worden aan opleidings- & ontwikkelingsdoelen. Dit is een volgende stap in het leeftijdsbewust personeelsbeleid. De cao maakt nog steeds onderscheid. Vanaf 50 jaar 16 extra verlofuren, vanaf 55 32 en vanaf 60 jaar 48 uur. Tot 50 jaar is er stevig geschrapt, tussen 50 en 60 is er 8 uur afgehaald, vanaf 60 is het gelijk gebleven. Gegeven de aanpassingen en het in elke leeftijdsfase geldend persoonlijk urenbudget nadert de architectencao een algemeen levensfasebewust personeelsbeleid met keuzemenu. De mogelijkheid voor werkgever om eenzijdig te kunnen schrappen in leeftijdsdagen lijkt hiermee klein. Oudere werknemers blijken toch niet zo anders, iedereen heeft het moeilijk De rechtmatigheid van ontzie-maatregelen voor oudere werknemers komen dus steeds verder onder druk als andere leeftijdsfasen geen vergelijkbare aandacht krijgen. De oudere werknemer moet specifieke aandacht blijven krijgen. In principe heeft iedereen er belang om powered by bond van nederlandse architecten cnv dienstenbond de unie fnv bondgenoten 3 sociaal fonds architectenbranche zo lang mogelijk met plezier te kunnen werken, nog even afgezien van het feit dat het ook moet. Het pensioen komt pas bij 67 en is ook al niet meer wat het was. Hun voortijdig ontslag betekent verlies van kennis en ervaring voor het bedrijf, de oudere werknemer verliest zijn zelfrespect, want vervolgmogelijkheden op de arbeidsmarkt zijn vooralsnog schaars. Werkgever en werknemer zullen daarom samen het belang in moeten zien van het met elkaar kunnen doorwerken onder concurrerende voorwaarden, wisselend per bedrijf, maar in principe in de hele branche te gebruiken. Tegelijkertijd moeten andere leeftijdscategorieën gefaciliteerd worden. Ook in dit opzicht zou een level playing field moeten gelden. Volgend jaar verandert het ontslagrecht, op 1 juli 2015 wordt de ontslagvergoeding een transitievergoeding. Last but not least heeft de aarzeling van werkgevers om arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd te sluiten werknemers vol in de wind gezet. Minder vaste contracten, meer flexibele overeenkomsten, zo is geen handvol maar een land vol zzp'ers aan het ontstaan. Daar sta je dan in de kou en op de tocht met een klassiek HR-verhaal over duurzame inzetbaarheid. De ramen zijn ingeslagen en het dak lekt en de cao faciliteert de werkelijkheid niet meer. Er is behoefte aan een nieuwe paraplu, een stukje groter graag. De sociale partners realiseren zich dat terdege, zij hebben SFA opdracht gegeven om - in samenwerking met BNA en de vakbonden - bouwstenen en inspiratie aan te leveren voor een blauwdruk voor een nieuwe cao met een bredere paraplufunctie. Breder, omdat bij voorkeur ook opdrachtgever- en opdrachtnemerschap een plekje moeten krijgen en zo mogelijk ook met voorwaarden en faciliteiten aansluiting wordt gevonden met aanpalende branches en disciplines, waardoor uitwisselbaarheid van kennis en mensen groter wordt. Het cao-denken in min of meer exclusieve sectorregelingen heeft vermoedelijk zijn langste tijd gehad. Het denken gaat uit naar ruimte voor individuele oplossingen, mee-ademend met de economische omstandigheden, for better en worse en ook nog aanhakend op hybride ontwikkelingen. Vaste contracten afgewisseld met opdrachtnemerschap of in een combinatie zullen in aantal toenemen. Werkgevers krijgen te maken met ondernemende werknemers, in samenwerking met elkaar gericht op innovatie, beiden zullen concurrentie als een gegeven beschouwen waar werknemer of opdrachtnemer zich aan meten en werkgevers die de mogelijkheid om concurrerend te blijven zullen faciliteren, maar dan ook echt, onder meer door zich minder verticaal op te stellen. In zo'n constellatie moeten oudere werknemers hun plek opnieuw verwerven en daar ook in gefaciliteerd worden en misschien moet daar dan wel een poosje meer voor gebeuren, maar in deze context hoeft dat zowel juridisch als inhoudelijk geen beletsel te zijn, ook niet als er iets meer voor hen wordt gedaan, omdat het een logisch voortvloeisel kan zijn uit een breed palet van faciliteiten en mogelijkheden. Een belangrijke voorwaarde is een goed stel spelregels, transparant, geen geheimzinnigheid, geen onderonsjes, iedereen kent de regels, omstandigheden bepalen wie welke faciliteiten benut, zodat niet een op zichzelf simpel gegeven als leeftijd en dienstjaren alleen de acties schragen. Wat de sociale partners in de architectencao - in relatie tot de WBGL en de beoordelingscriteria van de rechtspraak - goed hebben gedaan is eerste stappen zetten richting algemeen geldende regels voor werknemers. Het persoonlijk urenbudget en het afbouwen van leeftijdsdagen zijn daar de invulling van. Bureaus moeten dat stokje ook zelf oppakken door heldere afspraken te maken met het personeel over wat nu precies beschikbaar is c.q. zou moeten zijn aan faciliteiten en powered by bond van nederlandse architecten cnv dienstenbond de unie fnv bondgenoten 4 sociaal fonds architectenbranche arbeidsvoorwaarden in de verschillende leeftijdsfases. Jagen op oudere werknemers zonder meer is geen fraaie oplossing, omgekeerd zullen oudere werknemers zich moeten realiseren dat vasthouden aan de huidige exclusieve rechten op termijn geen oplossing biedt. De trein is in beweging en stopt voorlopig niet. Creativiteit binnen de kaders van de CAO is de uitdaging die sociale partners, werkgevers, werknemers en naar verwachting ook opdrachtgevers en opdrachtnemers zullen moeten oppakken. Oudere werknemers vormen het psychologisch kapitaal van een bedrijf, hoe kan dat beter benut worden en hoe dat beter te prikkelen zijn vragen die met elkaar beantwoord moeten worden. Een eenzijdige inperking door werkgever past daar niet in, stug verzet van de oudere werknemer - soms tegen beter weten in - evenmin, dus is met elkaar zoeken naar een oplossing gewoon beter. Vergeet de kantonrechter, daag elkaar uit. Er komen interessante nieuwe mogelijkheden op het gebied van arbeidsvoorwaarden en afspraken in beeld, mogelijkheden die in 2014 door SFA worden onderzocht samen met bureaus en medewerkers in pilots. Intrapeneurship hoort daarbij, het binnen het bureau ondernemen van medewerkers, gericht op innovatie en het verwerven van nieuwe concurrerende diensten. Ook het maken van één op één afspraken die benut zullen worden om cao-bepalingen en bijlagen te verruimen door arbeidsovereenkomsten persoonlijker te maken. Er zijn ook bureaus die verschillende werkzaamheden in een moeder - dochters structuur hebben ondergebracht, welke constructieve mogelijkheden zijn daar voor te bedenken zonder dat het op een vluchtroute lijkt. Op architectenbureaus is de worsteling met willen en kunnen al een poosje gaande, gekweld door het economisch tij. Het is een benadering met korte termijnoplossingen, niet gesteund door wetgeving en cao, dus vooral snijden in de kosten. De bodem lijkt bereikt, laten we het dan inderdaad maar eens de nieuwe werkelijkheid noemen, nu er weer kansen komen. Die nieuwe werkelijkheid moet voorzien worden van een brede paraplu waaronder mee-geademd kan worden met goed en slechte tijden, flexibeler, toegelaten voor alle leeftijden met ruimte voor werknemer- en opdrachtnemerschap en wel zodanig dat er een level playing field ontstaat. Zo’n context in een nieuwe benadering voor de cao, dat is een meer dan interessante uitdaging. Huub de Graaff i mr I.S. Van Dijk en mr W.M. Engelsman ,Arbeidsrecht 2/2014. powered by bond van nederlandse architecten cnv dienstenbond de unie fnv bondgenoten 5