2.3 Reinigen en desinfecteren 1 Veiligheid voor alles Micro-organismen kunnen voedsel bederven en ziekten verwekken. Een berucht voorbeeld is het vaatdoekje in veel keukens thuis. De meeste vaatdoekjes worden meer dan één keer gebruikt. Soms blijven ze wel een week liggen. Die doekjes zijn een luilekkerland voor de micro-organismen die er in zitten. Telkens als je met dit vaatdoekje vuil opneemt, voer je deze dierentuin van micro-organismen. Hygiëne kun je bereiken door de omgeving onaangenaam voor micro-organismen te maken. Soms zijn daar middelen voor nodig die voor jou zelf ook gevaarlijk zijn. Voor het bestrijden van m.o gebruiken we reinigingsmiddelen, bijvoorbeeld afwasmiddel, allesreiniger; desinfecterende middelen, bijvoorbeeld chloor, ammonia, soda; sterke zuren en basen, bijvoorbeeld zoutzuur, natronloog. Bescherming Reinigings- en desinfectiemiddelen komen in aanraking met je huid. Bij een gevoelige huid kan dit leiden tot rode geïrriteerde plekken, eczeem. Meestal worden dit soort allergische reacties door de parfum in het reinigingsmiddel veroorzaakt. Maar het kan nog gevaarlijker. In de industrie gebruiken ze heel sterke zuren en heel sterke basen om te reinigen. Als je deze op je huid zou krijgen, kun je lelijke wonden oplopen. Het is dus zaak je te beschermen. *Bescherming bij hygiëne 21 Waterdichte kleding, laarzen, handschoenen en veiligheidsbrillen zijn onmisbaar (en dus verplicht) bij het werken met deze vloeistoffen. Soms worden mondkapjes gebruikt, omdat dampen kunnen vrijkomen die je keel en longen aantasten. Arbo-wet Volgens de Arbo-wet moet een werkgever zorgen dat deze veiligheidsmiddelen aanwezig zijn. Een werknemer is verplicht om ze te gebruiken. Veilige verpakking Bij verkeerd gebruik zijn reinigings- en desinfectie-middelen de oorzaak van ongevallen en vergiftiging. Om dit zoveel mogelijk te voorkomen is het belangrijk dat de verpakking veilig is, en ons hiervoor waarschuwt. Op de verpakking kunnen waarschuwingen of voorzorgsmaatregelen staan, zoals: “schadelijk bij inademing” “niet eten of drinken tijdens gebruik”. * Gevaar symbolen Gevaar symbool Het gevaar van een middel is soms aangegeven met een symbool. Hierdoor zie je in een oogopslag de risico’s van het middel. Elk gevaar symbool heeft zijn eigen betekenis. Dit kan zijn: a. Agressief (of corrosief): dit product is bijtend en kan bij aanraking levende weefsels ernstig aantasten. b. Chemisch afval: dit product mag niet in de gewone afvalbak, maar moet als chemisch afval ingeleverd worden bij de gemeentelijke reinigingsdienst. c. Giftig: dit product levert bij inademing of opname via de mond of huid ernstig gevaar op en kan direct of op langere termijn zelfs de dood tot gevolg hebben. d. (Licht) ontvlambaar: dit product geeft bij temperaturen tussen de 21 oC en 55 oC brandbare of explosieve dampen af. e. Milieugevaarlijk: dit product is giftig voor het milieu. f. Niet mengen: dit product niet in combinatie met andere producten gebruiken, er kunnen gevaarlijke gassen vrijkomen. 22 g. Ontplofbaar: dit product is zeer explosief. h. Oxiderend: dit product is brandbaar wanneer het in aanraking komt met zuurstof. i. Prikkelend (of irriterend): dit product veroorzaakt bij directe, langdurige of herhaalde aanraking met de huid of slijmvliezen irritatie of een ontsteking. of Schadelijk: dit product levert bij inademing of opname via mond of huid een beperkt gevaar op. Gevaar Het komt wel eens voor dat van een fles het etiket loslaat. Na een paar weken weet niemand meer precies wat er in die fles zit. Het enige wat bekend is, is dat het een vloeistof is om te reinigen of te desinfecteren. Maar hoe gevaarlijk de vloeistof is weet niemand. Elke fles zonder etiket is een gevaar. Die kun je dus het best met het chemisch afval meegeven. Reageer snel bij vergiftiging en raadpleeg de gifwijzer. Altijd de huisarts waarschuwen, of snel naar het ziekenhuis. Het is raadzaam om de verpakking of het braaksel mee te nemen. * Reinigings- en desinfecterende middelen 23 2 Reinigingsmiddelen Reinigen is het zichtbare vuil verwijderen. Het is nodig om voedselresten te verwijderen. In deze resten zitten altijd microorganismen. Als ze een paar uur de kans krijgen, vermenigvuldigen ze zich razendsnel. Reinigingsmiddelen maken micro-organismen niet dood. Reinigen De werking van reinigingsmiddelen Reinigingsmiddelen mogen geen sterke geur of smaak achterlaten. Ook mogen ze niet agressief zijn waardoor beschadigingen kunnen optreden. Bij schoonmaken worden vuilsoorten opgelost in schoonmaakwater. Met vuilsoorten bedoelen we dan vetten, koolhydraten, eiwitten, kalk en roest. De eerste drie komen heel veel voor. De temperatuur van het afwaswater is niet hoger dan 60 oC. Bijschoonmaken van wanden en vloeren koelt heet water snel af. De temperatuur van het schoonmaakwater is niet hoog genoeg om micro-organismen te doden. Door schoonmaken worden de meeste micro-organismen wel weggespoeld. Reinigingsmiddelen zijn er in drie soorten: zuur, neutraal of basisch. Zuur neutraal basisch 0…………3… 4……6 ..7… 8……9 …10…11…12…….14 pH I I I I I I I azijn afwasmiddel spiritus desinfectie soda I I allesreiniger ammonia chloor *pH van reinigings- en desinfecterende middelen Zure reinigingsmiddelen verwijderen kalk en roest. Basische reinigingsmiddelen gebruik je, wanneer eiwitten en vetten verwijderd moeten worden. Concentratie Als je een reinigingsmiddel wilt gebruiken, hou je dan aan het voorschrift op het etiket. De fabrikant heeft uitgezocht hoe zijn product het beste werkt. Op het etiket staat altijd in welke concentratie je het middel moet gebruiken. Dit is de hoeveelheid reinigingsmiddel die in water moet worden opgelost. Een hogere concentratie levert vaak beschadiging van de apparatuur op. En bij een lagere concentratie is de werking weer veel minder. 24 Bij reiniging speelt de temperatuur ook een belangrijke rol. In het algemeen gaat de reiniging beter als de temperatuur hoger is. Daarom wassen we af in sop dat zo heet mogelijk is. *Lauw water is heerlijk zwemwater voor micro-organismen Werkvolgorde reiniging Bij hygiënisch werken wordt de volgende werkvolgorde aangehouden: Stap 1 grof vuil verwijderen Stap 2 voorspoelen met water Stap 3 reinigen Stap 4 naspoelen met water Stap 5 (laten) drogen 1.3 Desinfecteren Na een reiniging zijn alle productresten weggehaald. Ook veel micro-organismen zijn verwijderd. Er blijven toch nog een aantal levende micro-organismen op het schone oppervlak achter. De meeste reinigingsmiddelen kunnen micro-organismen namelijk niet doden. Daarvoor zijn andere middelen nodig. Dit zijn desinfecterende middelen, ook wel ontsmettingsmiddelen genoemd. Ook wordt stoom gebruikt om te desinfecteren. Desinfecteren Desinfecteren is het vernietigen van het onzichtbare vuil: de micro-organismen. Voor iedere familie van micro-organismen is een apart desinfecterend middel. Bij humane voeding wordt veel gebruik gemaakt van chloorbleekloog. 25 Desinfecteren moet alleen gebeuren wanneer het echt nodig is. Bij hygiënisch werken en een zorgvuldige reiniging krijgen microorganismen minder kans om zich te vermenigvuldigen en zal desinfecteren ook minder nodig zijn. Het spreekt vanzelf dat je goed moet reinigen, voor je desinfecteert. Als er na een slechte reiniging nog productresten zijn, heeft de desinfectie minder nut. In de productresten bevinden zich micro-organismen, waar het desinfectiemiddel niet altijd bij kan komen. Maak desinfectie-middelen altijd klaar in de voorgeschreven concentratie. Meng heel goed voordat je ermee aan het werk gaat. Gebruik voor de desinfectie andere emmers en borstels dan voor de reiniging. Meestal hebben die ook een andere kleur. Spoelen na het desinfecteren is heel belangrijk. Soms hoor je dat er producten uit de handel worden gehaald, omdat ze besmet zijn met desinfectie-middelen. Ze zijn echt gevaarlijk wanneer je ze binnen krijgt. 26 Vragen bij hoofdstuk 2.3 Reinigen en desinfecteren 1 Veiligheid voor alles 1. Een vaatdoekje moet je regelmatig wassen of vervangen. Waarom? ………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………. 2. Bedenk 4 manieren die je kunt gebruiken om het leven voor micro-organismen onaangenaam te maken. ………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………. 3. a. Schrijf op hoe je de huid kunt beschermen tegen gevaarlijke stoffen? ………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………. b. Hoe kun je de longen beschermen tegen gevaarlijke dampen? ………………………………………………………………………. c. Hoe kun je de ogen beschermen tegen spetters? ………………………………………………………………………. d. Hoe heet de wet waarin dit is geregeld? ………………………………………………………………………. 27 4. Het gevaar van een middel staat soms aangegeven met een symbool. Zet bij elk symbool een letter uit de tekst waarvan de betekenis bij het symbool hoort. 1 ……………….. 2 …………….. 3 ……………. 4 …………….. 5…………….. 6 ……………. 7 …………….. 8…………….. 9……………. 5. Wat moet je doen met een fles zonder etiket, dus met een onbekend reinigings- of desinfecterend middel? ………………………………………………………………………. 6. Welke voorzorgsmaatregelen kunnen er genomen worden om onveilige situaties met een reinigings- of desinfecterend middel te voorkomen? ………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………. 28 2 Reinigingsmiddelen 7. Wat gebeurt er bij reinigen? ………………………………………………………………………. 8. a. Geef een voorbeeld van een zuur reinigingsmiddel. ……………………………………………………………………… . Waarvoor gebruik je dit middel? ……………………………………………………………………… . b. Welke pH moet het reinigingsmiddel hebben wanneer je een aangekoekte pan met gebakken ei resten gaat schoonmaken? ……………………………………………………………………… . Noem een voorbeeld van zo’n middel. ……………………………………………………………………… . c. Hoe kun je aantonen of een middel basisch of zuur is? ……………………………………………………………………… . *reinigings- en desinfectiemiddelen 3 Desinfecteren 9. Wat is het verschil tussen reinigen en desinfecteren? ………………………………………………………………………. 29 ………………………………………………………………………. 10. Waarom moet je goed reinigen voor je desinfecteert? ………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………. 11. Waarom moet je voor desinfectie andere borstels en dergelijke gebruiken dan voor reiniging? ………………………………………………………………………. 12. Wat is het 7 stappenplan voor reiniging en desinfectie met een chemisch middel? ………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………. 30