Afspraak 1 Schrijf wat je hoort Nieuwe woorden van groep 4 bonst de boshut de brief de broekriem het gras de knoop de kraan de krant kruipt het kwartier pikt het plakboek de puntmuts spreek(t) de stoomboot de storm de struik het stuk de trompet de trui de tuinstoel de wesp de worst Afspraak 2 Net als meer Net als kleur Net als hoor De r is een fopletter bij eer, oor, eur Nieuwe woorden van groep 4 eer de keer keert de kleerkast het leerboek de meneer de smeerpoets de speerpunt het verkeer de weerkaart eur bekeur(t) de beurs de beurt het deurslot het gezeur de kleur kleurt de monteur de scheur scheurt speuren treur(t) oor de geboorte hoor(t) de poort de schoorsteen de soort het spoor stoor(t) verloor de voorkant Afspraak 3 Net als maai Net als hooi Net als bloei Je hoort een j, maar schrijft een i bij aai, ooi, oei. Nieuwe woorden van groep 4 aai de draai draait fraai gaai(t) de kraai kraait het lawaai maai(t) saai (= vervelend) waai(t) de zwaai zwaait ooi de fooi gooi(t) de hooiberg de kooi mooiste nooit de prooi de rotzooi de schooier oei de bloei bloeit de boei de broeikas het geknoei de groei groeit knoei(t) de moeite de roeiboot sproei(t) stoei(t) Afspraak 4 Net als school Hoor je na een /s/ een /g/ dan schrijf je sch Nieuwe woorden van groep 4 de schaal de schaar scheef de schoen schoon de schop schopt het schot het schrift schrik de schrik schuil het schuim Afspraak 5 Net als ring/bank Regel 1: ring:hoor je de zingende /n/ dan schrijf je ng Regel 2: dank: de n en de k zijn verliefd op elkaar: schrijf daarom nk Nieuwe woorden van groep 4 ng bang het ding hang(t) de ingang de jongen de kring de longen spring(t) de tong vang(t) zingen nk de bank dankbaar denk(t) Henk links de pink de plank de vonk de winkel Afspraak 6 Net als sneeuw, nieuw, ruw Vergeet niet de u voor de w bij eeuw, ieuw, uw Nieuwe woorden van groep 4 eeuw de eeuw(en) de leeuw(en) de meeuw(en) de schreeuw(en) de sneeuw sneeuwen de spreeuw(en) ieuw de kieuw(en) nieuw(e) het nieuws nieuwjaar opnieuw Afspraak 7 Net als maaien, hooien, bloeien Je hoort een j maar schrijft een i bij aaien, ooien, oeien Nieuwe woorden van groep 4 aaien aaien draaien graaien de haaien de kraaien maaien naaien waaien zaaien zwaaien ooien dooien de fooien gooien de kooien omgooien ontdooien de prooien strooien de vlooien oeien bloeien de boeien gloeien groeien knoeien de koeien roeien snoeien sproeien stoeien Afspraak 8 Net als begin, gezien, verhaal, terug Je zegt bugin, maar schrijft begin Je zegt guzien, maar schrijft gezien Je zegt vurhaal, maar schrijft verhaal Je zegt turug, maar schrijft terug Nieuwe woorden van groep 4 ge het gebak gedaan het geknal gemaakt genoeg het gesprek het getal het gevaar geweest gewoon be bedank bedoel het begin het behang bemerken de beschuit bespot betaal(t) het bevel bezet ver verbaas(t) het verdriet vergeet vergis(t) het verhaal de verjaardag het verkeer verlaten verstuur vertel Afspraak 9 Weetwoord de kip en het ei ei of ij Niet in de ei-plaat? Schrijf dan ij Nieuwe woorden van groep 4 beide eigen het eiland het einde de keizer de klei de leider de leiding het meisje het paleis het plein de trein Afspraak 10 Weetwoord blauw au of ou Niet in de au-plaat? Schrijf dan ou Nieuwe woorden van groep 4 augustus de auto de automaat benauwd klauteren miauw nauwkeurig de pauze de saus Afspraak 11 Weetwoord voet Voet hoort niet bij de geleerde woorden met een f Nieuwe woorden van groep 4 vals vast de vent het vest de vla de vlag de vlam het vlees de vlek de vlieg de vlo de vloer vlug het volk de vork de vraag de vuist blijven boven even het gevaar liever over schrijven de vader vandaag vang varen vinden vlakbij de vogel de vrienden zover Afspraak 12 Weetwoord zon Hoor je een s of een z Nieuwe woorden van groep 4 de zalf de zaterdag zeker zelf de zomer de zondag zonder zorgen zoveel zuinig zuiver zulke de zwaan zwaar zwak zwart het zweet zwemmen de zwerver zwijgen Afspraak 13 Weetwoord touw Hoort het woord niet bij de au-plaat, dan schrijf je het met een ou Nieuwe woorden van groep 4 het gebouw de houding de kabouter de mevrouw de ouders de schouder de trouw verkouden volhouden Afspraak 14 Weetwoord pijl en boog Hoort het woord niet bij de ei-plaat, dan schrijf je het met een ij Nieuwe woorden van groep 4 bijna bijten blij blijven grijs het konijn krijgen het krijt de prijs schrijf(t) de spijker vrij de vrijdag Afspraak 15 Weetwoord fiets Fiets schrijf je met een f Nieuwe woorden van groep 4 de fakkel het fatsoen Frans Frits Afspraak 16 Weetwoord sok Hoor je een s of een z Nieuwe woorden van groep 4 boksen dansen de hals de/het matras de mens de pels de prinses samen slim de sloot het slot sluip(t) de snaar de snee snel het snoer de snor het spek het spook de spuit spuug(t) de steel de steen de stem het stof stom de stoom de stoot stop het stuur de suiker Afspraak 17 Regelwoorden sla, stro, nu Aan het eind van een woord schrijf je een a(a), o(o), u(u) Zee: Dit geldt niet voor de ee, die blijven met zijn twee. Nieuwe woorden van groep 4 de auto de foto ga ho ja ma mee nee nu pa de po de sla de slee sta de tree twee de zee zo Afspraak 18 Regelwoorden tak – takken Hoor je aan het eind van een klankstuk een korte klank: schrijf dan een dubbele rem. Nieuwe woorden van groep 4 de bakker de ballen de bedden de bessen de bussen de emmer hadden grommen hebben de hekken de hokken de hutten jokken de kippen kloppen leggen likken de mannen pakken pikken plakken prikken remmen smullen stappen de sterren stoppen de stukken tussen vallen de vissen Afspraak 19 Regelwoorden taak - taken Hoor je aan het eind van een klankstuk een lange klank: schrijf hem dan kort. Nieuwe woorden van groep 4 de beren de bomen de bramen breken de broden de buren de dagen de deken dragen even gluren horen de jager de kleren maken negen de noten open over de peren de platen de poten de ramen de slager slapen spelen de steden steken de straten de stroken sturen tegen de uren vegen weten Afspraak 20 Regelwoord Hoofdletter Regel 1: Elke zin begint met een Hoofdletter Regel 2: De voor- en achternaam van iemand beginnen met een hoofdletter Regel 3: Namen uit de aardrijkskunde beginnen met een hoofdletter Regel 4:Titels van personen beginnen met een hoofdletter Nieuwe woorden van groep 4 Begin van de zin We gaan weg. Ik speel buiten. Voor- en achternaam Dat is Joop. Komt Erwin Stok nog? In de winkel van Jansen.