Inleiding Dit pedagogisch werkplan is een afspiegeling van de manier waarop wij werken. De manier van werken zal regelmatig getoetst en bijgesteld worden. Wij, pedagogisch medewerkers van kinderdagverblijf Calluna hebben verschillende malen bij elkaar gezeten om te praten over de werkwijze op het kindercentrum. Allen hebben een aandeel geleverd. Natuurlijk geeft iedere pedagogisch medewerker haar eigen invulling hieraan. Dit heeft te maken met ieders persoonlijkheid. Wel vinden wij het belangrijk dat wij allen dezelfde richtlijnen hanteren in de omgang met kinderen, ouders en de organisatie in het geheel. Tevens geven wij hiermee een beeld van de manier waarop wij met kinderen omgaan, onze uitgangspunten en onze motivatie daarachter. Wij willen goede kinderopvang bieden aan de ouders die hun kind voor één of meerdere dagen aan ons toevertrouwen. De opbouw van het pedagogisch beleidsplan is als volgt: Het eerste hoofdstuk is een algemeen hoofdstuk met daarin informatie over plaatsing, groepsgrootte, e.d. In het tweede hoofdstuk beschrijven we de doelstelling en onze visie op ontwikkeling en opvoeding. Het derde hoofdstuk is een uiteenzetting van ons pedagogisch handelen; hoe wij omgaan met de kinderen en de achtergrond van ons handelen. In het vierde hoofdstuk beschrijven we de verzorging van de kinderen: we bespreken hoe we omgaan met hygiëne, de maaltijden, e.d. Het vijfde hoofdstuk bestaat uit het beschrijven van de samenwerking met ouders. Het zesde en tevens laatste hoofdstuk is een klachtenreglement. Waar wij “hij” schrijven, bedoelen wij tevens “zij”. We spreken van “ouders”, maar dit kunnen tevens de verzorgers van een kind zijn. Inhoudsopgave Een korte historische schets 1. Algemeen 1.1 Groepssamenstelling 1.2 Dagindeling 1.3 Plaatsing 1.4 Kosten 1.5 Wennen 1.5.1 Kinderen die voor het eerst op Calluna komen 1.5.2 De overstap naar de volgende groep 1.6 Opvangtijden 1.7 Veilige leefomgeving 2. Uitgangspunten met betrekking tot het pedagogisch beleid 2.1 Doelstelling 2.2 Onze visie op de ontwikkeling van kinderen 2.3 Onze visie op de opvoeding 2.4 Pedagogische doelstelling 2.4.1 Het waarborgen van de pedagogische ontwikkeling van het kind 3. Het scheppen van ontwikkelingsmogelijkheden 3.1 De cognitieve ontwikkeling 3.2 De motorische ontwikkeling 3.3 De creatieve ontwikkeling 3.4 De sociale ontwikkeling 3.5 De emotionele ontwikkeling 3.6 De ontwikkeling van de identiteit en zelfredzaamheid 3.7 Veiligheid en vertrouwen 3.8 Het overbrengen van waarden en normen 3.9 Rapportage 4. De verzorging van kinderen 4.1 Maaltijden, tussendoortjes en traktaties 4.2 Slapen 4.3 Ziektes en ongevallen 4.4 Ventilatie van leef –en slaapruimtes 4.5 Hygiëne 4.6 Fysieke omgeving 4.7 Veiligheid 5. Ouderbeleid 5.1 Activiteitencommissie 5.2 Oudercommissie 5.3 Samenwerking ouders 6. Klachtenreglement Een korte historische schets In 1992 is kinderdagverblijf Calluna gestart in samenwerking met het Dudok College en het arbeidsbureau. Vanwege het gering aantal kinderen zijn we van start gegaan met een verticale groep, d.w.z. een groep kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar. April 1994 was het aantal zo gegroeid dat er twee groepen konden worden geformeerd: een babygroep van 7 kinderen in de leeftijd van 0 tot 2 jaar en een peutergroep van 12 kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar. Iedere groep had een professionele kracht en een leerling van de opleiding Leidster Kindercentra. Vanaf januari 1999 is Calluna gevestigd aan het Arenapark in Hilversum. Tot april 2005 was Calluna ondergebracht bij de B.V. Dudok Business Institute van het R.O.C. van Amsterdam. Vanaf 1 april 2005 is Calluna een zelfstandig kinderdagverblijf in een V.O.F. Tegelijkertijd is het kinderdagverblijf uitgebreid met 11 kindplaatsen. 1. Algemeen 1.1 Groepssamenstelling Calluna is een kleinschalig kinderdagverblijf met 4 groepen: een babygroep met 9 baby’s een dreumesgroep met 5 dreumesen een peutergroep met 11 dreumesen een peutergroep met 16 peuters De groepsgrootte en het aantal pedagogisch medewerkers per kind voldoen aan de modelverordening van de vereniging van de Nederlandse Gemeenten. De babygroep is speciaal voor de kleintjes met meer rust en individuele aandacht. Zo heeft ieder kind zijn eigen schema. Dreumesen behoeven meer speelruimte met meer speelmaterialen. Zij hebben geen individueel voedings- en slaapschema meer. De dreumesgroep biedt voor hen meer mogelijkheden. Op de peutergroep is een vast dagritme met individuele en groepsactiviteiten waar rekening wordt gehouden met de verschillende leeftijden. Wij geven de voorkeur aan deze kleinschaligheid aangezien het aantal beroepskrachten en de ruimtes voor de kinderen en hun ouders te overzien zijn. Dit komt de samenwerking en de sfeer ten goede. Om een goede vertrouwensrelatie op te bouwen met de kinderen en de ouders is het voor ons belangrijk dat zowel pedagogisch medewerkers als kinderen op vaste dagen in de week komen. Iedere groep heeft zijn eigen pedagogisch medewerker. 1.2 Dagindeling Het kinderdagverblijf is geopend van 8.00 tot 18.00 uur. Vanaf 8.00 uur komen de kinderen. Er is gelegenheid om een puzzel te maken met je kind of om een praatje te maken met de pedagogisch medewerker of met de andere ouders. Het voedings- en slaapschema van de baby’s is geheel aangepast aan het kind. Peuters hebben een vast schema: 9.30 uur voorlezen, zingen, fruit eten en drinken. 10.00 uur een activiteit in een gepast thema, buiten spelen. 10.30 uur verschonen 11.00 uur vrij spelen 12.00 uur brood eten 12.30 uur verschonen, naar bed, rusten. 14.00 uur vrij spelen 14.30 uur voorlezen, zingen, drinken, tussendoortje. 15.00 uur activiteit: kleien, plakken, buiten spelen, e.d. 16.30 uur verschonen 17.00 uur vrij spelen 1.3 Plaatsing Plaatsingsvoorwaarden Plaatsing gaat volgens het beleid van Calluna. Dit hangt bijvoorbeeld af van de leeftijdssamenstelling van de groep op dat moment. Als er al een broertje of zusje bij Calluna is, heeft de baby uit dit gezin voorrang. Het is mogelijk om voor 1 dag te komen, het maximum is 5 dagen. Belangrijk voor ons is dat het kind zich prettig voelt, dus wanneer het voor het kind beter lijkt te zijn dat het aantal dagen aangepast wordt, dan maken wij dit met de ouders bespreekbaar. Wij gaan er vanuit dat ieder kind tijd en ruimte nodig heeft om te wennen. Het contract kan starten op de 1ste of de 16de van de maand. Voor de startdatum bieden wij u de gelegenheid om met uw kind twee keer te komen wennen. Tijdens deze “wenafspraken” maakt u kennis met de pedagogisch medewerker en neemt u samen o.a. het voedingsschema en andere zaken door m.b.t. uw kind. Kinderen die bijzondere aandacht nodig hebben, bijvoorbeeld wegens een handicap of een gedragsstoornis, zijn in principe ook welkom op Calluna. Echter, aan een aantal voorwaarden moet zijn voldaan: een gezamenlijke overeenstemming van het team is noodzakelijk; er moeten voldoende begeleidingsmogelijkheden zijn; de verzorging van het kind moet hanteerbaar zijn voor de leidsters; andere kinderen mogen niet in het gedrang komen; iedere “handicap” wordt per individu bekeken. 1.4 Kosten Het huidige tarief wordt vermeld op de website, of kan u telefonisch verstrekt worden. Elk jaar kan dit tarief aangepast worden. Er worden 51 weken per jaar berekend. De maandelijkse bedragen worden aan het begin van de maand gefactureerd. Daarnaast worden natuurlijk extra gebruikte dagen achteraf in rekening gebracht. 1.5 Wennen Wennen is voor een kind noodzakelijk. Het kind moet immers een nieuwe vertrouwensrelatie opbouwen. Hieraan willen wij extra tijd en aandacht besteden. 1.5.1 Kinderen die voor het eerst op Calluna komen Kinderen die voor het eerst gebracht worden op Calluna hebben de mogelijkheid om te wennen. We hebben twee wenochtenden. De eerste heeft als doel de ouders en het kind bekend te maken met de groep. De tweede ochtend heeft als doel leren omgaan met de dagelijkse structuur van Calluna. De eerste ochtend De ouders vragen we op een rustig moment van de dag te komen, zodat de pedagogisch medewerker tijd heeft voor het kind en de ouder. We houden het de eerste keer zo kort mogelijk, namelijk 1,5 uur. Uw kind kan dan ervaren dat het na een kort verblijf op Calluna altijd weer opgehaald wordt. Het eerste half uur kan de ouder erbij zijn zodat uw kind rustig kan acclimatiseren. De ouder en de pedagogisch medewerker hebben dan de tijd om de nodige informatie uit te wisselen. Daarna kan uw kind even alleen spelen en ervaart het wat het is om op Calluna te zijn. De tweede ochtend Deze ochtend vragen wij de ouders te komen op de gebruikelijke brengtijd en het kind weer op te halen voor het eten, zodat het kind een groot deel van de ochtend heeft meegemaakt. Voordat de drukte met eten en naar bed brengen begint, is er voor het kind en de ouder tijd om uitleg te geven. Een kind heeft dan voldoende indrukken opgedaan. We vinden het belangrijk dat één van de ouders op het moment van wennen bereikbaar is. Mocht een kind er vreselijk veel moeite mee hebben dan nemen wij contact op met de ouder. Wennen duurt langer dan twee keer oefenen, maar wij vinden het belangrijk dat ouder en kind de sfeer proeven hier veilig te zijn. 1.5.2 De overstap naar de volgende groep Wanneer uw kind naar de volgende groep gaat, spreken we eerst een paar “wenmomenten” af met de pedagogisch medewerker van de nieuwe groep. Daar de kinderen bij de start van de dag vaak gezamenlijk opgevangen worden, zowel boven als beneden, en een aantal pedagogisch medewerkers op meerdere groepen werken, verloopt het wennen op de nieuwe groep meestal soepel. Bovendien gebruiken we gezamenlijk de buitenspeelplaats, waardoor de dreumesen al beginnen met “samen spelen” met kinderen van de peutergroep. Ouders worden geïnformeerd over de dag en de duur van de wenmomenten op de nieuwe groep. Wanneer de kindbezetting wijzigt, door bijvoorbeeld vakantie, passen we soms ook de groepssamenstelling aan. Het kan daardoor voorkomen dat, bijvoorbeeld, een kindje van boven, beneden gaat spelen op de dreumesgroep. Dit is een groep waarin uw kind met leeftijdgenootjes speelt. Wanneer we deze keuze maken, stellen we altijd het belang van het kind centraal en overleggen met de ouder. U tekent dan een formulier waarmee u toestemming verleent. 1.6 Opvangtijden Calluna is vijf dagen per week open van maandag t/m vrijdag. Op landelijke feestdagen en de week tussen kerst en oud en nieuw zijn wij gesloten. Wij brengen 51 weken per jaar in rekening. Kinderen extra brengen of ruilen van dag is mogelijk, mits er plaats is. Wij vinden het prettig als u uw kind ‘s morgens voor 9.00 uur brengt, zodat we de dag gezamenlijk kunnen starten met zingen, voorlezen en fruit eten. Wanneer uw kind door een ander opgehaald wordt, dan willen wij dat weten. Wij geven uw kind niet aan anderen mee, tenzij daarover contact is geweest met u. 1.7 Veilige leefomgeving Op ons kinderdagverblijf werken we volgens het zogenaamde “vierogenprincipe”. Dit houdt in dat we zoveel als mogelijk 2 beroepskrachten tegelijk op de groep laten werken. Alleen aan het begin en einde van de dag zijn onze pedagogisch medewerkers niet langer dan een ½ uur alleen op de groep. Dit is het moment waarop ouders hun kinderen brengen en of halen waardoor er voortdurend ouders op de groep in en uit lopen. Ook zijn onze ruimtes voorzien van veel glas en staan ze in open verbinding met elkaar. Op alle dagen van de week is er een leidinggevende aanwezig die regelmatig, op verschillende momenten de groep oploopt. Elke nieuwe medewerker dient een VOG (Verklaring Omtrent Gedrag) in. Wij proberen de continuïteit van vaste pedagogisch medewerkers op de groep te bewaken. Bij ziekte of vrije dagen van een pedagogisch medewerker proberen wij zoveel mogelijk terug te kunnen vallen op ons eigen team. De leiding van Calluna draagt er zorg voor dat er vervanging van de pedagogisch medewerkers plaats vindt. Tevens zijn wij een leerbedrijf voor stagiaires van de opleiding Sociaal Pedagogisch Werk. Voor hen geldt dat zij boventallig op vaste dagen en op een vaste groep werken. 2. Uitgangspunten met betrekking tot het pedagogisch beleid 2.1 Doelstelling De algemene doelstelling van kinderdagverblijf Calluna De doelstelling van Calluna is het geven van professionele en kwalitatief goede kinderopvang in de tijd dat ouders of verzorgers werken en/of studeren. De leiding van Calluna houdt rekening met de manier van opvoeden van de ouders en/of verzorgers. Een goede samenwerking tussen Calluna en ouders is hierbij een noodzakelijke voorwaarde. 2.2 Onze visie op de ontwikkeling van kinderen In de ontwikkelingspsychologie bestaan verschillende visies op de ontwikkeling van het kind. Sommigen menen dat de aangeboren aanleg van het kind bepalend is voor de richting waarin het kind zich ontwikkeld. Anderen denken dat de ontwikkeling juist wordt bepaald door het milieu waarin het kind zich bevindt. Zij zoeken de oorzaken in factoren buiten het kind om, zoals opvoeders, gezinsomstandigheden en dergelijke. Volgens een derde visie hebben zowel de aangeboren aanleg als de omgevingsfactoren invloed op de ontwikkeling van het kind. De interactie tussen beide factoren bepaalt de richting waarin het kind zich ontwikkelt. Wij gaan uit van de laatst genoemde visie, waarin het samenspel van de individuele aanleg van het kind en de omgevingsfactoren de richting van de ontwikkeling van het kind bepaalt. 2.3 Onze visie op opvoeden Onze visie op de ontwikkeling van het kind hangt nauw samen met onze visie op het opvoeden. Het feit dat we vinden dat de invloed van de omgevingsfactoren medebepalend is voor de opvoeding van het kind, houdt in dat ook (mede)opvoeders hierin een rol spelen. De interactie tussen het kind en de pedagogisch medewerkers is dus één van de factoren die de ontwikkeling beïnvloedt. 2.4 Pedagogische doelstelling Het bevorderen van de ontwikkeling van kinderen door ze onder deskundige begeleiding in groepsverband samen te brengen in een speciaal voor hen gecreëerde ruimte als aanvulling op de opvoeding thuis. 2.4.1 Om een goede pedagogische ontwikkeling van het kind te kunnen waarborgen, gaan wij uit van onderstaande stellingen: een sfeer van vertrouwen en veiligheid is nodig. Pedagogisch medewerkers willen voor die veiligheid en dat vertrouwen zorg dragen door middel van begeleiding, ondersteuning en stimulering van het kind in een harmonieuze sfeer; het is belangrijk dat de omgeving aansluit (materiaal en benadering) bij het niveau van het kind en dat het de kinderen prikkelt zich te ontwikkelen; ieder kind moet zich in zijn eigen tempo mogen ontwikkelen; elk kind moet gestimuleerd worden in zijn lichamelijke, cognitieve, sociale en emotionele ontwikkeling. 3. Het scheppen van ontwikkelingsmogelijkheden 3.1 De cognitieve ontwikkeling De cognitieve ontwikkeling is het ontwikkelen van het “denken”; de kinderen leren de wereld om zich heen kennen en begrijpen. Ze leren ordenen, verbanden leggen en taal. De cognitieve ontwikkeling is voor een kind van groot belang. Een baby krijgt de mogelijkheid om speelgoed te ontdekken door vast te houden, te proeven, te bewegen en te bekijken. Veel speelgoed is kleurrijk, meestal een primaire kleur. Dit prikkelt om op onderzoek uit te gaan. Later leert een kind welke naam dingen hebben en waar ze voor dienen. Nog later leert een kind bedenken waarvoor je een voorwerp nog meer zou kunnen gebruiken. Voor het stimuleren van de verstandelijke ontwikkeling maken we gebruik van materialen als: insteekvormen, stapelbekers, duplo, puzzels, boekjes, e.d. Binnen een groep spelen verschillende ontwikkelingsniveaus een rol en vanzelfsprekend kunnen we hier op in spelen door individueel met het kind en het materiaal bezig te zijn. Het is voor een leidster belangrijk om goed te observeren zodat zij het juiste speelgoed kan aanbieden. Naast individueel spel is samen spelen ook belangrijk. Ze leren hierbij o.a. delen, wachten, meedenken en elkaar helpen. Groepsactiviteiten leveren hieraan een bijdrage. Met de grotere peuters worden er gezelschapsspelletjes gedaan, maar ook samen een prentenboek lezen hoort hierbij. Belangrijk bij de cognitieve ontwikkeling is dat de kinderen de ruimte krijgen om te ontdekken. Dat betekent dat naast een ruim aanbod van spel en materiaal, er zo nu en dan iets veranderd kan worden op de groep om een nieuwe spelsituatie te creëren. De cognitieve ontwikkeling speelt in het dagelijks gebeuren een belangrijke rol. Door met elkaar te praten en doordat de leidster uitleg geeft bij alles wat ze doet of waar speelgoed voor dient, doen kinderen kennis op. Kinderen zijn je graag van dienst. Ze vinden het heerlijk om je grote hulp te zijn. We nemen kinderen zo nu en dan even apart om samen de wasmachine aan te zetten of om samen brood klaar te maken. Door met andere kinderen te spelen leren ze te imiteren en doen ze ideeën van elkaar op. Daarnaast leren de grotere kinderen, de kleine kinderen spelenderwijs hoe iets gedaan wordt. Herhaling en bevestiging zijn heel belangrijk. Taal is een belangrijk onderdeel in de cognitieve ontwikkeling. Er is veel verbaal contact tussen een pedagogisch medewerker en een baby. Het is herkenbaar en geeft een gevoel van veiligheid. Zo reageren we op geluidjes die de kinderen maken, door enthousiast te reageren of zijn naam te noemen of door hetzelfde geluid te produceren. Door te reageren stimuleren we de kinderen tot meer verbale actie. Als kinderen groter worden gaan we samen boekjes lezen, voorwerpen benoemen zodat zij woordjes en voorwerpen gaan herkennen, kringgesprekken houden, enz. Daarnaast hebben we de mogelijkheid om kinderliedjes te draaien. We zingen en rijmen met de kinderen, dit vergroot hun woordenschat. We vinden het belangrijk dat iedere pedagogisch medewerker goed let op de individuele behoefte in de taalontwikkeling. Het ene kind kan snel en goed praten, het andere kind is een late prater. Als pedagogisch medewerker moet je er voor zorgen dat je zo nu en dan individueel contact zoekt aangezien sommige kinderen in groepsverband minder zeggen dan thuis. Individueel betekent ook ieder op zijn eigen niveau respecteren en stimuleren. De pedagogisch medewerkers spreken allen beschaafd Nederlands, verder schreeuwen en schelden zij niet. We helpen kinderen ook met elkaar te communiceren door te begeleiden en te sturen. Kinderen met een andere moedertaal brengen wij de Nederlandse taal bij. In bijzondere situaties proberen wij, zover wij over kennis van die taal beschikken, gebruik te maken van hun eigen taal, bijvoorbeeld om een kind op zijn gemak te stellen. 3.2 De motorische ontwikkeling Een kind leert in zijn eerste levensjaren ontzettend veel. Motorisch gezien is hij in een jaar tijd enorm ontwikkeld van een baby die stil ligt in een box tot het staan en langs de tafel lopen op één jarige leeftijd. De motorische leeftijd kent twee kanten: de grove motoriek, zoals het leren lopen, klimmen en rennen en de fijne motoriek zoals iets vast pakken, tekenen en kralen rijgen. Op Calluna proberen we de kinderen te voorzien in hun behoefte aan oefening van de motoriek. Er is speelgoed voor iedere leeftijdsgroep waarin beide motorische aspecten aandacht krijgen. Op alle groepen zijn de ruimtes zo ingedeeld dat er hoekjes zijn die bepaald speelgoed bevatten die de motorische ontwikkeling stimuleren, zoals de bouwhoek en de puzzelhoek. Naast dat kinderen in hun vrije spel met de verschillende materialen kunnen spelen hebben wij vaste tijden waarin we extra aandacht geven aan de motoriek zoals het knutselen tot het buiten spelen met rijdend materiaal of glijden op de glijbaan. Als het weer het toelaat zijn wij minimaal één keer per dag buiten. Belangrijk vinden wij dat kinderen gevarieerd speelgoed aangeboden krijgen en dat dit voor ieder kind afgewisseld wordt. Pedagogisch medewerkers proberen kinderen individueel te stimuleren om met verschillende materialen om te gaan. Ook in de motorische ontwikkeling speelt het zelf proberen een belangrijke rol. Een kind krijgt de ruimte om het zelf te doen. Eerst sturen we een kind door aanwijzingen en complimentjes te geven, pas daarna helpen we een kind. Kinderen zijn grote klim en klauteraars. Dat betekent voor ons dat we ze nooit alleen laten. In de verzorging komt de motorische ontwikkeling ook aan bod. Zo leren we kinderen al snel uit een tuitbeker te drinken en proberen we de oudere peuters te stimuleren om zichzelf aan of uit te kleden bij het naar bed gaan. Voorop staat voor ons dat een kind plezier moet hebben. Spelenderwijs ontdekt een kind dan zijn wereld. 3.3 De creatieve ontwikkeling Ieder kind is creatief, de één wat meer dan de ander. Voor ons is creativiteit de eigen inbreng en fantasie van een kind die gekoppeld kan worden aan materiaal en spel. Bijvoorbeeld een kind dat een fantasiespel speelt waarin de stoelen een huis zijn of creativiteit in de zin van kleuren, plakken, e.d. We proberen de creatieve ontwikkeling te prikkelen en te stimuleren door kinderen allerlei verschillende materialen en activiteiten aan te bieden. Zo werken we op de peutergroep met thema’s. Binnen het thema bieden we handenarbeidwerkjes en spel aan passend in het thema. Daarnaast worden er ook liedjes gezongen en prentenboeken gelezen afgestemd op het thema. Belangrijk vinden wij dat er ruimte is voor de eigen inbreng van het kind. Als een kind op een paddestoel de witte stippen ernaast in plaats van erop wil plakken, dat kan dat. Wanneer een kind zoveel mogelijk potloden tegelijk wil vast houden, om er mee te kleuren, dan is dat prima. Een kind moet de ruimte krijgen om materiaal te onderwerpen aan zijn eigen belevingswereld. We laten aan de kinderen blijken dat we het waarderen als ze hun eigen invulling geven bij knutselen, spelletjes, zingen en spelen. Creativiteit kan ook ingebracht worden in de dagelijkse verzorging. Zo af en toe versieren we boterhammen, of maken een fantasiespel van het slapen gaan. Iedere pedagogisch medewerker geeft hier een eigen invulling aan. 3.4 De sociale ontwikkeling Het samenzijn in de groep kan heel waardevol zijn voor de kinderen. Niet alleen omdat de kinderen van elkaar leren en veel plezier met elkaar hebben, maar ook omdat ze zich ontwikkelen op het sociaal-emotionele vlak. Er ontstaan vriendschappen, kinderen troosten elkaar, ze leren delen en rekening houden met elkaar. De groepen zijn zo samengesteld dat de kinderen gehecht kunnen raken en het gevoel hebben bij elkaar te horen. Kleine kinderen kunnen nog niet echt samen spelen. Maar door naar elkaar te kijken en te luisteren, kunnen ze plezier aan elkaar beleven. Als ze iets groter worden, zie je dat ze elkaar nadoen en na verloop van tijd trekken de kinderen naar elkaar toe. Grote peuters leren samen delen en samen spelen door ze bijvoorbeeld samen een karweitje te geven, bijvoorbeeld samen de kwasten schoonmaken of samen opruimen. In groepsactiviteiten speelt samenwerken een grote rol, zoals samen een lijmpotje delen. Het dagelijks gebeuren zorgt ook voor de nodige saamhorigheid: rekening houden met elkaar; op elkaar wachten tot iedereen klaar is met eten; samen naar bed gaan, elkaar helpen met aan -en uitkleden; als er kinderen slapen niet rennen in de hal. Daarnaast is een groot deel van de dag vrijgemaakt voor vrij spelen. Vooral de grotere kinderen zoeken elkaar op om samen te spelen. Wel vinden we dat kinderen niet verplicht zijn om met elkaar te spelen, maar het mag ook niet zo zijn dat een kind altijd buitengesloten wordt. Dat betekent voor ons dat we goed naar de situatie moeten kijken zodat wij kunnen beoordelen wanneer een kind wel of niet mee mag spelen. Als er bijvoorbeeld een grote trein gemaakt wordt en een kindje mag niet meedoen, dan zullen wij vertellen dat iedereen in de trein mag. Als er drie kinderen in de poppenhoek gaan spelen, hoeft er niet altijd een vierde bij, we bieden dan wel iets anders aan. Heel belangrijk vinden we dat kinderen leren respect te hebben voor elkaar. We proberen de kinderen te leren rekening met elkaar te houden. Bijvoorbeeld als de grotere kinderen in de poppenhoek spelen, kun je niet verwachten dat daar de kleine dreumesen niet komen spelen. We begeleiden de kinderen hierin door een oplossing aan te bieden of door kinderen zelf mee te laten denken. Soms kan dat betekenen dat wij de gevoelens van een kind uitleggen aan een ander kind zodat een kind leert zich te verplaatsen in een ander. We hechten er waarde aan dat kinderen op een positieve manier met elkaar omgaan. Dat betekent dat wij schelden, pijn doen en speelgoed van elkaar afpakken niet goedkeuren. We proberen het, door te praten, samen op te lossen; een oplossing waar ieder kind mee uit de voeten kan. Als een kind bijvoorbeeld een tractor heeft en een ander kind pakt het af dan leggen we uit dat dit niet kan. Vervolgens zoeken we samen naar een oplossing, bijvoorbeeld om de beurt op de tractor of een ander speeltje aanbieden. Samenzijn is waardevol zolang kinderen fijn met elkaar omgaan. Dat willen we in alle opzichten aanmoedigen. 3.5 De emotionele ontwikkeling Emoties spelen een belangrijke rol in het leven van een kind. Na ongeveer 6 weken lachen de meeste kinderen en naarmate ze grote worden komen er meer emoties bij. Het is heel belangrijk dat een kind zijn emoties kan uiten. Door een kind de ruimte te geven kan een kind zich veilig voelen. Het is voor ons belangrijk dat we kijken naar de signalen die bij die emotie passen. Boosheid is soms echt boosheid maar kan ook verdriet zijn. Een baby kan soms huilerig zijn, we kijken dan naar; hoe huilt een kind, wanneer huilt een kind en hoe vaak huilt een kind. Huilen kan namelijk ook gewoon een ontlading van spanning zijn. We bieden warmte en geborgenheid waardoor een kind zijn gevoelens durft te tonen. We helpen kinderen hun emotie te begrijpen en onder woorden te brengen. Kinderen verwerken hun emoties vaak in spel, hier proberen wij op in te spelen, bijvoorbeeld een kiekeboe spelletje te spelen met een kind die last heeft van verlatingsangst. Emotie kan ook geuit worden in een terugval in de ontwikkeling. Het is voor ons belangrijk om op zoek te gaan naar de oorzaak door goed te kijken naar het kind en eventueel te overleggen met de ouders. Het omgaan met de emoties van ieder kind hangt nauw samen met de eigenheid van een kind. We accepteren ieder kind in zijn uiting van emoties. Zo kan het zijn dat een kind altijd huilt bij het afscheid nemen van zijn vader of moeder. Wij zeggen dan dat dit best mag en troosten en knuffelen het kind. We proberen samen het afscheid zo prettig mogelijk te laten verlopen. Natuurlijk worden positieve emoties altijd gestimuleerd en bejubeld. Het is fijn als ieder kan zijn wie hij is. 3.6 De ontwikkeling van identiteit en zelfredzaamheid. Iedere baby maakt zijn eigen ontwikkeling door. Zo zal de ene baby eerder zelf kunnen drinken dan de ander. Daarom stimuleren we ieder kind in zijn eigen tempo. We reiken vaak wel dingen aan die de kinderen prikkelen. Zoals bijvoorbeeld een kind dat probeert te draaien, helpen we niet lichamelijk maar we leggen een speeltje neer op de plek waar het kind zich naar toe draait en moedigen hem aan. Stimuleren heeft een positieve uitwerking. Bij de peuters vinden we zelfredzaamheid heel belangrijk. Als kinderen zichzelf goed kunnen redden is dat heel goed voor hun zelfvertrouwen en gevoel voor eigenwaarde. We vinden dat een kind het eerst zelf mag proberen. Als het niet lukt proberen we hem te begeleiden. Dit alles gebeurt op een speelse manier, niks moet. Voor een positief zelfbeeld is het heel erg belangrijk dat een kind veel complimentjes krijgt. Aanmoedigen maakt dat een kind zich sterk voelt in zijn eigen kunnen. De grote peuters zijn hier vaak een voorbeeld voor de dreumesen. We laten kinderen zoveel mogelijk zelf eten en drinken. Ook een kleine dreumes die zelf met een lepel wil eten wordt daarin gestimuleerd. We pakken dan twee lepels zodat hij zelf kan scheppen en wij zorgen ervoor dat hij ook werkelijk nog wat naar binnen krijgt. Als het kind eraan toe is helpen we met de zindelijkheid. Dit gaat altijd in overleg met de ouders. We zullen het kind regelmatig op een potje zetten als hij dat wil en zonodig extra verschonen. Belangrijk voor ons is of het kind er zowel lichamelijk als geestelijk aan toe is. Er wordt niet gekeken naar leeftijd of de wil van de ouders. Ieder kind is anders, een eigen persoon die zijn eigen behoeftes heeft. Het identiteitsbesef van een kind stimuleren we door bijvoorbeeld kringspelletjes te doen waarbij namen van iedereen benoemd worden: “Wie ben jij?” of “Wie zit er naast jou?” of “Ben je een jongen of een meisje?“ Daarnaast wordt iedereen als individu aangesproken. Zo krijgen kinderen langzaam besef van hun eigen ik. We proberen de eigenheid te bewaren, bijvoorbeeld door kinderen een eigen mandje te geven met spulletjes van thuis erin. Vaak weten kinderen precies van wie welk mandje is Het ontdekken van het eigen lichaam is een belangrijk ontwikkelingsaspect van de peuter. We hechten er waarde aan dat een kind de mogelijkheid krijgt om zijn eigen lichaam te ontdekken. Dat betekent dat wij bijvoorbeeld tijdens het verschonen lichaamsdelen benoemen van elkaar en we vinden het geen probleem als kinderen elkaars blootje bekijken. We vinden het prima als kinderen op een rustig moment van de dag doktertje spelen en we grijpen in als er met voorwerpen bij billen of vagina gespeeld wordt. We bieden dan een alternatief aan: doe de thermometer maar onder je oksel in plaats van tussen je billen. We vinden dat we heel gewoon kunnen praten over seksualiteit. Kinderen willen vaak alleen antwoord op een vraag, geen complexe uitleg. Daarnaast mogen kinderen best bij zichzelf voelen. Dit kan rust geven voor een kind. Belangrijk is daarbij dat het past in de situatie. Bijvoorbeeld tijdens het eten leggen we uit dat het niet het juiste moment is, maar als ze gaan slapen is het geen probleem. We willen kinderen als individu benaderen. Ieder kind wordt op zijn eigen niveau en persoonlijkheid aangesproken en gestimuleerd. Het ene kind heeft veel ruimte nodig om te ontdekken en het andere kind heeft snel een overdaad aan prikkels en behoeft dus minder ruimte. 3.7 Veiligheid en vertrouwen Een sfeer van vertrouwen en veiligheid is nodig. Het is een voorwaarde voor het kind om zich optimaal te kunnen ontwikkelen. Pedagogisch medewerkers willen voor die veiligheid en dat vertrouwen zorg dragen door begeleiding, ondersteuning en stimulering van het kind in een harmonieuze sfeer. Dat betekent voor ons: dat ieder kind benaderd wordt op zijn eigen niveau en naar eigen behoefte; dat er regels zijn die structuur en veiligheid bieden; dat de pedagogisch medewerkers duidelijk en consequent zijn; dat intonatie in de stem gebruikt wordt; dat oogcontact gebruikt en gestimuleerd wordt; rust uitstralen; lichamelijk contact maken. 3.8 Het overbrengen van waarden en normen We hechten er waarde aan dat iedereen elkaar gelijk behandelt. Iedereen is anders. Huidskleur, godsdienst of sociale klasse mag geen verschil maken in de omgang met elkaar. Dit proberen wij uit te dragen door thema’s te wijden aan bijvoorbeeld het ontdekken van je eigen lichaam of interculturele samenleving. Maar ook door kinderen spelenderwijs attent te maken op de onderlinge verschillen en gelijkenissen. Wij vinden het belangrijk dat iedereen respect heeft voor elkaar. Je speelt samen en moet dus rekening houden met de ander. Kinderen moeten nog leren samen te spelen en te delen. Wij willen onze bijdrage leveren door kinderen de ruimte te geven om zelf problemen op te lossen. We grijpen alleen in als een kind een ander kind pijn (lichamelijk of geestelijk) wil doen. We proberen met praten en overleggen tot een oplossing te komen. Doormiddel van kringspelletjes, prentenboeken en rollenspellen proberen we de kinderen waarden en normen bij te brengen. Agressie in spel of naar andere kinderen keuren we af door spelenderwijs het spel een andere wending te geven. Er mag niet worden geschreeuwd, geslagen of gebeten. Er is op Calluna geen speelgoed aanwezig dat geweld uitbeeld. Zelf geven wij het goede voorbeeld aan kinderen. Een andere norm waar wij waarde aan hechten is het zinvol omgaan met alles om je heen; de natuur, verbruiksmaterialen, dieren en planten. Zo leren we kinderen beestjes en bloemetjes uit de tuin te waarderen door ze aan te wijzen, samen te ruiken en ze te benoemen. We leren kinderen dat ze tijdens het handen wassen niet de kraan onnodig laten lopen. We leren kinderen speelgoed en andere materialen zo te gebruiken dat het niet kapot gaat. Hiermee hangt samen dat we geen materialen verspillen. Niet onnodig veel toiletpapier gebruiken, niet overdreven veel beleg op brood. We leren kinderen dat ze afmaken waar ze mee bezig zijn en dat ze helpen opruimen als we iets anders gaan doen. Een puzzel die uit de kast gepakt wordt moet eerst in elkaar gelegd worden voordat er iets nieuws op tafel komt. Een kind dat daar nog niet toe in staat is helpen we daarbij. We vinden het geen probleem dat er tijdens het vrijspelen speelgoed op de grond ligt. Voor een activiteit gaan we gezamenlijk met de kinderen het speelgoed opruimen. We leren kinderen opruimen door ze kleine opdrachtjes te geven. Schelden en vieze woorden accepteren wij niet. Vaak weten kinderen de betekenis niet van een woord maar hebben ze het gehoord en ontdekt dat dit woord een reactie uitlokt van een volwassene. Door het te negeren of door te benoemen dat dit geen leuke woorden zijn laat je kinderen weten dat je dit gedrag niet waardeert. Van alle volwassenen die zich in Calluna bevinden verwachten wij dat ze niet schelden of schreeuwen. Straffen en belonen heeft eveneens te maken met waarden en normen. Belonen vinden we heel belangrijk voor kinderen. Kinderen kun je heel goed stimuleren door ze te prijzen. We geven een kind veel complimentjes. Dit is goed voor de opbouw van de eigenwaarde en het prikkelt het kind om verder te gaan. Straffen van kinderen moet in de ruimste betekenis van het woord genomen worden. Straffen doen wij door afkeuren van ongepast gedrag. Daarbij vinden wij het belangrijk dat we zeggen wat niet mag, waarom het niet mag en wat dan wel mag. In het uiterste geval zetten we een kind even op een stoeltje. Zo ervaart het kind dat zijn gedrag niet goed gekeurd wordt en dat dit tot gevolg heeft dat hij even niet mee kan spelen. Dit houden we zo kort mogelijk. We zullen het altijd positief afronden; we praten het uit en dan is het over. We vinden dat kinderen zowel de ruimte moeten krijgen om dingen individueel te doen als in groepsverband. De ene keer worden activiteiten dus individueel aangeboden en de andere keer gaan we gezamenlijk iets doen. Belangrijk vinden we dat een kind zelf mag aangeven of hij mee wil doen. We zullen kinderen wel altijd stimuleren om mee te doen. Als we naar buiten gaan en een kindje wil niet naar buiten dan kijken we of er een andere oplossing mogelijk is. We vinden het belangrijk dat een ouder altijd afscheid neemt van zijn kind, ook al heeft het kind enorm veel verdriet. We groeten ouders zelf bij het halen en brengen en hopen hiermee een goed voorbeeld te geven aan de kinderen. We vinden het belangrijk om de ouder gesproken te hebben bij het ophalen en nemen de tijd om het kind gedag te zeggen. De kinderen zijn gebaat bij rust, regelmaat en structuur. In deze behoefte proberen we zoveel mogelijk te voorzien door een vast dagritme en vaste rituelen aan te bieden. Dit geeft een kind vertrouwen en veiligheid. Zo ruimen we eerst gezamenlijk op voor het eten en wachten op elkaar tot de anderen uitgegeten zijn. Aan feesten besteden we extra aandacht, zoals de jaarlijkse feesten als Kerst, Pasen en Sinterklaas. Deze behandelen we in een thema waarin zang, spelletjes, verhalen en activiteiten het feest accentueren. We vinden belangrijk om kinderen attent te maken op de verschillende feesten en de gewoontes daarbij. Verjaardagen van de leidsters worden per groep gevierd. De kinderen maken gezamenlijk een cadeautje voor de jarige. Voor de peuters is er een vast verjaardagsritueel. Iedere jarige mag trakteren, er worden slingers opgehangen, een verjaardagshoed gemaakt en er wordt natuurlijk gezongen. We leggen kinderen geen rollen op zoals: “stoere jongens” of “lieve meisjes”. Iedereen is gelijk of je nu een jongen bent of een meisje maakt geen verschil in behandeling en aanbod van speelgoed. 3.9 Rapportage Op alle groepen ligt een daglijst. Hierop staan de namen van alle kinderen die er die dag zijn. Daarachter is er ruimte voor zowel de ouders als de pedagogisch medewerkers om eventuele bijzonderheden van het kind te noteren. Vanzelfsprekend zullen echte bijzonderheden ook altijd mondeling overgedragen worden. Op de babygroep wordt op deze lijst de verzorging van uw baby bijgehouden ten aanzien van slaap en voedingstijden. Ook vragen wij de ouders een plakboek mee te nemen om vanaf de eerste dag op Calluna tot aan het afscheid de ontwikkeling van uw kind bij te houden. Dit gebeurt in de vorm van verhaaltjes, foto’s en werkjes die uw kind heeft gemaakt. Goed contact tussen de ouder en de pedagogisch medewerker is heel belangrijk. Tijdens het brengen en halen van uw kind neemt de pedagogisch medewerker de tijd voor een gesprekje. Tijdens deze breng – en haalmomenten is er ruimte om leuke gebeurtenissen en eventuele bijzonderheden van uw kind uit te wisselen. Beneden op de deur van de dreumes en peutergroep kunt u aan het einde van de dag lezen welke activiteiten we hebben gedaan, of we buiten hebben gespeeld, verjaardag hebben gevierd, etc. Het is belangrijk voor de pedagogisch medewerkers dat ze de ontwikkeling van de kinderen bijhouden en elkaar daarover rapporteren. Elke 6 weken is er een teamoverleg waarin de ontwikkeling van de kinderen een vast agendapunt is. Er is ruimte om tijdens dit overleg eventuele bijzonderheden ten aanzien van de ontwikkeling of het gedrag van het kind met collega’s te bespreken. Zonodig wordt er contact gezocht met de ouders om te overleggen. Waar het om gaat is dat een kind op zijn eigen niveau en in zijn eigen tempo mag ontwikkelen en eventueel gestuurd kan worden. Het is niet de bedoeling om een kind te meten of hij aan een bepaald niveau voldoet gezien zijn leeftijd. Als er sprake is van een lichamelijke of geestelijke achterstand, dan is het belangrijk om dat vroegtijdig te signaleren en om er over te praten met de ouders. Voor een gesprek, waarbij meer tijd en aandacht nodig is dan bij het halen en brengen, kan zowel de ouder als de leidster het initiatief nemen. Zonodig kan de leidinggevende hierbij aanwezig zijn. Samen kan er gezocht worden naar een oplossing. Dit zou ook kunnen betekenen dat wij ouders doorverwijzen naar een huisarts of een andere deskundige. Een andere mogelijkheid is om samen met de ouders een stappenplan op te stellen waar zowel de ouders als de leidsters mee overweg kunnen. 4. De verzorging van kinderen De verzorging van de kinderen bij het kinderdagverblijf bestaat voor een groot gedeelte uit: kinderen eten geven, verschonen, naar bed brengen. Bij de verzorging hanteren wij diverse richtlijnen. Deze richtlijnen geven duidelijk houvast aan kinderen, ouders en pedagogisch medewerkers. Naast praktische verzorging, vinden wij het belangrijk dat deze verzorging hygiënisch, maar vooral ook met aandacht en interesse voor het kind plaatsvindt. 4.1 Maaltijden, tussendoortjes en traktaties Baby’s hebben hun eigen ritme. Wat en op welk tijdstip ze hun voeding krijgen, wordt zoveel mogelijk aangepast aan de richtlijnen die de ouders meegeven. Flesvoeding is aanwezig op het kinderdagverblijf. Om hygiënische redenen moeten ouders zelf voor een fles zorgen. Zij dragen er ook zelf zorg voor dat de flessen op tijd mee naar huis genomen worden om ze uit te koken en spenen te vervangen. Wanneer er iets in het voedingspatroon verandert dan geven ouders dit door aan de pedagogisch medewerker en passen wij dit aan. Op het kinderdagverblijf is vers fruit aanwezig. Voor de baby’s is er tussendoor diksap, een soepstengel of een rijstewafel. Als de kinderen wat ouder worden gaan ze langzamerhand over naar de dagindeling zoals die op de dreumes en peutergroep geldt. ’s Morgens krijgen de kinderen fruit en sap of water. Voor de kinderen is er tussen de middag volkoren brood. De eerste boterham is altijd met hartig beleg, daarna mag het kind kiezen welk beleg hij op zijn volgende boterham wil. We hanteren in principe de regel dat een kind niet meer dan drie boterhammen eet. Wij vinden het belangrijk dat een kind gezond eet maar willen ook bewust omgaan met de hoeveelheid voeding die je aanbiedt. Bij het brood drinken de kinderen een beker melk of water. In de loop van de middag krijgen de kinderen een gezond tussendoortje, bijvoorbeeld een rijstewafel met een beetje smeerkaas, rozijntjes of een soepstengel met een beker sap of water. Wij proberen de kinderen zoveel mogelijk te stimuleren te eten/drinken. Als een kind niet of niet meer wil eten wordt dit geaccepteerd. Als een kind minder eet of drinkt dan wij van hem gewend zijn, dan wordt dit gemeld aan de ouders. Wij kiezen voor zoveel mogelijk rust tijdens het eten aan tafel. Dit doen wij door op te ruimen voor het eten en een liedje te zingen voor het eten. Als uw kind een afwijkende voeding heeft dan wordt in overleg met de pedagogisch medewerker bekeken of het kinderdagverblijf hiervoor kan zorgen of dat de ouders de voeding zelf meenemen. Dit laatste zal ouders gevraagd worden wanneer er sprake is van een beperkte houdbaarheid. 4.2 Slapen Ieder kind van baby tot peuter heeft zijn eigen slaapbehoefte. Wij vinden het belangrijk om zoveel mogelijk mee te gaan in de behoefte van het kind. Ouders kunnen altijd in overleg met de pedagogisch medewerker hun eigen richtlijnen doorgeven. De baby’s en dreumesen slapen in een ledikant. Peuters slapen meestal één keer per dag. Zij slapen op een matrasje. Er blijft zonodig een pedagogisch medewerker bij de kinderen tot zij allemaal slapen. 4.3 Ziektes en ongevallen Op het kinderdagverblijf is een naslagwerk van de GGD aanwezig. Hierin kunnen wij informatie vinden over ziektes en andere onderwerpen ten aanzien van de gezondheid en hoe we hierin het beste kunnen handelen. Bij twijfel vragen wij een telefonisch advies aan de GGD. De pedagogisch medewerkers zijn in het bezit van een Kinder-EHBO diploma. Als kinderen tijdens hun verblijf op Calluna medicijnen nodig hebben dan kunnen de pedagogisch medewerkers deze geven. Hiervoor moet de ouder een verklaring tekenen, waarbij de ouder toestemming verleent aan de pedagogisch medewerker dat zij deze medicijnen mag toedienen. Wij geven geen injecties. Als regel met ziekte geldt: een ziek kind moet thuis blijven. Wij vinden het belangrijk dat een kind de aandacht kan krijgen waar het kind behoefte aan heeft. Bij ziekte zal het kind dat extra nodig hebben. Het kind moet natuurlijk ook kunnen functioneren in de groep. Als er in de loop van de dag ziekte geconstateerd wordt, zal er contact met u opgenomen worden. Afhankelijk van de symptomen en het welbevinden van het kind kunnen wij u verzoeken het kind op te halen. Wij gaan dus uit van het kind en hanteren niet een bepaalde koortsgrens. Op beide groepen is een map met telefoonnummers van ouders/verzorgers en van de huisarts aanwezig. Het is belangrijk dat altijd één van de ouders bereikbaar is zodat wij bij ziekte of calamiteiten kunnen overleggen. 4.4 Ventilatie van leef -en slaapruimtes Bij het verzorgen van de kinderen is het ook belangrijk dat zij in een gezonde ruimte verblijven. Alle ruimtes worden regelmatig geventileerd en maandelijks gecontroleerd op een juiste CO2 waarde. Er is een ventilatiesysteem dat de lucht mechanisch afvoert. In het kinderdagverblijf mag niet gerookt worden. 4.5 Hygiëne Een goede hygiëne op het kinderdagverblijf vinden we heel belangrijk. In de eerste plaats voor het kind, om een eventuele besmetting te voorkomen. Wij vinden het eveneens prettig in een schone ruimte te kunnen werken. De lichte huishoudelijke taken worden door de pedagogisch medewerker verricht. De vloeren en het sanitair worden dagelijks schoongemaakt door een schoonmaakbedrijf. Beddengoed, slabbetjes, washanden en keukendoeken worden dagelijks gewassen, boxkleden en speelkussens wekelijks en zonodig vaker. Ook het speelgoed verdient de grootste aandacht. Het speelgoed op de peutergroep wordt ongeveer één keer in de maand schoongemaakt. Op de babygroep gebeurt dit dagelijks omdat baby’s speelgoed in hun mond stoppen. Bij het verschonen van de kinderen wordt gebruik gemaakt van een makkelijk te reinigen aankleedkussen. Met papieren tissues worden de neuzen van de kinderen afgeveegd. De pedagogisch medewerkers wassen op vaste momenten hun handen; na toiletgebruik, voor het bereiden van een maaltijd en na het verschonen van een kind. Kinderen wassen hun handen na het toiletgebruik en voor het eten. Hygiëne is een leerproces voor het kind. Door vroeg te beginnen het kind te laten wennen aan bijvoorbeeld handen wassen na het plassen, leert het spelenderwijs om te gaan met de persoonlijke hygiëne. Naast dat ouders zelf zorg dragen voor reservekleding, beschikt Calluna ook over schone kleding, te gebruiken bij eventuele “ongelukjes”. Het zand in de zandbak wordt één maal per jaar ververst. 4.6 Fysieke omgeving De indeling van de groepsruimtes is zo ingedeeld dat je er makkelijk in kunt bewegen, spelen en zitten. Voor kinderen zijn er veel hoekjes met eenvoudig te pakken speelgoed. De aankleedtafels zijn ingericht met alle benodigdheden binnen handbereik. Doorlopend worden er op Calluna thema’s als sfeerbepalers gebruikt. De bekende zijn bijvoorbeeld rond Sinterklaas, Kerst of Pasen. Raamschilderingen, schminken of verkleedpartijen in het thema geeft een vrolijk beeld van het kinderdagverblijf. De vaste kleuren zijn fris en vrolijk. Samen met de goede belichting straalt dit een sfeer van gezelligheid uit waar iedereen zijn of haar plek kan vinden. 4.7 Veiligheid Veiligheid is noodzakelijk en we vinden dan ook dat een kind een veilige speelplek heeft waar het ongestoord kan ontdekken en zich ontwikkelen op zijn voortdurende ontdekkingsreis. Voorbeelden hiervan zijn onder andere: veiligheidsplaatjes op de stopcontacten, veilig afgestelde temperatuur op de waterkranen, vingerstrips op het scharnierpunt van de deuren en sperren op kastdeurtjes. Ook bij de keuze van speelgoed en meubilair wordt alle aandacht besteed aan veiligheid. Het gebouw heeft een gifwijzer, een wondwijzer en een volledige EHBO-kast. Op diverse plaatsen hangt een brandblusapparaat en in geval van nood is er een ontruimingsplan dat één keer per jaar geoefend wordt. Wanneer er sprake is van een calamiteit en er ontruimt moet worden, komt er direct een ploegleider met een aantal BHV-ers van het ROC naar Calluna om bij de ontruiming te assisteren. Ook krijgen wij ondersteuning van de collega’s van de opleiding Sport en Bewegen. Voor ieder kind hangt een “naamketting” klaar. Deze krijgen de kinderen om hun nek gehangen met daarop de naam “Calluna” en een mobiel nummer. Het vaste verzamelpunt is bij Arena (de sporthal). Om eventuele ongelukken te voorkomen laten de pedagogisch medewerkers de kinderen nooit alleen op het aankleedkussen liggen. Scharen, messen en andere voor kinderen gevaarlijke voorwerpen, liggen buiten bereik van het kind, evenals hete koffie en thee. Kinderen worden nooit alleen gelaten. De buitenspeelplaats is door een hek afgesloten. Bij de aanschaf van nieuw materiaal wordt gelet op de grootte van de onderdelen die eraf kunnen, zodat deze niet in oren, neus of mond kunnen verdwijnen. Er wordt ook gelet op hoe het materiaal is afgewerkt; hout mag niet splinteren en verf moet gifvrij zijn. Speelgoed mag niet van PVC zijn en geen scherpe randen hebben. Het meubilair is kindvriendelijk, de kasten zijn robuust en kunnen niet omvallen. Op de hekjes van de ledikanten zit een drukknopje die alleen door de leidster is te bedienen. Hierdoor is het onmogelijk voor een kind om het hekje te openen. De bovenste bedjes van de duoslapers hebben een dakje waardoor het kind er niet uit kan vallen als het gaat klimmen. Er worden geen zeiltjes en dekbedden gebruikt. Kinderen worden altijd op hun rug gelegd als ze gaan slapen en wij attenderen ouders er op dat het op de buik slapen de kans op wiegendood vergroot. Calluna voldoet aan de normen van de gemeente en wordt elk jaar geïnspecteerd door de GGD, in opdracht van de Gemeente. Calluna is in het bezit van een registratieformulier. Dit houdt in dat zij geregistreerd staat als kinderdagverblijf dat voldoet aan alle eisen en normen, bepaald in de Wet Kinderopvang. 5. Ouderbeleid 5.1 Activiteitencommissie De activiteiten commissie bestaat uit pedagogisch medewerkers. De taken van de activiteitencommissie zijn: het voorbereiden en organiseren van bijzondere activiteiten zoals Sinterklaasfeest, Kerstviering of zomerfeest. elke pedagogisch medewerker is alleen of samen met een collega verantwoordelijk voor de organisatie van een feest, soms met ondersteuning van ouders. 5.2 Oudercommissie De oudercommissie bestaat uit minimaal 4 ouders. Het wordt gestimuleerd om ouders van kinderen uit verschillende groepen zitting te laten nemen in de commissie. De oudercommissie komt minimaal 2 keer per jaar bijeen. Zonodig is de leiding van Calluna tijdens deze vergaderingen aanwezig. Zij kunnen dan eveneens de oudercommissie informeren betreffende de ontwikkelingen binnen het kinderdagverblijf. 5.3 Samenwerking ouders Een goed contact met de ouders vinden wij heel belangrijk. Als kinderdagverblijf neem je immers een deel van de opvoeding over. Daarnaast blijven ouders echter altijd de eerst verantwoordelijke voor hun kind. We hechten veel waarde aan openheid; ouders hebben de ruimte alles te kunnen vragen en zeggen. Alles draait immers om het goed kunnen functioneren van hun kind. Een ouder moet het gevoel hebben zijn kind in vertrouwde en veilige handen achter te laten. Oudercontacten onderhouden wij door: haal –en breng gesprekjes; 1 keer per jaar een ouderavond voor de peuterouders waarbij de ontwikkeling van hun kind wordt besproken in een persoonlijk gesprek; de nieuwsbrief, dit is een informatiebrief welke ongeveer 4 keer per jaar uit gaat naar ouders; de oudercommissie: een samenspel tussen ouders en leiding van Calluna. een afspraak voor een apart gesprek wanneer daar voor ouders of pedagogisch medewerker een aanleiding voor is. 6. Klachtenreglement Ons kinderdagverblijf is aangesloten bij “Klachten Commissie Kinderopvang”. In de praktijk zal het er op neer komen dat wij als kinderdagverblijf altijd eerst proberen de klacht van de ouder/pedagogisch medewerker intern op te lossen door een gesprek aan te gaan met de betrokkenen. Wanneer deze gesprekken uiteindelijk geen oplossing bieden, kan de “Klachten Commissie Kinderopvang” ten alle tijden door betrokken partijen ingeschakeld worden. Januari 2016