Lokale zwelling van de gingiva die berustte op een perifere

advertisement
N. Zwier, J.E. van der Wal, F.K.L. Spijkervet, A. Vissink
Casuïstiek
Lokale zwelling van de gingiva die berustte op
een perifere reuscellaesie
Een 29-jarige vrouw klaagde bij haar tandarts over een lokale
zwelling van de gingiva die gemakkelijk bloedde bij het tandenpoetsen en sinds ongeveer 1 jaar aanwezig was. Bij de differentiële
diagnose werd gedacht aan epulis gravidarum, perifere reuscellaesie en perifeer ossificerend granuloom. Na algehele verwijdering van de zwelling bevestigde histopathologisch onderzoek een
perifere reuscellaesie. Bij een perifere reuscellaesie moet grondige
excochleatie van het onderliggende bot plaatsvinden. Als de botwanden goed worden gereinigd, treedt zelden een recidief op.
Zwier N, Wal JE van der, Spijkervet FKL, Vissink A. Lokale zwelling van de gingiva
die berustte op een perifere reuscellaesie
Ned Tijdschr Tandheelkd 2012; 119: 485-488
Afb. 1. Gesteelde zwelling van de interdentale papil in de regio van gebits-
doi: 10.5177/ntvt.2012.10.12140
elementen 15 en 16.
Gegeven
Een 29-jarige vrouw werd door haar tandarts verwezen
naar een afdeling mondziekten, kaak- en aangezichtschirurgie in verband met een lokale zwelling van de gingiva
in het eerste kwadrant.
Anamnese en onderzoek
De zwelling bestond sinds 1 jaar. De patiënt had geen pijn,
maar bij tandenpoetsen bloedde de gingiva in deze regio
regelmatig. Volgens de patiënt was de zwelling ontstaan
na het vervaardigen van een restauratie in deze regio. De
patiënt was gezond en 21 weken gravida. Intraoraal onderzoek toonde een goed onderhouden volledige dentitie. Ter
plaatse van de interdentale papil in de regio van de gebitselementen 15-16 werd een gesteelde zwelling waargenomen. Bij sonderen werden geen parodontale pockets
gevonden. Het oppervlak van de zwelling had een erythemateus aspect (afb. 1). Op de röntgenopname van de
gebitselementen 15-16 werden geen duidelijke afwijkingen gezien, ook geen opvallende radio-opaciteiten die zouden kunnen duiden op calcificaties in deze regio. Wel leek
tussen deze gebitselementen de corticale begrenzing te
zijn onderbroken (afb. 2).
Afb. 2. Op een röntgenopname lijkt de corticale botrand tussen de gebitselementen 15 en 16 onderbroken.
Diagnostiek en behandeling
Differentieel diagnostisch werd onder andere gedacht aan
epulis gravidarum, perifere reuscellaesie en perifeer ossificerend granuloom. Besloten werd de afwijking volledig te
excideren, inclusief het periost. Het resterende botdefect
werd zorgvuldig schoongekrabd. Het weefsel werd vervolgens histopathologisch onderzocht. Het verslag hiervan
luidde letterlijk: “Poliepeus weefsel bekleed met plaveiselepitheel met geringe hyper- en parakeratose aan het oppervlak
(dit is een verdikking van de hoornlaag, waarbij in de
hoornlaag ook kernen aanwezig zijn). Onder het bekledend
epitheel wordt een tamelijk scherp afgrensbare laesie aangetroffen die vrijwel volledig bestaat uit meerkernige reuscellen
en epitheloïde histiocyten (geactiveerde macrofagen lijkend
op epitheelcellen). Verspreid in het epitheel komen frequent
Nederlands Tijdschrift voor Tandheelkunde
485
Afb. 3. Na 1 jaar is geen spoor van recidief waarneembaar.
119 | oktober 2012
Zwier e.a.: Lokale zwelling van de gingiva
Casuïstiek
Afb. 4. Epulis gravidarum in het onderfront.
Afb. 5. Pyogeen granuloom van de gingivarand ter plaatse van gebitselement 21.
Intravasculaire laesies
Epulis granulomatosa
Pyogeen granuloom
Kleur: rood
Ulceratie: door secundair trauma
Doorsnede: mm-cm
Locatie: 75% op gingiva
Groei: snelle groei in begin
Pijnloos
Epulis gravidarum
Pyogeen granuloom
Kenmerken gelijk aan epulis granulomatosa
Epulis gigantocellularis
Perifeer reuscellaesie
Kleur: paars/blauw/rood
Komt bij 5% van de zwangerschappen voor
Ulceratie: 50% van de gevallen
Doorsnede: 0,5-1 cm
Locatie: interdentale gingivapapil
Röntgenopname: vaak komvormig botdefect
Bindweefsellaesies
Epulis fibromatosa
Perifeer fibroom
(fibreus)
Kleur: omliggende weefsels
Ulceratie: afhankelijk van subtype
Groei: langzaam
Zelden botafbraak
Pijnloos
Epulis fissurata
Irritatiefibroom
(fibreus)
Kleur: omliggende weefsels
Ulceratie: zelden
Doorsnede: mm-cm
Groei: langzaam
Locatie: vaak in vestibulaire mucosa
Congenitale epulis
Granulaire celtumor
Kleur: roze/rood
Doorsnede: mm-cm
Groei: aanwezig bij geboorte
Locatie: vaak gingiva voorste deel maxilla
Tabel 1. Overzicht verschillende typen epuli.
Epulis is de benaming voor een lokale zwelling van de gin-
giva. Als differentiële diagnose is een epulis, zonder histologische onderbouwing, een vrij brede werkdiagnose. Er
zijn namelijk verschillende soorten epuli die klinisch grote
gelijkenis kunnen hebben. De meeste epuli zijn reactieve
laesies. Er moet dus een irriterende factor zijn of zijn geweest voor de omliggende weefsels, waardoor hierin een
structuurverandering is opgetreden.
Epuli kunnen in 2 groepen worden ingedeeld (tab. 1).
De eerste groep betreft intravasculaire laesies die gewoonlijk een rood-blauw aspect hebben. Tot deze groep behoren
Nederlands Tijdschrift voor Tandheelkunde
486
osteoclast type reuscellen voor. Er wordt een enkele mitosefiguur aangetroffen (cellen die aan het delen/vermenigvuldigen zijn). In de laesie is enige fibrose aanwezig en een
vaatrijk stroma. Tekenen van maligniteit zijn er niet.”
Op basis van dit verslag kon de definitieve diagnose perifere reuscellaesie worden gesteld. Een jaar na het verwijderen werd geen recidief gezien (afb. 3).
Beschouwing
119 | oktober 2012
Zwier e.a.: Lokale zwelling van de gingiva
Casuïstiek
Afb. 8. Perifeer (ossificerend) fibroom ter plaatse van gebitselement 25.
Afb. 6. Histologisch beeld van een pyogeen granuloom, gekenmerkt door
epulis granulomatosa (pyogeen granuloom), epulis gravidarum (pyogeen granuloom) en epulis gigantocellularis
(perifere reuscellaesie). De tweede groep betreft bindweefsellaesies. Tot deze groep behoren epulis fibromatosa (perifeer fibroom) en epulis fissurata (irritatiefibroom). Beide
vormen worden gekenmerkt door fibreus weefsel. Daarnaast bestaat binnen de bindweefsellaesies een derde type
epulis, de congenitale epulis. Ook maligniteiten kunnen
zich als een gelokaliseerde zwelling van de gingiva manifesteren en vallen derhalve onder de differentiële diagnose
van een epulis.
Het oppervlak van een pyogeen granuloom heeft een
rood aspect en kan beschadigd raken (ulceratie) door een
secundair trauma (tandenpoetsen) (afb. 4 en 5). De zwelling kan dan bedekt zijn met een geel, fibrineus beslag. Een
pyogeen granuloom kan zowel een gesteelde als een brede
aanhechting hebben. De doorsnede van de laesie kan uiteenlopen van enkele millimeters tot enkele centimeters. De
eerste weken na het ontstaan groeit dit type laesie gewoonlijk vrij snel, daarna nog maar langzaam (Saravana, 2009).
Driekwart van deze laesies komt voor op de gingiva, daarnaast komt het pyogeen granuloom ook voor op het laterale deel van de tong, de buccale mucosa en de lip (Savage
en Daly, 2010). Het pyogeen granuloom komt 2 keer zo
vaak voor bij vrouwen als bij mannen. Mogelijk spelen de
hormonen tijdens de puberteit of de zwangerschap hierbij
een rol. Een pyogeen granuloom ontstaat bij 5% van de
zwangerschappen, vaak in het tweede trimester. Zes maanden postpartum is de zwelling meestal spontaan geheel of
grotendeels in regressie gegaan (Saravana, 2009). Het pyogeen granuloom is een exuberante weefselreactie op lokale
irritatie of trauma. Histologisch is het een zeer vaatrijke
proliferatie, lijkend op granulatieweefsel onder een veelal
ulcererend oppervlak. De vaatproliferatie is soms lobulair
gerangschikt, hetgeen dan kan leiden tot de diagnose lobulair capillair hemangioom (afb. 6) (Stegenga et al, 2000).
Een perifere reuscellaesie heeft een paars, blauw of
rood aspect en komt alleen voor op de gingiva, met als
voorkeurslocatie de molaar- en premolaarregio (afb. 7). De
laesie is breed aangehecht en heeft gemiddeld een doorsnede van 0,5-1 centimeter. In 50% van de gevallen treedt
ulceratie op. Bij deze aandoening kan zich botafbraak
voordoen dat zich op röntgenopnamen kan aftekenen als
een komvormige radiolucentie. Vanwege deze botafbraak
kan soms verplaatsing van de gebitselementen optreden.
Een perifere reuscellaesie komt vaker voor bij vrouwen dan
bij mannen (1,5:1). Deze laesie heeft geen duidelijke voorkeursleeftijd, maar er is een lichte leeftijdspiek tussen 40
en 60 jaar (Motamedi et al, 2007).
Een perifeer fibroom heeft een meer roze aspect. Evenals een pyogeen granuloom kan een perifeer fibroom een
gesteelde of een bredere aanhechting hebben. Het perifeer
fibroom groeit gewoonlijk langzaam en geeft, tenzij er secundair trauma optreedt, geen klachten. Deze laesie komt
iets vaker voor bij vrouwen dan bij mannen (1,3:1) (Saravana, 2009). Een perifeer fibroom kan in principe op elke
leeftijd ontstaan, maar met een lichte voorkeur voor jongeren (Regezi et al, 2008). Van het perifeer fibroom zijn 3
histologische subtypen bekend: het perifeer odontogeen
fibroom, het perifeer ossificerend fibroom en het perifere
reuscelfibroom (afb. 8). Klinisch zijn deze vormen bijna gelijk aan elkaar, het enige verschil is dat het perifere odontogene fibroom bijna nooit ulceratie vertoont en het
perifere ossificerende fibroom juist wel.
Irritatiefibromen worden vaak veroorzaakt door gebitsprothesen (afb. 9). Deze fibromen zijn vaak roze/rood
van kleur en enkele millimeters tot centimeters groot. De
laesie bestaat uit een reactieve hyperplasie van bindweef-
Nederlands Tijdschrift voor Tandheelkunde
487
vaatrijk granulatieweefselachtig weefsel onder een ulcererend oppervlak
met aan de rand hyperplastisch plaveiselepitheel en centraal enige fibrose.
Afb. 7. Perifere reuscellaesie tussen de gebitselementen 11 en 21.
119 | oktober 2012
Zwier e.a.: Lokale zwelling van de gingiva
Casuïstiek
the jaw: a series of five cases and review of literature. Pediatr Surg Int
2009; 25: 207-210.
* Motamedi MH, Eshghyar N, Jafari SM, et al. Peripheral and central
giant cell granulomas of the jaws: a demographic study. Oral Surg Oral
Med Oral Pathol Oral Radiol Endod 2007; 103: e39-e43.
Summary
A local gingival swelling which was based on a peripheral
giant cell lesion
A 29-year-old woman consulted her dentist about a local gingival swelling
which bled during tooth-brushing and had been present for 1 year. In the
Afb. 9. Epulis fissurata (irritatiefibroom) veroorzaakt door chronische irrita-
differential diagnosis, epulis gravidarum, a peripheral giant cell lesion, and
tie van de mucosa door een te lange rand van een volledige gebitsprothese
peripheral ossifying granuloma were considered. After surgical removal,
in de onderkaak (met dank aan prof. dr. G.M. Raghoebar).
histopathological examination revealed a peripheral giant cell lesion. The
presence of a peripheral giant cell lesion requires thorough excochleation of
sel. Het verwijderen van de irritatiefactor (correctie van de
gebitsprothese) leidt vaak tot enige recessie van de aandoening. Chirurgische verwijdering kan soms noodzakelijk zijn.
Zoals de naam al zegt, komt de congenitale epulis voor
bij pasgeborenen. Dit type epulis komt vaker voor bij meisjes dan bij jongens (8:1). De zwelling ontstaat vanuit de
gingiva, vaak in het voorste deel van de maxilla en kan enkele centimeters groot worden. Grotere zwellingen kunnen
het voeden en zelfs de ademhaling van de pasgeborene onmogelijk maken. De zwelling berust op onder het epitheel
gelegen grote, granulaire cellen. De herkomst van deze
granulaire cellen is onduidelijk, maar vermoedelijk zijn het
mesenchymcellen. De afwijking recidiveert niet na chirurgische excisie (Küpers et al, 2009).
the underlying bone. If the bone is cleaned thoroughly, recurrence is rare.
Bron
N. Zwier1, J.E. van der Wal2, F.K.L. Spijkervet1, A. Vissink1
Uit 1de afdeling Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie van het
Universitair Medisch Centrum Groningen en 2de afdeling Pathologie van
het Martini Ziekenhuis in Groningen
Datum van acceptatie: 12 maart 2012
Adres: prof. dr. A. Vissink, UMCG, postbus 30.001, 9700 RB Groningen
[email protected]
Behandeling
De behandeling van epuli bestaat gewoonlijk uit een excisiebiopt. Tevens moet de oorzakelijke prikkel worden weggenomen. Bij een perifeer reuscelgranuloom moet grondige
excochleatie van het onderliggende bot plaatsvinden. Als
de botwanden goed worden gereinigd, treedt zelden een
recidief op (Stegenga et al, 2000).
Leermoment
Epuli kunnen worden ingedeeld in intravasculaire
en bindweefsellaesies. Tot de intravasculaire laesies
behoort ook de perifere reuscellaesie. De behandeling
bestaat uit excisie en grondige excochleatie van het
onderliggende bot.
Literatuur
* Regezi JA, Sciubba JJ, Jordan RCK. Oral pathology: clinical pathologic
correlations. St.Louis: Saunders Elsevier, 2008.
* Stegenga B, Vissink A, Bont LGM de. Mondziekten en kaakchirurgie.
Assen: Van Gorcum, 2000.
* Saravana GHL. Oral pyogenic granuloma: a review of 137 cases.
Br J Oral Max Surg 2009; 47: 318-319.
* Savage NW, Daly CG. Gingival enlargements and localized gingival
overgrowth. Aust Dent J 2010; 55: 55-60.
* Küpers AM, Andriessen P, Kempen MJ van, et al. Congenital epulis of
Nederlands Tijdschrift voor Tandheelkunde
488
119 | oktober 2012
Download