Zwart-wit denken - Amsterdam University Press

advertisement
beschouwing 'tussen de wereld en mij' van Ta-Nehisi Coates Boeken
Zwart-wit denken
gebruikt in zijn essay-in-briefvorm,
waarin hij het woord richt tot zijn
15-jarige zoon, 152 pagina's lang.
Dat kun je gerust een epistel
noemen.
De Afro-Amerikaanse essayist hint
met zijn werk naar James Baldwin,
die in 1963 dezelfde briefvorm koos
toen hij The Fire Next Time
schreef, bestemd voor zijn toen 15jarige neefje. En net zoals Baldwin
weet Coates een galm te leggen in
de woorden: je wilt het boek
voorlezen aan iemand om de
resonans van zijn zinnen te horen.
Ta-Nehisi Coates, Tussen de wereld en
mij, Nederlandse vertaling door Rutger
H. Cornets de Groot; Amsterdam
University Press, 17,95 euro.
x
Ta-Nehisi Coates ziet ras als een
machtsconstruct: het zwarte ras werd
uitgevonden door witte
slavenhandelaren.
MacArthur Foundation
Vandaag verschijnt de vertaling van
Ta-Nehisi Coates' subliem
geschreven essay over
rassenproblemen in de VS. Is zijn
betoog ook van toepassing op
Nederland?
DOOR STEPHAN SANDERS
H et probleem begint al bij het
allereerste woord van het boek
Tussen de wereld en mij - een
meedogenloos goed geschreven
boek, met de nadruk op
meedogenloos. Son, dat is de
aanhef die Ta-Nehisi Coates (40)
© de Volkskrant
Hoewel Coates (anders dan
Baldwin) zichzelf uitdrukkelijk
atheïst noemt, hoor je toch een
domineeachtige echo en die
verwijst niet per se naar de kerk,
maar naar de lange traditie van
zwarte voorgangers, van Booker T.
Washington en W.E.B. Du Bois tot
aan Martin Luther King, Malcolm X
en Barack Obama. Zo'n uitgebreide
traditie kennen we niet in
Nederland en het is dan ook
moeilijk voor te stellen dat een
zwarte Nederlandse auteur die
historische weerklank in een werk
weet te leggen. De Verenigde
Staten lopen wat dat aangaat op
ons voor − de vraag zal zijn hoe
voordelig dat is.
Terug naar dat allereerste woord:
son. De Nederlandse vertaler
Rutger H. Cornets de Groot heeft
terecht ervoor gekozen hier de
aanspreekvorm 'jongen' te
gebruiken. Dat klinkt in het
Nederlands liefdevol en vooral niet
al te plechtstatig. Begint een brief
met 'zoon', dan weet je zeker dat je
ouders gaan scheiden.
Probeer die gevoelswaarde nooit
letterlijk over te brengen naar het
Amerikaans-Engels en zeker niet
als je je richt tot een AfroAmerikaanse man. Ik deed dat
jaren geleden in alle onnozelheid,
toen ik mijn zwarte collega's aan
een Amerikaanse universiteit
hartelijk aansprak met boys. Het
dinsdag 17 november 2015
was dat ze mij zelf ook als black
beschouwden en een brother,
anders had ik meteen te boek
gestaan als een onverbeterlijke
Europese racist, of zelfs een white
supremacist.
Want wie denkt het goedmoedige
jongen of jongens te vangen is met
boys, rakelt meteen die hele
racistische geschiedenis op, waarin
zwarte mannen, ook als ze zo oud
zijn dat je kunt wachten op hun
dood, door blanken werden
bevolen hun diensten te leveren,
als in: boy(s), bring me this.
Kinderen waren het eigenlijk, die
zwarten. In de ogen van veel witte
Amerikanen moest je ze vooral
goed opvoeden of zelfs africhten,
zoals je dat met honden doet.
Zie hier een voorbeeld van het
verschil in sensibiliteit tussen
iemand als Coates, een AfroAmerikaanse man, en een man van
gemengd Nederlands-Afrikaanse
komaf zoals ik, die opgroeide in
Europa. Officieel weet ik dat ik
alarmbellen moet horen rinkelen als
ik aan mijn zwarte en gekleurde
Nederlandse vrienden vraag:
jongens, zullen we wat gaan
drinken? Maar ik hoor ze eigenlijk
niet - en zij gelukkig ook niet.
In zijn essay - want dat is Tussen
de wereld en mij toch vooral beschrijft Coates hoe het is om op
te groeien in een zwart getto in
Baltimore en vanaf je vroegste
jeugd te weten dat er een niet uit te
wissen verschil bestaat tussen
black folks, waartoe hij behoort, en
whites, die letterlijk in een ander
universum leven. Maar − en dat is
de pijnlijke ontdekking − in
werkelijkheid zijn al deze mensen,
die zulke verschillende levens en
andere vanzelfsprekendheden
kennen, allemaal burgers van
diezelfde Verenigde Staten van
Amerika. Het is dat geloof in die
vereniging of zelfs verenigbaarheid,
waarvan Coates niets heel laat. Het
land is definitief gescheiden in
whites en blacks, ook door (ik
Pagina 5 (1)
citeer) 'de één bloeddruppelregel,
ooit bedacht door plantagehouders
in Virginia, waarmee het witte van
het zwarte kon worden
gescheiden'.
De erfenis daarvan is dat Amerika
veel minder dan Europa een
gemengde afkomst erkent of
herkent. Je bent geen mix, creool
of moksi (zoals in Suriname); je
bent zwart of wit. Het blijft een
raadsel waarom zo veel zwarte
Nederlandse activisten niet kunnen
wachten tot die racistische
achterlijkheid ook hier werkelijkheid
wordt, zodat we ook hier alleen
maar onderscheid hoeven te
maken tussen witten en zwarten,
louter voor het politieke en
schematische gemak.
'Het boek van Coates gaat over
Nederland. Alles wat de
Amerikaanse schrijver beschrijft in
Tussen de wereld en mij heeft ook
betrekking op ons land', stelt
historicus Zihni Özdil in NRC. Dat is
overduidelijk niet zo, zonder
daarmee de etnische problemen in
Nederland of Europa te
bagatelliseren, die niet minder
diepgaand, maar anders van aard
zijn. Diezelfde Özdil hoopt dat wij
door het lezen van Coates' boek
'op gang gebracht kunnen worden
om na te gaan denken over hoe de
kwesties die Coates aansnijdt ook
bestaan in ons land'. Dat is nu een
voorbeeld van niet zo goed
schrijven. Of, zoals Coates zelf
opmerkt: 'De kunst van het
schrijven, is de kunst van het
denken.'
Coates beschrijft hoe hij als 11jarige vlak bij zijn huis bijna wordt
neergeschoten door een zwarte
leeftijdsgenoot, zomaar. 'Ik had
nooit gedacht dat de dood zo
gemakkelijk, vanuit het niets van
een opgeschoten jongensmiddag,
als een soort mist kon opstijgen.'
Kijk, dat is goed, evocatief
schrijven. Achteloos laat Coates
weten dat tot aan zijn 15de
iedereen die hij kende zwart was
'en allemaal waren ze op een
indrukwekkende, onbuigzame,
gevaarlijke manier bang'. O ja, zijn
eigen grootvader, zijn oom David
en zijn oom Oscar: allemaal een
© de Volkskrant
onnatuurlijke dood gestorven.
Hoeveel zwarte of bruine jongens,
in Nederland geboren en
opgegroeid, lukt het überhaupt om
alleen andere zwarte en bruine
mensen te kennen? Niet één
blanke onderwijzeres of
sportcoach? Ik geloof er niets van.
Het is zelfs maar de vraag of er
zomaar politieke lessen kunnen
worden getrokken uit Tussen de
wereld en mij. Het boek is geen
politiek pamflet dat doet aan
beleidsaanbevelingen. Integendeel,
Coates leverde een subliem
geschreven, literaire getuigenis af,
waarvan hij zelf zegt: 'De Droom
gedijt bij generalisaties. De Droom
is de vijand van alle kunst, van
eerlijk schrijven.' De Amerikaanse
filosoof Richard Rorty maakte
eerder het onderscheid tussen
intellectuelen die het te doen is om
'publieke rechtvaardigheid' en zij
die zoeken naar 'een vorm van
autonomie'. Tot die laatste soort
lijkt Coates te behoren. Hij schrijft
over zijn zwarte identiteit zoals
Gerard Reve dat deed over zijn
homoseksualiteit: je kunt er
politieke standpunten aan
vasthaken, maar het zijn eerst en
vooral zelfbevrijdingsacties.
Bovendien ziet Coates geen
politieke oplossing voor het verschil
tussen zwart en wit Amerika.
Anders dan James Baldwin gelooft
hij niet in het Betere Amerika, waar
de King-achtige Droom van raciale
gelijkwaardigheid werkelijkheid
wordt. Sterker: de Droom en de
Dromers zijn de uitgesproken
vijanden van Coates. Het komt
nooit meer goed, dat is zijn
conclusie, en iedereen die
fantaseert over een betere
toekomst camoufleert die bittere
waarheid. Coates over de AfroAmerikanen: 'We zitten gevangen,
broeder, omringd door de
bandieten van de Amerikaanse,
zwijgende meerderheid.' Wie blieft
er nog een scheutje hoop?
Telkens weer heeft Coates het over
het onderscheid tussen AfroAmerikanen en 'de mensen die
denken dat ze wit zijn'. Ras, zoveel
wordt duidelijk, is voor Coates een
dinsdag 17 november 2015
machtsconstructie: het zwarte ras
werd uitgevonden door witte
slavenhandelaren en de witten
hebben zichzelf white genoemd om
zo de verschillen tussen Ieren en
Joden en Italianen te verdoezelen
en altijd het overwicht te hebben.
Mensen die denken dat ze wit zijn,
kunnen volgens Coates visie dus
ook een zwarte of bruine huidskleur
hebben; ze gedragen zich wit of
richten zich naar een witte norm.
Wat dat precies is, blijft onduidelijk,
maar het is zeker bedoeld als
aanklacht en ook Obama ontkomt
niet aan die kritiek.
Hier maakt hij er theoretisch
gesproken een potje van: als
rassen sociale constructies zijn,
valt het moeilijk in te zien waarom
Afro- Amerikanen een 'essentie'
kennen die hen altijd en eeuwig
onderscheidt van witten, en white
niet meer is dan een parapluterm,
die ongelijksoortige grootheden
verenigt. Moet je dan ook niet
spreken over mensen die denken
dat ze zwart zijn en er dezelfde
honende ondertoon in leggen,
zoals Coates doet als hij het over
witten of wit gedrag heeft?
Is het wit gedrag als een AfroAmerikaan naar Stravinsky luistert?
Nee, want Coates concludeerde al
dat 'Tolstoj ook de Tolstoj van de
Zulu's is'. En terecht. Algebra is niet
het bezit van de Arabieren,
Stravinsky niet van de witten en
jazz niet uitsluitend van de zwarten.
Maar die ultieme conclusie weigert
Coates te trekken - alsof een
laatste spoortje ressentiment hem
tegenhoudt. In zijn politieke analyse
is Coates op z'n zwakst.
Het moet trouwens voor zwarte
Europese activisten ronduit
schrikken zijn, dat Coates zo
laaiend enthousiast is over zijn
bezoek aan Parijs. Voor het eerst is
hij weg uit Amerika, het land dat
zijn land is en toch ook weer nooit
helemaal. Parijs deed hem denken
aan New York, 'maar zonder de
inferieure, altijd aanwezige angst.
De meeste mensen droegen er
geen wapens. Iedereen liep. (...) In
Frankrijk waren we geen slaven.
We zijn niet hun negers.'
Pagina 5 (2)
Misschien verdient het aanbeveling
niet de complete zwarte
Amerikaanse geschiedenis zo snel
mogelijk te implanteren in Europa.
Maakt dat Europa tot een walhalla?
In het geheel niet; de onschuld en
onwetendheid die in dit continent
worden gekoesterd, zijn op z'n best
onbenullig en op z'n slechtst
kwaadaardig. Maar de
veronderstelde voorsprong van
Amerika in het denken over zwart
en wit bewijst meteen het bestaan
van de traditionele, rigide
kleurgrens, die het land tot op de
dag van vandaag verdeelt.
schrijft Ta-Nehisi Coates in zijn
boek Tussen de wereld en mij.
© de Volkskrant
dinsdag 17 november 2015
Pagina 5 (3)
Download