Examenprogramma metalektro, vmbo

advertisement
Bijlage 1
Examenprogramma
vmbo
Metalektro
1
Bijlage 1: Metalektro
1. Toelichting
De examenprogramma's vmbo beschrijven de kwaliteiten van leerlingen op het
gebied van kennis, inzicht en vaardigheden, waarop elke leerling in een periode
van examinering wordt beoordeeld. De exameneisen sluiten aan bij de drie
hoofdkenmerken van het totale voortgezet onderwijs:
het bieden van een brede persoonlijke en maatschappelijke vorming aan
elke leerling;
het centraal stellen van een actieve, zo zelfstandig mogelijk lerende
leerling;
het recht doen aan en benutten van verschillen tussen leerlingen.
Voor de leerwegen mavo/vbo/vso is dit vertaald op schoolniveau en op het niveau
van vakken, afdelingen en sectoren: in een aantal algemene onderwijsdoelen en in
exameneisen per vak, afdeling of sector. Daarbij wordt voortgebouwd op de
kerndoelen basisvorming, en tegelijk voorbereid op de kwalificatiestructuur van
het BVE-veld.
1.1
Preambule
Er zijn zes algemene onderwijsdoelen die gelden voor alle vakken, afdelingen en
sectoren in mavo/vbo/vso die als volgt luiden.
1
Werken aan vakoverstijgende thema's
De leerling leert, in het kader van een brede en evenwichtige oriëntatie op mens
en samenleving, enig zicht te krijgen op relaties met de persoonlijke en
maatschappelijke omgeving.
Daarbij wordt expliciet aandacht besteed aan:
1.1 het kennen van en omgaan met eigen en andermans normen en waarden;
1.2 het onderkennen van en omgaan met de verschillen tussen de seksen;
1.3 de relatie tussen de mens en de natuur en het concept van duurzame
ontwikkeling;
1.4 het functioneren als democratisch burger in een multiculturele samenleving, ook in internationaal verband;
1.5 het op een voor henzelf en anderen veilige manier functioneren in de
beroepspraktijk en in eigen omgeving;
1.6 de maatschappelijke betekenis van technologische ontwikkeling,
waaronder met name moderne informatie- en communicatietechnologie;
1.7 de maatschappelijke betekenis van betaalde en onbetaalde arbeid;
1.8 de verworvenheden en mogelijkheden van kunst en cultuur, waaronder ook
de media.
2
Leren uitvoeren
De leerling leert in zoveel mogelijk herkenbare situaties, mede met
gebruikmaking van ICT, een aantal schoolse vaardigheden verder te ontwikkelen.
Het gaat daarbij om:
2
2.1
2.2
2.3
2.4
2.5
2.6
2.7
Nederlandse en Engelse teksten lezen en beluisteren;
schriftelijke en mondelinge teksten produceren in correct Nederlands;
informatie in verschillende gegevensbestanden opzoeken, selecteren,
verzamelen en ordenen;
rekenvaardigheden toepassen (hoofdrekenen, rekenregels gebruiken, meten
en schatten);
voldoen aan eisen van milieu, hygiëne, gezondheid en ergonomie;
doelmatig en veilig omgaan met materialen, gereedschappen en apparatuur;
computervaardigheden.
3
Leren leren
De leerling leert, mede met gebruikmaking van ICT, zoveel mogelijk eigen kennis
en vaardigheden op te bouwen. Daartoe leert hij onder andere een aantal strategieën die het leer- en werkproces kunnen verbeteren.
Het gaat daarbij om:
3.1 informatie beoordelen (op betrouwbaarheid, representativiteit en
bruikbaarheid), verwerken en benutten;
3.2 strategieën gebruiken voor het aanleren van nieuwe kennis en vaardigheden
(memoriseren, aantekeningen maken, schematiseren, verbanden leggen met
aanwezige kennis);
3.3 strategieën gebruiken voor het begrijpen van mondelinge en schriftelijke
informatie;
3.4 op een doordachte wijze keuzeproblemen oplossen;
3.5 een eenvoudig bedrijfsmatig, natuurwetenschappelijk of maatschappelijk
vraagstuk planmatig onderzoeken;
3.6 persoonlijke ervaringen en opdrachten van anderen verwerken in woord,
klank, beeld en beweging;
3.7 op basis van argumenten tot een eigen standpunt komen.
4.
Leren communiceren
De leerling leert, mede via een proces van interactief leren, een aantal sociale en
communicatieve vaardigheden verder te ontwikkelen.
Het gaat daarbij om:
4.1 elementaire sociale conventies in acht nemen;
4.2 overleggen en samenwerken in teamverband;
4.3 passende gesprekstechnieken hanteren;
4.4 verschillen in meningen en opvattingen benoemen en hanteren;
4.5 culturele en seksegebonden verschillen tussen mensen benoemen en
hanteren;
4.6 omgaan met formele en informele afspraken, regels en procedures;
4.7 zichzelf en eigen werk presenteren.
5
Leren reflecteren op het leer- en werkproces
De leerling leert, door te reflecteren op het eigen cognitief en emotioneel functioneren, zicht te krijgen op en sturing te geven aan het eigen leer- en werkproces.
Het gaat daarbij om:
5.1 een leer- en/of werkplanning maken;
5.2 het leer- en/of werkproces bewaken;
5.3 een eenvoudige product- en procesevaluatie maken en hieruit conclusies
trekken.
6
Leren reflecteren op de toekomst
De leerling leert, door te reflecteren op het eigen cognitief en emotioneel
functioneren, zicht te krijgen op de eigen toekomstmogelijkheden en interesses.
3
Daarbij wordt expliciet aandacht besteed aan:
6.1 het inventariseren van de eigen mogelijkheden en interesses;
6.2 het onderzoeken van de mogelijkheden voor verdere studie;
6.3 het zicht krijgen op beroepen, de beroepspraktijk en actuele
ontwikkelingen daarbinnen;
6.4 de rol en het belang van op school geleerde kennis, inzicht en vaardigheden
voor het maatschappelijk leven (dagelijks leven, vrije tijd,
vrijwilligerswerk);
6.5 de kenmerken van de arbeidsmarkt op dit moment en in de nabije toekomst;
6.6 de organisatie van branches en bedrijven;
6.7 het beoordelen van de eigen mogelijkheden en interesses in het licht van
vervolgstudie, beroepen en maatschappelijk functioneren;
6.8 het kunnen maken van een verantwoorde keuze voor een vervolgopleiding.
1.2
Postitie van het vak
Deze algemene onderwijsdoelen zijn hierna uitgewerkt in de examenprogramma's
per vak, afdeling of sector. Alle vakken, afdelingen of sectoren leveren een
bijdrage aan het bereiken van bovenstaande doelen.
Beroepsgericht: intrasectoraal
In het vmbo behoort het intrasectorale programma Metalektro tot het keuzedeel
van de gemengde, kaderberoepsgerichte en basisberoepsgerichte leerweg in de
sector Techniek.
4
2. Het examen
2.1
Het examenprogramma
Het examenprogramma bestaat uit een kerndeel en voor de kaderberoepsgerichte
leerweg ook uit een verrijkingsdeel. De eindtermen die in hoofdstuk 3 worden
beschreven, zijn in exameneenheden gegroepeerd.
Het examenprogramma kent de volgende exameneenheden:
Code
Exameneenheid
Leerweg
B
K
G
Kerndeel
ME/K/1
Oriëntatie op de metalektro
X
X
X
ME/K/2
Professionele vaardigheden
X
X
X
ME/K/3
Technische informatica
X
ME/K/4
Inleiding op het leidingnet in de woning
X
X
ME/K/5
Inleiding op het afmonteren in de woning
X
X
ME/K/6
Inleiding op het leidingnet in de
utiliteitsbouw
X
X
ME/K/7
Inleiding op de elektrische toestellen en
machines in de utiliteitsbouw
X
X
ME/K/8
Inleiding op monteren en bekabelen
X
X
ME/K/9
Algemene grondvaardigheden metaal
X
X
ME/K/10
Inleiding plaat en constructie
X
X
ME/K/11
Inleiding verbindingstechniek
X
X
ME/K/12
Inleiding verspaningstechniek
X
X
ME/K/13
CAD/CAM
ME/K/14
Installaties in de woning
ME/K/15
Elektronica
X
X
ME/K/16
Automatiseren
X
X
ME/K/17
Telematica
X
X
ME/K/18
CAD
X
X
X
X
X
5
Code
Exameneenheid
Leerweg
B
K
G
Verrijkingsdeel
Verrijkingsdeel kaderberoepsgerichte (verplicht)
ME/V/1
Integratieve opdracht
X
Verrijkingsdeel basisberoepsgerichte en gemengde
leerweg facultatief (niet verplicht)
Ter toelichting 7 voorbeelden
ME/V/1
Integratieve opdracht
X
Keuze 1: elektrotechniek VEV MSI
ME/V/2
Basisbegrippen elektrotechniek
X
ET/K/8
Aanleg leidingnet voor elektrische
installatie in de woning
X
ET/K/9
Afmonteren van de elektrische installatie
in de woning
X
ET/K/10
Aanleg leidingnet voor elektrische
installatie in de utiliteitsbouw
X
Keuze 2: elektrotechniek VEV MBI
ME/V/2
Basisbegrippen elektrotechniek
X
ET/K/10
Aanleg leidingnet voor elektrische
installatie in de utiliteitsbouw
X
ET/K/11
Aansluiten en in bedrijf stellen van
elektrische toestellen en machines in de
utiliteitsbouw
X
ET/K/12
Industriële elektrische installatie
X
Keuze 3: elektrotechniek VEV MCI
ME/V/2
Basisbegrippen elektrotechniek
X
ET/K/13
Speciale elektrische installaties 1
X
ET/K/14
Telecommunicatie installaties
X
Keuze 4: metaaltechniek beroepsgroep verspanen
MT/K/11
Draaien 1
X
MT/K/12
Frezen 1
X
MT/K/13
Bankwerken 1
X
MT/K/15
CAD/CAM
X
Keuze 5: metaaltechniek beroepsgroep constructie
MT/K/9
Constructie werken 1
X
MT/K/13
Bankwerken 1
X
MT/K/8
Boog- en autogeenlassen
X
6
Keuze 6: metaaltechniek en beroepsgroep plaatbewerken
MT/K/10
Plaatwerken 1
X
MT/K/13
Bankwerken 1
X
MT/K/15
CAD/CAM
X
Keuze 7: metaaltechniek beroepsgroep lassen
MT/K/8
Boog- en autogeenlassen
X
MT/K/13
Bankwerken 1
X
2.2
Algemene examenbeschrijving
Deze examenbeschrijving geldt voor alle vakken en programma’s in alle
leerwegen: de basisberoepsgerichte leerweg, de kaderberoepsgerichte leerweg, de
gemengde leerweg en de theoretische leerweg. Specifieke zaken zijn vermeld in
de examenbeschrijving per vak of programma.
Het examen
Het examen bestaat per vak of programma uit
een schoolexamen en een centraal examen
of uitsluitend uit
een schoolexamen.
De volgende vakken uit het gemeenschappelijk deel kennen uitsluitend een
schoolexamen: maatschappijleer, lichamelijke opvoeding en de kunstvakken.
Voor de vakken Nederlands en Engels uit het gemeenschappelijk deel, de vakken
uit het sectordeel en de vakken of programma’s uit het vrije deel die tot het
eindexamen v.m.b.o. kunnen behoren, is er zowel een schoolexamen als een
centraal examen.
Als het examen bestaat uit een schoolexamen en een centraal examen is de
richtlijn dat het schoolexamen betrekking heeft op ongeveer 2/3 deel van het
examenprogramma en het centraal examen op ongeveer 1/3 deel. Het
schoolexamen omvat ten minste die exameneenheden die niet in het centraal
examen worden getoetst.
In de specifieke examenbeschrijvingen per vak of programma is aangegeven
welke exameneenheden in het schoolexamen en welke exameneenheden in het
centraal examen worden of kunnen worden getoetst.
Examenprogramma per leerweg
Voor de basisberoepsgerichte leerweg bestaat het examenprogramma uit de
eindtermen van het kerndeel, voor zover deze niet gecursiveerd zijn.
Voor de kaderberoepsgerichte leerweg bestaat het examenprogramma uit het
kerndeel en voor de beroepsgerichte programma’s bovendien uit het
verrijkingsdeel dat voor deze leerweg is vastgesteld.
Voor de gemengde leerweg en voor de theoretische leerweg bestaat het
examenprogramma uit het kerndeel en het verrijkingsdeel van de algemene
vakken. Voor de beroepsgerichte programma’s in de gemengde leerweg gelden de
exameneenheden van het kerndeel.
7
Schematisch:
Basisberoepsgerichte leerweg
Algemene
vakken
Kaderberoepsgerichte leerweg
kerndeel (niet: de kerndeel
cursiveringen)
Beroepsgerichte kerndeel (niet: de kerndeel en
programma’s
cursiveringen)
verrijkingsdeel
Gemengde
leerweg
Theoretische
leerweg
kerndeel en
verrijkingsdeel
kerndeel en
verrijkingsdeel
kerndeel
gemengd
n.v.t.
Het centraal examen
Het centraal examen kan bestaan uit:
een centraal schriftelijk examen
een centraal praktisch examen
een centrale integratieve eindtoets
-
-
-
een centraal schriftelijk examen
Het gaat om een toets waarbij kandidaten vragen en opdrachten, eventueel
met behulp van informatie- en communicatietechnologie, schriftelijk
beantwoorden. De beoordeling vindt plaats aan de hand van een bindend
correctievoorschrift of beoordelingsmodel. Een tweede correctie door een
gecommitteerde behoort tot de mogelijkheden.
een centraal praktisch examen
Het gaat om het uitvoeren van een centraal vastgestelde opdracht waarbij
zowel het proces van uitvoering als het product wordt beoordeeld. De
beoordeling vindt plaats door de examinator aan de hand van bindende
beoordelingscriteria. Er is sprake van medebeoordeling door een
gecommitteerde.
een centrale integratieve eindtoets
Het gaat om een centraal vastgestelde opdracht over het verrijkingsdeel
waarbij exameneenheden uit het kerndeel betrokken kunnen worden. De
beoordeling vindt plaats door de examinator aan de hand van bindende
beoordelingscriteria. Er is sprake van medebeoordeling door een door de
directeur aan te wijzen tweede examinator.
Voor de algemene vakken wordt in alle leerwegen alleen een centraal schriftelijk
examen afgenomen. Een uitzondering hierop vormen de beeldende vakken, die
zowel een centraal schriftelijk als een centraal praktisch examen kennen.
In het volgende schema is per beroepsgericht programma gespecificeerd welke
onderdelen van toepassing zijn.
8
Beroepsgerichte programma’s:
Basisberoepsgerichte
leerweg
Centraal schriftelijk
examen
X
Centraal praktisch
examen
X
Centrale integratieve
eindtoets
Kaderberoepsgerichte
leerweg
X
Gemengde leerweg
X
X
Een zitting van het centraal schriftelijk examen bij de basisberoepsgerichte
leerweg duurt 90 minuten.
Een zitting bij het centraal schriftelijk examen voor de overige leerwegen duurt
120 minuten.
Het schoolexamen
Het schoolexamen kan bestaan uit de volgende onderdelen
schriftelijke en mondelinge toetsen
Het werk wordt beoordeeld aan de hand van een correctievoorschrift
waarin mogelijke antwoorden en een puntenverdeling zijn opgenomen.
praktische opdrachten
Bij alle vakken en programma’s komen praktische opdrachten voor,
waarbij zowel het proces als het product wordt beoordeeld. Beoordeling
vindt plaats aan de hand van vooraf aan de kandidaat bekend gemaakte
criteria. De kandidaat kan de praktische opdracht de vorm geven van een
product of werkstuk of een presentatie. Elke kandidaat dient ten minste
twee praktische opdrachten van ten minste 10 uur te hebben uitgevoerd.
een handelingsdeel
In het handelingsdeel gaat het om opdrachten waarvan per kandidaat door
de examinator moet worden vastgesteld of deze naar behoren zijn
uitgevoerd.
De uitvoering van een opdracht die tot het handelingsdeel behoort, blijkt uit
een notitie van de kandidaat waarin aandacht besteed is aan de ervaring met
de opdracht. Deze notitie maakt deel uit van het handelingsdeel.
Per leerling bestaat het handelingsdeel uit de verschillende vakspecifieke
delen en uit een vakoverstijgend deel. Het vakoverstijgende deel per
leerling bevat ten minste een opdracht in het kader van oriëntatie op leren
en werken.
een sectorwerkstuk voor de kandidaten van de gemengde en de theoretische
leerweg
Bij het sectorwerkstuk gaat het om een vakoverstijgende thematiek die past
binnen de sector. De kandidaat dient aan het sectorwerkstuk ten minste 20
uur te besteden.
Bij het sectorwerkstuk wordt zowel het proces als het product beoordeeld.
De beoordeling vindt plaats door minimaal twee docenten aan de hand van
criteria die vooraf aan de kandidaat bekend zijn gemaakt. Het
sectorwerkstuk moet met een voldoende resultaat worden afgesloten en
wordt apart op de cijferlijst vermeld.
In plaats van de waardering voldoende kan ook de waardering goed worden
toegekend. Het sectorwerkstuk weegt niet mee in het cijfer voor het
schoolexamen van afzonderlijke vakken.
In het kader van het sectorwerkstuk verzamelt de kandidaat schriftelijke
documentatie. Deze informatie of het sectorwerkstuk is het uitgangspunt
9
voor de opdracht ‘gedocumenteerd schrijven’ in het centraal examen
Nederlands.
De toetsen en opdrachten die deel uitmaken van het schoolexamen, dienen
aantoonbaar representatief te zijn voor de desbetreffende eindtermen uit het
examenprogramma. De vakspecifieke vaardigheden dienen een substantieel
onderdeel te zijn van de toetsing in het schoolexamen. De basisvaardigheden
zoals genoemd in de exameneenheden K/2 van de algemene vakken, dienen
gespreid over de vakken in het schoolexamen te worden opgenomen.
Het schoolexamen heeft de vorm van een examendossier.
Het examendossier bevat:
- een overzicht van de afgelegde toetsen en uitgevoerde opdrachten
- een overzicht van de behaalde resultaten en vorderingen
- informatie over het handelingsdeel.
Het examendossier kan gespreid over het derde en vierde leerjaar worden
opgebouwd. Voor de theoretische en de gemengde leerweg begint de opbouw van
het dossier in ieder geval in het derde leerjaar omdat het dossier ook de afsluiting
van de verplichte extra vakken van het derde leerjaar omvat waarin geen
eindexamen wordt afgelegd. Ook wanneer vakken die alleen een schoolexamen
kennen - de vakken maatschappijleer, lichamelijke opvoeding en de kunstvakken
uit het gemeenschappelijk deel - in het derde leerjaar worden afgesloten, begint de
opbouw van het dossier in het derde leerjaar.
Informatie- en communicatietechnologie (ICT)
ICT maakt onderdeel uit van de beroepsgerichte programma’s. ICT is ook
onderdeel van de exameneenheid Basisvaardigheden van de algemene vakken.
Als zodanig maakt ICT verplicht onderdeel uit van het schoolexamen. Indien bij
het centraal examen gebruik gemaakt wordt van ICT-toepassingen maakt de
CEVO dit drie jaar voor de afname van het examen bekend.
Het eindcijfer
Het eindcijfer voor het examen komt als volgt tot stand:
Per vak of programma wordt het cijfer voor het schoolexamen gecombineerd met
het cijfer voor het centraal examen. Voor de basisberoepsgerichte leerweg geldt
dat het cijfer voor het schoolexamen voor 2/3 en het cijfer voor het centraal
examen voor 1/3 het eindcijfer bepaalt.
Voor de overige leerwegen bepalen het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer
voor het centraal examen elk de helft.
Het cijfer voor het schoolexamen is samengesteld uit de cijfers en beoordelingen
voor de toetsen en praktische opdrachten, zodanig dat er aantoonbaar sprake is
van een evenwichtige bijdrage van de verschillende onderdelen.
In het Programma van Toetsing en Afsluiting legt de school de weging van de
verschillende onderdelen van het examendossier vast.
2.3
Vakspecifieke examenbeschrijving metalektro
10
2.3.1 Het centraal examen
Het centraal examen voor de basisberoepsgerichte
leerweg
Het centraal schriftelijk examen
Het centraal schriftelijk examen bij de basisberoepsgerichte leerweg heeft
betrekking op de volgende exameneenheid:
ME/K/2 Professionele vaardigheden
en daarnaast op twee van de volgende vier exameneenheden:
ME/K/4 Inleiding op het leidingnet in de woning
ME/K/5 Inleiding op het afmonteren in de woning
ME/K/6 Inleiding op het leidingnet in de utiliteitsbouw
ME/K/7 Inleiding op elektrische toestellen en machines in de utiliteitsbouw
en op twee van de volgende drie exameneenheden:
ME/K/10 Inleiding plaat en constructie
ME/K/11 Inleiding verbindingstechniek
ME/K/12 Inleiding verspaningstechniek
De CEVO maakt de exameneenheden die centraal worden geëxamineerd drie jaar
voor afname van het examen bekend.
Het centraal praktisch examen
Het centraal praktisch examen voor de basisberoepsgerichte leerweg heeft
betrekking op dezelfde exameneenheden als in het centraal schriftelijk examen
worden getoetst. Het centraal praktisch examen wordt door de kandidaat op de
eigen school uitgevoerd in enkele zittingen. De CEVO zal drie jaar van te voren
bekend maken het aantal zittingen, de maximale tijdsduur en de exameneenheden
waarop de toets betrekking heeft.
Het centraal examen voor de kaderberoepsgerichte
leerweg
Het centraal schriftelijk examen
Het centraal schriftelijk examen bij de kaderberoepsgerichte leerweg heeft
betrekking op de volgende exameneenheid:
ME/K/2 Professionele vaardigheden
en daarnaast op twee van de volgende vier exameneenheden:
ME/K/4 Inleiding op het leidingnet in de woning
ME/K/5 Inleiding op het afmonteren in de woning
ME/K/6 Inleiding op het leidingnet in de utiliteitsbouw
ME/K/7 Inleiding op elektrische toestellen en machines in de utiliteitsbouw
en op twee van de volgende drie exameneenheden:
ME/K/10 Inleiding plaat en constructie
ME/K/11 Inleiding verbindingstechniek
ME/K/12 Inleiding verspaningstechniek
en op twee van de volgende drie exameneenheden:
ME/K/15 Elektronica
ME/K/16 Automatiseren
ME/K/17 Telematica
11
De CEVO maakt de exameneenheden die centraal worden geëxamineerd drie jaar
voor afname van het examen bekend.
De centrale integratieve eindtoets
De centrale integratieve eindtoets voor de kaderberoepsgerichte leerweg heeft
betrekking op de exameneenheden
ME/K/2 Professionele vaardigheden
ME/V/1 Integratieve opdracht.
Bij de centrale integratieve eindtoets kunnen ook exameneenheden uit het
kerndeel worden betrokken.
De centrale integratieve eindtoets wordt door de kandidaat op de eigen school
uitgevoerd in enkele zittingen. De CEVO zal drie jaar van te voren het aantal
zittingen, de maximale tijdsduur en de exameneenheden uit het kerndeel waarop
de toets betrekking heeft bekend maken.
Het centraal examen voor de gemengde leerweg
Het centraal schriftelijk examen
Het centraal schriftelijk examen bij de gemengde leerweg heeft betrekking op de
volgende exameneenheden
ME/K/2 Professionele vaardigheden
ME/K/14 Installaties in de woning
En daarnaast op twee van de volgende drie exameneenheden:
ME/K/15 Elektronica
ME/K/16 Automatiseren
ME/K/17 Telematica
Eindcijfer centraal examen
Het cijfer voor het centraal examen bij de basisberoepsgerichte leerweg wordt
bepaald op grond van zowel het centraal schriftelijk examen als het centraal
praktisch examen.
Voor de basisberoepsgerichte leerweg geldt dat het cijfer voor het centraal
examen voor 2/3 bepaald wordt door het centraal praktisch examen en voor 1/3
door het centraal schriftelijk examen.
Voor de kaderberoepsgerichte leerweg geldt dat het cijfer voor het centraal
examen voor de helft bepaald wordt door het centraal schriftelijk examen en voor
de helft door de centrale integratieve eindtoets.
Het cijfer voor het centraal examen bij de gemengde leerweg wordt bepaald op
grond van het centraal schriftelijk examen.
2.3.2 Het schoolexamen
Voor de basisberoepsgerichte, kaderberoepsgerichte en gemengde leerweg heeft
het schoolexamen betrekking op de exameneenheid:
ME/K/2 Professionele vaardigheden
en daarnaast op alle exameneenheden die niet in het centraal examen worden
getoetst.
12
3. De eindtermen van het kerndeel
ME/K/1 Oriëntatie op de metalektro
De kandidaat kan
1
het werkterrein binnen de Metalektro omschrijven
-
-
2
3
4
5
6
beroepsgroepen binnen de metaal

verspanen

plaatbewerken

constructie

lassen

montage/onderhoud
elektrische installaties voor

woning

utiliteit

communicatie

speciale
de functie van beheer-, keurings- en normalisatie-instituten noemen
aspecten van een branche-organisatie noemen
-
werkgevers-/werknemersorganisaties
-
ondernemingsraad
-
CAO
de werkzaamheden van een ondernemer noemen
-
verschil kleine ondernemer/industrie
-
organisatie
aspecten van het primaire arbeidsproces noemen
-
werkvoorbereiden
-
werkplek inrichten
-
materiaal bewerken/monteren
-
afmonteren
-
eindcontrole/testen in bedrijfstellen
een bewuste keuze maken voor een geschikte vervolg opleiding
-
de eigen (on)mogelijkheden

-
7
web-niveau’s
opleidingsmogelijkheden

beroepsopleidend onderwijs

beroepsbegeleidend onderwijs

fondsen sociale partners

particuliere instituten
enige aspecten van technologisch ontwikkelingen noemen en is zich
bewust van veranderingen die dat heeft voor de beroepspraktijk
-
meer algemene recente en verwachte technologische ontwikkelingen
-
invloed op maatschappelijke ontwikkelingen
-
meer vakspecifiek recente en verwachte technologische ontwikkelingen
13
-
invloed op de organisatie van het productieproces
-
verandering en verdwijning van beroepen
-
gevolgen in termen van permanente educatie
-
het toenemend belang van het dienstverlenend aspect
-
invloed op de organisatie van het productieproces
-
verandering en verdwijning van beroepen
-
veranderingsbereidheid
.
anticipatie
.
mobiliteit
.
opleidingsbereidheid
-
enige toekomstige ontwikkelingen noemen zoals

gebouwbeheer
.
CNC
.
FPA
.
bewerkingscentra
ME/K/2 Professionele vaardigheden
De kandidaat kan
1
op systematische wijze werkzaamheden uitvoeren
2
-
werkplannen/werkvoorbereiden
-
systematisch uitvoeren
-
tussentijds controleren en bijstellen
-
eindcontrole uitvoeren
-
afleveren/opleveren
-
evalueren (oog hebben voor verbeteringen volgende opdracht)
de Nederlandse taal functioneel gebruiken
-
op basaal niveau lees- en schrijfvaardigheden toepassen bij de administratieve verwerking
van zijn werkzaamheden
3
4
-
een eenvoudig zakelijk verslag schrijven met gebruikmaking van geautomatiseerde systemen
-
mondeling communiceren
.
werkoverleg
.
vaktaal
.
mondelinge opdrachten interpreteren
.
informeel communiceren
tijdens de werkvoorbereiding en de werkuitvoering op basaal niveau
berekeningen maken
-
de zakrekenmachine doelmatig gebruiken
-
aftekenen
-
bepalen van maat en plaats van de te installeren/plaatsen onderdelen
-
verwerken meetgegevens
met gebruikmaking van een computer eenvoudige administratieve
werkzaamheden uitvoeren
-
binnen het vakgebied gericht informatie opzoeken met behulp van moderne technieken
.
bronnen gebruiken, geautomatiseerde gegevensbestanden, internet
.
informatie op waarde schatten, kiezen en ordenen
.
informatie bewerken: samenvatting, tabel, grafiek
-
materiaalstaat uittrekken en invoeren in een beheerapplicatie
-
eenvoudige calculatie lezen
-
werkbonnen invullen en invoeren in een beheerapplicatie
14
5
-
projectvoortgangsstaat lezen
-
opleveringsrapport invullen
tijdens de werkvoorbereiding en de werkuitvoering tekeninglezen
-
-
elektrotechnische tekeningen

stroomkringschema

installatie tekening

bedradingstekening
werktuigbouwkundige tekeningen

6
-
gerelateerde bouwkundige tekeningen
-
eenvoudige leidingdetails
zijn werkzaamheden op een veilig wijze uitvoeren
-
ARBO, NEN 3140
-
NEN 1010
-
veiligheidsmaatregelen
-
omgaan met relevante risico's
-
7
8
9
10
11
Amerikaanse projectiemethode
.
gezondheid, welzijn en milieu
.
juiste werkhouding
.
persoonlijke beschermingsmiddelen
.
arbeidsmiddelen
werkplek organisatie
.
correcte inrichting werkplek
.
gereedschap gebruik
.
materiaal ge- en verbruik
zijn werkzaamheden uitvoeren volgens regels die voortvloeien uit een
integrale milieu en kwaliteitszorg
-
ISO-certificering
-
'good house keeping'
.
energie gebruik
.
materiaal gebruik
.
afvalstoffen verwerking
aan- en inpassen in de bedrijfscultuur
-
bedrijfsnormen
-
overzicht arbeidsorganisatie
-
plaatsen van eigen arbeid
-
functioneren in hiërarchie
samenwerken bij het uitvoeren van werkzaamheden
-
taken verdelen
-
overleggen
-
zich houden aan afspraken
-
omgaan met kritiek
- rapporteren
een kritische instelling tot eigen belang manifesteren
-
afstand nemen van werk
-
risico's onderkennen
-
omgaan met werkdruk
-
belangenbehartiging
-
eigen belang bij conflicten
-
speelruimte benutten
omgaan met verschillen op basis van culturele gebondenheid en geslacht
-
normen
15
-
waarden
-
gewoontes
ME/K/3 Technische informatica
De kandidaat kan
1
met behulp van CAD-apparatuur een eenvoudig technisch ontwerp maken
2
3
4
5
-
formaat en indeling van de tekening bepalen
-
invoeren
-
plotten
een robotarm programmeren en eenvoudige handling-activiteiten hiermee
uitvoeren
-
handlingplan maken
-
programmeren
-
programma uitvoeren
in een practicumopstelling voor geautomatiseerd meten de eigenschappen
van een meetopstelling bepalen en noemen
-
sensor
-
interface
-
microprocessor
-
uitleeseenheid
-
datalogging
in een schakelpracticum de werking van de 'en' en 'of' functie zichtbaar
maken, vergelijken en omschrijven
-
relais
-
pneumatiek
-
digitale bouwstenen
-
plc
in een practicum een eenvoudig open regelsysteem opbouwen en de
werking zichtbaar maken en de onderdelen noemen
-
6
7
8
opbouw regelsysteem
.
sensor
.
regeleenheid
.
actuator
basishandelingen bij de bedrijfsmatige telefonie uitvoeren
-
telefonische verbindingen tot stand brengen: intern en extern
-
een telefonisch gesprek voeren: commercieel, niet-commercieel
-
het telefoonalfabet hanteren
-
intern doorverbinden, oproepen, gespreksnotitie maken, memo schrijven
-
randapparatuur bedienen: pc, fax, modem, telefoonbeantwoorder
met gebruikmaking van netwerkdiensten bronnen raadplegen
enige mogelijkheden:
-
raadplegen catalogi
-
zoeken van leveranciers
-
veranderlijke gegevens opvragen
-
E-mail
met behulp van diverse multimediaplatforms een aantal
multimediaproducten gebruiken/toepassen
-
tv
-
pc + CD-rom
16
9
-
gegevensbestand, archief
-
educatieve software
met een tekstverwerkingsprogramma een eenvoudig document produceren
-
tekstbestanden beheren
-
tekst invoeren/bewerken
-
eenvoudige lay-out
-
printen
-
gebruik handleiding, referentiekaart, helpschermen
Toelichting
De kandidaat kan de handelingen, zoals omschreven in de eindtermen 1 t/m 9
'oriënterend' uitvoeren.
ME/K/4 Inleiding op het leidingnet in de woning
De kandidaat kan
1
technische gegevens van een basislichtschakeling en een wandcontactdoos
opzoeken en aflezen
2
-
stroomkringschema lezen
-
bedradingstekening lezen
-
de keuze van elektrisch materieel, leidingen en toebehoren maken
op een montagebord met gangbare gereedschappen een leidingsysteem
voor een basislichtschakeling en een wandcontactdoos volgens het
gemodificeerde centraaldoossyteem monteren
-
3
4
5
een leidingsysteem voor een basislichtschakeling en een wandcontactdoos
bedraden en aflassen
elektrische toestellen voor een huisinstallatie afmonteren
-
schakelaars en wandcontactdozen
-
enkelpolige-, serie-, en wisselschakeling
in een eigen gemaakte installatie, in spanningsloze toestand, fouten zoeken
en verhelpen
-
6
7
8
9
buisinstallatie
verbinding testen met leidingtester
de opbouw en werking van een elektrische installatie in een woning
noemen
-
principe stroomkring
-
de begrippen spanning, stroom en weerstand
-
de begrippen geleider/isolator
-
functie van parallel schakelen van verbruikstoestellen
-
werking enkelpolige-, serie- en wisselschakeling, wandcontactdoos
-
beschermingsmaatregelen als beschermings- en vereffeningsleiding (NEN 1010)
de werkmethode voor het installeren van een huisinstallatie noemen
vanuit een eigen experiment materiaaleigenschappen ondervinden en
noemen
-
ferro- en non-ferrometalen
-
thermoplastisch/thermohardend
de kenmerken van de onderdelen die toegepast worden in een elektrische
installatie voor een woning noemen
-
opbouw meterkast
-
buis
17
10
-
centraaldozen en inbouwdozen
-
draad
-
schakelmateriaal
-
bevestigingsmateriaal
kenmerken en gebruik van gereedschappen die gebruikt worden bij het
aanleggen van een elektrische installatie in een woning noemen en deze
gereedschappen op een veilige wijze gebruiken
-
machinaal gereedschap, handboormachine en schroefmachine
-
handgereedschap, metaalzaag(je), buigveer, kniptang, striptang, combinatietang,
schroevendraaier
11
-
toepassingsgebied
-
onderhoud
-
veiligheid
de kenmerken en het gebruik van meetgereedschappen die worden gebruikt
bij het aanleggen van een elektrische installatie in een woning noemen
-
duimstok
-
leidingtester
-
waterpas, aftekengereedschap
Toelichting
De kandidaat kan de handelingen, zoals omschreven in de eindtermen 1 t/m 5,
‘oriënterend’ uitvoeren
ME/K/5 Inleiding op het afmonteren in de woning
De kandidaat kan
1
documentatie van aan te sluiten toestellen en apparaten raadplegen
2
op een montagebord met gangbaar gereedschap
verlichtingstoestellen/armaturen afmonteren
-
3
voor gloeilampen, fluoriscentielampen en halogeenlampen
met gangbaar gereedschap elektrische huishoudelijke verbruikstoestellen
aansluiten
-
kooktoestellen, wasbehandelingstoestellen, toestellen voor heetwatervoorziening en voor
centrale verwarming
4
5
6
-
mantelsnoer en leiding aansnijden
-
samengeslagen aders afwerken voor aansluiting
de kenmerken van de wisselspannings- en gelijkspanningsvoorziening in de
woning noemen
-
begrip sinusvormige wisselspanning /-stroom
-
frequentie 50 Hz
-
oplaadbare/ niet oplaadbare batterij
-
klemspanning, bronspanning
elektrische grootheden in proefopstellingen meten
-
spanning
-
stroom
in een proefopstelling een installatie met huishoudelijke toestellen onder
toezicht in bedrijf stellen
-
aangesloten apparatuur testen
-
in spanningsloze toestand storingen zoeken en verhelpen in de aansluiting van de aangesloten
apparatuur
18
7
8
9
10
kenmerken van onderdelen en materialen die worden gebruikt bij
elektrische toestellen noemen
-
klasse indeling 0, 0I, I, II en III
-
mantelsnoeren en leidingen
kenmerken en gebruik van gereedschappen die worden gebruikt bij het
aansluiten en in bedrijfstellen van elektrische huishoudelijke toestellen in
een woning noemen en deze gereedschappen op een veilige wijze
gebruiken
-
handgereedschap
-
toepassingsgebied
-
onderhoud
-
veiligheid
de werking van huishoudelijke verbruikstoestellen noemen
-
principe serieschakeling van weerstanden
-
eerste en tweede wet van Kirchhof (kwalitatief)
-
blokschematische opbouw
-
warmteontwikkeling t.g.v. stroomdoorgang
de kenmerken van meetgereedschappen die gebruikt worden bij het in
bedrijfstellen van een huisinstallatie noemen
- universeelmeter
Toelichting
De kandidaat kan de handelingen, zoals omschreven in de eindtermen 1 t/m 6
'oriënterend' uitvoeren
ME/K/6 Inleiding op het leidingnet in de utiliteitsbouw
De kandidaat kan
1
technische gegevens van tekeningen voor utiliteit opzoeken en aflezen
-
stroomkringschema lezen
-
bedradingstekening lezen
-
binnen de gegeven context de keuze van elektrisch materieel, leidingen en toebehoren
maken
2
3
4
op een montagebord met gangbaar gereedschap een kabel volgens het
hoofdleidingsysteem aanleggen en afmonteren
op een montagebord elektrische toestellen voor utiliteitinstallaties
afmonteren
-
schakelaars en wandcontactdozen; waterdicht
-
lichtschakelingen
in een eigen gemaakte installatie in spanningsloze toestand fouten zoeken
en verhelpen
-
5
weerstand meten met universeelmeter
de opbouw en functie van een elektrische installatie in een utiliteitsgebouw
noemen
-
principe meerfasesysteem
-
beschermings- en beveiligingsmaatregelen, aarding, aardlekschakelaar en
overstroombeveiliging (NEN 1010)
6
werking van een relaisgestuurde lichtschakeling noemen
-
blokschematisch opbouw
-
principe van een elektromagneet
19
-
7
8
werking relais/relaisschakeling
vanuit een eigen experiment magnetische eigenschappen noemen
-
magnetisme
-
elektromagnetische
de kenmerken en toepassingsgebieden van de materialen die toegepast
worden in een elektrische installatie voor de utiliteitsbouw noemen
-
buis
-
kabeldozen
-
kabel, leiding
-
schakelmateriaal, waterdicht
-
bevestigingsmaterialen
Toelichting
De kandidaat kan de handelingen, zoals omschreven in de eindtermen 1 t/m 5,
'oriënterend' uitvoeren.
ME/K/7 Inleiding op elektrische toestellen en machines in de
utiliteitsbouw
De kandidaat kan
1
een gegeven werkvoorbereiding interpreteren
2
3
4
5
6
7
8
-
documentatie van aan te sluiten toestellen en apparaten raadplegen
-
aansluitschema lezen
-
aansluiting driefasemotoren, (ster en driehoek) lezen
op een montagebord met gangbaar gereedschap elektrische werktuigen,
verbruikstoestellen en waterdichte armaturen aansluiten
-
universeelmotor
-
asynchrone driefase SKA-motor
op een montagebord aardingsvoorziening in een utiliteitsinstallatie
aansluiten
elektrische grootheden in proefopstellingen voor meerfasesystemen meten
-
lijn- en fasespanning
-
lijn- en fasestroom
een eenvoudige utiliteitsinstallatie en toestellen in een proefopstelling
onder toezicht in bedrijf stellen
-
installatie doormeten en testen
-
aangesloten apparatuur testen
-
storingen zoeken in de aansluiting van de aangesloten apparatuur
de kenmerken van netstelsels voor utiliteitsbouw en machines noemen
-
een- en meerfasesysteem
-
een- en meerfasemotoren
-
lijn- en fasespanning
-
lijn- en fasestroom
-
werkelijk vermogen bij driefase-systemen
-
arbeid bij driefase-systemen
-
relatie spanning, stroom weerstand en vermogen bij driefase-systemen
de eigenschappen van elektrische machines noemen
kenmerken van onderdelen die worden gebruikt in toestellen voor
utiliteitsinstallaties noemen
-
klasse-indeling
20
9
-
beschermingsmaatregelen tegen invloeden van buitenaf omschrijven
-
snoeren en leidingen
de kenmerken van meetgereedschappen die worden gebruikt bij het
aansluiten en in bedrijfstellen van utiliteitsinstallaties
-
ampèretang
-
spanningstester
Toelichting
De kandidaat kan de handelingen, zoals omschreven in de eindterm 1 t/m 5
'oriënterend' uitvoeren.
ME/K/8 Inleiding op monteren en bekabelen
De kandidaat kan
1
technische gegevens van een werktekening/schema van een speciaal
installatie zoeken en aflezen
2
3
4
5
-
installatie tekening
-
opstellingstekening
-
aansluitschema’s
-
keuze materieel, leidingen, en toebehoren
-
keuze gereedschap
-
werkvolgorde bepalen
m.b.v. analoog/digitale gereedschappen meten, controleren en vergelijken
-
schuifmaat
-
blokhoekhaak
-
maatregelen afleiden tot bijstelling
-
eindcontrole
-
meetstaten en beoordelingsrapporten
met gangbaar gereedschap eenvoudige werktuigbouwkundige bewerkingen
uitvoeren
-
boren
-
tappen
-
buigen
-
zagen
-
knippen
met gangbaar gereedschap elektrische componenten in een paneel
bevestigen
-
aansluitklemmenstrook
-
rails DIN relais
-
besturingscomponenten
-
beveiligingscomponenten
met gangbaar gereedschap elektronische componenten in een paneel
bevestigen
-
6
7
elektronische eenheden samenstellen, bedraden en afmonteren
aanleggen en afmonteren van signaalbekabeling en aarding
-
kunststof goten
-
signaalbekabeling
-
connectoren monteren
pneumatische en elektro-pneumatische schakelingen volgens gestelde
kwaliteitseisen monteren
21
8
9
10
11
12
13
-
3/2, 4/2, 5/2 ventielen
-
EN-/OF functies
-
E.W-/D.W cilinder
-
quickstepper
technieken/werkwijze en toepassingsgebieden bij het uitvoeren van
montagetechnieken noemen
aan de hand van een blokschema de opbouw en werking van een
speciaalinstallatie noemen
-
in- en uitgangssignalen
-
omzetting van fysische grootheden in elektrische en omgekeerd
de kenmerken en het gebruik noemen van de belangrijkste onderdelen die
gebruikt worden bij het uitvoeren van montagetechnieken
-
pneumatisch schakelingen
-
elektro-pneumatisch schakelingen
-
elektrische componenten
-
elektronische componenten
de kenmerken van materialen die toegepast worden bij speciale installaties
noemen
-
koperleiding
-
afgeschermde leiding
-
glasvezel
de kenmerken en het gebruik omschrijven van de belangrijkste
gereedschappen die gebruikt worden bij het uitvoeren van
montagetechnieken
-
montagegereedschap
-
toepassingsgebied
-
onderhoud
-
veiligheid
kenmerken en gebruik omschrijven van de meet- en
controlegereedschappen die gebruikt worden bij montagetechnieken
-
schuifmaat
-
blokhoekhaak
Toelichting
De kandidaat kan de handelingen, zoals omschreven in de eindtermen 1 t/m 7,
'oriënterend' uitvoeren.
ME/K/9 Algemene grondvaardigheden metaal
De kandidaat kan
1
technische gegevens van een werktekening zoeken en aflezen
2
3
-
keuze materiaal, gereedschap en machines
-
werkvolgorde bepalen
m.b.v. gangbare gereedschappen aftekenen en merktekens plaatsen
-
maatlat, schuifmaat
-
kraspen, centerpunt, potlood
-
blokhoekhaak, plaathoekhaak
-
slagletters/-cijfers
handmatig zagen volgens gestelde kwaliteitseisen
-
staaf- en profielmateriaal
22
4
5
6
7
8
9
10
11
-
beugelzaag
-
juniorzaag
handmatig vijlen volgens gestelde kwaliteitseisen
-
handmatig vijlen in- en uitwendig
-
blok-, vierkante-, ronde-, half ronde- en driekante vijl
boren volgens gestelde kwaliteitseisen
-
boren (incl. voorboren voor het tappen)
-
centerboren
-
conisch- en vlakverzinken
-
tafel- en kolomboormachine
draadsnijden volgens gestelde kwaliteitseisen
-
handmatig draadsnijden in- en uitwendig
-
tappen, snijplaten
proces en product controleren en beoordelen
-
maatregelen afleiden tot bijstelling
-
eindcontrole
technieken/werkwijze en toepassingsgebieden noemen bij het uitvoeren van
algemene grondvaardigheden metaal
de kenmerken en het gebruik noemen van de belangrijkste materialen die
gebruikt worden bij het uitvoeren van algemene grondvaardigheden metaal
-
ferro- en non-ferrometalen
-
plaat, profiel, staaf en buis
de kenmerken en het gebruik noemen van de belangrijkste gereedschappen
die gebruikt worden bij het uitvoeren van algemene grondvaardigheden
metaal
-
handgereedschap
-
machinaal gereedschap
-
toepassingsgebied
-
onderhoud
-
veiligheid
kenmerken en gebruik noemen van de meet- en aftekengereedschappen die
gebruikt worden bij algemene grondvaardigheden metaal
-
maatlat, schuifmaat
-
kraspen, centerpunt, potlood
-
blokhoekhaak, plaathoekhaak
-
slagletters/-cijfers
Toelichting
De kandidaat kan de handelingen, zoals omschreven in de eindtermen 1 t/m 8,
'oriënterend’ uitvoeren.
ME/K/10 Inleiding plaat en constructie
De kandidaat kan
1
technische gegevens van een werktekening zoeken en aflezen
2
-
eenvoudige uitslagen tekenen
-
keuze materiaal, gereedschap en machines
-
werkvolgorde bepalen
m.b.v. gangbare gereedschappen aftekenen en merktekens plaatsen
-
maatlat, schuifmaat
23
3
4
5
6
-
kraspen, centerpunt, potlood
-
blokhoekhaak, plaathoekhaak, rei
-
slagletters/-cijfers
machinaal zagen volgens gestelde kwaliteitseisen
-
staaf-, profiel-, pijpmateriaal
-
beugel- en cirkelzaagmachine
knippen volgens gestelde kwaliteitseisen
-
handmatig knippen volgens rechte en gebogen lijnen
-
eenvoudige plaatuitslagen van producten met rechte lijnen
-
hefboomschaar en guillotineschaar (geautomatiseerde achteraanslag)
-
uithoeken met uithoekschaar
snijden volgens gestelde kwaliteitseisen
-
snijden m.b.v. plasmasnijder
-
plasmasnij-apparatuur
afbramen volgens gestelde kwaliteitseisen
-
constructiedelen afbramen m.b.v. haakse handslijpmachine
-
staaf-, pijp- en profielmateriaal doorslijpen m.b.v. haakse handslijpmachine en met
doorslijpschijf
-
7
schuren met bandschuurmachine
handmatig buigen vlg. de gestelde kwaliteitseisen qua maat- en
hoeknauwkeurigheid, en haaks- en vlakheid
-
strip tot beugels buigen m.b.v. platenklem, buigijzers, bankschroef, buigtangen, mallen en
buigblokken
-
staaf-, profiel- en pijpmateriaal buigen tot beugels, ondersteuningen en dergelijke met
behulp van bankschroef, buigijzers en buigblokken
8
zwenkbuigen volgens de gestelde kwaliteitseisen qua maat-,
hoeknauwkeurigheid en evenwijdigheid
-
eenvoudige producten, bestaande uit maximaal 4 buigingen, in meerdere buigrichtingen
zwenkbuigen met behulp van de zetbank
-
9
10
11
12
13
liniaal kiezen, monteren en afstellen
proces en product controleren en beoordelen
-
maatregelen afleiden tot bijstelling
-
eindcontrole
technieken/werkwijze en toepassingsgebieden noemen bij het uitvoeren van
plaat- en constructietechnieken
de kenmerken en het gebruik noemen van de belangrijkste materialen die
gebruikt worden bij het uitvoeren van plaat- en constructietechnieken
-
ferro-, non-ferrometalen
-
plaat-, profiel-, staaf-, pijpmateriaal
de kenmerken en het gebruik noemen van de belangrijkste gereedschappen
die gebruikt worden bij het uitvoeren van plaat- en constructietechnieken
-
handgereedschap
-
machinaal gereedschap
-
toepassingsgebied
-
onderhoud
-
veiligheid
kenmerken en gebruik noemen van de meet- en controlegereedschappen
die gebruikt worden bij plaat- en constructietechnieken
-
maatlat, schuifmaat
-
blokhoekhaak, plaathoekhaak, rei
-
slagletters/-cijfers
24
Toelichting
De kandidaat kan de handelingen, zoals omschreven in de eindtermen 1 t/m 9,
'oriënterend' uitvoeren.
ME/K/11 Inleiding verbindingstechniek
De kandidaat kan
1
technische gegevens van een werktekening zoeken en aflezen
2
3
4
5
6
-
eenvoudige werkvoorbereiding opstellen
-
keuze materiaal, gereedschap, apparatuur
-
werkvolgorde bepalen
m.b.v. gangbare gereedschappen aftekenen
-
maatlat, rolmaat/duimstok, schuifmaat
-
kraspen, centerpunt, potlood
-
blokhoekhaak, plaathoekhaak
-
slagletters/-cijfers
lassen volgens gestelde kwaliteitseisen
-
onderhand
-
horizontale stompe en hoeklassen
-
autogeen-, MBE- en MIG/MAG apparatuur
-
puntlasmachine
-
kunststof heetgaslasapparatuur
solderen volgens gestelde kwaliteitseisen
-
zacht- en hardsolderen
-
soldeerbout en vlam
lijmen volgens gestelde kwaliteitseisen
-
een eenvoudige lijmverbinding maken met 2 componentenlijm
-
metaal/metaal
-
kunststof/kunststof
-
metaal/kunststof
losneembare verbinding maken volgens gestelde kwaliteitseisen
-
7
8
9
proces en product controleren en beoordelen
-
maatregelen afleiden tot bijstelling
-
eindcontrole
technieken/werkwijze en toepassingsgebieden noemen bij het uitvoeren van
verbindingstechnieken
de kenmerken en het gebruik noemen van de belangrijkste materialen die
gebruikt worden bij het uitvoeren van verbindingstechnieken
-
10
11
een eenvoudige schroefdraadverbinding
ferro-, non-ferrometalen
de kenmerken en het gebruik noemen van de belangrijkste gereedschappen
die gebruikt worden bij het uitvoeren van verbindingstechnieken
-
span-, hulpgereedschap
-
toepassingsgebied
-
onderhoud
-
veiligheid
kenmerken en gebruik noemen van de afteken-. meet- en
controlegereedschappen die gebruikt worden bij verbindingstechnieken
-
maatlat, rolmaat/duimstok, schuifmaat
-
kraspen, centerpunt, potlood
25
-
blokhoekhaak, plaathoekhaak
-
slagletters/-cijfers
Toelichting
De kandidaat kan de handelingen, zoals omschreven in de eindtermen 1 t/m 7,
'oriënterend' uitvoeren.
ME/K/12 Inleiding verspaningstechniek
De kandidaat kan
1
technische gegevens van een werktekening zoeken en aflezen
2
3
4
5
6
7
8
-
eenvoudige werkvoorbereiding opstellen
-
keuze materiaal, gereedschap, machines
-
werkvolgorde bepalen
m.b.v. analoge/digitale gereedschappen meten, controleren en vergelijken
-
schuifmaat, schroefmaat, hoogtemaat
-
lengtemeetsystemen op de machines
-
maatregelen afleiden tot bijstelling
-
eindcontrole
draaien volgens gestelde kwaliteitseisen
-
centerdraaimachine
-
zelfcentrerende drie- en onafhankelijke vierklauw
-
beitelhouder
-
uitwendig langs en dwars
-
in- en afsteken
-
schroefdraadsnijden met snijplaat en machinetap
-
kruiskartel snijden
frezen volgens gestelde kwaliteitseisen
-
verticale freesmachine
-
machineklem
-
gereedschaphouder voor frezen
-
horizontale vlakken frezen
-
hoeken, uitsparingen en schuine vlakken frezen
proces en product controleren en beoordelen
-
maatregelen afleiden tot bijstelling
-
eindcontrole
technieken/werkwijze en toepassingsgebieden noemen bij het uitvoeren van
verspaningstechnieken
de kenmerken en het gebruik noemen van de belangrijkste materialen die
gebruikt worden bij het uitvoeren van verspaningstechnieken
-
ferro-, non-ferrometalen
-
staafmateriaal
de kenmerken en het gebruik noemen van de belangrijkste gereedschappen
die gebruikt worden bij het uitvoeren van verspaningstechnieken
-
snij-, span-, hulpgereedschap
-
toepassingsgebied
-
onderhoud
-
veiligheid
26
9
kenmerken en gebruik noemen van de meet-, controle- en
vergelijkingsgereedschappen die gebruikt worden bij
verspaningstechnieken
-
maatlat, schuifmaat, schroefmaat, hoogtemaat
-
verdeelring en lengtemeetsystemen
Toelichting
De kandidaat kan de handelingen, zoals omschreven in de eindtermen 1 t/m 5,
'oriënterend' uitvoeren.
ME/K/13 CAD/CAM
De kandidaat kan
1
De maatschappelijke context van het bestaan van materialen omschrijven
2
3
4
5
6
-
door de natuur gemaakte materialen
-
door de mens gemaakte materialen
-
mensvriendelijke materialen
-
mensonvriendelijke materialen
-
materialen met beperkte beschikbaarheid
-
materialen met een onbeperkte beschikbaarheid
in een experimentele situatie de 'zintuiglijke' eigenschappen van materialen
bepalen
-
hard - zacht
-
koud - warm
-
glad - ruw
-
sterk - zwak
-
open - dicht
de relatie omschrijven die er bestaat tussen producten en
materiaaleigenschappen waaruit die producten gemaakt zijn
-
beschikbaarheid
-
bewerkbaarheid
-
geschiktheid voor gebruik
met behulp van CAD-software een eenvoudig technische tekening maken
volgens de geldende normen
-
formaat en indeling van de tekening bepalen
-
tekening maken volgens derde kwadrant projectie
-
tekening volgens normalisatie bematen
-
tekening volgens normalisatie van bewerkingstekens voorzien
-
plotten/printen
-
tekening opslaan
-
geometrie maken t.b.v. CAM
met behulp van CAM-software CNC-programma ontwerpen
-
geometrie uit CAD-software genereren in CAM-software
-
geometrie bewerken machinecondities (M-codes) toevoegen
-
bewerkingscondities (G-codes) toevoegen
met behulp van CAM-software simuleren van het CNC-programma draaien
(testen en wijzigen van het programma)
-
testen
-
wijzigen
-
opslaan
27
7
8
met behulp van CNC-draaimachine eenvoudig product produceren
-
draaimachine voorbereiden
-
CNC-programma inlezen
-
testrun doen
-
produceren
-
het verspaningsproces bewaken
-
CNC-programma afsluiten/opslaan
m.b.v. software/hardware werken met geautomatiseerd meten
-
9
10
meten/controleren m.b.v. geautomatiseerd meetsysteem in het kader van kwaliteitszorg
technieken/werkwijze en toepassingsgebieden omschrijven bij het
uitvoeren van automatiseringstechnieken
kenmerken en gebruik omschrijven van de meet- en
controlegereedschappen die gebruikt worden bij geautomatiseerd meten
Toelichting
De kandidaat kan de handelingen, zoals omschreven in de eindtermen 2 en 4 t/m 8
'oriënterend' uitvoeren.
ME/K/15 Elektronica
De kandidaat kan
1
in een practicum een eenvoudige schakeling met weerstanden opbouwen
(serieschakeling, parallelschakeling), een weerstandsberekening met ohmse
weerstand uitvoeren en het verband tussen spanning en stroom zichtbaar
maken
2
3
4
5
-
berekenen: U = I x R
-
1ste en 2de wet van Kirchhoff
-
gebruiken van meetapparatuur: voltmeter, ampèremeter
-
omschrijven van de meetresultaten
de eigenschappen van een aantal bijzondere weerstanden omschrijven
-
lichtgevoelige weerstand (LDR)
-
temperatuurgevoelige weerstand: PTC, NTC
-
regelbare weerstand
in een practicum een eenvoudige schakeling met een spoel en een
eenvoudige schakeling met een condensator opbouwen en het verband
tussen spanning en stroom zichtbaar maken
-
opbouw en werkingsprincipe van spoel en condensator
-
laden en ontladen van condensator
-
stroombegrenzende werking bij wisselstroom
-
gebruiken van meetapparatuur: oscilloscoop
-
benoemen van de meetresultaten
in een practicum een eenvoudige schakeling met een enkelvoudige
component opbouwen en de werking zichtbaar maken
-
de werking van basis-gelijkrichtschakeling met diode
-
de werking van basis-versterkerschakeling met een transistor
-
gebruiken van meetapparatuur: oscilloscoop, voltmeter, ampèremeter
-
omschrijven van de meetresultaten
in een practicum een eenvoudige schakeling met een samengestelde
component opbouwen en de werking zichtbaar maken: digitale bouwsteen,
operationele versterker
-
digitale bouwstenen: specifieke functies
28
6
7
-
basisschakelingen operationele versterker
-
gebruiken van meetapparatuur: oscilloscoop
-
omschrijven van de meetresultaten
de werking en toepassing van de voltmeter en ampèremeter omschrijven en
die van de oscilloscoop benoemen
-
voltmeter: hoge weerstand, principe spanning meten (parallel schakelen)
-
ampèremeter: lage weerstand, principe stroom meten (serie schakelen)
-
oscilloscoop: meten van vorm van variabele spanning, tijdbasis, amplitude
de toepassing van elektronica benoemen
-
basistechnologie voor automatiseren van toestellen, apparaten, machines, processen
Toelichting
De kandidaat kan de handelingen zoals omschreven in de eindtermen 1 en 3 t/m 5
‘oriënterend’ uitvoeren.
ME/K/16 Automatiseren
De kandidaat kan
1
in een practicum een meting uitvoeren en de resultaten omschrijven
2
3
4
5
6
-
meetopdracht interpreteren
-
instrumentkeuze: type, nauwkeurigheid
-
instrument instellen: schaalkeuze, nauwkeurigheid
-
metingen uitvoeren
-
weergave meting: tabelvorm, grafiek
met een datalogger meetgegevens verzamelen
-
aansluiten
-
in werking stellen
-
testen
-
meetgegevens produceren
in een practicum een eenvoudige schakeling met relais opbouwen, de
werking zichtbaar maken en omschrijven
-
principe relais: opbouw schakeling, ruststroom/arbeidsstroom
-
volgorde schakeling
in een practicum situatie een eenvoudige schakeling met pneumatisch
componenten opbouwen, de werking zichtbaar maken en omschrijven
-
dubbelwerkende cilinder
-
ventielen: 4/2 ventiel, 5/2 ventiel, volgordeventiel, snelheidsregelventiel
-
regelbare smoring
-
elektro pneumatiek: 3/2 ventiel, 4/2 ventiel
in een practicum een eenvoudige schakeling met digitale bouwstenen
opbouwen, de werking zichtbaar maken en omschrijven
-
invertor: waarheidstabel, formule
-
NOR: waarheidstabel, formule
-
NAND: waarheidstabel, formule
-
SR-flipflop: waarheidstabel
in een practicum sensoren en actuatoren aansluiten, de werking zichtbaar
maken en omschrijven
-
naderingsschakelaars: inductief/capacitief, microschakelaar
-
optische signaalgevers: fotocel/lichtbron met reflector, passief infrarood
-
actuatoren: reedrelais, contactor/relais, elektromagneet, servomotor/stappenmotor, LED
29
7
8
9
10
11
12
13
in een practicum regeleenheden aansluiten, in werking stellen, de werking
zichtbaar maken en de functie noemen
-
transducers
-
PC/PLC
-
programma invoeren
-
interfacing, analoog/digitaal, galvanische scheiding, invoer- en uitvoersystemen
experimenteren in een bestaande practicumopstelling van een eenvoudige open
regelsysteem en de eigenschappen van het systeem omschrijven
-
regelaar
-
actuator
-
kenmerk: geen terugmelding, wel beveiliging
experimenteren in een bestaande practicumopstelling van een eenvoudige
gesloten regelsysteem voor volgordeschakeling en de eigenschappen van
het systeem omschrijven
-
kenmerk: terugmelding
-
sensor
-
regelaar: programmaschakelaar, plc/pc, microprocessor
-
actuator
experimenteren in een bestaande practicumopstelling van een eenvoudige
gesloten regelsysteem voor aan/uit-regeling en de eigenschappen van het
systeem omschrijven
-
kenmerk: terugmelding vanuit proces
-
sensor
-
regelaar: programmaschakelaar, plc/pc, microprocessor
-
actuator
de grondbeginselen van het meten omschrijven
-
meten: vergelijken grootheid met eenheidsmaat
-
begrippen: grootheid en eenheid, analoog en digitaal
-
instrument: schaalkeuze, nauwkeurigheid, symbolen voor nauwkeurigheid
-
weergave meting: tabelvorm, grafiek
de opbouw en werking van een meetsystemen omschrijven
-
opbouw: sensor, verwerkingseenheid, uitlezing
-
ijken/kalibreren
de opbouw en werking van sensoren omschrijven
-
vormen van energie-omzetting: thermisch/elektrisch, mechanisch/elektrisch,
chemisch/elektrisch, (elektro)magnetisch/elektrisch
-
14
15
typen: directe opnemers, indirecte opnemers
doel en opbouw van een systeem voor datalogging benoemen
-
sensor
-
computer/microprocessor
-
opslagmedia
-
datatransport
-
uitlezing
de maatschappelijke effecten van productietechnologie omschrijven
-
economische effecten: werkgelegenheid: van productie naar dienstverlening
-
sociale effecten: senioren, gehandicapten
-
ethische overwegingen: milieueffecten
Toelichting
De kandidaat kan de handelingen zoals omschreven in de eindtermen 1 t/m 10
‘oriënterend’ uitvoeren.
30
ME/K/17 Telematica
De kandidaat kan
1
basishandelingen bij de bedrijfsmatige telefonie uitvoeren
2
-
telefonische verbindingen tot stand brengen: intern en extern
-
een telefonisch gesprek voeren: commercieel, niet-commercieel
-
het telefoonalfabet hanteren
-
intern doorverbinden, oproepen, gespreksnotitie maken, memo schrijven
-
een telefonische vergadering organiseren en plannen
-
telefooncentrale bedienen: interne lijnen, externe lijnen
-
randapparatuur bedienen: pc, fax, modem, telefoonbeantwoorder
basishandelingen met veel toegepaste besturingssystemen uitvoeren en de
kenmerken van die besturingssystemen benoemen
-
3
4
5
6
-
tekstbestanden beheren
-
tekst invoeren/bewerken
-
eenvoudige lay out
-
printen
-
gebruik handleiding, referentiekaart, helpschermen
met gebruikmaking van netwerkdiensten bronnen raadplegen
enige mogelijkheden:
-
raadplegen catalogi
-
zoeken van leveranciers
-
veranderlijke gegevens opvragen
met gebruikmaking van netwerkdiensten interactie met gegevensbestanden
tot stand brengen
enige mogelijkheden:
-
girotel
-
betalen met pas, PIN, creditcard
-
geld opnemen
met gebruikmaking van netwerkdiensten intermenselijke communicatie tot
stand brengen
-
7
8
9
Windows
met een teksverwerkingsprogramma een document produceren
E-mail
navigeren in netwerken
-
omvang van het informatieaanbod
-
menugestuurde navigatiesystemen (Gopher)
-
hypertekst (world wide web)
met behulp van diverse multimediaplatforms een aantal multimediaproducten gebruiken/toepassen
-
pc + CD-rom
-
naslagwerken, gegevensbestand, archief
-
educatieve software
in een practicum een eenvoudig systeem voor telemetrie opbouwen en de
meetresultaten zichtbaar maken
-
data-acquisitie: sensor, convertor, computersysteem
-
dataverbinding: modem/netwerkkaart, netwerk
-
presentatie van meetwaarden: computersysteem, beeldscherm
31
10
11
12
de functie van een aantal toepassingen van telefonie en de bijbehorende
apparatuur omschrijven
-
telefonische verbindingen: intern en extern (lokaal, interlokaal, internationaal)
-
telefonisch gesprek: commercieel, niet-commercieel
-
regels bij telefoneren: telefoonalfabet
-
acties: intern doorverbinden, oproepen, gespreksnotitie, memo
-
telefonische vergadering: organisatie, planning
-
telefoon centrale: interne lijnen, externe lijnen
-
randapparatuur: pc, fax, modem, telefoonbeantwoorder
de functie en werking van netwerkdiensten omschrijven
-
raadplegen van bronnen via netwerken
-
interactie met gegevensbestanden via netwerken
-
intermenselijke communicatie via netwerken
-
navigatie in netwerken
het begrip multimedia en de kenmerken van diverse multimediaplatforms,
multimedia-informatiedragers en multimediatoepassingen omschrijven
-
begrip multimedia: integratie (van beeld, geluid, video, animatie, tekst), interactiviteit
-
multimediaplatforms: pc + CD-rom + soundblasterkaart + stereo-luidsprekers,
-
multimedia-informatiedragers: CD-ROM, DVD, on-line, ontwikkelingen in
opslagcapaciteit (papier, floppy disk, harddisk, CD-ROM/audio CD, DVD en overige
actuele mediadragers)
-
13
multimediatoepassingen: naslagwerken, catalogi, educatieve software
voorbeelden van telemetrie, telebesturing en telebewaking noemen
-
opvragen van meetwaarden op afstand: weerstation strandweer, landbouwkassen,
veeteeltbedrijven
-
tele-aanwezigheid (multimedia): operaties met specialisten op afstand
-
telebesturing bij gebouwbeheer: verwarming, ventilatie, verlichting
-
telebesturing bij processen: procesautomatisering
-
telebewaking bij gebouwbeheer: bewaking, toegangscontrole, beveiliging, brandmelding
-
telebewaking bij personen: babysitten, intensive care (ziekenhuis), alarmering t.b.v.
gehandicapten en ouderen
Toelichting
De kandidaat kan de handelingen zoals omschreven in de eindterm 9 ‘oriënterend’
uitvoeren.
De kandidaat kan de handelingen zoals omschreven in de eindtermen 1 t/m 8
‘onder begeleiding’ uitvoeren.
ME/K/18 CAD
De kandidaat kan
1
met behulp van CAD-software een eenvoudige elektrotechnische tekening
voor een woning ontwerpen volgens de geldende normen
-
formaat en indeling van de tekening bepalen
-
samenstellen lijnen, cirkels en ellipsen
-
functies: object snap, verplaatsen, wissen, kopiëren
-
symbolen uit bibliotheek ophalen en samenstellen tot tekening of schema
-
plotten/printen
-
tekening opslaan
32
2
met behulp van CAD-software het werk voorbereiden
-
tekeningen genereren
-
materiaal uittrekken
-
calculeren
-
planning maken
-
materiaal bestellen
-
bijzonder gereedschap reserveren
33
4. De eintermen van het verrijkingsdeel
4.1
Exameneenheden voor de kaderberoepsgerichte leerweg
ME/V/1 Integatieve opdracht
De kandidaat kan in een gesimuleerde beroepsuitvoerende situatie:
1
criteria bepalen voor de keuze van (onderzoeks)materialen voor het maken
van een werkstuk/product c.q. het doen van een onderzoek
2
criteria vaststellen voor de kwaliteit van het werkstuk/product, c.q. het
onderzoek
3
informatie verzamelen
4
een werkwijze vaststellen voor het maken van het werkstuk/product c.q.
doen van het onderzoek
5
het werkstuk/product maken, c.q.het onderzoek doen
6
het werkstuk/product, c.q. het onderzoek toetsen en evalueren aan de hand
van zelf en/of door anderen geformuleerde criteria
7
het werkstuk/product, c.q. het onderzoek indien gewenst
bijstellen/verbeteren, de voorbereiding, de uitvoeringen en /of de resultaten
en de evaluatie van het werkstuk/product, c.q. het onderzoek schriftelijk of
audiovisueel vastleggen dan wel anderszins presenteren voor een publiek
overeenkomstig van te voren gegeven criteria.
34
4.2
Exameneenheden voor de basisberoepsgerichte leerweg
(niet verplicht).
ME/V/2 Basisbegrippen elektrotechniek
De kandidaat kan
1
elementaire begrippen uit de elektriciteitsleer omschrijven en toepassen
2
3
-
spanning, stroom, geleider, isolator en weerstand
-
gelijkspanningsbron
berekeningen maken met elementaire grootheden en grafisch weergeven
-
wet van Ohm U = I x R
-
stroom/spanningsgrafiek voor lineaire weerstanden
serie- en parallelschakelingen van lineaire ohmse weerstanden herkennen
en eenvoudige berekeningen daaraan maken
-
-
4
5
6
8
9

spanning overal gelijk

totaalstroom is som der deelstromen (eerste wet Kirchhoff)
serieschakeling

stroom overal gelijk

totaalspanning is som der deelspanningen (tweede wet Kirchhoff)
begrippen vermogen en arbeid omschrijven
-
vermogen (P) in watt en joule
-
arbeid (W) in wattseconde en wattuur
berekeningen maken met betrekking tot vermogen en arbeid
-
P=UxI
-
W=UxIxt
leidingweerstand en spanningsverlies omschrijven en berekenen
-
7
parallelschakeling
R = l x rho : A
elementaire grootheden uit de wisselstroom theorie omschrijven en
eenvoudige berekenen maken
-
wisselspanningsbron
-
periodetijd (T) en frequentie (f)
-
f=1:T
-
maximale-, effectieve- en gemiddelde waarde
begrippen met betrekking tot magnetisme omschrijven
-
magnetisch veld, Noord- en Zuidpool
-
elektromagnetisme
-
verzadiging
-
remanent- en permanent magnetisme
-
generator principe
-
motorprincipe
het transformatorprincipe omschrijven en eenvoudige berekeningen maken
-
P1 = P2
-
N1 : N2 = U1 : U2
-
N2 : N1 = I1 : I2
35
10
11
12
het principe van een driefasensysteem omschrijven
-
driegeleidernet L1, L2, L3
-
viergeleidernet L1, L2, L3, N
-
sterschakeling en driehoekschakeling
-
lijnspanning, lijnstroom, fasespanning en fasestroom
het principe van de halfgeleider diode en zijn toepassing omschrijven
-
symbool en gelijkricht-eigenschap
-
doorlaat- en sperrichting
-
sperspanning
meetinstrumenten herkennen en gebruiken voor eenvoudige metingen
-
voltmeter, ampèremeter, ohmmeter, multimeter, kWh-meter, oscilloscoop
-
gelijk- en wisselspanning
-
gelijk- en wisselstroom
-
weerstand
-
vermogen en arbeid
-
amplitude, frequentie en periodetijd
ET/K/8 Aanleg leidingnet voor de elektrische installatie in de
woning
De kandidaat kan
1
technische gegevens van huisinstallatietekeningen opzoeken, aflezen en
interpreteren
2
3
4
5
-
installatietekening
-
stroomkringschema’s van basislichtschakelingen tekenen
-
bedradingstekeningen van basislichtschakelingen tekenen
-
de keuze van elektrisch materieel, leidingen en toebehoren maken
-
onderscheid maken in comfortklasse
met gangbare gereedschappen leidingsystemen volgens het
centraaldoossyteem monteren
-
buis
-
plintgoot en koker
leidingsystemen bestaande uit buis, koker en (plint)goot bedraden en
aflassen
elektrische toestellen voor huisinstallaties afmonteren
-
schakelaars en wandcontactdozen
-
enkelpolige-, serie-, en wisselschakeling
in een eigen gemaakte huisinstallatie of delen daarvan, in spanningsloze
toestand, fouten zoeken en verhelpen
-
6
verbinding testen met doormeetzoemer
de opbouw en werking van een elektrische installatie in een woning
omschrijven
-
principe stroomkring
-
de begrippen spanning, stroom en weerstand
-
de begrippen geleider/isolator
-
de relatie tussen stroom, spanning en weerstand (wet van ohm)
-
parallel schakelen van verbruikstoestellen
-
werking enkelpolige-, serie- en wisselschakeling, wandcontactdoos
-
minimum aantal wandcontactdozen en lichtaansluitpunten volgens NEN 1010
-
beschermingsmaatregelen als beschermings- en vereffeningsleiding (NEN 1010)
36
7
8
9
10
de werkmethode voor het installeren van een huisinstallatie omschrijven
vanuit een eigen experiment materiaaleigenschappen bepalen en
omschrijven
-
ferro- en non-ferrometalen
-
thermoplastisch/thermohardend
de kenmerken van de onderdelen die toegepast worden in een elektrische
installatie voor een woning omschrijven
-
buis en koker
-
centraaldozen en inbouwdozen
-
draad
-
schakelmateriaal
-
bevestigingsmateriaal
het gebruik van gereedschappen bij het aanleggen van een elektrische
installatie in een woning omschrijven
-
machinaal gereedschap, handboormachine en schroefmachine
-
handgereedschap, metaalzaag(je), buigveer, kniptang, striptang, combinatietang,
schroevendraaier
11
-
toepassingsgebied
-
onderhoud
-
veiligheid
de kenmerken en het gebruik van meetgereedschappen die worden gebruikt
bij het aanleggen van een elektrische installatie in een woning omschrijven
-
duimstok
-
doormeetzoemer
-
waterpas, smetlijn
Toelichting
De kandidaat kan de handelingen, zoals omschreven in de eindtermen 1 t/m 5,
‘onder begeleiding’ uitvoeren.
ET/K/9 Afmonteren van de elektrische installatie in de woning
De kandidaat kan
1
documentatie van aan te sluiten toestellen en apparaten raadplegen
2
met gangbaar gereedschap verlichtingstoestellen /armaturen afmonteren
-
3
voor gloeilampen, fluoriscentielampen en halogeenlampen
met gangbaar gereedschap elektrische huishoudelijke verbruikstoestellen
aansluiten
-
kooktoestellen, wasbehandelingstoestellen, toestellen voor heetwatervoorziening en voor
centrale verwarming
4
5
6
-
mantelsnoer en leiding aansnijden
-
samengeslagen aders afwerken voor aansluiting
met gangbaar gereedschap de schakel- en verdeelinrichting voor een
woning plaatsen en afmonteren
aardingsvoorziening overeenkomstig NEN 1010 in een woninginstallatie
aansluiten
-
vereffeningsleiding
-
beschermingsleiding
-
aardrail
de installatie met huishoudelijke toestellen onder toezicht in bedrijf stellen
37
-
aangesloten apparatuur testen
-
in spanningsloze toestand storingen zoeken en verhelpen in de aansluiting van de aangesloten
apparatuur
7
8
9
10
11
12
op een veilige wijze elektrische grootheden in proefopstellingen meten
(NEN 3140)
-
spanning
-
stroom
-
(aardverspreidings)weerstand
-
arbeid (kWh)
-
isolatieweerstand
de kenmerken van netstelsels in de woningbouw omschrijven
-
begrip sinusvormige wisselspanning /-stroom
-
frequentie 50 Hz
-
de relatie frequentie periodetijd
-
TT-stelsel
-
TN S-stelsel
kenmerken van onderdelen en materialen die worden gebruikt bij
elektrische toestellen omschrijven
-
klasse indeling O, OI, I, II en III
-
mantelsnoeren en leidingen
kenmerken en gebruik van gereedschappen die worden gebruikt bij het
aansluiten en in bedrijfstellen van elektrische huishoudelijke toestellen in
een woning omschrijven en deze gereedschappen op een veilige wijze
gebruiken
-
handgereedschap, mes, persgereedschap, moersleutels en striptang
-
toepassingsgebied
-
onderhoud
-
veiligheid
de werking van huishoudelijke verbruikstoestellen omschrijven
-
principe serieschakeling van weerstanden
-
eerste en tweede wet van Kirchhof
-
blokschematische opbouw
de kenmerken van meetgereedschappen die gebruikt worden bij het in
bedrijfstellen van een huisinstallatie omschrijven
-
universeelmeter
-
aardlektester
-
isolatieweerstandsmeter
-
aardverspreidingsweerstandmeter
-
kilowattuurmeter
Toelichting
De kandidaat kan de handelingen, zoals omschreven in de eindtermen 1, 3, 5, 6 en
7 'onder begeleiding' en eindterm 4 ‘oriënterend’ uitvoeren.
ET/K/10 Aanleg leidingnet voor elektrische installatie in de
utiliteitsbouw
De kandidaat kan
1
technische gegevens van een installatietekening voor utiliteit zoeken,
aflezen en interpreteren
38
-
2
3
4
5
-
schakel- en verdeelinrichtingen
-
kabel
-
buis
bestaande leidingsystemen bedraden, bekabelen en aflassen
elektrische toestellen voor utiliteitinstallaties afmonteren
-
schakelaars en wandcontactdozen; waterdicht
-
lichtschakelingen o.a. impulsrelais gestuurd
in een eigen gemaakte utiliteitsinstallaties of delen daarvan in
spanningsloze toestand fouten zoeken en verhelpen
-
6
7
8
9
de keuze van elektrisch materieel, leidingen en toebehoren maken
met gangbaar gereedschap een kabelinstallatie volgens het
hoofdleidingsysteem aanleggen en afmonteren
weerstand meten met universeelmeter
de opbouw en werking van een elektrische installatie in een
utiliteitsgebouw omschrijven
-
principe meerfasesysteem
-
beschermings- en beveiligingsmaatregelen volgens NEN 1010
-
elektrische geleidbaarheid van materialen (weerstand)
-
warmteontwikkeling ten gevolge van stroomdoorgang
werking van een relaisgestuurde lichtschakeling omschrijven
-
blokschematisch opbouw
-
principe van een elektromagneet
-
werking relais/relaisschakeling
vanuit een eigen experiment magnetische eigenschappen omschrijven
-
magnetisme
-
elektromagnetische
de kenmerken en toepassingsgebieden van de materialen die toegepast
worden in een elektrische installatie voor de utiliteitsbouw omschrijven
-
buis, koker, goot, baan en ladder
-
kabeldozen, normaaldozen
-
kabel, leiding
-
schakelmateriaal, waterdicht
-
bevestigingsmaterialen
Toelichting
De kandidaat kan de handelingen, zoals omschreven in de eindtermen 1 t/m 5,
‘onder begeleiding’ uitvoeren.
ET/K/11 Aansluiten en in bedrijf stellen van elektrische toestellen
en machines in de utiliteitsinstallaties
De kandidaat kan
1
een eigen werkvoorbereiding maken
2
-
documentatie van aan te sluiten toestellen en apparaten raadplegen
-
aansluiting bepalen en tekenen
-
aansluiting driefasemotoren, (ster en driehoek) bepalen en tekenen
-
bedradingstekening van een eenvoudige machineschakeling tekenen
met gangbaar gereedschap elektrische werktuigen, verbruikstoestellen en
waterdichte armaturen aansluiten
-
schakel- en verdeelinrichtingen
39
3
-
universeelmotor
-
asynchrone driefase SKA-motor
aardingsvoorziening in een utiliteitsinstallatie aansluiten
-
4
5
6
7
8
9
aarding, aardlekschakelaar en overstroombeveiliging
utiliteitsinstallatie en toestellen onder toezicht in bedrijf stellen
-
installatie doormeten en testen
-
aangesloten apparatuur testen
-
storingen zoeken in de aansluiting van de aangesloten apparatuur
op een veilige wijze elektrische grootheden in proefopstellingen voor
meerfasesystemen meten (NEN 3140)
-
lijn- en fasespanning
-
lijn- en fasestroom
(met behulp van eenvoudige berekeningen) de kenmerken van netstelsels
voor utiliteitsbouw en machines omschrijven
-
TN CS-stelsel
-
meerfasesysteem
-
principe van universeel- en driefase elektromotoren verklaren
-
lijn- en fasespanning
-
lijn- en fasestroom
-
weerstand en impedantie
-
schijnbaar en werkelijk vermogen bij driefase-systemen
-
arbeid bij driefase-systemen
-
relatie spanning, stroom, weerstand en vermogen bij driefase-systemen
de werking van elektrische machines omschrijven
kenmerken van onderdelen die worden gebruikt in toestellen voor
utiliteitsinstallaties omschrijven
-
klasse-indeling
-
beschermingsmaatregelen tegen invloeden van buitenaf omschrijven
-
snoeren en leidingen
de kenmerken van meetgereedschappen die worden gebruikt bij het
aansluiten en in bedrijfstellen van utiliteitsinstallaties omschrijven
-
ampèretang
-
Duspol
Toelichting
De kandidaat kan de handelingen, zoals omschreven in de eindterm 1 t/m 5
‘onder begeleiding’ uitvoeren.
ET/K/12 Industriële elektrische installatie
De kandidaat kan
1
tekeningen voor industriële installatie lezen en interpreteren
2
-
topografische tekeningen
-
installatietekeningen
-
leidingtekeningen
-
stroomkringschema’s van eenvoudige motorbedieningsschakelaars
-
basisschakelingen voor een- en driefase machines
elektrische toestellen en machines voor industriële installaties aansluiten en
afmonteren
-
noodverlichtingsvoorzieningen
40
3
4
5
6
7
8
-
werkschakelaars
-
automatische ster-driehoek schakelaar
-
elektromagnetische omkeerschakelaar
-
éénfase transformatoren
-
één- en driefase motoren
-
vermogensregeling
in een eigen gemaakte industriële installatie in spanningsloze toestand
fouten zoeken en verhelpen
railkokermontage omschrijven
de werking van de transformator omschrijven
- één- en driefase
eenvoudige berekeningen aan éénfase transformator uitvoeren
-
spanningsverhoudingen
-
stroomverhoudingen
-
rendement (kwalitatief)
de opbouw en werking van een industriële elektrische installatie
omschrijven
-
beschermingsmaatregelen
-
invloeden van buitenaf
-
beveiliging tegen overstroom
-
schakelen en scheiden
-
aanzetinrichtingen
-
vermogensregeling

frequentieregeling

diode

tyristor, triac
kenmerken van de materialen die toegepast worden in een industriële
elektrische installatie omschrijven
-
railkokersysteem
-
kabelkanaalsystemen
-
bescherming tegen invloeden van buitenaf.
Toelichting
De kandidaat kan de handelingen, zoals omschreven in eindterm 1 ‘onder
begeleiding’ en de eindtermen 2 en 3 'oriënterend' uitvoeren.
ET/K/13 Speciale elektrische installaties 1
De kandidaat kan
1
technische gegevens van tekeningen voor speciale elektrische installaties,
zoals bijvoorbeeld
-
oproepinstallatie
-
brandbeveiligingsinstallatie
-
klimaatregelinstallatie
-
toegangscontrole-installatie
lezen en interpreteren
-
installatietekening
-
aansluitschema's van toestellen voor speciale elektrische installaties lezen
-
stroomkringschema's van toestellen voor speciale elektrische installaties lezen
-
keuze van elektrisch materieel, leidingen en toebehoren maken
41
2
een bestaand leidingsysteem voor speciale elektrische installaties bedraden,
aansluiten en afmonteren
-
3
4
5
6
7
8
9
connectoren monteren
toestellen voor speciale elektrische installaties afmonteren
-
detectiesystemen, sensoren
-
besturingseenheden
-
reactiesystemen, actuatoren
een zelfgemaakte speciale elektrische installatie of delen daarvan in
bedrijfstellen en fouten zoeken of verhelpen
-
gevoeligheid en grenswaarden instellen of -regelen
-
programmatuur laden, functioneel testen en wijzigen
-
signalen meten met een oscilloscoop
aan de hand van een blokschema de opbouw en werking van één speciale
elektrische installatie omschrijven
-
ingangssignalen
-
processen
-
uitgangssignalen
-
spanningsniveaus, analoog en digitaal
-
principe van schakeltechniek
-
principe van volgordebesturing
-
principe van continue regeling
signaaleigenschappen noemen
-
omzetting van fysische grootheden in elektrische en omgekeerd
-
AD / DA conversie
de kenmerken van materialen die toegepast worden in een speciale
elektrische installatie noemen
-
koperleidingen
-
afgeschermde leidingen
-
glasvezel
gereedschap voor het aanleggen van speciale elektrische installaties
omschrijven
meetgereedschappen die worden gebruikt bij het aanleggen en in
bedrijfstellen van speciale elektrische installaties omschrijven.
Toelichting
De kandidaat kan de handelingen, zoals omschreven in de eindtermen 2 en 3
'oriënterend' en in eindtermen 1 en 4 'onder begeleiding', uitvoeren.
ET/K/14 Telecommunicatie installaties
De kandidaat kan
1
technische gegevens van tekeningen voor telecommunicatie installaties
zoals
-
oproepinstallatie
-
telefoon-/fax-/modeminstallatie
-
Centraal Antenne Inrichting (CAI)
-
computernetwerk
lezen en interpreteren
-
installatietekening
-
aansluitschema's van toestellen voor speciale elektrische installaties lezen
42
2
-
stroomkringschema's van toestellen voor speciale elektrische installaties lezen
-
keuze van elektrisch materieel, leidingen en toebehoren maken
een bestaand leidingsysteem voor telecommunicatie installaties bedraden
en verbinden
-
3
4
5
6
toestellen voor telecommunicatie installaties aansluiten
een zelfgemaakte telecommunicatie installatie of delen daarvan instellen en
vastleggen in protocollen
aan de hand van een blokschema opbouw en werking van één
telecommunicatie installatie omschrijven
-
ingangssignalen
-
signaalbewerkingen
-
uitgangssignalen
-
spanningsniveaus, analoog en digitaal
in een eigen experiment signaaleigenschappen bepalen en noemen
-
7
8
signaalverliezen

demping

dB
-
overspraak
-
multiplexing
de kenmerken van leidingen die toegepast worden in een telecommunicatie
installatie noemen
-
koperleidingen
-
twisted pair leidingen
-
afgeschermde leidingen
-
coaxiaalleidingen
-
glasvezelleidingen
gereedschap voor het aanleggen van telecommunicatie installaties
omschrijven
-
9
connectoren monteren
speciaal gereedschap o.a. een domper en UTP/FTP-stripper
meet- en afregelapparatuur die worden gebruikt bij het aanleggen en in
bedrijfstellen van telecommunicatie installaties noemen
-
signaalgenerator
-
oscilloscoop.
Toelichting
De kandidaat kan de handelingen, zoals omschreven in de eindtermen 2 en 3
'oriënterend' en in eindtermen 1 en 4 'onder begeleiding', uitvoeren.
MT/K/8 Boog- en autogeenlassen
De kandidaat kan
1
technische gegevens van een werktekening zoeken, aflezen en interpreteren
2
-
werkvoorbereiding maken
-
keuze materiaal, gereedschap, machines
-
werkvolgorde bepalen
m.b.v. gereedschappen meten, controleren en vergelijken
-
maatlat, schuifmaat, rolmaat/duimstok
-
maatregelen afleiden tot bijstelling
-
eindcontrole
43
3
lasproces laten verlopen volgens gestelde kwaliteitseisen
-
autogeen- en booglasapparatuur MBE, MIG/MAG en TIG instellen
-
autogeen- en booglasapparatuur MBE, MIG/MAG en TIG bedienen
-
een hoeklas plaat/pijp PA-PB lassen d.m.v. de lastechnieken autogeen, MBE, MIG/MAG
en TIG
-
een stompe las plaat/pijp PA lassen d.m.v. de lastechnieken autogeen, MBE, MIG/MAG en
TIG
-
4
5
6
7
8
laswerk van plaat-, profiel- en pijpmateriaal in ongelegeerd staal uitvoeren
proces en product controleren en beoordelen
-
maatregelen afleiden tot bijstelling
-
eindcontrole
technieken/werkwijze en toepassingsgebieden omschrijven bij het
uitvoeren van boog- en autogeenlastechnieken
de kenmerken en het gebruik omschrijven van de belangrijkste materialen
die gebruikt worden bij het uitvoeren van boog- en autogeenlastechnieken
-
ongelegeerde ferrometalen
-
staaf-, plaat-, profiel- en pijpmateriaal
-
toevoegmaterialen
-
gassen
de kenmerken en het gebruik omschrijven van de belangrijkste
gereedschappen die gebruikt worden bij het uitvoeren van boog- en
autogeenlastechnieken
-
hand-, spangereedschap
-
hulpgereedschap
-
toepassingsgebied
-
onderhoud
-
veiligheid
kenmerken en gebruik omschrijven van de meet- en
controlegereedschappen die gebruikt worden bij boog- en
autogeenlastechnieken
-
maatlat, rolmaat/duimstok, rei
Toelichting
De kandidaat kan de handelingen, zoals omschreven in de eindterm 1 t/m 4,
‘onder begeleiding’ uitvoeren.
MT/K/9 Constructiewerken 1
De kandidaat kan
1
technische gegevens van een werktekening zoeken, aflezen en interpreteren
2
3
-
werkvoorbereiding opzetten
-
keuze materiaal, gereedschap en machines
-
werkvolgorde bepalen
m.b.v. gangbare gereedschappen aftekenen en merktekens plaatsen
-
maatlat, schuifmaat, rolmaat/duimstok
-
kraspen, centerpunt
-
blokhoekhaak, plaathoekhaak, rei
-
slagletters/-cijfers
scheidende bewerkingen volgens gestelde kwaliteitseisen uitvoeren op
pijpmateriaal
44
4
-
zagen met de hand
-
zagen machinaal m.b.v. beugel- en cirkelzaagmachine
-
doorslijpen m.b.v. haakse handslijpmachine
-
doorsnijden d.m.v. thermisch snijden
-
laskanten aanbrengen
vervormende bewerkingen volgens gestelde kwaliteitseisen uitvoeren op
plat, pijp, staaf- en profielmateriaal
-
buigen met vlam, hoek-, profiel- en pijpbuigmachine
-
plat-, pijp-, staaf- en profielmateriaal buigen met behulp van de vlam, hoek-, profiel- en
pijpbuigmachine
-
5
pijpmateriaal handmatig koud buigen (staal, gelegeerd staal)instellen van buigapparatuur
scheidende bewerkingen volgens gestelde kwaliteitseisen uitvoeren op plat,
staaf- en profielmateriaalbrandsnijden volgens gestelde kwaliteitseisen
-
snij-apparatuur (plasmasnij-apparatuur) in en buiten bedrijf stellen
-
plaat- en profielmateriaal met de hand snijden m.b.v. plasmasnijder volgens rechte lijnen
en radius
6
-
snijden m.b.v. plasmasnijmachine
-
plasmasnijden m.b.v. plasmasnijmachine
enkelvoudige (zelf vervaardigde) onderdelen verbinden volgens gestelde
kwaliteitseisen
-
twee (zelfvervaardigde) onderdelen uit plat-, staaf-, pijp- en/of profielmateriaal
samenstellen, op basis van werktekening, tot eenvoudige producten m.b.v. één of meer
van de volgende verbindingstechnieken: solderen, punt-, boog- , autogeen- en
puntlassen, klinken en schroefdraad
-
7
8
9
10
11
het samengestelde product of delen daarvan richten
proces en product controleren en beoordelen
-
maatregelen afleiden tot bijstelling
-
eindcontrole
technieken/werkwijze en toepassingsgebieden omschrijven bij het
uitvoeren van constructiewerken
de kenmerken en het gebruik omschrijven van de belangrijkste materialen
die gebruikt worden bij het uitvoeren van constructiewerken
-
ferro-, non-ferrometalen
-
plat-, profiel-, staaf-, pijpmateriaal
de kenmerken en het gebruik omschrijven van de belangrijkste
gereedschappen die gebruikt worden bij het uitvoeren van
constructiewerken
-
handgereedschap, machinaal gereedschap
-
toepassingsgebied
-
onderhoud
-
veiligheid
kenmerken en gebruik omschrijven van de meet- en
controlegereedschappen die gebruikt worden bij constructiewerken
-
maatlat, schuifmaat, rolmaat/duimstok
-
blokhoekhaak, plaathoekhaak, rei
Toelichting
De kandidaat kan de handelingen, zoals omschreven in de eindtermen 1 t/m 7,
‘onder begeleiding’ uitvoeren.
45
MT/K/10 Plaatwerken 1
De kandidaat kan
1
technische gegevens van een werktekening zoeken, aflezen en interpreteren
2
3
4
-
uitslagen van producten die vervaardigd zijn uit vlakke plaat lezen en interpreteren
-
op basis van werktekeningen uitslagen aftekenen en knippen
-
werkvoorbereiding opzetten
-
keuze materiaal, gereedschap en machines
-
werkvolgorde bepalen
m.b.v. gangbare gereedschappen aftekenen/merktekens plaatsen, meten,
controleren en vergelijken
-
maatlat, schuifmaat, rolmaat/duimstok
-
kraspen, centerpunt
-
blokhoekhaak, plaathoekhaak, rei
-
slagletters/-cijfers
-
maatregelen afleiden tot bijstelling
-
eindcontrole
zwenkbuigen volgens de gestelde kwaliteitseisen qua maat- en
hoeknauwkeurigheid en evenwijdigheid
-
producten zetten
-
maximaal 4 buigingen in meerdere buigrichtingen met behulp van de zetbank
scheidende bewerkingen volgens gestelde kwaliteitseisen uitvoeren op plat,
staaf- en profielmateriaalbrandsnijden volgens gestelde kwaliteitseisen
-
snij-apparatuur (plasmasnij-apparatuur) in en buiten bedrijf stellen
-
plaat- en profielmateriaal met de hand snijden m.b.v. plasmasnijder volgens rechte lijnen
en radius
-
5
6
snijden m.b.v. plasmasnijmachine
rolbuigen met de platenwals volgens gestelde kwaliteitseisen qua
maatnauwkeurigheid, rondheid en haaksheid
-
cilinder
-
afgeschuinde cilinder waarbij de uitslag is gegeven
enkelvoudige (zelf vervaardigde) onderdelen verbinden volgens gestelde
kwaliteitseisen
-
twee (zelfvervaardigde) onderdelen uit plat-, staaf-, pijp- en/of profielmateriaal
samenstellen, op basis van werktekening, tot eenvoudige producten m.b.v. één of meer
van de volgende verbindingstechnieken: solderen, punt-, boog- , autogeen- en
puntlassen, klinken, felsen en schroefdraad
-
7
8
-
maatregelen afleiden tot bijstelling
-
eindcontrole
technieken/werkwijze en toepassingsgebieden omschrijven bij het
-
9
10
het samengestelde product of delen daarvan richten
proces en product controleren en beoordelen
uitvoeren van constructiewerken
de kenmerken en het gebruik omschrijven van de belangrijkste materialen
die gebruikt worden bij het uitvoeren van plaatwerken
-
ferro-, non-ferrometalen
-
plat-, profiel-, staaf-, pijpmateriaal
de kenmerken en het gebruik omschrijven van de belangrijkste
gereedschappen die gebruikt worden bij het uitvoeren van plaatwerken
-
handgereedschap, machinaal gereedschap
-
toepassingsgebied
46
11
-
onderhoud
-
veiligheid
kenmerken en gebruik omschrijven van de meet- en
controlegereedschappen die gebruikt worden bij plaatwerken
-
maatlat, schuifmaat, rolmaat/duimstok
-
blokhoekhaak, plaathoekhaak, rei
Toelichting
De kandidaat kan de handelingen, zoals omschreven in de eindtermen 1 t/m 7,
‘onder begeleiding’ uitvoeren.
MT/K/11 Draaien 1
De kandidaat kan
1
technische gegevens van een werktekening zoeken, aflezen en interpreteren
2
3
-
werkvoorbereiding opzetten
-
keuze materiaal, gereedschap en machines
-
werkvolgorde bepalen
m.b.v. analoge/digitale gereedschappen en geautomatiseerde meetsystemen
meten, controleren en vergelijken
-
schuifmaat, schroefmaat, meetklok, zwenktaster
-
blokhoekhaak, rei, haarliniaal, draadmallen, eindmaten, kalibers, hoekmeter
-
ruwheidsvergelijkingsplaatjes
-
lengtemeetsystemen op de machines
-
maatregelen afleiden tot bijstelling
-
eindcontrole
-
meetstaten en beoordelingsrapporten
werkplek/machine en proces instellen volgens gestelde kwaliteitseisen
-
center- en CNC draaimachine instellen volgens de gestelde verspaningseisen
-
snijgereedschap inspannen en afstellen (beitelhouders)
-
materiaal inspannen en uitlijnen (zelfcentrerende drie-, (onafhankelijke) vierklauwplaat,
spantangen, tussen de centers en op stelplaten)
-
4
5
zelfstandig aanzet, snedediepte en toerental bepalen en instellen
draaien volgens de gestelde kwaliteitseisen maat-, vormtolerantie en
ruwheidswaarden
-
center-, CNC draaimachine
-
langs- en dwars (in- en uitwendig)
-
in- en afsteken
-
kamers en sparingen
-
eenvoudige profielvormen
-
uitwendig conisch
-
excentrische assen
-
rechte- en kruiskartel
-
uitwendig metrische schroefdraad snijden met de beitel
-
boren en verzinken
-
schroefdraadsnijden met snijplaat en machinetap
-
ruimen met machineruimer
proces en product controleren
-
maatregelen afleiden tot bijstelling
-
eindcontrole
47
6
7
8
9
technieken/werkwijze en toepassingsgebieden omschrijven bij het
uitvoeren van draaibewerkingen
de kenmerken en het gebruik omschrijven van de belangrijkste materialen
die gebruikt worden bij het uitvoeren van draaibewerkingen
-
ferro-, non-ferrometalen
-
staafmateriaal
de kenmerken en het gebruik omschrijven van de belangrijkste
gereedschappen die gebruikt worden bij het uitvoeren van
draaibewerkingen
-
snij-, span-, hulpgereedschap
-
beitelgeometrie
-
toepassingsgebied
-
onderhoud
-
veiligheid
kenmerken en gebruik omschrijven van de meet- en
controlegereedschappen die gebruikt worden bij draaibewerkingen
-
schuifmaat, schroefmaat, meetklok, zwenktaster
-
blokhoekhaak, rei, haarliniaal, draadmallen, eindmaten, kalibers
-
ruwheidsvergelijkingsplaatjes
-
lengtemeetsystemen op de machines
-
meetstaten en beoordelingsrapporten
Toelichting
De kandidaat kan de handelingen, zoals omschreven in de eindtermen 1 t/m 5,
‘onder begeleiding’ uitvoeren.
MT/K/12 Frezen 1
De kandidaat kan
1
technische gegevens van een werktekening zoeken, aflezen en interpreteren
2
3
4
-
werkvoorbereiding opzetten
-
keuze materiaal, gereedschap en machines
-
werkvolgorde bepalen
m.b.v. analoge/digitale gereedschappen en geautomatiseerde meetsystemen
meten, controleren en vergelijken
-
schuifmaat, schroefmaat, meetklok, zwenktaster
-
blokhoekhaak, rei, haarliniaal, eindmaten
-
ruwheidsvergelijkingsplaatjes
-
lengtemeetsystemen op de machines
-
maatregelen afleiden tot bijstelling
-
eindcontrole
-
meetstaten en beoordelingsrapporten
werkplek/machine en proces instellen volgens gestelde kwaliteitseisen
-
verticale freesmachine instellen volgens de gestelde verspaningseisen
-
materiaal inspannen en uitlijnen (machineklem en kikkerplaten)
-
gereedschap inspannen en afstellen (gereedschaphouder voor frezen)
-
zelfstandig aanzet, snedediepte en toerental bepalen en instellen
frezen volgens de gestelde kwaliteitseisen maat-, vorm-, plaatstolerantie en
ruwheidswaarden
-
verticale freesmachine
48
5
6
-
horizontale vlakken frezen
-
hoeken, uitsparingen en schuine vlakken frezen
-
rechte doorlopende gleuven frezen
-
rechte, één- en tweezijdig begrensde gleuven frezen
-
boren en verzinken
-
ruimen met een machineruimer
proces en product controleren en beoordelen
-
maatregelen afleiden tot bijstelling
-
eindcontrole
technieken/werkwijze en toepassingsgebieden omschrijven bij het
uitvoeren van freesbewerkingen
-
7
8
9
meeloop- en tegenloopfrezen
de kenmerken en het gebruik omschrijven van de belangrijkste materialen
die gebruikt worden bij het uitvoeren van freesbewerkingen
-
ferro-, non-ferrometalen
-
staafmateriaal
de kenmerken en het gebruik omschrijven van de belangrijkste
gereedschappen die gebruikt worden bij het uitvoeren van
freesbewerkingen
-
snijgereedschap
-
spangereedschap
-
hulpgereedschap
-
toepassingsgebied
-
onderhoud
-
veiligheid
kenmerken en gebruik omschrijven van de meet- en
controlegereedschappen die gebruikt worden bij freesbewerkingen
-
schuifmaat, schroefmaat, meetklok, zwenktaster
-
blokhoekhaak, rei, haarliniaal, eindmaten
-
ruwheidsvergelijkingsplaatjes
-
lengtemeetsystemen op de machines
-
meetstaten en beoordelingsrapporten
Toelichting
De kandidaat kan de handelingen, zoals omschreven in de eindtermen 1 t/m 5,
‘onder begeleiding’ uitvoeren.
MT/K/13 Bankwerken 1
De kandidaat kan
1
technische gegevens van een werktekening zoeken, aflezen en interpreteren
2
-
werkvoorbereiding opzetten
-
keuze materiaal, gereedschap en machines
-
werkvolgorde bepalen
m.b.v. gereedschappen aftekenen en merktekens plaatsen
-
3
aftekenlak, graveerapparaat
m.b.v. analoge/digitale gereedschappen meten, controleren en vergelijken
-
schuifmaat, schroefmaat, hoogtemaat
-
blokhoekhaak, rei, haarliniaal, eindmaten
-
ruwheidsvergelijkingsplaatjes
49
4
5
6
7
8
9
10
11
12
-
lengtemeetsystemen op de machines
-
maatregelen afleiden tot bijstelling
-
eindcontrole
-
meetstaten en beoordelingsrapporten
machinaal verspanen, boren, slijpen en zagen volgens de gestelde
kwaliteitseisen maat-, vorm-, plaatstolerantie en ruwheidswaarden
-
hand-, tafel, kolomboormachine
-
verticale vlakslijpmachine, dubbele slijpkop
-
machineklem, magnetische plaat
-
handgereedschap
-
hoeken en schuine vlakken
-
decoupeer-, beugel-, cirkelzaagmachine
handmatig verspanen, draadsnijden, ruimen en vijlen volgens de gestelde
kwaliteitseisen maat-, vormtolerantie en ruwheidswaarden
-
in- en uitwendig G1/2” - G1” en G1/8” - G1/2”
-
snijkussen
-
cilindrische gaten volgens ISO kwaliteit 7
-
hand-, machine- en instelbare ruimer
-
in- en uitwendig
-
onderdelen op elkaar pasmaken
onderdelen vervaardigen en pasmaken d.m.v. één of meerdere technieken
volgens gestelde kwaliteitseisen
-
aftekenen, boren, ruimen, draadsnijden
-
vijlen, zagen, slijpen, “doorhakken van dammetjes”
-
buigen
-
plaat-, staaf-, profiel en pijpmateriaal
onderdelen samenstellen d.m.v. verbindingstechnieken volgens gestelde
kwaliteitseisen
-
(hecht)lassen
-
(blind)klinken
-
lijmen
-
schroefdraadverbinding
werkplek/machine en proces instellen volgens gestelde kwaliteitseisen
-
bewerkingsmachines instellen volgens de gestelde bewerkingseisen
-
gereedschap inspannen en afstellen
-
zelfstandig aanzet, snedediepte en toerental bepalen en instellen
proces en product controleren en beoordelen
-
maatregelen afleiden tot bijstelling
-
eindcontrole
technieken/werkwijze en toepassingsgebieden omschrijven bij het
uitvoeren van bankwerkbewerkingen
de kenmerken en het gebruik omschrijven van de belangrijkste materialen
die gebruikt worden bij het uitvoeren van bankwerkbewerkingen
-
ferro-, non-ferrometalen
-
plaat-, staaf-, profiel-, pijpmateriaal
de kenmerken en het gebruik omschrijven van de belangrijkste
gereedschappen die gebruikt worden bij het uitvoeren van
bankwerkbewerkingen
-
snij-, hand-, span-, hulpgereedschap
-
toepassingsgebied
50
13
-
onderhoud
-
veiligheid
kenmerken en gebruik omschrijven van de meet- en
controlegereedschappen die gebruikt worden bij bankwerkbewerkingen
-
schuifmaat, schroefmaat, hoogtemaat
-
blokhoekhaak, rei, haarliniaal, draadmallen, eindmaten, kalibers
-
ruwheidsvergelijkingsplaatjes
-
lengtemeetsystemen op de machines
-
meetstaten en beoordelingsrapporten
Toelichting
De kandidaat kan de handelingen, zoals omschreven in de eindtermen 1 t/m 9,
‘onder begeleiding’ uitvoeren.
MT/K/15 CAD/CAM
De kandidaat kan
1
de algemene beginselen van automatiseringsprocessen noemen
-
de beginselen van CNC-metaalbewerking opnoemen en de concrete uitwerking daarvan
op de machine aanwijzen
-
de beginselen van FPA opnoemen
-
de beginselen van geautomatiseerd meten opnoemen en de concrete uitwerking daarvan
op de apparatuur aanwijzen
2
3
4
5
6
met behulp van CAD-software een eenvoudig technische tekening maken
volgens de geldende normen
-
formaat en indeling van de tekening bepalen
-
tekening maken volgens derde kwadrant projectie
-
tekening volgens normalisatie bematen
-
tekening volgens normalisatie van bewerkingstekens voorzien
-
plotten/printen
-
tekening opslaan
-
geometrie maken t.b.v. CAM
met behulp van CAM-software CNC-programma ontwerpen
-
geometrie uit CAD-software genereren in CAM-software
-
geometrie bewerken
-
machinecondities (M-codes) toevoegen
-
bewerkingscondities (G-codes) toevoegen
met behulp van CAM-software simuleren van het CNC-programma
draaien/kanten (testen en wijzigen van het programma)
-
testen
-
wijzigen
-
opslaan
met behulp van CNC-draaimachine eenvoudig product produceren
-
draaimachine voorbereiden
-
CNC-programma inlezen
-
testrun doen
-
produceren
-
het verspaningsproces bewaken
-
CNC-programma afsluiten/opslaan
met behulp van CNC-kantbank eenvoudige producten produceren
51
7
-
kantbank voorbereiden
-
CNC-programma inlezen
-
testrun doen
-
produceren
-
CNC-programma afsluiten/opslaan
met behulp van simulatiesoftware werken met FPA automatiseringsstraat
(testen en maken/wijzigen)
-
simuleren met transportband
-
simuleren met bewerkings-units
-
simuleren met pneumatische besturing, elektro-pneumatische besturing, relais besturing, plcbesturing
-
8
m.b.v. software/hardware werken met geautomatiseerd meten
-
9
10
11
simuleren met robot
meten/controleren m.b.v. geautomatiseerd meetsysteem in het kader van kwaliteitszorg
technieken/werkwijze en toepassingsgebieden omschrijven bij het
uitvoeren van automatiseringstechnieken
de kenmerken en het gebruik omschrijven van de belangrijkste onderdelen
die gebruikt worden bij het uitvoeren van automatiseringstechnieken
kenmerken en gebruik omschrijven van de meet- en
controlegereedschappen die gebruikt worden bij montagetechnieken.
Toelichting
De kandidaat kan de handelingen, zoals omschreven in de eindtermen 2 t/m 8,
‘oriënterend’ uitvoeren.
52
5. De eindtermen voor de gemengde
leerweg
ME/K/1 Oriëntatie op de metalektro
De kandidaat kan
1
het werkterrein binnen de Metalektro omschrijven
-
-
2
3
4
5
6
beroepsgroepen binnen de metaal

verspanen

plaatbewerken

constructie

lassen

montage/onderhoud
elektrische installaties voor

woning

utiliteit

communicatie

speciale
de functie van beheer-, keurings- en normalisatie-instituten noemen
aspecten van een branche-organisatie noemen
-
werkgevers-/werknemersorganisaties
-
ondernemingsraad
-
CAO
de werkzaamheden van een ondernemer noemen
-
verschil kleine ondernemer/industrie
-
organisatie
aspecten van het primaire arbeidsproces noemen
-
werkvoorbereiden
-
werkplek inrichten
-
materiaal bewerken/monteren
-
afmonteren
-
eindcontrole/testen in bedrijfstellen
een bewuste keuze maken voor een geschikte vervolg opleiding
-
de eigen (on)mogelijkheden

-
7
web-niveau’s
opleidingsmogelijkheden

beroepsopleidend onderwijs

beroepsbegeleidend onderwijs

fondsen sociale partners

particuliere instituten
enige aspecten van technologisch ontwikkelingen noemen en is zich
bewust van veranderingen die dat heeft voor de beroepspraktijk
-
meer algemene recente en verwachte technologische ontwikkelingen
-
invloed op maatschappelijke ontwikkelingen
-
meer vakspecifiek recente en verwachte technologische ontwikkelingen
53
-
invloed op de organisatie van het productieproces
-
verandering en verdwijning van beroepen
-
gevolgen in termen van permanente educatie
-
het toenemend belang van het dienstverlenend aspect
-
invloed op de organisatie van het productieproces
-
verandering en verdwijning van beroepen
-
veranderingsbereidheid
.
anticipatie
.
mobiliteit
.
opleidingsbereidheid
-
enige toekomstige ontwikkelingen noemen zoals

gebouwbeheer
.
CNC
.
FPA
.
bewerkingscentra
ME/K/2 Professionele vaardigheden
De kandidaat kan
1
op systematische wijze werkzaamheden uitvoeren
-
werkplannen/werkvoorbereiden
-
systematisch uitvoeren
-
tussentijds controleren en bijstellen
-
eindcontrole uitvoeren
-
afleveren/opleveren
-
evalueren (oog hebben voor verbeteringen volgende opdracht)
2
de Nederlandse taal functioneel gebruiken
-
op basaal niveau lees- en schrijfvaardigheden toepassen bij de administratieve verwerking
van zijn werkzaamheden
3
4
-
een eenvoudig zakelijk verslag schrijven met gebruikmaking van geautomatiseerde systemen
-
mondeling communiceren
.
werkoverleg
.
vaktaal
.
mondelinge opdrachten interpreteren
.
informeel communiceren
tijdens de werkvoorbereiding en de werkuitvoering op basaal niveau
berekeningen maken
-
de zakrekenmachine doelmatig gebruiken
-
aftekenen
-
bepalen van maat en plaats van de te installeren/plaatsen onderdelen
-
verwerken meetgegevens
met gebruikmaking van een computer eenvoudige administratieve
werkzaamheden uitvoeren
-
binnen het vakgebied gericht informatie opzoeken met behulp van moderne technieken
.
bronnen gebruiken, geautomatiseerde gegevensbestanden, internet
.
informatie op waarde schatten, kiezen en ordenen
.
informatie bewerken: samenvatting, tabel, grafiek
-
materiaalstaat uittrekken en invoeren in een beheerapplicatie
-
eenvoudige calculatie lezen
-
werkbonnen invullen en invoeren in een beheerapplicatie
54
5
-
projectvoortgangsstaat lezen
-
opleveringsrapport invullen
tijdens de werkvoorbereiding en de werkuitvoering tekeninglezen
-
-
elektrotechnische tekeningen

stroomkringschema

installatie tekening

bedradingstekening
werktuigbouwkundige tekeningen

6
-
gerelateerde bouwkundige tekeningen
-
eenvoudige leidingdetails
zijn werkzaamheden op een veilige wijze uitvoeren
-
ARBO, NEN 3140
-
NEN 1010
-
veiligheidsmaatregelen
-
omgaan met relevante risico's
-
7
8
9
10
11
Amerikaanse projectiemethode
.
gezondheid, welzijn en milieu
.
juiste werkhouding
.
persoonlijke beschermingsmiddelen
.
arbeidsmiddelen
werkplek organisatie
.
correcte inrichting werkplek
.
gereedschap gebruik
.
materiaal ge- en verbruik
zijn werkzaamheden uitvoeren volgens regels die voortvloeien uit een
integrale milieu en kwaliteitszorg
-
ISO-certificering
-
'good house keeping'
.
energie gebruik
.
materiaal gebruik
.
afvalstoffen verwerking
aan- en inpassen in de bedrijfscultuur
-
bedrijfsnormen
-
overzicht arbeidsorganisatie
-
plaatsen van eigen arbeid
-
functioneren in hiërarchie
samenwerken bij het uitvoeren van werkzaamheden
-
taken verdelen
-
overleggen
-
zich houden aan afspraken
-
omgaan met kritiek
- rapporteren
een kritische instelling tot eigen belang manifesteren
-
afstand nemen van werk
-
risico's onderkennen
-
omgaan met werkdruk
-
belangenbehartiging
-
eigen belang bij conflicten
-
speelruimte benutten
omgaan met verschillen op basis van culturele gebondenheid en geslacht
-
normen
55
-
waarden
-
gewoontes
ME/K/8 Inleiding op monteren en bekabelen
De kandidaat kan
1
technische gegevens van een werktekening/schema van een speciaal
installatie zoeken en aflezen
2
3
4
5
-
installatie tekening
-
opstellingstekening
-
aansluitschema’s
-
keuze materieel, leidingen, en toebehoren
-
keuze gereedschap
-
werkvolgorde bepalen
m.b.v. analoog/digitale gereedschappen meten, controleren en vergelijken
-
schuifmaat
-
blokhoekhaak
-
maatregelen afleiden tot bijstelling
-
eindcontrole
-
meetstaten en beoordelingsrapporten
met gangbaar gereedschap eenvoudige werktuigbouwkundige bewerkingen
uitvoeren
-
boren
-
tappen
-
buigen
-
zagen
-
knippen
met gangbaar gereedschap elektrische componenten in een paneel
bevestigen
-
aansluitklemmenstrook
-
rails DIN relais
-
besturingscomponenten
-
beveiligingscomponenten
met gangbaar gereedschap elektronische componenten in een paneel
bevestigen
-
6
7
8
9
elektronische eenheden samenstellen, bedraden en afmonteren
aanleggen en afmonteren van signaalbekabeling en aarding
-
kunststof goten
-
signaalbekabeling
-
connectoren monteren
pneumatische en elektro-pneumatische schakelingen volgens gestelde
kwaliteitseisen monteren
-
3/2, 4/2, 5/2 ventielen
-
EN-/OF functies
-
E.W-/D.W cilinder
-
quickstepper
technieken/werkwijze en toepassingsgebieden bij het uitvoeren van
montagetechnieken noemen
aan de hand van een blokschema de opbouw en werking van een
speciaalinstallatie noemen
56
10
11
12
13
-
in- en uitgangssignalen
-
omzetting van fysische grootheden in elektrische en omgekeerd
de kenmerken en het gebruik noemen van de belangrijkste onderdelen die
gebruikt worden bij het uitvoeren van montagetechnieken
-
pneumatisch schakelingen
-
elektro-pneumatisch schakelingen
-
elektrische componenten
-
elektronische componenten
de kenmerken van materialen die toegepast worden bij speciale installaties
noemen
-
koperleiding
-
afgeschermde leiding
-
glasvezel
de kenmerken en het gebruik omschrijven van de belangrijkste
gereedschappen die gebruikt worden bij het uitvoeren van
montagetechnieken
-
montagegereedschap
-
toepassingsgebied
-
onderhoud
-
veiligheid
kenmerken en gebruik omschrijven van de meet- en
controlegereedschappen die gebruikt worden bij montagetechnieken
-
schuifmaat
-
blokhoekhaak
Toelichting
De kandidaat kan de handelingen, zoals omschreven in de eindtermen 1 t/m 7,
'oriënterend' uitvoeren.
ME/K/13 CAD/CAM
De kandidaat kan
1
met behulp van CAD-software een eenvoudig technische tekening maken
volgens de geldende normen
2
3
-
formaat en indeling van de tekening bepalen
-
tekening maken volgens derde kwadrant projectie
-
tekening volgens normalisatie bematen
-
tekening volgens normalisatie van bewerkingstekens voorzien
-
plotten/printen
-
tekening opslaan
-
geometrie maken t.b.v. CAM
met behulp van CAM-software CNC-programma ontwerpen
-
geometrie uit CAD-software genereren in CAM-software
-
geometrie bewerkenmachinecondities (M-codes) toevoegen
-
bewerkingscondities (G-codes) toevoegen
met behulp van CAM-software simuleren van het CNC-programma draaien
(testen en wijzigen van het programma)
-
testen
-
wijzigen
-
opslaan
57
4
5
met behulp van CNC-draaimachine eenvoudig product produceren
-
draaimachine voorbereiden
-
CNC-programma inlezen
-
testrun doen
-
produceren
-
het verspaningsproces bewaken
-
CNC-programma afsluiten/opslaan
m.b.v. software/hardware werken met geautomatiseerd meten
-
6
7
meten/controleren m.b.v. geautomatiseerd meetsysteem in het kader van kwaliteitszorg
technieken/werkwijze en toepassingsgebieden omschrijven bij het
uitvoeren van automatiseringstechnieken
kenmerken en gebruik omschrijven van de meet- en
controlegereedschappen die gebruikt worden bij geautomatiseerd meten
Toelichting
De kandidaat kan de handelingen, zoals omschreven in de eindtermen 2 en 4 t/m
7, 'oriënterend' uitvoeren.
ME/K/14 Installaties in de woning
De kandidaat kan
1
met behulp van CAD-software een eenvoudige elektrotechnisch tekening
voor een woning ontwerpen volgens de geldende normen
2
3
4
-
formaat en indeling van de tekening bepalen
-
samenstellen lijnen, cirkels en ellipsen
-
functies: object snap, verplaatsen, wissen kopiëren
-
symbolen uit bibliotheek ophalen en samenstellen tot tekening of schema
-
plotten/printen
-
tekening opslaan
met behulp van CAD-software het werk voorbereiden
-
tekeningen genereren
-
materiaal uittrekken
-
calculeren
-
planning maken
-
materiaal bestellen
-
bijzonder gereedschap reserveren
met gangbare gereedschappen de ontworpen installatie realiseren
-
bepalen maat en plaats leidingen en onderdelen
-
leidingen en onderdelen plaatsen/bevestigen
-
leidingen en onderdelen aansluiten/afmonteren
-
werkzaamheden tussentijds bijstellen
-
installatie controleren op maatvoering
-
installatie controleren op voorschriften
de werkzaamheden afsluiten
-
voor zover van toepassing protocollen invullen
-
voor zover van toepassing revisie gegevens opnemen
-
materiaal administreren/terugbrengen
-
uren- en materiaal verantwoording invullen
-
nacalculatie
58
Toelichting: De kandidaat kan de handelingen, zoals omschreven in de
eindtermen 1 t/m 4, ‘oriënterend’ uitvoeren.
ME/K/15 Elektronica
De kandidaat kan
1
in een practicum een eenvoudige schakeling met weerstanden opbouwen
(serieschakeling, parallelschakeling), een weerstandsberekening met ohmse
weerstand uitvoeren en het verband tussen spanning en stroom zichtbaar
maken
2
3
4
5
6
7
-
berekenen: U = I x R
-
1ste en 2de wet van Kirchhoff
-
gebruiken van meetapparatuur: voltmeter, ampèremeter
-
omschrijven van de meetresultaten
de eigenschappen van een aantal bijzondere weerstanden omschrijven
-
lichtgevoelige weerstand (LDR)
-
temperatuurgevoelige weerstand: PTC, NTC
-
regelbare weerstand
in een practicum een eenvoudige schakeling met een spoel en een
eenvoudige schakeling met een condensator opbouwen en het verband
tussen spanning en stroom zichtbaar maken
-
opbouw en werkingsprincipe van spoel en condensator
-
laden en ontladen van condensator
-
stroombegrenzende werking bij wisselstroom
-
gebruiken van meetapparatuur: oscilloscoop
-
benoemen van de meetresultaten
in een practicum een eenvoudige schakeling met een enkelvoudige
component opbouwen en de werking zichtbaar maken
-
de werking van basis-gelijkrichtschakeling met diode
-
de werking van basis-versterkerschakeling met een transistor
-
gebruiken van meetapparatuur: oscilloscoop, voltmeter, ampèremeter
-
omschrijven van de meetresultaten
in een practicum een eenvoudige schakeling met een samengestelde
component opbouwen en de werking zichtbaar maken: digitale bouwsteen,
operationele versterker
-
digitale bouwstenen: specifieke functies
-
basisschakelingen operationele versterker
-
gebruiken van meetapparatuur: oscilloscoop
-
omschrijven van de meetresultaten
de werking en toepassing van de voltmeter en ampèremeter omschrijven en
die van de oscilloscoop benoemen
-
voltmeter: hoge weerstand, principe spanning meten (parallel schakelen)
-
ampèremeter: lage weerstand, principe stroom meten (serie schakelen)
-
oscilloscoop: meten van vorm van variabele spanning, tijdbasis, amplitude
de toepassing van elektronica benoemen
-
basistechnologie voor automatiseren van toestellen, apparaten, machines, processen
Toelichting
De kandidaat kan de handelingen zoals omschreven in de eindtermen 1 en 3 t/m 5
‘oriënterend’ uitvoeren.
59
ME/K/16 Automatiseren
De kandidaat kan
1
in een practicum een meting uitvoeren en de resultaten omschrijven
2
3
4
5
6
7
8
9
-
meetopdracht interpreteren
-
instrumentkeuze: type, nauwkeurigheid
-
instrument instellen: schaalkeuze, nauwkeurigheid
-
metingen uitvoeren
-
weergave meting: tabelvorm, grafiek
met een datalogger meetgegevens verzamelen
-
aansluiten
-
in werking stellen
-
testen
-
meetgegevens produceren
in een practicum een eenvoudige schakeling met relais opbouwen, de
werking zichtbaar maken en omschrijven
-
principe relais: opbouw schakeling, ruststroom/arbeidsstroom
-
volgorde schakeling
in een practicum situatie een eenvoudige schakeling met pneumatisch
componenten opbouwen, de werking zichtbaar maken en omschrijven
-
dubbelwerkende cilinder
-
ventielen: 4/2 ventiel, 5/2 ventiel, volgordeventiel, snelheidsregelventiel
-
regelbare smoring
-
elektro-pneumatiek: 3/2 ventiel, 4/2 ventiel
in een practicum een eenvoudige schakeling met digitale bouwstenen
opbouwen, de werking zichtbaar maken en omschrijven
-
invertor: waarheidstabel, formule
-
NOR: waarheidstabel, formule
-
NAND: waarheidstabel, formule
-
SR-flipflop: waarheidstabel
in een practicum sensoren en actuatoren aansluiten, de werking zichtbaar
maken en omschrijven
-
naderingsschakelaars: inductief/capacitief, microschakelaar
-
optische signaalgevers: fotocel/lichtbron met reflector, passief infrarood
-
actuatoren: reedrelais, contactor/relais, elektromagneet, servomotor/stappenmotor, LED
in een practicum regeleenheden aansluiten, in werking stellen, de werking
zichtbaar maken en de functie noemen
-
transducers
-
PC/PLC
-
programma invoeren
-
interfacing, analoog/digitaal, galvanische scheiding, invoer- en uitvoersystemen
experimenteren in een bestaande practicumopstelling van een eenvoudige
open regelsysteem en de eigenschappen van het systeem omschrijven
-
regelaar
-
actuator
-
kenmerk: geen terugmelding, wel beveiliging
experimenteren in een bestaande practicumopstelling van een eenvoudige
gesloten regelsysteem voor volgordeschakeling en de eigenschappen van
het systeem omschrijven
-
kenmerk: terugmelding
-
sensor
60
10
11
12
13
-
regelaar: programmaschakelaar, plc/pc, microprocessor
-
actuator
experimenteren in een bestaande practicumopstelling van een eenvoudige
gesloten regelsysteem voor aan/uit-regeling en de eigenschappen van het
systeem omschrijven
-
kenmerk: terugmelding vanuit proces
-
sensor
-
regelaar: programmaschakelaar, plc/pc, microprocessor
-
actuator
de grondbeginselen van het meten omschrijven
-
meten: vergelijken grootheid met eenheidsmaat
-
begrippen: grootheid en eenheid, analoog en digitaal
-
instrument: schaalkeuze, nauwkeurigheid, symbolen voor nauwkeurigheid
-
weergave meting: tabelvorm, grafiek
de opbouw en werking van een meetsystemen omschrijven
-
opbouw: sensor, verwerkingseenheid, uitlezing
-
ijken/kalibreren
de opbouw en werking van sensoren omschrijven
-
vormen van energie-omzetting: thermisch/elektrisch, mechanisch/elektrisch,
chemisch/elektrisch, (elektro)magnetisch/elektrisch
-
14
15
typen: directe opnemers, indirecte opnemers
doel en opbouw van een systeem voor datalogging benoemen
-
sensor
-
computer/microprocessor
-
opslagmedia
-
datatransport
-
uitlezing
de maatschappelijke effecten van productietechnologie omschrijven
-
economische effecten: werkgelegenheid: van productie naar dienstverlening
-
sociale effecten: senioren, gehandicapten
-
ethische overwegingen: milieueffecten
Toelichting
De kandidaat kan de handelingen zoals omschreven in de eindtermen 1 t/m 10
‘oriënterend’ uitvoeren.
E/K/17 Telematica
De kandidaat kan
1
basishandelingen bij de bedrijfsmatige telefonie uitvoeren
2
-
telefonische verbindingen tot stand brengen: intern en extern
-
een telefonisch gesprek voeren: commercieel, niet-commercieel
-
het telefoonalfabet hanteren
-
intern doorverbinden, oproepen, gespreksnotitie maken, memo schrijven
-
een telefonische vergadering organiseren en plannen
-
telefooncentrale bedienen: interne lijnen, externe lijnen
-
randapparatuur bedienen: pc, fax, modem, telefoonbeantwoorder
basishandelingen met veel toegepaste besturingssystemen uitvoeren en de
kenmerken van die besturingssystemen benoemen
-
Windows
61
3
4
5
6
met een tekstverwerkingsprogramma een document produceren
-
tekstbestanden beheren
-
tekst invoeren/bewerken
-
eenvoudige lay-out
-
printen
-
gebruik handleiding, referentiekaart, helpschermen
met gebruikmaking van netwerkdiensten bronnen raadplegen
enige mogelijkheden:
-
raadplegen catalogi
-
zoeken van leveranciers
-
veranderlijke gegevens opvragen
met gebruikmaking van netwerkdiensten interactie met gegevensbestanden
tot stand brengen
enige mogelijkheden:
-
girotel
-
betalen met pas, PIN, creditcard
-
geld opnemen
met gebruikmaking van netwerkdiensten intermenselijke communicatie tot
stand brengen
-
7
8
9
10
11
12
E-mail
navigeren in netwerken
-
omvang van het informatieaanbod
-
menugestuurde navigatiesystemen (Gopher)
-
hypertekst (world wide web)
met behulp van diverse multimediaplatforms een aantal
multimediaproducten gebruiken/toepassen
-
pc + CD-rom
-
naslagwerken, gegevensbestand, archief
-
educatieve software
in een practicum een eenvoudig systeem voor telemetrie opbouwen en de
meetresultaten zichtbaar maken
-
data-acquisitie: sensor, convertor, computersysteem
-
dataverbinding: modem/netwerkkaart, netwerk
-
presentatie van meetwaarden: computersysteem, beeldscherm
de functie van een aantal toepassingen van telefonie en de bijbehorende
apparatuur omschrijven
-
telefonische verbindingen: intern en extern (lokaal, interlokaal, internationaal)
-
telefonisch gesprek: commercieel, niet-commercieel
-
regels bij telefoneren: telefoonalfabet
-
acties: intern doorverbinden, oproepen, gespreksnotitie, memo
-
telefonische vergadering: organisatie, planning
-
telefoon centrale: interne lijnen, externe lijnen
-
randapparatuur: pc, fax, modem, telefoonbeantwoorder
de functie en werking van netwerkdiensten omschrijven
-
raadplegen van bronnen via netwerken
-
interactie met gegevensbestanden via netwerken
-
intermenselijke communicatie via netwerken
-
navigatie in netwerken
het begrip multimedia en de kenmerken van diverse multimediaplatforms,
multimedia-informatiedragers en multimediatoepassingen omschrijven
-
begrip multimedia: integratie (van beeld, geluid, video, animatie, tekst), interactiviteit
62
-
multimediaplatforms: pc + CD-rom + soundblasterkaart + stereo-luidsprekers,
-
multimedia-informatiedragers: CD-ROM, DVD, on-line, ontwikkelingen in
opslagcapaciteit (papier, floppy disk, harddisk, CD-ROM/audio CD, DVD en overige
actuele mediadragers)
-
13
multimediatoepassingen: naslagwerken, catalogi, educatieve software
voorbeelden van telemetrie, telebesturing en telebewaking noemen
-
opvragen van meetwaarden op afstand: weerstation strandweer, landbouwkassen,
veeteeltbedrijven
-
tele-aanwezigheid (multimedia): operaties met specialisten op afstand
-
telebesturing bij gebouwbeheer: verwarming, ventilatie, verlichting
-
telebesturing bij processen: procesautomatisering
-
telebewaking bij gebouwbeheer: bewaking, toegangscontrole, beveiliging, brandmelding
-
telebewaking bij personen: babysitten, intensive care (ziekenhuis), alarmering t.b.v.
gehandicapten en ouderen
Toelichting
De kandidaat kan de handelingen zoals omschreven in de eindterm 9 ‘oriënterend’
uitvoeren.
De kandidaat kan de handelingen zoals omschreven in de eindtermen 1 t/m 8
‘onder begeleiding’ uitvoeren.
63
Download