Inleiding - Calluna Kinderdagverblijf

advertisement
Inleiding
Dit pedagogisch werkplan is een afspiegeling van de manier waarop wij werken.
De manier van werken zal regelmatig getoetst en bijgesteld worden.
Wij, pedagogisch medewerkers van kinderdagverblijf Calluna hebben
verschillende malen bij elkaar gezeten om te praten over de werkwijze op het
kindercentrum. Allen hebben een aandeel geleverd. Natuurlijk geeft iedere
pedagogisch medewerker haar eigen invulling hieraan. Dit heeft te maken met
ieders persoonlijkheid. Wel vinden wij het belangrijk dat wij allen dezelfde
richtlijnen hanteren in de omgang met kinderen, ouders en de organisatie in het
geheel. Tevens geven wij hiermee een beeld van de manier waarop wij met
kinderen omgaan, onze uitgangspunten en onze motivatie daarachter. Wij willen
goede kinderopvang bieden aan de ouders die hun kind voor één of meerdere
dagen aan ons toevertrouwen.
De opbouw van het pedagogisch beleidsplan is als volgt:
Het eerste hoofdstuk is een algemeen hoofdstuk met daarin informatie over
plaatsing, groepsgrootte, e.d.
In het tweede hoofdstuk beschrijven we de doelstelling en onze visie op
ontwikkeling en opvoeding.
Het derde hoofdstuk is een uiteenzetting van ons pedagogisch handelen; hoe wij
omgaan met de kinderen en de achtergrond van ons handelen.
In het vierde hoofdstuk beschrijven we de verzorging van de kinderen: we
bespreken hoe we omgaan met hygiëne, de maaltijden, e.d.
Het vijfde hoofdstuk bestaat uit het beschrijven van de samenwerking met
ouders.
Het zesde en tevens laatste hoofdstuk is een klachtenreglement.
Waar wij “hij” schrijven, bedoelen wij tevens “zij”. We spreken van “ouders”, maar dit kunnen tevens de verzorgers van
een kind zijn.
Inhoudsopgave
Een korte historische schets
1.
Algemeen
1.1
Groepssamenstelling
1.2
Dagindeling
1.3
Plaatsing
1.4
Kosten
1.5
Wennen
1.5.1
Kinderen die voor het eerst op Calluna komen
1.5.2
De overstap naar de volgende groep
1.6
Opvangtijden
1.7
Veilige leefomgeving
2.
Uitgangspunten met betrekking tot het pedagogisch beleid
2.1
Doelstelling
2.2
Onze visie op de ontwikkeling van kinderen
2.3
Onze visie op de opvoeding
2.4
Pedagogische doelstelling
2.4.1
Het waarborgen van de pedagogische
ontwikkeling van het kind
3.
Het scheppen van ontwikkelingsmogelijkheden
3.1
De cognitieve ontwikkeling
3.2
De motorische ontwikkeling
3.3
De creatieve ontwikkeling
3.4
De sociale ontwikkeling
3.5
De emotionele ontwikkeling
3.6
De ontwikkeling van de identiteit en zelfredzaamheid
3.7
Veiligheid en vertrouwen
3.8
Het overbrengen van waarden en normen
3.9
Rapportage
4.
De verzorging van kinderen
4.1
Maaltijden, tussendoortjes en traktaties
4.2
Slapen
4.3
Ziektes en ongevallen
4.4
Ventilatie van leef –en slaapruimtes
4.5
Hygiëne
4.6
Fysieke omgeving
4.7
Veiligheid
5.
Ouderbeleid
5.1
Activiteitencommissie
5.2
Oudercommissie
5.3
Samenwerking ouders
6.
Klachtenreglement
Een korte historische schets
In 1992 is kinderdagverblijf Calluna gestart in samenwerking met het
Dudok College en het arbeidsbureau. Vanwege het gering aantal kinderen
zijn we van start gegaan met een verticale groep, d.w.z. een groep
kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar.
April 1994 was het aantal zo gegroeid dat er twee groepen konden worden
geformeerd: een babygroep van 7 kinderen in de leeftijd van 0 tot 2 jaar
en een peutergroep van 12 kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar. Iedere
groep had een professionele kracht en een leerling van de opleiding
Leidster Kindercentra.
Vanaf januari 1999 is Calluna gevestigd aan het Arenapark in Hilversum.
Tot april 2005 was Calluna ondergebracht bij de B.V. Dudok Business
Institute van het R.O.C. van Amsterdam. Vanaf 1 april 2005 is Calluna een
zelfstandig kinderdagverblijf in een V.O.F. Tegelijkertijd is het
kinderdagverblijf uitgebreid met 11 kindplaatsen.
1. Algemeen
1.1
Groepssamenstelling
Calluna is een kleinschalig kinderdagverblijf met 4 groepen:
 een babygroep met 9 baby’s
 een dreumesgroep met 5 dreumesen
 een peutergroep met 11 dreumesen
 een peutergroep met 16 peuters
De groepsgrootte en het aantal pedagogisch medewerkers per kind
voldoen aan de modelverordening van de vereniging van de Nederlandse
Gemeenten.
De babygroep is speciaal voor de kleintjes met meer rust en individuele
aandacht. Zo heeft ieder kind zijn eigen schema. Dreumesen behoeven
meer speelruimte met meer speelmaterialen. Zij hebben geen individueel
voedings- en slaapschema meer. De dreumesgroep biedt voor hen meer
mogelijkheden. Op de peutergroep is een vast dagritme met individuele en
groepsactiviteiten waar rekening wordt gehouden met de verschillende
leeftijden. Wij geven de voorkeur aan deze kleinschaligheid aangezien het
aantal beroepskrachten en de ruimtes voor de kinderen en hun ouders te
overzien zijn. Dit komt de samenwerking en de sfeer ten goede.
Om een goede vertrouwensrelatie op te bouwen met de kinderen en de
ouders is het voor ons belangrijk dat zowel pedagogisch medewerkers als
kinderen op vaste dagen in de week komen. Iedere groep heeft zijn eigen
pedagogisch medewerker.
1.2
Dagindeling
Het kinderdagverblijf is geopend van 8.00 tot 18.00 uur. Vanaf 8.00 uur
komen de kinderen. Er is gelegenheid om een puzzel te maken met je kind
of om een praatje te maken met de pedagogisch medewerker of met de
andere ouders.
Het voedings- en slaapschema van de baby’s is geheel aangepast aan het
kind. Peuters hebben een vast schema:
9.30 uur voorlezen, zingen, fruit eten en drinken.
10.00 uur een activiteit in een gepast thema, buiten spelen.
10.30 uur
verschonen
11.00 uur vrij spelen
12.00 uur brood eten
12.30 uur verschonen, naar bed, rusten.
14.00 uur vrij spelen
14.30 uur voorlezen, zingen, drinken, tussendoortje.
15.00 uur activiteit: kleien, plakken, buiten spelen, e.d.
16.30 uur verschonen
17.00 uur vrij spelen
1.3
Plaatsing
Plaatsingsvoorwaarden
Plaatsing gaat volgens het beleid van Calluna. Dit hangt bijvoorbeeld af van
de leeftijdssamenstelling van de groep op dat moment. Als er al een
broertje of zusje bij Calluna is, heeft de baby uit dit gezin voorrang. Het
is mogelijk om voor 1 dag te komen, het maximum is 5 dagen. Belangrijk
voor ons is dat het kind zich prettig voelt, dus wanneer het voor het kind
beter lijkt te zijn dat het aantal dagen aangepast wordt, dan maken wij dit
met de ouders bespreekbaar. Wij gaan er vanuit dat ieder kind tijd en
ruimte nodig heeft om te wennen. Het contract kan starten op de 1ste of
de 16de van de maand. Voor de startdatum bieden wij u de gelegenheid om
met uw kind twee keer te komen wennen. Tijdens deze “wenafspraken”
maakt u kennis met de pedagogisch medewerker en neemt u samen o.a. het
voedingsschema en andere zaken door m.b.t. uw kind.
Kinderen die bijzondere aandacht nodig hebben, bijvoorbeeld wegens een
handicap of een gedragsstoornis, zijn in principe ook welkom op Calluna.
Echter, aan een aantal voorwaarden moet zijn voldaan:
 een gezamenlijke overeenstemming van het team is noodzakelijk;
 er moeten voldoende begeleidingsmogelijkheden zijn;
 de verzorging van het kind moet hanteerbaar zijn voor de leidsters;
 andere kinderen mogen niet in het gedrang komen;
 iedere “handicap” wordt per individu bekeken.
1.4
Kosten
Het huidige tarief wordt vermeld op de website, of kan u telefonisch
verstrekt worden. Elk jaar kan dit tarief aangepast worden. Er worden 51
weken per jaar berekend. De maandelijkse bedragen worden aan het begin
van de maand gefactureerd. Daarnaast worden natuurlijk extra gebruikte
dagen achteraf in rekening gebracht.
1.5
Wennen
Wennen is voor een kind noodzakelijk. Het kind moet immers een nieuwe
vertrouwensrelatie opbouwen. Hieraan willen wij extra tijd en aandacht
besteden.
1.5.1
Kinderen die voor het eerst op Calluna komen
Kinderen die voor het eerst gebracht worden op Calluna hebben de
mogelijkheid om te wennen. We hebben twee wenochtenden. De eerste
heeft als doel de ouders en het kind bekend te maken met de groep. De
tweede ochtend heeft als doel leren omgaan met de dagelijkse structuur
van Calluna.
De eerste ochtend
De ouders vragen we op een rustig moment van de dag te komen, zodat de
pedagogisch medewerker tijd heeft voor het kind en de ouder. We houden
het de eerste keer zo kort mogelijk, namelijk 1,5 uur. Uw kind kan dan
ervaren dat het na een kort verblijf op Calluna altijd weer opgehaald
wordt. Het eerste half uur kan de ouder erbij zijn zodat uw kind rustig
kan acclimatiseren. De ouder en de pedagogisch medewerker hebben dan
de tijd om de nodige informatie uit te wisselen. Daarna kan uw kind even
alleen spelen en ervaart het wat het is om op Calluna te zijn.
De tweede ochtend
Deze ochtend vragen wij de ouders te komen op de gebruikelijke brengtijd
en het kind weer op te halen voor het eten, zodat het kind een groot deel
van de ochtend heeft meegemaakt. Voordat de drukte met eten en naar
bed brengen begint, is er voor het kind en de ouder tijd om uitleg te
geven. Een kind heeft dan voldoende indrukken opgedaan. We vinden het
belangrijk dat één van de ouders op het moment van wennen bereikbaar is.
Mocht een kind er vreselijk veel moeite mee hebben dan nemen wij
contact op met de ouder. Wennen duurt langer dan twee keer oefenen,
maar wij vinden het belangrijk dat ouder en kind de sfeer proeven hier
veilig te zijn.
1.5.2
De overstap naar de volgende groep
Wanneer uw kind naar de volgende groep gaat, spreken we eerst een paar
“wenmomenten” af met de pedagogisch medewerker van de nieuwe groep.
Daar de kinderen bij de start van de dag vaak gezamenlijk opgevangen
worden, zowel boven als beneden, en een aantal pedagogisch medewerkers
op meerdere groepen werken, verloopt het wennen op de nieuwe groep
meestal soepel. Bovendien gebruiken we gezamenlijk de buitenspeelplaats,
waardoor de dreumesen al beginnen met “samen spelen” met kinderen van
de peutergroep. Ouders worden geïnformeerd over de dag en de duur van
de wenmomenten op de nieuwe groep.
Wanneer de kindbezetting wijzigt, door bijvoorbeeld vakantie, passen we
soms ook de groepssamenstelling aan. Het kan daardoor voorkomen dat,
bijvoorbeeld, een kindje van boven, beneden gaat spelen op de
dreumesgroep. Dit is een groep waarin uw kind met leeftijdgenootjes
speelt. Wanneer we deze keuze maken, stellen we altijd het belang van
het kind centraal en overleggen met de ouder. U tekent dan een formulier
waarmee u toestemming verleent.
1.6
Opvangtijden
Calluna is vijf dagen per week open van maandag t/m vrijdag. Op landelijke
feestdagen en de week tussen kerst en oud en nieuw zijn wij gesloten. Wij
brengen 51 weken per jaar in rekening.
Kinderen extra brengen of ruilen van dag is mogelijk, mits er plaats is.
Wij vinden het prettig als u uw kind ‘s morgens voor 9.00 uur brengt,
zodat we de dag gezamenlijk kunnen starten met zingen, voorlezen en
fruit eten. Wanneer uw kind door een ander opgehaald wordt, dan willen
wij dat weten. Wij geven uw kind niet aan anderen mee, tenzij daarover
contact is geweest met u.
1.7
Veilige leefomgeving
Op ons kinderdagverblijf werken we volgens het zogenaamde
“vierogenprincipe”. Dit houdt in dat we zoveel als mogelijk 2
beroepskrachten tegelijk op de groep laten werken. Alleen aan het begin
en einde van de dag zijn onze pedagogisch medewerkers niet langer dan
een ½ uur alleen op de groep. Dit is het moment waarop ouders hun
kinderen brengen en of halen waardoor er voortdurend ouders op de groep
in en uit lopen. Ook zijn onze ruimtes voorzien van veel glas en staan ze in
open verbinding met elkaar. Op alle dagen van de week is er een
leidinggevende aanwezig die regelmatig, op verschillende momenten de
groep oploopt.
Elke nieuwe medewerker dient een VOG (Verklaring Omtrent Gedrag) in.
Wij proberen de continuïteit van vaste pedagogisch medewerkers op de
groep te bewaken. Bij ziekte of vrije dagen van een pedagogisch
medewerker proberen wij zoveel mogelijk terug te kunnen vallen op ons
eigen team. De leiding van Calluna draagt er zorg voor dat er vervanging
van de pedagogisch medewerkers plaats vindt.
Tevens zijn wij een leerbedrijf voor stagiaires van de opleiding Sociaal
Pedagogisch Werk. Voor hen geldt dat zij boventallig op vaste dagen en op
een vaste groep werken.
2. Uitgangspunten met betrekking tot het pedagogisch beleid
2.1
Doelstelling
De algemene doelstelling van kinderdagverblijf Calluna
De doelstelling van Calluna is het geven van professionele en kwalitatief
goede kinderopvang in de tijd dat ouders of verzorgers werken en/of
studeren. De leiding van Calluna houdt rekening met de manier van
opvoeden van de ouders en/of verzorgers. Een goede samenwerking tussen
Calluna en ouders is hierbij een noodzakelijke voorwaarde.
2.2
Onze visie op de ontwikkeling van kinderen
In de ontwikkelingspsychologie bestaan verschillende visies op de
ontwikkeling van het kind. Sommigen menen dat de aangeboren aanleg van
het kind bepalend is voor de richting waarin het kind zich ontwikkeld.
Anderen denken dat de ontwikkeling juist wordt bepaald door het milieu
waarin het kind zich bevindt. Zij zoeken de oorzaken in factoren buiten
het kind om, zoals opvoeders, gezinsomstandigheden en dergelijke.
Volgens een derde visie hebben zowel de aangeboren aanleg als de
omgevingsfactoren invloed op de ontwikkeling van het kind. De interactie
tussen beide factoren bepaalt de richting waarin het kind zich ontwikkelt.
Wij gaan uit van de laatst genoemde visie, waarin het samenspel van de
individuele aanleg van het kind en de omgevingsfactoren de richting van de
ontwikkeling van het kind bepaalt.
2.3
Onze visie op opvoeden
Onze visie op de ontwikkeling van het kind hangt nauw samen met onze
visie op het opvoeden. Het feit dat we vinden dat de invloed van de
omgevingsfactoren medebepalend is voor de opvoeding van het kind, houdt
in dat ook (mede)opvoeders hierin een rol spelen. De interactie tussen het
kind en de pedagogisch medewerkers is dus één van de factoren die de
ontwikkeling beïnvloedt.
2.4
Pedagogische doelstelling
Het bevorderen van de ontwikkeling van kinderen door ze onder
deskundige begeleiding in groepsverband samen te brengen in een speciaal
voor hen gecreëerde ruimte als aanvulling op de opvoeding thuis.
2.4.1




Om een goede pedagogische ontwikkeling van het kind te
kunnen waarborgen, gaan wij uit van onderstaande stellingen:
een sfeer van vertrouwen en veiligheid is nodig. Pedagogisch
medewerkers willen voor die veiligheid en dat vertrouwen zorg dragen
door middel van begeleiding, ondersteuning en stimulering van het kind
in een harmonieuze sfeer;
het is belangrijk dat de omgeving aansluit (materiaal en benadering) bij
het niveau van het kind en dat het de kinderen prikkelt zich te
ontwikkelen;
ieder kind moet zich in zijn eigen tempo mogen ontwikkelen;
elk kind moet gestimuleerd worden in zijn lichamelijke, cognitieve,
sociale en emotionele ontwikkeling.
3. Het scheppen van ontwikkelingsmogelijkheden
3.1
De cognitieve ontwikkeling
De cognitieve ontwikkeling is het ontwikkelen van het “denken”; de
kinderen leren de wereld om zich heen kennen en begrijpen. Ze leren
ordenen, verbanden leggen en taal. De cognitieve ontwikkeling is voor een
kind van groot belang. Een baby krijgt de mogelijkheid om speelgoed te
ontdekken door vast te houden, te proeven, te bewegen en te bekijken.
Veel speelgoed is kleurrijk, meestal een primaire kleur. Dit prikkelt om op
onderzoek uit te gaan. Later leert een kind welke naam dingen hebben en
waar ze voor dienen. Nog later leert een kind bedenken waarvoor je een
voorwerp nog meer zou kunnen gebruiken. Voor het stimuleren van de
verstandelijke ontwikkeling maken we gebruik van materialen als:
insteekvormen, stapelbekers, duplo, puzzels, boekjes, e.d.
Binnen een groep spelen verschillende ontwikkelingsniveaus een rol en
vanzelfsprekend kunnen we hier op in spelen door individueel met het kind
en het materiaal bezig te zijn. Het is voor een leidster belangrijk om goed
te observeren zodat zij het juiste speelgoed kan aanbieden.
Naast individueel spel is samen spelen ook belangrijk. Ze leren hierbij o.a.
delen, wachten, meedenken en elkaar helpen. Groepsactiviteiten leveren
hieraan een bijdrage. Met de grotere peuters worden er
gezelschapsspelletjes gedaan, maar ook samen een prentenboek lezen
hoort hierbij. Belangrijk bij de cognitieve ontwikkeling is dat de kinderen
de ruimte krijgen om te ontdekken. Dat betekent dat naast een ruim
aanbod van spel en materiaal, er zo nu en dan iets veranderd kan worden
op de groep om een nieuwe spelsituatie te creëren.
De cognitieve ontwikkeling speelt in het dagelijks gebeuren een
belangrijke rol. Door met elkaar te praten en doordat de leidster uitleg
geeft bij alles wat ze doet of waar speelgoed voor dient, doen kinderen
kennis op. Kinderen zijn je graag van dienst. Ze vinden het heerlijk om je
grote hulp te zijn. We nemen kinderen zo nu en dan even apart om samen
de wasmachine aan te zetten of om samen brood klaar te maken. Door met
andere kinderen te spelen leren ze te imiteren en doen ze ideeën van
elkaar op. Daarnaast leren de grotere kinderen, de kleine kinderen
spelenderwijs hoe iets gedaan wordt. Herhaling en bevestiging zijn heel
belangrijk.
Taal is een belangrijk onderdeel in de cognitieve ontwikkeling. Er is veel
verbaal contact tussen een pedagogisch medewerker en een baby. Het is
herkenbaar en geeft een gevoel van veiligheid. Zo reageren we op
geluidjes die de kinderen maken, door enthousiast te reageren of zijn
naam te noemen of door hetzelfde geluid te produceren. Door te reageren
stimuleren we de kinderen tot meer verbale actie. Als kinderen groter
worden gaan we samen boekjes lezen, voorwerpen benoemen zodat zij
woordjes en voorwerpen gaan herkennen, kringgesprekken houden, enz.
Daarnaast hebben we de mogelijkheid om kinderliedjes te draaien. We
zingen en rijmen met de kinderen, dit vergroot hun woordenschat.
We vinden het belangrijk dat iedere pedagogisch medewerker goed let op
de individuele behoefte in de taalontwikkeling. Het ene kind kan snel en
goed praten, het andere kind is een late prater. Als pedagogisch
medewerker moet je er voor zorgen dat je zo nu en dan individueel
contact zoekt aangezien sommige kinderen in groepsverband minder
zeggen dan thuis. Individueel betekent ook ieder op zijn eigen niveau
respecteren en stimuleren. De pedagogisch medewerkers spreken allen
beschaafd Nederlands, verder schreeuwen en schelden zij niet. We helpen
kinderen ook met elkaar te communiceren door te begeleiden en te sturen.
Kinderen met een andere moedertaal brengen wij de Nederlandse taal bij.
In bijzondere situaties proberen wij, zover wij over kennis van die taal
beschikken, gebruik te maken van hun eigen taal, bijvoorbeeld om een kind
op zijn gemak te stellen.
3.2
De motorische ontwikkeling
Een kind leert in zijn eerste levensjaren ontzettend veel. Motorisch
gezien is hij in een jaar tijd enorm ontwikkeld van een baby die stil ligt in
een box tot het staan en langs de tafel lopen op één jarige leeftijd.
De motorische leeftijd kent twee kanten: de grove motoriek, zoals het
leren lopen, klimmen en rennen en de fijne motoriek zoals iets vast pakken,
tekenen en kralen rijgen. Op Calluna proberen we de kinderen te voorzien
in hun behoefte aan oefening van de motoriek. Er is speelgoed voor iedere
leeftijdsgroep waarin beide motorische aspecten aandacht krijgen. Op alle
groepen zijn de ruimtes zo ingedeeld dat er hoekjes zijn die bepaald
speelgoed bevatten die de motorische ontwikkeling stimuleren, zoals de
bouwhoek en de puzzelhoek.
Naast dat kinderen in hun vrije spel met de verschillende materialen
kunnen spelen hebben wij vaste tijden waarin we extra aandacht geven aan
de motoriek zoals het knutselen tot het buiten spelen met rijdend
materiaal of glijden op de glijbaan. Als het weer het toelaat zijn wij
minimaal één keer per dag buiten. Belangrijk vinden wij dat kinderen
gevarieerd speelgoed aangeboden krijgen en dat dit voor ieder kind
afgewisseld wordt. Pedagogisch medewerkers proberen kinderen
individueel te stimuleren om met verschillende materialen om te gaan. Ook
in de motorische ontwikkeling speelt het zelf proberen een belangrijke rol.
Een kind krijgt de ruimte om het zelf te doen. Eerst sturen we een kind
door aanwijzingen en complimentjes te geven, pas daarna helpen we een
kind. Kinderen zijn grote klim en klauteraars. Dat betekent voor ons dat
we ze nooit alleen laten. In de verzorging komt de motorische ontwikkeling
ook aan bod. Zo leren we kinderen al snel uit een tuitbeker te drinken en
proberen we de oudere peuters te stimuleren om zichzelf aan of uit te
kleden bij het naar bed gaan. Voorop staat voor ons dat een kind plezier
moet hebben. Spelenderwijs ontdekt een kind dan zijn wereld.
3.3
De creatieve ontwikkeling
Ieder kind is creatief, de één wat meer dan de ander. Voor ons is
creativiteit de eigen inbreng en fantasie van een kind die gekoppeld kan
worden aan materiaal en spel. Bijvoorbeeld een kind dat een fantasiespel
speelt waarin de stoelen een huis zijn of creativiteit in de zin van kleuren,
plakken, e.d. We proberen de creatieve ontwikkeling te prikkelen en te
stimuleren door kinderen allerlei verschillende materialen en activiteiten
aan te bieden. Zo werken we op de peutergroep met thema’s. Binnen het
thema bieden we handenarbeidwerkjes en spel aan passend in het thema.
Daarnaast worden er ook liedjes gezongen en prentenboeken gelezen
afgestemd op het thema. Belangrijk vinden wij dat er ruimte is voor de
eigen inbreng van het kind. Als een kind op een paddestoel de witte
stippen ernaast in plaats van erop wil plakken, dat kan dat. Wanneer een
kind zoveel mogelijk potloden tegelijk wil vast houden, om er mee te
kleuren, dan is dat prima. Een kind moet de ruimte krijgen om materiaal te
onderwerpen aan zijn eigen belevingswereld. We laten aan de kinderen
blijken dat we het waarderen als ze hun eigen invulling geven bij knutselen,
spelletjes, zingen en spelen. Creativiteit kan ook ingebracht worden in de
dagelijkse verzorging. Zo af en toe versieren we boterhammen, of maken
een fantasiespel van het slapen gaan. Iedere pedagogisch medewerker
geeft hier een eigen invulling aan.
3.4
De sociale ontwikkeling
Het samenzijn in de groep kan heel waardevol zijn voor de kinderen. Niet
alleen omdat de kinderen van elkaar leren en veel plezier met elkaar
hebben, maar ook omdat ze zich ontwikkelen op het sociaal-emotionele
vlak. Er ontstaan vriendschappen, kinderen troosten elkaar, ze leren delen
en rekening houden met elkaar. De groepen zijn zo samengesteld dat de
kinderen gehecht kunnen raken en het gevoel hebben bij elkaar te horen.
Kleine kinderen kunnen nog niet echt samen spelen. Maar door naar elkaar
te kijken en te luisteren, kunnen ze plezier aan elkaar beleven. Als ze iets
groter worden, zie je dat ze elkaar nadoen en na verloop van tijd trekken
de kinderen naar elkaar toe. Grote peuters leren samen delen en samen
spelen door ze bijvoorbeeld samen een karweitje te geven, bijvoorbeeld
samen de kwasten schoonmaken of samen opruimen. In groepsactiviteiten
speelt samenwerken een grote rol, zoals samen een lijmpotje delen.
Het dagelijks gebeuren zorgt ook voor de nodige saamhorigheid:
 rekening houden met elkaar;
 op elkaar wachten tot iedereen klaar is met eten;
 samen naar bed gaan, elkaar helpen met aan -en uitkleden;
 als er kinderen slapen niet rennen in de hal.
Daarnaast is een groot deel van de dag vrijgemaakt voor vrij spelen.
Vooral de grotere kinderen zoeken elkaar op om samen te spelen. Wel
vinden we dat kinderen niet verplicht zijn om met elkaar te spelen, maar
het mag ook niet zo zijn dat een kind altijd buitengesloten wordt. Dat
betekent voor ons dat we goed naar de situatie moeten kijken zodat wij
kunnen beoordelen wanneer een kind wel of niet mee mag spelen. Als er
bijvoorbeeld een grote trein gemaakt wordt en een kindje mag niet
meedoen, dan zullen wij vertellen dat iedereen in de trein mag. Als er drie
kinderen in de poppenhoek gaan spelen, hoeft er niet altijd een vierde bij,
we bieden dan wel iets anders aan.
Heel belangrijk vinden we dat kinderen leren respect te hebben voor
elkaar. We proberen de kinderen te leren rekening met elkaar te houden.
Bijvoorbeeld als de grotere kinderen in de poppenhoek spelen, kun je niet
verwachten dat daar de kleine dreumesen niet komen spelen. We
begeleiden de kinderen hierin door een oplossing aan te bieden of door
kinderen zelf mee te laten denken. Soms kan dat betekenen dat wij de
gevoelens van een kind uitleggen aan een ander kind zodat een kind leert
zich te verplaatsen in een ander.
We hechten er waarde aan dat kinderen op een positieve manier met
elkaar omgaan. Dat betekent dat wij schelden, pijn doen en speelgoed van
elkaar afpakken niet goedkeuren. We proberen het, door te praten, samen
op te lossen; een oplossing waar ieder kind mee uit de voeten kan. Als een
kind bijvoorbeeld een tractor heeft en een ander kind pakt het af dan
leggen we uit dat dit niet kan. Vervolgens zoeken we samen naar een
oplossing, bijvoorbeeld om de beurt op de tractor of een ander speeltje
aanbieden. Samenzijn is waardevol zolang kinderen fijn met elkaar omgaan.
Dat willen we in alle opzichten aanmoedigen.
3.5
De emotionele ontwikkeling
Emoties spelen een belangrijke rol in het leven van een kind. Na ongeveer
6 weken lachen de meeste kinderen en naarmate ze grote worden komen
er meer emoties bij. Het is heel belangrijk dat een kind zijn emoties kan
uiten. Door een kind de ruimte te geven kan een kind zich veilig voelen. Het
is voor ons belangrijk dat we kijken naar de signalen die bij die emotie
passen. Boosheid is soms echt boosheid maar kan ook verdriet zijn. Een
baby kan soms huilerig zijn, we kijken dan naar; hoe huilt een kind,
wanneer huilt een kind en hoe vaak huilt een kind. Huilen kan namelijk ook
gewoon een ontlading van spanning zijn. We bieden warmte en
geborgenheid waardoor een kind zijn gevoelens durft te tonen. We helpen
kinderen hun emotie te begrijpen en onder woorden te brengen. Kinderen
verwerken hun emoties vaak in spel, hier proberen wij op in te spelen,
bijvoorbeeld een kiekeboe spelletje te spelen met een kind die last heeft
van verlatingsangst. Emotie kan ook geuit worden in een terugval in de
ontwikkeling. Het is voor ons belangrijk om op zoek te gaan naar de
oorzaak door goed te kijken naar het kind en eventueel te overleggen met
de ouders. Het omgaan met de emoties van ieder kind hangt nauw samen
met de eigenheid van een kind. We accepteren ieder kind in zijn uiting van
emoties. Zo kan het zijn dat een kind altijd huilt bij het afscheid nemen
van zijn vader of moeder. Wij zeggen dan dat dit best mag en troosten en
knuffelen het kind. We proberen samen het afscheid zo prettig mogelijk
te laten verlopen. Natuurlijk worden positieve emoties altijd gestimuleerd
en bejubeld. Het is fijn als ieder kan zijn wie hij is.
3.6
De ontwikkeling van identiteit en zelfredzaamheid.
Iedere baby maakt zijn eigen ontwikkeling door. Zo zal de ene baby eerder
zelf kunnen drinken dan de ander. Daarom stimuleren we ieder kind in zijn
eigen tempo. We reiken vaak wel dingen aan die de kinderen prikkelen.
Zoals bijvoorbeeld een kind dat probeert te draaien, helpen we niet
lichamelijk maar we leggen een speeltje neer op de plek waar het kind zich
naar toe draait en moedigen hem aan. Stimuleren heeft een positieve
uitwerking.
Bij de peuters vinden we zelfredzaamheid heel belangrijk. Als kinderen
zichzelf goed kunnen redden is dat heel goed voor hun zelfvertrouwen en
gevoel voor eigenwaarde. We vinden dat een kind het eerst zelf mag
proberen. Als het niet lukt proberen we hem te begeleiden. Dit alles
gebeurt op een speelse manier, niks moet. Voor een positief zelfbeeld is
het heel erg belangrijk dat een kind veel complimentjes krijgt.
Aanmoedigen maakt dat een kind zich sterk voelt in zijn eigen kunnen. De
grote peuters zijn hier vaak een voorbeeld voor de dreumesen. We laten
kinderen zoveel mogelijk zelf eten en drinken. Ook een kleine dreumes die
zelf met een lepel wil eten wordt daarin gestimuleerd. We pakken dan
twee lepels zodat hij zelf kan scheppen en wij zorgen ervoor dat hij ook
werkelijk nog wat naar binnen krijgt. Als het kind eraan toe is helpen we
met de zindelijkheid. Dit gaat altijd in overleg met de ouders. We zullen
het kind regelmatig op een potje zetten als hij dat wil en zonodig extra
verschonen. Belangrijk voor ons is of het kind er zowel lichamelijk als
geestelijk aan toe is. Er wordt niet gekeken naar leeftijd of de wil van de
ouders. Ieder kind is anders, een eigen persoon die zijn eigen behoeftes
heeft. Het identiteitsbesef van een kind stimuleren we door bijvoorbeeld
kringspelletjes te doen waarbij namen van iedereen benoemd worden: “Wie
ben jij?” of “Wie zit er naast jou?” of “Ben je een jongen of een meisje?“
Daarnaast wordt iedereen als individu aangesproken. Zo krijgen kinderen
langzaam besef van hun eigen ik. We proberen de eigenheid te bewaren,
bijvoorbeeld door kinderen een eigen mandje te geven met spulletjes van
thuis erin. Vaak weten kinderen precies van wie welk mandje is
Het ontdekken van het eigen lichaam is een belangrijk ontwikkelingsaspect
van de peuter. We hechten er waarde aan dat een kind de mogelijkheid
krijgt om zijn eigen lichaam te ontdekken. Dat betekent dat wij
bijvoorbeeld tijdens het verschonen lichaamsdelen benoemen van elkaar en
we vinden het geen probleem als kinderen elkaars blootje bekijken. We
vinden het prima als kinderen op een rustig moment van de dag doktertje
spelen en we grijpen in als er met voorwerpen bij billen of vagina gespeeld
wordt. We bieden dan een alternatief aan: doe de thermometer maar
onder je oksel in plaats van tussen je billen. We vinden dat we heel gewoon
kunnen praten over seksualiteit. Kinderen willen vaak alleen antwoord op
een vraag, geen complexe uitleg. Daarnaast mogen kinderen best bij
zichzelf voelen. Dit kan rust geven voor een kind. Belangrijk is daarbij dat
het past in de situatie. Bijvoorbeeld tijdens het eten leggen we uit dat het
niet het juiste moment is, maar als ze gaan slapen is het geen probleem.
We willen kinderen als individu benaderen. Ieder kind wordt op zijn eigen
niveau en persoonlijkheid aangesproken en gestimuleerd. Het ene kind
heeft veel ruimte nodig om te ontdekken en het andere kind heeft snel
een overdaad aan prikkels en behoeft dus minder ruimte.
3.7
Veiligheid en vertrouwen
Een sfeer van vertrouwen en veiligheid is nodig. Het is een voorwaarde
voor het kind om zich optimaal te kunnen ontwikkelen. Pedagogisch
medewerkers willen voor die veiligheid en dat vertrouwen zorg dragen
door begeleiding, ondersteuning en stimulering van het kind in een
harmonieuze sfeer. Dat betekent voor ons:
 dat ieder kind benaderd wordt op zijn eigen niveau en naar eigen
behoefte;
 dat er regels zijn die structuur en veiligheid bieden;
 dat de pedagogisch medewerkers duidelijk en consequent zijn;




dat intonatie in de stem gebruikt wordt;
dat oogcontact gebruikt en gestimuleerd wordt;
rust uitstralen;
lichamelijk contact maken.
3.8
Het overbrengen van waarden en normen
We hechten er waarde aan dat iedereen elkaar gelijk behandelt. Iedereen
is anders. Huidskleur, godsdienst of sociale klasse mag geen verschil
maken in de omgang met elkaar. Dit proberen wij uit te dragen door
thema’s te wijden aan bijvoorbeeld het ontdekken van je eigen lichaam of
interculturele samenleving. Maar ook door kinderen spelenderwijs attent
te maken op de onderlinge verschillen en gelijkenissen. Wij vinden het
belangrijk dat iedereen respect heeft voor elkaar. Je speelt samen en
moet dus rekening houden met de ander. Kinderen moeten nog leren samen
te spelen en te delen. Wij willen onze bijdrage leveren door kinderen de
ruimte te geven om zelf problemen op te lossen. We grijpen alleen in als
een kind een ander kind pijn (lichamelijk of geestelijk) wil doen. We
proberen met praten en overleggen tot een oplossing te komen.
Doormiddel van kringspelletjes, prentenboeken en rollenspellen proberen
we de kinderen waarden en normen bij te brengen. Agressie in spel of naar
andere kinderen keuren we af door spelenderwijs het spel een andere
wending te geven. Er mag niet worden geschreeuwd, geslagen of gebeten.
Er is op Calluna geen speelgoed aanwezig dat geweld uitbeeld. Zelf geven
wij het goede voorbeeld aan kinderen.
Een andere norm waar wij waarde aan hechten is het zinvol omgaan met
alles om je heen; de natuur, verbruiksmaterialen, dieren en planten. Zo
leren we kinderen beestjes en bloemetjes uit de tuin te waarderen door
ze aan te wijzen, samen te ruiken en ze te benoemen. We leren kinderen
dat ze tijdens het handen wassen niet de kraan onnodig laten lopen. We
leren kinderen speelgoed en andere materialen zo te gebruiken dat het
niet kapot gaat. Hiermee hangt samen dat we geen materialen verspillen.
Niet onnodig veel toiletpapier gebruiken, niet overdreven veel beleg op
brood. We leren kinderen dat ze afmaken waar ze mee bezig zijn en dat ze
helpen opruimen als we iets anders gaan doen. Een puzzel die uit de kast
gepakt wordt moet eerst in elkaar gelegd worden voordat er iets nieuws
op tafel komt. Een kind dat daar nog niet toe in staat is helpen we daarbij.
We vinden het geen probleem dat er tijdens het vrijspelen speelgoed op
de grond ligt. Voor een activiteit gaan we gezamenlijk met de kinderen het
speelgoed opruimen. We leren kinderen opruimen door ze kleine
opdrachtjes te geven.
Schelden en vieze woorden accepteren wij niet. Vaak weten kinderen de
betekenis niet van een woord maar hebben ze het gehoord en ontdekt dat
dit woord een reactie uitlokt van een volwassene. Door het te negeren of
door te benoemen dat dit geen leuke woorden zijn laat je kinderen weten
dat je dit gedrag niet waardeert. Van alle volwassenen die zich in Calluna
bevinden verwachten wij dat ze niet schelden of schreeuwen.
Straffen en belonen heeft eveneens te maken met waarden en normen.
Belonen vinden we heel belangrijk voor kinderen. Kinderen kun je heel goed
stimuleren door ze te prijzen. We geven een kind veel complimentjes. Dit
is goed voor de opbouw van de eigenwaarde en het prikkelt het kind om
verder te gaan. Straffen van kinderen moet in de ruimste betekenis van
het woord genomen worden. Straffen doen wij door afkeuren van ongepast
gedrag. Daarbij vinden wij het belangrijk dat we zeggen wat niet mag,
waarom het niet mag en wat dan wel mag. In het uiterste geval zetten we
een kind even op een stoeltje. Zo ervaart het kind dat zijn gedrag niet
goed gekeurd wordt en dat dit tot gevolg heeft dat hij even niet mee kan
spelen. Dit houden we zo kort mogelijk. We zullen het altijd positief
afronden; we praten het uit en dan is het over.
We vinden dat kinderen zowel de ruimte moeten krijgen om dingen
individueel te doen als in groepsverband. De ene keer worden activiteiten
dus individueel aangeboden en de andere keer gaan we gezamenlijk iets
doen. Belangrijk vinden we dat een kind zelf mag aangeven of hij mee wil
doen. We zullen kinderen wel altijd stimuleren om mee te doen. Als we
naar buiten gaan en een kindje wil niet naar buiten dan kijken we of er een
andere oplossing mogelijk is. We vinden het belangrijk dat een ouder altijd
afscheid neemt van zijn kind, ook al heeft het kind enorm veel verdriet.
We groeten ouders zelf bij het halen en brengen en hopen hiermee een
goed voorbeeld te geven aan de kinderen. We vinden het belangrijk om de
ouder gesproken te hebben bij het ophalen en nemen de tijd om het kind
gedag te zeggen. De kinderen zijn gebaat bij rust, regelmaat en structuur.
In deze behoefte proberen we zoveel mogelijk te voorzien door een vast
dagritme en vaste rituelen aan te bieden. Dit geeft een kind vertrouwen
en veiligheid. Zo ruimen we eerst gezamenlijk op voor het eten en wachten
op elkaar tot de anderen uitgegeten zijn.
Aan feesten besteden we extra aandacht, zoals de jaarlijkse feesten als
Kerst, Pasen en Sinterklaas. Deze behandelen we in een thema waarin
zang, spelletjes, verhalen en activiteiten het feest accentueren. We
vinden belangrijk om kinderen attent te maken op de verschillende feesten
en de gewoontes daarbij. Verjaardagen van de leidsters worden per groep
gevierd. De kinderen maken gezamenlijk een cadeautje voor de jarige.
Voor de peuters is er een vast verjaardagsritueel. Iedere jarige mag
trakteren, er worden slingers opgehangen, een verjaardagshoed gemaakt
en er wordt natuurlijk gezongen.
We leggen kinderen geen rollen op zoals: “stoere jongens” of
“lieve meisjes”. Iedereen is gelijk of je nu een jongen bent of een meisje
maakt geen verschil in behandeling en aanbod van speelgoed.
3.9
Rapportage
Op alle groepen ligt een daglijst. Hierop staan de namen van alle kinderen
die er die dag zijn. Daarachter is er ruimte voor zowel de ouders als de
pedagogisch medewerkers om eventuele bijzonderheden van het kind te
noteren. Vanzelfsprekend zullen echte bijzonderheden ook altijd
mondeling overgedragen worden. Op de babygroep wordt op deze lijst de
verzorging van uw baby bijgehouden ten aanzien van slaap en
voedingstijden.
Ook vragen wij de ouders een plakboek mee te nemen om vanaf de eerste
dag op Calluna tot aan het afscheid de ontwikkeling van uw kind bij te
houden. Dit gebeurt in de vorm van verhaaltjes, foto’s en werkjes die uw
kind heeft gemaakt.
Goed contact tussen de ouder en de pedagogisch medewerker is heel
belangrijk. Tijdens het brengen en halen van uw kind neemt de
pedagogisch medewerker de tijd voor een gesprekje. Tijdens deze breng –
en haalmomenten is er ruimte om leuke gebeurtenissen en eventuele
bijzonderheden van uw kind uit te wisselen. Beneden op de deur van de
dreumes en peutergroep kunt u aan het einde van de dag lezen welke
activiteiten we hebben gedaan, of we buiten hebben gespeeld, verjaardag
hebben gevierd, etc.
Het is belangrijk voor de pedagogisch medewerkers dat ze de ontwikkeling
van de kinderen bijhouden en elkaar daarover rapporteren. Elke 6 weken is
er een teamoverleg waarin de ontwikkeling van de kinderen een vast
agendapunt is. Er is ruimte om tijdens dit overleg eventuele
bijzonderheden ten aanzien van de ontwikkeling of het gedrag van het kind
met collega’s te bespreken. Zonodig wordt er contact gezocht met de
ouders om te overleggen. Waar het om gaat is dat een kind op zijn eigen
niveau en in zijn eigen tempo mag ontwikkelen en eventueel gestuurd kan
worden. Het is niet de bedoeling om een kind te meten of hij aan een
bepaald niveau voldoet gezien zijn leeftijd. Als er sprake is van een
lichamelijke of geestelijke achterstand, dan is het belangrijk om dat
vroegtijdig te signaleren en om er over te praten met de ouders. Voor een
gesprek, waarbij meer tijd en aandacht nodig is dan bij het halen en
brengen, kan zowel de ouder als de leidster het initiatief nemen. Zonodig
kan de leidinggevende hierbij aanwezig zijn. Samen kan er gezocht worden
naar een oplossing. Dit zou ook kunnen betekenen dat wij ouders
doorverwijzen naar een huisarts of een andere deskundige. Een andere
mogelijkheid is om samen met de ouders een stappenplan op te stellen
waar zowel de ouders als de leidsters mee overweg kunnen.
4. De verzorging van kinderen
De verzorging van de kinderen bij het kinderdagverblijf bestaat voor een
groot gedeelte uit: kinderen eten geven, verschonen, naar bed brengen. Bij
de verzorging hanteren wij diverse richtlijnen. Deze richtlijnen geven
duidelijk houvast aan kinderen, ouders en pedagogisch medewerkers.
Naast praktische verzorging, vinden wij het belangrijk dat deze
verzorging hygiënisch, maar vooral ook met aandacht en interesse voor het
kind plaatsvindt.
4.1
Maaltijden, tussendoortjes en traktaties
Baby’s hebben hun eigen ritme. Wat en op welk tijdstip ze hun voeding
krijgen, wordt zoveel mogelijk aangepast aan de richtlijnen die de ouders
meegeven. Flesvoeding is aanwezig op het kinderdagverblijf. Om
hygiënische redenen moeten ouders zelf voor een fles zorgen. Zij dragen
er ook zelf zorg voor dat de flessen op tijd mee naar huis genomen worden
om ze uit te koken en spenen te vervangen. Wanneer er iets in het
voedingspatroon verandert dan geven ouders dit door aan de pedagogisch
medewerker en passen wij dit aan. Op het kinderdagverblijf is vers fruit
aanwezig. Voor de baby’s is er tussendoor diksap, een soepstengel of een
rijstewafel.
Als de kinderen wat ouder worden gaan ze langzamerhand over naar de
dagindeling zoals die op de dreumes en peutergroep geldt. ’s Morgens
krijgen de kinderen fruit en sap of water. Voor de kinderen is er tussen de
middag volkoren brood. De eerste boterham is altijd met hartig beleg,
daarna mag het kind kiezen welk beleg hij op zijn volgende boterham wil.
We hanteren in principe de regel dat een kind niet meer dan drie
boterhammen eet. Wij vinden het belangrijk dat een kind gezond eet maar
willen ook bewust omgaan met de hoeveelheid voeding die je aanbiedt. Bij
het brood drinken de kinderen een beker melk of water. In de loop van de
middag krijgen de kinderen een gezond tussendoortje, bijvoorbeeld een
rijstewafel met een beetje smeerkaas, rozijntjes of een soepstengel met
een beker sap of water. Wij proberen de kinderen zoveel mogelijk te
stimuleren te eten/drinken. Als een kind niet of niet meer wil eten wordt
dit geaccepteerd. Als een kind minder eet of drinkt dan wij van hem
gewend zijn, dan wordt dit gemeld aan de ouders. Wij kiezen voor zoveel
mogelijk rust tijdens het eten aan tafel. Dit doen wij door op te ruimen
voor het eten en een liedje te zingen voor het eten. Als uw kind een
afwijkende voeding heeft dan wordt in overleg met de pedagogisch
medewerker bekeken of het kinderdagverblijf hiervoor kan zorgen of dat
de ouders de voeding zelf meenemen. Dit laatste zal ouders gevraagd
worden wanneer er sprake is van een beperkte houdbaarheid.
4.2
Slapen
Ieder kind van baby tot peuter heeft zijn eigen slaapbehoefte. Wij vinden
het belangrijk om zoveel mogelijk mee te gaan in de behoefte van het kind.
Ouders kunnen altijd in overleg met de pedagogisch medewerker hun eigen
richtlijnen doorgeven. De baby’s en dreumesen slapen in een ledikant.
Peuters slapen meestal één keer per dag. Zij slapen op een matrasje. Er
blijft zonodig een pedagogisch medewerker bij de kinderen tot zij allemaal
slapen.
4.3
Ziektes en ongevallen
Op het kinderdagverblijf is een naslagwerk van de GGD aanwezig. Hierin
kunnen wij informatie vinden over ziektes en andere onderwerpen ten
aanzien van de gezondheid en hoe we hierin het beste kunnen handelen. Bij
twijfel vragen wij een telefonisch advies aan de GGD. De pedagogisch
medewerkers zijn in het bezit van een Kinder-EHBO diploma.
Als kinderen tijdens hun verblijf op Calluna medicijnen nodig hebben dan
kunnen de pedagogisch medewerkers deze geven. Hiervoor moet de ouder
een verklaring tekenen, waarbij de ouder toestemming verleent aan de
pedagogisch medewerker dat zij deze medicijnen mag toedienen. Wij
geven geen injecties.
Als regel met ziekte geldt: een ziek kind moet thuis blijven. Wij vinden
het belangrijk dat een kind de aandacht kan krijgen waar het kind
behoefte aan heeft. Bij ziekte zal het kind dat extra nodig hebben. Het
kind moet natuurlijk ook kunnen functioneren in de groep. Als er in de loop
van de dag ziekte geconstateerd wordt, zal er contact met u opgenomen
worden. Afhankelijk van de symptomen en het welbevinden van het kind
kunnen wij u verzoeken het kind op te halen. Wij gaan dus uit van het kind
en hanteren niet een bepaalde koortsgrens.
Op beide groepen is een map met telefoonnummers van ouders/verzorgers
en van de huisarts aanwezig. Het is belangrijk dat altijd één van de ouders
bereikbaar is zodat wij bij ziekte of calamiteiten kunnen overleggen.
4.4
Ventilatie van leef -en slaapruimtes
Bij het verzorgen van de kinderen is het ook belangrijk dat zij in een
gezonde ruimte verblijven. Alle ruimtes worden regelmatig geventileerd en
maandelijks gecontroleerd op een juiste CO2 waarde. Er is een
ventilatiesysteem dat de lucht mechanisch afvoert. In het
kinderdagverblijf mag niet gerookt worden.
4.5
Hygiëne
Een goede hygiëne op het kinderdagverblijf vinden we heel belangrijk. In
de eerste plaats voor het kind, om een eventuele besmetting te
voorkomen. Wij vinden het eveneens prettig in een schone ruimte te
kunnen werken. De lichte huishoudelijke taken worden door de
pedagogisch medewerker verricht. De vloeren en het sanitair worden
dagelijks schoongemaakt door een schoonmaakbedrijf. Beddengoed,
slabbetjes, washanden en keukendoeken worden dagelijks gewassen,
boxkleden en speelkussens wekelijks en zonodig vaker. Ook het speelgoed
verdient de grootste aandacht. Het speelgoed op de peutergroep wordt
ongeveer één keer in de maand schoongemaakt. Op de babygroep gebeurt
dit dagelijks omdat baby’s speelgoed in hun mond stoppen.
Bij het verschonen van de kinderen wordt gebruik gemaakt van een
makkelijk te reinigen aankleedkussen. Met papieren tissues worden de
neuzen van de kinderen afgeveegd. De pedagogisch medewerkers wassen
op vaste momenten hun handen; na toiletgebruik, voor het bereiden van
een maaltijd en na het verschonen van een kind. Kinderen wassen hun
handen na het toiletgebruik en voor het eten.
Hygiëne is een leerproces voor het kind. Door vroeg te beginnen het kind
te laten wennen aan bijvoorbeeld handen wassen na het plassen, leert het
spelenderwijs om te gaan met de persoonlijke hygiëne.
Naast dat ouders zelf zorg dragen voor reservekleding, beschikt Calluna
ook over schone kleding, te gebruiken bij eventuele “ongelukjes”.
Het zand in de zandbak wordt één maal per jaar ververst.
4.6
Fysieke omgeving
De indeling van de groepsruimtes is zo ingedeeld dat je er makkelijk in
kunt bewegen, spelen en zitten. Voor kinderen zijn er veel hoekjes met
eenvoudig te pakken speelgoed. De aankleedtafels zijn ingericht met alle
benodigdheden binnen handbereik. Doorlopend worden er op Calluna
thema’s als sfeerbepalers gebruikt. De bekende zijn bijvoorbeeld rond
Sinterklaas, Kerst of Pasen. Raamschilderingen, schminken of
verkleedpartijen in het thema geeft een vrolijk beeld van het
kinderdagverblijf. De vaste kleuren zijn fris en vrolijk. Samen met de
goede belichting straalt dit een sfeer van gezelligheid uit waar iedereen
zijn of haar plek kan vinden.
4.7
Veiligheid
Veiligheid is noodzakelijk en we vinden dan ook dat een kind een veilige
speelplek heeft waar het ongestoord kan ontdekken en zich ontwikkelen op
zijn voortdurende ontdekkingsreis. Voorbeelden hiervan zijn onder andere:
veiligheidsplaatjes op de stopcontacten, veilig afgestelde temperatuur op
de waterkranen, vingerstrips op het scharnierpunt van de deuren en
sperren op kastdeurtjes. Ook bij de keuze van speelgoed en meubilair
wordt alle aandacht besteed aan veiligheid. Het gebouw heeft een
gifwijzer, een wondwijzer en een volledige EHBO-kast. Op diverse
plaatsen hangt een brandblusapparaat en in geval van nood is er een
ontruimingsplan dat één keer per jaar geoefend wordt.
Wanneer er sprake is van een calamiteit en er ontruimt moet worden,
komt er direct een ploegleider met een aantal BHV-ers van het ROC naar
Calluna om bij de ontruiming te assisteren. Ook krijgen wij ondersteuning
van de collega’s van de opleiding Sport en Bewegen. Voor ieder kind hangt
een “naamketting” klaar. Deze krijgen de kinderen om hun nek gehangen
met daarop de naam “Calluna” en een mobiel nummer. Het vaste
verzamelpunt is bij Arena (de sporthal).
Om eventuele ongelukken te voorkomen laten de pedagogisch medewerkers
de kinderen nooit alleen op het aankleedkussen liggen. Scharen, messen en
andere voor kinderen gevaarlijke voorwerpen, liggen buiten bereik van het
kind, evenals hete koffie en thee. Kinderen worden nooit alleen gelaten. De
buitenspeelplaats is door een hek afgesloten. Bij de aanschaf van nieuw
materiaal wordt gelet op de grootte van de onderdelen die eraf kunnen,
zodat deze niet in oren, neus of mond kunnen verdwijnen. Er wordt ook
gelet op hoe het materiaal is afgewerkt; hout mag niet splinteren en verf
moet gifvrij zijn. Speelgoed mag niet van PVC zijn en geen scherpe randen
hebben.
Het meubilair is kindvriendelijk, de kasten zijn robuust en kunnen niet
omvallen. Op de hekjes van de ledikanten zit een drukknopje die alleen
door de leidster is te bedienen. Hierdoor is het onmogelijk voor een kind
om het hekje te openen. De bovenste bedjes van de duoslapers hebben een
dakje waardoor het kind er niet uit kan vallen als het gaat klimmen. Er
worden geen zeiltjes en dekbedden gebruikt. Kinderen worden altijd op
hun rug gelegd als ze gaan slapen en wij attenderen ouders er op dat het
op de buik slapen de kans op wiegendood vergroot.
Calluna voldoet aan de normen van de gemeente en wordt elk jaar
geïnspecteerd door de GGD, in opdracht van de Gemeente. Calluna is in het
bezit van een registratieformulier. Dit houdt in dat zij geregistreerd
staat als kinderdagverblijf dat voldoet aan alle eisen en normen, bepaald in
de Wet Kinderopvang.
5. Ouderbeleid
5.1 Activiteitencommissie
De activiteiten commissie bestaat uit pedagogisch medewerkers.


De taken van de activiteitencommissie zijn:
het voorbereiden en organiseren van bijzondere activiteiten zoals
Sinterklaasfeest, Kerstviering of zomerfeest.
elke pedagogisch medewerker is alleen of samen met een collega
verantwoordelijk voor de organisatie van een feest, soms met
ondersteuning van ouders.
5.2 Oudercommissie
De oudercommissie bestaat uit minimaal 4 ouders. Het wordt gestimuleerd
om ouders van kinderen uit verschillende groepen zitting te laten nemen in
de commissie. De oudercommissie komt minimaal 2 keer per jaar bijeen.
Zonodig is de leiding van Calluna tijdens deze vergaderingen aanwezig. Zij
kunnen dan eveneens de oudercommissie informeren betreffende de
ontwikkelingen binnen het kinderdagverblijf.
5.3 Samenwerking ouders





Een goed contact met de ouders vinden wij heel belangrijk. Als
kinderdagverblijf neem je immers een deel van de opvoeding over.
Daarnaast blijven ouders echter altijd de eerst verantwoordelijke voor
hun kind. We hechten veel waarde aan openheid; ouders hebben de ruimte
alles te kunnen vragen en zeggen. Alles draait immers om het goed kunnen
functioneren van hun kind. Een ouder moet het gevoel hebben zijn kind in
vertrouwde en veilige handen achter te laten.
Oudercontacten onderhouden wij door:
haal –en breng gesprekjes;
1 keer per jaar een ouderavond voor de peuterouders waarbij de
ontwikkeling van hun kind wordt besproken in een persoonlijk gesprek;
de nieuwsbrief, dit is een informatiebrief welke ongeveer 4 keer per jaar
uit gaat naar ouders;
de oudercommissie: een samenspel tussen ouders en leiding van Calluna.
een afspraak voor een apart gesprek wanneer daar voor ouders of
pedagogisch medewerker een aanleiding voor is.
6. Klachtenreglement
Ons kinderdagverblijf is aangesloten bij “Klachten Commissie
Kinderopvang”.
In de praktijk zal het er op neer komen dat wij als kinderdagverblijf altijd
eerst proberen de klacht van de ouder/pedagogisch medewerker intern op
te lossen door een gesprek aan te gaan met de betrokkenen. Wanneer
deze gesprekken uiteindelijk geen oplossing bieden, kan de “Klachten
Commissie Kinderopvang” ten alle tijden door betrokken partijen
ingeschakeld worden.
Januari 2016
Download