IP/09/952 Brussel, 18 juni 2009 Als yoghurtpotjes beginnen te praten: Europa bereidt zich voor op de internetrevolutie Het internet maakt een snelle ontwikkeling door: 25 jaar geleden was er slechts een duizendtal gebruikers, terwijl nu wereldwijd ongeveer 1,5 miljard mensen op het internet zijn aangesloten. De gemiddelde Europeaan heeft tegenwoordig ten minste één voorwerp dat het met het internet is verbonden, of het nu een computer of een mobiele telefoon is. In de loop van de komende 5 tot 15 jaar zal het aantal aangesloten apparaten, die nauwelijks zichtbaar, complexer en mobieler zijn, verhonderd- of verduizendvoudigen. De Europese Commissie heeft vandaag acties aangekondigd om ervoor te zorgen dat Europa een leidende rol kan spelen bij de ontwikkeling van deze nieuwe netwerken van onderling gekoppelde objecten, van boeken tot auto's en van elektrische apparatuur tot levensmiddelen – kortom het ontstaan van het "internet van de dingen". Het vandaag gepresenteerde actieplan van de EU zal de Europeanen helpen te profiteren van deze ontwikkeling en tegelijkertijd de daarmee samenhangende uitdagingen aan te gaan zoals privacy, veiligheid en bescherming van persoonsgegevens. "Elke dag zien we nieuwe voorbeelden van toepassingen die objecten met het internet en met elkaar verbinden, van auto's die communiceren met verkeerslichten om congestie tegen te gaan tot huishoudelijke apparatuur die aangesloten is op slimme stroomnetwerken en meetsystemen die de consument bewust maken van zijn elektriciteitsverbruik, en geconnecteerde voetpaden die personen met een visuele handicap geleiden", aldus Viviane Reding, EU-commissaris voor Informatietechnologie en media. "Het potentieel van deze nieuwe ontwikkeling van het internet is even onbeperkt als het aantal objecten uit ons dagelijks leven. We moeten er echter voor zorgen dat de Europeanen, als burgers, ondernemers en consumenten, de technologie beheersen veeleer dan dat de technologie hen beheerst." Het internet van vandaag verbindt wereldwijd ongeveer 1,5 miljard gebruikers via computers en mobiele apparaten (waarvan ongeveer 30 miljoen in de EU). Een belangrijke ontwikkeling in de komende jaren zal erin bestaan geleidelijk aan niet alleen computers, maar ook machines en een reeks fysieke objecten aan te sluiten en zo het "internet van de dingen" te creëren. Hierbij kan het gaan om eenvoudige alledaagse objecten zoals yoghurtpotjes die de temperatuur registreren in de hele aanvoerketen, of om twee voorgeschreven medicijnen die patiënten waarschuwen voor mogelijke incompatibiliteit. Het kan ook om meer gesofistikeerde objecten gaan, zoals systemen voor gezondheidscontrole of recycling die kunnen helpen om maatschappelijke problemen aan te pakken zoals de vergrijzing van de bevolking en klimaatverandering. Aangezien iedereen dagelijks door duizenden objecten wordt omringd, zal deze interconnectie van fysieke objecten de ingrijpende gevolgen van de moderne communicatie voor onze maatschappij nog versterken. De 14 acties die de Commissie vandaag heeft gepresenteerd om de ontwikkeling van dit "internet van de dingen" in de EU te bevorderen (zie bijlage), hebben onder andere betrekking op standaardisering van de technologieën in Europa en een betere financiering van het onderzoek, alsook op maatregelen ter bescherming van privacy, gegevens en veiligheid naarmate de nieuwe technologie vorm krijgt. De Commissie heeft vorige maand al gewezen op het belang van de bescherming van persoonsgegevens bij de ontwikkeling van nieuwe technologieën zoals "smart tags" (radiofrequentie-identificatie - RFID) en aanbevelingen uitgebracht over hoe deze het best kan worden bereikt (IP/09/740, IP/09/571). De Commissie stelt ook alles in het werk om ervoor te zorgen dat er voldoende internetadressen zijn (die net zoals voor websites nodig zijn om elk voorwerp op het internet aan te sluiten) zodat deze nieuwe golf van gekoppelde objecten zich kan ontwikkelen. Hierbij dient gebruik te worden gemaakt van de recentste bron van internetadressen (Ipv6) en moeten de voorwaarden worden gecreëerd voor een brede verspreiding ervan zodat objecten zoals huishoudelijke apparaten hun eigen internetprotocoladressen hebben om met andere apparaten te kunnen worden verbonden (IP/08/803). Achtergrond: In 2006 heeft de Europese Commissie een openbare raadpleging gehouden (IP/06/289) over de ontwikkeling en het gebruik van intelligente chips (RFIDtechnologie). Op basis hiervan heeft zij in maart 2007 een mededeling aangenomen (IP/07/332) waarin erop wordt gewezen dat RFID slechts het topje van de ijsberg is en dat de ontwikkeling van "het internet van de dingen" veel omvattender is. Het actieplan van vandaag gaat een stap verder en stelt veertien acties voor om het volledige potentieel van deze nieuwe ontwikkeling te benutten. Samen met alle betrokken partijen zal de Commissie het plan nu ten uitvoer leggen en over drie jaar in een latere mededeling verslag doen van de desbetreffende activiteiten. De Europese Commissie heeft vandaag ook een strategische mededeling over de toekomst van internetgovernance aangenomen. (zie IP/09/951). Het actieplan voor het "internet van de dingen" is te vinden op onderstaand adres: http://ec.europa.eu/information_society/policy/rfid/index_en.htm 2 Annex Internet of Things: A 14-point Action Plan 1. Governance. The Commission will work on the definition of a set of principles underlying the governance of the Internet of Things and the design of an architecture endowed with a sufficient level of decentralised management. 2. Privacy and data protection. The Commission will observe carefully the application of data protection legislation to the Internet of Things. 3. The right to the "silence of the chips". The Commission will launch a debate about whether individuals should be able to disconnect from their networked environment at any moment. Citizens should be able to read basic RFID (Radio Frequency Identification Devices) tags – and destroy them too – to preserve their privacy. Such rights are likely to become more important as RFID and other wireless technologies become small enough to be invisible. 4. Emerging risks. The Commission will take effective action to enable the Internet of Things to meet challenges related to trust, acceptance and security. 5. Vital resource. In connection with its activities on the protection of critical information infrastructures, the Commission will closely follow the development of the Internet of Things into a vital resource for Europe. 6. Standardisation. The Commission will, if necessary, launch additional standardisation mandates related to the Internet of Things. 7. Research. The Commission will continue to finance collaborative research projects in the area of the Internet of Things through the 7th Framework Programme. 8. Public Private Partnership. The Commission will integrate, as adequate, the Internet of Things in the four research and development public-private partnerships that are being prepared. 9. Innovation. The Commission will launch pilot projects to promote the readiness of EU organisations to effectively deploy marketable, interoperable, secure and privacy-aware Internet of Things applications. 10. Institutional awareness. The Commission will regularly inform the European Parliament and the Council about Internet of Things developments. 11. International dialogue. The Commission will intensify the dialogue on the Internet of Things with its international partners to share information and good practices and agree on relevant joint actions. 12. Environment. The Commission will assess the difficulties of recycling RFID tags as well as the benefits that the presence of these tags can have on the recycling of objects. 13. Statistics. Eurostat will start publishing statistics on the use of RFID technologies in December 2009 14. Evolution. The Commission will gather a representative set of European stakeholders to monitor the evolution of the Internet of Things. 3