PowerPoint-presentatie

advertisement
Landschapszones op aarde
2.1 Leven in het Amazonegebied
Tropische regenwouden
 Het Amazonegebied in Zuid-Amerika bestaat
uit dichte, ondoordringbare, tropische
bossen.
• De bossen liggen in de tropen, aan
weerszijden van de evenaar. Het is
daardoor altijd warm en er valt veel
neerslag.
• De bomen en planten groeien in etages
van verschillende hoogte. Daardoor is
het schemerig in het bos. Er leven veel
verschillende soorten planten, dieren en
bomen: de biodiversiteit is groot.
2.1 Leven in het Amazonegebied
Ontbossing
 Sinds 1970 is een vijfde deel van het Braziliaanse regenwoud verdwenen
door ontbossing.
• Ontbossing wordt veroorzaak door:
- ongelijke bevolkingsspreiding
- winning natuurlijke hulpbronnen
(goud, uranium, rubber, hout)
- aanleg wegen
- aanleg grootschalige bedrijven
2.1 Leven in het Amazonegebied
Duurzaam gebruik
 De bossen dienen als leefgebied van de oorspronkelijke bevolking, de
indianen. De biodiversiteit is enorm en voor een deel nog niet in kaart
gebracht. Duurzaam beheer is daarom belangrijk, op deze manier blijft het
bos bestaan.
• Bosbouw kan op een duurzame
manier als je weinig bomen kapt
en direct weer jonge bomen laat
groeien.Dit noemen we
herbebossing. Ook worden er
nieuwe stukken bos aangeplant.
2.2 Leven in een droog gebied: Mali
Mali: een arm en droog land
 Mali ligt in Afrika en is zeer arm. Het is 33 x
zo groot als Nederland.
• Het land bestaat uit steppe en woestijn,
omdat het er zo droog is. In de steppe vind je
grassen en struiken, in de woestijn vind je
alleen vegetatie bij oases. Dit is een plek
waar water te vinden is.
 Het zuiden is iets vochtiger: hier vind je de
savanne. Er zijn grassen, struiken en
boomgroepen.
2.2 Leven in een droog gebied: Mali
Overleven in droge gebieden
 In de droge gebieden moeten
mensen omgaan met een tekort
aan water.
• Nomaden zijn mensen zonder
vaste woonplaats die
rondtrekken met hun vee.
Weinig vee per hectare:
extensieve veeteelt.
• In de oasen kun je een akker
aanleggen met behulp van
irrigatie of kunstmatige
bewatering.
2.2 Leven in een droog gebied: Mali
De Sahel: kwetsbaar
 Tussen de savanne in het zuiden en de woestijn in het noorden van Mali
ligt de Sahel.
• In de Sahel is de neerslag onbetrouwbaar. Hierdoor dreigt er vaak een
hongersnood.
• De snelle bevolkingsgroei vraagt
veel voedsel. Hierdoor laten de
boeren te veel vee op een klein
gebied grazen. Dit heet
overbeweiding wat kan leiden
tot verwoestijning. Er is dan geen
plantengroei meer, waardoor de
bodem niet wordt vastgehouden.
2.3 De Inuit op Groenland
Kalaallit Nunaat
 Inuit betekent‘mensen’of volk,
vroeger werden ze Eskimo’s
genoemd.
Ze wonen aan de kusten van
Alaska, Noord-Canada en
Groenland.
• Inuit leven van de jacht op
zeehonden, ijsberen, rendieren
en walvissen. Ze verplaatsten zich
vroeger vooral met kajaks en
sleeën, maar nu ook met
sneeuwscooters en auto’s.
2.3 De Inuit op Groenland
Toendra
 Groenland heeft een koud klimaat. Het wordt er gemiddeld niet warmer dan
10ºC.
• Er groeien door die temperaturen geen bomen. De Inuit wonen dan ook ten
noorden van de boomgrens, in de toendra. Hier groeien mossen, grassen en
lage struiken.
• De toendra bestaat 9 maanden uit
sneeuwen ijs, alleen in de zomer smelt
de bovenste laag van de bodem. De
onderste laag is altijd bevroren:
permafrost. Hierdoor kan in de zomer
het smeltwater niet wegzakken. Het is
dan erg drassig.
2.3 De Inuit op Groenland
Sneeuw en ijs
 Het midden van Groenland ontdooit nooit. De laag eeuwige sneeuw wordt
daar samengeperst tot landijs van wel meer dan 3 km dik.
• Op zee ligt zee-ijs. Bevroren
zeewater heet ook wel pakijs. In de
zomer breken stukken af. Deze
ijsbergen noemen we drijfijs.
2.4 Bewoonbare aarde
Klimaat en landschapszones
 Weer en klimaat zijn twee verschillende dingen.
• Het weer is de toestand van de dampkring op een bepaalde plaats, op een
bepaald moment.
• Het klimaat is het gemiddelde weer in een groot gebied over 30 of 40 jaar.
• Landschapszones worden gekenmerkt door de vegetatie die er groeit.
Die vegetatie is afhankelijk van neerslag en temperatuur.
Een overzicht van de gemiddelde temperatuur (rode lijn) en de gemiddelde
neerslag (blauwe staafdiagram) is een klimaatdiagram.
2.4 Bewoonbare aarde
2.4 Bewoonbare aarde
Bevolkingsspreiding in China
 Mensen zijn ongelijk verdeeld over het aardoppervlak.
Ook in China zijn de verschillen groot.
• De meeste Chinezen wonen in het oosten van het land in grote steden. Deze
opeenhopingen van mensen noemen we bevolkingsconcentraties.
• Het westen van China is dunbevolkt, het is droog (Gobiwoestijn) en het
gebergte (Himalaya) is erg koud en er is veel reliëf.
2.4 Bewoonbare aarde
Bewoonbaarheid van landschapszones
 Op mondiale schaal zijn er ook veel verschillen in bevolkingsspreiding door
natuurlijke omstandigheden.
• Gebieden zijn dunbevolkt als ze te hoog, te droog, te koud of onvruchtbaar
zijn.
• Gebieden zijn dichtbevolkt als er
voldoende neerslag valt en als het
niet te koud is. In het gebied van de
loofbossen in de gematigde zone
wonen miljarden mensen.
De meeste oorspronkelijke vegetatie
is verdwenen en veranderd in
cultuurgrond. Dat zijn akkers en
weilanden.
Download