Actuele opdracht leesvaardigheid – Netwerk voor `dingen` november

advertisement
Actuele opdracht leesvaardigheid – Netwerk voor 'dingen'
november 2015
2 vg
Ben jij vaak online? En je fiets, is die vaak online? Wat dacht je van je hond, gaat hij
online? Zou het niet handig zijn als dingen en dieren even een berichtje konden
sturen om te vertellen waar ze zijn? The Things Network maakt het mogelijk. Wat kun
jij nog meer bedenken voor The Internet of Things? Aan het eind van deze les ga je
dit onderzoeken.
Opdracht 1
Bekijk minuut 01.12 - 04.45 van het videofragment.
a. Had je al wel eens gehoord van The Internet of Things?
b. Kun jij een toepassing bedenken voor The Things Network?
Tekst
The Things Network
‘Dit zou wel eens heel groot kunnen worden’
I
Wienke Giezeman had zich voor juli 2015 nog nooit verdiept in The Internet of
Things. Zes weken later was er een eigen volledig dekkend netwerk, The Things
Network, in Amsterdam. En daar bleef het niet bij. Het initiatief schoot binnen de
kortste keren wortel in steden als São Paulo, Sydney en Boston.
II
5
Giezeman wist zelf niet wat hem overkwam. Na de publiciteit over The Things
Network kreeg hij reacties uit de hele wereld. Van Costa Rica tot het Witte Huis. ‘Ik
heb niet het idee dat ik iets heb bedacht wat anderen ook niet hadden kunnen
bedenken, maar het begon ermee dat ik zelf geen mogelijkheden zag om het te
financieren.’
III
10
Goedkoop alternatief
Onlinecommunicatie is niet meer voorbehouden aan mensen. Ook dingen kunnen
met elkaar communiceren, in en om het huis via de wifiverbinding. Maar
buitenshuis? Een halsband voor honden of katten met gps-plaatsbepaling zou
bijvoorbeeld best handig kunnen zijn. Zo zou je eenvoudig weggelopen dieren
kunnen opsporen. Maar op dit moment zou daarvoor in de halsband een simkaart
met een data-abonnement moeten zitten. Dat maakt zo’n product voor veel baasjes
te duur.
15
IV
20
V
25
Het gebruik van The Things Network is gratis, er is geen abonnement nodig zoals
bij mobiel internet. De internetsnelheid is wel zeer beperkt, tot maximaal 50 kbit/s.
Maar dat is snel genoeg voor bijvoorbeeld sensoren en andere kleine apparaatjes.
‘De meeste dingen die een internetverbinding nodig hebben, hebben genoeg aan
tien kilobit.’ Dingen kijken immers geen video.
De mogelijkheden zijn eindeloos. ‘Ik word nu dagelijks gemaild: kan ik er dit niet
mee doen? En dan ben ik verbaasd over wat voor toepassingen mensen allemaal
bedenken.’ Giezeman noemt bijvoorbeeld boten in Amsterdamse grachten die
waarschuwen dat ze onder water staan, zonnepanelen die het energieverbruik
Talent – Actuele opdracht leesvaardigheid – Netwerk voor 'dingen' – 2VG
meten, kantoorgebouwen die aangeven of het klimaat gezond is. ‘Denk ook aan
verhuurde apparaten die altijd te traceren zijn of een gestolen fiets die je kunt
opsporen.’
VI
30
35
Golf van enthousiasme
‘Mijn streven is om The Things Network groot te maken. Het netwerk moet voor
iedereen toegankelijk en gratis blijven’, zegt Giezeman. ‘Het is natuurlijk leuk om
met een golf van enthousiasme te worden meegesleept, maar we moeten wel
zorgen dat het ook echt gaat werken, want je hebt weinig aan een netwerk in een
stad of dorp waar maar een paar zenders staan’, legt Giezeman uit. Kortom, The
Things Network kan wel eens heel groot worden en juist dan werkt het.
Bronnen: naar Jan Libbenga, Emerce magazine, Tonie van Ringelestijn, Bright.nl,
Herbert Blankesteijn, NRCQ
Opdracht 2
Beantwoord de vragen over inleiding, slot en tekstverband.
a. Welke drie functies heeft deze inleiding? Kies uit:
A Aandacht trekken.
B Het onderwerp benoemen.
C De aanleiding noemen.
D De centrale vraag stellen.
E De mening van de schrijver geven.
F Een samenvatting van de inhoud geven.
b. Noteer het signaalwoord uit de laatste zin en het tekstverband dat het aangeeft.
Opdracht 3
Beantwoord vragen over de inhoud van de tekst.
a. Van welk type interviewverslag is de tekst een voorbeeld?
b. Denk je dat de heer Giezeman veel verdient met zijn initiatief?
c. Leg uit waarom The Things Network juist werkt als het heel groot wordt.
Opdracht 4
Kies een van de volgende creatieve opdrachten. Opdracht a maak je met een
groepje, opdracht b individueel.
a. Maak een interviewverslag over The Internet of Things voor de schoolkrant. Volg
deze stappen:
1 Houd een brainstormsessie. Inventariseer wat jouw school kan met The
Internet of Things: welke apparaten of dingen kun je direct met elkaar
verbinden zodat ze zichzelf aan het werk zetten, zonder tussenkomst van een
mens. In deze fase mag je alleen ideeën bedenken, niet beoordelen. Schrijf
alle ideeën dus op zonder te kijken naar uitvoerbaarheid. Bekijk voor inspiratie
deze voorbeelden: toepassingen The Internet of Things.
2 Breng structuur aan in de ideeën. Groepeer ze bijvoorbeeld naar locatie.
3 Beoordeel nu de ideeën op uitvoerbaarheid door er een plus, een min of een
vraagteken bij te zetten.
4 Maak samen een interviewverslag voor de schoolkrant. Stel vragen aan een
aantal docenten over de ideeën en maak er een samenvattend verslag van.
Schrijf een inleiding bij het verslag en verzin een pakkende titel.
b. Schrijf een voorstel voor een toepassing op school. Volg deze stappen:
1 Inventariseer wat jouw school kan met The Internet of Things: welke
apparaten of dingen kun je direct met elkaar verbinden, zodat ze zichzelf aan
het werk zetten, zonder tussenkomst van een mens? Loop in gedachten door
Talent – Actuele opdracht leesvaardigheid – Netwerk voor 'dingen' – 2VG
het schoolgebouw: bekijk het plein, het fietsenhok, de ingang, de kamer van
de conciërge, de kantine, de toiletten, de gymzaal, het laboratorium, de
lokalen, enz. Noteer al je ideeën.
2 Schrijf een voorstel voor invoering van het idee dat jou het meest aanspreekt.
Beschrijf eerst de situatie zoals die nu is en vervolgens hoe The Internet of
Things hier verbetering in aanbrengt. Houd een korte presentatie over je
voorstel voor de klas. Stop je voorstel in de ideeënbus of bied het aan aan
degene (directeur, docent) die hierover kan beslissen.
Talent – Actuele opdracht leesvaardigheid – Netwerk voor 'dingen' – 2VG
Download