Adventsviering

advertisement
Suggesties voor
Een bezinning
Een gebedsdienst
Een eucharistieviering
ADVENT 2009
Dit is geen kant-en-klaar gemaakte viering.
De bedoeling is een aantal ideeën en
suggesties aan te bieden voor
een adventsbezinning (eventueel eucharistieviering),
als een soort bouwpakket
waarmee je creatief kan mee omspringen.
Samenstelling van deze bundel: Rosa Windels, OKRA-regio Kortrijk
OKRA vzw
Algemeen secretariaat
Haachtsesteenweg 579
1031 Brussel
Vooraf
De verwijzing naar Welzijnszorg kan eventueel gemaakt worden via
onderstaande tekst. In de parochies is materiaal van Welzijnszorg
voorhanden, vraag het daar op. Welzijnszorg stelt vast dat arbeid soms
zelfs niet voldoende is om uit armoede te geraken. In crisistijden mogen
wij zeker bidden voor al wie bedreigd is door werkonzekerheid of in het
voorbije jaar werkloos geworden is.
Als je geen werk hebt
verlies je niet alleen je loon…
maar ook de contacten met collega’s
een beetje structuur in je leven, een sociaal netwerk,
een woord van waardering,
het gevoel voor anderen iets te betekenen.
Als je geen werk hebt,
krijg je nog wel een vervangingsinkomen.
Vaak is dit onvoldoende maar de rest
wordt helemaal niet vervangen.
Als je geen werk hebt,
verlies je eigenlijk op termijn jezelf.
Een mens wordt maar zichzelf
als hij iemand is voor andere mensen.
ADVENT: WACHTEN OP HET WONDER
Lied of adventsmuziek
Inleiding
(Men kan de muziek heel zachtjes op de achtergrond laten doorspelen
terwijl de inleiding wordt voorgelezen.)
Aansteken van de kaarsen
Moment van inkeer: eventueel verwijzing naar Welzijnszorg
Lied
Lezing uit de Bijbel of bezinnende tekst
Enkele voorbeden
2.
(Tussen iedere voorbede samen zingen
bijvoorbeeld Ubi Caritas of het refrein van een ander adventslied.)
Slotgebed
Afronden met een stemmig lied
Eventueel een kerstwens op een kaartje uitdelen.
INDIEN GEKOZEN WORDT VOOR EEN
EUCHARISTIEVIERING
Enkele voorbeelden van gebeden
Voor de andere gebeden en/of teksten kan men kiezen uit de
voorbeelden. (Zie verder.)
Openingswoord
Aansteken van de kaarsen
Moment van inkeer
Openingsgebed
1.
God, wij zijn hier bijeen
om ons voor te bereiden op het komende kerstfeest.
Wij danken U om Jezus, uw Zoon, die net als de kaarsen op onze
krans Licht wil zijn voor alle mensen.
Geef dat wij het groen van de krans en het licht van de kaars
meedragen in ons hart als teken van hoop op leven,
door de geboorte van het kind Jezus. Amen.
2.
Heer, help ons om in deze periode van de advent
echt naar Jezus uit te kijken:
Hij die zo weerloos en kwetsbaar was als een kind
maar ontzettend groot in zijn aandacht voor arme,
zieke en uitgesloten mensen.
Maak zijn levenswijze tot de onze,
tot welzijn van ieder mensenkind.
Wij vragen het U door uw Zoon, de komende,
Jezus onze Heer. Amen.
Eerste lezing: uit de Bijbel of een andere tekst (zie lezingen)
3.
Evangelie: van de komende zondag
Voorbeden
Eucharistisch gebed: van de komende zondag
Onze Vader: bidden
Vredesgebed en vredewens
In Jezus is aan het licht gekomen dat vrede en gerechtigheid
mogelijk zijn, ook al lijken veel tekens het tegendeel te laten
vermoeden.
Daarom bidden wij: Heer Jezus, maak ons waakzame, wakkere
mensen, die zichzelf willen delen en zo de vrede en het recht sterker
maken. De vrede van de Heer zij altijd met u.
Vredeslied: bijvoorbeeld Sjaloom
Uitnodiging tot communie
“Lichaam van Christus”: dit is onze diepste bestemming:
wij, met ons doen en laten, met onze manier van leven, wij zijn
vandaag het lichaam van de Blijde Boodschap die Jezus heeft
gebracht.
Wie hierop Amen zegt, wil dat in zijn leven laten zien.
Zalig zijn allen die aan deze maaltijd deelnemen:
zie het Lam Gods……
Slotgebed
Zending en zegen
Ga dan heen en wees een licht, een teken van hoop in deze
adventstijd, met de zegen van de goede God: Vader, Zoon en
heilige Geest. Amen.
4.
KEUZETEKSTEN
ALS INLEIDING
1.
Advent is een donkere tijd:
we snakken naar zon
en ontsteken de lichten.
Maar we weten dat er in onze buurt
mensen zijn die soms een leven lang
in de schaduw
van onze samenleving staan.
Advent is wintertijd:
waarin we de koude te lijf gaan
en verlangen naar warmte
en geborgenheid.
We weten ons ook verbonden
met mensen ook hier bij ons
die door armoede en uitsluiting
menselijke warmte te kort komen.
Mensen, die soms letterlijk,
in de kou staan.
Advent is een oproep:
voor iedere christen om warmte
en licht te zijn.
Solidair met allen die niet genoeg hebben
om ten volle te kunnen leven.
We willen ommekeer brengen
voor mensen wie onrecht gedaan wordt,
voor mensen die door de armoede
uitgesloten worden.
Advent is leven:
een kans om wat ons is gegeven
te delen en aan anderen door te geven.
Een kans om wat krom is recht te trekken,
om wie inslaapt wakker te schudden,
om wie hopeloos of radeloos is weer te helpen geloven.
Advent is het licht zien in de duisternis.
2.
ADVENT,
De tijd voor Kerstmis, tijd van verwachting.
We verwachten zoveel, te veel misschien om gelukkig te zijn.
Te fel hunkeren wij wellicht naar het nieuwe, het onbekende.
Niets krijgt nog de tijd om te bezinken, om door te dringen
tot de diepste vezels van ons bestaan.
5.
We zwerven rond van het ene naar het andere, veelal onvoldaan.
En toch… doorheen ons zoeken leeft de hoop op betere tijden.
Misschien is het nodig even te rusten,
even langs de weg te gaan zitten, nadenken en bidden,
zomaar nieuw leven naar boven laten komen.
Een nieuwe mentaliteit laten geboren worden:
meer liefde, meer broederlijkheid,
mildheid, geduld en rechtvaardigheid.
Allemaal tere bloemen die moeilijk open bloeien,
daarom hebben ze veel zorg nodig.
ADVENT,
de tijd om deze bloemen wat beter te verzorgen,
ze nieuwe kansen te geven en dan naar de medemens gaan
met een nieuwe blik.
Dan zijn wonderen mogelijk: aandacht en attentie voor elkaar,
een vriendelijk woord, een gulle lach, mensen die elkaar begrijpen.
ADVENT, DE TIJD VOOR KERSTMIS
HET HERDENKEN VAN HET KOMEN VAN JEZUS IN ONS
MIDDEN, DE BRENGER VAN EEN BOODSCHAP DAT GOD VAN
ONS HOUDT EN DAT WIJ VAN ELKAAR MOETEN HOUDEN.
BIJ DE ADVENTSKRANS EN/OF BIJ HET AANSTEKEN VAN DE
KAARSEN
1.
Een krans van groen, met rood lint omgord, en vier kaarsen…
zij zetten ons op weg naar Kerstmis.
Nu het winter wordt, kijken wij naar die krans vol kleur en leven.
Hij staat in schril contrast met het doodse van de bladeren in de
herfst. Die krans… hij lijkt ons wel te zeggen: mens vertrouw er op,
er is hoop dat het nieuwe doorbreken kan,
dat leven het zal winnen van de dood.
Om deze hoop in ons te laten groeien is het goed,
week na week, steeds een kaars meer aan te steken,
en daar dan voor jezelf bij denken:
zo mag ook ik stapsgewijs, groeien naar het licht;
zo kan ook ik stapsgewijs, het licht laten groeien in mij.
2.
(Bij het aansteken van de kaarsen kan een duidingtekst
voorgelezen worden met daartussen het refrein van een
adventslied.)
De eerste kaars ontstoken:
Eén kaars, eerste lichtje op de krans van groen,
bij alle verval fris in leven gebleven;
één kaars, eerste lichtje op de krans van groen,
om wat wij hopen en verwachten in huis gehaald;
6.
één kaars, eerste lichtje op de krans van groen,
waaromheen wij biddend samenkomen.
De tweede kaars ontstoken:
Twee kaarsen, groeiend licht op de krans van groen,
om te weten dat wij gaan, weg uit het duister naar het licht;
twee kaarsen, groeiend licht op de krans van groen,
om te weten dat wat dor is tot leven zal komen;
twee kaarsen, groeiend licht op de krans van groen,
om te weten dat de goede weg breken en delen is.
De derde kaars ontstoken:
Drie kaarsen branden op de krans van groen:
bijna is de tijd voldragen;
drie kaarsen branden op de krans van groen:
de tijd voor ons antwoord komt naderbij;
drie kaarsen branden op de krans van groen:
Hij die kwam komt straks opnieuw midden onder ons.
De vierde kaars ontstoken:
Vier kaarsen branden op de krans van groen: het licht is
rond,
nu staat het te gebeuren voor ieder die het gebeuren laat;
Vier kaarsen branden op de krans van groen:
schamele kwetsbare vlammen in weer en wind van alledag;
Vier kaarsen branden op de krans van groen:
een lied, een wens een gebed hoort erbij
wij keren in onszelf en wenden ons toe naar Hij die komt:
Jezus Messias.
EEN MOMENT VAN INKEER
1.
In deze adventstijd leven we met tekens van hoop, maar…
als we moeilijke dagen doormaken, als de dagelijkse plicht
te zwaar weegt, sluiten we onze deuren
en keren we ons af van Gods aanwezigheid.
Heer, ontferm U over ons.
In deze adventstijd leven we met tekens van hoop, maar…
er zijn mensen die door omstandigheden leven achter gesloten
deuren, wij zien niet in dat zij behoefte hebben aan ons gezelschap
en een vriendelijk woord.
Christus, ontferm U over ons.
In deze adventstijd leven we met tekens van hoop, maar…
soms doen we na een misverstand de deuren dicht.
7.
Dan is het moeilijk om de eerste stap te zetten.
Heer, ontferm U over ons.
2.
Omdat wij soms de deur van ons huis en ook van ons hart gesloten
hielden voor mensen in nood.
Heer ontferm U over ons.
Omdat wij wellicht zélf oorzaak zijn geweest van onvrede,
door ons eigen voordeel te stellen boven dat van anderen.
Christus ontferm U over ons.
Omdat wij in ons dagelijks leven het wonder om ons heen niet zagen
en onvoldoende hebben geluisterd naar de Boodschap van het
Evangelie waar het gaat over eenvoud en naastenliefde.
Heer ontferm U over ons.
LEZINGEN OF TEKSTEN ALS BEZINNING
1.
Advent tijd van wachten en verwachten
Wachten? Wie kan nu nog wachten? Wie heeft daar nog tijd voor?
Wachten op trein of bus, wachten bij een dokter of tandarts,
aan een lift of een kassa?
Vijf minuten is al te lang! We jagen ons op, geeuwen van verveling!
Wachten op wie? Waarop? Waarvoor?
Het moet al iets heel belangrijks zijn, om het zinvol te vinden.
Wachten op de geboorte van een kind bijvoorbeeld!
Maar dan noemt men het eerder ‘verwachten’
Verwachten lijkt precies positiever…
biedt meer hoop en perspectief, meer toekomst,
dan zomaar wachten!
Advent… wachten op… de komst van de Heer!
Vol verwachting kijken we uit naar Kerstmis,
naar de geboorte van het Kind, dat Licht en vrede brengt.
Als we iets of iemand verwachten,
dan bereiden wij ons voor op die komst!
We zorgen voor een passend onthaal!
Hoe belangrijker het feest of de gast,
hoe intenser ook de voorbereiding.
Blijft dat ook onze eerste bekommernis tijdens de Advent?
“Bereid de weg van de Heer: maak Zijn paden recht”
zo predikt Johannes.
“Vrede aan de mensen van goede wil”
zo luidde de kerstboodschap meer dan tweeduizend jaar geleden!
Maar dat geldt even goed voor de tijd waarin we nu leven.
8.
Als we de Heer van Licht en Vrede verwachten,
als we uitzien naar Zijn Licht in deze donkere tijden,
als we verlangen naar zijn echte vrede,
in een wereld vol oorlog en geweld,
dan moeten wij daar in de eerste plaats zelf iets voor doen.
Zijn wij – méér dan anders – zélf van goede wil in deze adventstijd
om ons voor te bereiden op de komst van het Kerstkind?
2.
Deze week hield een man me op straat tegen;
hij kwam mij bekend voor maar ik kon hem niet thuis brengen.
De man vroeg: “Kan ik u even spreken, mag ik u iets vragen?”
Hij viel direct met de deur in huis: “Kunt u mij zeggen:
heeft het feest plaats, mag het feest ook dit jaar plaatshebben?”
Ik was verbaasd en vroeg: “Welk feest, meneer, wat bedoelt u?”
Hij zei: “Het kerstfeest natuurlijk. Heeft het plaats of wordt het
afgelast?”
Ik zei: “Meneer, de zakenlui hebben hun voorraad al opgeslagen;
in de warenhuizen wordt voor duizenden euro’s geëtaleerd;
de steden versieren hun straten; kijk eens rond…”
De man zei: “Ik weet dat de mensen zich hebben voorbereid,
de gasten zijn uitgenodigd, duizenden kerstbomen zijn gekocht,
de post bezwijkt onder de kerstkaarten…
Maar het feest, heeft het feest plaats?”
In mijn zoeken naar een antwoord had ik van hem weg gekeken.
Toen ik weer opkeek was de man verdwenen.
Toen begon ik zijn vraag te begrijpen, en ook een beetje te beseffen
vanwaar ik hem kende. Zou Johannes de Doper toch niet dood zijn?
3.
Advent is wachten.
Wachten en verlangen tot eindelijk gebeuren
gaat wat werd voorspeld in de profetenzangen;
wachten, tot God het woord vervult in daad.
Advent is luisteren.
Luisteren en verlangen totdat de hemel lichtend opengaat
en je omspoeld wordt door de eng’lenzangen;
luisteren, totdat je hart méézingen gaat.
Advent is komen.
Komen met verlangen naar Bethlehem,
waar God vlak bij ons staat en ons vervult met nieuwe zangen
en waar geloof verandert in de daad.
Advent is bidden.
Bidden vol verlangen opdat Gods rijk van vrede komen gaat;
en Hij ons op de nieuwe aarde zal ontvangen
waar ons verlangen in aanbidding overgaat.
9.
KOM
KOM
KOM
KOM
4.
ALS EEN VUUR, DAT ONS VERZENGT,
ALS EEN ZON IN ONZE NACHT,
ALS EEN VORST DIE VREDE BRENGT,
JEZUS, IN MIJN HART DAT WACHT!
Hij die Liefde heet zal ook vandaag Mens worden.
Hij zal niet bij woorden blijven.
Hij zal handen en voeten krijgen, geest en hart.
Hij zal te zien zijn, te voelen, aan den lijve te ondervinden
in ieder mens die zegt:“Ik ben er ook voor jou”
en van die zin de samenvatting maakt van zijn manier van leven.
Hij zal te zien zijn in elke keuze, elke politieke beslissing
die hoop geeft aan de armen, uitzicht aan mensen zonder toekomst,
en bevrijding aan hen die vastzitten hoe dan ook.
ZOALS HIJ MENS IS GEWORDEN IN JEZUS
ZO WIL HIJ HET VANDAAG WORDEN VOOR ONS.
TEKSTEN ONTLEEND AAN DE BIJBEL
1.
Zo spreekt de Heer:
het uitgeputte, verdorde land zal opnieuw vruchtbaar worden.
De steppe zal bloemen voortbrengen en in de woestijn bloeien
prachtige lelies. Het lijkt wel het land van melk en honing;
een stukje paradijs door God geschapen, vol heerlijkheid in
overvloed.
Ook de oude mens wordt weer herboren: al wie de moed verloren
had herleeft; hij vat weer moed en is niet langer bang.
Moedeloze armen pakken het weer aan en knikkende knieën krijgen
weer kracht.
De ogen van wie het niet meer zag zitten, gaan weer open;
de oren beluisteren opnieuw wat men vroeger niet durfde geloven.
Dan stappen allen weer op die het al hadden opgegeven
en naast de weg waren gaan zitten.
Weemoedig geklaag en opstandig gemor zijn voorbij,
al de oude pijn is vergeten.
Opnieuw is er vreugde en blijdschap:
de Heer verlost immers zijn volk!
2.
Naar Jesaja 11,1-9
Zo spreekt de Heer: alles zal veranderen, zowaar ik God ben, zo zal
de mens mens worden.
Dan wordt de hele aarde omgewoeld. Rijken spit ik onder en de
armen zullen boven komen.
Dan vallen de machtigen terug in het duister en de verworpenen der
aarde zullen het licht der wereld zijn.
10.
Hun landgenoten, eens gevlucht en verdreven komen weer naar huis.
Zij keren terug uit verre landen en ballingsoorden.
Als dat gebeurt kan je lachen en huilen van geluk, want de rijkdom
van de enkeling zal gemeenschapsgoed van allen zijn.
Dan sterven er geen kinderen meer kort na hun geboorte, ze
zwerven niet meer om voedsel langs de vuilnisbakken van de
welvoorzienen.
Ook de volwassenen sterven niet meer voor hun tijd.
Wie huizen bouwen, wonen ook zelf in huizen en wie grondstoffen
delven, maken er zelf producten van.
Geen mens hoeft meer opzij of apart vanwege hogere rang of
andere huid. Ondernemer en arbeider eten hun brood in hetzelfde
schaftlokaal, net als de wolf en het lam die voortaan grazen in
dezelfde weide.
De onderdrukte dringt door tot zijn uitbuiter, net als een kind dat
zijn handje gerust kan steken in het broeinest van de slang.
Dan zal de aarde als één grote herberg zijn,
waar niemand meer geweigerd wordt.
En Ik, zegt God, Ik val bij jullie met de deur in huis en voel mij
met het uur al meer en meer gerust en mens geworden.
3.
Het kan ook hier beginnen: naar Mc. 1,1-8
Het goede nieuws van Jezus begon met Johannes
die predikte in de woestijn.
Hij was gekleed in kameelhaar en voedde zich
met sprinkhanen en wilde honing.
Het deed denken aan wat Jesaja ooit geschreven had:
“Iemand roept in de woestijn: maak de weg gereed voor de Heer.”
Uit heel de omtrek kwamen mensen naar Johannes
om zich, ten teken van ommekeer door hem te laten dopen
in de rivier de Jordaan.
En Johannes zei er bij:
“Het gaat niet om mij, maar om Hem die na mij komt.
Die is belangrijker dan ik.
Ik heb je gedoopt met water, teken van ommekeer.
Hij zal je onderdompelen in een nieuwe Geest,
een nieuwe manier van leven.”
Dit was het begin van het Goede Nieuws
4.
“Wees waakzaam, want gij weet niet op welk uur uw Heer
komt”
- Mt. 24,44
Het zal ook nu wel zijn als toen: de wereld gaat gewoon zijn gang,
het leven gaat door, het spel van hebben en houden,
van elkaar vinden en verliezen, van vragen en klagen in
ontmoediging.
11.
Het zal ook nu wel zijn als toen: verdoken, ongeweten
zullen er weer mensen zijn die ’t spel niet staken,
halt houden en wakker worden.
Advent, hart en ogen open voor wat er te gebeuren staat,
voor ieder teken van hoop dat zichtbaar wordt,
eerst klein onooglijk als een verre ster om ooit eens zon te worden.
Advent, stil ontluikend leven. Wakker worden voor het Leven.
Zien en weten dat het komt, dat het onstuitbaar doorbreekt
als de geboorte van een kind.
Ze waren met niet veel, de wakkeren.
Maar toch nog met genoeg om de wereld te doen ontwaken.
Toen zowel als nu !
VOORBEDEN
1.
Heer, laat het weer advent worden in mij.
Kleur mijn leven met het groen van de hoop,
met het rood van de liefde.
Ontsteek in mij de vlam van Uw liefde,
zodat ik ook geloven kan dat Gij komt tot elk van ons.
Heer, laat het weer advent worden in mij.
Doe de verwachting in mij groeien, maak mijn ogen helder
zodat ik kan zien wie berooid is en verdrukt,
wie geknakt wordt door het leven,
laat mij zien waar het vuur van goedheid nog smeulend brandt.
Heer, laat het weer advent worden in mij.
Dan wordt Kerstmis voor mij, voor ons allen,
veel meer dan wat romantiek.
Dan wordt het een dag van feest
omdat Gij zelf komen moogt voor mij,
omdat Gij zelf komen kunt door mij.
2.
We willen bidden om vrede in onze versplinterde wereld.
Vrede tussen de volkeren, een visioen van verdraagzaamheid en
liefde. Vrede ook tussen mensen hier bijeen en in ons dagelijks
leven.
We willen bidden om waakzaamheid in onze slapende en blinde
wereld.
12.
Voor mensen die de tekenen van de tijd zien én verstaan en er naar
handelen. Om kracht en doorzettingsvermogen voor hen die zich
laten raken door armoede en uitsluiting.
We willen bidden om verlichting in onze donkere wereld.
Voor hen die te zware lasten moeten dragen, dat zij niet
vereenzaamd raken, dat zij mensen ontmoeten die wat licht brengen
in hun leven.
Slotgebed
1.
God, onze Vader, het licht van de (vier) kaarsen brandt.
Daarmee zeggen wij elkaar, dat niet meer de donkerte onze weg is,
maar veel meer het licht van uw goedheid en mensenliefde.
Wij bidden dat wij Uw weg mogen gaan, thuis, op straat
in de beweging of waar dan ook: een weg van licht,
een weg van onderlinge goedheid en mensenliefde. Amen.
2.
Goede God, bij U is er plaats voor iedereen,
vooral voor wie klein is of uitgesloten wordt.
Laat ons nooit iemand aan de kant zetten,
maar help ons in deze advent te groeien
en ons hart wijd open te zetten,
zodat de wereld mag worden zoals U had bedoeld,
een wereld waar uw licht van vrede mag schijnen. Amen.
3.
God, U verwachten is wachten en tegelijkertijd verdergaan.
Gij wordt geboren, ook nu, in een mens, gewoon.
Een beeld van U kan ik niet maken, want, moest ik dat doen,
dan zou ik U niet herkennen als Gij komt.
Ik wil met alle aandacht, léven, vandaag.
Misschien zie ik U dan, al doende, tot leven komen.
(EVENTUEEL EEN KAARTJE MET EEN KERSTWENS)
In de manier waarop jij mens wordt,
daar gebeurt de menswording van God.
Of zij gebeurt helemaal niet.
Zalig kerstfeest,
een wens, een opdracht
om dringend aan te beginnen.
13.
Download