mat15.14w - Kees van Dusseldorp

advertisement
Preek over Mat.15:29-39
- Schildwolde, 12 maart 2007
- Kees van Dusseldorp
- Biddag
Liturgie avonddienst:
Votum en groet
Gz.123:1
Gebed
Lezen: Mat.15:29-39
2 Kor.9:6-15
Ps.104:4,8
Tekst: Mat.15:29-39
Ld.427:1,2,3
Ps.31:1,2
Gebed, afgesloten met
Gz.36:5,10
Collecte
Ps.145:4
Zegen
1
Gemeente van Christus,
** bidden, waarom eigenlijk? **
‘Vandaag komt het mannetje met de zaag.’ Dat zei een oom van mij, die vroeger vaak bij
ons kwam eten. En als we hem dan vreemd aankeken, begon hij te lachen. ‘Ja, het
mannetje met de zaag. Om de week doormidden te zagen. Want het is woensdag
vandaag.’ We zijn er best een paar keer ingetuind. Woensdag, midden in de week. En
vandaag een kerkdienst. Midden in de week. Kinderen zijn naar school geweest. Er zijn
boodschappen gedaan. Er is gewerkt. Maar nu zitten we in de kerk. Midden in de week.
Want juist in deze kerkdienst gaat het over ons dagelijks leven. Werk en economie, eten
en drinken. Daarvoor gaan we bidden.
Er zijn mensen die zeggen: Bidden is niet meer nodig. Vroeger konden de mensen niet
zoveel. Iedereen was afhankelijk van de natuur, van het weer, van God. Maar
tegenwoordig is het anders. We hebben de techniek, we kunnen heel veel laten groeien.
Tot gemanipuleerde gewassen, groenten uit de kassen en gekloonde dieren toe. De oogst
kan tegenvallen. Een bedrijf kan failliet gaan. Maar we gaan echt niet dood van de
honger. Dat hebben we goed geregeld met elkaar. Bidden is niet meer nodig.
Er zijn ook mensen die zeggen: Bidden helpt niet. Wat verandert er nu aan de
problemen? Er zijn nog steeds mensen in onze wereld die sterven van de armoede.
Mensen die gesloopt worden door ziekten en handicaps. Misschien bidden ze wel elke
dag. Toch gaat het niet beter. Als God al bestaat, dan doet Hij toch zijn eigen plan. Bidden
helpt niet.
Nog weer anderen zeggen: Bidden is slecht. Als je bidt, dan vouw je je handen. En je
moet je handen juist uit de mouwen steken. Als je bidt, dan doe je je ogen dicht. En je
moet je ogen juist opendoen. Er worden mooie woorden gesproken over de nood in de
wereld. Maar er komen geen daden bij. Bidden brengt de mens in de verleiding om het
maar aan de Heer over te laten en zelf niets meer te doen. Bidden is slecht.
Wij gaan het toch doen. Bidden voor het dagelijks leven. Maar de vragen die ik noemde,
zijn wel reëel. Ze kunnen ons ook parten spelen. Het gaat over een gevoelig onderwerp.
Bidden voor gewas en arbeid. Een verbinding tussen de hemelse gerichtheid en de
aardse zaken. De vragen worden persoonlijker: Hoe bid ik voor mijn voedsel en mijn
werk? Voor mijn welvaart en gezondheid? Hoe bid ik voor wie in armoede en ellende
leeft? Wat voor gevolgen heeft dat gebed? Hoe bid ik als het tegenzit en er zorgen zijn.
En hoe bid ik als ik mijn welvaart zie? Hoe bid ik vandaag?
** voor Jezus is het aardse leven belangrijk **
God is betrokken bij ons leven op aarde. Dat zie je bij de Heer Jezus duidelijk. Het aardse
leven vindt Hij niet onbelangrijk. Jezus is bewogen bij de mensen die ziek zijn. Hij zorgt
voor mensen die problemen hebben. Hij helpt mensen als ze honger hebben.
'Hij is er weer. Hij is weer terug.' Het is snel bekend. Jezus had zich teruggetrokken naar
het buitenland. De mensen zullen Hem misschien gezocht hebben. Maar Hij is er weer.
Terug bij de berg. Dé berg. Waar Hij vaker was geweest. Voor onderwijs en
2
ondersteuning. De mensen stromen weer toe. Ze hebben er veel voor over om in zijn
nabijheid te zijn. Een paar dagen vrijaf was vroeger geen probleem. Ze stromen met
duizenden naar Jezus. Zijn woorden zijn zo wonderlijk. Sterk en bemoedigend. Zijn
daden zijn zo wonderlijk. Vergevend en genezend. Daar wil je bij zijn!
Inderdaad, Jezus spreekt, vergeeft, leert, geneest, beurt op. Zonder uitzondering. Alle
lammen, kreupelen, blinden, stommen enz. worden aan zijn voeten geworpen. En Hij
maakt ze beter. Onbeperkt deelt Hij uit van zijn heil. En als de mensen door hun eten
heen zijn, zorgt Hij voor het eten. Niemand had erop gerekend dat het congres drie volle
dagen zou duren. Al eerder had Jezus duizenden mannen, vrouwen en kinderen van
brood en vis voorzien. Nu doet Hij het weer. Hij geeft ze te eten voordat ze de terugreis
naar huis beginnen. Hij zorgt perfect voor al die mensen die voor Hem kwamen.
Waarom al die wonderlijke gebeurtenissen? Om indruk te maken? Zeker, Jezus trekt de
aandacht naar zich toe. Maar er is meer. Om mensen te interesseren voor zijn onderwijs?
Ook dat speelt mee, maar ook dat is nog niet alles. In de zorg van de Heer voor
gezondheid en voedsel ligt nog iets anders. Iets over het heil dat bij hem begint. Zijn
redding is zo breed als de schepping. Zijn heil omvat ook gezondheid en welvaart. Zijn
verlossing werkt door in het dagelijkse leven. Bij Jezus komt het leven tot bloei. Dat
toont ons de waarde van ons gewone leven. De Heer vindt het aardse leven niet
onbelangrijk, maar juist waardevol. Door profeten is het al gezegd: doornstruiken
maken plaats voor vruchtbomen. Distels maken plaats voor bloeiende planten. God
maakt het gewone leven voor zijn kinderen goed. Daarom deelt Jezus al uit, waar wij
naar verlangen: verlossing van ziekten, redding uit problemen, bevrijding van honger.
Tot een belofte voor ieder.
** Jezus' zorg is omgeven door het evangelie **
Het gewone leven wordt een goed leven. Dat is Gods doel. Dat is al voldoende reden om
te bidden voor gewas en arbeid. Maar het verhaal van het broodwonder voor de vierduizend vertelt ons meer over Jezus' zorg. Laten we eens inzoomen op de details van de
geschiedenis.
Allereerst valt op, dat Jezus de Vader aanroept, nog voor Hij de broden en vissen in
stukken verdeeld. Hij dankt de Vader voor zijn gaven. Hij vraagt om een zegen. Terwijl
Hij het eten al in handen heeft. En daarmee leert Jezus ons, om met het brood al op tafel,
met een volgeplande agenda op je smartphone eerst op te zien naar de Vader. Hij is de
bron van al het goede. Van Hem zijn wij afhankelijk. Zelfs Jezus belijdt dat. Dat leert ons
een christelijke houding: dagelijks leven in afhankelijkheid.
Het tweede detail is de ontferming van onze Heer Jezus Christus. ‘Ik heb medelijden met
al die mensen.’ Jezus spreekt van zijn ontferming. Zijn diepe bewogenheid. Daarvan
lezen we vaker. Altijd is deze ontferming verbonden aan de Heer zelf. De bewogenheid
van Jezus is een Messiaanse bewogenheid. Een ontferming, die direct samenhangt met
het werk waarvoor Jezus komt. Zijn hart gaat naar de mensen uit, om hen te redden. Van
zonden. Van gevolgen van het kwaad. Van gebrokenheid en verdriet. In Jezus ontfermt
God zich over zijn volk. Zijn zorg voor het leven van zijn kinderen is een zorg, die te
maken heeft met het ware geluk, het complete heil, het herstel van alle dingen.
3
Het derde detail, is het doel waarmee Jezus zijn discipelen bij elkaar roept en tot zijn
plan van brood en vis komt. ‘Ik wil hen weer naar huis sturen, maar ik wil zeker weten,
dat ze het ook volhouden. Dat ze niet onderweg bezwijken, maar behouden thuiskomen.’
Het is niet de bedoeling, dat ze daar op de berg bij Jezus blijven. Ze moeten weer terug.
Naar hun gewone dagelijkse taken. Om verrijkt met wat ze hebben gezien en gehoord
daar het heil handen en voeten te geven. Om hun verwondering en ervaring met
anderen te delen. Daarom voorziet Jezus hen van voedsel. Ze hebben kracht nodig voor
de reis. Energie om thuis te komen en uit het heil te leven.
Drie details, die ons een beter zicht geven op de zorg van Jezus. Het heil dat Jezus brengt
begint in zijn Messiaanse ontferming: herstel van gebrokenheid. Zijn zorg is erop gericht,
dat een mens het heil met anderen kan delen. Zijn zorg werkt, omdat Hij zijn kracht
vindt in de Vader als de bron van het goede. Jezus' zorg voor het eten komt voort uit zijn
missie en is gericht op een compleet goed leven.
** dat plaatst ons bidden in een breder kader **
De zorg van Jezus voor eten en drinken wordt gedragen door het heil wat Hij brengt. Het
broodwonder staat niet op zichzelf, maar heeft een functie. Zo staat ook ons leven niet
op zichzelf, maar heeft het een plaats binnen een breder kader. Ons bidden voor gewas
en arbeid is aan een doel verbonden. Zelfs eten en drinken hebben met God te maken. Je
krijgt het niet automatisch, maar als gevolg van Gods ontferming en barmhartigheid. Je
krijgt het niet zomaar, maar als belofte voor een echt goed leven. Je ontvangt het niet
doelloos, maar om God en de naaste te dienen.
Daarom zitten we vanavond bij elkaar in de kerk. We zijn niet bij elkaar gekomen op een
akker of weiland. En evenmin in een loods, kantoor of school. Ook daar wordt om Gods
zegen gebeden. Dagelijks hoop ik. Maar vandaag zijn we in de kerk bij elkaar gekomen
om te bidden. In de kerk draait het om Jezus Christus. Op de biddag komt de relatie naar
voren tussen het evangelie en het dagelijks leven. Voedsel en werk, gewas en arbeid. De
verbinding tussen een hemelse Heer en het aardse leven. Het plaats je leven staat in het
kader van Gods koninkrijk.
Wij vragen de Heer om zijn zegen over het gewas. Voedsel en gezondheid. We vragen
God niet alleen om voedsel, omdat wij eten zo lekker vinden. Wij vragen God niet alleen
om gezondheid, omdat we ons graag goed en sterk voelen. Maar wij vragen de Heer om
voedsel en gezondheid, ter wille van het Koninkrijk. Zodat wij in staat zijn God en de
naaste te dienen. Dat geeft waarde aan ons leven.
Wij vragen de Heer om een zegen over onze arbeid. Dat is een gebed of al ons werk en al
onze activiteiten goed verlopen en succesvol zijn. Dat vragen wij niet alleen, om veel te
kunnen verdienen. Of om een prachtige cijferlijst te krijgen. Of om ons huis netjes en
gezellig te houden. Wij vragen de Heer om zijn zegen over onze arbeid, ter wille van het
evangelie. Of de Heer onze inspanningen gebruiken wil voor zijn koninkrijk. Dat geeft
waarde aan onze activiteiten. Bidden en leven hebben een relatie met elkaar. Mijn
dagelijks bestaan valt binnen het Koninkrijk.
** bidden betekent ook echt verwachten **
4
Jezus is niet meer op aarde. Van zo’n wonder, dat er duizenden mensen aan een paar
broden genoeg hebben om verzadigd te raken, hoor je zelden meer. Toch is het gebeurd.
In de handen van de Heiland groeiden brood en vis tot voedsel voor velen. Dat schept
verwachting. Bidden heeft niet afgedaan. Ook om gewone aardse dingen als gewas en
arbeid. En bidden betekent dan echt verwachten. Verwachten dat God verhoort.
Vertrouwen dat Hij zorgt. Geloven dat Hij geeft wat nodig is en doet wat God is. Bidden
betekent de handen opendoen. En verwachten dat God ze zal vullen.
Bij het bidden heb ik vaak last van mijn verwachtingspatroon. Ik heb zo mijn ideeën over
hoe het moet gaan. Wij denken dat we behoorlijk weten hoe allerlei ontwikkelingen in
deze wereld lopen. Hoe mensen reageren. Bedrijven hebben begrotingen en prognoses
gemaakt. Ze rekenen op een bepaalde winst. Boeren moeten opgeven hoeveel ton aardappels of hoeveel liter melk ze denken te leveren. Werknemers kunnen uitrekenen
hoeveel ze zullen verdienen. Ouders hebben hun verwachtingen over de ontwikkeling
van de kinderen. Scholieren weten welke cijfers ze moeten halen, om gemiddeld een
voldoende te krijgen. Zo hebben we onze verwachtingspatronen. Daar stem je je werk op
af.
Voor het bidden is dat lastig. Je loopt het risico dat je je afhankelijkheid vergeet. Of dat je
geen rekening houdt met Gods zegen. Of dat je niet vertrouwt dat de Heer werkelijk
zorgt. Dan is het bidden slechts een goede gewoonte. Maar laat bidden gedragen worden
door een besef van afhankelijkheid en vertrouwen! Bidden vraagt om openheid. Wie
echt bidt, die erkent dat alles van God komt. Zelfs als de begroting uitkomt, is dat te
danken aan de zorg van God. En als je Gods kracht kent, dan laat je in je verwachtingen
ook ruimte dat het anders kan lopen. Dat het tegenzit voor je gevoel. Of dat het juist veel
beter gaat. Wie bidt, legt de leiding in Gods hand. Je zet haakjes om je verwachtingen.
Het kan ook heel anders gaan. Want God is God.
Bidden zet je open voor Gods leiding. De Heer is niet gebonden aan onze prognoses,
maar kan in het belang van het hemelrijk anders handelen. Hij heeft de touwtjes in
handen. Daarom heeft bidden tot God zin. Want Hij luistert. Hij houdt in plannen
rekening met wat zijn kinderen Hem vragen. Hij vraagt om je gebed. Zodat je de
bezorgdheid afschudt en vertrouwen leert op de zorg van de Heer. Zoals Jezus zelf al
dankte, terwijl het wonder nog moest gebeuren. Bidden betekent verwachten.
** Jezus zal zulk bidden verhoren **
Zegt dit broodwonder van de Heer iets over zijn zorg voor ons? Hij is toch niet meer
ergens op aarde om het brood te breken tot iedereen genoeg heeft? Wij zien toch in onze
wereld dat er mensen sterven van de honger en vermoord worden om hun arbeid? Hoe
is het geregeld met de verhoring van ons bidden? Zoveel mensen krijgen op hun gebed
niet wat ze vroegen. Het dagelijks gebed om de wereldnood heeft nog steeds niet tot
massale broodwonderen heeft geleid. Hoe zit dat dan met Jezus' zorg?
‘Hoeveel broden hebben jullie?’ vroeg Jezus. Hij was machtig genoeg om van stenen
broden te maken. Maar Hij kiest ervoor om zich aan te sluiten bij de mogelijkheden die
voorhanden zijn. Hij verleent zijn zorg door gebruik te maken van wat er al is. Zo werkt
Hij vaker. Hij wijst ons op wat we hebben. In alle nuchterheid word je erop gewezen
5
gebruik te maken van wat er is en wat je kunt. Ga zelf aan het werk, om de verhoring van
je gebed werkelijkheid te maken. Wie groeien wil, moet eten. Wie eten wil, moet werken.
Jezus zorgt voor zijn mensen. Zijn ontferming is niet gedempt. De bron van het goede is
niet opgedroogd. Wij hebben het doel van ons leven nog niet bereikt. Zijn zorg is niet
afgebouwd. Hij gaf zijn leerlingen opdracht het voedsel uit te delen. Nog steeds gebruikt
Hij daarvoor zijn volgelingen. Om uit te delen in de wereld. Het heil, dat begint bij
verzoening en doorwerkt naar heel het leven. Zijn zorg voor de mensen gaat via mensen.
Via u. Via jou. Via mij. De zorg van de Heer blijkt in de onderlinge zorg binnen de
gemeente en in de zorg van de kerk voor deze wereld.
Jezus zorgt voor zijn mensen. Hij leerde ons bidden om het dagelijks brood. Over de
verhoring daarvan zijn veel vragen te stellen. Maar bij die verhoring word je
ingeschakeld. Paulus zegt: ‘Wie karig zaait, zal karig oogsten, wie overvloedig zaait, zal
overvloedig oogsten.’ Laat je inzetten in de zorg van Jezus. Zoals je in de zorg die een
ander jou bewijst, iets van de zorg van Jezus opmerkt. Het leven wordt hier geen
paradijs. Toen Jezus op aarde werkte, viel de lichtkring van zijn heil over de mensen in
zijn omgeving. Dat is in die wonderlijke mate als een zwaluw, die nog geen zomer maakt,
maar de zomer aankondigt. Daarin ligt de belofte, dat eens geen ziekte, probleem,
handicap, honger of oorlog een plaats meer zal hebben in het hemerijk. In de goede
dingen van het gewone leven ligt een belofte. God zorgt. En bij hem wordt het leven
goed.
** wij bidden om kracht voor onderweg **
Bidden voor het dagelijks leven. Eten en drinken, economie en arbeid, gezondheid en
geluk. Dat doen we vandaag. Is dat nodig? Heeft dat wel zin? Leidt dat ons niet af? Eens
zorgde Jezus voor brood voor duizenden mensen. Hij hecht veel waarde aan gezondheid
en voedsel. Hij zorgt voor zijn mensen. Dat motiveert om te bidden en te blijven bidden.
Wij zijn onderweg. Niet maar onderweg naar het eind van ons leven. Maar onderweg
naar Gods Koninkrijk. Gewas en arbeid, voedsel, gezondheid, werk, geld en succes. We
hebben het nodig om te leven. Om de reis vol te houden, hebben we onze krachten
nodig. De sterken en gezonden nemen de minder sterken en gezonden mee. We zijn
onderweg. Op onze reis bidden we voor dagelijks leven. Zodat we God en mensen
kunnen dienen. Op onze reis verwachten wij dat van Jezus Christus. Dat loopt soms
anders dan wij denken. Maar we reizen onder de zegen van de Heer. In de mensen om
ons heen ontdekken we zijn ontferming. Op onze reis laten wij ons inschakelen in de
zorg van de Heer. Het gaat er niet om of ik zelf wel genoeg heb. Het gaat erom: hoe kan ik
de ander laten delen in mijn rijkdom. In zijn gaven horen we de belofte van
volmaaktheid.
Er zijn veel problemen in deze wereld. Er gebeuren rampen en er is armoede. Er is
ziekte en verdriet. Er zijn spanningen om ons heen. Ik beloof dat ze worden opgelost.
Omdat de Heer het belooft. Ik beloof u niet dat dat morgen al gebeurt. Omdat de Heer dat
niet heeft gezegd. Maar ik roep u en mezelf wel op om het leven van God te verwachten
en ondertussen zelf aan het werk te gaan binnen de mogelijkheden en
verantwoordelijkheden die u hebt. Doe het biddend en reken op Gods zegen.
6
Amen.
7
Download