Medisch onderzoek voor opleidingen/stages bij partners. Medisch onderzoek voor opleidingen/stages bij partners. ......................................................... 1 Algemene regel ...................................................................................................................... 1 Praktisch ................................................................................................................................. 2 Bepaling of er een medisch onderzoek nodig is ................................................................. 2 Uitvoering van het medisch onderzoek .............................................................................. 2 Bijlage 1: Een medisch onderzoek voor opleidingen en stages aanvragen ................................ 4 Bijlage 2: VDAB-contactpersonen medisch onderzoek ............................................................. 7 Bijlage 3: Regelgeving ............................................................................................................... 9 Rekening houdend met de vigerende wetgeving, Arab – Codex – Welzijnswet – KB gezondheidstoezicht op werknemers (zie bijlage), dient de opleidingsverstrekker en/of stageverlener preventief te handelen. De cursist in opleiding of op stage wordt afhankelijk van de aard en de duurtijd van de opleiding of stage mogelijk blootgesteld aan ‘beroepsrisico’s’. Een risico-inventaris en risicoanalyse dienen opgemaakt om enerzijds de nodige preventiemaatregelen te nemen (vb. wegnemen of afschermen risico’s, persoonlijke beschermingsmiddelen en procedure…), om de cursist te informeren (opleidingsprogramma), op te leiden en anderzijds om indien nodig de cursist te onderwerpen aan een medisch onderzoek. Algemene regel In de erkenningprocedure voor opleidingen/stages georganiseerd door VDAB-partners wordt een stap voorzien waarin de beroepsrisico’s en de blootstellingsduur van de cursist aan de beroepsrisico’s worden gecontroleerd en geëvalueerd. Aan de hand van dit onderzoek wordt beslist of betrokken cursist tot één van de categorieën van ‘onderworpen werknemers’ behoort en een medisch onderzoek dient te ondergaan. Een opleiding- of stageprogramma met tijdsduur en een risicoanalyse dienen opgesteld door de opleidingverstrekker of stageverlener, deze documenten dienen beschikbaar gesteld aan de VDAB. De Interne Dienst voor Preventie en Bescherming en de arbeidsgeneesheer van de Externe Dienst voor Preventie en Bescherming – AristA beslissen na onderzoek van beide documenten of een medisch onderzoek is vereist. De VDAB organiseert het verplicht medisch onderzoek; AristA voert de medische onderzoeken uit in opdracht van de VDAB en factureert de kosten aan de VDAB. De opleidingspartner vraagt het medisch onderzoek aan bij de respectievelijke regionale VDAB-contactpersonen (zie handleiding en lijst contactpersonen in bijlage). Een medisch onderzoek is normaliter 1 jaar geldig. Indien in functie van een opleiding een medisch onderzoek werd uitgevoerd is dit onderzoek ook geldig voor een aansluitende of alternerende stage met eenzelfde beroepsrisico of blootstelling. Als uit het stageprogramma en de risicoanalyse blijkt dat er een blootstelling is aan andere ‘beroepsrisico’s’ dan deze tijdens de opleiding is een nieuw medisch onderzoek nodig in functie van de nieuwe risico’s. Het medisch onderzoek van de ‘onderworpen’ cursisten dient zo aansluitend mogelijk bij de start van de opleiding uitgevoerd. De ‘onderworpen cursisten’ dienen uiterlijk binnen de 30 dagen vanaf de start van de opleiding een medisch onderzoek te ondergaan; voor ‘cursisten met prioriteit’ (veelal veiligheidsfuncties of taken met specifieke risico’s - zie betreffend document in de rubriek ‘medisch onderzoek’ op deze internetpagina) dient het onderzoek 09-02-2017 1 uitgevoerd ten vroegste 14 dagen voor de start van de opleiding en uiterlijk voor de blootstelling aan het specifieke risico (uiteraard binnen de 30 dagen vanaf de start). Vb. cursist ‘opleiding metselen of lassen…’ dient uiterlijk onderzocht binnen de 30 dagen vanaf de start; een cursist ‘heftruckbestuurder of stellingbouwer..’ dient onderzocht voordat hij/zij een heftruck bestuurt of de praktijk van stellingbouw aanvat. Praktisch Bepaling of er een medisch onderzoek nodig is De opleidingsverstrekker of stageverlener kan een eigen document ‘risicoanalyse’ voorleggen, doch minimaal dient de Werkpostenfiche (zie formulier in de rubriek ‘medisch onderzoek’ op deze internetpagina) volledig ingevuld te worden. Tevens dient een opleidingen of stageprogramma (gerelateerde tijdsduur per module) opgesteld. De VDAB-contactpersoon bezorgt beide documenten aan de Interne dienst (IDPB); mailadres: [email protected] of postadres: IDPB, tav. Herwig De Meyer, Keizerslaan 11, 1000 Brussel. Wanneer de Interne dienst over alle nodige informatie beschikt, wordt zo spoedig mogelijk en uiterlijk binnen de 2 weken na ontvangst de beslissing inzake noodzaak medisch onderzoek medegedeeld aan betrokken VDAB-contactpersoon. De IDPB heeft samen met de arbeidsgeneesheer een lijst opgesteld met vermelding van de VDAB-opleidingen waarvoor een medisch onderzoek is vereist (werkpostenrooster). Dit document wordt geconsulteerd door de arbeidsgeneesheer bij het uitvoeren van de medische onderzoeken. Voor vergelijkbare opleidingen (inhoud-duurtijd) kunnen de partners verwijzen naar een in het werkpostenrooster vermelde VDAB-opleiding. Voor de opleidingen bij en door partners wordt door IDPB een specifiek werkpostenrooster opgesteld dat tevens door de arbeidsgeneesheer geconsulteerd zal worden (zie in een later fase in de rubriek ‘medisch onderzoek’ op deze internetpagina). De VDAB-contactpersoon licht de opleidingsverstrekker/stageverlener in over de beslissing van IDPB. Bovendien wordt in het uitbestedingscontract/samenwerkingsakkoord vermeld of de deelnemers onderworpen moeten worden aan een medisch onderzoek. Uitvoering van het medisch onderzoek Het verplicht medisch onderzoek dient tijdig aangevraagd aan de VDAB-contactpersonen Medisch Onderzoek van de regio van woonplaats cursist of opleidingsplaats. De opleidingsverstrekker of stageverlener registreert in Mijn Loopbaan voor partners de aanvraag medisch onderzoek in het klantendossier van de kandidaat-deelnemer. (zie handleiding in bijlage) Bij opstarten in groep dient het reserveren zo vlug mogelijk te gebeuren. Dit kan vanaf de goedkeuring van de opleiding zodra de startdatum gekend is. Daarvoor neem je contact op met de betreffende VDAB-contactpersoon. De namen dienen uiterlijk 10 werkdagen voor het medisch onderzoek overgemaakt te worden. Bij deze aanvraag wordt normaliter de identiteit van de cursisten meegegeven evenals de vermelding van de erkende opleidings/stage en de voorziene startdatum. De VDAB-contactpersoon nodigt de cursisten uit ten laatste 5 werkdagen voorafgaand aan het medisch onderzoek. 09-02-2017 2 Bij het medisch onderzoek ontvangt de cursist van de arbeidsgeneesheer een afschrift van het formulier voor de gezondheidsbeoordeling, hierop heeft de bedrijfsarts de beslissing vermeld. De VDAB-contactpersoon registreert de uitvoering en het resultaat van het medisch onderzoek in het VDAB-dossier en informeert de partner betreffende de resultaten van de uitgevoerde medische onderzoeken. De dokter kan op het document 4 beslissingen noteren nl.: - geschikt of ongeschikt, indien ongeschikt wordt de cursist niet toegelaten tot de opleiding/stage of wordt de opleiding/stage onmiddellijk stopgezet; - geschikt mits aanv MO: bijkomend advies nodig (vb. doorverwijzing met verwijsbrief naar specialist voor bijkomend advies). De cursist wordt toegelaten tot de opleiding/stage of mag opleiding/stage verder zetten, doch dient gevolg te geven aan de vraag van de arbeidsgeneesheer (de bijkomende informatie dient asap bezorgd te worden aan de arbeidsgeneesheer). Indien binnen de 30 dagen vanaf de start van de opleiding/stage geen gevolg wordt gegeven aan de vraag van de arbeidsgeneesheer wordt de opleiding/stage stopgezet; - voorbehoud + aanv MO: de arbeidsgeneesheer heeft bijkomend advies nodig (vb. doorverwijzing met verwijsbrief naar specialist voor bijkomend advies). De cursist wordt niet toegelaten tot de opleiding/stage of de opleiding/stage dient onmiddellijk stopgezet. Pas na voorleggen van de bijkomende informatie en een positieve eindbeoordeling door de arbeidgeneesheer kan de cursist worden toegelaten tot de opleiding of stage. De partner ziet erop toe, is verantwoordelijk, dat de gevraagde bijkomende informatie (ev. advies specialist) tijdig wordt bezorgd aan de arbeidsgeneesheer. Type stages - - - opleidingsstage: beslissing op basis van het opleidingsprogramma beroepsverkennende stage: afhankelijk van de bedoeling van de stage is een medisch onderzoek al of niet nodig : observeren of doen (meedraaien). In de situatie waarbij de stagiair op de werkvloer enkel kijkt en observeert, is een medisch onderzoek niet nodig. Indien de werkzoekende tijdens de beroepsverkennende stage ook dingen gaat doen, is medisch onderzoek vereist indien vermeld in cao. Deze stage is tevens van korte duur. Let op! Kritische activiteiten (zie rooster ‘cursisten met prioriteit’ in de rubriek ‘medisch onderzoek’ op deze internetpagina) zoals veiligheidsfuncties zijn verboden; gespecialiseerde oriënterende stage: duurtijd maximum 800 uren, risicoanalyse dient uitgevoerd zoals bij opleidingsstage; observatiestage: stage van maximum 16 u -> korte blootstellingsduur -> geen medisch onderzoek nodig. Let op! Kritische activiteiten (zie rooster ‘cursisten met prioriteit’ in de rubriek ‘medisch onderzoek’ op deze internetpagina) zoals veiligheidsfuncties zijn verboden; opleiding op de werkvloer: leerprogramma in relatie met duurtijd en beroepsrisico’s zijn belangrijke te onderzoeken factoren (risicoanalyse). 09-02-2017 3 BIJLAGE 1 Bijlage 1: Een medisch onderzoek voor opleidingen en stages aanvragen Een aanvraag voor een medisch onderzoek wordt genoteerd via het tabblad ‘Begeleiding’, subtab‘Stappen naar werk’ in het VDAB-dossier van de burger. Klik op de koppeling ‘Voeg een stap toe’. Je krijgt een klaplijst te zien waarmee je nieuwe stappen kan toevoegen. In deze klaplijst kies je voor ‘Medisch onderzoek opleiding/stage’. Als je vervolgens op de knop ‘Toevoegen’ klikt, opent het scherm waarmee je de aanvraag kan registreren. 09-02-2017 4 BIJLAGE 1 Toestand Om de aanvraag voor een medisch onderzoek te registreren, kies je in de klaplijst voor ‘Aangevraagd’. Datum Hier noteer je de datum waarop je het medisch onderzoek aanvraagt. Financieringsnummer In deze klaplijst kies je het Financieringsnummer van het project waarvoor je een medisch onderzoek aanvraagt. Aanvrager Aangezien jij de aanvraag registreert, worden jouw gegevens automatisch overgenomen in dit onderdeel. Je kan de aanvrager wijzigen door op het vergrootglas te klikken. Uitvoerder Ook hier worden automatisch jouw gegevens genoteerd. Aangezien een medewerker van de VDAB de uitvoering van het medisch onderzoek zal registreren, is het van het grootste belang dat je de uitvoerder wijzigt. Je doet dit door te klikken op het vergrootglas. Je selecteert ‘VDAB’ in de lijst met organisaties. Nadien dien je het juiste LKC (Lokaal KlantenCentrum) te kiezen. Als je vervolgens op de blauwe link ‘Toon consulenten’ klikt, krijg je een lijst met VDAB-consulenten van het gekozen LKC. Selecteer de naam van de consulent die het dossier van de klant verder zal behandelen. In bijlage 2 vind je een lijst met consulenten die je i.k.v. een medisch onderzoek kan selecteren. Samenvatting In dit tekstveld kan je informatie noteren die relevant kan zijn voor de medewerkers van de VDAB. Opgelet: medische informatie mag niet vermeld worden in het VDAB-dossier van de burger ! 09-02-2017 5 BIJLAGE 1 Door op de knop ‘Bevestigen’ te klikken, wordt jouw aanvraag geregistreerd. Je merkt dat er een nieuwe lijn toegevoegd is in de overzichtslijst van ‘Stappen naar werk’. De medewerker van de VDAB, die je opgegeven hebt als uitvoerder, zal automatisch via email op de hoogte gebracht worden van jouw aanvraag. Hij/zij zal de lijn verder afwerken. 09-02-2017 6 BIJLAGE 2 Bijlage 2: VDAB-contactpersonen medisch onderzoek Regio Aalst – Oudenaarde OEnr 745 Antwerpen – Boom OEnr 122 Brugge OEnr 462 Gent OEnr 828 Contactpersoon VDAB. Karine Vermeiren – Leenstraat 24 - 9620 Zottegem T 09 326 77 43 e-mail: [email protected] Betty Michielsen – Medisch secretariaat – Copernicuslaan 1 – 2018 Antwerpen T 03 221 82 27 e-mail: [email protected] Sonja Vandereycken T 03 221 82 28 e-mail : [email protected] Rita Van Mechelen - Eriestraat 2 - 8000 Brugge T 050 31 81 22 F 050 31 25 48 e-mail: [email protected] Carla Diependaele - Leenstraat 24 - 9620 Zottegem T 09 326 78 23 e-mail: [email protected] Limburg OEnr 1068 Lorraine Stijnen - Thonissenlaan 47 - 3500 Hasselt T 011-26 06 31 F 011-26 06 26 e-mail: [email protected] Kortrijk – Roeselare OEnr 572 regio Kortrijk – Wevelgem: Viviane Boone - Vlamingstraat 10 - 560 Wevelgem T 056 43 80 94 - F 056 42 13 43 e-mail: [email protected] OEnr 678 regio Roeselare: Johny Engels - Wijnendalestraat 126 - 8800 Roeselare T 051 27 29 65 F 051 24 02 38 e-mail: [email protected] Dimphna Peeters T 02 255 92 79 F 02 255 92 79 e-mail: [email protected] Fatima Razzouki – Hendrik Consciencestraat - 2800 Mechelen T 015 29 71 36 e-mail: [email protected] Leuven OEnr 362 Mechelen OEnr 163 Oostende – Westhoek OEnr626 Sint-Niklaas – Dendermonde OEnr 1006 Turnhout OEnr 10000466 Vilvoorde OEnr 362 09-02-2017 Maureen Daems - Archimedesstraat 4/6 - 8400 Oostende T 059-55 20 71 F 059-70 40 99 e-mail: [email protected] Carla Diependaele - Leenstraat 24 - 9620 Zottegem T 09 326 78 23 e-mail: [email protected] Hilde Coolen - Spoorwegstraat 7 - 2300 Turnhout T 014 44 51 23 e-mail: [email protected] Linda Janssen- Spoorwegstraat 7 - 2300 Turnhout T 014 44 51 12 e-mail : [email protected] Dimphna Peeters T 02 255 92 55 F 02 255 92 79 e-mail: [email protected] 7 BIJLAGE 2 Brussel OEnr 264 Julie Vereycken - Steenweg op Bergen 1440 - 1070 Anderlecht T 02 525 00 35 e-mail: [email protected] Social profit Noord Gwenny Delbaere T 050 32 72 90 F 050 32 72 88 e-mail: [email protected] 09-02-2017 8 BIJLAGE 3 Bijlage 3: Regelgeving Onderstaande regelgeving is van toepassing op VDAB-erkende opleidingen en stages. Telkens worden een aantal specifieke aandachtspunten vermeld. Welzijnswet van 04.08.1996 (BS 18.09.1996) bepaalt het algemeen kader van de regelgeving in verband met het welzijn, preventie en de bescherming van werknemers. Kortom, door de publicatie van deze wet worden in het preventiebeleid een aantal accenten gelegd. De belangrijkste accenten zijn: Dit Besluit is van toepassing op werknemers en de daarmee gelijkgestelde personen zoals personen die een beroepsopleiding volgen waarvan het studieprogramma voorziet in een vorm van arbeid die al dan niet in de opleidingsinstelling wordt verricht; Elke werkgever moet een welzijnsbeleid voeren gesteund op algemene preventieprincipes (risico’s voorkomen, bij de bron uitschakelen of verminderen; voorkeur aan collectieve beschermingsmiddelen boven individuele; zorgen voor opleiding en informatie van de werknemers) gesteund op risicoanalyses. Dit beleid moet worden geïntegreerd in het volledig management van de onderneming. De regeling betreffende het werken met derden (contractors, onderaannemers), meer bepaald de uitwisseling van informatie en coördinatie tussen de opdrachtgever en een derde werkgever of zelfstandige. KB van 27.03.98 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk handelt over de principes van het welzijnsbeleid van de werkgever. Elke werkgever is verplicht zijn preventiebeleid structureel en systematisch aan te pakken en moet hiervoor een dynamisch risicobeheersingssysteem uitwerken en invoeren, dat aansluit bij het bedrijfsinterne managementsysteem. De concrete uitwerking van het systeem d.w.z. de planning van de maatregelen die op basis van de risicoanalyse moeten getroffen worden, moet schriftelijk gebeuren in een globaal preventieplan. De leden van de hiërarchische lijn (van manager tot ploegbaas) moeten ervoor zorgen dat het geplande beleid daadwerkelijk wordt uitgevoerd in de onderneming. Binnen hun bevoegdheid hebben zij bepaalde opdrachten te vervullen, zoals meewerken aan het dynamisch risicobeheersingssysteem, onthaal en begeleiding van werknemers organiseren, arbeidsmiddelen op onregelmatigheden nakijken, arbeidsongevallen onderzoeken,... Art. 2 Definities 5° preventie: het geheel van bepalingen of maatregelen die worden genomen of vastgesteld in alle stadia van de activiteit van de onderneming of instelling, en op alle niveaus, teneinde beroepsrisico's te voorkomen of te verminderen. 09-02-2017 9 BIJLAGE 3 Art. 8 Elementen risicoanalyse De risicoanalyse gebeurt op het niveau van de organisatie in haar geheel, op het niveau van elke groep van werkposten of functies en op het niveau van het individu. Zij bestaat achtereenvolgens uit: 1° het identificeren van gevaren voor het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk; 2° het vaststellen en nader bepalen van risico's voor het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk; 3° het evalueren van risico's voor het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk. Art. 9 Preventiemaatregelen De preventiemaatregelen die genomen moeten worden op basis van de in artikel 8 bedoelde risicoanalyse worden vastgesteld op het niveau van de organisatie in haar geheel, op het niveau van elke groep van werkposten of functies en op het niveau van het individu, rekening houdend met de volgende volgorde: 1° preventiemaatregelen die tot doel hebben risico's te voorkomen; 2° preventiemaatregelen die tot doel hebben schade te voorkomen; 3° preventiemaatregelen die tot doel hebben de schade te beperken. De preventiemaatregelen hebben inzonderheid betrekking op: 1° de organisatie van de onderneming of instelling met inbegrip van de gebruikte werk- en productiemethoden; 2° de inrichting van de arbeidsplaats; 3° de conceptie en aanpassing van de werkpost; 4° de keuze en het gebruik van arbeidsmiddelen en van chemische stoffen of preparaten; 5° de bescherming tegen de risico's voortvloeiende uit chemische, biologische en fysische agentia; 6° de keuze en het gebruik van collectieve en persoonlijke beschermingsmiddelen en van werkkledij; 7° de toepassing van een aangepaste veiligheids-en gezondheidssignalering; 8° het gezondheidstoezicht met inbegrip van de medische onderzoeken; 9° de psychosociale belasting veroorzaakt door het werk, waaronder inzonderheid geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk; 10° de bekwaamheid, de vorming en de informatie van alle werknemers, met inbegrip van aangepaste instructies; 11° de coördinatie op de arbeidsplaats; 12° de noodprocedures, met inbegrip van de maatregelen in geval van situaties van ernstig en onmiddellijk gevaar en met betrekking tot de eerste hulp, de brandbestrijding en de evacuatie van de werknemers; 09-02-2017 10 BIJLAGE 3 Art. 13 Taken hiërarchische lijn De leden van de hiërarchische lijn voeren elk binnen hun bevoegdheid en op hun niveau het beleid van de werkgever met betrekking tot het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk uit. Hiertoe hebben zij inzonderheid de volgende taken: 1° voorstellen en adviezen formuleren aan de werkgever in het kader van het dynamisch risicobeheersingssysteem; 2° ongevallen en incidenten die zich op de arbeidsplaats hebben voorgedaan onderzoeken en maatregelen voorstellen om dergelijke ongevallen en incidenten te voorkomen; 3° een effectieve controle uitoefenen op de arbeidsmiddelen, de collectieve en persoonlijke beschermingsmiddelen en de gebruikte stoffen en preparaten teneinde onregelmatigheden vast te stellen en maatregelen te nemen om hieraan een einde te maken; 4° tijdig het advies inwinnen van de Diensten voor Preventie en Bescherming op het werk; 5° controleren of de verdeling van de taken op een zodanige wijze geschiedt dat de verschillende taken worden uitgevoerd door de werknemers die de daartoe vereiste bekwaamheid hebben en de vereiste opleiding en instructies hebben ontvangen; 6° waken over de naleving van de instructies die in toepassing van de wetgeving inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk moeten worden verstrekt; 7° zich ervan vergewissen dat de werknemers de inlichtingen die zij gekregen hebben in toepassing van de wetgeving inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk goed begrijpen en in praktijk brengen; 8° het onthaal van elke beginnende werknemer organiseren en een ervaren werknemer aanduiden die ermee belast is deze te begeleiden. Het door de werkgever aangeduid lid van de hiërarchische lijn, belast met het verzekeren van het onthaal, tekent onder zijn naam een document waaruit blijkt dat in het kader van zijn taken bedoeld onder 6° en 7° de nodige inlichtingen en instructies werden verstrekt met betrekking tot het welzijn op het werk. KB van 28.05.03 betreffende het gezondheidstoezicht op de werknemers (BS 16.06.03) werden er héél wat bepalingen van het ARAB afgeschaft en heeft de wetgever, op een meer gestructureerde manier, nieuwe geactualiseerde bepalingen voorzien in de Codex. Art 1.- Dit besluit is van toepassing op de werkgevers en de werknemers evenals op de daarmee gelijkgestelde personen, bedoeld in artikel 2 van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk. Art. 2.- Voor de toepassing van de bepalingen van dit besluit wordt verstaan onder: 1°. veiligheidsfunctie: elke werkpost waar gebruik wordt gemaakt van arbeidsmiddelen, waar motorvoertuigen, kranen, rolbruggen, hijstoestellen van welke aard ook, of machines die gevaarlijke installaties of toestellen in werking zetten, bestuurd worden of nog waar dienstwapens worden gedragen, voor zover het gebruik van die arbeidsmiddelen, het besturen van die werktuigen en installaties of het dragen van die wapens de veiligheid en gezondheid van andere werknemers van de onderneming of van ondernemingen van buitenaf, in gevaar kan brengen; 09-02-2017 11 BIJLAGE 3 2° functie met verhoogde waakzaamheid: elke werkpost die bestaat uit het permanent toezicht op de werking van een installatie en waar een gebrek aan waakzaamheid tijdens de uitvoering van het toezicht, de veiligheid en gezondheid van andere werknemers van de onderneming of van ondernemingen van buitenaf in gevaar kan brengen; 3° activiteit met welbepaald risico: elke activiteit of werkpost waarvoor uit de resultaten van de risicoanalyse het bestaan blijkt van: a) een identificeerbaar risico voor de gezondheid van de werknemer, te wijten aan de blootstelling aan een fysisch agens, een biologisch of chemisch agens; b) een verband tussen de blootstelling aan een belasting van ergonomische aard of die verbonden is aan de zwaarte van het werk of aan monotoon en tempogebonden werk en een identificeerbaar risico op een fysieke of mentale werkbelasting voor de werknemer; c) een verband tussen de activiteit en een identificeerbaar risico voor psychosociale belasting van de werknemer; 4° activiteit verbonden aan voedingswaren: elke activiteit die een behandeling of een onmiddellijk contact inhoudt met voedingswaren of -stoffen die zijn bestemd voor consumptie ter plaatse of voor verkoop en die kunnen worden besmet of bezoedeld; 09-02-2017 12