Rabbijnen over Jesaja 53 - Messiaans het levend water

advertisement
Messiaanse Commentaren van
de Rabbijnen over Jesaja 53
SPREEKT JESAJA 53 OVER
ISRAEL OF OVER DE MESSIAS?
Vele Rabbijnen zullen
aanvoeren dat Jesaja 53 over
Israel gaat
Laten we het uitzoeken????
WAT DE RABBIJNSE COMMENTAREN
VAN DE OUDE GESCHRIFTEN TE
ZEGGEN HEBBEN OVER HET
HOOFDSTUK 53 VAN JESAJA
Jesaja 52:13-53:12
“Zie, mijn knecht zal wijselijk handelen, en hij zal verhoogd en zeer
verheven zijn 14 Gelijk velen zich over hem ontzet hebben: zo
misvormd was zijn uiterlijk-geen mens meer, en zijn voorkomen-hij
geleek geen mensenkind; zo zullen vele natiën bij zijn aanblik
ontroeren, koningen den mond sluiten; want wat hun niet verhaald
was zien zij, wat zij nooit gehoord hadden nemen zij waar. Wie heeft
geloofd wat ons is verkondigd, en aan wie was de arm des Heren
geopenbaard? Hij schiet voor hem op gelijk een rijsje, en als een
wortel uit een dorre grond; hij had geen gedaante noch schoonheid;
wij zagen hem aan, maar er was geen gestalte aan hem, die ons zou
behaagd hebben.
Veracht en van de mensen verlaten, een man van smarten en
gemeenzaam met krankheid, als een voor wien men het gelaat
omhult, veracht, en wij telden hem voor niets.
Voorwaar, hij droeg onze ellenden, en torste onze smarten; maar wij
hielden hem voor enen geplaagde, die door God geslagen en
vernederd was.
Maar hij is om onze misdaden gewond, en om onze zonden geslagen;
de straf lag op hem, opdat wij vrede zouden hebben, en door zijne
wonden zijn wij genezen. Wij allen dwaalden als schapen; elk keerde
zich zijnsweegs; maar de HEER wierp de zonde van ons allen op hem.
Hij was mishandeld, toch deemoedig, en hij deed den mond niet
open, als een lam dat ter slachtbank gevoerd wordt, als een schaap dat
voor zijn scheerders stom is
Uit druk en vonnis is hij weggenomen, en wie
denkt nog over zijn lot? Want hij is afgesneden
uit het land der levenden, om de wanbedrijven
van mijn volk dodelijk getroffen; bij goddelozen
werd zijn graf gesteld, bij onderdrukkers zijn
grafheuvel, hoewel hij geen geweld had
gepleegd, en er geen bedrog in zijn mond was.
Maar de Heer wilde hem alzo verbrijzelen en
ellendig doen worden: als hij zijn leven tot een
schuldoffer zal gegeven hebben, en het
voornemen des HEREN zal door zijne hand
volvoerd worden.
Hij zal zijn zaad zien, en in lengte leven, en ’s
HEEREN welbehagen zal door zijn hand
gelukken. Van hetgeen hij moeitevol verwierf
zal hij laven en verzadigen; door zijn kennis zal
mijn dienaar de schare tot gerechtigheid leiden,
en hun ongerechtigheden torst hij. Dies zal ik
hem een deel geven onder de aanzienlijken, en
zal hij met machtigen buit delen, hiervoor dat
hij zich overgaf in den dood, en zich onder de
afvalligen liet tellen, terwijl hij inderdaad veler
zonden op zich had genomen en de voorspraak
der afvalligen was.
Jesaja 53 wordt in de synagoge bijna nooit gelezen, zo wordt
het ook tijdens de Haftorah lezingen voortdurend verzuimd.
Dit is verbazingwekkend in het licht van het feit dat de
hoofdstukken die Jesaja 53 voorafgaan en die erop volgen
wel gereciteerd worden tijdens deze speciale lezingen . De
onderstaande lijst illustreert dit punt:
Haftorah voor Ekeb - Jesaja 49:14-51:3
Haftorah voor Shofetim - Jesaja 51:12-52:12
Haftorah voor Noah – Jesaja 54:1-55:5
Haftorah voor Sephardi ritual – Jesaja 54:1-10
Haftorah voor Hi Tetze – Jesaja 54:1-10
Haftorah voor Re’eh – Jesaja 54:11-55:5
Herbert Lowe, een professor van de Rabbijnse Cambridge
Universiteit noteert :
“ Citaten uit het welbekende hoofdstuk 53 van Jesaja zijn
zeldzaam in de Rabbijnse literatuur. Omwille van de
christologische interpretatie die door Christenen aan het
hoofdstuk gegeven wordt, is het weggelaten uit de reeksen
van profetische lessen (HAFTORAH) voor de
Deuteronomium Shabbatten. De weglating is doelbewust en
markant.” Schwartz, “Beste Rabbi,” p.16)
Het moet ook onder de aandacht gebracht worden dat de
Haftorah lezingen in alle synagogen en tempels over geheel
de wereld hetzelfde zijn.
NOTA OVER JESAJA 53 EN RABBIJN RASHI
Ten einde de voor de hand liggende Christen
gevolgtrekkingen te vermijden, verwezen rabbijnen zoals
Rashi ((Rabbi Solomon Izaak, circa 1040-1105 A. D.) naar
dit hoofdstuk als zijnde het lijden van het volk Israël,
ondanks het feit dat rabbijnen zoals de grote Maimonides en
Crispin meenden dat het verkeerd was dit op Israël toe te
passen. Zij hielden veeleer vast aan het geloof dat dit
Schriftgedeelte over de Messias ging. De reden van Rashi’s
poging om Israël de centrale focus van deze passage te
maken was te wijten aan zijn onmiskenbare anti christelijke neiging, een feit dat hij vrijelijk toegaf:
The Targum
Zie, Mijn Dienstknecht de Messias zal gedijen.
-- Targum ("Targum Jonathan") tot Jesaja 52:13,
verschillende edities ( zoals Samson H. Levey, De
Messias: Een Arameesche Interpretatie; the
Messiaanse Exegesis van de Targum." Cincinnati:
Hebrew Union College, 1974, p. 63).
In de eerste cyclus van de synagoge lezingen.
We weten dat de messiaanse homilies, gebaseerd op de levensloop van
Josef ( zijn rol van redder -voorafgegaan door lijden) met gebruik van
Jesaja 53 als profetische portie, in bepaalde oude synagogen die de
driejaarlijkse cyclus aanhielden gepredikt werden…
... -- Rav Asher Soloff, " Het drie en vijftigste hoofdstuk van Jesaja
volgens de Joodse commentatoren van de zestiende eeuw “
(Ph.D. Thesis, Drew University, 1967), p. 146.
De toevoeging van 53.4-5 [aan de cyclus van de synagoge lezingen ]
was klaarblijkelijk van een Messiaanse strekking ,omwille van de
theorie van een lijdende Messias. Het vroegere gedeelte van de
[Haftorah] (52.7ff.) handelde over de verlossing van Israël, en in dit
verband werd tijdens het reciteren van de bovenstaande 2 verzen
vluchtig gezinspeeld op de beproevingen van de Messias.
- Jacob Mann, De Bijbel zoals Gelezen en Gepredikt in de Oude
Synagoge (NY: Ktav, 1971, © 1940), p. 298.
Babylonische Talmud,
Sanhedrin 98b
De Rabbijnen zegden : Zijn naam is “ de melaatse
geleerde,” zoals het geschreven is.
Zeker, hij heeft ons leed en onze kwellingen
gedragen; doch wij achten hem een melaatse,
geslagen en vernederd door God.
[Isaiah 53:4].
-- Soncino Talmud edition.
Ruth Rabbah 5:6
De vijfde interpretatie [van Ruth 2:14] schrijft het toe
aan de Messias.
Kom herwaarts, nader tot Koninklijke staat. En eet van
het BROOD verwijst naar het brood van koningschap;
‘EN DOOP UW STUKJE IN DE AZIJN ‘
-verwijst naar zijn lijden , zoals het gezegd is , Maar hij
werd gewond om onze overtredingen. (Isa. LIII, 5).
--Soncino Midrash Rabbah (vol. 8, p. 64).
De Karaite Yefeth ben Ali (10th c.)
En voor mezelf ben ik met Benjamin van Nehawend geneigd, het te bezien als
zinspelend op de Messias, met als opening een beschrijving van zijn conditie in
ballingschap, van de tijd van zijn geboorte tot aan zijn troonsbestijging; want de
profeet begint met te spreken over de plaats van grote eer waar hij zal gezeten zijn
en dan gaat hij terug, om alles te verhalen wat hem zal overkomen tijdens de
gevangenschap. Zo geeft hij ons twee dingen te verstaan: In de eerste plaats, dat de
Messias slechts de hoogste graad van eer zal bereiken na lange en hevige
beproevingen; en ten tweede , dat deze beproevingen op hem zullen gezonden
worden als een soort van teken, zodat, als hij zichzelf onder het juk van tegenspoed
bevindt en zuiver in zijn daden blijft, hij mag weten dat hij de verlangde is …
-- S. R. Driver and A. Neubauer, editors, Het drie en vijftigste hoofdstuk van Jesaja
Volgens de Joodse verklaarders (2 volumes; New York: Ktav, 1969), pp. 19-20. De
Engelse vertalingen hier gebruikt zijn genomen uit volume 2. De originele teksten
zijn in volume 1. Cf. Soloff, pp. 107-09.
Nog een verklaring van Yefeth ben Ali:
Met de woorden "zeker, hij heeft onze ziekten gedragen ,,"
bedoelen ze dat de pijnen en de ziekten die op hem vielen door
hen verdient waren, maar dat hij ze droeg in hun plaats ……En
hier denk ik dat het nodig is een paar ogenblikken stil te staan
om uit te leggen waarom God maakte dat deze ziekten zich ten
voordele van Israël op de Messias hechtten….
De natie verdiende een grotere straf van God dan degene die in
werkelijkheid op hen neerkwam , maar omdat ze niet sterk
genoeg waren om ze te dragen…. wijst God zijn dienaar aan om
hun zonden te dragen en door dit te doen verlicht hij hun straf
,opdat Israël niet volledig zou uitgeroeid worden.
-- Driver and Neubauer, pp. 23 ff.; Soloff pp. 108-109.
Nog een verklaring van Yefeth ben Ali:
"En de HEER legde op hem de ongerechtigheid van ons
allen." De profeet bedoelt hiermee niet de ongerechtigheid,
maar de straf voor ongerechtigheid zoals in de passage,“
Maar mocht gij zo niet handelen, dan zult gij tegen den
Heer gezondigd hebben en uw zonde, die u wel vinden zal,
leren kennen. " (Num. xxxii. 23).
-- Driver and Neubauer, p. 26; Soloff p. 109.
Mysteries van R. Shim'on ben Yohai
(midrash, datum niet gekend)
En Armilaus zal samen strijden met Messias , de zoon van Efraim,
in de Oosten poort. . .; en Messias, de zoon van Efraim, zal daar
sterven, en Israël zal voor hem rouwen. En daarna zal de HEILIGE
de Messias aan hen bekend maken , de zoon van David, die Israël
zal willen stenigen, zeggende , Gij spreekt valselijk, de Messias is
reeds geslacht, en er kan (na hem) geen andere Messias opstaan en
zo zullen zij hem verachten, zoals het geschreven is, “ Veracht en
verlaten van mensen;” maar hij zal zich afkeren en zich voor hen
verbergen, in overeenstemming met de woorden,” Als één die zijn
gelaat voor ons verbergt.”
Driver en Neubauer, p. 32, citerend uit de editie van Jellinek, Beth
ha-Midrash (1855), part iii. p. 80.
Lekach Tov (11th c. midrash)
"En laat zijn [Israël's] koninkrijk verhoogd
worden in de dagen van Messias, van wie het
gezegd is, ‘Zie mijn dienaar zal gedijen, hij zal
hoog en verheven zijn en buitengewoon
imposant."
-- Driver en Neubauer, p. 36.
Maimonides, brief aan Yemen (12th c.)
Wat zal de wijze van Messias’ komst zijn, en waar zal de
plaats van zijn verschijning zijn?…. En Jesaja spreekt
insgelijks over de tijd wanneer hij zal verschijnen,
zonder dat zijn vader, moeder of familie gekend zijn,
Hij kwam als scheut voor hem op, als een wortel uit
droge grond, enz. Maar het unieke fenomeen dat zijn
manifestatie zal vergezellen is, dat al de koningen van
de aarde in ontzetting zullen vallen voor zijn roem.
-- hun koninkrijken zullen in opschudding zijn en met elkaar
zullen ze beramen of ze zich tegen hem zullen verzetten met
wapens, of een andere koers zullen aannemen, daarbij in feite
hun onvermogen toegevend om met hem te wedijveren, of zijn
aanwezigheid te negeren, en zo verbijsterd te staan door de
wonderen die ze hem zien doen ,dat ze hun hand op hun mond
zullen leggen; met de woorden van Jesaja, zoals hij de manier
beschrijft waarop de koningen naar hem zullen luisteren, Bij hem
zullen koningen hun mond sluiten, want dat wat hen nog niet
verteld was hebben ze gezien, en dat wat ze niet gehoord hadden
hebben ze opgemerkt.
-- Driver en Neubauer vol 1: p. 322. Edition is Abraham S. Halkin,
ed., Igeret Teman (NY: American Academy for Jewish Research,
1952). See Soloff pp. 127-128.
Zohar II, 212a (middeleeuwsl)
Er is een paleis in de Hof van Eden genaamd het Paleis van de
Zonen van ziekte. Dit paleis gaat de Messias binnen, en Hij roept
elke pijn en elke kastijding van Israël op. Al deze komen en
rusten op Hem. En had Hij hun zo niet ontlast door ze op Zich
te nemen, dan was geen mens in staat geweest Israël’s
kastijdingen voor hun overtredingen van de wet te dragen; zoals
het geschreven is, “ Zeker, jullie ziekte werd gedragen.”
-- Geciteerd in Driver en Neubauer, pp. 14-15 uit de sectie
"va-yiqqahel". Vertaling van Frydland, Rachmiel, Wat de
Rabbijnen weten over de Messias (Cincinnati: Messianic
Literature Outreach, 1991), p. 56, n. 27. Merk op dat deze sectie
niet te vinden is in de Soncino editie die zegt dat dit een
inlassing is
Nachmanides (R. Moshe ben Nachman)
(13th c.)
De juiste visie met betrekking tot deze Parashah is te
veronderstellen dat met de frase “ mijn dienaar” geheel Israël
bedoeld wordt …… Als door de Midrash echter een andere opinie
wordt aangenomen, die de frase naar de Messias refereert, dan is
het voor ons noodzakelijk dit uit te leggen in overeenstemming met
de visie die daar gehandhaafd werd. De profeet zegt, “de Messias, de
zoon van David waarover de tekst spreekt, zal nooit overwonnen
worden of omkomen door de handen van zijn vijanden”. En dit
toont de tekst duidelijk aan…. En door zijn striemen zijn wij
geheeld want de striemen waarmee hij verbijsterd en in nood
gebracht werd zullen ons allen helen; God zal ons vanuit zijn
rechtschapenheid vergeving schenken en we zullen geheeld
worden van zowel onze eigen overtredingen als van de
ongerechtigheden van onze vaderen.
Driver and Neubauer, pp. 78 ff.
Yalkut ii: 571 (13th c.)
Wie is U, O grote berg (Zech. iv. 7.) Dit verwijst naar de Koning
Messias. En waarom noemt hij hem “ de grote berg?” Omdat hij
groter is dan de aartsvaders zoals het gezegd is, “ Mijn dienaar zal
hoog zijn en verheven en buitengewoon imposant “ Hij zal hoger
zijn Abraham…..verheven boven Mozes, ..imposanter dan de
dienende engelen
- Driver and Neubauer, p. 9.
Dezelfde passage is te vinden in Midrash Tanhuma van Genesis
(waarschijnlijk 9th c.), ed. John T. Townsend (Hoboken, NJ: Ktav,
1989), p. 166.
Yalkut ii. 620 (13th c.),
In verband met Psalm 2:6 ik trok hem vanuit de
kastijdingen… De kastijdingen zijn in drie delen
verdeeld, één voor David en de vaderen, één voor onze
eigen generatie en één voor de Koning Messias en dit is
wat geschreven staat, “ Hij werd gewond voor onze
overtredingen”, enz
.
-- Driver and Neubauer, p. 10.
R. Mosheh KOHEN Ben Crispin (14de.c)
In deze parashah gaan de commentatoren akkoord in hun verklaring
als zou het hier gaan om Israël in ballingschap, ook al wordt de hele
tijd het enkelvoud gebruikt …Aangezien er geen enkele
selectievoorwaarde is om dit te doen, waarom zouden we hier dan het
woord als collectief interpreteren en daarbij de natuurlijke betekenis
van de passage vervormen? Het scheen mij toe dat de deuren voor de
letterlijke interpretatie van de parashah voor hun neus werden
gesloten en dat zij “zich uitsloofden om de ingang te vinden“daarbij
de kennis van onze leraren verzakend en steunend op de “
eigenwijsheid van hun eigen hart “en van hun eigen opinie, ik wens
om het te interpreteren in overeenstemming met de lering van onze
Rabbijnen van de Koning Messias en ik zal erover waken, voor zover
het mij mogelijk is de letterlijke betekenis aan te hangen.
Driver and Neubauer, pp. 99-100.
Nog een commentaar van R. Mosheh Kohen ben
Crispin
Als zijn ziel zichzelf tot een zondeoffer maakt,
implicerend dat zijn ziel zichzelf als schuldig zal behandelen,
en aldus de straf voor onze zonden en overtredingen
in ontvangst neemt.
- Driver and Neubauer, p. 112.
R. Sh'lomoh Astruc (14th c.)
Mijn dienstknecht zal gedijen, of waarlijk intelligent
zijn, want door intelligentie is de mens werkelijk mens
- het is intelligentie die de mens maakt wat hij is. En de
profeet noemt de Koning Messias’ mijn dienaar’,
sprekende als één die hem zond. Of hij kan zijn hele
volk mijn dienaar noemen, zoals hij hierboven zegt
(lii. 6): als hij spreekt van het volk, dan is de Koning
Messias daarin meegerekend; en als hij spreekt van de
Koning Messias, dan is het volk daarin omvat met hem.
Wat hij dan zegt is, dat mijn dienaar de Koning Messias
zal gedijen.
- Driver and Neubauer, p. 129.
R. Elijah de Vidas (16th c.)
Aangezien de Messias onze ongerechtigheden draagt
wat tot resultaat heeft dat Hij gekneusd werd, volgt
daarop, dat eender wie niet wil toegeven dat de
Messias zo voor onze ongerechtigheden lijdt, ze zelf
moet dragen en zelf het lijden moet ondergaan.
-- Driver en Neubauer, p. 331.
Rabbi Moshe Alshekh (El-Sheikh) van Sefad
(16th c.)
Ik mag hier dan opmerken dat onze Rabbijnen met één
stem de opinie aanvaarden en bevestigen dat de profeet
over de Koning Messias spreekt, en dat wijzelf ook
dezelfde visie aankleven.
- Driver en Neubauer, p. 258.
Herz Homberg (18th-19th c.)
Het is een feit , dat het refereert naar de Koning
Messias, die in de laatste dagen zal komen , als het de
HEER zal behagen Israël te verlossen vanuit de
verschillende natiën van de aarde… Eender wat hij
onderging was als gevolg van hun eigen overtreding,
de HEER heeft hem gekozen als een zondeoffer, zoals
de zondebok die alle ongerechtigheden van het huis
van Israël droeg.—
Driver en Neubauer, p. 400-401.
De musaf (toegevoegde) dienst voor de Dag van Verzoening,
Philips machzor (20th c.)
Onze rechtvaardige gezalfde is van ons weggegaan, ontzetting heeft ons in bezit
genomen, en we hebben géén om ons te rechtvaardigen. Hij heeft het juk van onze
ongerechtigheden en van onze overtredingen gedragen en hij is gewond voor onze
overtreding. Hij heeft onze zonden op zijn schouder gedragen, opdat hij vergeving
zou vinden voor onze ongerechtigheden. Wij zullen door zijn wonde geheeld zijn,
op de tijd dat de Eeuwige hem ( de Messias) zal scheppen als een nieuwe schepping.
O, breng hem op vanuit de kring van de aarde. Richt hem op uit Seir, om ons een
[
tweede keer samen te brengen op de Berg Lebanon, door de hand van Yinnon
(Messias) ..
A. Th. Philips, Machzor Leyom Kippur / Gebedboek voor de Dag van Verzoening
met Engelse vertaling; Herziene en Uitgebreide Editie (New York: Hebrew
Publishing Company, 1931), p. 239. De passage kan ook gevonden worden in, e.g.,
the 1937 editie. Ook, Driver en Neubauer, p. 399.
Soncino Zohar, Shemoth, Sectie 2, Pagina 212a
Wanneer Messias hoort van het zware lijden van Israël in
hun verspreiding en van de bozen onder hen die hun
Meester niet zoeken te kennen, weent hij luid omwille van
deze bozen onder hen, zoals het geschreven is:
“Maar hij werd gewond omwille van onze ongerechtigheid,
hij werd vergruisd omwille van onze overtredingen ”
(ISA.: LIII, 5).
Jes.53 [ 5] Maar hij ( Messias )werd gewond voor onze
overtredingen, hij werd vergruisd voor onze zonden, de
kastijding voor onze vrede was op hem en door zijn strepen
zijn wij geheeld.
Soncino Zohar, Shemoth, 2de Sectie, Blz 212 a
De zielen keren dan terug naar hun plaats. De Messias, van
zijn kant, komt een bepaalde Hal in de Tuin van Eden
binnen, de Hal van de Gekwelden genaamd. Daar roept hij
al de ziekten en pijnen en het lijden van Israël op, hen
aanbiedend zich op hem neer te zetten, wat ze doen. En
ware het niet dat hij zo de last van Israël verlichtte, het op
zichzelf nemend, niemand zou de zware pijnen kunnen
dragen die waren uitgemeten voor Israël als boetedoening
voor hun veronachtzaming van de Thora. Dus de Schrift
zegt; “Voorzeker onze ziekten heeft hij gedragen”, etc.
(Ibid. LIII, 4).
(Steve Schwarz, “Beste Rabbijn ,” p.15)
“Aangezien de Christenen Jesaja 53
interpreteren als zijnde een profetie
betreffende Jezus, handhaven wij het als een
profetie die het volk van Israël betreft.”
Een Poëet uit de negende eeuw, Eliazer Hakalir
Parafraseert Jesaja 53 in een gebed dat een stuk van de traditionele
liturgische gebeden bevat die in sommige Joodse
geloofsgemeenschappen op Yom Kippur ( de Joodse Dag van
Verzoening) gereciteerd worden. Het gebed begint: ” Wij zijn
samengekrompen in onze miserie, zelfs tot nu! Onze rots is nog niet
tot ons gekomen; Messias onze rechtvaardiging, heeft zich van ons
afgekeerd; wij zijn in terreur, en er is niemand om ons te
rechtvaardigen! Onze tekortkomingen en het juk van onze
overtredingen zal Hij dragen, want hij werd gewond om onze
overtredingen; Hij zal onze zonden op Zijn schouders dragen, opdat
wij vergeving mogen vinden voor onze tekortkomingen; en door Zijn
striemen zijn wij geheeld…
(Baron, Rays of Messiah’s Glory, pp. 225-230)
(Baron, Rays of Messiahs Glory, pp. 225-229)
… Het gewicht van Joodse autoriteiten is overwegend in het voordeel
van de Messiaanse interpretatie van dit hoofdstuk … dat het tot kort
geleden bijna universeel door de Joden algemeen aanvaard werd als
refererend naar de Messias, is duidelijk zichtbaar in de Targum
Jonathan die de Messias bij name introduceert in chp. LII.13; van de
Talmud (Sanhedrin vol. 98b); en van de Zohar...
In feite, tot Rabbi Rashi [Rabbi Solomon Izaak (1040-1105), die
beschouwd word als de grondlegger van de moderne school van Joodse
interpretatie ] het op de Joodse volk toepast, was de Messiaanse
interpretatie van dit hoofdstuk door de Joden bijna wereldwijd erkend
…
Het verhaal sluit dan af met een
citaat uit Jesaja 53:5
“… hij was verwond om onze
overtredingen.”
(Patai, The Messiah Texts, p.115)
En, “En de HEER legde op hem de zonde van ons
allen.” De profeet bedoelt hiermee niet de
ongerechtigheid, maar de straf voor ongerechtigheid,
zoals in the passage,
“Wees zeker dat uw zonde u wel zal vinden.”
(Num. Xxxii. 23) (Ibid., p.26)
Maimonides zelf bevestigde de messiaanse interpretatie
van Jesaja 53 (Ibid., vol.1, p. 322)
Uiteindelijk wordt in deze Midrash gezinspeeld op het
idee dat God de zonden van Israël op een onschuldige
man zou plaatsen: Mozes sprak voor de Ene Heilige,
geprezen zij Hij, “ Zal er niet een tijd komen waarop
Israël noch een Tabernakel noch een Tempel zal hebben?
Wat zal dan met hen gebeuren( in verband met
verzoening)? Hij antwoordde,’
‘Ik zal een rechtschapen man uit hun midden nemen en
hem een onderpand voor hen maken, en ik zal verzoening
doen over hun zonden.’
(Midrash on Exodus 35:4)
Ibn Kaspi (1280-1340 A.D.),
Een vurige bewonderaar van Maimonides, en "een begaafde
fanaticus voor filosofie" (Gratz vii, 340-345), wilde de hele
verklarende aantekeningen verwerpen, hij zei "dat dezen die de
sectie van de messias aanhingen, aan de ketters gelegenheid gaven
om het te interpreteren als Jezus." Passani maakte bezwaar tegen
het brengen van messias in de tekst en zegt dat “ de Schrift nooit
enige andere bedoeling heeft dan de simpele en natuurlijke
bedoeling, een andere veronderstelling zou ons niet toelaten om
te antwoorden op de Epicureans (i.e, de Christenen).
Deze nieuwe interpretatie, het beklemtonen van het lijden van Israël,
begon bij Rashi.
Rashi’ autoriteit werd door sommige van zijn volgers naar voor
gebracht, zoals Ibn Ezra, J. en D. Kimchi, die na hem kwamen, maar
niemand voor hem. Zijn grote Talmudische studies, die zijn vroegste
bezigheid lijken te zijn geweest, suggereerden het niet. In tegendeel,
in zijn nota’s op de Talmud volgde hij de oudere traditie. In het
grafische verhaal waarin Joshua ben Levi, waarvan geschreven is dat
hij verschillende onderzoeken deed van Elisha en Shimon ben Yohai
over de komst van de Messias, aan hem werd gezegd dat hij de messias
zou vinden, zittend aan de poorten van Rome onder de armen die
ziekten droegen. Rashi legt de woorden “ dragers van ziekten “uit,
verwijzend naar dit onderdeel van Jesaja. “ Dragers van ziekten”, met
andere woorden, geslagen; en hij is ook geslagen, zoals het geschreven
is, ‘ En hij was gewond om onze ongerechtigheden’, en het is
geschreven, “ En onze ziekten droeg hij ‘.
ZOHAR
In de tijd dat de Heilige wenst te verzoenen voor de
zonden van de wereld, zoals een dokter die, om
andere ledematen te sparen, de arm doet bloeden, zo
treft hij de arm en geneest hun hele persoon, zoals
het geschreven is, “ Hij was gewond om onze
overtredingen “, enz.
YOSEPH ALBO
Soms ook, wordt tegenspoed op de rechtschapenen gelegd,
niet als een straf, maar in het belang van een hele natie,
zodat het verzoening moge brengen. Dit is omdat de
Almachtige genoegen schept in het behoud van de wereld,
en weet dat de rechtschapenen zijn lijden opgewekt zullen
dragen, zonder kritiek op eender wat hij toebedeeld.
Daarom brengt hij lijden op de rechtvaardigen, als een
voldoening voor de bozen ( zoniet ) voorbestemd om een
heel volk te treffen, opdat het zo moge afgewend worden.
Dit is wat onze rabbijnen bedoelen met hun gezegde (Moed
Katan 28a), "De dood van de rechtvaardigen bewerkt
verzoening ".…
Met dank aan Rico Cortes
• De originele presentatie is te vinden op:
• http://www.wisdomintorah.com/powerpoint.htm
• Nederlandse vertaling
• S.Van Goethem
Download