Voorbeeld voorovereenkomst - oproepovereenkomst Download hier: Voorbeeld Oproepovereenkomst - voorovereenkomst Wanneer dit document gebruiken Dit document kunt u gebruiken als u met een arbeidskracht een oproepovereenkomst (voorovereenkomst) aangaat. De oproepovereenkomst wordt uitgebreid behandeld in het onderdeel van XpertHR over de oproepovereenkomst. De voorovereenkomst zelf is (nog) geen arbeidsovereenkomst. Het is een overeenkomst waarin de werkgever en de werknemer afspraken maken voor het geval de werknemer door de werkgever wordt opgeroepen om te komen werken. Bij een voorovereenkomst is de werkgever in principe niet verplicht om de oproepkracht op te roepen (tenzij bepaalde toezeggingen zijn gedaan) en is de arbeidskracht niet verplicht om te komen werken. Er ontstaat pas een arbeidsovereenkomst als de oproepkracht gehoor geeft aan een oproep. En die arbeidsovereenkomst eindigt weer zodra het werk af is en de oproep eindigt. In de praktijk komt het er dus op neer dat na iedere feitelijke oproep een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd ontstaat. Een voorbeeld: Jans en P&G hebben een voorovereenkomst gesloten. P&G vraagt Jans om van 1 juni tot 1 september te komen werken. Jans wil dat wel. Tussen Jans en P&G ontstaat een arbeidsovereenkomst voor de bepaalde duur van 1 juni tot 1 september. P&G vraagt Jans vervolgens om op 15 september een middagje in te komen vallen. Ook dat wil Jans wel en ook nu ontstaat er weer een arbeidsovereenkomst, alleen dit keer voor de duur van één middagje. Gevaar van dit soort constructies is wel dat door de ketenregeling al snel (bij het begin van de vierde oproep) sprake is van een contract voor onbepaalde tijd, zie: De ketenregeling. Als na maximaal 3 oproepen steeds een tussenpozen van meer dan zes maanden zit, dan is de keten verbroken en begint de teller opnieuw. Wetgeving gerelateerd aan dit document artikel 7:610 BW artikel 7:610a BW artikel 7:610b BW artikel 7:628 BW artikel 7:628a BW artikel 7:648 BW Artikel 7:668 BW Artikel 7:668a BW Waarschuwing In een contract voor bepaalde tijd mag geen concurrentiebeding worden opgenomen, dus ook niet in een voorovereenkomst waarin de arbeidsvoorwaarden staan voor het geval de werkgever de werknemer (tijdelijk) wil oproepen, tenzij de werkgever daar een zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang heeft én dat belang is gemotiveerd in het concurrentiebeding; zie ook: concurrentiebeding. Bij tijdelijke contracten van zes maanden of langer moet een werkgever een maand voordat het contract van rechtswege afloopt, aan de werknemer laten weten of hij het contract al dan niet wil voortzetten. Als de werknemer is opgeroepen voor zes maanden of langer, dan zal de werkgever hiermee dus ook rekening moeten houden. Zie ook: aanzegging. Deze aanzegging mag ook (al) worden opgenomen in de arbeidsovereenkomst. In deze arbeidsovereenkomst is daarom de bepaling 'aanzegging bij voorbaat' (artikel 2) opgenomen. Toch is het raadzaam om na iedere oproep van zes maanden of langer óók nog een schriftelijke aanzegging naar de werknemer te sturen uiterlijk één maand voordat de oproep ten einde is, zeker in het geval van een voorovereenkomst als deze. Er kan een cao van toepassing zijn op de arbeidsovereenkomst. Als dat zo is, dan mag alleen maar worden afgeweken van de cao-regeling, voorzover dat in de cao is toegestaan (bijvoorbeeld als sprake is van een minimum-cao) en meestal mag er dan alleen in het voordeel van de werknemer worden afgeweken. Als er een cao van toepassing is op de arbeidsovereenkomst, dan is het niet altijd verstandig voor de werkgever om dat te vermelden in de arbeidsovereenkomst. Als de werkgever op enig moment niet meer gebonden is aan de cao, dan bindt de bepaling in de arbeidsovereenkomst partijen alsnog aan de cao. Voorbeelddocument OPROEPOVEREENKOMST (voorovereenkomst) De ondergetekenden: 1. [naam werkgever], gevestigd te [adres], in deze vertegenwoordigd door [naam], hierna te noemen ‘de werkgever’; en 2. [naam werknemer], geboren op [datum], wonende te [adres], hierna te noemen ‘de werknemer’; Verklaren een oproepovereenkomst te zijn aangegaan onder de navolgende bepalingen. Artikel 1. Aanvang, duur en beëindiging 1. Werknemer is met ingang van [datum], beschikbaar voor het verrichten van werkzaamheden in de functie van [functie] te [plaats waar de werkzaamheden moeten worden verricht]. 2. Deze overeenkomst is aangegaan voor onbepaalde tijd. 3. Deze overeenkomst en/of de overeenkomst(en) die hieruit voortvloeit/voortvloeien, kan/kunnen door ieder der Partijen worden beëindigd per de laatste dag van een kalendermaand door schriftelijke opzegging met inachtneming van de wettelijke opzegtermijn. Of 1. Werknemer is met ingang van [datum], beschikbaar voor het verrichten van werkzaamheden in de functie van [functie] te [plaats waar de werkzaamheden moeten worden verricht]. 2. Deze overeenkomst is aangegaan voor bepaalde tijd van [aantal] maanden en eindigt derhalve van rechtswege op [datum]. 3. Deze overeenkomst en/of de overeenkomst(en) die hieruit voortvloeit/voortvloeien, kan/kunnen door ieder der Partijen tussentijds worden beëindigd per de laatste dag van een kalendermaand door schriftelijke opzegging met inachtneming van de wettelijke opzegtermijn. Artikel 2. Aanzegging bij voorbaat [ingeval van arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd] Werkgever hecht er - nu voor alsdan - waarde aan om aan de werknemer aan te zeggen dat voor iedere oproep geldt dat die - nadat die is geëindigd van rechtswege - niet zal worden voortgezet. Aldus wordt hierbij bij voorbaat voldaan aan de wettelijke aanzegverplichting van de werkgever als bedoeld in artikel 7:668 BW. Door ondertekening van deze arbeidsovereenkomst erkent de werknemer dat de werkgever aan zijn (toekomstige) wettelijke aanzegverplichtingen heeft voldaan. De werknemer zal daarom nimmer aanspraak kunnen maken op de aanzegboete als bedoeld in artikel 7:668 lid 3 BW. Artikel 3: oproep 1. Wanneer de werknemer door de werkgever wordt opgeroepen om werkzaamheden te verrichten geldt dat de werknemer niet verplicht is om aan de oproep gehoor te geven. 2. De werknemer kan aan deze overeenkomst geen recht ontlenen om door de werkgever te worden opgeroepen. Artikel 4: salaris 1. Het salaris voor de verrichte werkzaamheden zal € [bedrag] bruto per uur bedragen en zal worden betaald in de maand volgend op de maand waarin de werkzaamheden zijn verricht. 2. De werknemer ontvangt alleen salaris over de feitelijk gewerkte uren, zoals bedoeld in artikel 7:628 lid 5. 3. Het salaris zal worden uitbetaald op een door de werknemer aan te geven bankrekening. Artikel 5: vakantie 1. Aan de werknemer wordt op jaarbasis een recht op vakantie met behoud van salaris toegekend naar rato van het aantal gewerkte uren en uitgaande van [aantal]vakantiedagen indien de werknemer fulltime zou hebben gewerkt. 2. Niet opgenomen vakantierechten vervallen overeenkomstig de wettelijke regeling. 3. De vakantiedagen worden door de werkgever vastgesteld na overleg met de werknemer. Artikel 6: vakantietoeslag 1. Aan de werknemer zal ieder jaar in mei 8% van zijn bruto salaris over het in de voorafgaande periode mei t/m april verdiende salaris worden betaald. 2. Bij tussentijdse beëindiging van de oproepovereenkomst zal de vakantietoeslag naar rato worden berekend en bij de eindafrekening worden uitbetaald. Artikel 7: geheimhouding 1. Werknemer verplicht zich om noch tijdens noch na beëindiging van de arbeidsovereenkomst, aan derden enigerlei mededeling te doen omtrent hetgeen hem bekend is van Werkgever of van een of meer ondernemingen die met Werkgever economisch of organisatorisch zijn verbonden, waarvan hij weet of kan vermoeden dat hierdoor de belangen van Werkgever en/of van deze gelieerde ondernemingen zouden kunnen worden geschaad alsmede van aangelegenheden waaromtrent hem door Werkgever geheimhouding is opgelegd. Deze verplichtingen strekken zich mede uit tot zaken betreffende Werkgever of overige relaties van Werkgever en de met hem verbonden ondernemingen. 2. Overtreding van in lid 1 bedoelde verplichting gedurende de dienstbetrekking zal tussen Werkgever en Werknemer gelden als een dringende reden om de arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang op te zeggen, onverminderd het recht van Werkgever tot het vorderen van volledige schadeloosstelling. 3. In geval van overtreding van in lid 1 bedoelde verplichting na beëindiging van de arbeidsovereenkomst zal Werknemer een boete verschuldigd zijn van € [bedrag]voor elke geconstateerde overtreding onverminderd het recht van Werkgever om volledige schadevergoeding en nakoming te vorderen. 4. Werknemer zal gedurende de arbeidsovereenkomst informatie dan wel bedrijfsgeheimen van een vorige Werkgever of een concurrerende onderneming niet op onrechtmatige wijze gebruiken dan wel openbaar maken en zal geen documenten dan wel andere zaken van een dergelijke vorige Werkgever of concurrerende onderneming in het bedrijfsgebouw van Werkgever brengen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de rechthebbende. Werknemer is ermee bekend dat overtreding van de geheimhoudingsverplichting een misdrijf is in de zin van artikel 273 van het Wetboek van Strafrecht (schending van bedrijfsgeheimen) en een dringende reden vormt voor ontslag op staande voet. Let op! In een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd mag in principe géén concurrentiebeding worden opgenomen, tenzij de werkgever daarvoor een zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang bij heeft én dat belang in het concurrentiebeding zelf gemotiveert. Zie: Concurrentie- en relatiebeding in arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd].· Het onderstaande concurrentie- en relatiebeding kan alleen worden opgenomen als deze overeenkomst voor onbepaalde tijd wordt overeengekomen! Artikel 14. Concurrentie- en relatiebeding (in een vast contract) 1. Het is werknemer verboden om gedurende een periode van [periode (bijv 1 jaar)] na beëindiging van deze arbeidsovereenkomst, direct of indirect, voor zichzelf of voor anderen in enigerlei vorm werkzaam of betrokken te zijn bij een onderneming of organisatie met activiteiten op een terrein, gelijk aan of anderszins concurrerend met die van werkgever. Hiermee worden alle werkzaamheden, diensten en producten van de werkgever bedoeld. Voorts zal werknemer gedurende deze periode, direct noch indirect, zijn bemiddeling of zijn advies verlenen, in welke vorm ook, al dan niet tegen betaling met betrekking tot bedoelde activiteiten. 2. Het in het voorgaande lid vervatte beding is voor werknemer bindend voor [regio]. 3. Het is werknemer verboden, zolang de arbeidsovereenkomst duurt en gedurende [periode, bijv. 1 jaar] daarna, klanten en relaties van werkgever, waar deze klanten en relaties ook gevestigd zijn, te benaderen, op welke wijze dan ook, hetzij rechtstreeks en persoonlijk, hetzij indirect en/of met hulp van anderen, voor het aanbieden van werkzaamheden, diensten en producten die naar hun aard overeenkomen met de door werkgever aan deze klanten en relaties verkochte en geleverde, dan wel anderszins ter beschikking gestelde zaken of aan hen aangeboden c.q. voor hen verrichte werkzaamheden, diensten en producten. 4. Onder “klant” en “relatie” wordt verstaan het rechtssubject met wie werkgever economisch verkeer onderhoudt of gedurende het laatste jaar [ kan ook een andere periode zijn] voorafgaande aan de datum waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd heeft onderhouden (in het kader waarvan een door werkgever aan die klant of relatie verzonden declaratie als bewijs wordt aanvaard), dan wel (naar in redelijkheid kan worden voorzien) binnen afzienbare tijd na het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal gaan onderhouden (in het kader waarvan aan die potentiële klant of relatie verzonden correspondentie als bewijs wordt aanvaard). 5. Indien werknemer het in dit artikel omschreven concurrentie- en relatiebeding overtreedt, verbeurt hij, in afwijking van het bepaalde in artikel 7:650 lid 3 BW, aan werkgever, zonder dat enige ingebrekestelling is vereist, een dadelijk opeisbare boete van € [bedrag (bijvoorbeeld 15.000,-) ] alsmede een boete van € [bedrag (bijvoorbeeld 1.500,-)] voor iedere dag dat zulk een overtreding voortduurt, onverminderd het recht van werkgever om vergoeding van de werkelijk door haar geleden schade te vorderen. In afwijking van het bepaalde in artikel 7:650 lid 5 BW bepalen partijen uitdrukkelijk dat de hiervoor genoemde boetebedragen, onder meer gelet op de functie van werknemer, niet als bovenmatig worden beschouwd. Het onderstaande concurrentie- en relatiebeding kan in de overeenkomst worden opgenomen als de werkgever een zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang heeft bij het overeenkomen van een dergelijk beding. Let op het zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang moet worden gemotiveerd in het beding zelf! Artikel 14. Concurrentie- en relatiebeding (in een tijdelijk contract) 1. Het is werknemer verboden om gedurende een periode van [periode (bijv 1 jaar)] na beëindiging van deze arbeidsovereenkomst, direct of indirect, voor zichzelf of voor anderen in enigerlei vorm werkzaam of betrokken te zijn bij [specifieke omschrijving van het soort activiteiten dat de werknemer niet mag verrichten]. Voorts zal werknemer gedurende deze periode, direct noch indirect, zijn bemiddeling of zijn advies verlenen, in welke vorm ook, al dan niet tegen betaling met betrekking tot bedoelde activiteiten. 2. Het in het voorgaande lid vervatte beding is voor werknemer bindend voor [regio]. 3. Het is werknemer verboden, zolang de arbeidsovereenkomst duurt en gedurende [periode, bijv. 1 jaar] daarna, klanten en relaties van werkgever, waar deze klanten en relaties ook gevestigd zijn, te benaderen, op welke wijze dan ook, hetzij rechtstreeks en persoonlijk, hetzij indirect en/of met hulp van anderen, voor het aanbieden van [specifieke omschrijving van het soort activiteiten/zaken dat de werknemer niet mag aanbieden]. 4. Onder ‘klant’ en ‘relatie’ wordt verstaan het rechtssubject met wie werkgever economisch verkeer onderhoudt of gedurende het laatste jaar [kan ook een andere periode zijn] voorafgaande aan de datum waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd heeft onderhouden (in het kader waarvan een door werkgever aan die klant of relatie verzonden declaratie als bewijs wordt aanvaard), dan wel (naar in redelijkheid kan worden voorzien) binnen afzienbare tijd na het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal gaan onderhouden (in het kader waarvan aan die potentiële klant of relatie verzonden correspondentie als bewijs wordt aanvaard). 5. Het aangaan van dit concurrentie- en relatiebeding is voor de werkgever noodzakelijk vanwege de volgende zwaarwegende bedrijfs- en/of dienstbelangen:[hier moet specifiek gemotiveerd worden waarom het overeenkomen van dit specifieke beding in dit specifieke geval noodzakelijk is en welke de zwaarwegende bedrijfs- en/of dienstbelangen zijn: Hoe en waarom kan de werknemer daadwerkelijk schade aanrichten als hij bij een concurrent gaat werken? Waar bestaat die schade uit en is die substantieel voor de deze werkgever? Waarom? Is het beding voldoende specifiek en redelijk? Verbiedt het slechts die specifieke handelingen die de werkgever daadwerkelijk schade kunnen berokkenen?] 6. Indien werknemer het in dit artikel omschreven concurrentie- en relatiebeding overtreedt, verbeurt hij, in afwijking van het bepaalde in artikel 7:650 lid 3 BW, aan werkgever, zonder dat enige ingebrekestelling is vereist, een dadelijk opeisbare boete van € [bedrag (bijvoorbeeld 15.000,-)] alsmede een boete van € [bedrag (bijvoorbeeld 1.500,-)] voor iedere dag dat zulk een overtreding voortduurt, onverminderd het recht van werkgever om vergoeding van de werkelijk door haar geleden schade te vorderen. In afwijking van het bepaalde in artikel 7:650 lid 5 BW bepalen partijen uitdrukkelijk dat de hiervóór genoemde boetebedragen, onder meer gelet op de functie van werknemer, niet als bovenmatig worden beschouwd. Artikel 9; pensioen Werknemer neemt [wel/niet] deel aan een pensioenregeling. of 1. Werknemer neemt deel aan de pensioenregeling van Werkgever. Deze pensioenregeling is ondergebracht bij [naam van de verzekeringsmaatschappij, bedrijfstakpensioenfonds of ondernemingspensioenfonds]. 2. Werknemer verklaart middels ondertekening van deze arbeidsovereenkomst een exemplaar van het pensioenreglement te hebben ontvangen, en in te stemmen met de inhoud hiervan.\ 3. Indien Werknemer op de indiensttredingsdatum niet, of slechts gedeeltelijk aan de voorwaarden van de pensioenregeling van Werkgever voldoet, wordt Werknemer hierover door Werkgever schriftelijk geïnformeerd. Werkgever geeft daarbij aan (1) aan welke voorwaarden voldaan moet worden om de verwerving van pensioenaanspraken te laten beginnen, en (2) welke diensttijd in het kader van de pensioenovereenkomst relevant is. Artikel 10; ziekte en postcontractuele verplichtingen 1. Indien Werknemer door ziekte verhinderd is/verhinderd zal zijn om aan een oproep van Werkgever te voldoen, is Werknemer verplicht dit zo spoedig mogelijk doch uiterlijk vóór 09.00 uur op de eerste ziektedag, onder vermelding van de vermoedelijke duur daarvan, bij Werkgever te melden dan wel te laten melden. Zodra het tijdstip waarop Werknemer de werkzaamheden zal hervatten bekend is, zal Werknemer Werkgever direct informeren. Dit geldt ook voor ziektes van de werknemer die zijn ontstaan binnen vier weken na het einde van deze- en/of een op deze overeenkomst gebaseerde overeenkomst; 2. Indien Werknemer door ziekte verhinderd is de bedongen arbeid te verrichten, is Werknemer verplicht de redelijke voorschriften ter zake door of namens Werkgever gegeven op te volgen, dat geldt ook ingeval Werknemer ziek blijft na afloop van een oproep en indien Werknemer binnen vier weken na het einde van een oproep ziek is geworden. 3. Overtreding of niet naleving door Werknemer van de bepalingen van dit artikel kan leiden tot het opschorten van de loonbetaling als bedoeld in artikel 7:629 BW, overtreding of niet naleving door Werknemer na het einde van de oproep, is Werkgever gerechtigd om de daaruit voortvloeiende schade op Werknemer te verhalen. Artikel 11; Loondoorbetalingsverplichting Werkgever Indien Werknemer door ziekte verhinderd is de overeengekomen bedongen arbeid te verrichten, heeft Werknemer gedurende een periode van maximaal 104 weken te rekenen vanaf de [eerste, tweede of derde] dag van ziekte, doch uiterlijk tot het einde van de oproep, recht op loondoorbetaling als bedoeld in de wet. Artikel 12: overige bepalingen 1. Op deze overeenkomst is het Nederlandse recht bij uitsluiting van ieder ander rechtsstelsel van toepassing. 2. De Nederlandse rechter is bij uitsluiting van ieder ander bevoegd tot beslechting van geschillen voortvloeiend uit deze overeenkomst. Aldus overeengekomen, opgemaakt in tweevoud en ondertekend [plaats] [datum] Werkgever Werknemer