Onderzoeksverslag seminar “Hoe kan een CMD’er met talent voor muziek zijn eigen instrumentale muziek produceren?” Rick van Bruggen Studentennummer: 1619299 Dick Swart JDE-SVIS.3V-13 Inhoudsopgave Samenvatting 3 Introductie 4 Methoden 5 Resultaten 6 Conclusies 21 Discussie 22 Referenties 23 2 Samenvatting: In dit verslag zult u onder andere meer lezen over mogelijke software en hardware die nodig is. Tevens wordt er dieper ingegaan op Westerse muziek theorie en hoe deze in elkaar steekt. Ook wordt er dieper ingegaan op verschillende aspecten in muziek zoals de klank, ritme en noten. Als laatste zult u meer vinden over de eventuele functie van muziek, muziekgeschiedenis en de belangrijkste genres in Westerse muziek. 3 Introductie: Audio is zeer belangrijk voor het overbrengen van je boodschap. Toch is het zo dat er maar weinig aandacht aan wordt besteed tijdens de opleiding Communicatie & Multimediadesign. Als een CMD’er zijn eigen animatie maakt en hieronder zonder er veel bij na te denken een nummer onder zet, kan dit nummer de gehele animatie verpesten. Andersom is het zo dat als beeld en muziek goed samenwerken het eindproduct naar een hoger niveau tilt. Op het CMD worden wij opgeleid om de boodschap op een juiste manier over te brengen naar de doelgroep zodat deze begrijpt wat wij willen dat zij begrijpen. Een juist gebruik van audio kan hier aan meedragen en de kans op ruis tussen de zender en de ontvanger tot een minimum te brengen. Omdat het begrip audio ontzettend groot is, heb ik mij echter wel toegespitst op Westerse instrumentale muziek. 4 Methoden: Om tot de resultaten en conclusies te komen heb ik gebruik gemaakt van interviews, literatuur onderzoek en online onderzoek. Tevens heb ik mijn eigen kennis ook gebruikt die ik in de afgelopen tien jaar heb opgebouwd omtrent muziekproductie. Mijn ervaringen bestaan uit instrumenten kunnen bespelen, gitaar en muziektheorie leren aan beginnende muzikanten en het produceren van zowel eigen nummers, animatieaudio en filmaudio. 5 Resultaten: Iedereen die wel eens een gitaar in zijn handen heeft gehad kan beamen dat muziek maken niet simpelweg iets is wat je kunt als je maar de juiste middelen tot je beschikking hebt. Volgens Marco Deijman (persoonlijke communicatie, 11 december, 2014) is als eerste een liefde voor muziek nodig. We zouden kunnen stellen dat iemand die ook maar ooit naar muziek luistert omdat hij of zij dit wil, een liefde voor muziek heeft. Naast deze liefde is echter ook een onderzoekende houding en doorzettingsvermogen nodig om veel te oefenen. Om te weten welke noten goed klinken kan er gebruik gemaakt worden van de basis van Westerse muziektheorie. Verder is het goed om het verschil tussen snaar, slag en blaasinstrumenten te kennen. De definitie van klank, noten, ritme en de melodie. Als laatste is het goed om ook een deel muziekgeschiedenis te kennen zodat de verschillende genres duidelijker zijn. Als laatste is het goed om te weten welke functie een nummer kan hebben zodat het makkelijker wordt om mensen te overtuigen van jou nummer. Klank Om te begrijpen wat muziek is moet je weten wat klank is. Volgens Arjan van Kol (2012) wordt klank geproduceerd door trillingen in de lucht. Klank is echter iets anders dan geluid. We spreken over klank wanneer het ontstaat door regelmatige trillingen. Door deze regelmaat interpreteren wij deze doorgaans als mooier en harmonieuzer dan geluid. Volgens VRT (2003) is klank geluid, maar geluid is niet hetzelfde als klank. Een emmer die valt produceert doormiddel van trillingen in de lucht geluid maar is het niet een klank. In muziek wordt er ook gebruik gemaakt van de klankkleur. Volgens Music is my boss (2014) is een ander woord voor klankkleur timbre. De klankkleur heeft niets te maken met toonhoogte of toonduur. Een geschreven melodielijn voor de viool zal een andere klankkleur hebben als je dezelfde melodielijn speelt op een trompet. 6 Voor de klankkleur wordt er onderscheid gemaakt tussen de individuele klankkleur en de totale klankkleur. Individuele klankkleur wordt geproduceerd door één instrument of stem. Een aanpassing in de klankkleur zal in dit geval invloed hebben op de totale klankkleur. De totale klankkleur gaat over de klanken van alle gebruikte instrumenten samen. Verander je één klankkleur van een instrument dan is de totale klankkleur ook anders. Voor CMD is het belangrijkste om te realiseren dat elk instrument of VST een andere klankkleur zal hebben. Met deze kleur kun je natuurlijk ook spelen. Een slaginstrument met oude snaren zal een scherpere klankkleur hebben. Deze klankkleur zal beter passen bij bepaalde beelden dan een vollere klankkleur van een basinstrument. Ritme Om te begrijpen wat ritme is, is het volgens bandcoach Hans Hasebos (z.d.) nodig om te realiseren dat muziek georganiseerde klanken zijn die te verdelen zijn in gelijke lengtes. De gelijke lengtes kun je laten horen (Door bijvoorbeeld elke keer aan het begin van de gelijke lengte een kick op de drum te geven.) Hierdoor krijg je een puls en met deze puls kun je meetellen. In westerse muziek is het vaak zo dat je tot vier kunt tellen vanaf het begin van de lengte. Als je dan weer na vier overnieuw begint, begint de gelijke lengte ook weer. Dit noemen we een vierkwarts maat. Het ritme is dan wat zich afspeelt op en tussen deze tellen. Je kunt 1, 2, 3, 4 tellen en alleen op de 1 en 3 spelen. Het geen wat je speelt op de 1 en 3 is het ritme. Hiermee kun je natuurlijk zelf spelen en zo gek maken als je zelf wil. Noten. 7 Volgens Bernard Nelleke (1981) leunt Westerse muziek sterk op het toepassen van Westerse muziek theorie. Deze theorie categoriseert klanken in noten en verteld welke noten het beste met elkaar gebruikt kunnen worden. Ook is muziektheorie een manier om uit te vinden welke noten tegelijk met elkaar gespeeld kunnen worden om akkoorden te creëren. Westerse muziektheorie kent twaalf verschillende noten. Elk geluid wat via een instrument geproduceerd wordt valt te plaatsen in één van deze twaalf noten. Het is belangrijk om te weten dat niet elk instrument elke noot kan spelen. Blaasinstrumenten produceren bijvoorbeeld maar een aantal van deze noten. Met een piano of gitaar is het echter wel mogelijk om elke noot te spelen. Tevens is het mogelijk deze noten op verschillende hoogtes te spelen. Hier zullen we later op in gaan. Het notenalfabet Alle noten bij elkaar noemen we het notenalfabet. Op afbeelding 1 is het notenalfabet te zien en welke noot op welke toets van een piano zit. Deze noten zitten altijd op dezelfde plek ongeacht wat voor toetseninstrument je gebruikt. De noten lopen lineair van laag naar hoog. De noten verlopen lineair gezien altijd een halve noot. Figuur 1. Sharp and flat note names: Uit “basicmusictheory”, z.d. Een belangrijk kenmerk waar het notenalfabet in valt onder te verdelen zijn natuurlijke (hele) noten en halve noten. Op een piano zijn deze noten goed te 8 onderscheiden door de kleur van de toetsen. De witte toetsen zijn altijd natuurlijke noten en de zwarte toetsen zijn altijd halve noten. Zoals te zien is op bovenstaande afbeelding wordt er gebruik gemaakt van # en b. We kunnen de noten dan ook onderverdelen in drie categorieën. De natuurlijke noot Een noot die geen # of b achter zich heeft staan noemen we een natuurlijke noot. (A, B, C, D, E, F, G zijn natuurlijke noten) Een scherpe noot Een noot die een # achter zich heeft staan noemen we een scherpe noot. De # spreken we uit als ies of scherp. Dit teken houdt in dat het een halve noot hoger is dan de aangegeven natuurlijke noot. Een A# is dus een noot, die een halve noot hoger klinkt dan de natuurlijke A. Een platte noot Een noot die een b achter zich heeft staan noemen we een platte noot. De b spreken we uit als es of plat. Dit teken geeft aan dat de noot een halve noot lager is dan de aangegeven natuurlijke noot. Een Eb is een noot die een halve noot lager klinkt dan de natuurlijke E. Het is belangrijk om te realiseren dat dezelfde noot dus verschillende notities kan hebben. Een F# is dezelfde noot als een Gb. De reden waarom er de ene keer een F# geschreven wordt en de andere keer een Gb heeft te maken met de noten die ervoor gespeeld zijn. Als je van een noot naar een hogere halve noot gaat gebruiken we de #. Als je van een noot naar een lagere halve noot gaat gebruiken we de b. Omdat we hier vooral de basis willen leren kennen is het handig om dit te weten, maar maken we ter vergemakkelijking voornamelijk gebruik van het # teken. 9 Belangrijk: In het muziekalfabet is een B anders dan een b. De B staat voor de noot zelf. Als er achter een noot een b staat betekend dit dat het een halve noot lager is dan de aangegeven noot. Ter illustratie, een D staat voor de D noot. Als een Db wordt aangegeven hebben we het over een halve noot lager dan de D noot. Zoals op afbeelding 1 al te zien was heeft niet elke noot een # variant. De natuurlijke B gaat meteen naar de natuurlijke C. Hetzelfde geld voor de E naar de F. Het is belangrijk om te weten dat ondanks het gemis van een # variant de stap van B naar C nog steeds een stap is van een halve noot. Toonladders Een muziekproductie bestaat over het algemeen uit een combinatie van verschillende noten. Voor iedereen die wel eens voor de lol wat noten achter elkaar heeft ingedrukt op een piano zal het zijn opgevallen dat het vaak niet klinkt zoals de nummers die zij zelf van gehoor kennen. Of bepaalde noten achter elkaar gespeeld “goed” klinken ligt dan ook aan de context waarin deze gespeeld worden. Noten reageren op elkaar zou je kunnen zeggen en werken samen of wanneer verkeerd toegepast, werken elkaar tegen. Als de noten elkaar tegen spelen noemen we dit vals spelen. Als we spreken van een context dan houdt dit in welke noten er reeds zijn gespeeld. Wanneer de noten die gespeeld worden rekening houden met de context waarin zij gespeeld worden zullen deze niet vals klinken. Een reeks noten na elkaar spelen van laag naar hoog (of van hoog naar laag) noemen we een toonladder. Vanwege de vele combinatiemogelijkheden van noten zijn er een boel toonladders. Twee hiervan zijn echter cruciaal om te begrijpen en te kunnen spelen ter basislegging van Westerse muziek productie. 10 Beide toonladders bestaan uit zeven noten. Waar voor de basis kennis de eerste, derde en vijfde noot het belangrijkste zijn. Alle toonladders kunnen op elke noot beginnen. Als er voor gekozen wordt om de C noot als eerste te gebruiken spreken we van een C toonladder. De C is in dit geval de root note. Kies je ervoor om een D# toonladder te gebruiken dan is de root note een D#. Welke noten volgen na de root note bepalen welke toonladder het is. Majeur toonladder. De majeur toonladder wordt in Westerse muziek over het algemeen gebruikt voor vrolijke nummers. Zoals eerder vermeld bestaat deze toonladder uit zeven noten van de twaalf noten uit het notenalfabet. De volgorde van deze noten is altijd als volgt. De root note. Dit is de eerste noot die bepaald in welke noot de toonladder gespeeld wordt. In afbeelding 2 is dit de D noot. De tweede noot. Om bij deze noot te komen maak je een stap van een hele noot. In dit geval slaan we de zwarte noot aan de rechterkant van de D over en drukken de witte noot rechts van de zwarte noot in. In dit geval de E noot. De derde noot. Als je vanaf de tweede noot vervolgens weer een hele noot hoger gaat vind je de derde noot. In ons voorbeeld eindigen we op de zwarte toets die een F# is. De vierde noot. Deze noot zit een halve noot naast de derde noot. In ons voorbeeld is dat de witte toets naast de derde noot. De G noot. De vijfde noot. Deze is weer een hele noot verder dan de vierde noot. De witte toets met de A noot in ons geval. De zesde noot. Ook deze is een hele noot verder dan de vijfde noot. In het voorbeeld hebben we het dan over de B noot. De zevende noot. Is ook een hele noot verder dan de vorige noot. In ons geval is dat de zwarte toets C#. 11 Verder? De toetsen eindigen dan niet. De gehele toonladder speelt zich simpelweg weer hetzelfde af beginnend op een halve noot verder dan de zevende noot. En dan zitten we in ons voorbeeld weer op een D noot. Alleen een octaaf hoger dan waar we begonnen. Toonladder stappen. Om een toonladder af te leggen moeten er meerdere toetsen achter elkaar gespeeld worden. Welke dit zijn verschilt per toonladder. Om een stap te maken van één noot hoger op een piano betekend dit dat je de toets ernaast (Zwart of wit) moet overslaan en de toets die daarnaast staat moet indrukken. Om een stap te maken van een halve noot hoger druk je simpelweg de eerste noot (Zwart of wit) in naast de vorige noot. Mineur toonladder De mineur toonladder associëren we in hedendaagse Westerse muziek vaak met verdrietige muziek. Het is goed om te weten dat deze associatie cultureel aangelegd is. In klassieke muziek en andere culturen wordt de mineur toonladder vaak genoeg gebruikt voor nummers die niet verdrietig zijn. De mineur toonladder valt in meerdere varianten te spelen. De meest gebruikte is echter de harmonische mineur toonladder. Net als bij de majeur toonladder bestaat deze uit zeven noten. Het verschil zit hem in twee andere stappen. De root note. Dit is de eerste noot die bepaald in welke noot de toonladder gespeeld wordt. In afbeelding 3 is dit de D noot. De tweede noot. Om bij de tweede noot te komen maak je een stap van een hele noot net zoals bij de majeur toonladder. We eindigen dan ook weer op de E noot. 12 De derde noot. Deze noot zorgt voor het karakter van de mineur toonladder. Deze noot zit een halve noot naast de tweede noot. In ons voorbeeld wordt dit de F noot. De vierde noot. Vanaf de derde noot ga je een hele noot verder om hier te komen. De G noot. De vijfde noot. Deze noot zit een hele noot naast de vierde noot. In het voorbeeld is dit de zwarte toets A. De zesde noot. Deze noot is weer een halve noot verder dan de vorige noot. Oftewel de zwarte toets A#. De zevende noot. Deze noot maakt de grootste stap. Een anderhalve noot verder dan de vorige noot. Dit is dan de C#. Verder? Om, net zoals bij de majeurtoonladder kan de toonladder overnieuw gedaan worden met hogere noten. Je maakt een halve stap verder en eindigt dan op de D noot. De stappen die we in beide toonladders gemaakt hebben zijn dezelfde stappen die je maakt in elke toonsoort. Als je in plaats van de root note D er voor kiest om de C als root note te gebruiken, maak je exact dezelfde toonladder stappen alleen vanaf een ander beginpunt. 13 Wanneer is een nummer verdrietig? In Westerse muziek wordt de mineurtoonladder geassocieerd met verdrietige muziek. Het is belangrijk om te weten dat deze associatie cultureel bepaald wordt. Het klopt dat Westerse nummers die als verdrietig worden ervaren gebruik maken van een mineurtoonladder. Echter is het niet zo dat elk nummer die gebruik maakt van een mineurtoonladder ook als verdrietig bestempeld kan worden. Volgens muziekwetenschapper Aline Honingh is het zo dat er vijf aspecten in een nummer zijn die wereldwijd bepalen of een nummer als verdrietig ervaren wordt. Deze vijf zijn als volgt: Gebruik van lage tonen. Een langzame melodie. Geluidsniveau vaak zachter. Een donkere klankkleur. (Het kenmerk van een klank dat ontstaat door de boventoon) Een mineurtoonladder. Akkoorden Akkoorden zijn een combinatie van verschillende noten die tegelijkertijd gespeeld worden. De meest gebruikte akkoorden zijn majeur en mineur akkoorden. Deze akkoorden bestaan beide uit drie noten. Net als bij de toonladders kun je voor elke noot een majeur en een mineur akkoord spelen. Een C majeur maakt dus gebruik van de C noot. De andere twee noten die gespeeld moeten worden zijn de derde en de vijfde noot van de, in dit geval, C majeurtoonladder. De derde en vijfde noot zijn in dit geval de E en de G. Een mineurakkoord werkt precies hetzelfde, behalve dat we in dit geval niet de majeurtoonladder gebruiken maar de mineurtoonladder. In het geval van een C mineurakkoord moeten dan de noten C, D# en G bespeeld worden. Akkoordenprogressie Als je verschillende akkoorden achter elkaar speelt, speel je een akkoordenprogressie. Echter is het zo dat, net zoals verschillende noten achter elkaar spelen, niet elk akkoord bij elkaar past. De makkelijkste manier om er achter te komen welke akkoorden goed bij elkaar passen is door gebruik te maken van de majeurtoonladder. Als je een akkoordenprogressie wil maken vanuit het C majeurakkoord kun je gebruik maken van zes andere akkoorden. Deze zes akkoorden zijn dezelfde als de noten die 14 we tegen komen in de C majeurtoonladder. Namelijk de D, E, F, G, A en B. Of je een majeur of mineur akkoord moet spelen per noot ligt eraan wanneer zij in het rijtje voorkomen. C majeurprogressie De eerste noot in de C majeurtoonladder is de C. Het eerste akkoord is een majeur en in dit geval dus een C majeur. De tweede is een D. De tweede is altijd een mineurakkoord. De derde is een E en ook een mineurakkoord. De vierde is de F en in dit geval een majeurakkoord. De vijfde noot is de G en ook een majeurakkoord. De zesde noot de A is het laatste mineurakkoord. De zevende noot is een apart geval en noemen we een diminished (verminderd) akkoord. Deze wordt bijna nooit gebruikt door amateurs en komt ook niet vaak voor in Westerse popmuziek. In het geval van de C majeurprogressie wordt dit een B diminished akkoord. Mocht je ervoor kiezen om een D majeurprogressie te spelen begin je dus met kijken welke noten in de D majeurtoonladder voorkomen. Vervolgens bepaalt de volgorde van de noten of het een majeur of mineur akkoord is. In een nummer worden lang niet alle akkoorden gebruikt. Je kunt er zelf voor kiezen welke akkoorden je in welke volgorde speelt. Het klinkt vaak wel harmonischer om de akkoordenprogressie te herhalen en deze te beginnen op het eerste akkoord. Dus bijvoorbeeld: C majeur, E mineur, G majeur, C majeur. Software 15 Om muziek op te kunnen nemen heb je minimaal een digital audio workstation (DAW) nodig. Met een DAW is het mogelijk om geluiden op te nemen, aan te passen, kopiëren en alles wat nodig is om een nummer te produceren. Er zijn vele DAW’s te vinden op het internet. Soms zitten zij al op je computer, sommige zijn gratis te downloaden en voor andere moet een bedrag neergelegd worden. Een aantal voorbeelden van DAW’s die aangeraden worden door musicrader (2013) zijn bijvoorbeeld Reaper, Garageband, Ableton en Fruity Loops. Naast een DAW is het ook handig (maar niet noodzakelijk) om één of meerdere virtual synthesizers (VST) te gebruiken. Met deze software kun je het toetsenbord gebruiken als een synthesizer. De mogelijkheden met synthesizers zijn eindeloos. Als laatste is het handig om een virtuele drumcomputer te gebruiken. De DAW en VST’s kunnen dit soms ook zelf, maar nooit zo krachtig en uitgebreid als een drumcomputer. Hiermee kun je de drum bepalen en instellen. Hardware Naast een computer of laptop en speakers is het volgens Matsc.net (z.d.) voor de beginnende muziek producent goed om een audio interface te hebben. Een audio interface is een apparaat die direct aan de computer aangesloten kan worden. Vervolgens kunnen elektronische instrumenten of microfoons hierop aangesloten worden. De audio interface zorgt er dan voor dat de geluiden die je wil opnemen zonder ruis worden opgenomen. Deze is echter niet nodig mocht alle muziek uitsluitend op de computer worden geproduceerd. Als laatste zou er ook een MIDI-keyboard aangeschaft kunnen worden. Op deze manier wordt het een stuk makkelijker om de VST’s te bespelen. Er kan echter voor gekozen worden om de VST via het toetsenbord van de computer te besturen. Instrumenten 16 Er zijn ontzettend veel soorten instrumenten. Toch kunnen deze over het algemeen in Westerse muziek gecategoriseerd worden in drie categorieën. De snaar instrumenten zijn alle instrumenten die gebruik maken van snaren om een klank te produceren. De meest bekende is de gitaar. Maar ook een viool en een basgitaar vallen hieronder. Met snaarinstrumenten is het mogelijk om zowel de bas, als de melodie afzonderlijke stukken tegelijkertijd te spelen. Slaginstrumenten zijn alle instrumenten die een geluid produceren doormiddel van een slag. Het meest bekende is een drumstel. Maar een triangel is bijvoorbeeld ook een slaginstrument. Vaak wordt met een slaginstrument het ritme aangegeven. Blaasinstrumenten zijn alle instrumenten die geluid produceren doormiddel van blazen. De trompet, tuba en klarinet vallen hieronder. De piano is zowel een slaginstrument als een snaarinstrument. De slag wordt veroorzaakt door het indrukken van de toetsen. Deze toetsen laten kleine hamertjes slaan die met de trillingen vervolgens de snaren het geluid laten produceren. Muziekgeschiedenis Het is belangrijk om te realiseren dat de muziek waar wij vandaag naar luisteren in de basis hetzelfde werkt als de muziek van honderden jaren geleden. De oude Grieken gebruikte volgens Robert Walker al zeven noten van de Westerse theorie. Volgens Elaine Thornburgh (z.d.) begon de muziek theorie tijdens de Barok tijd steeds meer de vorm te krijgen zoals de theorie die wij vandaag kennen. Tijdens de middeleeuwen en de renaissance werd muziek vooral gebruikt om het woord van God te verkondigen. Dit werd echter vooral gezongen omdat instrumentale muziek alleen maar zou afleiden van het woord van God. Tijdens de Barok tijd kreeg commercie een steeds belangrijkere plaats in onze maatschappij. Hierdoor konden componisten zoals Vivaldi en Bach worden ingehuurd door de aristocratie ter entertainment. 17 Een belangrijke tijd voor de muziek was de klassieke tijd. Het was een tijd van openbaring en dit zag je ook terugkomen in de muziek. Componisten zoals Mozart en Beethoven konden veel vrijer componeren dan dat hiervoor het geval was. Complexe en flexibele ritmes en melodieën waren het gevolg. Ook werd het nu mogelijk voor het gewone volk om opvoeringen bij te wonen. In de romantiek werd muziek ook steeds meer een medium om je individueel te uiten. Er kwam ruimte voor eigen expressie en er was meer ruimte om te experimenteren met contrasten. De moderne muziek volgde in 1900 en de hoofdgenres waren jazz, blues en de volksmuziek. Jazz werd gebruikt om vrij te spelen. Buiten de regels en normen. De volksmuziek vertelde verhalen over roem, oorlog, verdriet en alle emoties die wij in de hedendaagse muziek ook tegenkomen. Blues ontstond uit het verdriet van de slaven uit Afrika. Een boel van de grote stromingen zoals wij die vandaag kennen, rock & roll, R&B, hiphop stammen af van de blues. Vanaf de jaren vijftig gaat het steeds sneller doordat de wereld steeds kleiner wordt en technologie met sprongen vooruit gaat. De maatschappij verandert en de muziek verandert mee. De jeugd wou meer seksuele vrijheid en daar paste Elvis Presley perfect bij. Ook werd het mogelijk dankzij de technologie om je eigen muziek op te nemen en deze rond te verspreiden. Dit zorgde ervoor dat de gevestigde orde geen laatste zeggenschap had over wat goede muziek was en wat niet. Tegenwoordig hebben we heel veel genres muziek die elk weer onder te verdelen zijn in dertigtal andere genres. De belangrijkste om te onderscheiden zijn echter dance/electronisch, rock, hiphop en popmuziek. Popmuziek: Popmuziek maakt het meest gebruik van de theorie die we eerder besproken hadden. De meest gebruikte akkoordenprogressie is 1 – 4 – 5 – 1. Dance/electronisch: Bij veel electronische muziek is de bass een harde dreun op elke tel van de maat. De melodie schiet hier vaak doorheen. 18 Hiphop: Deze muziek maakt meer gebruik van het ritme dan van instrumentale melodie. De melodie wordt vaak bespeeld door de rap. Rock: Rock maakt ook veel gebruik van de muziektheorie met één extra noot genaamd de blue note. Deze noot geeft het jankende geluid die blues en rocksolo’s zo herkenbaar maken. Dit is de noot tussen de 4de en 5de noot in. Functie Naast de basiskennis over hoe de specifieke software te gebruiken is het volgens Marco Deijman (persoonlijke communicatie, 11 december, 2014) nodig om te weten wat de functie van muziek is. Uit onderzoek is gebleken dat muziek onderverdeelt kan worden in zes verschillende categorieën. Elke categorie is een andere functie die een nummer kan hebben. Deze functies zijn troostend, vriendschap, plezier, kennis, liefde en ritueel. Het is belangrijk om te realiseren dat een nummer meerdere functies kan hebben. Troostend. Dit zijn nummers die troost bieden aan de luisteraar. Vriendschap. Nummers die over een groep cohesie gaan. Dit kan zowel als nummers over schoolvriendschappen zijn als nummers over soldaten die samen ten strijde trekken. Plezier. Dit zijn de nummers die gemaakt zijn om op te feesten en te dansen. Kennis. Nummers die kennis over proberen te brengen. Dit kunnen dan nummers zijn van Sesamstraat waarin zij doormiddel van muziek, kinderen het alfabet leren of een nummer van “Rage against the machine” waarin zij hun visie op het kapitalistische systeem van het Westen vertellen. Liefde. Liefdes nummers gaan over liefde, verboden liefde, verlies van liefde en alles wat met liefde te maken heeft. 19 Ritueel. Rituele muziek komt het meest voor in geloof. Kerkliederen of boeddhistische meditatieve zang vallen hier allemaal onder. Zelf verder De aangereikte muziektheorie in dit verslag is maar een fractie van de muziektheorie die er te vinden is. Er zijn vele talloze toonladders en akkoorden. Deze zijn allemaal te vinden op het internet of een muziekleraar. Wat ook zeer aangeraden wordt door Marco Deijman (persoonlijke communicatie, 11 december, 2014) is het analytisch luisteren naar muziek die je zelf zou willen produceren. Met analytisch luisteren is het de bedoeling dat je elk instrument los van elkaar probeert te beluisteren. Probeer er achter te komen welke grondnoot gebruikt wordt. Van hieruit kun je oefenen om de melodie na te spelen. Naast dat dit ervoor zorgt dat je steeds beter wordt in het herkennen van noten en toonladders, kun je deze verworven kennis ook gebruiken op je eigen manier in je eigen nummers. 20 Conclusie De kennis van apparatuur, muziektheorie en de functie is een belangrijke stap om zelf je eigen muziek te produceren. Het belangrijkste hierna is om veel te oefenen, luisteren en te onderzoeken. Welke DAW, VST en drumcomputer het beste bij iemand past kan alleen diegene zelf uitvinden door verschillende uit te proberen. Om gestructureerd een eigen nummer te produceren is het eerst belangrijk om te weten waarvoor je nummer bedoeld is. Je kunt het nummer van te voren al plaatsen in één van de functies. Als de functie bepaald is, kun je uitzoeken welke emotie je wil overbrengen. Deze emotie kan bereikt worden door het juiste gebruik van de klankkleur, snelheid, toonhoogtes, toonladders en het geluidsniveau. Door de kennis van welk instrument het beste invulling kan geven aan het ritme en de melodie kan er bepaald worden hoe de emotie vertaald wordt. Van hieruit is het mogelijk voor een CMD’er met talent voor muziek om zijn eigen muziek te produceren. 21 Discussie Ik had graag nog meer uitleg gegeven over de werking van DAW’s en VST’s. Wat de beste instellingen zijn en hoe bepaalde DAW’s gecombineerd kunnen worden om er het beste uit te halen. Daarnaast had ik nog graag meer duidelijkheid willen geven over waarom akkoorden mineur of majeur zijn. Ook had ik dieper in willen gaan op waarom het akkoord mineur of majeur is in de volgorde van de akkoordenprogressie. Ook had ik graag nog meer verteld over het gebruik van effecten en het af mixen van je productie. 22 Referenties Digitale lijst Cleasson, M. (2012). Project studie. Geraadpleegd op 20 december, van http://www.matsc.net/project_studio.html Hasebos, H. (z.d.). Wat is ritme in muziek. Geraadpleegd op 24 december, van http://www.allesmuziek.nl/wat-is-ritme-in-muziek/ Kolk, A. (2012). Wat is muziek. Geraadpleegd op 12 december, van http://arjenvankol.com/artikel-wat-is-muziek.php Music is my boss. (2014). Klankkleur. Geraadpleegd op 23 december, van http://www.musicismyboss.com/content/8-klankkleur Musicrader Team. (2014). The 19 best daw software apps in the world today. Geraadpleegd op 18 december, van http://www.musicradar.com/tuition/tech/the-19-best-daw-software-apps-inthe-world-today-238905/20 VRT. (2003). Klank en geluid. Geraadpleegd op 23 december, van http://www.vrt.be/taal/klank-en-geluid Literatuurlijst Nelleke, B. (1981). Eenvoudige Algemene Muziekleer. Hillegom: Edition Heuwekemeijer Afbeelding Sharp and flat note names: Uit “basicmusictheory”, z.d. van https://www.basicmusictheory.com/b-sharp-note 23