vrg: trefwoord ISYF trefwrd onderverdeling omschrijving aant Css: 5 Informatiesystemen Hoofdstuk: 420 1 Basisbegrippen Informatieparadigma - blz 8 Het verband dat tussen informatiesystemen (=IS) en bedrijfsprocessen (=reëel systeem = RS). Geeft de relaties weer tussen reëel systeem (RS), informatiesysteem (IS) en de omgeving. En toont materie- en informatiestromen. EXTERNE informatiestromen > worden door de omgeving geproduceerd INTERNE informatiestromen > ontstaan binnen de organisatie zelf Bv Bier brouwen Pijl 1 > materiestroom > er is sprake van invoer naar het RS (bv grondstoffen: gerst e.d.) Pijl 2 > materiestroom > geeft de uitvoer van RS aan (bier) Pijl 3 > interne informatiestroom > info van RS naar IS (bv info over verloop brouwproces e.d., hoeveel grondstof en uitvoer) Pijl 4 > interne informatiestroom > info van IS naar RS (opdrachten geven, bv temperatuur met 2 graden verhogen) Pijl 5 > externe informatiestroom > info vanuit de omgeving naar het IS (bv info over grondstofprijzen ed) Pijl 6 > interne informatiestroom > info van IS naar omgeving, hiertoe behoren rapportages naar management of belastingdienst e.d.) 1.1 In de informatica zijn programmeerparadigma's denkpatronen of uitgesproken concepten van programmeren, die voornamelijk verschillen in de wijze van aanpak om het gewenste resultaat te kunnen behalen. Computer maakt deel uit van het informatiesysteem. 92 zondag 14 juni 2015 Pagina 1 van 29 vrg: trefwoord trefwrd onderverdeling 421 Geautomatiseerd informatiesysteem (IS) - blz 10 componenten - 1.2 omschrijving 2 soorten: handmatig en geautomatiseerd Geautomatiseerd informatiesysteem (IS) bevat de componenten: - hardware - software - gegevens > hier worden bewerkte en onbewerkte gegevens bedoeld. - mensen > 2 groepen: gebruikers en automatiseerders (werken aan het IS) - procedures voor het besturen van bedrijfsprocessen. In de figuur kunnen overal nog mensen en procedures toegevoegd worden. BV - invoer > data-typisten - verwerking > operators - uitvoer > managers die info intrepeteren - hardware > technische specialisten - software > programmeurs PROCEDURES > zijn overal waar men afspraken maakt over de werkwijze die men wil hanteren. 93 422 Software - blz 12 Systeemsoftware - 1.2 zondag 14 juni 2015 Richt zich op de werking vh systeem. Maakt het mogelijk dat een computer toepassingen (applicaties) kan uitvoeren. Worden vooral gebruikt door systeembeheerders. Er zijn 3 categoriën: 1. SYSTEEMONDERSTEUNING > aanvullende prg's vaak afkomstig ve andere leverancier dan het OS, bv een virusscanner en softwarematige firewall 2. PROGRAMMEERTALEN > worden ontwikkeld in broncode en die wordt vertaald naar machinataal. BV Java 3. SYSTEEMBEHEER > zorgen voor aansturing vd computer zoals: 3a. het besturingssysteem (OS) en ook 3b. middleware (= systeembeheersprogramma's voor beheer vh netwerk) 3c. En programma's voor het beheer van gegevens (DBMS) bv SQL od Oracle Pagina 2 van 29 vrg: 423 trefwoord trefwrd onderverdeling omschrijving Software - blz 12 Is een vd belangrijkste onderdelen vh IS. Een PROGRAMMA bestaat uit een verzameling instructies aan de computer, die in een bepaalde volgorde worden uitgevoerd. Programmatuur wordt onderverdeeld in: - SYSTEEMPROGRAMMATUUR (besturingssysteem (OS) is het belangrijkste) - APPLICATIEPROGRAMMATUUR cq toepassingsprogrammatuur 1.3 94 424 Software - blz 13 Applicatiesoftware - 1.3 Richt zich op het realiseren ve toepassing en wordt over het algemeen gebruikt door gebruikers. We maken onderscheid in: 1. STANDAARDSOFTWARE 1a. Horzontaal > deze pakketten zijn algemeen toepasbaar en kunnen bijna overal ingezet worden, bv spreadsheets, databasepaketten. 1b. Verticaal > Naast algemene standaard pakketten zijn er ook paketten die alleen binnen een bepaalde branche worden gebruikt. 2. MAATWERK > In specifieke gevallen kiezen organisaties ervoor om een programma op maat te laten maken door een softwarebureau. Suite > als verschillende pakketten worden samengevoegd tot een hele set programma's, bv Officepakket (vooral bij Horizontale standaardsoftware). Met standaardpakketten zoals Excel en Access kunnen ook weer maatwerk-applicaties gemaakt worden. 425 Eigenaar, Gebruiker, beheerder - blz 14 1.4 zondag 14 juni 2015 indeling als volgt: 1. EIGENAAR > bezit het eigendom en heeft de beslissingsbevoegdheid over het IS 2. GEBRUIKER > maakt gebruik vd functionaliteit vh IS en stellen hier eisen aan. 3. BEHEERDER > is verantwoordelijk voor: 3a. Exploitatie ( = beschikbaar stellen) 3b. Onderhoud (dwz ervoor zorgen dat het IS blijft voldoen aan de wijzigende wensen vd gebruikers) Pagina 3 van 29 vrg: trefwoord trefwrd onderverdeling 426 Eigenaar, Gebruiker, beheerder - beheerder - blz 14 soorten onderhoud (PAPAC) - 1.4 De volgende onderhoudsvormen worden onderscheiden: 1. PREVENTIEF > fouten voorkomen 2. ADAPTIEF > aanpassen aan ontwikkelingen vd omgeving, bv in geval van een BTW% wijziging 3. PERFECTIEF > verbeteren v prestaties en uitbreiden functionaliteit 4. ADDITIEF > gebruikerswensen doorvoeren 5. CORRECTIEF > herstellen van fouten 427 Integratie van informatiesaystemen - blz 15 Geïntrigreerde informatiesystemen - 1.5 omschrijving Overlap > IS vertonen steeds meer overlap, bv in de vorm ve een gemeenschappelijke database. Zie fig, 1.5 Geïntrigreerde informatiesystemen > als er overlappende informatiesystemen én overlappende gebruikersgroepen zijn. Zie fig. 1.6 Geïntrigreerde informatiesystemen voldoen aan de volgende voorwaarden: - overlappende informatiesystemen én - overlappende gebruikersgroepen én - gebruikersgroepen die van meerdere informatiesystemen gebruik maken 118 Hoofdstuk: 428 Gegevens en informatie - blz 34 interne en externe informatie - 2.1 2 Positionering Informatiesysteem interne informatie: informatie die in de organisatie zelf onstaat externe informatie: informatie die uit de omgeving ontstaat 429 Gegevens en informatie - blz 34 2.1.1 Informatie zijn bewerkte gegevens en de betekenis van informatie is afhankelijk vd ontvanger Het bewerken van gegevens is een onderdeel vd informatievoorziening. Gegevens ==> informatievoorziening ==> informatie of Informatie wordt ook omschreven als geinterpreteerde gegevens. Gegevens ==> communicatie ==> informatie door communicatie wordt duidelijk hoe de gegevens moeten worden opgevat of informatie kent veel verschijningsvormen zoals tekst, grafieken, tabellen ed, maar kan ook op diverse manieren worden opgeslagen. Gegevens zijn niets anders dan informatie, de vorm en bewaarplaats kan variëren, maar de informatie ligt in de gegevens opgeslagen. Op basis van informatie neemt bedrijf beslissingen. zondag 14 juni 2015 Pagina 4 van 29 vrg: trefwoord trefwrd onderverdeling 430 Beschrijvingsniveaus vd informatievoorziening - blz 35 informatievoorziening - 2.1.2 is een productieproces waarbij informatie wordt geproduceerd door informatie systemen. Dit gebeurd steeds meer geautomatiseerd. Beschikbare hulpmiddelen zijn computers, magneetpasjes en infrastructurele voorzieningen zoals netwerken. Het geheel van deze hulpmiddelen wordt IT = Informatie Technologie genoemd 431 Beschrijvingsniveaus vd informatievoorziening - blz 35 Informatietechnologie (IT) - 2.1.2 omschrijving maakt het technisch mogelijk dat een informatiesysteem dmv het proces INFORMATIEVERZORGING uit gegevens geproduceerde informatie verstrekt, in de juiste VORM, op de juiste PLAATS en op het juiste MOMENT. Dus: IT (informatietechnologie) zorgt ervoor dat: IS ==> proces informatievoorziening ==> informatie kan verstrekken Informatietechnologie is de techniek waardoor een informatiesysteem informatie kan produceren. Een netwerk kan worden getypeerd als Informatietechnologie. Organisatie > informatieverzorging > informatiesysteem 432 Beschrijvingsniveaus vd informatievoorziening - blz 35 Informatieverzorging - 2.1.2 is een proces dat als uitgangspunt wordt genomen om de geproduceerde informatie te laten beantwoorden aan de infromatiebehoefte vd organisatie. Deze samenhang is ook als volgt te omschrijven en deze noemt men het BESCHRIJVINGSNIVEAU: 1. WAAROM is het nodig? Er moet voldaan worden aan organisatie behoefte. 2. WAT voor onderdeel brengt het proces op gang? Het informatiesysteem brengt informatievoorziening op gang. 3. HOE wordt dit mogelijk gemaakt? Door toepassen v informatie technologie. De antwoorden op de drie vragen worden de Beschrijvingsniveaus vd informatieverzorging genoemd. 433 Business Process Redesign (BPR) - blz 36 bedrijfsproces - 2.1.3 is een verzameling activiteiten die input omzet in output waardoor waarde wordt gecreëerd voor de klant. 434 Business Process Redesign (BPR) - blz 36 of Business Process Re- is het opnieuw inrichten van bedrijfsprocessen waarbij ICT optimaal ingezet wordt. Is een totale engineering transformatie vd bedrijfsprocessen binnen een organisatie. Streeft 2 doelen na: 1. Efficiency > minder kosten 2. Effectiviteit > klant beter helpen, sneller en beter werken 2.1.3 Essentie van BPR is: - verbeteren vd klantgerichtheid - herinrichten van bedrijfsprocessen - optimaal gebruik maken van ICT - ondersteunen ve nieuwe manier v werken - hanteren v prestatiemaatstaven 435 Beslissen en besturen - blz 37 Beslissen - 2.2 zondag 14 juni 2015 is een keuzeproces. Beslissen of besluiten is het kiezen ve mogelijkheid uit een serie alternatieven met als doel om vanuit een bestaande situatie een nieuwe situatie te realiseren (van ongewenst naar gewenst). Pagina 5 van 29 vrg: trefwoord trefwrd onderverdeling 436 Beslissen, besluiten en besturen - blz 37 besturen - 2.2 omschrijving Besturen is: - gewenste richting doen volgen - beweging regelen - richting geven aan - leiding hebben van Hierbij wordt gebruikt gemaakt van het besturingsparadigma van Bemelmans. Hierin zijn de: I = Het BESTUREND ORGAAN > de mens en/of machines die sturen > de beslisser. II = INFORMATIESYSTEEM > is een systeem dat uit verzamelde gegevens informatie produceert, op grond waarvan het besturend orgaan de beslissingen neemt. III = BESTUREND SYSTEEM > is het systeem of proces dat bestuurd wordt. IV = OMGEVING > Alles dat zich buiten het besturen orgaan, informatiesysteem en besturend systeem bevindt. En Hierin zijn de volgende verbindingen te benoemen: a = STUURACTIES b = BESTUURLIJKE INFORMATIE c = INTERNE OMGEVING d = EXTERNE OMGEVING e = OUTPUT f = INPUT 98 437 Beslissen, besluiten en besturen - blz 37 besluitvormingsproces - 2.2. zondag 14 juni 2015 Indeling volgens Simon: 1. ProbleemVERKENNENDE fase - INTELLIGENCE (verkennen, onderzoeken, benoemen) 2. ProbleemFORMULERENDE fase - DESIGN (gevolgen, formuleren, concreet en controleerbaar noteren) 3. ProbleemOPLOSSENDE fase - CHOICE (oplossen, actie) Pagina 6 van 29 vrg: trefwoord trefwrd onderverdeling 438 Besluitvormingsniveaus - blz 40 Keuzeproces - 2.3 omschrijving Beslissen of besluiten is een keuzeproces, is het kiezen ve mogelijkheid uit een serie alternatieven met als doel om vanuit een bestaande situatie een nieuwe situatie te realiseren (van ongewenst naar gewenst). SOLL->IST Afwegingen die een rol spelen: - huidige situatie - nieuwe situatie - alternatieven - gevolgen van elk alternatief - mate van voorspelbaarheid vd gevolgen andere factoren die een rol spelen bij het keuzeproces: - niveau in de organisatiestructuur waarop de beslissing genomen wordt = managementsniveau (hiermee bedoelen we het niveau waarop de manager die moet beslissen zich bevindt). - aard vd beslissing (bv met een invloed op lange termijn) Voor het verband tussen niveau v beslissing en de benodigde informatie zie figuur 2.4 = BELANGRIJK!! 100 99 zondag 14 juni 2015 Pagina 7 van 29 vrg: trefwoord trefwrd onderverdeling 439 Besluitvormingsniveaus - blz 42 aggregratie en selectie - 2.3.1 omschrijving aggregatie > het ordenen van gedetailleerde informatie tot samengevatte informatie selectie > het halen van gedetailleerde informatie uit globale informatie 440 Besluitvormingsniveaus - blz 42 aard vd beslissing - 2.3.2 heeft te maken met de effecten vd beslissing. Bv naar tijdsduur: - lange termijn (bv meer dan 1 jaar) - middellange termijn ( bv van 1 maand tot 1 jaar) - korte termijn (bv korter dan 1 maand) Andere factoren die het effect ve beslissing beïnvloeden zijn: - niveau waarop de beslissing genomen wordt: ook weer STO strategisch / tactisch /operationeel - frequentie waarmee de beslissing genomen wordt: eenmalig / meer dan eens / vaak 441 Besluitvormingsniveaus - blz 43 eigenschappen v beslissingen - 2.3.2 119 442 Deelprocessen informatieverzorging - blz 44 Informatievoorziening - 2.4 Informatie wordt steeds meer gezien als het resultaat ve productieproces dat wordt toegepast op gegevens. Gegevens ==> Verwerking ==> Informatie Het proces informatievoorziening wordt uitgevoerd door en informatiesysteem en bestaat uit de volgende deelprocessen (VVBVV): - VERKRIJGEN v gegevens - VASTLEGGEN v gegevens - BEWERKEN v gegevens (bv mbv formules) - VERWERKEN v gegevens tot informatie (bv grafieken ed) - VERSTREKKEN v informatie op het juiste moment / op de juist plaats / in de juiste vorm 101 zondag 14 juni 2015 Pagina 8 van 29 vrg: trefwoord trefwrd onderverdeling 443 Deelprocessen informatieverzorging - blz 45 invoer en invoercontroles - 2.4 invoer = vastleggen van gegevens invoercontrole = wordt gebruikt om een correcte invoer te krijgen en worden als volgt onderverdeeld: a. niet-geprogrammeerde controles (bv visuele controle v gegevens) b. geprogrammeerde controles, zoals b1. volgordecontrole ve volgnummer b2. tekencontrole op juistheid vd gebruikte symbolen b3. lengtecontrole op de afmeting vd ingevoerde gegevens b4. verbandscontrole tussen diverse onderdelen vd ingevoerde gegevens bv postcode b5. rekencontrole, bv 11 proef bij een banknummer 444 Deelprocessen informatieverzorging - blz 45 onderscheid naar manier v verwerking v gegevens - 2.4 Bij het verwerken vd ingevoerde gegevens wordt onderscheid gemaakt in de manier waarop de gegevensverwerking plaatsvindt: Naar aspect TIJD: a. real-time - gegevens worden direct naar ingave verwerkt b. batchverwerking - gegevens worden eerst verzameld (bv per dag of per afschrift) en daarna verwerkt. Naar aspect LOCATIE: a. bij centrale verwerking (gegevensverwerking gebeurt op centraal opgestelde computer) b. bij decentrale verwerking (geg.verwerking gebeurt op diverse werkplekken binnen bedrijf bv op afdeling) c. bij gedistrubueerde verwerking (combinatie v centraal en decentraleverwerking) 445 Deelprocessen informatieverzorging - blz 46 rapportage - 2.4 omschrijving verstrekking van informatie gebeurt dmv rapportages, hierin bestaan drie hoofdvormen: 1. DIRECTE rapportage (saldo opvragen via de Girofoon) 2. PERIODIEK rapportage (maandelijkse resultaatoverzichten) 3. UITZONDERINGS-rapportage (overzicht v klanten met betalingsachterstand op een x moment) Hoofdstuk: 446 3 Soorten Informatiesysteem Operationele processen - blz 72 3.1.1 OPERATIONELE processen (kunnen worden onderverdeeld in primaire en ondersteunende processen) en zijn van toepassing op: a. Administratieve automatisering (vastleggen+verwerken cijfermatige gegevens) b. Kantoorautomatisering (automatisering v kantoorwerkzaamheden) c. Fabrieksautomatisering (geautomatiseerde activiteiten op gebied v productontwikkeling en productie zelf) INTEGRATIE heeft betrekking op: a. interne integratie > computerondersteunende activiteiten binnen de organisatie zelf b. externe integratie > computerondersteunende activiteiten met die v andere organisaties Het principe vd dubbele integratie vd Computer Aided activiteiten heeft CIM (Computer Intergrates Manufacturing) / alles moet geautomatiseerd zijn en hoort bij het operationeel toepassingsgebied: CIM activiteiten zijn (DEMPL): 1. CAD > Design (tekenen) > architect ontwerpt huis = operationeel 2. CAE > Engineering (rekenen) 3. CAM > Manufacturing (fabriceren) 4. CAPP> Process Planning (plannen) 5. CAL > Logistics door toepassingen CIM-concept worden doelstellingen gerealiseerd: - flexibiliteit (voldoen aan individuele klantwensen/eisen tav productie en levering) - verkorting vd aanlooptijd (vanuit ontwerptekening kan men al een bestellijst maken) - verkorting vd doorlooptijd (er gaat geen tijd verloren bij uitwisseling gegevens) zondag 14 juni 2015 Pagina 9 van 29 vrg: trefwoord trefwrd onderverdeling 447 Besturende processen - blz 73 bestuurlijk informatiesysteem - 3.1.2 448 Besturende processen - blz 73 onderverdeling v bestuurlijke informatie systemen - 3.1.2 omschrijving is een informatiesysteem dat middels een proces informatie verzorging bestuurlijke informatie produceert, deze informatie is nodig om beslissingen te kunnen nemen. Een bestuurlijk informatiesysteem produceert bestuurlijke informatie. 1. TPS = Transaction Processing Systems 2. DS = Documentaire Systemen 3. SDS = Structured Decision Systems cq geprogrammerde beslissingssystemen 4. DSS = Decision Support Systems cq beslissingsondersteunende systemen 5. KS = Kennis- en expert Systems (zijn besturende processen) ad 1. TPS > zorgen voor registratie v veranderingen, bv orderverwerking de actuele voorraad bijwerken. ad 2. DS > leggen documenten vast, bv facturen, brieven en lesmateriaal ad 3. *** SDS > is een rationeel model met veel structuur, beslissingen worden op basis v verwerkte gegevens volledig geautomatiseerd genomen, bv het bestellen van nieuwe onderdelen als de voorraad onder een bepaald minimum komt. Maakt voor zijn basis gegevens gebruik van TPS. Ad 4. *** DSS > is een primitief model zonder structuur en werkt op strategisch niveau is heel globaal. Zijn opgezet om de mens te ondersteunen in zijn beslissingen. Deze systemen presenteren alternatieve oplossingen, doorrekenen gekozen oplossingen, overzichten ter ondersteuning en advisering. Men maakt vaak gebruik van zgn "what if"-situaties. Maakt voor zijn basis gegevens gebruik van TPS. Ad 5. KS > dienen voor het vastleggen van zeer gespecialiseerde kennis waarbij ook de inzichten van experts zijn verwerkt. Bv een programma voor een arts dat helpt bij het stellen ve diagnose op basis van enkele symptomen. 449 Besturende processen - blz 74 beslissingsmodel - 3.1.2 Het is gebruikelijk om informatiesystemen in te delen naar de aard vd beslissingssituatie, er zijn drie modellen: 1. RATIONEEL model > de beslissingssituatie betreft een volledig gestructureerd probleem (SDS). 2. INTUITIEF model > de beslissingssituatie betreft een gedeeltelijk gestructureerd probleem. 3. PRIMITIEF model > de beslissingssituatie betreft een volledig ongestructureerd probleem (DSS). Zie figuur !! 103 zondag 14 juni 2015 Pagina 10 van 29 vrg: trefwoord trefwrd onderverdeling 450 Producten/Diensten - blz 75 embedded software - 3.1.3 omschrijving software die in apparatuur is ingebouwd voor een specifieke toepassing. is een elektronisch systeem (hardware én software) dat is geïntegreerd in gebruiksartikelen of apparaten, met de bedoeling deze een vorm van intelligent gedrag te bezorgen. Embedded software is ontworpen om een beperkt aantal functies uit te voeren op inflexibele hardware. In een embedded systeem is schaarste aan alles. De componenten worden zó gekozen dat de functie nèt kan worden uitgevoerd. Geheugen kost geld, rekenkracht ook dus hoe minder hoe beter, genoeg is genoeg. Dit geeft een heel ander uitgangspunt bij het ontwerpen van software dan PC software. PC’s worden steeds sneller, geheugen en harde schijven steeds goedkoper. Dus als je programma op de PC van vandaag langzaam is, dan gaat het op de PC van volgend jaar een stuk beter. Het embedded systeem verandert echter niet meer. Bij embedded software ontwikkeling moet uiterst efficiënt worden omgesprongen met de rekenkracht van de processor en het beschikbare geheugen. De kwaliteit van de software moet veel hoger zijn en bestand zijn tegen onverwachte situaties. Dat je PC vastloopt is een bekend gegeven, maar dat je koffieautomaat of je wasmachine vastloopt is onacceptabel. Om maar niet te spreken van de besturing van verkeerslichten of van medische apparaten ! 451 Producten/Diensten - blz 75 productautomatisering Het toevoegen van automatisering aan producten (‘embedded software’) Bij productautomatisering is de koper meestal de belangrijkste gebruiker vh informatiesysteem. 3.1.3 452 Producten/Diensten - blz 75 EDI = Electronic Data Interchange - 3.1.3 453 = dienstautomatisering is een standaard voor de elektronische uitwisseling van bepaalde bedrijfsdocumenten, zoals orders, rekeningen en bepaalde berichten of bevestigingen. Het is een onderdeel van electronic business, met name bij het goederenvervoer. Omdat de betreffende documenten moeten voldoen aan bepaalde standaardsjablonen wordt het vooral gebruikt voor herhalende transacties. De adressering en uitwisseling verloopt via vastgelegde procedures. Business Intelligence - blz 76 Het snel kunnen verzamelen, analyseren en communiceren van interne en externe informatie. Is een proces dat gegevens transformeert tot informatie en die informatie vervolgens weer transformeert tot kennis om sneller en efficienter de behoeften van de klant te vervullen. De term intelligence betekent hier inlichtingen. 3.2 In jaren 60 > MIS = Management Informatie System > verwerkt vooral financiële gegevens en ondersteunde de besluitvorming op operationeel niveau. In jaren 70 > DSS = Decision Support Systems > maakte gebruik v modellen en trendanalyses. Werden vooral gebruikt bij voorbereidingen op beslissingen. In jaren 80 > EIS = lijkt op MIS maar geeft ook mogelijkheden op what-if analyses en heeft meer mogelijkheden om gegevens samen te voegen. 454 Business Intelligence - blz 76 datawharehouse - 3.2 zondag 14 juni 2015 is een geïntegreerde gegevensverzameling, waarvan de informatie afkomstig is uit verschillende bronsystemen. Binnenhalen van alle gegevens die je kunt vinden. Door gegevens uit verschillende bestanden te combineren leert de organisatie de klant beter kennen en kan zo inspelen op de behoeften vd klant. Is een passieve gegevensverzameling; Datawharehouse wordt vaak toegepast bij Business Intelligence. Pagina 11 van 29 vrg: trefwoord trefwrd onderverdeling 455 Business Intelligence - blz 77 datamining - 3.2 456 Business Intelligence - blz 77 datawharehousing in combinatie met datamining - 3.2 457 Business Intelligence - blz 78 OLAP-tools = Online Analitics Processing tools - 3.2 omschrijving Is een actieve gegevensverzameling; Is het actief op zoek gaan naar verbanden tussen de verschillende bronbestanden en deze vervolgens te gebruiken om een klant een ander product te verkopen. Is het leggen van verbanden tussen gegevens die via datawharehousing zijn verzameld. redenen zijn: - klantsegmentering - klantintegratie - klantrisicoprofielen - klantbindingsprogramma's > klanten anders indelen en benaderen > klant verleiden meer producten te kopen > voor bv een andere verzekeringspremie toepassen bij ouderen) > bv airmiles ed zijn technieken om gegevens aan het datawharehouse (cq gegevenspakhuis) te onttrekken. Deze hulpmiddelen stellen de gebruiker in staat om met behulp van Queries en Rapporten (Q&R) snel gegevens uit een datawharehouse op te vragen te verwerken en erover te rapporteren. Tool om uit alle gegevens conclusies en verbanden te trekken. Doel: het intrepeteren v gegevens uit een datawharehouse. 104 458 E-business en E-commerce - blz 79 over de grenzen van eigen bedrijf heen kijken en leveranciers en klanten direct toegang geven tot geautomatiseerde bedrijfsprocessen via internet. Het gebruik van openbare netwerken als internet voor zakelijke toepassingen. Voorbeelden E-Business en E-Commerce: E-ticketing / E-trading / E-learning / E-entertainment / E-games / E-banking / Teleshopping / andere E-activiteiten: surfen en zoekmachinemarketing 3.3 Andere afkortingen: A = Overheidsinstantie B = Zakelijke partners C = Consumer cq consument bv: A2A > administration-to-administration > electronische transacties tussen overheidsinstellingen onderling De volgende combinaties zijn mogelijk: A2A, A2B, A2C, B2B, B2C, C2C 459 WFM - Workflowmanagement - blz 81 werkstroom - is een verzameling activiteiten die worden uitgevoerd om een bepaald doel te bereiken 3.4 zondag 14 juni 2015 Pagina 12 van 29 vrg: trefwoord trefwrd onderverdeling 460 WFM - Workflowmanagement - blz 81 WFM = werkstroombesturing - 3.4 omschrijving wordt het besturen en beheren vd werkstroom bedoeld. Er is sprake van het formaliseren vd handelingen binnen het bedrijfsproces door precies te omschrijven welke activiteiten moeten worden uitgevoerd, door wie en onder welke voorwaarden, hierdoor wordt de kwaliteit vh proces verbeterd. wordt onderscheiden in: 1. Proceduremanagement > is bezig met het specificeren v procedures 2. Procesmanagement > is bezig met besturen v bedrijfsprocessen (toewijzen v hulpmiddelen en bewaken vd uitvoering) wordt vooral toegepast bij organisaties met veel procedures en documenten (bv overheden) Routering is belangrijk en wordt vooraf gedefinieerd. 461 WFM - Workflowmanagement - blz 81 mogelijkheden zijn - 3.4 462 - verhogen vd FLEXIBILITEIT - verkorten vd DOORLOOPTIJD - inzicht in het bedrijfsproces - verhogen vd PRODUCTIVITEIT - verhogen vd KWALITEIT - verhogen vd SERVICEGRAAD - verhogen vd ARBEIDSFLEXIBILITEIT - verkorten vd AANLOOPTIJD > sneller documenten stroom afwerken > door procedures te beschrijven > snellere routering v documenten > minder fouten maken > klantgerichter werken DIS (Documentair InformatieSysteem) blz 81 Is een informatiesysteem dat documenten verwerkt, bewaakt en archiveert. Kan ingezet worden voor interne en externe (in scannen) correspondentie. Een WFM-systeem maakt gebruik van DIS. De combinatie kan zeer effectief zijn, door DIS zijn de documenten gearchiveert en beter toegankelijk. In DIS kunnen indexen gemaakt worden om snel te zoeken. In plaats van DIS gebruikt men voor het indexeren, zoeken en analyseren v documenten ook wel de term EDMS (Electronic Document Management System). 3.4.1 Voordelen: - gebruikte documenten kunnen makkelijk worden gestandadiseerd - documenten kunnen makkelijk worden geordend, gezocht en gelecteerd - documenten zijn sneller beschikbaar - documenten kunnen beter worden gearchiveerd en beveiligd - documenten kunnen sneller en beter worde gedistribueerd 463 WFM - Workflowmanagement - DIS - blz 82 routering - 3.4.1 drie hoofdroutes: 1. SEQUENTIËLE routering > documenten worden achterelkaar naar gebruikers door gestuurd. 2. CONDITIONELE routering > volgorde v gebruikers is afhankelijk ve voorwaarde 3. PARALLELLE routering > documenten worden gedeeltelijk parallele naar dezelfde gebruiker gerouteerd. 105 zondag 14 juni 2015 Pagina 13 van 29 vrg: trefwoord trefwrd onderverdeling 464 WFM - Workflowmanagement - DIS - blz 82 zoeken zonder index kan op 2 manieren - 3.4.1 465 Groupware - blz 83 definitie en 3 factoren - 3.4.1 omschrijving 1. FULL TEXT RETRIEVAL > doorzoeken van de gehele tekst. 2. CONTEXT RETRIEVEL > zoeken naar vergelijkbare woorden in de tekst. bij Groupware kunnen mensen onderling communiceren door gebruik te maken van videoconferencing, electronische agenda's, prikborden, memo's, takenlijsten en email (bv Outlook en Lotus Notes zijn een groupware toepassing). Drie factoren zijn: 1. COMMUNICATIE > uitwisselen van info tussen leden vd groep 2. COÖPERATIE > samenwerken v leden vd groep 3. COÖRDINATIE > het op elkaar afstemmen vd werkzaamheden Groupware is een aanvulling op het WFM systeem. Groupware gebeurt meer op ad hoc basis en WFM is gestructureerd, voorgeschreven en gepland. 466 Groupware - blz 83 indeling naar toepassing en tijd en plaats - 3.4.1 indeling naar TOEPASSING: - electronische communicatie (bv email) - delen van informatie (bv een prikbord) - collaboratieve writing (bv samenwerken aan één document) - werkstroom ondersteuning (routen v documenten) - beslissingsondersteuning (gebruik v takenlijsten) - electronische agenda's (maken v afspraken) - conferentiesysteem (bv videoconferencing > synchrone distributie) indeling naar TIJD en PLAATS >> zie figuur 3.4 zelfde tijd en plaats > synchrone interactie verschillende tijd en plaats > asynchrone distributie Tijd = synchroon (zelfde) <> asynchroon (verschillend) Plaats = interactie (zelfde) <> distributie (verschillend) 106 467 Communicatie - blz 84 synchrone en asynchrone - 3.4.1 468 Communicatie - blz 84 interactie en distributie - 3.4.1 zondag 14 juni 2015 SYNCHRONE COMMUNICATIE > als alle deelnemers tegelijkertijd bij de communicatie betrokken zijn. ASYNCHRONE COMMUNICATIE > als alle deelnemers NIET tegelijkertijd bij de communicatie betrokken zijn. INTERACTIE > als de deelnemers in dezelfde ruimte zitten DISTRIBUTIE > als de deelnemers in verschillende ruimtes zitten Pagina 14 van 29 vrg: trefwoord trefwrd onderverdeling 469 Verschil tussen - blz 84 email en groupware - 3.4.1 470 Groupware - blz 84 replicatie en selectieve replicatie - 3.4.1 471 omschrijving Bij communicatie bij email is sprake van "STORE and FORWARD principe" > bericht wordt via knooppunten doorgestuurd naar de ontvanger > veel netwerkverkeer. Bij communicatie in Groupware maakt men gebruik van het PULL-MECHANISME > het bericht wordt opgeslagen in een locale DB en iedereen die het wil lezen, haalt het op > minder netwerkverkeer. Groupware producten maken gebruik van REPLICATIE > het synchroniseren vd DB in twee richtingen (van en naar de gebruiker) door gebruik te maken van gedistribueerde servers en cliënts, die zich op verschillende plaatsen in het netwerk bevinden. Als er maar een deel vd gegevens hoeft te worden gesynchroniseerd spreekt men van SELECTIE REPLICATIE. ERP-systemen (Enterprise Resource Planning) - blz 85 ERP (Enterprise Resource Planning) systemen zijn modulair opgebouwd, brache onafhankelijk en bieden de organisatie de mogelijkheden om alle resources te beheren. Ze zijn ontstaan uit MRP (Material Resource planning) die beheerde alleen logistiek in een fabriek. Met ERP worden kapitaal, machine, grondstoffen, mensen en informatie beheerd. Baan, SAP, Oracle, Exact en Unit4 zijn ERP systemen. Met ERP worden middelen beheerd. 3.5 Mogelijkheden: - verbeteren v bedrijfsprocessen - integratie managementsondersteuning vd processen - vervanging v afdelingssytemen door één integraal systeem ERP brengt mbv BPR alle bedrijfsprocessen opnieuw in kaart, bedrijf moet zich hier wel op aan willen passen. Men werkt met stam- en transactiegegevens. Aanschaf van ERP is een strategische keuze met verstrekkende gevolgen voor een organisatie, daarvoor moet eerst draagvlak komen. 472 Eilandautomatisering - blz 85 alle afdelingen hebben hun eigen systemen, meestal niet aan elkaar gekoppeld. 3.5 473 ERP-systemen (Enterprise Resource Planning) - blz 85 Klassieke selectie methode voor een IS - 3.5 zondag 14 juni 2015 voor het kiezen ve informatiesysteem: 1. leg wensen en eisen vast 2. onderzoek de mogelijkheden via internet, beurzen en documentatie 3. vraag vrijblijvende offertes aan 4. beoordeel offertes en selecteer 2 of 3 leveranciers 5. vraag een demonstratie aan en leg referentiebezoeken af 6. vraag definitieve offertes bij overgebleven leveranciers 7. maak eerste keuze op basis v offerte 8. onderhandel met de leverancier 9. maak een definitieve keuze Pagina 15 van 29 vrg: trefwoord trefwrd onderverdeling 474 ERP-systemen (Enterprise Resource Planning) - blz 86 Melody selectie methode voor een IS - 3.5 omschrijving voor het kiezen ve informatiesysteem (is van Ernst & Young Consultants): 1. breng de gewenste logistiek besturing in kaart volgens ERP 2. druk wensen en eisen uit in maximaal 60 KFK's (Kritische Functionele Kenmerken) 3. selecteer een drietal leveranciers 4. Streef naar zo min mogelijk maatwerk 5. houd rekening met logistieke aanpassingen en let op consequenties voor de implementatie Voor de logistiek besturing worden 3 grondvormen onderscheiden: - produceren op voorraad > halffabrikaten en producten worden op voorraad gehouden, als er een order is worden het product verkocht en opnieuw gemaakt om weer op voorraad te houden (snelste) - assembleren op order > halffabrikaten worden op voorraad gehouden, als er een order is worden het product gemaakt - maken op order > als er een order is worden halffabrikaten besteld en het product gemaakt (goedkoopste) 107 475 CRM-systemen - blz 87 zijn systemen voor marketing, service en verkoop. De klant staat centraal. Hierdoor wordt het verkoopproces integraal ondersteund. Door het vastleggen van allerlei informatie is het mangement beter in staat om de resultaten v verkoopacties te volgen. Kan ingezet worden op gebied van: 1. marketing 2. verkoop 3. service 3.6 476 CRM-systemen - blz 87 mogelijkheden voor marketing - 3.6 477 CRM-systemen - blz 87 mogelijkheden voor verkoop - 3.6 zondag 14 juni 2015 - gericht benaderen klanten en prospect - credit-scoring > inschatten van risico's bij kredietverlening aan klanten - cross-selling > klant ook andere producten laten kopen - upselling > klant verleiden tot aankoop ve duurder product - retentie > voorkomen dat klanten vertrekken het gehele verkoopproces wordt ondersteund: - genereren v verkoopkansen op basis v profielen - kwalificeren vd verkoopkans > hoe moeten we de klant benaderen? - vaststellen vd klantbehoefte > wat bieden we aan? - opstellen ve offerte met berekening met verschillende mogelijkheden - afsluiten ve order en vastlegging v alle afspraken - relatiebeheer > vastleggen en plannen v alle contacten met de klant Pagina 16 van 29 vrg: trefwoord trefwrd onderverdeling 478 CRM-systemen - blz 87 mogelijkheden voor Service - 3.6 omschrijving Serviceverlening is steeds belangrijker als een strategisch instrument. CRM systemen bieden de mogelijkheid om alle informatie over servicecontracten vast te leggen en te beheren. Nadruk ligt hierbij op vastleggen van contactinformatie. Deze info moet voor iedere medewerker van de service afd beschikbaar zijn. Hoofdstuk: 479 Ontwikkeling van Informatiesystemen Organisatiebeleid - blz 114 organisatieplan 4.1.1 480 4 beschrijft de ontwikkeling vd organisatie op middellange en lange termijn. Begrippen in het organisatieplan zijn: BELEID > is een concrete en consistente visie vh management vd organisatie, die bestaat uit een missie, de strategie en de doelstellingen vd organisatie. MISSIE > is de bestaansreden voor de organisatie, geeft antwoord op: "Wat voor soort organisatie zijn we?" STRATEGIE > de globale richting die de organisatie wil volgen om doelen te bereiken. DOELSTELLINGEN > concrete eindtermen die antwoord geven op de vraag wat de organisatie wil bereiken? Organisatiebeleid - blz 114 SMART 4.1.1 zondag 14 juni 2015 Concrete doelen zijn SMART: - SPECIFIEK > wat is wel en wat is geen doel? - MEETBAAR > zijn gestelde doelen bereikt? - ACCEPTABEL > staan medewerkers achter de doelen? - REALISTISCH > is de organisatie in staat om de doelen te bereiken? - TIJDGEBONDEN > voor welke datum moeten de doelen behaald worden? Pagina 17 van 29 vrg: trefwoord 481 trefwrd onderverdeling omschrijving Informatiebeleid - blz 114 Informatieplan 4.1.2 Informatiebeleid moet aansluiten bij het organisatiebeleid en kan op dezelfde manier worden uitgewerkt als het organisatiebeleid. INFORMATIEPLANNING is een traject v beleids- en planvorming met betrekking tot de informatievoorziening en kan gezien worden als een proces. Is van groot belang voor STURING en BEHEERSING. Het resultaat wordt vastgelegd in het INFORMATIEPLAN. Belangrijke begrippen: - INFORMATIEBELEID > een concrete en consistente visie vh management vd org ten aanzien van de informatievoorziening. - DOELSTELLINGEN > concrete eindtermen die antwoord geven op de vraag : "Wat wil de organisatie met de informatievoorziening bereiken?" (moeten gelijk zijn aan doelen van SMART) - PROJECTEN > in het informatieplan worden voorstellen gedaan voor projecten om het informatiebeleid te realiseren. Projecten moeten voldoen aan STOEP-factoren: - SOCIAAL > gevolgen voor wn? - TECHNISCH > welke technische problemen? - ORGANISATORISCH > wie moet wat doen? - ECONOMISCH > kosten en baten? - POLITIEK > is er draagvlak? 108 482 Informatieplanning - blz 116 is een continu proces dat uit de volgende 2 stappen bestaat: 1. Beleidsvorming: situatieanalyse 1a. Visie op de rol vd informatievoorziening 1b. Doelstellingen vd informatievoorziening 2. Beleidrealisatie: adviesvorming 2a. Architectuur vd informatievoorziening 2b. Projectplanning en richtlijnen voor de realisatie 4.1.3 483 Informatieplanning - blz 116 modellen huidige 4.1.3 situatie (IOC) - modellen voor het in kaart brengen v huidige situatie: - Informatiemodel > informatiearchitectuur vd organisatie - Organisatiestructuur > organigram (eigenaar moet hier ook uit blijken) - Configuratieschema > model voor technische faciliteiten vd informatievoorziening Binnen de informatieplanning wordt door middel van het informatiemodel de informatiearchitectuur vd organisatie in kaart gebracht. Het proces informatieplanning onwikkelt vanuit het organisatiebeleid het informatiebeleid. zondag 14 juni 2015 Pagina 18 van 29 vrg: 484 trefwoord trefwrd onderverdeling Informatieplanning - blz 116 business event 4.1.3 485 is een gebeurtenis die een elementair bedrijfsproces aanstuurt, bv de ontvangst ve order. Een elementair bedrijfsproces is een bedrijfsproces dat door één persoon op één plaats wordt uitgevoerd. Informatieplanning - blz 116 archtectuur vd 4.1.3 informatievoorziening 486 omschrijving bestaat uit 4 onderdelen (IITO): 1. Informatiearchitectuur 2. Informatiesysteemarchitectuur 3. Technische architectuur 4. Organisatorische architectuur informatievoorziening > totaalbeeld vd samenhang tussen IS > opbouw vh te ontwikkelen IS > de techniek vh nieuwe IS > beleid voor de organisatorische inrichting vd Werkwijzen voor systeemontwikkeling - blz 117 paradigma = denkwijze 4.2 voor ontwikkelingen van IS zijn verschillende ontwikkelmethode beschikbaar. Deze worden gekenmerkt door een denk- en werkwijze. Denkwijze = de manier waarop tegen een ontwikkeling vh IS wordt aan gekeken, hieruit volgt een bepaalde werkwijze (aanpak). 1. Objectieve versus Intersubjectieve werkelijkheid > één of meerdere visies hebben 2. Rationele versus Semi-rationele besluitvorming > een zuiver rationele beslissing is makkelijker in regels en procedures om te zetten. 3. Informatiesysteem versus organisatiesysteem > bij een organisatiesysteem moeten ook sociale en organisatorische aspecten een rol spelen. 4. Totaalaanpak (intergrale aanpak) versus partiële aanpak > bij totaal aanpak gaat alles in 1 systeem, partiëel doet men dit in gedeelte om er later een "koepel" over heen te leggen. 5. ***DEDUCTIE versus INDUCTIE *** (DH en IT) > 5a. uitgaan vd Huidige situatie = DEDUCTIE past bij een stabiele organisatie, 5b. uitgaan vd Toekomste situatie = INDUCTIE past goed bij INstabiele, dynamische organisatie. 6. Modelleren en beheersen versus veranderen en leren > bij m&b ligt nadruk op formele methoden en bij v&l worden ict-werknemers betrokken die er van leren. 7. Afdelingsgewijze versus functiegericht > als een IS langer mee moet gaan is het verstandig om ze aan te laten sluiten bij organisatorische funties, dat is stabieler dan een afdeling. 8. Proces- versus gegevensgerichte werkwijze > bij rekenintensieve aanpak wordt gekozen voor procesgerichte aanpak (objectgeorienteerde aanpak) 9. Lange versus korte levensduur > bij een lange levensduur wordt vaak gewerkt met evolutionaire werkwijze 10. Top-Down versus Bottem-Up aanpak = Globaal versus Gedetailleerd > in praktijk werken beide niet goed en begint met CENTERED OUT > dwz vanuit het middenkader naar boven en beneden kijken. 11. Maatwerk versus Standaardpakketten > standaard is goedkoop 12. Eilandautomatisering versus Embedded Systems > Bij eilandautomatisering staat het nieuwe systeem los van alle andere. Hier maakt men vaak gebruik v re-engineering (is het aanpassen vd systeem aan nieuwe eisen v gebruikers). zondag 14 juni 2015 Pagina 19 van 29 vrg: trefwoord 487 trefwrd onderverdeling omschrijving Objectgeörienteerd (OO)- blz 118 Objectgeoriënteerd, vaak afgekort tot OO als afkorting voor het Engelse Object-oriented, is een paradigma dat gebruikt wordt bij het objectgeoriënteerd programmeren en de objectgeoriënteerde opslag van data. Bij deze benadering wordt een systeem opgebouwd uit objecten. Eenvoudig gezegd bestaat een object uit bepaalde gegevens en de programmatuur die gebruikt wordt om die gegevens te verwerken. Bij voorkeur zijn die gegevens uitsluitend te benaderen via de bijbehorende programmatuur. Een bestand kan bijvoorbeeld als object worden gedefinieerd, waarbij de gebruiker van het object slechts lees- en schrijfopdrachten kan geven, en interne gegevens zoals de "handle" van het bestand aan het zicht worden onttrokken. Kenmerkend voor objecten is ook dat zij in een hiërarchisch verband tot elkaar kunnen staan: zo is een invoerbestand een soort bestand. Objectgeoriënteerd programmeren biedt niet de mogelijkheid om een nieuw soort toepassingen te implementeren. Het dient uitsluitend om programma's beter te structureren, met het oog op de overzichtelijkheid, herbruikbaarheid van componenten, e.d. In dat opzicht is het een logische volgende stap na de opkomst van "go-to-less"-programmeren en modulair programmeren enkele decennia eerder. 4.2 Overerving is een kenmerk v OO = het overdragen v kenmerken vh ene naar het andere object. Inkapseling bij OO = als een object zijn kenmerken voor een ander object verbergt. Deze maken het makkelijker om wijzigingen aan te brengen zonder dat het hele systeem er last van heeft. 488 Levenscycli - blz 120 project 4.3 is een tijdelijk samenwerkingsverband van mensen die een gemeenschappelijk doel nastreven. Projecten zijn eenmalig, tijdelijk en multidisciplinair, er zijn medewerkers v verschillende organisaties en afdelingen bij betrokken. Er zijn 3 fasen: 1. ANALYSE > nadere studie v bestaande situatie 2. ONTWERP > keuze voor oplossing en uitwerken ontwerp, beschrijven HOE het IS dat moet doen 3. REALISATIE > prg's en DB ontwikkelen en testen, na acceptatie in gebruik nemen iteratief > geheel of gedeeltelijk herhalen Vooronderzoek wordt opgesteld vóórdat het plan van aanpak gemaakt wordt. Door het uitvoeren van een vooronderzoeken wordt in kaart gebracht wat het probleem precies is. Aan de hand van dit vooronderzoek besluit men of het project haalbaar is of niet. Dus het Plan van aanpak én Doelstellingen zijn GEEN resultaat van een vooronderzoek. Probleemstelling, stopzetten of voorzetten vh project zijn WEL resultaten vh vooronderzoek. De grijze vlakken in de figuur horen NIET tot het project. 109 zondag 14 juni 2015 Pagina 20 van 29 vrg: 489 trefwoord trefwrd onderverdeling omschrijving Levenscycli - project - blz 120 System Development Methodology (SDM) 4.3 cq Watervalmethode. Hier wordt het project in opeen volgende fases opgedeeld. Per fase wordt beschreven wat moet gebeuren en wat wordt opgeleverd. Output van bv fase 1 is de input van fase 2. SDM geeft niet aan HOE men het resultaat van de fase moet halen. Elke fase wordt afgesloten door het opleveren van eindproducten cq deliverables en heeft meetpunten cq mijpalen, aan de hand v mijlpalenrapportage wordt gekeken of het resultaat nog niet goed genoeg is óf goed is en door naar volgende fase én óf het nog aansluit. Sommige acitviteiten kunnen naar voren gehaald worden, zoals bv opleiden van medewerkers. Fase binnen SDM zijn: 0. informatieplanning 1. definitiestudie > hier wordt beoordeeld of de ontwikkeling ve nieuwe systeem mogelijk is 2. basisontwerp 3. detailontwerp >zie ad 345 4. realisatie >zie ad 345 5. invoering >zie ad 345 6. gebruik en beheer Per project worden de fasen 1 t/m 5 uitgevoerd Omdat beheer wordt gezien als sluitstuk krijgt het niet altijd de aandacht die het toekomt cq nodig heeft. ad 345: Bij grotere systeemontwikkelingen kunnen fase 3 t/m 5 parallel naast elkaar uitgevoerd worden. Het ontwikkelde systemen sluit vaak niet meer aan bij de huidige wensen en eisen v gebruikers, daarom is DSDM ontwikkeld. Zie ook blz 130 12 109 zondag 14 juni 2015 Pagina 21 van 29 vrg: trefwoord 490 trefwrd onderverdeling omschrijving Toestandenmodel v Looijen - blz 122 hierin komt de fase gebruik en beheer beter tot recht. In elke toestand vh toestandenmodel moeten volgens Looijen beheertaken worden geplaatst als aanvulling en ondersteuning op de bouwactiviteiten. Zie figuur 4.3 én 4.4 !!! Belangrijk voor examen. 4.3.1 111 110 491 Ontwikkeltraject - blz 124 belangrijke rol voor 4.4 zondag 14 juni 2015 - Informatiemanager of informatiecoördinator > eindverantwoordelijke voor informatievoorziening (komt vooral voor in grote tot zeer grote bedrijven). Organiseert de informatievoorzieningsfunctie. - Business systems Analist > verantwoordelijk voor het ontwikkelen, verbeteren en implementeren v bedrijfsprocessen - Informatiearchitect > verantwoordelijk voor het opstellen vd informatiearchitectuur. Voert de probleemorïentatie mbt de informatievoorziening uit. - Informatieanalist > inventariseert en analyseert de behoefte aan informatie en informatiesystemen binnen de organisatie - Systeemontwerper > stelt de functionele specificaties vast en maakt het functionele en het technische ontwerp - Programmeur > ontwerpt en bouwt programmatuur op basis vh technisch ontwerp - Webdesigner > stelt op basis vd functionele specs het ontwerp ve website op, inclusief de achterliggende applicaties en databases. Heeft als taak het ontwerpen vd mans/machine interface. Pagina 22 van 29 vrg: 492 trefwoord trefwrd onderverdeling Documentatie - blz 128 onderverdeling 4.5 493 levert informatie over het verloop vh project en wordt onderscheiden in: 1. Projectmanagementdocumentatie > alle gegevens die betrekking hebben op de beheersing vh project. 2. Ontwerpdocumentatie > de beschrijvingen vd totstandkoming vh IS of van onderdelen ervan, hier zijn ook verschillende alternatieven die er waren, terug te vinden. Documentatie - blz 128 systeemdocumentatie 4.5 495 - Projectdocumentatie - Systeemdocumentatie Documentatie - blz 128 Projectdocumentatie 4.5 494 omschrijving deze levert informatie over de werking vh systeem. We onderscheiden de volgende onderdelen: 1. Specificaties voor beheerders 2. Handleidingen (hoe wordt het gebruikt) 3. Procedures (aanvullende richtlijnen) 4. Instructies voor medewerkers én beheerders methoden voor systeemontwikkeling - blz 129 Rapid Apllication Development (RAD) 4.6 is de verzamelnaam voor een aantal systeemontwikkelmethoden die snel bruikbare ontwikkelmethode willen ontwikkelen, waarbij de tussenresultaten steeds worden teruggekoppeld naar gebruikers, zodat er ruimte blijft voor tussentijdse aanpassingen en verbeteringen. RAD is gebaseerd op de volgende pijlers: - betrokkenheid vd eindgebruikers - gebruik v prototyping - toepassing van CASE-tools - Joint Application Design Sessions Het kent de volgende fasen: 1. MODELLERING 2. PROTOTYPING > prototype wordt gebouwd mbv een CASE tool 3. INTEGRATIE (gebruikers beoordelen het prototype) 4. OPTIMALISATIE 5. IMPLEMENTATIE ad 1: procesmodel (basis voor functiemodel) en informatiemodel (basis voor gegevensmodel) worden ontwikkeld in groepen van gebruikers en informatieanalisten. Deze worden: - JRPW (=joint requirements planning workshops) of - JADW (= joint application development workshops) genoemd. Voorbeelden RAD methoden: 1. Obectgeoriëntatie 2. Model-based Application Development (MAD) Fasen kunnen ook zijn: 1. JRP = joint requirements planning > opzetten van een scope 2. JAD = joint application development > bepalen v specificaties 3. Construction a. re-design (ontwikkelen) b. re-evaluate (evalueren) c. re-specify 4. Cutover (gebruikers opleiden, systeem implementeren) zondag 14 juni 2015 Pagina 23 van 29 vrg: 496 trefwoord trefwrd onderverdeling methoden voor systeemontwikkeling - Rapid Apllication Development (RAD) - blz 129 CASE tool 4.6 497 omschrijving CASE = Computer Aided Software Engineering-tool Een CASE-tool biedt de ontwikkelaar talloze hulpmiddelen om snel te ontwikkelen. Een CASE-tool kan worden gebruikt om schermen en rapporten te ontwerpen en ontwikkelen. methoden voor systeemontwikkeling - blz 130 Model-based 4.6.2 Application Development (MAD) > mad-rad Kan een onderdeel zijn van RAD, bij het onderdeel fase prototyping. Er wordt dan een applicatiegenerator en CASE-tools gebruikt. De invoer bestaat uit functiemodel en gegevensmodel en met de applicatiegenerator wordt dan een werkend prototype gegenereerd. Dit bevat weer: triviale en expliciete functies Het geheel doorloopt een cyclus, wijzigingen worden aangebracht, applicatiegenerator genereert een nieuw prototype, gebruikers evalueren weer, geven wijzigingen door etc etc. In de MAD fase modellering wordt de LINIAIRE ontwikkelmethode fase functioneel ontwerp doorlopen. Vervolgens gaat MAD over in de EVOLUTIONAIRE methode. Testen is hier niet nodig, hier rest alleen de acceptatietest. Onderhoud voeren is door de applicatiegenerator makkelijker dan bij een gewoon systeem. Binnen MAD worden fasen van een lineaire ontwikkelingsmethode doorlopen en is ontwikkeld door Philips. Nadeel ve evolutionaire werkwijze is dat de systeemmutaties niet tot in de verre toekomst zijn te voorzien en/of vast te leggen. zondag 14 juni 2015 Pagina 24 van 29 vrg: 498 trefwoord trefwrd onderverdeling omschrijving Levenscycli - project - blz 131 Dynamic System 4.6.4 Devolpment Methoplogy (DSDM) - DSDM is een methode voor incrementele en iteratieve applicatieontwikkeling, waarbij een applicatie niet in één keer in zijn geheel ontwikkeld wordt, maar in kleine stukjes wordt opgeleverd. Incrementen = kleine stukjes Het kent de volgende fase: 1. Toepasbaarheidsonderzoek > nagaan of de start vh ontwikkelproces zin heeft en of DSDM juiste methode is 2. Bedrijfsanalyse > beter inzicht krijgen in de te automatiseren bedrijfsprocessen en informatiebehoeften (voor het project) 3. Functioneel model - iteratie > is gericht op verfijnen vd bedrijfsprocessen, de basis voor de protypes 4. Ontwerp & Bouw - iteratie > systeem wordt steeds verder getest en verfijnd en kan overgedragen worden aan gebruikers, op dat moment voldoet het systeem aan een aantal minimaal gestelde eisen nog niet aan alle. 5. Implementatie > het gerealiseerde systeem wordt overgedragen aan gebruikers. Hierbij hoort ook opleiding, voorlichting en trainingen en het maken vd gebruikershandleiding. Voor de priotering vd eisen is het acroniem MoSCoW bedacht: - Must have > eisen zijn essentieel > alleen deze v belang voor oplevering deelsysteem !! - Should have > eisen zijn belangrijk, maar niet noodzakelijk en als we tijd hebben doen we deze - Could have > eisen die weg gelaten zouden kunnen worden - Want to but not now > Want to have but will not have this time around > eisen voor het volgende traject Als bij deelsysteem een nieuwe must have eis ontstaat, alle andere weer even nakijken of deze nog allemaal must have zijn. Speling inbouwen. 112 113 zondag 14 juni 2015 Pagina 25 van 29 vrg: trefwoord trefwrd onderverdeling omschrijving Hoofdstuk: 499 De informatie moet (JVACN): - juist - volledig - actueel - controleerbaar - nauwkeurig 5.1 Kwaliteitsaspecten ve IS - blz 161 onderverdeling van eisen 5.1 501 Kwaliteit Kwaliteitsaspecten ve IS - blz 161 500 5 - gebruikseisen - beheerseisen Kwaliteitsaspecten ve IS - blz 161 gebruikseisen en 5.1.1 gebruikERseisen - Gebruikseisen hebben alleen betrekking op het gebruik vh informatiesysteem en zijn als volgt: - TIJDIGHEID > bv responstijd moet acceptabel zijn / tijdstippen rapportages / bewaartijd v gegevens - INTEGRITEIT > prg moeten correct werken / systeem moet bedrijfsklaar en bedrijfszeker zijn / men moet controleerbare gegevens hebben - BEVEILIGING > hardwarematig bv magneetpas / softwarematig bv ww / organisatorisch / juridisch - EFFICIENCY > eenvoudig en vlug uit te voeren handelingen - EFFECTIVITEIT > correcte berekeningen doorvoeren - GEBRUIKSVRIENDELIJKHEID Gebruikerseisen zijn eisen die gebruikers stellen aan het door hen te gebruikte of te gebruiken informatiesysteem en hebben betrekking op (blz 164): - het IS als geheel - onderdelen vh IS - samenwerking tussen onderdelen vh IS 502 Kwaliteitsaspecten ve IS - blz 162 beheerseisen 5.1.2 - FLEXIBILITEIT - ONDERHOUDBAARHEID > correctief, adaptief en perfectief onderhoud - TESTBAARHEID - PORTABILITEIT (overdraagbaarheid) > mogelijkheid om bestaande prg op nieuwe OS te laten werken - INTEGREERBAARHEID > standaardisatie v begrippen en symbolen - INPASBAARHEID - HERBRUIKBAARHEID ADAPTIEF onderhoud > noodzakelijke wijziging om up to date te blijven PERFECTIEF onderhoud > verbeteren v prestaties en uitbreiden functionaliteit CORRECTIEF onderhoud > herstellen van fouten hier hoort ook het standaarddiseren van symbolen bij. zondag 14 juni 2015 Pagina 26 van 29 vrg: 503 trefwoord trefwrd onderverdeling omschrijving Kwaliteitseisen - blz 164 functionele en 5.2.1 presentatie eisen - Functionele eisen hebben betrekking op WAT het informatiesysteem moet doen, WAT het informatiesysteem moet kunnen (Bv kan de printer kleur printen?). Functionele eisen worden gekoppeld aan het begrip effectiviteit en doeltreffendheid. Het gaat om het bereiken ve bepaald effect, een bepaald resultaat. Presentatie eisen hebben te maken met HOE het informatiesysteem taken uitvoert, in welke mate het informatiesysteem iets moet kunnen (Bv de printer doet het niet). Onder HOE wordt verstaan: - in welke mate - binnen welke tijd - in welke hoeveelheid - op welke manier - tegen welke kosten …. ed Presentatie eisen worden ook wel eens kwaliteitseisen genoemd. Presentatie eisen worden in verband gebracht met efficientie en doelmatigheid. Het gaat om de weg waarlangs het resultaat bereikt wordt, dit moet zo goedkoop en snel mogelijk. 504 Kwaliteitseisen - blz 165 dwingende, dringende 5.2.2 en bijkomstige eisen - 505 deze onderverdeling heeft te maken met urgentie. 1. DWINGENDE eisen > hoge urgentie, acuut binnen een bepaalde tijd oplossen 2. DRINGENDE eisen > er moet op termijn aan voldaan worden (bv volgende week) 3. BIJKOMSTIGE eisen > zijn niet noodzakelijk, niet essentieel voor de werking vh informatiesysteem Relatie kwaliteit en kosten - blz 167 relatie tussen kosten en kwaliteit 5.3 twee voorwaarden: 1. ontwerper maakt verschillende ontwerpen voor verschillende kwaliteitsniveaus. 2. informatieanalist maakt voor- en nadelen vd alternatieven duidelijk aan de gebruiker en opdrachtgever. Kwaliteit en kosten moeten in evenwicht zijn en blijven. 506 kwaliteitssystemen en modellen - blz 168 ISO (International 5.4.1 Standardization Om kwaliteit v producten en diensten te kunnen meten zijn een hele reeks normen opgesteld. Een aantal ISO-normen zijn algemeen en hebben betrekking op kwaliteit. Organisation) ISO 8402: Kwaliteit / kwaliteitsbeleid / kwaliteitszorg / kwaliteitssysteem / kwaliteitsborging / kwaliteitsbeheersing Quality / quality policy / quality management / quality system / quality assurance / quality control ISO 9000 > bevat ISO 9000 / 9001 / 9004 zie fig 5.2 115 zondag 14 juni 2015 Pagina 27 van 29 vrg: 507 trefwoord trefwrd onderverdeling omschrijving kwaliteitssystemen en modellen - blz 170 Capability Maturity 5.4.2 Model (CMM) - is een hulpmiddel om de volwassenheid vd organisatie in beeld te brengen en heeft 5 lagen van volwassenheid, zie figuur 5.3. 116 zondag 14 juni 2015 Pagina 28 van 29 vrg: 508 trefwoord trefwrd onderverdeling omschrijving kwaliteitssystemen en modellen - blz 171 Europese Stichting 5.4.3 voor EFQM model = INK managementmodel Het EFQM/INK model kan gebruikt worden voor het vaststellen van de volwassenheid vd Kwaliteitsmanagement organisatie. (EFQM/INK) Het kent 9 aantdachtspunten, namelijk 5 organisatie - en 4 resultaat gebieden (waardering v personeel, klanten en maatschappij en de ondernemingsresultaten). In de organisatiegebieden wordt beschreven hoe de organisatie is ingericht en wordt er informatie aangereikt in welke richting de organisatie zich zou kunnen verbeteren. In de resultaatgebieden worden de strategische relevante maatstaven gekozen en wordt geregistreerd wat feitelijk is gerealiseerd. Zwaarste factor is de klanttevredenheid, deze telt voor 20% mee. Het INK heeft aan het EFQM-model een fasering gekoppeld die uitdrukt hoever het bedrijf is gevorderd met streven naat Total Quality Management, deze fasering kent 5 stappen (PPSKT): 1. Productgeoriënteerdheid > bedrijfsprocessen lopen ad hoc 2. Procesgeoriënteerdheid > prestaties zijn gepland en haalbaar 3. Systeemgeoriënteerdheid > er is samenwerking tussen afdelingen 4. Ketengeoriënteerdheid > er zijn externe partnerships 5. Totale zorg voor kwaliteit > er is voordurende aandacht voor verbetering 117 zondag 14 juni 2015 Pagina 29 van 29