1. Alliteratie Dezelfde klank aan het begin, van woorden die bij elkaar staan. 2. Anafoor Herhaling van woorden, of woordgroep aan het begin van opeenvolgende zinnen of zinsdelen. 3. Antithese Twee tegengestelde begrippen, of gedachten samen. 4. Asyndeton Voegwoorden weglaten. Explicatief: want weglaten. Adversatief: maar weglaten. 5. Chiasme Van twee zinnen of zinsdelen, de overeenkomstige elementen in tegengestelde volgorde plaatsen. A-B : B-A. 6. Ellips Weglaten van een vanzelfsprekend woord => onvolledige zin 7. Enallage Wanneer een bijv.nw grammaticaal bij het ene zlfst.nw hoort, terwijl het naar betekenis bij een ander zelfst.nw past. 8. Enjambement Als het einde van de zin/zinsdeel niet samenvalt het einde van de regel, maar doorloopt naar de volgende regel. 9. Hyperbaton Twee woorden die bij elkaar horen, zijn uit elkaar geplaatst. 10. Litotes Omschrijving van een begrip, door het tegendeel te ontkennen. Niet slecht=heel goed 11. Metafoor Een woord dat door een ander woord wordt vervangen, op grond van een overeenkomst in betekenis. Vlammen=liefdesvuur 12. Metonymie Een woord wordt vervangen door een ander woord, op grond van een verband tussen deze woorden. Dus niet overeenkomst in betekenis. a) Abstractum pro concreto (huilen, voor tranen) b) Concretum pro abstracto (bed, voor huwelijk) c) Pars pro toto (Scheepskiel, voor schip) d) Materiaal i.p.v voorwerp (ijzer voor zwaard) 13. Trikolon Driedelige zin, of zinsdeel. 14. Apostrophe Verandering van adressaat 15. Hendiadys Een door twee. (Ze zocht de jongeman met haar ogen en haar hart.) 16. Parallellie Parallellie is een stijlfiguur waarbij twee (of meer) zinsdelen naar inhoud of naar vorm gelijk zijn. zoals: ABC, ABC Bijvoorbeeld: Spreken is zilver, zwijgen is goud 17. Retorische vraag Een retorische vraag is een stijlfiguur waarbij een vraag wordt gesteld, waarop men geen antwoord verwacht. Het is de bedoeling dat de ontvanger (toehoorder, lezer) zich aangesproken voelt en instemt met wat de zender (spreker, schrijver) suggereert. 18. Paradox Een paradox is een ogenschijnlijk tegenstrijdige situatie. Ogenschijnlijk, omdat de vermeende tegenstrijdigheid veelal berust op een denkfout of een verkeerde redenering. 19. Prosopopoeia Personificatie. Metafoor waarbij apparaten als levende wezens voorgesteld worden. 20. Climax Een climax is als stijlfiguur een hoogtepunt, waarnaar wordt toegewerkt doordat in een opsomming van gelijksoortige elementen hun betekenis steeds in kracht toeneemt.